Ego Nobelkids

Page 1

Dagelijks katern over het persoonlijke in het leven ● 25

WOENSDAG 28 APRIL 2004

DE 219 KINDEREN VAN DE SPERMABANK VOOR NOBELPRIJSWINNAARS

Ik ben een genie en mijn vader ook

T

oen Doron Blake twee jaar was speelde hij met computers, op zijn zesde las hij Hamlet, op zijn elfde schreef hij een boek. Het blonde wonderjongetje had een IQ van 180, zo bleek uit intelligentietests. Doron Blake is een van de 219 kinderen die geboren is uit een spermabank die het beste van de mensheid moet doorgeven: intelligentie en talent. “Intelligentie wordt overschat”, vindt Doron Blake, nu achttien. “Intelligentie maakt geen mens van je. Het is je familie, de mensen die van je houden die je maken wie je bent. Als ik geboren was met een IQ van 100 in plaats van 180, dan zou ik ook een goed leven hebben. Ik vind het een gestoord idee, geniale mensen maken. Dat ik een hoog IQ heb, maakt van mij geen goed of gelukkig mens. Mensen denken altijd dat ik speciaal ben, maar ik heb niets echt speciaal gedaan. Waar ik het meest van houd in mezelf, is niet dat ik zo slim ben, maar dat ik geef om andere mensen, dat ik hun levens rijker kan maken. Misschien kun je wel geniale mensen maken, maar je kunt geen goede mensen kweken.” Voor Robert Graham was intelligentie wel de heilige graal die de wereld kon redden. Hij richtte in 1980 een spermabank voor Nobelprijswinnaars op, de Repository for Germinal Choice. Graham was een succesvol zakenman die de wereld wilde redden van het leger dommen en talentlozen dat het menselijk ras overspoelt. Graham, die zijn fortuin had gemaakt door de uitvinding van onbreekbare brillenglazen, vreesde dat de toekomst van de mens in gevaar was. In The Future of Man, het boek dat hij in 1971 schreef, legt hij zijn theorie uit. Millennialang heeft de natuur ervoor

‘Ik stel me mijn vader voor als professor Perkamentus in de boeken van Harry Potter’, zegt de kleine Joy, kind van een genie. Is de ideale vader een Nobelprijswinnaar? Meer dan 200 vrouwen vonden van wel en stapten naar de spermabank van Nobelprijswinnaars. Maar zijn de 219 Nobelprijskinderen wel even geniaal als hun beroemde vaders? DOOR KATRIJN SERNEELS gezorgd dat de sterkste genen overleven. Alleen wie slim en sterk genoeg was, leefde lang genoeg om zijn genen door te geven. Wie zwak was, stierf. Maar sinds de mens meester was geworden over de

natuur, werkte het principe van natuurlijke selectie niet langer. Volgens Graham was de enige oplossing intelligente selectie: de beste specimens van de menselijke soort moesten meer kinderen krijgen. Daarom richtte hij zijn spermabank voor Nobelprijswinnaars op, opdat intelligentie en talent zich zouden vermenigvuldigen als zandkorrels in een woestijn. Graham zag het groots. Zijn spermabank zou niet alleen een wetenschappelijk experiment zijn dat kon bewijzen dat intelligentie via de genen wordt doorgegeven, maar de kinderen zouden door hun buitengewone talenten ook de toekomstige leiders van het land worden. Hij concentreerde zich op zaad van Nobelprijswinnaars, maar ook andere topwetenschappers en olympische atleten werden opgenomen in de spermabank. In 1980 verschenen de eerste advertenties in tijdschriften voor hoogbegaafden als Mensa. Graham was op zoek naar jonge vrouwen die getrouwd waren met een onvruchtbare man, een goede opleiding hadden en welgesteld waren. Zij zouden de moeders worden van de nieuwe generatie genieën. De vrouwen mochten hun favoriete vader kiezen uit een catalogus: Mr. Fuchsia was groot, knap en donker, een succesvol zakenman en schrijver. Mr. Grey-White was aantrekkelijk, extravert, positief ingesteld, werkte als professor aan een universiteit en hield van de klassieke auteurs. De echte identiteit van de vader zouden de vrouwen nooit kennen. Maar Graham verzekerde hen dat ze betere, slimmere, muzikalere kinderen zouden krijgen dan ze van moeder natuur ooit gekregen zouden hebben.

Professor Robert Graham richtte in 1980 de spermabank voor genieën op.

>>> VERVOLG OP PAGINA 27

Krijgen intelligente vaders ook slimme kinderen?

