Rapport annuel 2012 kba foncaba

Vzw-ngo KBA / FONCABA ASBL-ONG

Voor een lokale duurzame ontwikkeling Pour un développement local durable

Jaarverslag – 2012 – Rapport annuel KBA/FONCABA Rue du progrès 333/03 1030 Bruxelles Tél.: 02/201 03 83 Fax : 02/205 17 20 E-mail : info@kba-foncaba.be Site web : www.kba-foncaba.be

TABLE DES MATIERES

1.

MISSIE & VISIE ................................................................................................................................................ 3 1.1 1.2

2.

TOEKOMSTPERSPECTIEVEN/PERSPECTIVES STRATEGIQUES ......................................................................... 5 2.1 2.2

3.

KWALITEITSVOLLE PARTNERSCHAPPEN............................................................................................................... 6 LES PROJETS DE LA FONCABA AU SUD EN 2012 ............................................................................................... 7 L A FONCABA EN R.D.CONGO .................................................................................................................... 8 L A FONCABA AU BURUNDI...................................................................................................................... 14 ZENDING VAN KBA IN BURUNDI EN CONGO (BUKAVU)...................................................................................... 15 LEÇONS APPRISES SUR L’EXECUTION DES PROJETS PAR LA METHODOLOGIQUE DE GESTION AXEE SUR LES RESULTATS ......... 18

KBA IN HET NOORDEN.................................................................................................................................. 20 4.1.

4.2.

4.3.

4.4.

4.5.

5.

STRUCTURELE SAMENWERKING ....................................................................................................................... 5 NAAR EEN NIEUW STRATEGISCH PLAN ............................................................................................................... 5

LA FONCABA AU SUD (EN AFRIQUE).............................................................................................................. 6 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5.

3.6.

4.

WERKINGSPRINCIPES .................................................................................................................................... 3 REUNIONS DES ORGANES ............................................................................................................................... 3

ZORG VOOR KWALITEIT BINNEN KBA .............................................................................................................. 20 EDUCATIEF WERK ....................................................................................................................................... 22 FONDSENWERVING ACTIVITEITEN................................................................................................................... 22 COMMUNICATIE ......................................................................................................................................... 23 SAMENWERKING BINNEN DE NOORD-ZUIDBEWEGING ....................................................................................... 23

ORGANISATIESTRUCTUUR ............................................................................................................................ 24 5.1.

5.2.

5.3.

L’ASSEMBLEE GENERALE/ DE ALGEMENE VERGADERING : MEMBRES (AG/AV 24-04-2013).................................. 24 LE CONSEIL D’ADMINISTRATION/ DE RAAD VAN BESTUUR : MEMBRES (AG/AV 24-04-2013).................................. 24 LE PERSONNEL : MEMBRES (2012)................................................................................................................ 24

LISTE DES ACRONYMES......................................................................................................................................... 25 ANNEXE................................................................................................................................................................. 25

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

2 2

1. Missie & visie Missie: vanuit wederkerigheid wil KBA Afrikanen de mogelijkheid geven zichzelf te zijn en samen toekomst te maken.

KBA is een door de overheid erkende NGO van internationale solidariteit, gespecialiseerd in het versterken van het Afrikaanse maatschappelijk middenveld. Leden van lokale organisaties krijgen de middelen om zich via specifieke opleidingen in noodzakelijke domeinen te vervolmaken.

KBA kiest er resoluut voor om rechtstreeks samen te werken met lokale Afrikaanse partnerorganisaties en instellingen.

KBA staat voor een eerlijke, open en diepgaande partnerrelatie, vanuit gelijkwaardigheid en dialoog.

KBA staat ook voor een integrale benadering van de mens en van de gemeenschap: economische, sociale, politieke, culturele en spirituele aspecten krijgen een plaats.

KBA investeert in de vorming van partners rond vijf thema's: familiale landbouw en voedselzekerheid, democratie en mensenrechten, conflictpreventie en vredesopbouw, opvoeding van jongeren en empowerment van vrouwen.

De leden van de lokale partners en hun basisgroepen krijgen de mogelijkheid om via opleidingen hun competenties te verhogen en vervolgens hun kennis en ervaring doeltreffend door te geven aan anderen. Zij verwerven kennis, vaardigheden en kritisch denken. Zo worden zowel lokale ondersteuningsorganisaties als individuen versterkt.

Door de vorming van competente, geëngageerde maatschappelijke voortrekkers draagt KBA bij tot duurzame ontwikkeling. Samen investeren we in mensen.

Visie: KBA wenst te werken aan de opbouw van een rechtvaardige samenleving waarbij elke persoon gerespecteerd wordt in zijn eigen en maatschappelijke identiteit en waarbij iedereen dezelfde kansen krijgt om zich als verantwoordelijke individu te ontplooien.

De werking van KBA is christelijk geïnspireerd en gebaseerd op de universele waarden van solidariteit, rechtvaardigheid en humanisme.

1.1 Werkingsprincipes -

Inzet voor de directe belangen van de lokale bevolking Respect voor de waarden van de partners Ontwikkeling van een 'nabijheidspartnerschap' Partners aanmoedigen tot samenwerking Betrekken van het netwerk van partners Betrokkenheid bij het project van in het begin tot aan de eindevaluatie De partners zijn volwaardige, gelijke gesprekspartners die eindverantwoordelijkheid dragen Beperking van de structuurkosten (+/-10%)

1.2 Réunions des organes Assemblée Générale statutaire du 25 avril 2012 Approbations: - L’approbation des comptes des résultats et du bilan 2011 - Le rapport du Commissaire - La décharge aux administrateurs et au Commissaire KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

3 3

-

L'approbation du budget 2012 avec monitoring (un suivi trimestriel par le CA)

D'autres points à l'ordre du jour: -

Rapport annuel 2011 Le rapport de la mission de la FONCABA 2012 au Burundi et au Sud Kivu La réforme de la DGD

Réunions du Conseil d'Administration / Vergaderingen van de Raad van Bestuur Dates des réunions: 12 janvier, 8 mars, 18 avril, 26 juin, 30 août, 7 novembre, 28 novembre, 19 décembre.

Décisions: - Approbation des comptes des résultats, du bilan et du budget à présenter à l'AG. - Le CA demande de prendre contact avec le directeur du Centre Interdiocésain pour demander un autre comptable compétent.

- Révision du budget 2012 tenant compte de non-subsidiation de projets.

- Démission de Marie Louise Vingerhoedt du CA et d’AG. - Acceptation de deux nouveaux membres à l’AG : Joke Simons et Frans Michiels.

- Gestion du personnel: fin du contrat avec Ruth Lamers et Evi Geypen (contrat mi-tempsMaribel) pour le poste de collaboratrice en communication, et fin de contrat de Ana Vassallo collaboratrice en gestion de projets et de bourses.

- Accord pour engager un mi-temps pour la gestion des projets et bourses, en la personne de Eric Bayard Rwantango et un mi-temps pour la communication en la personne de Evi Geypen.

- Approbation de réaliser une mission au Sud-Kivu (RDC) : suivi-évaluation du projet des DH et de participation citoyenne. D’autre part au Burundi : une mission d’identification d’un nouveau projet de sécurité alimentaire (avec AGAKURA).

- Le CA a donné son accord de principe pour le partenariat avec la CJP et PCWB. Il demande toutefois certaines précisions sur l’objectif du partenariat et la mise ne œuvre concrète.

Autres points à l'ordre du jour: - Analyse (monitoring) de la situation financière de la FONCABA. - Les projets de la FONCABA. o L’état d’avancement du dossier du projet de la Sécurité alimentaire à Kananga (RDC).

Dossier relu par ACODEV et déposé à la DGD fin décembre. o Nouveau projet de Sécurité Alimentaire au Burundi présenté par la Communauté Burundaise de Belgique (CBB) avec la collaboration de la FONCABA. o Nouveau projet de RODHECIC : « Appui à la formation des observateurs de la société civile en vue d’une gouvernance participative en RDC », déposé au Ministère des Affaires Etrangères (service Prévention de conflits) depuis 2011, actualisé. Ce projet reste en attente. o L’état d’avancement de la mise en oeuvre du Projet « Prévention des conflits et construction de la paix: au Sud Kivu (RDC), approuvé et financé par le Ministère des Affaires Etrangères o Nouveau projet de CEAL (CECAB) au Burundi : « Appui au renforcement des capacités des formateurs et des animateurs en droits humains et en prévention de conflits au Burundi », présentée au Ministère des Affaires Etrangères (depuis février).

- La réforme de la DGD - Séminaire d’évaluation à Bruxelles avec les 4 partenaires du projet DH au Sud-Kivu.

- Workshop sur la planification stratégique de la FONCABA, avec les partenaires présents à Bruxelles.

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

4 4

-

-

Entretien du CA avec les partenaires en droits de l’homme de la RDC. Du Sud au Nord, événement de communication: soirée débat avec des partenaires DH de RDC, modérée par Guy Poppe. Thème : « Le Congo vu à travers des lunettes de soleil. Un autre Congo est possible. » Le rapport de mission de la FONCABA en Afrique : au Burundi et au Sud Kivu - mars 2012.

La FONCABA communication - le renouvellement de supports : site web et préparation de nouveaux espaces de communication.

2. Toekomstperspectieven/perspectives stratégiques 2.1

Structurele samenwerking KBA heeft andere organisaties gecontacteerd bij het zoeken naar een mogelijk samenwerkingsverband om te komen tot vruchtbare synergiën.

Deze organisaties vinden de missie van KBA belangrijk. Haar ervaring van meer dan 50 jaar in de versterking van de capaciteiten van de verantwoordelijken van de organisaties van de civiele maatschappij in Afrika en van de basisgemeenschappen, wordt eveneens op prijs gesteld. Dit zoeken naar een vorm van structurele samenwerking vraagt echter tijd. Het gaat immers om een alliantie met eerbied voor elke partij. Het is belangrijk dat elke vereniging haar identiteit, specificiteit en werkthematieken behoudt maar kan profiteren van de kennis, de specificiteit, de ervaring, het professionalisme en de methodologieën van de andere organisaties.

De Raad van Bestuur van KBA gaf zijn akkoord en vraagt het toenaderingsproces verder te zetten.

2.2

Naar een nieuw strategisch plan

In het kader van de voorbereiding van een nieuw strategisch kader voor de vereniging voor de volgende jaren, heeft KBA er voor gekozen haar partners erbij te betrekken. In juni 2012 werd een workshop van drie dagen georganiseerd in het onthaalcentrum La Bergerie. Etienne De Leeuw van Coordinateur du pôle réglementation d’ACODEV, heeft het atelier gefaciliteerd.

Na een analyse van de externe en interne context, hebben de partners hun verwachtingen uitgedrukt naar KBA toe. Daarna hebben de deelnemers de strategische opties naar boven gehaald vertrekkende van de externe analyse.

- Hoe in het Oosten van Congo werken gezien de onveiligheid door het gewapend conflict en de voedselonzekerheid?

- Hoe in DRC werken in een moeilijk politiek kader?

