2018 kinderarmoedefonds foldern 1

Page 1

Kinderarmoedefonds

Kinderarmoede: Uitsluiting uitsluiten en ontwikkeling omarmen

Oproep Kinderarmoedefonds 2017: ‘Aan de slag met getoetste modellen’ Situering 13 % van de baby’s en peuters in Vlaanderen leeft in kansarmoede (Kansarmoede-index Kind en Gezin, 2016). Zij krijgen al van in de wieg minder kansen. Onderzoek heeft dat meermaals aangetoond: het opgroeien in armoede vormt een risico voor de fysieke en emotionele ontwikkeling van jonge kinderen. De achterstand die ze al tijdens hun eerste levensjaren oplopen, wordt ook veroorzaakt door het isolement waarin ze groot worden, zowel in het gezin als in de samenleving. Gezinnen in armoede worden voortdurend uitgesloten door de attitudes en reacties van hun omgeving en door de onbewuste en bewuste uitsluiting van participatie aan sociale activiteiten. Daarom vat het Kinderarmoedefonds haar opdracht samen als: uitsluiting uitsluiten en ontwikkeling omarmen. Het Kinderarmoedefonds vervangt vanzelfsprekend geen structureel beleid rond armoedebestrijding. Het Kinderarmoedefonds steunt projecten die meer kansen bieden aan jonge gezinnen die in armoede leven. Zo wil het Fonds kansarme kinderen al van bij de start van hun leven meer mogelijkheden tot een goede ontwikkeling bieden, hun ouders ondersteunen en de uitsluiting van deze gezinnen tegengaan. Het Fonds wil inspireren met innovatieve projecten voor jonge kinderen en hun gezinnen, waar burgers, bedrijven, lokale besturen, mensen in armoede en wetenschappers elkaar vinden en elk een actieve rol spelen. Het Kinderarmoedefonds selecteerde een aantal langlopende projecten die inspiratie en vernieuwende inzichten leveren op het terrein. Projecten die bovendien het potentieel hebben om later geïntegreerd te worden in een meer duurzame aanpak.


Doel van de projectoproep De twee voorbije projectoproepen van het Kinderarmoedefonds hebben geleid tot (financiële) steun aan vijf initiatieven die in samenwerking met lokale partners de strijd aangaan tegen armoede in gezinnen met jonge kinderen (perinataal tot aan de overgang naar de kleuterschool). De ondersteunde organisaties/lokale besturen werken elk op hun manier aan een andere aanpak om betere, meer effectieve antwoorden te bieden op de complexe, meervoudige problematiek van de kansarme gezinnen in hun stad. Om zo hun levenskwaliteit te verhogen, de negatieve effecten van kinderarmoede te verminderen en alle kinderen goede ontwikkelingskansen te bieden. Het Fonds geeft die projecten de kans om zich lokaal te verankeren en duurzame resultaten te creëren. Maar daar blijft het niet bij: het Fonds ziet het ook als zijn taak om de overdraagbaarheid van de modellen te stimuleren. Kunnen getoetste methodes die in één stad een verschil maken, dat ook in een andere gemeente of stad? En onder welke voorwaarden? Daarom roept het Fonds organisaties en lokale besturen op om aan de slag te gaan met één van de drie getoetste modellen die ‘rijp’ zijn om navolging te krijgen op een andere plek. Het zijn praktijkmodellen die organisaties en lokale besturen vanuit reële noden en op maat van hun plaatselijke context hebben ontwikkeld en verfijnd. Met hun aanpak hebben die organisaties en lokale besturen successen geboekt, maar ook hindernissen en drempels blootgelegd. Alvorens de modellen op grote schaal te realiseren, wil het Fonds ze in de praktijk laten brengen in een andere context. Zo wil het Fonds een antwoord zoeken op vragen die nog moeten worden beantwoord om deze innovaties te kunnen ‘uitrollen’. Blijven de cruciale bouwstenen en de kritieke succesfactoren overeind bij toepassing in een andere stad of gemeente? Hoeveel middelen (geld en personeel) vergt het realiseren van de praktijk in een nieuwe context? Zijn er bijkomende voorwaarden om het model in verschillende situaties te kunnen toepassen? Hoe kan men blijvende uitdagingen aanpakken? Kan de methodiek ook in een andere kansarme omgeving tot de beoogde impact op kinderen en gezinnen leiden? De drie modellen die in het kader van deze oproep naar voren worden geschoven, zijn de volgende: 

Integrale gezinsondersteuning zoals ontwikkeld door het OCMW van Mechelen (‘GO-team’ van het Sociaal Huis) en het OCMW van Vilvoorde (project ‘Omdat elk gezin telt’ en ‘GOM-team’)

Opleiding en tewerkstelling van ervaringsdeskundige moeders in de kinderopvang zoals ontwikkeld door het Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG) ‘Kapoentje’ (oudercrèche ‘D’n Opvang’) te Oostende

