CARD
BRUTO FORMAAT
[netto formaat + 2 mm aoop rondom.
....als kinderen je vak zijn!
minimum 2 mm binnen het netto formaat]
Een opdracht aan het werkveld Mannen voor de klas Mannen voor de groep Stap over de schaduwen heen!
Als beursorganisator is het van belang om zoveel mogelijk betrokkenen te bereiken, te boeien en te binden. Om die reden brengt ConExpo, de organisator van Kindvak, een digitaal magazine uit: KindVak Magazine. De ontwikkeling van het kind centraal stellen en integraliteit realiseren tussen opvang, onderwijs en jeugdzorg. Met deze opdracht werd de eerste versie van KindVak Magazine geproduceerd veel plaatsen is KindVak Magazine met complimenten ontvangen. Deze opdracht verwoordt tevens de doelstelling van het vakevent KindVak 2016. KindVak en KindVak Magazine willen een bijdrage leveren aan het transformatieproces binnen het sociale domein en de daaruit voortkomende wens tot stevige netwerkvorming. Ook in deze 2e editie wil KindVak Magazine een brug te slaan tussen de sectoren primair onderwijs – opvang – jeugdzorg/hulp. KindVak Magazine wil hét digitale vakblad zijn voor alle professionals die kinderen als hun vak zien. Door meer en tijdig kennis en inzicht te verkrijgen van de diverse werkwijzen in omgang met kinderen wordt een sterk fundament geslagen voor samenwerking die moet leiden tot integratie van diensten, kennis en vaardigheden.
Colofon KindVak Magazine verschijnt 6x per jaar
KindVak Magazine is een uitgave van Context Media i.o.v. ConExpo bv Postbus 97, 5150 AB Drunen T. 0416 53 27 51 E. Kindvakmagazine@ conexpo.nl
Redactie Hoofdredactie
Jon Roozenbeek Redacteuren
Thom Roozenbeek Emma Verweij Eindredactie
Wim Koemans
KindVak 2016 is driedimensionaal. Je treft er goed geïnformeerde en
Uitgever
gemotiveerde collega-professionals aan uit diverse sectoren en func-
Context Media
ties: van praktisch uitvoerende tot bestuurder, van orthopedagoog
Ontwerp / opmaak
tot onderwijs-ICT-er, van IB-er tot schoolmaatschappelijk werker.
KODW.NL
Ik wens je veel leesplezier toe! Reacties ontvang ik graag. Ook een
KindVak Magazine wordt digitaal verspreid onder ca. 24.500 KindVak-professionals in Nederland en België
eventuele bijdrage is van harte welkom. KindVak Magazine is namelijk niet alleen vóór maar ook ván jou.
Door in te schrijven voor de KindVak-nieuwsbrief of een bezoek te brengen aan KindVak word je opgenomen in het Magazine bestand
Wim Koemans Directeur ConExpo bv / organisator KindVak ConExpo info@ConExpo.nl
2
| KindVak - Algemeen
Adverteren? Bel:
0416 53 27 51
De redactie van KindVak Magazine stelt met zorg de inhoud samen voor iedere editie. De inhoudelijke verantwoording voor ingebrachte teksten ligt bij de auteurs van deze teksten.
mei / juni | Context Media
Een opdracht aan het werkveld
4 Man in het onderwijs
12 Man in de kinderopvang
10
4/6
Een opdracht aan het werkveld
8/9
Hij werkt met kinderen
20/21 Goede apps doen meer 26/27 Het tiende jaarcongres brede school 12/13 Man in het onderwijs Sander Gordijn 14/16 In gesprek met Job van Velsen over integrale samenwerking 24/25 Filosoferen in het onderwijs 10/11 Man in de kinderopvang Alfonso Kootstra 22/23 Week van het jonge kind 2015 18/19 Stap over schaduwen heen! 28/29 Ben jij waar je doelgroep is?
Stap over de schaduwen heen!