- Hoe overleven en zich ontwikkelen in een Europa dat aangetast is door de economische crisis?

- Hoe overleven en zich ontwikkelen tav de eisen van de voornaamste geldschieters en een risico geïnstrumentaliseerd te worden?

- Hoe zich positioneren als NGO in een beweging van globalisering en een zich in vraag stellen in de NGO-sector die aanzet tot meer synergie.

Het antwoord op de vragen hebben geleid tot opties en orientaties voor de vorming renforcement des capacités van sociopolitieke leiders des organisations de la société civile dat KBA moet behouden. Deze moeten verduidelijkt en bijgestuurd worden in een volgende etape.

50 jaar na de onafhankelijkheid, zal de opbouw van de staten gebeuren door de kennis, de vaardigheden en de kritische kennis van de kaderleden van de civiele maatschappij in de Afrikaanse

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

5 5

instituten te ontwikkelen. De mogelijkheid geven aan de Afrikaanse kaderleden hun competenties te verbeteren met het oog op de opbouw van een rechtvaardige samenleving waar ieder gerespecteerd wordt in zijn eigen identiteit en die van de samenleving blijft actueel.

Het seminarie werd opgebouwd met een participatieve benadering.

3. La FONCABA au Sud (en Afrique) 3.1

Kwaliteitsvolle partnerschappen

KBA financiert opleidingsinitiatieven van partners die de lokale bevolking zelfredzaam maken. Op dit ogenblik heeft KBA partners in de Democratische Republiek Congo, Burundi en Burkina Faso. KBA streeft naar een samenleving waar iedereen gelijke kansen heeft om zich te ontplooien en zijn leven in eigen handen te nemen.

De door KBA ondersteunde vormingsprojecten beantwoorden altijd aan een aantal criteria en situeren zich binnen één (of meerdere) van de volgende thema's: familiale landbouw en voedselzekerheid, democratie en mensenrechten, conflictpreventie en vredesopbouw, opvoeding van jongeren en empowerment van vrouwen. De projecten integreren ook aspecten rond gezondheidszorg, HIV-preventie en ecologie.

Het versterken van de menselijke competenties (technisch en beheersmatig) is een strategie met lange termijn resultaten. De gerealiseerde resultaten moeten duurzaam zijn. Daarom houdt KBA rekening met socio-culturele, economische, ecologische en politieke aspecten.

Partnerwerking – principes • De projecten zijn aangepast aan de culturele eigenheid van de lokale bevolking.

• De projecten stimuleren een democratische cultuur.

• De acties creëren (economische) zelfredzaamheid en zelfvertrouwen.

• De projecten versterken de positie en de empowerment van de vrouw • De methodes dragen zorg voor de leefomgeving en het ecologisch systeem.

• De veranderingen worden niet van buiten- of bovenaf opgelegd maar ontstaan vanuit de lokale bevolking. Die bevolking wordt betrokken bij elke stap in het veranderingsproces.

Partnerwerking - selectiecriteria • De visie en doelstellingen van de partnerorganisaties liggen in het verlengde van de visie van KBA. • De partner beschouwt vorming als een belangrijke ontwikkelingstrategie om een sociaal geëngageerd leiderschap tot stand te brengen.

• De partner is bereid zich in te schrijven in een netwerk van organisaties van de civiele maatschappij.

• De partner heeft aandacht voor gendergelijkheid.

Partnerwerking – strategien • Nabijheid. Bij de ontwikkeling van het partnerschap legt KBA de nadruk op de menselijke- en de vertrouwensrelatie met de partners. Op het terrein vertaalt het nabijheidsprincipe zich doordat een partner van de streek een coördinatiefunctie opneemt. De partner heeft geen hiërarchische rol maar is een aanspreekpunt dat informatie centraliseert en verspreidt. De lokale coördinator heeft een brugfunctie en werkt telkens in nauw overleg met de andere partners en KBA. Deze manier van werken verhoogt de doeltreffendheid van de acties.

• Kwaliteitsvol partnerschap: er wordt gekozen voor sterke organisaties met ervaring en een kwaliteitsvolle werking. KBA bekrachtigt zo de plaatselijke competenties, de autonomie en de verantwoordelijkheidszin van haar partners.

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

6 6

Dialoog en samenwerking. KBA stimuleert haar partners om samen te werken in synergie met de andere partners maar ook met andere actoren van de civiele maatschappij en met de lokale overheden. Het uitwisselen van terreinervaring is belangrijk.

• Vorming (formele en niet formele). De lokale partnerorganisatie krijgt de financiële middelen om " Opleiding is een sleutelstrategie van vormingen en uitwisseling te organiseren, de KBA. Investeren in vorming is een noodzakelijke materialen aan te schaffen en de zekere, doeltreffende en duurzame doelgroepen efficiënt te begeleiden. Om een te grote investering. Het vraagt veel energie, afhankelijkheid te vermijden, wordt de financiële engagement en tijd maar het is een steun beperkt tot de noodzakelijke input om de investering op lange termijn. doelstellingen te bereiken.

Investir dans les formations des • Watervaleffect. De vormingsstrategie berust op een Africaines est une des meilleures watervaleffect: mensen die een vorming volgden stratégies de développement et de ('leaders'), worden structureel begeleid om de lutte contre la pauvreté." opgedane kennis en vaardigheden door te geven aan andere mensen binnen de vereniging of basisgroep waar ze actief zijn ('animatoren'), die op hun beurt Marie-Bernadette Zubatse, directrice model staan binnen hun lokale gemeenschap.

•

3.2

•

Zuid-Noord evenementen. Seminaries en debatten in België waarbij partners van het Zuiden uitgenodigd worden zich uit te drukken over hun analyses van de situatie op het terrein. Zij geven hun mening. Specialisten worden bij de debatten betrokken (academici, journalisten, enz).

•

Versterking van de capaciteit van de partner via de toekenning van een beurs. KBA verleent ook studie- en stagebeurzen aan leden van de Afrikaanse partnerorganisaties of hun basisgroepen wanneer er een duidelijk verband is met de partnerwerking. De opleiding wordt bij voorkeur in het Zuiden gevolgd, is aangepast aan de specifieke noden en van korte duur.

Les projets de la FONCABA au Sud en 2012

La FONCABA a travaillé en République Démocratique du Congo et au Burundi. Elle y a réalisé sa mission avec quatorze partenaires. Elle a financé, donné des appuis conseils, fait le monitoring expost de projets réalisés et actualisé de nouveaux projets en RDC : à Kinshasa, au Kasayi Occidental et au Sud-Kivu et au Burundi :à Bujumbura, à Gitega et à Muyinga. Afin de contribuer au développement local durable, les projets de formation spécifiques de chaque partenaire se rapportaient aux thématiques complémentaires de sécurité alimentaire, des droits de l’homme, d’éducation civique, de participation citoyenne, de construction de la paix et de bonne gouvernance.

Dans chaque région, ils ont travaillé en synergie, sous la coordination d’un/une Relais-FONCABA local.

Cette expérience de travailler sur des projets communs a offert des opportunités de collaboration entre partenaires locaux complémentaires. Elle nous a facilité la mesure des résultats obtenus ainsi que la mesure des signes d’impact des projets réalisés sur terrain.

Le travail en Afrique avec les partenaires a été possible grâce aux dons privés de nos sympathisants, de congrégations et d’entreprises aux subsides de SPF Ministère des Affaires étrangères aux subsides SPF Maribel social à l’appui de 11.11.11-Vlaamse Noord Zuidbeweging aux autres produits d’exploitation et à l’apport financier TOTAL

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

83780 € 111111 € 19538€ 21019 € 10418 € 245866 €

7 7

3.3

La FONCABA en R.D.CONGO

3.3.1 L’appui au projet de participation citoyenne et de construction de la paix au Sud Kivu Rappel de certains éléments du projet : Financement par le SPF Ministère des Affaires Etrangères, Commerce Extérieure et Coopération au Développement ; Service de Prévention de conflits et construction de la Paix.

Réalisation par quatre (4) partenaires: • RODHECIC (Réseau d’Organisations des Droits Humains et Education Civique d’Inspiration Chrétienne) à Kinshasa.

• JCC (Juste Cause Congo), GJ (Groupe Jérémie) et APRODEPED (L’ Action pour la Promotion et la Défense des droits des Personnes Défavorisées) à Bukavu.

Bénéficiaires directs du projet : 32082 personnes membres des groupes de base des partenaires au Sud-Kivu.

Objectif spécifique : à la fin du projet, 70% de 32082 personnes membres des groupes de base (avec en moyenne 30.% de femmes), abordent très concrètement les questions qui se posent sur terrain et s’impliquent dans la bonne gouvernance de leur communauté.

Résultats prévus globalement: • Le renforcement des capacités de 2.725 animateurs et des animatrices des groupes de base en matières des droits humains, en mécanismes démocratiques, en enquêtes et collecte de données, en prévention des conflits, en médiations & résolution pacifique des conflits, en lobbying et plaidoyer.

• L’accès des populations à l’information sociopolitique est assuré à travers des BD Katu et Sawa, la revue Le Prophète, des émissions radios TV et des dossiers de presse, etc.

• L’élaboration des supports d’information et de communication pour le plaidoyer et lobbying.

• La promotion de la participation des groupes cibles et des OSC aux espaces d’expression et d’échange. D’une part dans les villages-mêmes pour des médiations, d’autre part en ville, avec les élus et les autorités politico-judiciaires durant des journées d’échange sur la gouvernance démocratique et la construction de la paix au Sud Kivu.

Le projet a débuté en mars 2011 et devait se terminer fin août 2012. Mais le payement en octobre 2012 de la deuxième tranche des subsides SPF a accusé réception avec un retard de plusieurs mois.

La FONCABA a avancé une partie du montant mais pour le reste, les partenaires ont fonctionné au ralenti. Vu cette situation, la FONCABA a demandé au SPF de prolonger de six mois la période de mise en œuvre du projet, jusque fin mars 2013 ; ce qu’elle a obtenu.

3.3.2 Rapport des résultats de chaque partenaire 1. APRODEPED dispose dans les milieux ruraux des territoires 20 structures de base ou antennes nommées réseau des volontaires des droits de l’homme (RVDH). Elles sont composées de leaders locaux : enseignants, pasteurs, acteurs de développement à la base, etc. Ils disent être «les yeux et les oreilles » d’APRODEPED au sein de toute la population. Ce sont des animateurs des antennes à la base. Depuis 2004, APRODEPED a déjà formé la plupart comme para-juristes. C’était pour pallier au dysfonctionnement des structures judiciaires et des obstacles d’accès de la majorité de la population à la justice. Ce projet a permis de réaliser de recycler ces para-juristes et de leur donner d’autres formations nécessaires et utiles.