Doron Blake, hier vier jaar oud, is intussen achttien. Hij heeft een IQ van 180, maar zou ook gelukkig zijn met een van 100. ‘Intelligentie wordt overschat’, zegt hij. (Foto’s Paul Harris / Getty Images)

Het verhaal van Doron Blake bewijst dat geniale vaders geniale kinderen kunnen krijgen. Maar niet alle kinderen van de Nobelprijsspermabank zijn zo briljant. De kleine Logan heeft een ontwikkelingsstoornis. En John is wel intelligent maar gaat helemaal niet graag naar school. Er zijn kinderen die wél duidelijk de interesses en talenten van hun genetische vaders geërfd hebben. De drie kinderen van een donor die

een olympische medaille had gewonnen, zijn allemaal verbazende atleten. De jonge Gage (14) is nu al bezig met de beurs, zijn liefde voor economie heeft hij geërfd van zijn genetische vader. Sam (14) is volgens zijn ouders een groot wiskundetalent, net als zijn geniale vader. Daarnaast heeft Sam een olympisch talent voor skiën gekregen. Drie moeders die uitdrukkelijk kozen voor een extraverte, positieve vader,

kregen ook drie erg vrolijke kinderen. En verschillende kinderen van wiskundeknobbels zijn ook met een aanleg voor wiskunde geboren. Sommigen zijn briljant, de meesten zijn intelligent en enkelen zijn gewoon middelmatig. Zo kun je de uitkomst van het experiment met de Nobelkinderen het best samenvatten. Maar niet alle verhalen van de Nobelspermabank hebben een happy end. John (16) is wel intelligent maar zou het

Mail uw reactie op dit artikel naar ego@demorgen.be

liefst gaan worstelen. Hij houdt helemaal niet van de school. Hij vindt Robert Graham, de oprichter van de Nobelspermabank, “eigenlijk een nazi”. En de kleine Logan (9) heeft een ontwikkelingsstoornis. Hij spreekt niet, maar communiceert via een computer. Na een vaccinatie toen hij nog klein was, manifesteerde de stoornis zich. De ouders weten niet of het ook om een genetische erfenis kan gaan.


DE WET VAN Een ‘kortere route’ is de langste afstand tussen twee punten.

26

MURPHY

Uw eigen wet van Murphy? Mail naar ego@demorgen.be

KORT GEKNIPT ✁ AAN DE LIPPEN HANGEN

Wanneer twee mensen met elkaar in gesprek zijn, kijkt de spreker vaak onwillekeurig weg van degene die luistert. Volgens de regels dien je, als je interesse wilt tonen voor degene die tegen je praat, die persoon gedurende periodes van zo’n 1 tot 7 seconden recht aan te kijken. Mensen zitten vaak verlangend naar een ander te staren en hangen aan diens lippen, maar daar krijgt de spreker eerder een ongemakkelijk gevoel van dan dat zoveel directheid op prijs wordt gesteld. UIT: Dating: van eerste knipoog tot vaste relatie, door Nicole Carmichael

✁ SEKSGOD Het is belangrijk – zowel voor mannen als voor vrouwen – om kleding te dragen die uitdrukking geeft aan je persoonlijkheid. Misschien lijkt die Homer Simpson-das je prima en vind je je Donald Duck-manchetknopen zelf enig, maar als je echt denkt dat je een seksgod bent, bewijzen dat soort accessoires je geen dienst, of wel? UIT: Dating: van eerste knipoog tot vaste relatie, door Nicole Carmichael

✁ VOELERS Mensen worden als voelers geboren. Pasgeborenen kunnen nog niet denken en verkennen de wereld uitsluitend via hun gevoel. Ze maken onderscheid tussen gevoelens van onbehagen en behagen, of onlust en lust, en reageren daar heel primair op. Voelen hoeven ze niet te leren, dat kunnen ze al. UIT: Haptonomie: een kwestie van gevoel, door Bob Boot

✁ SLAAP ER

EEN NACHTJE OVER

Terwijl we slapen, werkt ons brein verder aan de problemen die ons tijdens de dag bezighouden. En de oplossing voor onze problemen vinden we vaak makkelijker na acht uur slapen. Uit Duits onderzoek blijkt dat in de eerste vier uur van onze slaapcyclus de activiteit in het brein verandert, waardoor we creatiever denken en een beter inzicht krijgen in onze problemen. UIT: het magazine Psychology Today

✁ GRIJS IN EEN NACHT Dat je van een schokkende gebeurtenis, de dood van een geliefde bijvoorbeeld, in één nacht grijs kunt worden, is kul. Haar groeit met maximaal een halve milimeter per dag vanuit een plek die zich enkele millimeters onder de hoofdhuid bevindt. Het duurt minstens twee weken na een schokkende gebeurtenis voor je het eerste stukje grijs te zien krijgt. Wel kun je in één nacht veel donker haar verliezen, zodat het grijze onderhaar beter zichtbaar wordt. UIT: Het groot lexicon van nutteloze feiten, door Hein Meijers en Simon Roozendaal

7

LEVENSVRAGEN AAN JOLENTE DE KEERSMAEKER 1. Wanneer is iemand goed?

“Je bent goed als je jezelf niet te veel opsluit in je eigen kleine wereldje, als je met je lichaam en geest probeert aan te voelen wat andere mensen willen. Op het moment dat je het niet eens bent met de bedoelingen van anderen, kunnen er conflicten ontstaan. Maar als je in een ontvankelijke staat verkeert en je niet te veel op het eigen ik concentreert, krijg je betekenis voor andere mensen en word je goed. “Soms zit ik te veel in mezelf opgesloten. Dan daalt er een soort hardheid over me neer waardoor ik mezelf noch mooi, noch goed vind.”

