memorandum 2007 kinderrechtencommissariaat
spiegel uw beleid aan kinderrechten
Memorandum aan de federale overheid Door de ratiďŹ catie van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind nam de Belgische overheid duidelijke engagementen op ten aanzien van haar minderjarige burgers. Het Kinderrechtencommissariaat dringt erop aan om dit Verdrag als basis en inspiratie te hanteren voor een actief en kwaliteitsvol beleid voor minderjarigen. Ook de aanbevelingen van het ComitĂŠ voor de Rechten van het Kind moeten verder worden opgevolgd.
1
Een sterkere
rechtspositie
voor de minderjarige
Minderjarigen zijn in het Belgisch recht rechtsbekwaam, maar niet handelingsbekwaam: ze hebben rechten, maar kunnen die slechts zelden zelfstandig uitoefenen. Bovendien zijn de rechten van minderjarigen niet steeds samenhangend en consequent geregeld, wat tot rechtsonzekerheid leidt. 3
Het Kinderrechtencommissariaat vraagt een duidelijke en eenvormige wetgeving die het spreekrecht van de minderjarige effectief garandeert:
Spreekrecht De vriend van de moeder van Andrea (11) wil haar adopteren. Haar moeder gaat akkoord en ook haar vader lijkt zich niet te verzetten tegen de adoptie. Andrea zelf ziet die adoptie echter niet zitten, maar kan niets ondernemen om de adoptie tegen te houden of ze desnoods uit te stellen tot ze 12 is, de leeftijd waarop ze zich wel zou kunnen verzetten. Met haar mening wordt geen rekening gehouden. 4
Het spreekrecht is niet congruent geregeld en is vaak meer een spreekmogelijkheid dan een recht. Zo bepaalt het gerechtelijk wetboek inzake het spreekrecht geen leeftijdsgrens: artikel 931 stelt de vereiste van het oordeel des onderscheids. De rechter kan ook weigeren de minderjarige te horen. Artikel 56 bis van de wet op de jeugdbescherming legt dan wel weer een oproepingsplicht op vanaf 12 jaar. Daardoor zal een minderjarige bij de ene rechter wel gehoor vinden, terwijl een andere rechter dat weigert, ook al gaat het om dezelfde betwistingen.
De invoering van de algemene oproepingsplicht vanaf minimaal 12 jaar, analoog met de procedures voor de jeugdrechtbank, en het verplicht informeren van alle minderjarigen over het spreekrecht indien procedures lopen die hen aanbelangen; Geen weigering mogelijk door de rechter als een minderjarige zelf vraagt om gehoord te worden; De toepassing van het spreekrecht in alle procedures die de minderjarige aanbelangen; Een vorming voor magistraten over de aangewezen context en modaliteiten om gesprekken te voeren met minderjarigen en over manieren om rekening te houden met hun inbreng.
5
Jeugdadvocaten
Emma (10) werd seksueel misbruikt door haar grootvader. Een strafprocedure opstarten kan ze zelf niet, en daardoor wordt er geen voogd ad hoc aangesteld om haar belangen te verdedigen. Haar ouders nemen ook geen advocaat voor haar.
6
Als minderjarigen in procedures betrokken zijn, hebben zij geen garantie op een eigen advocaat. Minderjarigen kunnen in principe een beroep doen op kosteloze rechtsbijstand, maar hebben geen garantie dat de aangewezen advocaat ook kennis heeft van kinderrechten of jeugdrechtmateries. Indien minderjarigen zelf geen initiatief nemen, wordt er ook geen advocaat ambtshalve aangesteld (met uitzondering van zaken in het kader van de jeugdbescherming).
Het Kinderrechtencommissariaat vraagt een speciďŹ eke regeling voor de aanstelling, de erkenning en de permanente vorming van jeugdadvocaten:
De ambtshalve aanstelling van een jeugdadvocaat in elke procedure die de minderjarige aanbelangt, indien de minderjarige zelf geen advocaat aanstelt; Een verplichte multidisciplinaire vorming en permanente bijscholing voor jeugdadvocaten, en een bescherming van die titel; Een vergoeding van de rechtsbijstand door jeugdadvocaten. De overheid neemt die ten laste door ze te integreren in het systeem van kosteloze rechtsbijstand; De uitbouw van een netwerk van juridische eerstelijnsbijstand voor minderjarigen.