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

8 8

Au bout de 18 mois du projet (fin 2012): 255/240 para-juristes, dont 90 femmes (35%), formés et recyclés ont sensibilisé dans 17 groupes de base, et réalisé des enquêtes documentées en matière des droits humains dans les territoires. Ils ont élaboré des rapports documentés pour APRODEPED dans lesquels ils nt repris des éléments de suivi des agendas des autorités du Sud Kivu. Les 255 para-juristes animateurs en droits humains ont aussi fait le suivi de la décentralisation et de la gouvernance. De plus, ils ont sensibilisé la population sur ces thèmes, dans leurs milieux respectifs au Sud-Kivu.

20 para-juristes membres des RVDH et 20 officiers de la police judiciaire (OPJ) ont été formés à Bukavu sur l’application des lois relatives aux violences sexuelles. Ces formations n’étaient pas prévues au départ. APRODEPED a constaté que depuis la recrudescence des plaintes sur les violences sexuelles, il y avait régulièrement des confrontations entre les OPJ et les membres des Rvdhs dans la manière de traiter des cas. Il a fait la proposition de réaliser cette formation en remplacement de deux bourses retardées à cause des élections de 2011 et qui n’étaient finalement pas réalisées dans les délais. L’adaptation a été possible grâce à la compréhension du Service de Consolidation de la Paix du Ministère des Affaires Etrangères qui a donné son accord à la demande de la FONCABA. 1675 membres des RvDH dans les territoires ont acquis des savoirs et des savoirs critiques sur les droits humains et sur les lois sur les violences sexuelles par restitution des 255 para-juristes (déjà cités). Pour le plaidoyer d’APRODEPED et ses émissions radios, ils lui communiquent des cas de violation des droits observés sur terrain ainsi que ceux traités en médiations villageoises.

72/68 émissions radios diffusées : 24 sur la décentralisation et la bonne gouvernance, 24 sur les droits humains et la démocratie et 24 autres sur la justice et le genre. Ces émissions visaient le grand public en vue de le sensibiliser en lui donnant des informations sociopolitiques critiques.

157 cas de conflits ont été résolus grâce à la médiation villageoise des para-juristes animateurs de base formés sur les techniques de médiation et de résolution pacifique des conflits.

APRODEPED a de plus réalisé des plaidoyers auprès du Ministre et du Procureur général pour que ces autorités prennent des mesures qui s’imposent en faveur de la population de Luwinja et pour le respect de l’environnement à Luwinja. Elle a dénoncé la pollution de l'eau dans les sites de relocation des population de Cinjira à Luwinja. Cette pollution a été causée par la compagnie minière BANRO (Canadien) qui rejette la cyanure dans la rivière qui traverse sa concession. Cette substance tue la population et les animaux. Avant le début de l’exploitation, la population locale utilisait l’eau de cette rivière pour la consommation et les cultures. Depuis le début de l’exploitation, l’eau de la rivière est devenue impropre à l’usage de tous les êtres vivants, les gens devaient aller à plus de 10km pur se procurer de l’éau potable. BANRO utilise aussi des méthodes d’exploitations qui commencent à dénaturer très sérieusement les paysages du territoire de Kaziba (Sud-Kivu). Comme suite à cela, on a vu que BANRO a construit des bornes fontaines d’eau potable pour la population Mais le problème environnemental n’est pas résolu pour autant. Le plaidoyer dit continuer. APRODEPED a réalisé d’autres plaidoyers auprès des autorités politico-judiciaires. Elle a dénoncé des cas des OPJ qui libéraient des auteurs de violences sexuelles sur des femmes en territoire de Kalehe.

2. Le GROUPE JÉRÉMIE Au bout de 18 mois du projet (fin 2012): 50/50 animateurs en DH formés ou recyclés sont capables de décrire des éléments d’analyse du contexte et de relever des éléments de suivi de l’action gouvernementale. Parmi eux ; 40/40 animateurs formés en droits humains sont capables d’élaborer des rapports documentés ainsi que le suivi des agendas des autorités du Sud Kivu.

260 animateurs ont acquis des savoirs et des savoirs critiques en droits humains par des restitutions des 40 animateurs (déjà cités). Dans leurs milieux respectifs, ils y ont collecté des éléments du

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

9 9

contexte qu’ils ont utilisés pour concrétiser leurs arguments durant leurs interventions en réunions des plates formes ou pour le lobbying auprès des responsables locaux. Ils ont aussi fait le suivi de la décentralisation et de la bonne gouvernance et de sensibiliser la population.

Deux/2 membres du personnel (1H/1F) bénéficiaires d’une bourse de stage/formation en 2011 sur une période de trois mois en gestion pacifique des conflits au Centre de Recherche et d'Action pour la Paix (CERAP) d’Abidjan (Côte d’Ivoire) ont mis en pratique des connaissances acquises dans des groupes de base du GJ : les Noyaux, les carrés Ujamaa et les CDDH. Ils y ont réalisé des formations sur les Droits de l’Homme et la Paix mais aussi sur les droits de l’homme et la résolution des conflits. Ils ont expérimenté l’approche « connecteur de paix » dans la résolution des conflits sociaux (au lieu de recourir aux instances judiciaires) dans les noyaux-GJ. Cette méthode les a beaucoup rapproché des bénéficiaires, devenus entièrement satisfaits de leurs services.

1.200/1200 exemplaires de la revue "Le prophète" ont été imprimés et distribués dans des écoles ciblées et au sein de la SC. 5400/7200 exemplaires du feuillet mensuel Le "Cri d’espoir" du GJ ont été imprimés et distribués.

Le Groupe Jérémie a aussi réalisé 60/64 émissions radios : • 20 émissions sur les droits humains et la démocratie • 22 émissions sur la décentralisation-bonne gouvernance • 18 émissions sur la justice et genre Le GJ a fait des rediffusions lorsque la population réclamait de réécouter des émissions. Les femmes l'intérieur aiment s’exprimer sur la Justice et genre.

10 séminaires / workshops de préparation des conférences sur des thèmes des droits humains ; de la construction de la paix ; de la décentralisation et les budgets des entités décentralisés et leur tenu dans les écoles et lors des animations de terrain. Un total de 1560 jeunes étudiants (dont 30 % de jeunes filles) et enseignants (avec 30 % de femmes) y ont participé.

Dans 46 groupes à la base (10 noyaux et 36 Carrés Ujamaa), le GJ a organisé des médiations dans les conflits familiaux ou villageois dans les territoires. En 2012, il a traité 189 cas en médiations dans les conflits familiaux et de voisinage dans les villages dont 90% de réussites.

57 interventions en justice en faveur des personnes défavorisées indigentes pour spoliation de bien et de terrain. Cette activité n’était pas prévue initialement mais a été réalisé vu l’urgence.

3. JUSTE CAUSE CONGO visait un groupe cible constitué de 22 Comités de développement du CAB, d’associations féminines, de jeunes et d'artisans, et de groupements villageois. Au total les bénéficiaires directs du projet sont constitués de 3.321 activistes en Droits humains (2.555 hommes et 766 femmes) et de leurs familles.

Au bout de 18 mois du projet (fin 2012): JCC dispose de 65/55 animateurs et animatrices formés en DH qui ont analysé et rapporté à JCC des éléments du contexte. Parmi eux ; 26/22 animateurs formés et recyclés en enquêtes ont collecté des données sur terrain et transmis à JCC des rapports documentés avec des éléments de contenu de leurs éditions de bandes dessinées et dans des dossiers d’analyses critiques.

42/44 animateurs en droits humains formés et recyclés ont fait le suivi des agendas des autorités du Sud Kivu .

246/220 animateurs en droits humains formés par restitutions en DH, ont fait des interventions argumentées dans des réunions et auprès des chefs des groupements. Ils sont devenus capables de faire le suivi de la décentralisation et de la bonne gouvernance et de sensibiliser la population sur ce thème.

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

1010

Un (1/1) animateur bénéficiaire d’une bourse de stage/études de trois mois à l’Université de Ruwenzori de Butembo (Nord-Kivu) en modules de culture démocratique, paix et respect des droits socio économiques a fait la transmission des connaissances acquises aux animateurs JCC. Ces derniers ont commencé d’utilisé des savoirs faire supplémentaires dans la collecte des données servant comme contenu des supports de sensibilisation et de mobilisation des organisations et de leurs bases.

9450/3000 exemplaires des bande dessinées KATU (critique de la situation politique) et 7300/3000 SAWA (propositions positives d’actions) produits par tirages bimensuels, distribués au Sud-Kivu au niveau des associations de la Société Civile et dans des groupes de base-DH du Sud Kivu. Elles sont aussi transmises pour information aux chefs des groupements, aux élus et aux autorités locales. Le contenu de Katu reprenait entre autres thématiques, celles sur les élections : les critiques sur l'enrôlement, les tricheries des gens ; les mauvaises états des routes ; les barrières des militaires ; la main tendue des agents de la police de roulage ; les taxes et les tracasseries qui y sont liés, etc. Quant à Sawa, elle a repris les thèmes sur l’environnement et les aléas climatique ; le reboisement ; les bonnes pratiques agricoles. Elle a aussi traité du travail des jeunes dans les villages (suite au constat qu’ils deviennent des consommateurs et non des producteurs). Ces bandes dessinées sont d’abord destinées à la population villageoise, à majorité analphabète afin de les informer et les sensibiliser aux critiques sociopolitiques. Comme feedback, c’est essentiellement de la base. Nombreuses réactions se rapportaient aux élections. Les gens disent aussi se servir des exemples concrets de la façon d’agir en cas de violations de leurs droits, comment s’exprimer et ce qu’il faut faire pour les défendre. Leurs réactions font apparaître que la base est sensible pour apprendre les pratiques généralisées qui participent à la gouvernance. Les autorités informées n’ont pas donné leur feedback.

5 dossiers d’informations et d’analyse de la situation sociopolitique de la province du S-Kivu ont été réalisés par la synergie des partenaires du Sud-Kivu. JCC les a diffusés aux élus et aux autorités politiques de cette province.

10 suivis sur les tracasseries et les taxes administratives documentées dans les villages et 11 suivis du processus postélectoral dans le but de promouvoir la gouvernance démocratique et la construction de la paix au Sud-Kivu.

4. RODHECIC Au bout de 18 mois du projet (fin 2012): 6/7 animateurs des organisations membres du réseau (3 hommes et 3 femmes) ayant réalisé durant 3 mois, un stage de formation/études en construction de la paix et Droits Humains à Hekima Institute of Peace Studies and International Relations de Nairobi au Kenya. Ils ont acquis entre autre savoirs sur le leadership, la bonne gouvernance et la paix en Afrique, l’écologie et le développement durable, le VIH-SIDA et les conflits en Afrique, les modèles d’éducation à la paix et la pratique.

Le RODHECIC a réalisé un travail de plaidoyer et de lobbying au niveau national. Il a produit 8 rapports sur les Droits Humains au Sud-Kivu. Il a élaboré un cahier de charges distribué aux autorités administratives et judiciaires, ainsi qu’aux responsables de la Société civile. Il a également compilé 10 dossiers de presse avec entre autres des articles de journaux de Bukavu.

