Jacob Bouten 1844-1849
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e-eeuw Jacob Bouten 1844 - 1849 Gezagvoerder op de JAN VAN HOORN
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Jacob Bouten 1844 - 1849 Kapitein van 29 jaar Jacob Bouten wordt in 1844 kapitein voor rederij Blussé en krijgt kapiteinsvlag D18 van het zeemanscollege Dordrecht. Op 21 november 1844 vertrekt hij met 25 man op de JAN VAN HOORN uit Amsterdam (Texel), waarna hij direct bij het Nieuwe Diep in zeer zwaar weer terecht komt . De bestemming van de J.V.Hoorn was weder naar Java en had slechts weinig lading in te nemen. In het begin van november 1844 vertrok ik dan van Amsterdam naar het Nieuwe Diep, waar wij door de tegenwind eenige tijd werden opgehouden. Wij lagen daar met een groot aantal schepen van allerlei naties, die alle even sterk verlangden te vertrekken, zoodat bij een gunstig oogenblik allen even hard naar één der sleepboten liepen om uitgesleept te worden. Doch dan werden ook weer contra-orders gegeven, daar de gelegenheid toch weer minder gunstig geworden was. Dit begon mij op het laatst zoo te vervelen, dat ik de stoomboot bestelde en mij alleen uit liet slepen.
Figuur 1 Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) 23 november 1844
Niet tegenstaande dat het schip slechts licht geladen was, vloog het zeewater zoo over het schip, dat de kok geen vuur in de kombuis kon houden. Van de equipage was ruim de helft zeeziek en toen de hofmeester geroepen werd werd om ons eten te geven, was deze nergens te vinden en men dacht dat hij in zee over boord geslagen was. De volgende ochtend werd hij echter terug gevonden tusschen de aardappelmanden in het ruim, waar hij als dood door zeeziekte lag. Het weer werd van lieverlee beter en na een paar dagen waren wij het kanaal uit. Nieuwe Rotterdamsche courant 28-11-1844, Zeetijdingen: Bij ZUID-VOORLAND 22 Nov. Bouten q.q., Jan van Hoorn, v. Amst. N. Batavia. Nieuwe Rotterdamsche courant’04-12-1844, Scheepstijdingen: DORDRECHT 2 December. Het schip Jan van Hoorn, Kapt. Bouten,q.q.van Amsterdam naar Batavia, was, volgens brief van Plymouth van den 27 November , den 24 dito met gunstige gelegenheid zeilende op de hoogte van die haven gepraaid. NRC 19-02-1845, Gepraaide Schepen: Kapt. Herman , van Batavia in Texel binnen , rapporteert den 24 December op 1° 5' NBreedte, 25° WLengte , gepraaid te hebben , het schip Jan van Hoorn, kapt. Bouten q.q., van Amsterdam naar Batavia.
Dat ik in alles mijn best deed de reis te bespoedingen was wel te bedenken en ik had dan ook de voldoening, dat wij na een reis van 95 dagen in Batavia aankwamen. Met ons gelijk kwam ook de “Amstel” aan, die met anderen de dag na mij van het Nieuwe Diep gezeild was. Wij beiden waren dus de eersten van de geheele vloot. Daar er nog geen mail of telegraaf naar Europa bestond, werden de berichten alleen per scheepsgelegenheid verzonden, en daar de kapt Groeneveld Kadée van Dordt gereed lag de terugtocht te aanvaarden, gaven wij met deze onze brieven van aankomst mee. 1 Kees Bouten © 2012 Sailingsteps
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Jacob Bouten 1844 - 1849 Ondanks het oponthoud in het Nieuwe Diep komen ze na een reis van 95 dagen op 25 februari 1845 in Batavia aan en geeft hij zijn ‘brief van aankomst’ mee met kapitein Groeneveld Cadée van Dordt. NRC 07-06-1845, Vreemde Havens. Batavia, 25 Febr., Bouten, q.q., Jan van Hoorn, v. Amsterdam NRC 11-07-1845, Zeetijdingen: CHERIBON, 15 maart. J. Bouten, Jan van Hoorn, den 8 van Batavia gearriveerd. NRC 14-07-1845, Scheepstijdingen: DORDRECHT, 11 Julij. Volgens berigt van Batavia van den 12 Maart, was het schip Jan van Hoorn , kapt. Bouten q.q., te Cheribon bezig met laden , en zoude hetzelve aldaar de volle lading bekomen. NRC 18-07-1845, Vreemde Havens: CHERIBON, 8 Maart, Bouten, q.q. Jan van Hoorn, van Batavia. NRC 25-07-1845, Vreemde Havens: BEZOEKI, 9 April, Bouten q.q., Jan van Hoorn, n.Nederland.
Figuur 2 Java met Cheribon (Cirebon) en Bezoeki
Na mijn lading gelost te hebben, kreeg ik orders van de N.H.M. om naar Cheribon te verzeilen om daar koffy en suiker in te nemen. Na in Cirebon geladen te hebben is hij 5 maart 1843 terug in Batavia en vertrekt hij naar Nederland om daar 110 dagen later op 11 augustus 1845 in Brouwershaven terug te komen.