2. Wat bent u liever: mooi of goed?

5. Maakt liefde blind? “Liefde kan blind maken. Dat is goed, dat hoort zo. Die blindheid komt voort uit het feit dat je je helemaal aan iemand anders overgeeft. Je stelt je geen vragen over wie die andere is, want je weet niet echt meer wat je doet. Je verliest bij wijze van spreken je verstand. Je hebt geen andere keuze dan je volledig over te leveren aan die kracht. Natuurlijk lopen sommige relaties door verblindheid van de minnaars op de klippen. Maar het gaat niet altijd fout. Na verloop van tijd ebt de blindheid weg, verkennen geliefden nieuwe gebieden in hun relatie en komt er evenwicht. “Vaak hoor je mensen over een dolverliefd koppel zeggen: ‘Waar zijn die twee in godsnaam mee bezig? Ze lijken wel ziende blind.’ Maar het is eigen en mooi aan de mens dat hij zich kan verliezen in een ander. Liefde is de hemel en de hel in één. Wie verliefd wordt, moet daar helemaal voor gaan. Leven is nu eenmaal risico’s nemen.”

6. Hoe herkent u domme mensen?

“Mooi en goed staan in verbinding met elkaar. Een goed mens is mooi. Wie voor anderen openstaat, straalt schoonheid uit. Onze ogen verraden alles. Ze zijn de deuren van onze ziel. Iemand met mooie, heldere ogen heeft een mooie, heldere inborst. “Ik streef ernaar om goed en mooi te zijn. Dat lukt niet altijd. Een mens heeft zijn gevoelens nooit helemaal onder controle. In eerste instantie wil ik goed zijn. De schoonheid volgt dan vanzelf.”

3. Bestaat volmaakt geluk?

“Domme mensen luisteren niet naar anderen. Ze tonen geen enkele interesse voor wat er zich buiten hen afspeelt. Ze zijn alleen met zichzelf bezig. Dom of slim heeft niets te maken met de hoogte of de laagte van het IQ. Al degenen die zelfingenomen de godganse dag naar hun eigen navel zitten te staren, gedragen zich oliedom. “Niet alle recensenten behoren tot die categorie. Sommigen onder hen kijken verder dan hun neus lang is. Een negatieve recensie over een stuk van mij vind ik niet bij voorbaat dom. Het kan zelfs een slimme recensie zijn, onder voorwaarde dat de recensent zinnige argumenten aandraagt waaruit ik iets kan leren. Soms lees ik wel eens een laaiend enthousiaste recensie over een van onze opvoeringen, waarvan ik toch gekrulde tenen krijg. Dat zijn dan de recensies zonder enige toegevoegde waarde, die dom zijn omdat ze bol staan van de zelfingenomenheid.”

“Oscar Wilde schreef in een van zijn stukken: ‘Er zijn momenten, er zijn momenten!’ Volmaakt geluk bestaat. Het komt in flitsen; het duurt nooit lang. Ik heb het nog maar een paar keer meegemaakt dat ik later dacht: ‘Toen was ik volmaakt gelukkig’. Op het moment zelf was ik me er niet van bewust. ● Theatermaakster en actrice JOLENTE Ik kan gelukkig worden door aan DE KEERSMAEKER richtte vijftien jaar gelukzalige ogenblikken uit het vergeleden samen met een aantal leden terug te denken. Ik moet daargelijkgezinden tg Stan op. Momenteel mee opletten, want zo herken ik toert het gezelschap met het stuk misschien het geluk niet dat me in Tout est calme door Frankrijk. het hier en nu overkomt. “Extreem geluk kan puur lichamelijk zijn. Zeker wanneer je in de ogen van je geliefde kijkt en je voelt: dit is een moment waarop 7. Waarom zijn de mensen zo alles klopt. Nu. Hier. Jij en ik. Ik ervaar soms intens geluk onverdraagzaam tegenover elkaar? als ik samen met mijn collega’s van Stan op de planken sta. We kijken elkaar aan en we voelen: dit is een bijzon- “Mensen zijn bang om te verliezen wat ze hebben. Door dere avond, nu gebeurt er iets. Naar die zeldzame momen- hun angst hebben ze het verleerd om te relativeren. Ze ten ben ik als acteur op zoek. Daarom speel ik. Daarvoor wonen in een comfortabel huis met twee auto’s op de doe ik het allemaal.” oprit. En ze zijn bang dat ze hun tweede auto kwijt zullen geraken. 4. Durft u alles te zeggen wat u denkt? “In onze samenleving wordt ons de hele tijd wijsgemaakt dat we steeds meer moeten bezitten. We kunnen twin“Ik wil geen blokkades in mijn hoofd, daarom zeg ik liever tig soorten yoghurt kopen in de supermarkt, maar nog is wat er op mijn lever ligt. Ook al klinkt het cru en direct. Door het niet genoeg. De reclame overdondert ons met volte liegen, help je jezelf en je medemensen geen stap ver- strekt overbodige spullen die zogezegd onmisbaar zijn. der. Toch zijn er dingen die je beter niet uitspreekt, die je ‘Pak meer van dit, neem meer van dat. Werk voor dit, sloof met niemand anders hoeft te delen. Ieder mens heeft recht je uit voor dat.’ We zitten in een vicieuze cirkel. Hoe meer op zijn geheimen. In onze maatschappij wordt alles zomaar welvaart we opstapelen, hoe banger we worden dat we open en bloot op tafel gegooid. Er is geen enkel mysterie alles zullen verliezen. We zitten in een rad en weten niet meer. Reality-tv toont hoe vrouwen bevallen, dissecteert meer hoe we het kunnen stoppen. De eenvoudige dingen de relaties tussen mannen en vrouwen. Er zijn echt wel in het leven zijn ondergesneeuwd geraakt. Ik beken dat ik grenzen aan hoe diep we mogen peuteren in de mense- me soms ook laat meeslepen door die cultuur van ‘steeds lijke ziel. We moeten het mysterie weer in ere herstellen. meer’. Ik vraag me af hoe één individu, een nietig klein “Elke mens voert een constante strijd met zichzelf, maar wormpje, zich dient te verhouden tegenover die overvloed het is niet de bedoeling dat hij daar uiteindelijk aan kapot die hem in de maag gesplitst wordt. Misschien moeten we gaat. Uiteindelijk komen we rijker en sterker uit dat gevecht helderder proberen na te denken en leren blij te zijn met met onszelf tevoorschijn.” wat we al hebben. En daar dan rust in vinden.”