Il a organisé des espaces d’expression entre des membres des organisations de la société civile avec des élus et des autorités politico-judiciaires en vue d’échanger sur la gouvernance démocratique et la construction de la paix au Sud Kivu. Au total, il a organisé 5 Journées d échanges Sur les thèmes de : (1) la situation sécuritaire dans le contexte de stabilisation ; (2) la reconstruction post-conflit ; (3) la problématique de la justice post-conflit ; (4) les violences sexuelles à l’Est de la RDC et (5) l’impact environnemental de la guerre à l’Est de la RDC. En 2012, le Ministre de la justice LUZOLO BAMBI et le Professeur WANGU WAKANIKA expert au ministère du genre ont participé aux échanges et aux

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

1111

débats avec les membres des OSC. Il est apparu que le fossé entre les autorités et la population reste très grand. Il a été recommandé de poursuivre ces échanges et de les démultiplier, afin de rapprocher les vues des dirigeants et de la société civile, proches des administrés.

3.3.3 Nieuwe projecten in DRC 1. In Kinshasa : « Projet d’appui à la formation des observateurs de la société civile en vue d’une gouvernance participative en RDC (2012-2014)» Partner : RODHECIC (Réseau d’Organisations des Droits Humains et Education Civique d’Inspiration Chrétienne).

Begunstigden : de basesgroepen van 60 lidorganisaties van het netwerk RODHECIC en 11 lokale coördinatie-comités (CLCP), een in elke provincie.

Doelstelling Het project heeft tot doelstelling de capaciteiten tot kritische analyse van de permanente observatoren van de civiele maatschappij te verbeteren met het oog op de waarneming van het verkiezingsproces en van de regeringsactie in Kinshasa en in de provincies. De interventiezones situeren zich in alle provincies van de DRC. Het vrouwelijk electoraat behelst 52% en er zijn vrouwen politici die bekwaam zijn zich op een goede plaats te bevinden. Het is immers belangrijk dat er vrouwen zijn die hun kiezers kunnen vertegenwoordigen. En op die manier kan de gelijkheid gerespecteerd worden die ingeschreven staat in de grondwet.

Dit project beoogt de versterking van de civiele maatschappij door permanente observatoren (M/V) te vormen om zo de opvolging van het verkiezingsproces op korte termijn te verzekeren, en hun aanwezigheid behouden op middellange termijn om de verwezenlijkingen van de regering te observeren. Op die manier draagt het project bij tot het versterken van een rechtstaat en van de democratisering.

Het project werd reeds in 2011 neergelegd bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de Dienst Conflictpreventie en vredesopbouw (SPF). Toen was het budget uitgeput. Het project zou in 2012 kunnen opgenomen worden. Budgetaire besparingen hebben deze financiering geboycot. Het project is ondertussen geactualiseerd en aangepast aan de nieuwe richtlijnen van SPF.

2. A Kananga : Projet : « Encadrement des organisations féminines (OF) de production de Kananga: appui au développement d’une chaine de transformation des produits vivriers locaux au Kasayi Occidental» (RDC 2013-2016) Il s’agit principalement d’un projet d’apprentissage à une plus large échelle, de la pratique en conservation et en transformation des produits vivriers de base : maïs, niébé, manioc et fruits. Ce projet valorise la consommation des aliments locaux transformés. La vente de la production des femmes est porteuse de croissance économique. Le projet veut aider les femmes bénéficiaires à constituer une nouvelle source de revenus. Les membres des OF vont ainsi augmenter leurs revenus et devenir financièrement autonomes grâce aux bénéfices acquis. Une partie de ces bénéfices sera réinvesti dans l’achat des équipements, de petites machines et du matériel de transformation (moulin, petit matériel pour presser les fruits, robots mixeurs, des casseroles à énergie solaire) qui les aideront à alléger leur travail et à gagner du temps.

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

1212

Partenaire : Centre Bamamu Tabulukayi – CBMT à Kananga, Kasayi Occidental Groupe cible : Le groupe cible est constitué des femmes (à 90% ) des quartiers de la zone périurbaine de Kananga. Le groupe des bénéficiaires directs est composé de 240 responsables et animatrices de 48 groupements de base ou OF (organisations féminines).Les bénéficiaires finaux sont les familles de 1170 membres des 48 OF.

Objectifs: Ce projet veut globalement améliorer les conditions socio-économiques des femmes de Kananga à travers l’augmentation des revenus de leurs organisations féminines (OF). Il s’agit d’encourager des partenariats entre des organisations féminines (OF) agricoles du CBMT de la zone verte et des organisations féminines d’AGR des quartiers périurbains de Kananga en vue d’accroître la production agricoles des chaines précurseur de filières agricoles vivrières. Spécifiquement, il vise l’augmentation des revenus des 48 organisations féminines (OF) de production des quartiers périurbains de Kananga durant trois ans, à travers la fabrication des biscuits et de jus de fruits à base de produits locaux Pour y parvenir, le projet propose de mesurer les revenus des caisses collectives à la fin du projet: • 25 OF agricoles. Les recettes des caisses collectives d’assistance, d’entraide et de solidarité vont évoluer de 2.000,00 € (an1) à 21.000,00 € (fin an3).

• 23 OF du CBMT. Les recettes des AGR pilotes de transformation mis en caisses collectives d’assistance, d’entraide et de solidarité des OF d’un total de 46.000,00 € constitués par d’une part, 34.500,00 € issu des bénéfices immédiats de commercialisation des biscuits de maïs et de niébé aux points de vente du CBMT par 23 OF (en l’an-3. D’autre part, à 11.500,00 € issus des recettes des ventes des jus d’ananas et du savon (transformation des fruits locaux) par 5 OF. Les bénéfices des ventes seront utilisés pour aider les membres pur pallier aux urgences et/ou à l’épargne pour investir dans du petit matériel de transformation et des casseroles à énergie solaire.

L’objectif spécifique de ce projet sera réalisé à travers trois résultats: 1) D’abord le renforcement des capacités des leaders féminins cadres permanents du CBMT en gestion de projets durables.

2) Ensuite, l’amélioration des capacités techniques de 25 OF agricoles en production du maïs, du niébé, des arachides et du manioc dans la ceinture verte de Kananga.

3) Enfin, l’acquisition des capacités de 23 OF pilotes CBMT dans la pratique des techniques de conservation, de transformation et de commercialisation de leurs produits fabriqués à Kananga.

3. A Lubumbashi : identification du « Projet d’éducation à la citoyenneté et à la paix à Lubumbashi » Partenaire : Comité Africain des Educateurs aux Droits Humains, CAEDH Globalement, le projet vise à ce que la jeunesse de Lubumbashi sache aborder concrètement et activement des questions de droits humains, de démocratie, de gouvernance et de gestion des conflits de leur communauté. Spécifiquement, il veut que 800 jeunes élèves de 16 écoles secondaires acquièrent des connaissances en droits humains, en démocratie et en culture de paix et citoyenneté.

Pour y parvenir, il propose d’avoir : • 59 éducateurs et éducatrices des droits humains seront formés sur les droits humains, la démocratie et la citoyenneté, la prévention et la gestion pacifique des conflits. Ils seront sélectionnés parmi les enseignants d’éducation civique, politique et morale du fait que les thématiques des droits humains, la démocratie et la citoyenneté correspondent à l’esprit de ce cours.

• 8 journalistes spécialisés sur ces matières accompagneront le projet en produisant des émissions de sensibilisation sur les activités réalisées du projet.

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

1313

•

818 élèves seront formés par les éducateurs des droits humains sur les droits humains, la démocratie et la prévention et la gestion pacifique des conflits. Après la formation, ils deviendront des promoteurs de la citoyenneté pour sensibiliser leurs camarades de l’école fréquentée;

•

16 Clubs des droits Humains dans chaque école secondaire seront constitués par 230 cellules regroupant l’ensemble des promoteurs en citoyenneté de chaque école. Ce seront des lieux d’expression des jeunes sur les droits humains dans leurs communautés en utilisant des outils sociaux de communication (web, twitter, blogs).

•

10.850 élèves des 16 établissements secondaires seront sensibilisés sur les droits humains, la démocratie et la prévention et la gestion pacifique des conflits: chacun des 818 élèves formés restituera les connaissances acquises en la matière à 14 élèves en deux sessions.

•

Un Centre de Documentation sur les Droits Humains informatisé sera créé à Lubumbashi pour servir de lieu de documentation pour les jeunes promoteurs de la démocratie.

Ce projet entend transformer la jeunesse pour la préparer à ses futures responsabilités en citoyens et leaders, de façon durable. Les principales stratégies consisteront en formation, en sensibilisation en droits humains, en démocratie et éco-citoyenneté, la prévention et la gestion pacifique des conflits.

La communication sur les activités et les actions est une autre stratégie qui sera utilisée.

3.4

La FONCABA au BURUNDI

3.4.1 Projet intégré : agriculture et habitat en milieu rural Titre : Projet de formation en techniques agro-écologiques intégrées à l’habitat durable des jeunes couples de paysans des communes MAKEBUKO et ITABA en Province de Gitega » (2013-2016) Partenaire: AGAKURA Asbl, Jeunesse providence L’objectif du projet : ce projet veut globalement aider des ménages paysans à améliorer la production agricole associée à celle des briques sèches des constructions durables. Durant 3 ans, il veut que 150 jeunes couples de paysans de Makebuko et Taba en région du Kirimiro au Burundi arrivent à gérer durablement de petites exploitations familiales intégrées. Par des formations en alternance à la ferme-école, 50 jeunes ménages par an y apprendront des techniques de production agroécologiques et des techniques de construction des maisons durables en utilisant du matériau local.

En 2012, ce projet a été actualisé et a ensuite été promu par la CBB (Communauté Burundaise de Belgique) ASBL, une organisation de solidarité internationale des migrants (OSIM) à WBI (Wallonie Bruxelles Internationale). La FONCABA a convenu avec la CBB de constituer son opportunité dans le sens de lui assurer le suivi et la gestion financière dans ce projet. De cette façon, capitaliser l’expérience de coopération au développement acquise dans la collaboration et la mise en œuvre des projets de partenaires locaux en Afrique. En contre partie, la CBB recommanderait des experts/tes et des techniciens/ennes volontaires engagés dans des actions de solidarité internationales et répondant au profil d’intervenants externes de ce projet.

3.4.2 Een jongerenproject voor vrede in Burundi. « Appui au renforcement des capacités des formateurs et des animateurs en droits humains et en prévention de conflits au Burundi » Thema: conflictpreventie en vredesopbouw – jongeren

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

1414

Lokale partner: CECAB (Conférence des Evêques catholiques du Burundi)/ CEAL (Commission épiscopale des laïcs) 2013-2015 De combinatie van politieke instabiliteit en armoede maakt de situatie in Burundi erg fragiel. KBApartner CECAB start er in 2013 een sensibiliseringsproject rond vredesbehoud voor jongeren. Via vorming zullen de komende twee jaar 34 498 leerlingen bereikt worden. Dit project werd voorbereid in 2011 en 2012, zo werden bezoeken afgelegd aan scholen die aan het project zullen deelnemen.

Begunstigden : 38 formateurs/trices van CEAL en 172 studenten/animateurs-trices (50% meisjes) in 43 scholen van het middelbaar onderwijs.