Ik vertrok op de 3e maart van Batavia en kwam daar de 5e maart beladen terug, vertrok naar Nederland en kwam 110 dagen van Batavia te Brouwershaven aan. Hier is eea wat vreemd! Het meest waarschijnlijk lijkt dat de JAN VAN HOORN op 8 maart in Cirebon aankwam (na op 3 maart te zijn vertrokken uit Batavia?). Volgens de NRC kwam de JAN VAN HOORN in Bezoeki (meest oostelijke deel van Java), van waar hij 9 april naar Nederland vertrok. Gebruikelijk was dat dit via Batavia ging, hetgeen zeker vanuit Cirebon het meest aannemelijk is. Zijn aankomst in Brouwershaven op 11 augustus in 110 dagen vanuit Batavia, betekent vertrek op 23 april 1845. NRC 04-08-1845, Zeetijdingen, Vreemde Havens: St.Helena, 9 Julij, Bouten, Jan van Hoorn. NRC 13-08-1845, Zeetijdingen: Brouwershaven, 11 Augustus. Binnengekomen Bouten, Jan van Hoorn, v. Batavia n. Dordrecht. NRC 14-08-1845, Carga Lijsten: DORDRECHT. BATAVIA, Bouten qq, .Jan van Hoorn: 1362 kranjangs Suiker, 4030 balen Koffij , 486 schuitjes Tin, 2500 bos Bindrotting, 2 balen Regalen, 2 pakjes inh. Werkdoosjes. 4 kisten Confituren, 3 kisten Gember, N.H.M. NRC 16-08-1845, Gepraaide Schepen: Kapt. Bouten, van Bezoekie te Dordrecht binnen, rapporteert den 27 Junij op 9° 41' N.Breedie, 20° 30' W.Lengte gepraaid te hebben, de schepen Catharina, kapt. Rietmeijer, van Bordeaux en Helena Christina, kapt. Visser, van Rotterdam, beide naar Batavia; aan boord was alles wel; en den 10 Augustus op de hoogte van de Singels gezien, het schip Claudius Civilis , kapt. Ingerman, van Amsterdam naar Batavia.
2 Kees Bouten © 2012 Sailingsteps
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Jacob Bouten 1844 - 1849 Daar vernam ik dat kapt Groeneveld Kadée, die mijn aankomst brief van Batavia mede genomen had, nog niet was aangekomen, en dus de reederij de gehele reis niets van mij gehoord had. Daar de gelegenheid goed was naar Dordt te zeilen, voeren wij dadelijk op, doch konden niet verder dan tot de vlakte komen, daar het water reeds te veel gevallen was. Aan een schipper die mij voorbij voer en naar Dordt moest, gaf ik de boodschap mee bij de Heren Blussé aan te gaan en te zeggen dat ik daar lag. Dit bericht kwam de Heeren Blussé ongelooflijk voor, daar zij nog geen bericht van mijn aankomst in Batavia hadden, doch kort na dit bericht kwam ik met het schip voor de stad. Ik werd hartelijk door de reederij ontvangen en feliciteerden mij wel met de voorspoedige reis. Ik was er dan ook wel trots op vooral daar Kapt Groeneveld Kadée 9 dagen na mij aankwam en vreemd opkeek mij in de haven van Dort te zien liggen. Mijn eerste reis als gezagvoerder was dus al zeer gelukkig en vlug afgeloopen en gaf mij een gunstig aanzien bij de rederij, zoodat ik na de lossing de toezegging kreeg de Jan van Hoorn te blijven voeren. Nu ik hiervan zekerheid had kon ik ook aan een huwelijk denken en daar de rederij geen plan had de J.v.H. vooreerst uit te sturen en het schip eenige timmering moest ondergaan, trouwde ik September 1845 met Adriana Pos, en gingen te Dordt in de groote Kerkbuurt wonen. Een maand na terugkomst treedt Jacob Bouten in het huwelijk met Adriana Pos, waarna zij in Dordrecht gaan wonen.
Akte van huwelijk van Jakob Bouten en Adriana Pos dd 11-09-1845 te Amsterdam [fam.Bouten]
Daar de timmering van het schip zeer tegen viel, bleef ik nagenoeg een jaar aan de wal. Daar ik gedurende de laatste reis de verhoudingen van het schip en tuig nogal bestudeerd had, kwam het mij voor, dat de voorste mast te veel naar voren geplaatst was en sloeg de rederij voor deze te verzetten. Daar echter hiermede nogal onkosten gepaard gingen, en reeds een dure timmering moest worden gedaan, konden ze daar geen toestemming toe geven. Na afgelopen reis als gezagvoerder wordt Jacob Bouten in 1846 lid van Dordtse zeemanscollege ‘Tot Nut van Handel en Zeevaart’. In verband met zijn spoedige vertrek is er een extra vergadering van het bestuur van het zeemanscollege voor de toelating van kapitein Bouten op 30 januari 1846. Daarnaast wordt hij met vlagnummer R215 lid van het Rotterdamse zeemanscollege ‘Maatschappij tot Nut der Zeilvaart’.
3 Kees Bouten © 2012 Sailingsteps
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Jacob Bouten 1844 - 1849 Volgens bericht uit Rotterdam van 20 juni 1846 wordt de JAN VAN HOORN voor haar volgende reis bevracht door de N.H.M. [NRC 30-06-1846] en vier dagen later verschijnt er in de scheepstijdingen uit Amsterdam van 3 juli in dat zelfde dagblad dat de vertrekdatum op 8 juli bepaald is.