18 Context Media | mei / juni
Algemeen - KindVak |
3
Een opdracht aan het werkveld
Er moet iets gebeuren aan de manier waarop het huidige kinddienstenstelsel is ingericht. Dit kunnen we iedere dag aflezen aan de gezichten van de kinderen. We dagen iedere volwassene uit om eens een hele dag in de schoolbank te gaan zitten en dat mee te doen met wat we van kinderen vragen, te voelen en ervaren hoe zij zich in het huidige systeem moeten aanpassen! Nieuwe veranderingen zoeken de grenzen van de wet- en regelgeving op. Om tot een herontwerp van het systeem te komen is een veelheid van betrokkenen nodig: kinderen en ouders, professionals, ambtenaren en wethouders, inspecties en medewerkers van ministeries spelen allemaal een rol. Van hen vereist dit politiek lef. Er gaan heilige huisjes omver, de totempaal wordt verplaatst. Feitelijk zien we dat er veelal eerst een crisis nodig is om tot verandering te komen. Om na een crisis dan weer in balans te komen moet je kunnen
‘Ontgroening en vergrijzing zijn daarbij een belangrijke oorzaak.’ bewegen. In veel gebieden in Nederland wordt de druk om tot verandering te komen gevoeld. Ontgroening en vergrijzing
4
| KindVak - Algemeen
zijn daarbij een belangrijke oorzaak. Ook ‘de vraag’ vanuit het kind, waaraan door één enkel instituut niet voldaan kan worden, speelt een steeds belangrijkere rol. Vanuit het perspectief van het onderwijs wordt binnen het leerstofjaarklassensysteem met 55m² leslokaal te veel gevraagd. Binnen de beschikbare 940 uur op jaarbasis voor kinderen is onvoldoende tijd om datgene aan te bieden wat nodig is voor de ontwikkeling van kinderen. Of het nu gaat over opbrengstgerichtheid of opvoeding, het voeren van een ontwikkelingsgesprek, obesitas, gezonde voeding, socialisering, muziek, omgaan met pestgedrag, meer bewegen of zwemonderwijs. Het past niet binnen het geïnstitutionaliseerde takenpakket van het onderwijs. Laat staan de vraag om de ontwikkeling
mei / juni | Context Media
van andere vaardigheden vanuit de veranderende samenleving goed in te passen. Er
wikkeling van het kind faciliteert, en het gezin ondersteunt.
‘Kijken wat mogelijk is en de voorzieningen optimaliseren en afstemmen op de vraag.’ ligt een belangrijke opdracht om de ontwikkeling van kinderen in de volle breedte te faciliteren, op een andere manier. Een kind is 5000 uur per jaar wakker. In die tijd, en in de ruimte van de wijk, liggen kansen. Alles moet in de 940 uur die de basisschool krijgt toebedeeld worden gestopt, maar juist ook in arrangementen die samen met kinderopvang, welzijn en vrijwilligers VRIJE TIJD opgezet worden liggen ontwikkelingsmogelijkheden. In iedere wijk zou een voorzieningencentrum moeten staan WELZIJN dat, afhankelijk van de vraag van het kind ZORG en zijn of haar opvoeders, diensten aanbiedt, mogelijkheden om de ont-
Context Media | mei / juni
Dit is een opdracht aan deze maatschappelijke partners om hun individuele instituutsbelangen terzijde te schuiven. Partijen moeten samen kijken naar het kindnetwerk, kijken wat mogelijk is en de voorzieningen optimaliseren en afstemmen op de vraag. Het schema in de afbeelding symboliseert een kindnetwerk. Het kind en het gezin staan in het midden. Daaromheen staan de kinddiensten en in de buitenste rand staat als een belangrijk onderdeel van PRIMAIR ONDERWIJS de kindwereld ook de virtuele wereld. Het OPVANG faciliteren van de KIND ontwikkeling van kinderen staat of valt met de kwaliteit die hier geboden kan worden. VOORTGEZET Waarom moeilijk doen ONDERWIJS als het samen kan?