De identificatie van het project, alsook de voorbereiding en de formulering van het dossier werden door de partner uitgevoerd in overleg en samenwerking met KBA. Specifieke doelstelling: een jongeren leadership promoten om de Burundese jeugd aan te zetten tothet opbouwen van vrede. Dit zal plaatsvinden door de jongeren te vormen om hun capaciteiten tot kritische analyse te verhogen. Verschillende thema’s komen aan bod: mensenrechten, conflictpreventie, vredesopbouw. Door het realiseren van culturele activiteiten zullen de jongeren de gelegenheid hebben de geest van respect, verdraagzaamheid en verzoening te concretiseren.

Het project werd ingediend bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Dienst Conflictpreventie en Vredesopbouw (SPF).

3.5. Zending van KBA in Burundi en Congo (Bukavu) Datum: maart 2012 Gerealiseerd door M-Bernadette Zubatse, directrice.

3.5.1 In Burundi: Doelstelling : - Identificatie van een nieuw project.

Bij de partner AGAKURA, op hun zetel in Bujumbura, hebben we met de verantwoordelijke en twee medewerkers uitgewisseld over de strategiën van het realiseren van een project met de naam “Projet de formation en techniques agro-écologiques intégrées à l’habitat durable des jeunes couples de paysans des communes MAKEBUKO et ITABA en Province de Gitega » (20132016).

- Met de partner CEAL (CECAB) en het Centrum Ubuntu in Bujumbura overeenkomen omtrent de methodologische stappen van het vredesproject van de Burundese bisschoppenconferentie CECAB: « Appui au renforcement des capacités des formateurs et des animateurs en droits humains et en prévention de conflits au Burundi ». De bijeenkomst had plaats op de zetel van CEAL , in het bijzijn van de verantwoordelijke voor de coördinatie van het project en van de verantwoordelijke van het Centrum Ubuntu, die net benoemd werd als voorzitter van de nationale onafhankelijke Commissie van de mensenrechten (een van de hoge nationale functies).

3.5.2 In R.D.Congo a) Intern evaluatie van projet MR en vrede in Zuid Kivu.

Doelstelling: - Stand van zaken en de evolutie naar het bereiken van de resultaten (12 maanden) van het project rond burgerlijke participatie en vredesopbouw, gefinancierd door SPF Ministerie van Buitenlandse Zaken: met de verantwoordelijken van de organisaties en hen die belast zijn met het beheer van het project, zowel op de zetel als op het terrein, inclusief de verantwoordelijken van de

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

1515

basisgroepen.

- Financiële evaluatie op de zetel van de drie partners van Bukavu : de procedures van het financieel beheer, het nazien van de rekeningen van het project en enkele rechtvaardigingsstukken van het verslag van de eerste 12 maanden. Met RODHECIC, het financieel verslag nazien en de kopies van de rechtvaardigingsstukken recupereren voor Brussel.

- De coördinatie van het project evalueren.

- Vormingsatelier rond herinnering van resultaatgericht werken en verslaggeving. b) Evaluation ex-post du projet de sécurité alimentaire des partenaires CAB, AIBEF et IADL: visites sur terrain de 4 groupes de base en territoires de Walungu et Kabare.

Constatations, recommandations, leçons tirées et conclusions sur le projet de participation citoyenne et de construction de la paix au Sud-Kivu : - Le contexte dans lequel le projet a été réalisé : un contexte socio économique difficile et de pauvreté aggravée par l’insécurité due au contexte de guerre. Sur le plan politique : situation instable, d’inexistence d’un gouvernement provincial, mauvaise gouvernance politique caractérisée par un recul démocratique et l’enlisement du pouvoir. Climat général de découragement de la population, après les campagnes et les opérations électorales présidentielles de novembre 2011 entachées d’irrégularités, sentiments d’incertitude et de peur.

Mauvaise gouvernance économique et persistance de la corruption. Insécurité persistante et grandissante; échec des opérations Kimia I, II et présence au Sud Kivu des Forces de Libération du Rwanda - FDLR (rebelles). Regain de violence des groupes dénommés « Essence Forces Vives ». Ce sont des milices constituées d’enfants de la rue et de sportifs reconnus. Ils sèment la terreur par des assassinats gratuits dans les quartiers et la région. La recrudescence des viols et des violences sexuelles des femmes durant les 12 mois de mise en œuvre du projet et les freins possibles de l’empowerment des femmes.

- Evaluation interne de l’évolution des résultats réalisés au bout de 12 mois du projet : organisation d’un atelier/formation de rappel de la méthodologie de gestion axée sur les résultats, d’évaluation des outils de suivi-évaluation standardisés, de points d’attention d’élaboration de rapports. Participation de l’adjoint du responsable du projet et chargé des finances chez RODHECIC. Participation deux à trois membres du personnel par organisation partenaires de Bukavu : les responsables et les chargés de projets et/ou des finances. Nous avons échangé sur les difficultés rencontrées et des solutions possibles. En plénière, par rapport au planning initial, nous avons noté les écarts non significatifs des réalisés et des écarts significatifs nécessitant des glissements des budgets de la même rubrique. Comme entre autre, les problèmes techniques de la photocopieuse à grand tirage chez le RODHECIC à Kinshasa. Les pannes successives ont empêchés la parution mensuelle des dossiers de presse. Nous avons échangé sur les différentes solutions possibles pour éviter de continuer à faire des réparations budgétivores et poursuivre la compilation des journaux.

- Visites de 3 groupes de base (voir en annexe, quelques éléments notés durant la visite) : nous avons échangé des observations sur terrain avec chaque partenaire visité. En plénière, nous avons partagé nos observations sur les réalisations ainsi que les outils de suivi utilisés la base.

(1) le Réseau des Volontaires pour la défense des DH (RVDH) APRODEPED, antenne de Nyangezi en territoire de Walungu à une vingtaine de kilomètre de Bukavu. Paul Kabeya du RODHECIC nous a aussi accompagné afin d’avoir une idée de ce que font les autres partenaires de FONCABA sur terrain. Il a également partagé avec eux l’expérience de son réseau RODHECIC. Présence de 12 personnes (dont 3 femmes) sur 16 membres, tous des para-juristes formés par APRODEPED. (2) Le Noyau-GJ (Groupe Jérémie) de Kaziba de 122 personnes dont 39 femmes en territoire de Walungu à 60 km de Bukavu. Le Noyau est composé de 8 carrés Ujamaa ayant 15 personnes en moyenne. Comme à Nyangezi, Paul Kabeya du RODHECIC nous a accompagnés dans cette visite à la base du Groupe Jérémie. Présence de 21 personnes (dont 10 femmes) tous formés par le Groupe Jérémie. Le noyau loue deux chambres d’une maison comme bureau.

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

1616

-

-

-

-

-

(3) Nous avons enfin visité le Comité de développement de Rugwasanya – CDR du village de Cisheke (lié à JCC) en territoire de Walungu, à 40 km de Bukavu. Il est composé par un total de 3.321 personnes adultes (hommes et femmes) et des jeunes artisans avec en moyenne 830 femmes (25 % des membres). Nous étions accompagnés d’animateurs JCC et de techniciens agronome et de développement rural du Comité Anti Bwaki (partenaire de JCC, pour des actions de développement socio-économique). Sur terrain, nous y avons trouvé le chargé des enquêtes de JCC. Sous une paillote construite dans les marais de Cisheke, Nous avons échangé avec 10 représentants des groupements du CDR (7H et3F). Ils ont expliqué que le CAB et JCC ont fait du lobbying et du plaidoyer chez le Mwami qui leur a prêté ses terres afin d’y réaliser des cultures de développement. Ils ont expliqué qu’à la base, il y a une excellente collaboration avec les chefs de groupements pour défendre leurs droits de producteurs.

Appréciation générale du projet : bon déroulement. Dynamique de collaboration intéressante. Le problème du paiement de la deuxième tranche du SPF est posé. La FONCABA va avancer une partie des subsides sur ses propres fonds.

Recommandations : il a été recommandé à l’adjoint du chargé de projets et chargé de la gestion financière RODHECIC de présenter des alternatives, de faire valider la solution retenue et de la communiquer à la FONCABA. Par ailleurs, nous avons également échangé sur des difficultés rencontrées principalement par le Groupe Jérémie, pour compléter les fiches harmonisés des rapports. La recommandation au responsable du GJ a été de responsabiliser son personnel du siège et les outiller dans le traitement des donnés. Continuer la dynamique de collaboration en synergie.

Des leçons tirées, nous reprenons que l’usage de tableaux déroute la majorité des participants.

Les cadres les limitent dans la description des faits et les bloquent.

• La participation régulière des mêmes personnes aux réunions aide beaucoup dans l’utilisation des fiches standardisées de suivi et des rapports.

• La routinisation est souvent due à la répartition des tâches des ressources humaines du partenaire. Tous ceux qui font des descentes sur terrain n’utilisent pas les fiches de collecte des données directement utilisables pour les rapports.

• D’une manière générale, la Juste Cause Congo avait des facilités d’utiliser les fiches de suivi standardisées harmonisées en synergie au début du projet. A Bukavu, elle a été le seul partenaire à les avoir systématiquement utilisés dans le suivi des activités. Elle a apprécié leur efficacité pour la consolidation des données collectées. Ce partenaire s’en est inspiré pour adapter les fiches à usage des enquêteurs sur terrain.

• Le RODHECIC à Kinshasa et JCC à Bukavu ont partagé leur expérience de l’usage des fiches de suivi des activités adaptées à la planification et aux rapports des activités. Mais, il est nécessaire de disposer d’un personnel attitré.

L’analyse des rapports financiers des 12 premiers mois a montré que les dépenses et les activités réalisées chez chaque partenaire étaient globalement cohérentes par rapport aux prévisions. Le Juste Cause Congo, le RODHECIC et APRODEPED ont utilisé les fiches de rapports proposées en y ajoutant des éléments complémentaires. L’expérience de JCC a démontré qu’il est nécessaire de spécialiser une personne pour consolider le rapportage chez chaque partenaire. L’atelier d’évaluation des 12 mois a fait des recommandations globales au sujet (1) du contenu des données à collecter systématiquement afin d’élaborer des statistiques au sein de chaque organisation ; (2) des informations à communiquer à la FONCABA en cas de propositions de réorientations et des adaptations éventuelles, etc. Nous nous sommes aussi entendus sur la planification des activités du dernier semestre du projet.