Figuur 3 NRC 30-06-1846 resp 4-07-1846
Opm.: In deze berichten worden ook de reeds bekende DECIMA, eerst met kapt. K.J. Bolhuis waarna een andere kapitein voorzien wordt, en de GENERAAL BARON VAN GEEN genoemd.
Figuur 4 Dordrecht, 23 maart 1845: Strenge winter.
Merwede 1e Paasdag, toen er nog met een arreslee gereden en met een ijsschuitje gezeild werd, en men paaseieren op het ijs verkocht! Tekening in Oost-Indische inkt, door W. De Klerk
4 Kees Bouten Š 2012 Sailingsteps
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Jacob Bouten 1844 - 1849
Vierde reis van de JAN VAN HOORN, 14 juli 1846 – 11 juni 1847 De aanmonstering voor de vierde reis van het Barkschip JAN VAN HOORN is van 30 juni tot en met 4 juli 1846 te Dordrecht. De bemanning bestaat uit 24 man voor een gage van f.594,-/mnd.Bij de monstering werden de eerste twee maanden gage ‘op hand ontvangen’ van de kapitein. SCHEEPSRANG
NAMEN EN TOENAMEN
Kapitein
J.Bouten
30
Dordrecht
1e-Stuurman
G.Wigman
29
Amsterdam
f.70
2e- dito
Jacob den Hartog
29
Dordrecht
45
3e- dito
J.P.Stoofs
21
s Gravendeel
24
Doctor
Cornelis Noour
25
Tholen
45
Bootsman
Niels Ohlsen
37
Rotterdam
40
dito maat
F.Benfelz
22
Rotterdam
24
Timmerman
Jan Schouten
24
Dordrecht
40
2e- dito
A.H.v Randwijk
21
Dordrecht
20
Kok
P.Voorduin
36
Rotterdam
38
Zeilmaker
H.P.Houten
30
Rotterdam
26
Hofmeester
C.J.C.Morel
19
Rotterdam
20
Matroos
Jan Boedinet
29
Dordrecht
20
id
C.H.Janhoron
32
Groningen
20
id
Lambert Schnelt
24
Leeuwarden
20
id
A.Peter
29
Liole . . .
20
id
B.Edelkamp
21
Gent (Nijmegen)
20
id
H.Beukers
23
Rotterdam
20
id
Bernard Mesman
24
Wildervank
20
Jacobus Hartman
20
Dordrecht
14
id
Floor Valk
24
id
14
id
Roelof van der Sanden
18
id
14
B.van Wijngaarden
14
id
6
id
A.A.Goverts
17
id
8
id
Aart de Visser
14
id
6
Ligtmatroos
Jongen
OUDERDOM
GEBOORTE-/ WOONPLAATS
MAANDGAGEN
Figuur 5 Monsterrol 1297/1846 dd 30 Junij 1846
Op 14 Juli 1846 vertrekt Jacob Bouten van Hellevoetsluis (volgens het Algemeen Handelsblad van 16-071846 en tegelijk met de SOURABAYA, kapt F. Poodts – wederom een bekende - , naar New York) op zijn 4e reis met de JAN VAN HOORN en zijn tweede als gezagvoerder. Adolph Blussé Sr is inmiddels overleden (na een ingreep van een arts in Parijs vanwege mondkanker) en werd in de rederij opgevolgd door zijn zoons Pieter (1812 Dordrecht) en Adolph (1815 Dordrecht), waarna de rederij onder de naam Gebroeders Blussé werd voortgezet. Drie dagen later is hij in het Nauw van Calais (AH 24-07-1846, Scheepstijdingen: Binnengekomen - DEAL, 17 Julij, Bouten, Jan van Hoorn, Dordrecht n. Bat.) 5 Kees Bouten © 2012 Sailingsteps
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Jacob Bouten 1844 - 1849 Op 27 juli is hij in de buurt van Le Havre, op 5 augustus ter hoogte van N-Spanje en op 11 augustus even te noordwesten van de Canarische eilanden. AH 05-08-1846, Scheepstijdingen, Binnengekomen – bij BEVEZIER, 27 Julij; Bouten, Jan van Hoorn, Dordt n. Bat. AH 02-10-1846, Scheepstijdingen, Gepraaid, 5 Aug. op 44°29’N.Br., 12°34’W.L.: Jan van Hoorn, Bouten, Dordt.n.Bat. AH 26-12-1846, Scheeptijdingen, Gepraaid: 11 Aug.; op 30° N.Br. 21° W.L.: Jan van Hoorn, J. Bouten, Rott.n.Bat.
Hij schrijft over deze reis in zijn levensverhaal: De 13 July 1846 vertrok ik voor de tweede reis naar Java en werd te Batavia door de Factory gelast naar Tagal te gaan, om daar de lading voor Nederland in te nemen. NRC 26-01-1847 Scheepstijdingen, Vreemde Havens, Aangekomen: BATAVIA 12 Nov. Ned schip Jan van Hoorn, J. Bouten v.Dordrecht den 14den Julij. NRC 01-03-1847 Zeetijdingen, Aangekomen: TAGAL, 23 Nov. Jan van Hoorn, Bouten, v.Batavia 17 Nov.