● Elke dag stelt Jan Stevens 7 levensvragen aan een man/vrouw met persoonlijkheid.

EGO ● LICHAAM & GEEST Nooit meer gaatjes

Miljoenen bacteriën krioelen tussen tong en tanden. Sommige daarvan veroorzaken cariës. Vervang die door een onschadelijke variant en gaatjes maken geen kans. Als de Amerikaanse autoriteiten akkoord gaan, begint dit jaar een klinische proef. De mondholte bevat – onsmakelijk idee – honderden soorten bacteriën, vooral in de tandplaque. In een net gepoetste mond blijft het beperkt tot enkele miljoenen exemplaren, maar het kan oplopen tot een miljard. De meeste micro-organismen zijn goedaardig, maar sommige veroorzaken cariës. Streptococcus mutans is verantwoordelijk voor het gros van de gaatjes. Deze bacterie zet suiker op en tussen de tanden om in melkzuur, wat het tandglazuur aantast. Elk mens heeft een eigen stam en draagt die levenslang mee. Kinderen lopen de mondbacterie tussen hun tweede en vierde jaar op, meestal via hun moeder. Daarmee lijkt Streptococcus mutans een onvermijdelijk kwaad. En tandbederf evenzeer. Tenzij Jeff Hillmans theorie werkt. Cariës, beweert dr. Hillman, een Amerikaans tandarts en moleculair geneticus, kun je namelijk voor een belangrijk deel voorkomen door de ‘slechte’ bacterie te vervangen door een ‘goede’ bacterie, eentje die geen melkzuur maakt. Hillman claimt zelfs dat zo’n eenmalige ‘replacement therapy’ levenslang tegen gaatjes beschermt. De bacteriën, is het idee, worden toegediend in de vorm van een mondwater. Die behandeling duurt hooguit vijf minuten, zegt Hillman. “Je komt bij de tandarts, spoelt en gaat. In de maanden daarna verdringt de bacterie de schadelijke stam.” Hillman (55), tegenwoordig verbonden aan de Universiteit van Florida in Gainesville, sleutelt al 25 jaar aan zijn idee. De doorbraak kwam toen hij met de destijds nieuwe recombinant-dna-techniek een S. mutans-stam wist te maken die in plaats van melkzuur ethanol produceert, alcohol. Dat lukte door een gen in te bouwen dat afkomstig was van de ethanol-producerende bacil Zymomonas mobilis. Kan dat geen kwaad, zo’n genetische gemanipuleerde bacterie in de mond? Nee, zegt Hillman. “Bacteriën ontwikkelen zich van nature voortdurend, wij hebben het proces alleen versneld.” De volgende stap was een bacteriestam te vinden die beschikte over een ‘selectief voordeel’ waarmee hij de cariës-bacterie zou kunnen verdringen. “Gelukkig bestaat er zoiets als de wet van bacteriële onfeilbaarheid: als je iets zoekt, is er ergens een bacterie die dat al doet.” Honderden stammen later vond Hillman inderdaad een S. mutans die een sterk antibioticum maakt waarmee hij zijn concurrenten doodt. Uiteindelijk kostte het nog tien jaar om de twee gewenste eigenschappen, afwezigheid van melkzuurproductie en antibiotische werking, in een en dezelfde bacteriestam te verenigen. Maar nu zijn alle problemen achter de rug, zegt Hillman. Proefpanels van Amerikaanse consumenten hebben overigens verklaard geen bezwaren te hebben tegen een nuttige gemanipuleerde bacterie in hun mond, aldus Hillman. “Wij waren verbaasd, we hadden meer weerstand verwacht.” Zelfs de American Dental Association lijkt positief over een behandeling die in theorie toch een aanslag op het tandartseninkomen kan zijn. De eenmalige behandeling maakt tandartsen en mondhygiëne trouwens niet overbodig, benadrukt Hillman. Wel doet het er voor het resultaat niet toe of de patiënt ‘meewerkt’ – goed poetst en regelmatig naar de tandarts gaat – of niet. Dit maakt de behandeling ook geschikt voor arme landen waar amper tandheelkundige zorg bestaat. © de Volkskrant