La coordination du projet : les avancées dans les collaborations sur terrain sont très encourageantes. Ce projet a permis d’améliorer les connaissances mutuelles des organisations en mettant sur pied un partenariat fonctionnel entre APRODEPED, le Groupe Jérémie, JCC et RODHECIC. Le Relai-FONCABA a organisé des réunions de concertations entre eux et un premier atelier d’évaluation interne en synergie, durant la mission de la directrice de la FONCABA. Sur

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

1717

terrain, ce projet a favorisé de créer une dynamique d’action d’ensemble des partenaires au siège en entraînant des animateurs et des animatrices des groupes de base DH du Sud-Kivu. Dans le territoire de Kaziba par exemple, le Groupe Jérémie et APRODEPED se sont concertés dans des actions de sensibilisation des villageois aux droits humains, aux devoirs du citoyen, à la responsabilité, à la tolérance, à la transparence et au respect. Pour les plaidoiries des cas de Luwinja, APRODEPED a utilisé des données collectées par JCC sur terrain. On observe que les bénéficiaires commencent à adopter cette culture à la citoyenneté. Ils utilisent entre autres des exemples des images des BD Katu et Sawa (JCC) pour aborder très concrètement les questions qui se posent sur terrain. Ils commencent à s’impliquer dans des propositions de bonne gouvernance de leurs communautés. Comme autres avancées, signalons aussi une diminution de tensions internes dans les communautés, ainsi que les graves violations des droits humains et la mauvaise foi des politiciens.

Globalement, cette mission a donné une appréciation positive des réalisations des partenaires et des groupes de base visités sur terrain. Le constat montre que les quatre partenaires du Sud Kivu se trouvent dans une dynamique de collaboration sur terrain. Ils disposent d’un potentiel de ressources humaines capables de mobiliser à la base. Les savoirs transmis dans les formations et à travers les outils de sensibilisation sont retransmis sur terrain. Ils sont ensuite utilisés pour collecter des éléments du contexte servant à sensibiliser et à donner des exemples concrets à la base pour défendre leurs droits. Quant à l’usage des outils de planification ou des plans d’orientations et d’action à la base afin d’expliquer les actions prévues et les résultats réalisés, l’exercice n’est pas encore utilisés au niveau des groupes à la base. Il est aussi apparu des faiblesses quant à l’adoption des méthodes de collecte (fiches de suivis des activités et des résultats) et de centralisation des données et des rapports sur terrain. Cette remarque est une orientation de renforcement des capacités des partenaires.

Par ailleurs, dune manière générale nous avons relevé la faible participation des femmes dans les instances de décisions aussi bien à la base, comme membres responsables dans les groupes de base, mais aussi au niveau des sièges. Les freins sont sans doute à rechercher dans les coutumes.

Il s’avère extrêmement nécessaire de fournir des efforts dans la sensibilisation sur l’égalité entre les hommes et les femmes.

En conclusion, le travail de promotion et de défense des droits humains est un travail de longue haleine qui demande des efforts et des moyens en permanence, surtout pour une région instable comme le Sud-Kivu. En effet, sans ces moyens, leurs groupes de base, les comités de développements CAB, associations villageoises (liés à JCC), les réseaux des volontaires des droits humains (APRODEPED) et Clubs et noyaux des droits de l’Homme (GJ) ont peu de chance de rester fonctionnels sans l’appui des organismes étrangers et/ou des ONG comme la FONCABA.

3.6. Leçons apprises sur l’exécution des projets par la méthodologique de gestion axée sur les résultats •

•

•

L’approche participative est une force. Il en est de même de la synergie réalisée entre des organisations qui ont travaillé ensemble dans la même région et la même période. Les ateliers réalisés par la FONCABA, les échanges d’expérience et les bourses d’études ont amélioré les capacités du personnel.

La « méthode cascade » pour former d’abord les animateurs/techniciens, ensuite les leaders à la base/des jeunes leaders dans des écoles secondaires (des « vulgarisateurs ») et enfin les groupes de base a permis de toucher à un grand nombre de familles paysannes.

L’octroi des bourses d’étude aux employés a renforcé leurs compétences et a fidélisé du personnel dans les organisations.

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

1818

• • •

•

• • •

•

Le renforcement de capacités par la FONCABA a aidé les partenaires à mieux comprendre et à respecter les exigences de la DGD (bailleur ou autre organisme subsidiant).

La consolidation du rapport du projet nécessite de disposer d’un personnel lié au RelaiFONCABA doté de compétences spécifiques.

La FONCABA est encore plus convaincue de l’importance d’être à l’écoute des partenaires pour comprendre les difficultés qu’ils rencontrent durant la réalisation du projet et les propositions qu’ils font pour adapter quelques éléments du projet.

Les partenaires reconnaissent également que l’élaboration des rapports narratifs et financiers telle qu’il est demandé, est un moyen de bien gérer le projet et d’analyser son évolution. Ils reconnaissent que ces rapports permettent aussi d’informer la FONCABA et la DGD, d’être transparents et de rendre compte de la bonne utilisation des subsides octroyés. Ces rapports restent cependant une charge très lourde pour les organisations partenaires qui devraient être principalement sur le terrain.

La FONCABA devra continuer d’organiser des ateliers de formation pour la maitrise des outils de gestion.

Le diagnostic et l’analyse de départ (pour élaborer la Baseline) doivent être renforcés et il est souhaitable d’adapter davantage la fiche de suivi à la réalité de chaque partenaire.

Le système de suivi à différents niveaux reste un outil important pour atteindre les résultats et pour orienter les activités. Aux membres des GB il est conseillé de bien expliquer l’objectif de ces suivis. Les réunions régulières de partenaires restent importantes ainsi que le renforcement de la communication par internet.

La participation des mêmes personnes aux réunions de la synergie aide beaucoup à l’efficacité dans la mise en œuvre des projets, dans la mesure où les personnes attitrées utilisent des outils semblables pour collecter les données et faire des rapports.

Leçons apprises sur le partenariat •

Les organisations partenaires et la FONCABA ont une vision commune sur le développement local durable. Les relations de partenariat se renforcent. La régularité de la communication et les échanges sont des facteurs favorables. Les missions de la FONCABA sur terrain permettent aussi de construire et de développer une relation de partenariat de proximité.

• L’organisation par la FONCABA d’ateliers de renforcement de capacités a également facilité une meilleure connaissance des enjeux institutionnels en Belgique et en RDC. • La FONCABA reconnaît les efforts en gestion des organisations partenaires et leur respect des exigences des bailleurs de fonds. Elle considère important d’informer les partenaires de ces exigences pour mieux comprendre les demandes de précisions en gestion et administration en provenance de Bruxelles.

Leçons apprises sur la synergie • • •

•

Les partenaires ont découvert l’intérêt à travailler en synergie, coordonnant leurs activités et en échangeant les informations pertinentes pour améliorer leurs interventions.

La dynamique de collaboration améliore l’efficacité de l’action, du plaidoyer et du lobbying.

L’analyse par rapport au travail en réseau amène à reconnaître d’abord ses apports – par l’échange d’expérience- à l’amélioration des pratiques de terrain. La réflexion à l’intérieur de la Plateforme aide également à avoir une position et avoir une force au moment de la négociation avec d’autres forces sociales et/ou politiques. Le fait de réaliser un travail en commun dans une même région peut donner un input important pour l’impact des interventions au niveau régional. La synergie ouvre aussi les horizons de chaque organisation, car il y a toujours des expériences nouvelles, des informations et/ou techniques à partager.

Il y a toutefois de faiblesses dans le travail en réseau. Il est important que les critères de participation soient mieux explicités. Les partenaires ont souligné comme critères importants l’encrage sur le terrain, le choix d’un thème commun, la motivation et l’appropriation, la vision. Il est important aussi d’avoir des règles claires (les obligations des membres, leurs droits et les sanctions).

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

1919

•

Les risques perçus sont l’excès de pouvoir (lutte de leaders) d’un membre, l’appropriation par une organisation de la plateforme et le risque de perdre son identité en faveur du réseau.

4. KBA in het Noorden 4.1.

Zorg voor kwaliteit binnen KBA

4.1.1. L’organisation du séminaire d’évaluation-FONCABA Juin 2012 en Belgique. comme en 2011 durant une semaine, la FONCABA a renouvelé sa stratégie d’évaluation bisannuelle avec ses partenaires à Bruxelles. Cette fois-ci, ils ont évalué 15 mois du projet d’« appui à la participation citoyenne et la construction de la paix au Sud Kivu » financé par le Service Consolidation de la Paix du Ministère des Affaires Etrangères de 2011 à 2012. Ce projet a été réalisé en synergie par 4 partenaires en droits humains en RD Congo : trois de Bukavu (Sud-Kivu) : (JCC) Juste Cause Congo, GJ (Groupe Jérémie) et APRODEPED (Action pour la Promotion et la Défense des Droits des personnes défavorisées et le RODHECIC (Réseau d’Organisations des Droits Humains et Education Civique d’Inspiration Chrétienne) de Kinshasa. Participants : 5 responsables, à savoir (1) Mr Bagenda Balagizi, Animateur principal de JCC, SG du Comité Anti Bwaki et Relai-FONCABA au Sud Kivu ; (2) Mr Kabeya Paul, chargé de la gestion administrative et comptabilité et (3) Mr Jean Baptiste Ndundu Nsituvula, SE de RODHECIC et Relai-FONCABA à Kinshasa; (4) Mr Jean-Baptiste Mulengezi, SG du GJ, et (5) Me Mushekuru Joyeux, Avocat, responsable des groupes de base APRODEPED. Résultat obtenu au bout de 15 mois du projet : par rapport aux prévisions, ils avaient réalisé : - 85% des formations des encadreurs et des animateurs en Droits de l’Homme, en prévention de conflits, en culture démocratique ainsi qu’en collecte de données du contexte local.

- 80% de supports et de matériel de sensibilisation sur ces thèmes ainsi que des documents d’information étaient produits. Ils les ont exploités pour sensibiliser et mobiliser les villageois et les jeunes étudiants. Les documents élaborés ont été utilisés pendant des journées d’échanges et d’information entre des représentants de la société civile de Kinshasa et de Bukavu ou bien au cours des séminaires-débats pour interpeller les autorités politico-judiciaires et des élus.

- 90% des activités prévues dans les espaces d’expressions ont été organisées. Au cours des tribunes d’expression populaires à la base, les partenaires ont recueilli des éléments complémentaires de lobbying. Ces espaces d’expression ont permis de dialoguer avec des intervenants de haut niveau à Kinshasa. Les débats se sont terminés par des propositions des actions à mener en vue d’améliorer la gouvernance locale. D’une manière générale, les résultats du projet sont «encourageants ».

- Le travail en synergie, avec un Relai-local qui coordonner les activités a augmenté les connaissances et fait découvrir les complémentarités et les opportunités.

Tous les participants ont été d’avis que les conditions de vie de la population congolaise vont réellement s’améliorer en construisant la paix. Mais aussi en disposant des politiciens responsables assurant une gestion saine des affaires publiques en vue d’un avenir sûr et certain de tous les Congolais. C’est dans ce sens que pour des actions futures des partenaires, il a été retenu d’y intégrer des actions de lobbying et de plaidoyer, dans la complémentarité. Quant à la FONCABA, elle aura à accentuer l’approche ‘droits’ dans ses actions.

L’évaluation du séminaire : positif. Il s'est déroulé d'une manière participative et dans un esprit constructif et convivial.

Après le séminaire : durant deux jours, la FONCABA a donné l'occasion aux partenaires de visiter trois organisations de droits humains actifs en Belgique : Amnesty International, la fédération Internationale des droits de l’homme (FIDH) et la Commission Justice et paix.

