Persbericht jaarverslag kinderrechtencommissariaat te veel geschillen over verschillen 16 11 2016 fi

Page 1

Persbericht DATUM 16 november 2016 – 12u

Te veel geschillen over verschillen Kinderrechtencommissaris stelt nieuw jaarverslag voor in Vlaams Parlement In aanloop naar 20 november, Internationale Kinderrechtendag, vraagt het Kinderrechtencommissariaat aandacht voor de belangrijkste knelpunten voor de kinderrechten in Vlaanderen. Meer dan duizend mensen klopten het laatste jaar aan bij het Kinderrechtencommissariaat: 43% ouders, 27% bezorgde professionelen en 15% kinderen en jongeren zelf. Meldingen over problemen op school spannen de kroon (33%), vooral problemen met geweld en sancties op school. Dan volgen meldingen over problemen thuis (26%), vaak in scheidingssituaties. Op de derde plaats staan problemen in de hulp aan minderjarigen (18%). Daarna volgen kinderen op de vlucht (7%) en contacten met justitie en politie (6%). In al die meldingen ziet het Kinderrechtencommissariaat één rode draad: er zijn te veel geschillen over verschillen. Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen: ‘We gaan te krampachtig om met verschillen. We zien het verschil vaak als een tekort, soms zelfs als een gevaar. De angst voor het onbekende leidt vaak tot misverstanden, vooroordelen of onbegrip met conflicten en uitsluiting als gevolg. Een grote groep kinderen en jongeren blijft daardoor in de kou staan.’ Schrijnend zijn bijvoorbeeld geschillen over:  ‘Moeilijke kinderen’ op school, in de sportclub of in de jeugdzorg  Kinderen en jongeren met een beperking  Culturele of levensbeschouwelijke verschillen Wat ook opvalt, bijvoorbeeld in geschillen van gescheiden ouders over verschillen van mening: de stem en het perspectief van de kinderen zelf raakt in die geschillen gemakkelijk ondergesneeuwd.

Geschillen over moeilijke kinderen in de jeugdzorg In de jeugdzorg zien we nog altijd te veel kinderen en jongeren in een carrousel terechtkomen. De overdreven aandacht voor het verschil verdrinkt in speciaal in het leven geroepen labels en begeleidingsvormen die elke vorm van verschil dreigen te versmachten. Er komt meer specialisatie in de jeugdzorg. Met als keerzijde dat heel wat kinderen en jongeren uitgesloten worden. Kinderen en jongeren klagen het meest over het gebrek aan flexibiliteit in de structuren van de jeugdzorg: hun vraag of probleem moet passen in een bestaand jeugdhulpaanbod. De vraag is: Wie zal er voor de moeilijke kinderen zorgen?

1


Als er een crisis is of de spanningen thuis oplopen, kunnen jongeren met een beperkt sociaal netwerk nergens terecht. Ze hebben een plek nodig om even tot rust te komen, zonder dat het hele systeem van jeugdhulp in actie komt. Weekendopvang nodig Een jongen van 17 jaar kan thuis niet meer veilig terecht. Ook het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) vindt dat. Hij heeft opvang nodig, maar in zijn eigen sociaal netwerk zijn er geen mogelijkheden. Een internaat biedt opvang van maandag tot vrijdag. Voor de weekends zijn er geen oplossingen. Ondersteunende pleegzorg zou een optie zijn maar er is een tekort aan opvanggezinnen, zeker voor pubers. Gesteund door de consulent van het OCJ vraagt de jongen hulp aan de Klachtenlijn. Zijn recht op een gepast aanbod is geschonden. Hij vraagt of het Kinderrechtencommissariaat iets kan doen. Ondertussen werd voor deze jongen een tijdelijke oplossing gevonden via opvang in de gebouwen van een vakantiekamp. [Jaarverslag Kinderrechtencommissariaat 2015-2016, p. 53]