EGO ● LICHAAMSTAAL RISICO OP BEROERTE BIJ HAARSPOELING Britse artsen hebben er in de krant The Times voor gewaarschuwd dat het uitstrekken van de nek als het haar gewassen wordt bij de kapper een beroerte kan veroorzaken. De waarschuwing kwam er nadat een 51-jarige vrouw stierf nadat haar haar in een waskom was gewassen. Het bezoekje aan een schoonheidssalon betekende meteen haar dood. De behandeling, waarbij de nek op de rand van het bassin komt te liggen, zorgde er immers voor dat de hals- en wervelslagaders die bloed naar de hersenen voeren, gekneld raakten. Dat kan leiden tot scheurtjes en daaruit kunnen bloedklontertjes ontstaan. Raken die in de bloedsomloop dan kunnen ze voor een beroerte zorgen. De artsen vertellen dat het om uitzonderlijke gevallen gaat maar bij ouders dames met zwakkere aders zouden de risico’s groter zijn.

HUISDIER SLECHT VOOR DE GEZONDHEID Een kat, hond of goudvis aan je voeten

SIGMUND

(Foto Yann Bertrand)

● WOENSDAG 28 APRIL 2004

(Foto Thomas Vanhaute)

DeMorgen

CASPER & HOBBES

tijdens je oude dag? De kans is groot dat je eerder naar pijnstillers grijpt en sneller depressief wordt. Het is immers een regelrecht fabeltje dat oude mensen die een huisdier hebben langer en gezonder leven. Een Australisch onderzoek maakt brandhout van de mythe dat huisdieren zorgen voor een rustige en gezonde oude dag. Onderzoekster Ruth Parslow ondervroeg 2.551 Australiërs tussen 60 en 64 jaar oud. Daaruit bleek dat oude vrouwen met huisdieren er fysiek slechter aan toe waren dan oude vrouwen zonder troeteldier. Het aantal bezoekjes aan de dokter is bij de beide onderzoeksgroepen even groot. “Ik zou gelukkiger geweest zijn als het omgekeerde waar was”, zegt Parslow, die zelf een hond als huisdier heeft. De resultaten van het Australische onderzoek liggen in de lijn van eerdere bevindingen die aantonen dat oudjes met gevleugelde, geschubde of vierpotige vriendjes een te hoge bloeddruk hebben, te veel wegen en veel roken. De onderzoekster tast voorlopig nog in het duister naar een mogelijke oorzaak. Eerdere studies stelden echter dat wie een huisdier heeft, wel een rijker sociaal leven heeft.


27 DE INVLOED VAN ASTMA OP DE LEVENSKWALITEIT 23%

69% 42% 40% 38%

VEEL

WEINIG

WOENSDAG 28 APRIL 2004 ●

GEEN ANTWOORD

DeMorgen

DE OUDERS

HET KIND 8% Sportactiviteiten

45%

50%

8% Sociaal leven (vriendjes) 40%

50% 51%

9%

Resultaten op school

7% Gezinsleven

55%

29% 24%

5% Gezinsactiviteiten 6% Sociale activiteiten

54%

EGO ● HET ONZINNIGE LICHAAM

7% Professionele activiteiten

64%

7% Het leven als paar in het algemeen

69%

Grafiek De Morgen / Bron Inra

EGO GEZONDHEID ● HELFT VAN BEHANDELDE ASTMAPATIENTEN ONDERVINDT WEERSLAG OP SOCIAAL LEVEN

Plots geen adem meer hebben en moeten vechten om wat zuurstof, het doet iets met je. Dertig procent van de astmapatiënten is met ademcrisissen groot geworden en dat aantal stijgt. Uit een nieuwe studie blijkt nu dat de astma bij een groot aantal kinderen, jongeren en volwassenen die voor de aandoening behandeld worden, toch een zware stempel blijft drukken op hun leven. DOOR BARBARA DEBUSSCHERE