Onder het verzeilen daar naar toe kreeg ik bij de Hoek van Sindramayo een zwaar donderweer, zoodat de masten van het schip afsprongen en spoedig merkte, dat er veel water in het ruim was. Dadelijk werden beide pompen aangezet en met alle man aan het pompen. Hiermee kregen wij het water wel uit het schip, maar mochten de pompen niet lang stilstaan.
Figuur 6 Java met Tegal, Surabaya en Probolinggo
Ik voer door naar Tagal en gaf hun kennis dat ik zoo geen lading in kon nemen, maar naar Soerabaya zoude verzeilen om daar naar het lek te laten zien. Te Soerabaya werd door de experts gelast het schip te kielen en van onder na te zien en daar vonden wij de lekken onder de masten, veroorzaakt door het dreunen van het donderweer op de bodem van het schip. Hiermede gereed zijn nam ik een gedeelte suiker in en zeilde van Soerabaya naar Probolingo om de lading met koffy aan te vullen. Kennelijk werd tussen Surabya en Probolinggo Pasuruan aangedaan, waarna nog Banjoewangie in de straat tussen Java en Bali alvorens terug naar Nederland te vertrekken. NRC 26-03-1847 Zeetijdingen, Aangekomen: PASSAROUANG 6 Jan. Jan van Hoorn, J. Bouten, v.Sourabaya 6 Jan. NRC 26-04-1847 Zeetijdingen, * Vertrokken, PROBOLINGO, 24 Januarij. Jan van Hoorn, J. Bouten, door Straat Balie n. Dordt * Aangekomen: BANJOEWANGIE 28 Jan. Jan van Hoorn, J. Bouten, v.Probolingo 24 Jan.
6 Kees Bouten © 2012 Sailingsteps
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Jacob Bouten 1844 - 1849 Den 22 January 1847 vertrok ik van Probolingo over Benjermasin naar zee waar wij eenige dagen zwaar weer kregen en daarbij bemerkten, dat wij een groot lek in het achterschip hadden. Na het afnemen van het weer brachten wij een gedeelte van de lading van het achterschip naar het voorschip en konden zoo het lek voor een gedeelte stoppen. Bij aankomst op St Helena werd het voor goed voorzien. AH 14-06-1847, * Uitgezeild. St.Helena, 16 April; Bouten, Jan van Hoorn, Dordt. * Binnengekomen. Brouwershaven, 11 Junij; Bouten, Jan van Hoorn, Batavia.. NRC 16-06-1847, Carga-lijsten Dordrecht: BANJOEWANGIE, Jan van Hoorn, J. Bouten: 4800 b. Koffij, 1657 kann. Suiker, 681 schuitjes Tin en 1196 boss. Bindrotting , Ned. Handel-Maatschappij.
In Juny kwam ik te Dordt aan, doch zoude niet lang kunnen blijven, maar nu voor een particuliere reis naar Indiё zou gaan. Dat viel mij en ook mijn vrouw zeer tegen. Wij waren in het bezit gekomen van een allerliefst meisje en hadden nu gaarne eenige tijd te zamen genot van gehad. Doch daar viel niets aan te veranderen en . . . “, Deze dochter werd elf dagen na zijn vertrek van afgelopen reis uit Hellevoetsluis, op 25 juli geboren. Algemeen Handelsblad 28-07-1846: Heden verloste zeer voorspoedig van eene welgeschapene DOCHTER ADRIANA BOUTEN , geb. POS. Dordrecht, 25 Julij 1846. Nu moet Jacob Bouten, twee maanden na terugkomst, reeds op zijn volgende reis vertrekken.
Figuur 7 De bark “Jan van Hoorn” met kapiteinsvlag D18 van Jacob Bouten
7 Kees Bouten © 2012 Sailingsteps
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Jacob Bouten 1844 - 1849
Vijfde reis van de JAN VAN HOORN, 25 augustus 1847 – 16 mei 1848 De aanmonstering voor de vijfde reis van de JAN VAN HOORN is wederom te Dordrecht, op 9 augustus 1847. Slechts 20 man monsteren aan voor een gage van f.497,- per maand. Net zoals de eerste reis zal de bootsman waarschijnlijk ook 3e-stuurman zijn en verder valt op dat er opnieuw geen dokter aan boord is. SCHEEPSRANG
NAMEN EN TOENAMEN
Kapitein
J.Bouten
31
Dordrecht
1e-Stuurman
W.B.Budde
27
Deventer
f.70
2e- dito
Jacob den Hartog
31
Dordrecht
45
Bootsman
Willem Boeke
32
Rotterdam
40
Bootsmaat
Hugust Wegener
23
Stetting
25
Timmerman
J.V.Haltena
48
s Gravendeel
38
2e- dito
A.van Randwijk
23
Dordrecht
24
Kok
C.Veltenaar
37
Maassluis
38
Zeilmaker
W.Holm
32
Rotterdam
26
2e- dito
J.C.Garama
23
Dordrecht
22
Hofmeester
J.van der Sanden
22
Rotterdam
20
Matroos
O.Hansma
26
Bergen
20
id
H.Dubbelt
27
Dordrecht
20
id
Carl Jung
25
id
G.W.Geerling
20
id
Peter de Baar
24
Jakop Plomp
20
Zwijndrecht
14
id
B.Jeltenaar
17
Rotterdam
15
id
A.de Visser
15
Dordrecht
10
A.G.Knijf
17
id
6
Willem van den Enger
16