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

2020

4.1.2. Du Sud au Nord : séminaire-débat à Bruxelles Le 20 juin 2012 à Bruxelles, la FONCABA a renouvelé l’événement bisannuel de communication du Sud vers le Nord, comme en 2011. Cette fois-ci, elle a organisé, un débat avec cinq partenaires en droits humains, sur le thème « Le Congo à travers des lunettes de soleil : un autre Congo est possible ». Trente cinq personnes solidaires avec le peuple congolais avaient répondu à l’invitation. La modération a été assurée par Guy Poppe, journaliste spécialiste de la RDCongo.

Les intervenants ont partagé leurs analyses et leurs avis sur : • La gestion des ressources naturelles : forêts et mines : Bagenda Balagizi (JCC).

Au Congo, les ressources naturelles restent au cœur des conflits. Les Chefs traditionnels et la société civile doivent s’impliquer dans l’attribution des terres. La population doit être accompagnée pour revendiquer ses droits.

• La construction des états, 50 ans après les indépendances : la formation des cadres de la société civile : Jean Baptiste Ndundu (RODHECIC).

Il est important d’investir dans le renforcement des capacités des cadres de la société civile qui est en mesure d’améliorer la qualité de la surveillance politique.

• Médiation et justice transitionnelle : Joyeux Mushekuru (APRODEPED).

Il y a un discrédit de l’appareil judiciaire auprès des populations. Il y a des alternatives pour résoudre un conflit, entre autre la médiation. La justice transitionnelle est importante aussi pour faire face à des exactions commises dans le passé.

• L’engagement de la jeunesse dans la transformation des conflits : Jean-Baptiste Mulengezi (GJ).

La jeunesse est l’avenir du pays. Il est important de croire dans la capacité et l’engagement des jeunes à agir pour la transformation des conflits et la construction de la paix.

• La construction de la paix et la violence basée sur le genre : Paul Kabeya (RODHECIC).

Les lois de 2006 sont essentiellement liées aux violences sexuelles alors qu’en amont les violences basées sur le genre sont une évidence. Il y a nécessité d’adapter ces lois.

L’assistance a apprécié les cinq représentants des partenaires congolais de la FONCABA pour leurs interventions de grande qualité démontrant qu’ils ont une certaine maturité politique, pour leur courage et pour leur engagement auprès des populations à la base.

4.1.3. Deelname aan vormingsactiviteiten KBA heeft deelgenomen aan info-en vormingsactiviteiten georganiseerd door de federaties Coprogram en Acodev. Ook intern opleidingen georganiseerd werden.

M-Bernadette Zubatse heeft deelgenomen aan -

Een studiedag van ACODEV over het juridisch kader omtrent projectmodaliteit.

Een studiedag rond de hervorming van DGD (ACODEV en ngo federatie Journée d’études : stratégies politique de coopération en RDC (CNCD) Vergaderingen van de werkgroepen CAO (11.11.11) en van het platform “Afrique Centrale” van CNCD. Atelier/évaluationn interne accompagnée et réflexion stratégique de la FONCABA. Formation interne : recherches/documentation d’actualisation des connaissances en gestion et organisation, RH, contexte Afrique des Grands Lacs, effets de la crise sur le secteur social du développement.

Ruth Lamers heeft -

Informele vorming (intern en Webmaster) » gehad omtrent technische aspecten van de website, facebook (gedurende verscheidene namiddagen) Webinitiatie v. programma Indesign gehad: Adobe InDesign CS5, 2 dagen (mei) door Executive Computer Training.

Atelier/évaluationn interne accompagnée et réflexion stratégique de la FONCABA

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

2121

Erick-Bayard Rwantango a participle à: -

-

Formation interne d’immersion et de fonctionnement du poste : recherches/documentation sur la FONCABA et sur le secteur des ONG ; connaissance du réseau des partenaires, recherches sur le genre au Kasayi Occidental, sur les cuiseurs solaires, sur la dynamique communautaire au Katanga, sur l’analyse des rapports financiers des projets des partenaires Participation à un atelier d’utilisation de la base de données Viungo (ACODEV) Journées d’ateliers sur : les bonnes pratiques en matière de traduction et sur les techniques stratégies, défis et enjeux de communication (EurActiv) Participer à une réunion de réflexion stratégique de la FONCABA

Evi Geypen a participé à : -

Formation interne d’immersion et de fonctionnement du poste : recherches/documentation sur la FONCABA et sur le secteur des ONG ; fonctionnement et entretien du site www.kbafoncaba.be, issuu : integratie, publicatietool in website, InDesign, huisstijl

-

Journée d’atelier sur les techniques stratégies, défis et enjeux de communication (EurActiv)

4.2.

Educatief werk

Het tijdschrift KARIBU geeft een stem aan de Afrikanen KBA geeft het woord aan de Afrikanen zelf, aan haar partners, om de lezers te informeren over hun land, hun regio, hun cultuur, hun problemen en hoe zij vanuit hun gedrevenheid hun basisgroepen en de bevolking begeleiden. Zowel op socio-economisch vlak als op politiek vlak getuigen zij van de moed en de hoop van zoveel mensen ter plaatse die zich inzetten voor een menswaardig leven en een solidaire samenleving.

Een stem geven aan Afrikanen in het KBA-tijdschrift betekent ook een meerwaarde voor het educatieve werk van de Noord-Zuidbeweging.

Zoals voorzien werden 4 nummers gepubliceerd. Het betreft de nummers 145, 146, 147, 148.

Inhoud: • De socio-politieke situatie in DR Congo • Congo na de verkiezingen • Een ander Congo is mogelijk • De bemiddeling, een alternatief voor de rechtbank • Burundi: 50 jaar onafhankelijk • Burundi, een oproep tot eerlijke dialoog.

• Recht op voedsel: voedselzekerheid is een recht • De rechten van de vrouw.

• Partners van KBA en hun projecten rond voedselzekerheid en mensenrechten Aantal KARIBU’s die driemaandelijks verstuurd werden: Nederlandstalige en 970 Franstalige).

4.3.

totaal, 2470 exemplaren (1500

Fondsenwerving activiteiten

In 2012 heeft KBA de abdijen en congregaties aangeschreven.

In 2012 heeft KBA/FONCABA twee mailings gedaan.

De mailings doen het goed. De mensen voelen zich aangesproken.

Mailing van mei 2012: Thema: Laat ons de vrede een kans geven…en jongeren een toekomst!

Bestemmelingen: de sympathisanten van KBA: 1500 Nederlandstalige en 970 Franstalige

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

2222

Mailing van november 2012: Thema: Sterke vrouwen, dragers van vrede Bestemmelingen: de sympathisanten van KBA: 1500 Nederlandstalige en 970 Franstalige

4.4.

Communicatie

Dit is een nieuwe post binnen KBA sinds 2011. Op termijn, zal dit leiden tot een grotere bekendmaking van KBA bij een breder publiek.

In 2012 werden de nieuwe communicatie instrumenten gebruikt : de keuze van een specifieke stijl die KBA erkenbaar maakt. Bijvoorbeeld, een vernieuwd logo, specifieke kleuren, lettertype, … Deze veranderingen kaderen in een vernieuwde huisstijl die veelzijdig gebruikt wordt door drukkers, partners,....

Actualiser le site web avec des ‘nouveaux habits’. Nouveaux outils de communication et de socialisation: e- mailing, facebook, eKARIBU (en lien avec la revue trimestrielle de la FONCABA de liaison et de contact).

4.5.

Samenwerking binnen de Noord-Zuidbeweging

KBA is lid van 11.11.11- Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging Lid van de Algemene Vergadering Lid van het Centraal Afrika Overleg (CAO) Lid van het samenwerkingsverband « De tijd loopt - 2015 » rond de millenniumdoelstellingen o Deelname aan vergaderingen van de coalitie 'De tijd loopt'. o Deelname aan acties Lid van het NGO-Overleg Neemt deel aan het vernieuwingsproces Neemt deel aan de 11.11.11-campagne Ter info: gemeenschappelijke partner: OAP in Burundi 11.11.11-CNCD (Centre national de Coopération au Développement) Lid van de Algemene Vergadering Lid van het platform Centraal Afrika NGO-federatie Lid van de Algemene Vergadering Lid van werkgroep financiën Lid van de werkgroep Human Ressources (ivm de beurzen) ACODEV Lid van de Algemene Vergadering Lid van werkgroepen Broederlijk Delen Lid van de Algemene Vergadering Ter info: gemeenschappelijke partner: BDDM in Muyinga (Burundi).

Entraide et Fraternité Lid van de Algemene Vergadering Lid van de Projectencommisie

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

2323

Ter info: gemeenschappelijke partners: OAP in Burundi, CAB in Bukavu Informele groep van de kleine NGO's Er wordt uitgewisseld over de specificiteit van kleine NGO's binnen de Noord-Zuidbeweging EURAC (Netwerk Europe-Afrique Centrale)

5. Organisatiestructuur L’Assemblée Générale/ De Algemene Vergadering : membres (AG/AV 24-

5.1.

04-2013) •

• • • • • • • • •

BEVERNAGE Kathleen, gepensioneerd apotheker, Fern. Bernierstraat 29 – 1060 BRUSSEL BONTE Luc, gepensioneerd bediende, Vinkendreef 13 – 3120 TREMELO, voorzitter/président BOOST Blanche, bediende, St. Pieters-Aalststraat 61 – 9000 GENT CLUYTENS Ingrid, verpleegster, Beekstraat 6 – 2800 MECHELEN de DORLODOT Philippe, priester, Rue de Linthout 71 – 1040 BRUXELLES DE VESTELE Philippe, priester, De Manlaan 50 – 8490 VARSENARE LENSSEN Jan, priester, Boulevard Clovis 80 – 1000 BRUSSEL MICHIELS Frans, gepensioneerd bedrijfsleider, Braambosweg 51 – 3140 KEERBERGEN MUSABYIMANA Tatien, bediende, Rue de Bois de Viverou 2, 1340 OTTIGNIES SIMONS Joke, professor, Merelstraat 5 – 3120 Tremelo

Le Conseil d’Administration/ De Raad van Bestuur : membres (AG/AV 2404-2013)

5.2.

BONTE Luc, Voorzitter, président - BEVERNAGE Kathleen - CLUYTENS Ingrid - de DORLODOT Philippe – SIMONS Joke.

Le Personnel : membres (2012)

5.3.

• • • •

ZUBATSE Marie-Bernadette, Directrice, ETP RWANTANGO Erick-Bayard, Collaborateur en gestion des projets et des bourses, ETP/2 à partir de mi-octobre 2012.

LAMERS Ruth, Collaboratrice en communication, ETP/2 jusque mi août 2012.

GEYPEN Evi, Collaboratrice en communication, ETP/2 jusque décembre 2012.

Note : Les deux membres du personnel engagés à mi-temps au poste de communication ont démissionné après avoir trouvé des opportunités augmentant leur temps de travail.