Algemeen - KindVak |
5
Een goed praktijkvoorbeeld van geïntegreerde kinddiensten is de ontwikkeling in Zeeuws-Vlaanderen. De besturen van onderwijs en kinderopvang hebben een gezamenlijk masterplan gemaakt waar de ideeën voor samenwerking en integratie in beschreven staan. Het uitgangspunt hierbij is de kwaliteit van de dienstverlening, die men gezamenlijk kan realiseren. De Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) heeft in samenwerking met Leeuwendaal en het S3-netwerk een speciale training ontworpen. Naast theorie over Brede Scholen, Kindcentra, kind- en maatschappijvisie, ICT-ontwikkeling en het (kinder) brein gaat deze training ook over de persoonlijke ontwikkeling, ondernemerschap, maatschappelijke trends, het kindnetwerk, leiderschapsontwikkeling en het leiding geven aan veranderingsprocessen. Hiermee doen bestuurders de kennis en vaardigheden op die zij absoluut nodig hebben om in het toekomstige kindstelsel te kunnen excelleren.
ter beschikking heeft. Onderwijs neemt weliswaar een belangrijke plaats in maar is zeker niet de enige in de keten die van belang is voor de ontwikkeling van het kind. De kwaliteit van de gezamenlijke kinddiensten is belangrijk: passend, maatwerk, thuisnabij, gevarieerd en in een verrijkte omgeving die uitdaagt en stimuleert. Laten we dus leren van de mooie voorbeelden die de pioniers op dit gebied ons geven. Het is aan professionals, ouders, verzorgers, en ook aan u, om de ontwikkelingskansen van kinderen optimaal te benutten.
Over de auteurs: Peter Vereijken werkt als zelfstandig adviseur op het snijvlak van gemeente - onderwijs - maatschappelijke ondernemers in
We moeten op zoek naar het ‘waarom’ van de maatschappelijke voorzieningen. Het ‘hoe’ en het ‘wat’ zijn afgeleiden hiervan. Vaak draaien we het om, we zijn te veel bezig met het ‘wat’. We moeten ons opnieuw de ‘waarom’-vraag durven stellen en ons realiseren dat onderwijs slechts gemiddeld 940 uur
opvang en het sociale domein. Ook is hij co-auteur van het boek Pleidooi voor het Kind: De Ontwikkeling Centraal. Henk Derks is van origine pedagoog, werkt momenteel als adviseur en is (co-)auteur van een groot aantal publicaties, waaronder het boek Pleidooi voor het Kind: De Ontwikkeling Centraal (SWP, 2015).
Voelt u zich uitgedaagd Ga naar onze Facebook of Twitter en praat mee!
6
| KindVak - Algemeen
mei / juni | Context Media
Advertentie
Kids-F Buitenbed Veilig buiten slapen in de frisse buitenlucht zorgt voor meer weerstand door een grotere opname van vitamine D. De frisse lucht is heel goed voor de longen van jonge kinderen. Met name voor kinderen met astmatische aandoeningen en allergieën kan slapen in dit unieke stapelbed een goede oplossing zijn.
Lekker slapen in de
buitenlucht!