id
4
Ligtmatroos
Jongen id
OUDERDOM
GEBOORTE-/ WOONPLAATS
MAANDGAGEN
20 Capelle
20 20
Figuur 8 Monsterrol 1339/1847 van de JAN VAN HOORN,dd 9 Augustus 1847
Op 25 augustus 1847 vertrekt Jacob Bouten op zijn 3e-reis als kapitein op de JAN VAN HOORN, waarna zijn vrouw Adriana twee maanden later op 28 oktober 1847 overlijdt, hetgeen Jacob bij aankomst in Batavia te horen krijgt. In het laatst van Augustus 1847 werd ik door mijn vrouw te Hellevoetsluis uitgeleide gedaan, niet denkende dat dit ons laatste afscheid zou zijn en wij ons niet meer zoude terugvinden. Zij was altijd zoo gezond geweest en ook het kind, dat er geen gedachte bij ons opkwam, dat haar einde zoo nabij was. Na mijn vetrek was zij met het kind naar de oude lui in Amsterdam gegaan, kort daarop ziek geworden, typhus gekregen en overleden. Dit bericht kreeg ik kort na mijn aankomst te Batavia, . . . Dat die slag mij zeer zwaar trof, is zeer goed te begrijpen en zal ik maar stilzwijgend voorbij gaan. 8 Kees Bouten Š 2012 Sailingsteps
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Jacob Bouten 1844 - 1849 Begin January 1848 vertrok ik van Java naar Dordt, voor het grootste gedeelte rijst voor de Heeren Blussé en een paar andere huizen. AH 24-08-1847, Scheepstijdingen. Hellevoetsluis, 21 Aug. Zeilklaar naar Batavia, J. Bouten, Jan van Hoorn; J. 1 Koning, Timor AH 26-08-1847, Uitgezeild. HELVOETSLUIS, 24 Aug., O.N.O.; J. Bouten, Jan van Hoorn, Bat. – S. Koning, Timor, id. AH 30-08-1847, Binnengekomen. Bij Dover, 25 Aug., Bouten, Jan van Hoorn, Rott. n.Bat. – Koning, Timor, Dordt n. Id. NRC 06-09-1847, Gepraaide Schepen: Den 29 Aug. op de hoogte van Lezard Jan van Hoorn, Bouten, v.Rotterdam n.Batavia.
De aankomst in Batavia is op 4 december 1847, 101 dagen na vertrek uit Hellevoetsluis. Aangezien de reis niet voor de NHM was, is het opmerkelijk dat het vertrek uit Batavia reeds een maand na aankomst plaatsvindt, zonder dat andere plaatsen op Java aangedaan worden om lading in te nemen. De reis was dus echt voorzien als een ‘tussenreis’ die kennelijk goed georganiseerd werd. NRC 23-02-1848, * Zeetijdingen, Aangekomen: BATAVIA 4 Dec. Jan van Hoorn, J. Bouten, v.Dordrecht. * Handelsberigten, Batavia, 28 December. Andere avontuurschepen zijn niet aanwezig als de Twee Anthonys en de Jan van Hoorn, welke beiden voor eigen rekening laden, vermoedelijk Rijst, Suiker en Arak. NRC 28-03-1848, Zeetijdingen, Vertrokken: Batavia 4 Jan. Jan van Hoorn, J. Bouten, n.Dordrecht. AHB 28-03-1848, Handelsberigten, Batavia, 30 jan. De voornaamste uitvoeren hebben bestaan uit het volgende: Naar Nederland, per Jan van Hoorn, 10800 pic. Rijst; NRC 05-05-1848, Zeetijdingen, Vreemde Havens: St Helena 13 Maart. Jan van Hoorn, Bouten, v. . NRC 18-05-1848, Zeetijdingen: Brouwershaven, 16 Mei. Binnengekomen Jan van Hoorn, Bouten, v.Batavia n.Dordrecht.
Tijdens de thuisreis wordt als gebruikelijk St.Helena aangedaan voor ‘ververschingen’, waarna de JAN VAN HOORN op 16 mei 1848 terug in Brouwershaven arriveert. Twee maanden na zijn terugkomst overlijdt zijn dochtertje van bijna 2 jaar, op 20 juli 1848 aan de kroep. Jacob Bouten schreef hierover in zijn levensverhaal: Ik had nu mijn moeder en mijn vrouws zuster P met kind over laten komen naar Dordt, hetgeen mij eenige vergoeding gaf voor het droevige verlies. Het kind groeide flink op en begon reeds met mij de straat op te loopen, doch dit kind mocht ik niet lang behouden, daar het de kroep kreeg en na weinig dagen overleed. Nu stond ik weer als vroeger geheel alleen. Daar mijn vertrek weer spoedig op handen was, gaf ik mijn moeder last, mijn huishouden geheel op te ruimen. Zijn vrouw Adriana overleed tijdens zijn afgelopen uitreis, ruim twee jaar nadat zij trouwden. Jacob Bouten komt als weduwnaar terug van zijn reis, waarna twee maanden later ook zijn dochtertje overlijdt. Haar naam is mij onbekend, Jacob heeft haar tweemaal twee maanden mee kunnen maken. De lading op deze thuisreis bestond uit: 3373 b.Rijst voor P.Blussé van Oud-Alblas; 3527 b.Rijst en 2659 b.Bindrotting voor Sandberg & Co. en 165 z.Peper voor Boissevain en Kooy [AH 25-05-1848, Carga-Lijsten Dordrecht.].