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

2424

LISTE DES ACRONYMES 11.11.11AFEDR AIBEF APRODEPED AV BDI CA CAB CAO CBMT CNCD CRONGD DGD DRC EURAC IADL JCC GJ MONUSCO NGO OAP ODEDIM/CAM ODEDIM/MSM OF ONG PNUD RDC RODHECIC RvB RVDH SIDA SWOT VIH

Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging L’Action des femmes pour le développement rural Appui aux Initiatives de Bien Etre familial, Action pour la Promotion et la Défense des droits des Personnes Défavorisées Algemene Vergadering Burundi Conseil d’Administration Comité anti Bwaki Centraal Afrika Overleg Centre Bamamu Tabulukayi Centre national de Coopération au Développement Conseil Régional des ONG de Développement Direction Générale de la Coopération au Développement – Directie Generaal Ontwikkelingssamenwerking Democratiek Republiek of Congo Netwerk Europe-Afrique Centrale Initiatives et Actions pour le développement local Juste Cause Congo Groupe Jérémie Mission de l’ONU pour le Congo Niet Gouvernementele Organisatie L’Organisation d’Appui à l’Autopromotion Centre Agropastoral de Mutwenzi de l'Organisation Diocésaine pour l’Entraide et le Développement Intégré de Muyinga Mutualité de Santé de Muyinga de l'Organisation Diocésaine pour l’Entraide et le Développement Intégré de Muyinga Organisation féminine Organisation non gouvernemental Programme des nations Unies pour le Développement République Démocratique du Congo Réseau d’Organisations des Droits Humains et Education Civique d’Inspiration Chrétienne Raad van Bestuur Réseaux de volontaires des droits de l’homme Syndrome d’Immuno Déficience acquis Strenght, Weakness, Opportunity, Threat Virus de l’immunodéficience humaine

ANNEXE Mission de mars 2012 au Sud Kivu: visite des groupes de base de trois partenaires DH (1) le Réseau des Volontaires pour la défense des DH (RVDH), antenne de Nyangezi en territoire de Walungu à une vingtaine de kilomètre de Bukavu. Paul Kabeya du RODHECIC a aussi visité ce groupe de base afin d’avoir une idée de ce que font les autres partenaires de FONCABA sur terrain. Il a

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

2525

également partagé l’expérience de son réseau RODHECIC. le groupe Jérémie, Présence de 12 personnes (dont 3 femmes) sur 16 membres, tous des parajuristes formés par APRODEPED. Les membres de ce RvDH loue un local qui lui sert de bureau. Il réalise des médiations villageoises/résolutions pacifique des conflits. Ils font aussi des plaidoyers pour par exemple faire libérer des cas détenus dans des cachots de l’ANR. Pour fonctionner, le RvDH a des classeurs et des registres pour consigner des cas litigieux reçus, des cas de médiations résolus et des cas transférés à APRODEPED. Ils ont exposé les difficultés rencontrées de fonctionnement général (frais de transport sur terrain) dans la mise en œuvre et exprimé des besoins en recyclage et en formations en droits et sur les sur nouveautés et les amendements des lois afin de rester à jour durant les vulgarisations.

L’antenne de Nyangezi entretient de bonnes relations avec des autorités administratives de la commune. Il risque néanmoins d’y avoir une mésentente avec l’autorité coutumière dans la mesure où le RvDH (gratuité des services) est en concurrence avec le chef coutumier (services redevables).

La proportion des femmes para-juristes reste très faible dans ce RvDH. Nous avons échanges sur des solutions possibles aux problèmes posés.

(2) Le Noyau-GJ de Kaziba de 122 personnes dont 39 femmes en territoire de Walungu à 60 km de Bukavu. Le Noyau est composé de 8 carrés Ujamaa ayant 15 personnes en moyenne. Comme à Nyangezi, Paul Kabeya du RODHECIC a aussi visité ce groupe de base du Groupe Jérémie. Présence de 21 personnes (dont 10 femmes) tous formés par le Groupe Jérémie. Le noyau loue des qui lui servent de bureau. Les principales activités consistent en réunions mensuelles, échange sur les situations des DH dans l’entité, plaidoyer, visite des cachots de la place et des restitution des formations reçus du GJ. Ils font aussi des activités en synergie sur les droits de l’homme avec Héritier de la Justice, la Commission Justice et Paix. De plus, les membres du noyau réalisent des activités génératrices de revenu pour mobiliser les gens sur des activités économiques visant l’amélioration des conditions de vie familiale. Ainsi, l’élevage de lapins par des mamans se fait en groupe et favorise la cohésion sociale. Cela contribue à consolider la paix par la défense des droits socioéconomiques et des plaidoyers. Ce noyau a en 2012 organisé une marche pacifique qui a mobilisé la foule sur place. Elle a envoyé une la lettre à l’administration du territoire pour s’indigner contre la division de l’intérieur. Il a fait un plaidoyer à la chefferie contre les taxes illégales et des dénonciations des violations des droits par la police. Il a organisé des médiations de règlement des conflits à l’amiable. Ils ont transmis des connaissances sur la manière de se comporter devant un policier, des observateurs, ... Ils ont informé sur les types de problèmes et de conflits rencontrés dans le milieu. Il s’agit entre autres : des violences de non respect des droits humains, des conflits familiaux (exemple dans le Carré Ujamaa Kashozi), des problèmes de servitude, des disputes dues aux dépassements des limites de terrain (Carré Ujamaa Buchuzi), des problèmes de divagations des bêtes, des conflits liées aux dettes non remboursées (contractées pour l’achat de la bière et des morceaux de viande,…) , un problème de justice populaire de présumée cas de sorcellerie des femmes. Le GJ devrait aider les encadreurs des noyaux à élaborer des fiches de suivi pour la compilation des données locaux. Sur la route ‘Banro‘ de retour à Bukavu de Kaziba, nous avons vu des concessions de mines de la compagnie minière Banro ainsi que les dégâts environnement causés par l’usage de ses dynamites pour extraire les minerais. Les Congolais disent (en riant) que c’est un échantillon de ce que sera le paysage de l’Est du Kivu dans les vingt ans. Les orpailleurs artisanaux opèrent dans des mines à ciel ouvert, sans aucune réglementation. Les participants /tes ont exprimé des besoins d’être outillés en éducation civique, acquérir de la documentation en rapport avec les DH, en développement et en matières de la paix. Ils ont demandé des fonds pour réaliser des activités génératrices de revenus (AGR). Ils veulent aussi commencer à inviter les chefs locaux de village qui demandent des formations, comme le fait déjà JCC et CAB. Ils veulent continuer à sensibiliser la population afin d’éviter de se rendre justice. Ils sont fiers des bonnes relations avec CMD Héritier de la Justice et CJP de la paroisse. La proportion des femmes membres du noyau GJ de Kaziba reste très faible. Nous avons échanges sur des solutions possibles aux problèmes posés.

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

2626

(3) JCC est constitué par 22 Comités villageois de développement et associations féminines accompagnés par le comité Anti Bwaki. JCC intervient dans des villages des 8 territoires du Sud-Kivu et dans les quartiers de la ville de Bukavu sur ses trois communes de Bagira, Ibanda et Kadutu. . JCC vise l’émergence d’un leadership politique à la base.

Durant notre mission de mars 2012, nous avons visité le Comité de développement de Rugwasanya – CDR du village de Cisheke en territoire de Walungu à 40 km de Bukavu. Il est composé par un total de 3.321 personnes adultes (hommes et femmes) et des jeunes artisans avec en moyenne 830 femmes (25 % des membres). Nous étions accompagnés d’Animateurs JCC et de techniciens agronome et de développement rural du Comité Anti Bwaki (partenaire de JCC, d’actions de développement). Sur terrain, nous y avons retrouvé le chargé des enquêtes de JCC. Les principales activités consistent dans des observations des situations qui se déroulent dans le milieu et à les rapporter à JCC. Par exemple, des situations inhabituelles observées, entre autres des mouvements des troupeaux de centaines de vaches vers la forêt, sans aucune intervention des autorités, des polices ni de la Monusco. La diffusion des informations des BD-JCC : KATU et SAWA. Apprendre à découvrir des situations sociales qui risquent d’aboutir à des conflits ouverts et comment les dénoncer avant qu’elles ne dégénèrent. Faire du lobbying et du plaidoyer dans des groupements et dans des communes. Pour cela, les membres des groupes à la base de JCC (les CD-CAB et des associations villageoises) utilisent les savoirs acquis sur les droits de l’homme, les lois et les réglementations socio économiques et politiques, pour défendre les droits de l’homme et sensibiliser sur la décentralisation, les taxes, la gouvernance locale, la participation. Les responsables font du lobbying et le plaidoyer auprès des autorités coutumières et communales. Les groupes à la base résolvent aussi des conflits à l’amiable. Ils surveillent le respect des engagements envers les exploitants du marais de Cisheke (sur entre autres l’entretien du barrage, la construction des diguettes, la lutte contre les érosions, la maintenance des tuyauteries, des canaux d’irrigation, le payement du salaire du gardien.

Le JCC a une très forte capacité de mobilisation des villageois pour travailler collectivement sur un projet de développement socio-économique où chaque exploitant jouit individuellement de ses bénéfices. Le jour de notre visite, le président du CD n’était pas présent dans les marais. Sous un hangar près des champs, nous avons échangé avec 11 membres dont 6 du comité de gestion (avec 3 femmes, toutes présentes). Tous s’exprimaient avec aisance dans leurs témoignages. Comme exemples d’actions de mobilisation réalisées, il y a celles de dénonciations des barrières et des marchés, endroits où des militaires et des policiers font la collecte des taxes illégales et exigent d’autres rançons en nature. Les personnes rencontrées apprécient beaucoup la collaboration avec les chefs coutumiers et le Mwami. Ils sont fiers de leur Mwami qui se soucie de leurs problèmes existentiels. Il lui sont reconnaissants d’avoir accepté de leur donner ses marais pour les exploiter avec du riz. Ils disent qu’il est lui-même venu en personne dans ces marais parler aux villageois. Ils ont expliqué comment fonctionnent leurs espaces d’expression. Dans les villages des exploitants du marais de Cisheke, les membres disent rencontrer souvent des problèmes de vols des produits vivriers. Pour les résoudre, l’affaire passe d’abord en chambre de réconciliation de JCC. En cas d’échec, elle passe ensuite chez le chef du groupement qui collabore avec le JCC et le CAB. Mr Innocent Karazo, chef de groupement de Walungu rencontré dans son bureau, a donné des exemples de collaboration avec le CAB en matière de développement et le JCC en matière d’enquêtes sociales et sécuritaires. L’enquêteur de JCC a reçu à sa disposition, un bureau du groupement de Walungu, pour y compiler ses enquêtes. En conclusion, le CDR a de très bonnes relations avec les autorités coutumières et de l’administration communale. La proportion des femmes membres du CD Rugwasanya de Walungu reste très faible. Nous avons échangés sur des solutions possibles aux problèmes posés. °°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°°

KBA/FONCABA Jaarverslag 2012 Rapport annuel

2727