Een label of diagnose geeft toegang tot een bepaalde hulpvorm. Met een VAPH-erkenning kunnen ouders aanspraak maken op een aanbod zoals thuisbegeleiding voor autisme. Als de procedure afgerond is, botsen gezinnen op enorme wachtlijsten. Door dat verschil te benadrukken, ervaren ze tegelijk uitsluiting in de thuisbegeleidingsdiensten en in de contextbegeleiding vanuit de jeugdhulp. Thuisbegeleiding voor autisme? ‘Nog drie jaar geduld, mevrouw’ Mijn zoon werd vijf jaar geleden gescreend door een referentiecentrum voor autisme na een lange lijdensweg om te zoeken naar de oorzaken van zijn gedrag. Het advies was: gespecialiseerde thuisbegeleiding voor autisme opstarten. Maar dan kom je op een jarenlange wachtlijst. Onlangs informeerde ik nog eens naar de wachtlijst. Nog drie jaar geduld, mevrouw. Tegen die tijd is mijn zoon 18. Ondertussen zijn er serieuze schoolzorgen. Het CLB overweegt een M-document in te dienen bij het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling omdat ze vragen hebben of de problemen wel alleen maar door zijn autisme komen of door het onvermogen van ons gezin om daar correct mee om te gaan. Wat zijn daar de gevolgen van? [Jaarverslag Kinderrechtencommissariaat 2015-2016, p. 49 ]

Sluit in, niet uit Zorg voor een aanbod in de jeugdhulp dat insluit en niet uitsluit. Richt open inloophuizen op voor jongeren tussen 15 en 18 jaar die door conflicten thuis nergens terechtkunnen. Stem het hulpaanbod van het Agentschap Jongerenwelzijn en het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap verder op elkaar af. Misschien is het zinvol dat elke dienst voor thuisbegeleiding en intensieve contextbegeleiding de nodige kennis heeft om aan de slag te kunnen gaan met alle opvoedings- en gezinsondersteuningsvragen?

2


Geschillen over levensbeschouwelijke verschillen Krampachtigheid uit zich in hoe we omgaan met culturele of levensbeschouwelijke verschillen. De angst voor het onbekende is soms zo groot, dat maatregelen of afspraken buiten alle proportie zijn. Veel scholen worstelen met religieuze symbolen en rituelen. Soms ervaren ouders en leerlingen onbegrip, soms botsen scholen op vragen of voorwaarden van ouders waarop zij absoluut niet kunnen ingaan. Vastende leerlingen uitlachen in de ramadan Op een sportdag moesten moslimkinderen heel lang lopen, tot er eentje flauwviel. Ze verplichten de kinderen om boterhammen mee te brengen, anders krijgen ze straf. Ook worden ze constant belachelijk gemaakt bij de andere leerlingen. De leerlingen zijn zo bang dat ze nu in het geheim vasten: ze leggen kruimels in hun brooddoos zodat de leerkrachten denken dat ze gegeten hebben. Ik was er niet altijd bij, maar geloof ze helemaal, want ik heb al verschillende racistische opmerkingen gehoord van leerkrachten of leerlingen. De directie ging er nooit dieper op in. Ik weet dat mijn leerlingen niet allemaal engeltjes zijn, ik moet me ook soms boos maken, maar zoiets wordt mij te veel. [Jaarverslag Kinderrechtencommissariaat 2015-2016, p. 115]