1
De TIMOR is één van de andere schepen van rederij Blussé en J. Koning zal Jacob Bouten later op de KOSMOPOLIET opvolgen.
9 Kees Bouten © 2012 Sailingsteps
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Jacob Bouten 1844 - 1849
Figuur 9 Zeilwedstrijd van de K.N.Y.C. te Dordrecht
Links zijn drie deelnemers van de wedstrijd afgebeeld: een schoener en twee kotters. Rechts liggen de platbodemvaartuigen, die aan de tweede wedstrijd zullen gaan deelnemen. Eronder diverse platbodemroeivaartuigen met veel toeschouwers. In het midden is de Dordtse kerk te zien. 1848 Rochussen, Charles [MMR]
Voor zijn volgende reis vind in Dordrecht op 10 juni de wedstrijd voor zeil- en roeivaartuigen plaats, uitgeschreven door de Koninklijke Nederlandsche Yacht-club. Hier wordt ook door Jacob Bouten aan deelgenomen in de categorie zeilvaartuigen zonder dek. In diverse dagbladen valt hierover te lezen:
Figuur 10 NRC 10-06-1848 resp Ned.Staatscourant 15-061848
Wedstrijd voor zeil- en roeivaartuigen, uitgeschreven door de Koninklijke Nederlandsche Yacht-club, te Dordrecht 10 juni 1848. Een prijs van f 30 in de categorie zeilvaartuigen zonder dek, scherpe, uitgezonderd scheepsbarkassen, werd behaald door de Jan van Hoorn, toebehorende aan den heer P.BlussĂŠ van Oud-Alblas te Dordrecht en gestuurd door J. Bouten
10 Kees Bouten Š 2012 Sailingsteps
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Jacob Bouten 1844 - 1849
Zesde reis van de JAN VAN HOORN, 30 juli 1848 – 21 april 1849 Na eerst het verlies van zijn vrouw en een half jaar later van zijn dochtertje, vertrekt Jacob Bouten twee maanden later op 30 juli 1848 op zijn 4e reis als gezagvoerder op de JAN VAN HOORN, wederom naar Batavia. De aanmonstering voor deze reis is opnieuw te Dordrecht, door een wederom wat grotere bemanning van 24 man, tegen ook weer een gage overeenkomstig de vierde reis van nu f.605,-/mnd.
SCHEEPSRANG
NAMEN EN TOENAMEN
Kapitein
J.Bouten
33
Dordrecht
1e-Stuurman
W.H.Breda
48
Devorikoun
f.70
2e- idem
Jacob den Hartog
32
Dordrecht
45
3e- idem
B.Mols
22
Dordrecht
25
Met nu de derde monsterrol van op elkaar volgende reizen, valt op hoe weinigen van de bemanning op een volgende reis opnieuw aanmonsteren. De 2e-stuurman Jacob den Hartog bevalt het kennelijk goed, hij is de enige van de bemanning die alle drie de reizen meemaakt. Toch zal het ze er meestal niet aan liggen hoe het ze bij een bepaalde kapitein bevalt, waarschijnlijk is belangrijker hoe snel ze weer ergens kunnen monsteren! Toch zeker voor matrozen en al helemaal op enige leeftijd, die dit beroep niet uit zullen oefenen vanwege de goede verdiensten!
Doctor
G.H.Legel
31
Amsterdam
50
Bootsman
J.F.Boutet
27
Dordrecht
40
Bootsmaat
Johan H.Schutter
48
Dordrecht
24
Timmerman
S.van Dalen
34
Meerkerk
40
2e- dito
A.Happeron
20
Dordrecht
22
Kok
U.Holle
28
holstein
38
Zeilmaker
J.G.Garama
24
Dordrecht
25
Hofmeester
J.Verhoeven
29
Dordrecht
20
Matroos
J.Petersen
28
Hamburg
20
Peter Larssen
21
Zweden
20
28
Hölgasts
20
32
Dordrecht
20
25
id
20
id id id
GEBOORTE-/ WOONPLAATS
MAANDGAGEN
id
J.Smit
25
Zierikzee
20
id
D.Pasdorp
34
Biervliets
20
Evert Holtwerk
18
Dordrecht
12
id
A. Demolt
18
Dordrecht
15
id
A.de Visser
16
Dordrecht
15
J.Immerzeel
15
id
8
id
Ter Sloesen
15
Maastricht
6
id
B.v Wijngaarden
16
Dordrecht
10
Ligtmatroos
Figuur 11 Monsterrol 1386/1848 van de JAN VAN HOORN, dd 17 Julij 1848
H.Dubbelt
id
OUDERDOM
Jongen
De 2e-Zeilmaker van Randwijk ging tweemaal mee (in 1846 en 1847), H.Garrama op de JANvH-5 als 2eZeilmaker en op de JANvH-6 als 1e-Zeilmaker, en matroos Dubbelt eveneens op beide reizen. Lichtmatroos de Visser eveneens, maar beide voorgaanden monsterden ook aan voor de volgende reis naar Valparaiso, de Visser niet.2 Over deze zesde reis van de JAN VAN HOORN verhaalt Jacob Bouten: Einde July 1848 vertrok ik van Hellevoet voor de vierde reis naar Java, doch nu bevracht door de N.H.M. zoodat ik op Java geen bevrachting behoefde te zoeken. Na 104 dagen kwam
2
De zeelieden ontvingen uitsluitend gage voor de maanden vanaf monstering tot terugkeer in een Nederlandse haven. Naast dat hun gage van een f.20,- tot 25,- laag was ten opzichte van diverse beroepen op de wal, waren zij er dus bij gebaat om zo snel mogelijk opnieuw ergens aan te monsteren. PS. De kapitein ontving een beloning volgens andere voorwaarden dan voor de overige bemanning.