Door de solide wielen is het bed goed en eenvoudig verplaatsbaar en past het door bijna elke standaard deuropening. Het bed is gemaakt van duurzaam volkern (trespa soort), RVS onderdelen en voorzien van roestvaststaal horregaas in de hekwerken, waardoor insecten en andere dieren niet bij de kinderen kunnen komen. Het buitenbed kan het hele jaar door gebruikt worden. Voor speciale buitenslaapzakken, zie ook de rubriek 'beddengoed', slaapzak 4 seizoenen. Dit slaapmeubel is bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Het toepassingsgebied is professioneel gebruik in de kinderopvang. Aanbevolen matrasmaat: 118 x 58 x 8 cm (119.010). Afmeting: 203 x 122 x 74 cm (h x b x d). Het Kids-F buitenbed voldoet aan de allerstrengste eisen op het gebied van ergonomie en veiligheid. Wordt inclusief gaas op de onderste bodem geleverd. Inclusief levering- en montagekosten! Voor het buitenbed dubbel geldt: beide slaapplekken bevinden zich aan 1 zijde en worden gesloten d.m.v. 2 openslaande deurtjes met de bekende AXA grendels. 701.498 buitenbed dubbel groen 701.468 buitenbed dubbel lichtgrijs 701.467 afdekhoes
Bedden- en boxencheck
Beste/e laagstntie!
prijsgaraauw Info vi ur advise
Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, waaronder de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) valt, heeft in 2008 nadere eisen vastgesteld waaraan alle bedden en boxen per 1 januari 2016 in de kinderopvang wettelijk dienen te voldoen. Om u door het doolhof van regels te loodsen levert Kids-F Heutink u een beddencheck waarmee een van onze adviseurs het huidige aanbod aan bedden en boxen op uw kinderdagverblijf kan controleren om te beoordelen of uw meubilair voldoet aan de vernieuwde wettelijke eisen. Uit deze inventarisatie rolt vervolgens een adviesrapport inclusief investeringsplan op maat.
w w w.heutink.nl
Context Media | mei / juni
Algemeen - KindVak |
7
Hij werkt met kinderen Maak kennis met de schaarse heren van de kinderopvang en het basisonderwijs
8
| KindVak - Algemeen
mei / juni | Context Media
Mannen zijn binnen het primair onderwijs en de kinderopvang een bedreigde soort. In slechts vijftien procent van de gevallen staat er een man voor de klas. De kinderopvang kan rekenen op een schamele één tot zes procent aan mannelijke pedagogisch medewerkers. Wie zijn de (kleuter)meesters, peuterleiders en BSO medewerkers die moedig het heersende stigma doorbreken? In de driedelige portrettenreeks ‘Hij werkt met kinderen’ zocht KindVak Magazine ze op. Deze maand deel 1. Door: Emma Verweij
Context Media | mei / juni
Algemeen - KindVak |
9
Man in de kinderopvang: Alfonso Kootstra Alfonso Kootstra (35) werkte negen jaar voor een peutergroep op kinderopvang Prinses Juliana in Amsterdam, die inmiddels is overgenomen door organisatie De Kleine Wereld. Sinds anderhalf jaar is hij docent Zorg & Welzijn op ROC Amsterdam. ‘Een leuke jongen, hoor, alleen het is een man...’, stamelde een moeder toen ik als 24-jarige begon als groepsleider van haar peuter. ‘Die kan het ook’, antwoordde mijn vrouwelijke collega. Nog steeds heerst in Nederland het idee dat ‘peuterjuffen’ vrouw zijn. Ook mijn vrienden en familie reageerde verrast toen ik solliciteerde voor groepsleider op een kinderopvang. ‘We vragen iets méér van een collega’, stond vermeld in de vacature. Dat prikkelde mij. Ik had een opleiding tot sociaal pedagogisch hulpverlener achter