In andere gevallen toont de school veel begrip voor de religieuze of culturele gevoeligheden van leerlingen en ouders, en bereiken ze een compromis. Bijvoorbeeld over zwempakken in de verplichte zwemlessen. Maar dan stuiten school én leerlingen op de starre houding van de verantwoordelijke van het gemeentelijke zwembad. Compromis over zwempak niet aanvaard door zwembad School en ouders bereikten een compromis over het zwempak waarin een leerling kon meedoen aan de zwemlessen. Het meisje zou een pakje dragen dat armen en benen bedekt, maar dat toch praktisch is om in te zwemmen. Kinderen uit het gezin gingen vroeger nooit mee zwemmen. Vanuit de stad mocht dat niet meer, behalve in een lichtere stof. Weer onderhandeld met de ouders. Hoewel ze het financieel niet breed hebben, kochten ze surfpakjes in badpakstof. Nu mogen ook die badpakken niet meer. Het zwembad haalt aan dat het badpak moet voldoen aan de strengere normen voor waterkwaliteit, opgelegd door de Vlaamse milieuwetgeving. Daardoor voerden de stedelijke zwembaden een nieuw reglement in met strengere richtlijnen over onder andere de zwempakken. Daarnaast worden hygiëne, veiligheid en klantvriendelijkheid aangehaald als redenen. Conclusie: een nodeloze kost voor deze mensen, en de kinderen mogen niet meer mee gaan zwemmen. Wat met eindtermen? Wat met het welbevinden van de kinderen? [Jaarverslag Kinderrechtencommissariaat 2015-2016, p. 115 ]

Na de gruwelijke aanslagen van terreurgroep IS zijn leerkrachten sneller ongerust en vragen zich af of een van hun leerlingen radicaliseert. Ouders tillen zwaar aan insinuaties van terrorisme. Stotterende leerling ‘vertegenwoordiger van het kwaad’? Na de Chrysostomosviering was er een misverstand tussen Nassim en een leerkracht die toezicht hield. Nassim zijn Nederlands is gebrekkig en hij stottert. De leerkracht begreep hem niet en vroeg om luider te praten. Nassim begon harder te stotteren en raakte gefrustreerd. De leerkracht interpreteerde dat anders en schreef in het leerlingvolgsysteem dat Nassim haar in het Arabisch aan het bedreigen was, dat hij ‘een vertegenwoordiger is van het kwaad’ en dat ‘ze zich niet veilig voelt op haar werk’. Toen Nassim dat in het weekend las op smartschool, schrok hij. Hij stuurde de leerkracht een bericht en vroeg een afspraak om het uit te praten. Toen hij

3


maandag op school kwam, werd hij onmiddellijk preventief geschorst en adviseerde de klassenraad een definitieve uitsluiting. Dinsdag werd hij gehoord en was er een gesprek met de leerkracht. De leerkracht gaf toe dat ze zich te sterk uitgedrukt had en dat een definitieve uitsluiting buiten proportie is. [Jaarverslag Kinderrechtencommissariaat 2015-2016, p. 122]

Kies voor permanente dialoog Creëer als school ruimte om culturele en religieuze verschillen tussen leerlingen en hun gezinnen bespreekbaar te maken. Niet alleen als er een specifiek probleem opduikt, maar in permanente dialoog. Pas dan is constructieve samenwerking mogelijk. Gaat het over moeilijke kwesties waar welzijn en gezondheid in de grijze zone zitten? Haal er dan experten bij om tot redelijke afspraken te komen. Steun daar als onderwijskoepel de scholen in. Durf los te komen van je eigen perspectief Multiperspectiviteit is de sleutel voor alle sectoren om kinderen en jongeren in een superdiverse samenleving te erkennen als volwaardige burger.