11 Kees Bouten © 2012 Sailingsteps
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Jacob Bouten 1844 - 1849 ik daar in November aan en kreeg bestemming naar Soerabaya daar suiker te laden en verder aan te vullen op de zuidkust van Java met koffy. NRC 31-07-1848, Zeetijdingen: Hellevoetsluis 30 Julij. Heden zeilden Jan van Hoorn, J. Bouten, . ., n.Batavia.
allen
NRC 9-08-1848, Gepraaide schepen. Den 4den Aug. op de hoogte bij Douvres, Jan van Hoorn, kapt. Bouten, v.Dordr n.Batavia. NRC 22-01-1849, Zeetijdingen, * Aangekomen: Batavia 11 Nov. Jan van Hoorn, J. Bouten, v.Dordt. * Vertrokken: Batavia 17 Nov Jan van Hoorn, J. Bouten, n.Sourabaya.
Na suiker te Soerabaya geladen te hebben, kreeg ik orders naar Pangol te gaan, ook aan de zuidkust van Java. Dit was een zeer gevaarlijke plaats voor een groot schip te liggen, vooral in de West.moesson, die nu al begon door te staan. De orders waren evenwel van Batavia gekomen en die moesten opgevolgd worden. Ik ging er naar toe en was dan ook gelukkig heelhuids de koffy in te krijgen en er uit te komen. In het laatst van Dec vertrokken wij van Pangol en kregen kort daarop slecht weer, waarna ze in een heuse orkaan terechtkomen, waarover in die tijd nog weinig bekend was. Tegen de tijd dat hij zijn levensverhaal en over deze orkaan schreef lag dat reeds anders.
Figuur 12 Java met Surabaya, Probolinggo en Panggul
NRC 24-02-1849, Zeetijdingen: * Aangekomen Sourabaya 23 Nov. Jan van Hoorn, J. Bouten, v.Batavia * Vertrokken Sourabaija 23 Nov. Jan van Hoorn, J. Bouten, via Probolingo n.Nederland. * Aangekomen Probolingo 29 Nov. Jan van Hoorn, J. Bouten, v.Sourabaya. * Vertrokken Probolingo 10 Dec. Jan van Hoorn, J. Bouten, via Pangool n.Dordrecht. * Aangekomen Pangool 14 Dec. Jan van Hoorn, J. Bouten, v.Probolingo NRC 23-03-1849, Zeetijdingen, Vertrokken: Pangool 23 Dec. Jan van Hoorn, J. Bouten, n.Dordrecht.
Met ouderjaarsavond hadden wij ons voorgenomen de overgang van het jaar te vieren met een warme baulpunch en het volk daar op te trakteren. Voor het zoo ver was, zagen wij op de barometer, die tussen de keerkringen weinig varieert, dat deze werkelijk gedaald was. Wij hadden een stijve wind vanuit het Z.W. met een dikke regenachtige lucht, dat deed mij aan andere dingen denken, dan aan de baulpunch. De wind nam dan ook spoedig zoo in kracht toe, dat wij reeds te middernacht voor stormweer lagen. De wind nam gedurende de nacht nog meer toe, zoodat wij slechts een klein stormzeil bij hadden. ’s-Morgens om zeven uur kregen wij een vlaag, waardoor het schip geheel opzij sloeg, met de verschansing geheel onder water, waardoor de sloep met al onze vruchten en groenten, twee 12 Kees Bouten Š 2012 Sailingsteps
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Jacob Bouten 1844 - 1849 sappies (jonge koeien), kippenhokken met kippen, eenige rondhouten en watervaten los en weg sloegen. Gelukkig barste het zeil en sloeg weg, zoodat daardoor het schip iets rees, maar bleef nog met de verschansing onder water. Daar ik niet graag de masten wilde verliezen, dacht ik de stengen te laten kappen, om het schip daardoor te laten rijzen, doch wij stikten bijna door de wind. Opeens hield de wind op en werd het geheel stil, doch de zee was zoo verbolgen, als het water in een kokende ketel. Van alle zijden vloog het over het schip en stroomde over het dek. Gelukkig rees het schip na het ophouden van de wind dadelijk op en kon weer gewerkt worden. De barometer was in die tijd nog meer gedaald en bewees dat wij nog meer te wachten waren. Wij moesten ons nu den tijd ten nutte maken om alles goed te verzekeren, bramra en stengen neer nemen en alle zeilen dubbel beslaan, watervaten en rondhouten, die ons overgebleven waren beter vastmaken, en zeilen over de kappen voor het indringen van het water. De toestand van het weer liet mij zien, dat wij in het midden van de orcaan waren, en dus spoedig dezelfde kracht van wind zouden terug krijgen. Ongelukkig had ik geen beschrijving van de loop der orcanen aan boord en wist toen ook niet dat er een bestond, waardoor ik dan ook niet wist uit welke richting de wind terug zou komen. ’s-Middags één uur op Nieuwjaarsdag kregen wij de wind terug uit de tegenovergestelde richting en met