Structurele uitbouw van perinatale ondersteuning voor kwetsbare zwangere en pas bevallen moeders zoals ontwikkeld door het Huis van het Kind Leuven (project ‘Stadsbrede uitbouw van Parelcoaching’)

Voor meer info over de modellen verwijzen we naar de fiches per project waarin de bouwstenen en vereisten van elke methodiek worden beschreven. Ze worden er ‘gespiegeld’ aan de praktijk van de organisatie die de methodiek ontwikkelde. Het Fonds is dus op zoek naar organisaties/lokale besturen die één van deze modellen willen verwezenlijken om kinderarmoede in hun stad of gemeente te bestrijden. De geselecteerde organisaties/lokale besturen(maximum 3) moeten het Fonds helpen om de modellen te verfijnen zodat ze ook elders in Vlaanderen kunnen werken. Transparantie over het proces en de resultaten van het duplicatieproject zijn dus nodig. De gesteunde organisaties/lokale besturen moeten ook bereid zijn om de impact op kinderen en gezinnen zo goed mogelijk in kaart te brengen. 2


Wie kan een project indienen? Elke organisatie gevestigd of lokaal bestuur in Vlaanderen of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kan een project indienen (vereniging waar armen het woord nemen, lokale overheid, sociale organisatie, bedrijf, vereniging van burgers …). Alleen feitelijke verenigingen (die niet het statuut van vzw hebben) en individuele personen komen niet in aanmerking.

Aan welke voorwaarden moet een project voldoen? 1. Het project is gericht op het in de praktijk brengen van één van de drie modellen vooropgesteld door het Kinderarmoedefonds. Het gekozen model moet een antwoord kunnen bieden op de noden van jonge kinderen en gezinnen in het werkgebied. De initiatiefnemers moeten daarom een grondige kennis hebben van de kinderarmoede in hun regio en ook van andere initiatieven en mogelijke partnerorganisaties die de armoede willen terugdringen. 2. Bij het in de praktijk brengen van de methodiek wordt het model zo getrouw mogelijk gevolgd. Verbeteringen of aanpassingen aan de lokale context worden op voorhand besproken met het Kinderarmoedefonds via het secretariaat op de Koning Boudewijnstichting. 3. De initiatiefnemers helpen het Fonds om de uitvoeringsmodaliteiten van het model te verfijnen. Ze zijn transparant over het proces en de resultaten van het duplicatieproject. Ze zetten ook in op het meten van de impact van het project op jonge kinderen en gezinnen. 4. De initiatiefnemers besteden ook aandacht aan de mogelijke lokale verankering van het project, zodat het ook na de steun van het Kinderarmoedefonds kan blijven bestaan. 5. Het project richt zich hoofdzakelijk tot jonge kinderen (van de perinatale periode tot en met de overgang naar het kleuteronderwijs) en hun gezin. Het stimuleert de ontwikkeling van jonge kinderen en de interactie tussen kinderen en hun ouders vanuit een emancipatorische visie. 6. Het project werkt gericht naar kansarme kinderen, maar is tegelijkertijd inclusief: het heeft uitdrukkelijk de ambitie om isolement en uitsluiting tegen te gaan. 7. Het project betrekt de nodige partnerorganisaties bij het project. Er wordt in de mate van het mogelijke ook samengewerkt met verenigingen van mensen in armoede, lokale overheden, bedrijven en burgers.

Evaluatiemethode Het Bestuurscomité van het Kinderarmoedefonds zal beoordelen in welke mate de ingediende projecten beantwoorden aan de vermelde voorwaarden. De beoordeling gebeurt in 2 fasen. Na een eerste selectie op basis van het kandidaatsdossier worden de beste projecten uitgenodigd voor een korte presentatie en een gesprek met het Bestuurscomité. Op basis van dit gesprek en de presentatie beslist het Bestuurscomité finaal welke projecten zullen worden ondersteund.

3


Wat biedt het Kinderarmoedefonds? Elk geselecteerd project kan maximaal drie opeenvolgende jaren gesteund worden. De maximaal toegekende steun per jaar per project bedraagt tussen 20.000 € en 60.000 €. Elk geselecteerd project zal ook worden opgevolgd door het Kinderarmoedefonds. Een begeleiding wordt voorzien via onder meer regelmatige intervisies. Het Bestuurscomité van het Kinderarmoedefonds zal zich inzetten om geslaagde projecten mee te helpen verankeren.

Hoe uw aanvraag indienen? U kunt online een kandidaatsdossier invullen via www.kinderarmoedefonds.be. Bij problemen bel of mail dan ons contactcentrum: 070-233065, proj@kbs-frb.be.

Timing Oproep online op 24/10/2017 Indienen van projecten tot en met 23/01/2018 Voorstel besluit comité/jury: 15/03/2018 (preselectie) en beslissing 31/03/2018.

4


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.