Opvoeden is samenspel: allemaal wereldburgers! DATUM
22 mei 2018
Wereldvreemd Wat weten we toch weinig van en over elkaar. Het was een van de eerste gedachten die in me opkwam toen ik onlangs op initiatief van de Vlaamse Scholierenkoepel een dag als leerling meeliep in een middelbare school. Ik was in Antwerpen en Soumaya, een van de leerlingen uit ‘Schakel Wit’, was mijn gids en bondgenote. Soumaya was vorig jaar samen met haar mama vanuit Spanje naar Antwerpen komen wonen. Haar papa was in Spanje gebleven. In mijn school voor één dag zaten enkel anderstalige nieuwkomers. Deze leerlingen verblijven voor één of twee jaar op de school en worden dan georiënteerd naar een volgende school. De meerderheid van de leerlingen zit in een OKAN-klas, maar er zijn ook schakelklassen en daarbinnen wordt ook nog eens gedifferentieerd. In mijn klas zaten jongeren uit China, Spanje, Nepal, Syrië en Afghanistan en deze gingen op een heel inspirerende wijze met elkaar en met hun soms grote verschillen om. In de klas werd Nederlands gesproken, maar op de speelplaats en in de eetzaal zoemden vele talen door elkaar. Met verbazing zag ik hoe Soumaya links aan tafel een gesprek in het Engels voerde en plots aan de andere kant van tafel een medeleerlinge aansprak in het Arabisch. Ik voelde me wereldvreemd. Deze jongeren voeren geen discussies over meertaligheid, ze voeren meertalig discussies. En neen, ik wil dit echt niet romantiseren, want ik besef heus wel dat er soms ook grote spanningen in de klas en op de speelplaats hangen. Maar boven dit alles hing vooral een verfrissende ‘Doe maar gewoon’ sfeer. Het beleid van de school speelt hierin uiteraard een cruciale rol. Ik heb staan kijken naar de gedecideerdheid waarmee de school omgaat met de soms grote culturele en religieuze verschillen op school. Respect voor het verschil gaat er hand in hand met duidelijke afspraken. Dat betekent bijvoorbeeld dat leerlingen hun hoofddoek mogen dragen op de speelplaats, maar niet in de klas. Het betekent ook dat men een veelheid aan talen op de speelplaats en in de eetzaal normaal vindt, maar dat in de klas iedereen gevraagd wordt om Nederlands te spreken.
Ik zat die dag tussen 220 wereldburgers pur sang. Ik stond erbij en ik keek ernaar. Ik zag een school die wereldburgerschap ademde. En elke school is uiteraard verschillend, maar net vanuit dat verschil zouden ze vandaag allemaal op wereldburgerschap moeten inzetten. Niet als iets extra, maar vanuit het wezen van de school zelf. Wereldburgerschap confronteert ons met de soms grote verschillen tussen mensen. Verschillen worden vandaag nog altijd te vaak gezien als een tekort, als een probleem. Door kinderen vertrouwd te maken met een veelheid aan blikken, ervaringen en perspectieven, kan het verschil net veel meer als een rijkdom verschijnen. Het is evident dat wereldburgerschap niet alleen over onze omgang met culturele en religieuze verschillen gaat. En even evident is wereldburgerschap niet alleen een zaak van de school. Ook ouders spelen een ontzettend belangrijke rol in dit verhaal. Opvoeden en wereldburgerschap gaan in essentie over het leren omgaan met vrijheid. Hoe leren we onze kinderen zich tegenover die vrijheid verhouden? Als het over duurzaamheid en het klimaat gaat bijvoorbeeld. Als ouder moeten we kinderen doen nadenken over de keuzes die ze kunnen maken. Burgerschapsopvoeding gaat dan niet zozeer over kinderen leren welke burger ze moeten zijn. We voeden kinderen niet op tot burger, we voeden op vanuit de dagelijkse praktijk van ons burger zijn. Het kind samen met de volwassene. Vrijheid staat daarbij in relatie tot verantwoordelijkheid. Wie zelf niet stilstaat bij zijn of haar mobiliteit, kan dat onmogelijk ook van zijn kinderen vragen. Wereldburgerschap gaat ook om zorg dragen voor de wereld. Als ouder kunnen we daarin een voorbeeld zijn, in ‘voor-leven’ en tonen dat we zelf zorg dragen voor de wereld. Wereldburgerschap, het is een van de mooiste uitdagingen waar opvoeding en onderwijs vandaag voor staan. Voorbij de krampachtigheid waarmee onze samenleving er soms mee omgaat, ligt een wereld waar al heel wat kinderen en jongeren er middenin staan. Veel keuze hebben we niet. Ofwel springen en duiken we mee, ofwel blijven we wereldvreemd achter.
Bruno Vanobbergen, Vlaams kinderrechtencommissaris
2