N

u leeft gemiddeld 10 procent van de volwassen Belgen en ruim 13 procent van de kinderen met astma. Maar die aantallen zullen, onder invloed van ozon en luchtvervuiling, alleen maar toenemen. Elk jaar komen er ongeveer 6 procent nieuwe astmapatiënten bij. Een derde van hen zijn kinderen. Meer dan de helft van hen kampt voor zijn derde levensjaar al met fluitende longen en ademnood. “En dat is voor het leven. Vroeger zei men: ‘Dat groeit er wel uit’, maar dat klopt niet”, zegt longspecialist Emmanuel Potvin. Uit een onderzoek van het bureau Inra blijkt nu evenwel dat meer dan de helft van de kinderen, jongeren en volwassenen met astma die wel een behandeling krijgen, toch nog een verminderde levenskwaliteit hebben. Meer dan een op de twee kinderen met astma heeft last van frequent nachtelijk hoesten, en astma vormt de voornaamste oorzaak van afwezigheid op school. Bovendien merkt 42 procent van de kinderen dat de astma hun sociaal leven benadeelt. “Die kinderen moeten leven met het feit dat ze altijd een aanval kunnen krijgen en ze kunnen vaak niet meedoen aan allerlei activiteiten”, legt kinderlongspecialist Bodart uit. Zelfs wanneer het niet om sportlessen gaat, moeten ze zich toch vaker koest houden en dat heeft zo zijn effect op de band met de vriendjes.

Het menselijk lichaam zit vol met overbodige frutsels, en een van de opvallendste is de oorlel. Het lapje huid gevuld met wat weefsel dient werkelijk nergens voor. Mede daardoor is de oorlel uitgegroeid tot het meest doorboorde stukje mens. De opmars van het piercen moet in de westerse wereld wel bij het oor zijn begonnen. Waarom aan de oorschelp een lelletje hangt, is een vraag waarover medici zich niet druk maken. “Ik zou dat niet weten”, zegt dokter Elly de Lange. De oorschelp vangt als een trechter het geluid op, vertelt ze. De uitdrukking ‘de oren spitsen’ komt niet zomaar uit de lucht vallen. Maar voor de oorlel valt geen verklaring te geven. Wie zich wil tooien met juwelen of andere snuisterijen, heeft legio mogelijkheden. Het doorboren van het lichaam wordt niet geschuwd om het juweel aan de drager te verankeren en de kans op verliezen tot een minimum te beperken. De oorlel wordt het vaakst geperforeerd, maar het doorboren van minder nutteloze lichaamsdelen, zoals oorschelp, tong, wenkbrauwen, tepels, geslachtsdelen en neus is in Europa sterk in opkomst. De oorlel is bij uitstek een plek om te verminken omdat er amper zenuwen zitten. Pijn doet het daarom nauwelijks als er met een schietpistooltje een gaatje in wordt gemaakt. Om deze reden is de oorlel ook een geliefd plekje om snel een druppeltje bloed af te tappen.

Mountainbiker Philippe Meirhage heeft sinds zijn zesde astma maar werd toch sportkampioen. ‘Het is jammer dat ouders een kind met astma uit de sportles houden. Sport is net goed. Ik heb nu een grotere longinhoud dan gemiddeld.’ (Foto Photo News)

Wereldkampioen mountainbike Philippe Meirhage (33) is er het levende voorbeeld van dat jonge astmalijdertjes wel degelijk een leven kunnen uitbouwen zonder dat de astma hen iets in de weg staat. Meer zelfs, Meirhage heeft voor zijn sportprestaties zelfs extra sterke longen en een dito strijdlust ontwikkeld. Na talloze reeksen verkoudheden en bezoeken aan dokters werd bij hem op zesjarige leeftijd allergie aan stof en astma vastgesteld. “Ik had ongeveer twee keer per jaar echt zware periodes met crisisaanvallen. Dat was pure paniek. Je moet je dat voorstellen. Het is alsof je alleen nog door een rietje kunt ademen. En dat voor een hele tijd. Dat is zo

OLYMPISCHE LONGEN MET ASTMA angstaanjagend dat je daardoor nog sneller naar lucht hapt, wat het alleen maar erger maakt. Je wordt er ook ijl van in je hoofd. Het enige wat toen hielp was mijn moeder. Ze kalmeerde me met een klontje suiker”, vertelt Meirhage. Veel sportlessen heeft hij niet gemist omdat hij dol was op sport. “Het is een jammerlijk misverstand dat ouders hun kinderen met astma weghouden van de sportles. Alleen zwemmen is niet zo goed. Ik was dol op sport en als ik mijn behandeling volgde zoals het hoorde, was er niets aan de hand. Ik

Ook jongeren die hun astma laten behandelen kampen met een deuk in hun sociale leven. Bijna een derde heeft door de ademnood vaak last van slaapstoornissen. Bijna een vijfde kan niet meedoen aan sociale activiteiten en 13 procent zegt dat de omgeving met onbegrip reageert op de astma. Wanneer die jongeren volwassen worden en hun behandeling blijven volgen, blijft maar liefst 67 procent van de volwassenen beperkt in het dagelijkse leven door de zieke longen. Net niet de helft moet door de ademhalingsproblemen zijn sociale leven kortwieken. Onder andere op café gaan kan een pro-