hij gewoon klimmen. De stempel ‘drukke jongetjes’ vind ik dan ook niks, ik noem dat liever ‘energiek’. Als oplossing richtte ik dan een stoeihoek in, waar de kinderen hun energie in kwijt konden. Natuurlijk werd er dan sociaal gestoeid: slaan mag met een zacht kussen, niet met je handen. Chaos mag soms, als het maar weer herstelt in structuur. Ik merk dat vrouwen daar veel waarde aan hechten, aan structuur, en dat hebben kinderen nodig. Ik ben een dromer. Mijn collega’s leerden mij aanpakken, ik leerde hen losser zijn. We vulden elkaar prima aan. Dat er zo weinig mannen kiezen voor een baan in de kinderopvang, heeft een praktische en een biologische oor‘Kinderopvang draait om vertrouwen, niet zaak. Praktisch omdat het nu eenmaal niet veel verdient en om het man- of vrouw-zijn.’ biologisch omdat bij het werken de rug, maar kwam moeilijk aan de bak. met jonge kinderen de verzorgende rol De ontwikkeling van kinderen interesseercentraal staat. Je afvragen wat een huiltje de me en deze job gaf de mogelijkheid van een baby betekent, dat is voor veel tot verdieping. Mijn collega’s, allemaal mannen te abstract. Daarnaast hebben dames, waren gestructureerd, punctueel we in de kinderopvang een flinke klap en verzorgend. Ikzelf was relaxter: als een gehad na de Amsterdamse zedenzaak. jongen in de boekenkast klimt, dan wil De hele week na de bekendmaking heb ik
10 | KindVak - Kinderopvang
mei / juni | Context Media
alleen maar positieve feedback gehad van ouders, maar dat gold niet voor sommige van mijn mannelijke collega’s. Heel erg. De bekende gedragswetenschapper Lauk Woltring kwam ons een hart onder de riem steken. Hij zei: ‘Mannen, wij vormen vijftig procent van de wereld. Waarom zouden we binnen de kinderopvang ineens taboe zijn?’ Ik ben te gast geweest in het discussieprogramma Debat op 2 van de NCRV. Daar maakte ik een statement: morgen ga ik weer aan het werk als groepsleider, niet als man. Woltring pleit voor méér mannen in de opvang. Daar hoop ik ook op, maar de kinderopvang heeft een imagoverandering nodig. Het gaat niet zomaar om een opvang, maar om een instituut waar je je belangrijkste bezit naartoe brengt. Waar professionals werken die zodanig zijn opgeleid, dat ze op de ontwikkeling van je
kind kunnen toezien. Na de zaak Robert M. merkte ik verandering. Maatregelen moesten zorgen voor professionalisering, maar sloegen soms door in handelen naar angst. Met meekijken over de schouder van pedagogisch medewerkers door camera’s op te hangen doe je ze tekort. Ik voelde me gebagatelliseerd. Wat ik heb geleerd van de situatie is dat het binnen de kinderopvang draait om puur vertrouwen. Ik bouwde dat op door transparant te zijn, met ouders te praten over hun kind. Ik ben gestopt als peuterleider omdat ik een nieuwe uitdaging wilde, dus ben ik een jaar gaan studeren voor docent Zorg en Welzijn. Maar als ik een uitdaging binnen de kinderopvang had gekregen, dan was ik mogelijk gebleven.’
Advertentie
Ook adverteren in KindVak Magazine?
CARD
BRUTO FORMAAT
[netto formaat + 2 mm afloop rondom.
....als kinderen je vak zijn!
minimum 2 mm binnen het netto formaat]
Vraag naar de mogelijkheden
T. 0416 532 751 M. info@conexpo.nl
Context Media | mei / juni
Kinderopvang - KindVak | 11
Man in het onderwijs: Sander Gordijn Kleutermeester Sander Gordijn (27) staat sinds 2010 voor groep 2 van CBS Het Kompas in Meppel. Daarnaast is hij ICT coördinator en geeft hij workshops aan leerkrachten over het gebruik van tablets en educatieve apps in de klas. Op zijn website MeesterSander.nl reviewt hij deze apps. ‘Mijn eerste eigen kleuterklas nam ik over van twee juffen. Een groepje bezorgde ouders klopte aan bij de directeur: ‘wat moet zo’n broekie voor de klas? En óók nog eens een man.’ Na twee weken had ik hun vertrouwen gewonnen. Op de havo zat ik tussen de jongens met mijn profiel Natuur en Techniek, maar het werkaanbod trok me totaal niet. In die tijd gaf ik voetbaltraining aan 8-jarigen en zo kwam de pabo in beeld. Eenmaal daar was ik meteen verkocht. Toch kon ik tijdens de kleuterstage mijn ei niet kwijt. Ik moest de regeltjes van de juf volgen. Dat is nu wel anders. Ik zet de klas op zijn kop: ga
Of we maken een spontaan uitstapje naar
‘Als het weer over kolven gaat, dan ga ik voetballen.’