de zelfde kracht als ’s-morgens. Hadden wij hem eerst uit het Z.W. gehad, wij hadden hem nu uit het N.O., en daar onze koers naar het Z.W. was, konden wij het schip recht voor de wind laten lopen zonder een lapje zeil bij. Tegen de avond was de wind nog toegenomen en het water zoo kokend, dat wij ieder oogenblik vreesden over boord te slaan, hoewel wij met touwen vastgebonden hadden. Ik dacht daarop beter te doen het schip onder de wind te leggen, en daar de rolling van de zee meer uit het zuiden was, draaide ik naar die zijde bij. Dat was een goede ingeving geweest en tegen de morgen begon de barometer te rijzen. Ik wachtte nu de middag af en daar de barometer steeds door bleef rijzen en de richting van de wind het zelfde was, hielden we het voor de wind, denkende, dat de orcaan ons voorbij getrokken zou zijn. Hadden wij nog eenige tijd zoo blijven liggen dan zou dit ook het geval zijn geweest, doch liepen wij er weer in, daar ook de barometer weer begon te dalen. De rolling van de zee kwam nu meer van het noorden en daar ik tegen den avond meer bij ging liggen, deed ik het nu naar het noorden, daar een schip altijd het gemakkelijkst ligt met de kop op de zee. Dit bleek echter verkeerd te zijn geweest, daar wij de volle kracht van de orcaan nu over ons kregen. Wij moesten ons vastgebonden schuil houden achter de verschansing om niet te stikken. Eerst de volgende dag tegen den avond begon de wind te verminderen en met de nacht waagden wij het weer koers te zetten. Tijdens de verdere terugreis naar Holland vindt er muiterij plaats, waarover hij schrijft: De reis leverde anders niets op dan enige moeilijkheden met de matrozen, die soms ook wel eens de baas zouden willen spelen, en op de meeste reizen wel eens een afwisseling geeft. Nu was het voorgekomen dat een matroos die niet goed op het roer gepast had, en daardoor een paar zeilen scheurde, van het roer afgevoerd en hem tot lichtmatroos degradeerde. Hij weigerde daarop scheepswerkzaamheden te doen, waarop ik hem in de boeyen op water en brood, tot hij verkiezen zou te werken. Daarop wilden de anderen de afgedankte matroos zijn beurt aan het roer niet waarnemen en zelfs ook de andere werkzaamheden niet doen, zoo de ontslagene niet weer in zijn rang aangesteld werd. Dit ging natuurlijk niet en toen zij naar geen rede wilden luisteren, riep ik de gehele equipage achter op het dek, leerde hun de monsterrol, waaronder zij zich verbonden hadden en leerde hun dat het mijn recht was dat 13 Kees Bouten © 2012 Sailingsteps
De Dordtsche Grote Vaart in de 19e eeuw
Jacob Bouten 1844 - 1849 ik daarvan niet afging. Daar zij bij hun weigering bleven, verdeelde ik hun in die hun dienst wilden doen en wie niet, zoo dat wij, de officieren en de lichtmatrozen overbleven. Deze liet ik hun kist en kooi achter in de kajuit brengen en zeide toen dat er voor dat oogenblik alleen voor achter gekookt zou worden en voor de anderen brood en water zou worden gegeven, waarna zij in de eerste haven aan de politie overgeleverd zouden worden. Dit duurde twee dagen, toen kozen zij eieren voor hun geld en kwamen verzoeken weer aan het werk te mogen gaan. Hiermede liep de zaak af. Zulke opstootjes kwamen bijna alle reizen voor, dat men op het laatst er aan gewend raakte. NRC 21-04-1849, Scheepstijdingen: Rotterdam 22 April. Schipper J. Van der Hoeven, van de loodsboot No.8, rapporteert loodsen gegeven te hebben aan de Hollandsche schepen Gerenaal van den Bosch, Jan van Hoorn, J. Bouten, van Pangool n.Dordt en de Noordsche bark Aeolus. NRC 23-04-1849, Zeetijdingen: Brouwershaven, 21 April. Binnengekomen Jan van Hoorn, J. Bouten, v Pangool n.Dordrecht. NRC 28-04-1849, Carga-Llijsten: DORDRECHT. PANGOOL, Jan van Hoorn, J. Bouten: 4500 bn. Koffij, 1863 kann. Suiker, 684 sch. Tin, 2429 boss. Bindrotting, N.H.M.
Figuur 13 JAN VAN HOORN, Inttekening Simon van Brakel [SAD]
Bij terugkomst van de reis wordt leerling lichtmatroos van B.van Wijngaarden uit Dordrecht in het ziekenhuis opgenomen waar hij na een maand komt te overlijden [12]. Van voorgaande zesde reis met de JAN VAN HOORN in Holland terugkomende, krijgt Jacob Bouten van BlussĂŠ te horen dat de JAN VAN HOORN voor Valparaiso bestemd is.
14 Kees Bouten Š 2012 Sailingsteps