speelde ook graag in het hooi met de buurjongens en we sprongen vaak op bed. Dan had ik gegarandeerd een piepende adem. Maar ik heb ermee leren leven.” Hoewel. Niet zo heel lang geleden moest de sportman tijdens een wereldbekerwedstrijd opgeven omdat hij een astma-aanval kreeg. “Uit het Inra-onderzoek blijkt dat veel mensen hun medicatie niet goed nemen. Ik herken me daarin. Als het goed gaat, ben je geneigd daar lui in te worden. Dat was toen ook zo. Het was nochtans niet de eerste keer dat ik dat moest inzien. Ik

bleem vormen omdat er vaak veel sigarettenrook hangt. Op zich zou het niet mogen dat astmapatiënten in behandeling nog zoveel last hebben van de ziekte. “Er zijn steeds betere behandelingen omdat we meer en meer inzicht in de ziekte krijgen”, aldus Potvin. Maar wat blijkt? Slechts 14 procent van de adolescenten en 36 procent van de volwassenen volgt correct hun behandeling. Als het beter gaat nemen ze minder, als ze een crisis voelen aankomen nemen ze wat meer. Potvin: “Daar wringt het schoentje. Astma is een chronische ziekte. Ook als de waarneemba-

heb ongeveer tien jaar niets genomen voor mijn astma. De dokter zei me dat ik er grotendeels bovenop was en ik kieperde alle medicijnen buiten. Tot ik in 1997 een heel zware aanval kreeg. Ik lag twee weken in het ziekenhuis, kon geen woord meer zeggen van uitputting. Nu besef ik dat je die medicatie je hele leven lang elke dag moet nemen. Maar meer dan dat is het ook niet. Ik kan zonder problemen tot het uiterste gaan in mijn sport. En ik ben er toch een beetje trots op dat ik nu een grotere longinhoud dan het gemiddelde heb. Als piepend kereltje had ik dat nooit durven dromen.” (BDB)

re symptomen als hoesten en piepen even verdwijnen, zet de ontsteking van de longen zich voort. Vaak zie je ook dat mensen hun puffertje gebruiken als ze het moeilijk hebben, maar dat neemt enkel de acute symptomen weg. Medicijnen die inwerken op de oorzaken, moet je ook blijven nemen. Wie dat doet, moet een normaal leven kunnen leiden. Ik denk zelfs dat kinderen die met astma opgroeien veel aankunnen. Ze hebben tenslotte leren leven met een angstaanjagende ziekte.” www.monasthme.be

VERVOLG VAN PAGINA 25 ● IK BEN EEN GENIE EN MIJN VADER OOK Beth was een van de jonge vrouwen die viel voor de Nobelprijswinnaars. Haar man was onvruchtbaar, en ze geloofden dat de spermabank van Nobelprijswinnaars de beste kans zou bieden op gezonde en slimme kinderen. Ze lieten hun oog vallen op mijnheer White: groot, bruin haar, blauwe ogen. En, zo vertelden de verpleegsters van het Repository for Germinal Choice hen, hij geleek een beetje op Beths echtgenoot. White was een jonge vijftiger die een lange en erg succesvolle wetenschappelijke carrière had, van geschiedenis hield en graag in de tuin werkte. Hij kwam uit een familie waar mensen erg lang leefden. “Ze hebben me nooit gezegd dat mijn baby geniaal zou zijn”, zegt Beth. “Ze zeiden wel dat de andere baby’s die vrouwen van mijnheer White hadden gekregen heel vrolijke baby’s waren. En ik wilde graag een vrolijk kind.” Negen maanden later, begin 1991,

Oorlel

Illustratie: Han van de Ven

Leven in ademnood

SOMMIGE DELEN VAN HET MENSELIJK LICHAAM LIJKEN NERGENS GOED VOOR. AFLEVERING 13

kreeg Beth een dochter, die ze Joy noemde. “Ze is een fantastisch meisje”, zegt Beth. “Geen wonderkind, maar zeker niet dom. Ze is heel goed op school, maar ze is vooral een heel lief klein meisje, mooi, sportief, en ja, ook slim.” Omdat Beth zo dankbaar was voor haar dochtertje, stuurde ze via de spermabank foto’s van haar naar mijnheer White. White schreef haar terug en vertelde haar dat hij zelf geen kinderen had met zijn vrouw, maar dat Joy heel erg op zijn nichtje geleek. Nadat Beth van haar man scheidde, vond ze dat de tijd rijp was om Joy te vertellen dat haar papa niet haar echte papa was. Joy is nu 13 jaar, en nieuwsgierig naar haar echte vader. “Ik stel me mijn papa voor als professor Perkamentus uit de boeken van Harry Potter. Ik zou hem wel eens graag ontmoeten.” Ook Beth zou de mysterieuze mijnheer White graag beter leren ken-

nen: “Ik wil hem vertellen dat zijn dochter van ballet houdt, graag Harry Potter leest, en heel mooi is, met haar blonde haar en blauwe ogen. Dat ze het heel goed doet op

‘Ik verwacht toch meer van mijn kind dan wanneer het een gewoon kind was geweest’ school en dat ze ook veel vrienden heeft. Ik voel me echt verbonden met die man: hij heeft zelf geen kinderen, maar hij heeft er mij wel gegeven. Soms noem ik Joy mijn kleine ‘raketwetenschappertje’.”