Geschillen over leerlingen met een beperking Sommige kinderen en jongeren met een beperking moeten nog altijd een hele lijdensweg afleggen voor ze een school vinden waar ze eindelijk het onderwijs krijgen waar ze recht op hebben. Het verschil verschijnt dan als een tekort. De focus ligt zo sterk op wat die kinderen niet kunnen, dat er nauwelijks ruimte is om het kind achter de beperking te zien. ‘Redelijke aanpassingen’ zijn een sleutel om inclusief onderwijs mogelijk te maken. Ouders, school en externe instanties verschillen soms erg van mening over de inhoudelijk of technisch meest aangewezen aanpassingen, zoals bepaalde software. De vraag duikt vooral op bij leerlingen met specifieke leerstoornissen zoals dyslexie, al dan niet in combinatie met autismespectrumstoornissen of aandachtsproblemen en ADHD. Dispuut over dyslexiesoftware Mijn zoon is 14 en zwaar dyslectisch. Hij heeft een IQ van 128. Hij kampt met dysorthografie en ASS. Hij gaat naar een technische school. Vorige week vrijdag was er telefonisch overleg met de school over het gebruik van WoDy in combinatie met Kurzweil (dat is compenserende software voor dyslexie). De school liet duidelijk verstaan dat WoDy als compenserende maatregel niet toegelaten is en dat ze altijd Woordvoorspeller en spellingcorrectie gebruikt. Maar WoDy is voor onze zoon veel accurater en uitgebreider. [Jaarverslag Kinderrechtencommissariaat 2015-2016, p. 93]

Ouders melden dat de school ze vaak doorverwijst naar externe hulp zoals therapie en medicatie maar zelf haar aanpak niet wil aanpassen. Niet tevreden? Zoek dan een andere school Karel (10) zit in het vierde leerjaar. Hij is soms druk. Vooral op school, niet thuis of bij familie. De school verwijst zijn moeder al jaren naar allerlei diensten en therapeuten, naar de ‘STOP-klas’, een cursus assertiviteit (‘School Time-Out Project’). Uiteindelijk stelt een psycholoog de diagnose ADHD, maar zonder dat medicatie nodig is. Kort voor de paasvakantie was de moeder het beu dat ze voortdurend doorverwezen werd en dat de school zelf nooit inspanningen deed. Ze praatte met de leerkracht en de directie.

4


De leerkracht dringt aan op Rilatine, maar de moeder weigert. Met kleine aanpassingen in de aanpak van de school en wat extra aandacht is het probleem volgens haar op te lossen. De moeder kreeg daarop de boodschap dat ze voor Karel beter een andere school zoekt of hem zelfs beter laat overstappen naar het buitengewoon onderwijs. De directie stelde dat Karel na de paasvakantie toch beter niet meer terugkomt. De moeder is verbolgen. Karel heeft goede schoolresultaten en zit nu nog altijd op school. De moeder krijgt bijna elke dag telefoon van de directie. Haar zoon wordt sindsdien ook zowat constant gestraft en moet in de speeltijd binnenblijven ‘om tot rust te komen’. Maar Karel heeft het contact met medeleerlingen en recreatie juist nodig. Hij voelt zich opgejaagd en depressief en zegt dat hij niets meer goed kan doen op school. [Jaarverslag Kinderrechtencommissariaat 2015-2016, p. 92]

Een leerling in afzondering plaatsen om hem tot rust te laten komen is een aanvaardbaar pedagogisch principe. Maar afzondering is soms alleen maar een sanctie. In het lager onderwijs worden kinderen soms dagen of zelfs weken uit hun klasgroep gehaald en krijgen ze geen toegang tot de speelplaats. Anderhalve maand in afzondering? De vader van de 9-jarige Matteo mailt begin mei. Matteo zit al bijna een maand in afzondering. Hij mag niet meer in de klas en op de speelplaats. Hij moet zijn lessen volledig alleen in het eerste leerjaar maken. Eten doet hij op het secretariaat. Hij mag geen activiteiten meer meedoen tot het einde van het schooljaar. Ook naar zwemmen en turnen mag hij niet mee. Vader vraagt onze hulp want hij krijgt geen gehoor bij de school. De evaluatie is pas na drie weken gepland. De directeur zegt dat Matteo gedragsgestoord is en thuishoort in type 3 van het buitengewoon onderwijs. [Jaarverslag Kinderrechtencommissariaat 2015-2016, p. 121]

Verduidelijk ‘redelijke aanpassingen’ Maak werk van een Vlaams referentiekader ‘redelijke aanpassingen’. Meer transparantie zal leiden tot minder conflicten. Zorg voor laagdrempelige bemiddelende instanties voor leerlingen, ouders en scholen die bij inhoudelijke geschillen over redelijke aanpassingen de knoop kunnen doorhakken. Ondersteun scholen door verder te investeren in visie- en competentieontwikkeling om met leerlingen met specifieke behoeften om te gaan.