7
Rechtsingang Karen (13) en Sander (11) woonden jaren samen met hun moeder, stiefvader en stiefzus SoďŹ e (14). Als hun stiefvader van hun moeder scheidt, willen de kinderen contact houden met hun stiefzus, maar daar hebben de expartners geen oren naar. De kinderen hebben geen enkele mogelijkheid om deze vraag aan de rechter voor te leggen, aangezien geen van de volwassenen daarvoor een procedure wil inleiden. 8
Minderjarigen hebben geen toegang tot de rechter. Ze kunnen zelf geen procedure inleiden als hun wettige vertegenwoordigers dat niet doen. De bestaande mogelijkheden zoals de aanstelling van een voogd ad hoc of een optreden van het parket volstaan niet in situaties waar schendingen van rechten moeten worden aangeklaagd: de minderjarige is nog steeds overgeleverd aan de goodwill van volwassenen.
Het Kinderrechtencommissariaat vraagt een zelfstandige rechtsingang voor minderjarigen:
bij stilzitten van hun wettige vertegenwoordiger moeten minderjarigen zelf een procedure kunnen inleiden, met bijstand van een jeugdadvocaat, in alle procedures waar rechten of belangen van de minderjarige in het geding zijn.
9
Scheidingswetgeving met het oog op
kinderen
11
De ouders van Michiel (9) zijn in sneltempo gescheiden en hebben voorlopig enkel de boedelscheiding geregeld. De discussie over het verblijf van Michiel blijft aanslepen.
12
De schuldloze echtscheiding is belangrijk omdat de kans op conflicten dan kleiner wordt. Mits een goede begeleiding en ondersteuning komt dit de kinderen zeker ten goede. Kinderen lijden immers vooral onder hoogoplopende en langdurige conflicten tussen hun ouders. Als door een nieuwe wet ouders sneller kunnen scheiden zonder vooraf alles te regelen in een globaal akkoord, blijven conflicten mogelijk over wat nog niet werd geregeld. De ervaring leert overigens dat ouders niet meteen sereen zullen debatteren over bijvoorbeeld het huis als er nog discussies zijn over de kinderen. Op bemiddeling wordt nog te zelden een beroep gedaan.
Het Kinderrechtencommissariaat vraagt de invoering van een verplichte kennismaking met bemiddeling als ontvankelijkheidvereiste bij scheidingen waar minderjarige kinderen bij betrokken zijn:
Verplicht voorleggen van een attest van een erkende bemiddelaar bij aanvang van een scheidingsprocedure; Stimuleren van ouders om tot een globaal scheidingsakkoord te komen zodat sluimerend conflictmateriaal zoveel mogelijk wordt vermeden.
13
Humane en correcte
asielwetgeving
voor de minderjarige
15
Een Afghaans gezin met 3 kinderen woont al 5 jaar in België. Het jongste kind is hier geboren. De kinderen gaan hier naar school en zitten in sport- en jeugdbewegingen. Op een dag worden ze ’s ochtends uit bed gelicht door de politie en in afwachting van hun uitzetting naar het gesloten centrum in Merksplas gebracht. De kinderen weten niet wat er gebeurt, kunnen geen afscheid nemen van hun vrienden en zien hun schoolloopbaan in één klap stopgezet. Zij hebben geen enkele band meer met Afghanistan. 16
Kinderen van mensen zonder papieren worden van de ene dag op de andere in gesloten centra opgesloten. Toch pleegden ze geen misdrijf. Ze zitten er soms gedurende verschillende weken in zeer stresserende en kindonvriendelijke omstandigheden. Dit is onaanvaardbaar: deze praktijk schendt niet enkel het recht op bescherming tegen onwettige detentie, maar tegelijk ook hun rechten op onderwijs, op een gezonde ontwikkeling, op spel en vrije tijd, … Deze gezinnen leven hier al vele jaren, en de kinderen in kwestie hebben hun eigen leven hier vormgegeven. Het huidig uitwijzingsbeleid houdt geen rekening met hun rechten en belangen. Een nieuwe denkoefening inzake regularisatie dringt zich op voor deze gezinnen.
Het Kinderrechtencommissariaat vraagt een humaan beleid inzake asiel, uitwijzing en regularisatie:
Uitwerken van alternatieven zodat de opsluiting van kinderen, in afwachting van hun uitwijzing, eindelijk wordt stopgezet; Doorvoeren van een tweede regularisatie voor gezinnen die hier al geruime tijd verblijven, op basis van duidelijke criteria, zoals de duur van hun verblijf in ons land; In de besluitvorming rekening houden met de situatie van de kinderen, die hier al geruime tijd hun leven uitgebouwd hebben; Wettelijk verankeren van de behandelingstermijn van maximaal één jaar voor de asielaanvraag; Uitbreiden en versterken van het systeem van de voogden voor niet-begeleide minderjarigen.
17
Kinderrechtencommissariaat Leuvenseweg 86 1000 Brussel tel.: 02-552 98 00 fax: 02-552 98 01 kinderrechten@vlaamsparlement.be www.kinderrechten.be
v.u.: Ankie Vandekerckhove, kinderrechtencommissaris Leuvenseweg 86, 1000 Brussel