De moeders die voor de Nobelspermabank kozen, waren vaak goed op de hoogte van de medische mogelijkheden. Beth is een verpleegster, Lisa, een andere moeder, is een dokter. Ze kozen voor Grahams spermabank en niet voor een gewone omdat ze wisten dat de donors genetisch, medisch en sociaal gescreend waren. Ze droomden niet van een betere wereld maar van een beter kind. Bij een gewone spermabank weet je minder goed waar je aan toe bent. En wie gaat daar naartoe, behalve studenten die een centje willen bijverdienen? En ja, ook de belofte van slimme en mooie kinderen speelde mee. “Ik verwacht toch meer van mijn kind dan wanneer het een gewoon kind was geweest”, geeft een van de Nobelprijs-moeders toe. De Nobelprijs-kinderen zijn nu tussen zes en negentien jaar oud. Ze staan niet allemaal te popelen om hun geniale vader te ontmoe-

ten. Doron Blake is niet geïnteresseerd: “Hij maakt geen deel uit van mijn leven. Hij is niet meer dan een vreemdeling voor mij, ik zou niet weten welke plek ik hem in mijn leven moet geven. Genen zijn nooit belangrijk voor mij geweest. Mijn familie, dat zijn de mensen die van mij houden.” Doron Blake, het bewijs dat wonderkinderen gemaakt kunnen worden, heeft wel de talenten maar niet de ambities van een genie.” Wat ik het liefst zou doen, is lesgeven op een school in Exeter, waar ik vandaan kom. Daar heb ik me altijd het best gevoeld.” Er zullen geen nieuwe Nobel-kinderen meer komen. De Nobelprijsbank is niet meer: ze sloot de deuren in 1999, twee jaar na de dood van Robert Graham, de man die de wereld wilde redden met geniale kinderen. Maar de kinderen leven nog voort, geniaal, en minder geniaal. Wie weet redden ze op een dag de wereld.

De gewoonte om juwelen in de oren te hangen is oud. Vissers hingen iets kostbaars in hun oor, naar verluidt om de begrafenis te betalen als ze ergens dood aanspoelden. Het aanbrengen van de verfraaiing is niet zonder risico. De kans op een bacteriologische infectie is het grootst, zegt De Lange. “Dat kan doordat er niet steriel is gewerkt, maar dat hoeft niet. Iemand kan sowieso een infectie krijgen.” De aandoening is niet erg, sust ze, maar verwaarlozen is uit den boze. Dan breidt de infectie zich uit en kan de oorlymfeklier bereiken. “Bij pijn, zwelling en pusvormig moet men de oorring verwijderen en de oorlel enkele malen per dag deppen met alcohol”, adviseert De Lange. Een sieraad dat in nauw contact staat met het lichaam, mag geen nikkel bevatten, waarschuwt ze. Dit metaal geeft allergische uitslag. Ze vindt het onverstandig piercings op andere plekken van het oor aan te brengen. De schelp houdt zijn vorm door kraakbeen en een infectie is daar ernstiger dan in de oorlel. Niet iedereen doet zo luchtig over het doorboren van de lel. In de acupunctuur geldt het piercen van de oorlel of andere lichaamsdelen als oliedom. Volgens de acupuncturisten zijn er vanuit het oor veel lichamelijke klachten te behandelen. Zo staat de oorlel in verbinding met het hoofd; de schelp met de rest van het lichaam. Door het lichaam lopen energiebanen en vanuit alle lichaamsdelen komen die samen in het oor. Door met fijne naalden in het oor te prikken kan een klacht elders in het lichaam worden verholpen. Het aanbrengen van een gaatje verminkt de banen, om de zorg van de acupuncturist kort samen te vatten. De Lange ziet het zo zwaar niet. Het is maar waar je in gelooft, zegt ze. Marc van den Broek / © de Volkskrant

EGO ● IN DE HOEK GEZET GEEN ZORGEN, SNELLER ZWANGER Zorgen over gezondheid, werk of financieën maken het vrouwen moeilijk om hun kinderwens te vervullen. Het beste zou zijn om alle angsten overboord te gooien en zo ontspannen mogelijk te zijn. Dat is de raad die Amerikaanse onderzoekers geven aan vrouwen met vruchtbaarheidsproblemen. Hun raad baseert zich op een onderzoek over het slaagpercentage van kunstmatige inseminatie aan de universiteit van San Diego, dat het tijdschrift Fertility and Sterility presenteerde. De studie vergeleek het succespercentage

van de kunstmatige inseminatie bij 151 vrouwen met hun gemoedstoestand, die ze zelf op vraagcurven moesten beschrijven. Bij die bevindingen kwam aan het licht dat gestresseerde vrouwen 20 procent minder eicellen produceerden dan ontspannen vrouwen. Bijna identiek gelijk was de verhouding tussen zorgen en succes bij de bevruchting. Patiënten die zich tijdens de behandeling zorgen maakten over het werkverlet dat dit met zich meebracht, hadden 30 procent minder succes bij de bevruchting.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.