Geschillen over ouderlijk gezag en kinderrechten Kinderrechten staan soms op gespannen voet met ouderlijk gezag. Hoever reikt het ouderlijk gezag? Kinderen stellen zich vragen bij sommige beslissingen die ouders nemen in hun opvoeding. Ze willen weten of een ouder hun rechten al dan niet schendt. Verbod op contact met zus Ik ben 14. Mijn zus is 18. Mijn ouders hebben ruzie met mijn zus. Ze woont nu niet meer bij ons. Nu wil mijn moeder niet meer dat ik mijn zus nog zie. Ik mag ook niet met haar praten of haar mailen. Maar zo scheiden ze mij toch van mijn eigen zus? Heb ik geen recht op contact met haar?

5


Bij vechtscheidingen verdwijnt het perspectief van het kind het vaakst op de achtergrond: ruziënde ouders blijven vechten om hun gelijk te halen en verliezen het belang van hun kind compleet uit het oog. Ruzie door hoorrecht Onze dochter is 11 jaar. Het verblijf bij haar moeder valt haar moeilijk. We probeerden al drie keer ouderschapsbemiddeling, maar haar moeder blijft erg defensief. De rechtbank sprak een gedeeld verblijf uit. Later volgde een evaluatie en onze dochter vroeg om gehoord te worden. Ze was heel tevreden over het gesprek met de rechter. Daarna was er een gesprek met ons en kregen we een beknopt verslag van de rechter. Daarin stond dat ze wel bij haar twee ouders wil verblijven, maar een beperkter verblijf bij haar moeder verkiest. De rechter volgde dat. Bij de wissel schreeuwde haar moeder haar toe dat ze nooit zal vergeten wat ze tegen de rechter zei en haar dan liever helemaal niet meer ziet. Mijn dochter liep weg en ik nam haar mee terug naar huis. De volgende dag stond er een deurwaarder voor de deur. [Jaarverslag Kinderrechtencommissariaat 2015-2016, p. 143]

Geef minderjarigen meer handelingsvrijheid Voer het debat over hoe minderjarigen in sommige situaties meer handelingsvrijheid kunnen krijgen. Zeker voor jongeren vanaf 12 jaar kan dat een verschil maken. Ze zijn juridisch handelingsonbekwaam en sterk afhankelijk van volwassenen om hun rechten op te eisen. Plaats ouders opnieuw in hun rol als ouder door verplichte bemiddeling. En leg de verantwoordelijkheid weer bij hen.

Einde bericht Interview met de kinderrechtencommissaris? Hilde Cnudde, communicatieadviseur hilde.cnudde@vlaamsparlement.be Direct: 02-552 41 06 – Mobiel: 0473-98 04 09 – Secr.: 02-552 98 00 Meevolgen kan ook via de livestream op: https://www.youtube.com/watch?v=i3v1E4-LIz0 Het jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat staat vanaf 16 november 2016 om 12 uur online op: http://www.kinderrechtencommissariaat.be/persberichten-en-opiniestukken

Opkomen voor kinderrechten Elke dag krijgt het Vlaams Kinderrechtencommissariaat signalen van kinderen, jongeren en professionals. We bemiddelen, onderzoeken klachten en adviseren het beleid. Altijd met het oog op de goede naleving en toepassing van kinderrechten in Vlaanderen. Het Kinderrechtencommissariaat is de Vlaamse pleitbezorger van kinderrechten, opgericht door het Vlaams Parlement. www.kinderrechtencommissariaat.be @KRcommissaris #JvKRC

6


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.