de dierenwinkel en komen terug met een goudvis. Ik kan al mijn energie en ideeën kwijt. Waar ouders eerst aan me moesten wennen, vragen ze nu juist of hun kind bij mij in de klas mag. Ze waarderen wat ik doe. Ik nodig jongens van de pabo uit om te laten zien hoe leuk het is om te werken met kleuters. Je moet namelijk sterk in je schoenen staan om als man dit beroep te kiezen. ‘Wanneer ga je nu eens naar de bovenbouw?’, bleven mensen vragen, alsof kleutermeester zijn niet voor vol wordt aangezien. Daarnaast heb ik maar vijf mannelijke collega’s, op een school met zeshonderd leerlingen. Drie kleuterjuffen zijn mo‘Dat contact met ouders en kinderen maakt menteel zwanger, en ja, dan werken met kleuters heel gaaf.’ gaat het op het schoolplein over kolven en babyvoeding. ik lege dozen halen bij de fietsenwinkel op Dan ga ik gauw een balletje trappen met de hoek en bouwen we kastelen in de klas. de kinderen. Hoewel meesters wat stoer-
12 | KindVak - Primair onderwijs
mei / juni | Context Media
Advertentie
‘Interessant lezingenprogramma! Veel gehoord wat zeer toepasbaar is in het primair onderwijs.’
‘Erg leuk evenement! Heel geïnteresseerd en betrokken publiek. We komen in 2016 zeker terug!’
Juliette van Beurden Docent groep 5
Barbara Geomini Ookidoo
KINDVAK 2016
‘Zeer interessante gesprekken gevoerd. Veel gerichte informatie!’
28 T/M 30 JANUARI U KOMT TOCH OOK! GA NAAR KINDVAK.NL
Jeanette Koopmans Directeur kinderdagverblijf
CARD CARD
BRUTO FORMAAT
BRUTO FORMAAT
KindVak is hét overkoepelende vakevent voor alle professionals die werken met kinderen tot 16 jaar.
[netto formaat + 2 mm afloop rondom.
[netto formaat + 2 mm afloop rondom.
....als kinderen je vak zijn!
minimum 2 mm binnen het netto formaat]
....als kinderen je vak zijn!
minimum 2 mm binnen het netto formaat]
der zijn, vind ik niet dat juffen verplicht moeten gaan voetballen, ofzo. Dat is geforceerd. Daarentegen zit ik natuurlijk net zo goed in de zandbak en verwissel ik natte broeken, dat hoort erbij. Simpelweg meer mannen voor de klas zou ideaal zijn. Zij hebben een andere manier van omgaan, een ander wereldbeeld. In hoofdlijnen is iedere klas hetzelfde, de regels van het onderwijs moeten gevolgd worden. Wat kinderen bijblijft is de persoonlijke insteek van de leerkracht en daarom is diversiteit
zo belangrijk. Het leukste aan kleutermeester zijn is dat je echt onderdeel bent van het gezin. De kinderen maken mij iedere dag mee, ik behoor tot hun wereldje. Een Italiaanse vader die voorheen bij de directeur had gestaan, trakteerde me pas geleden op een zelfgemaakte cappuccino in de klas. Stond hij daar melk te kloppen om tien voor half negen ‘s ochtends. Dat contact met ouders en kinderen maakt werken met kleuters heel gaaf.’
Mannen voor de klas & groep. Ga naar onze Facebook of Twitter en praat mee! Context Media | mei / juni
Primair onderwijs - KindVak | 13
In gesprek met Job van Velsen over integrale samenwerking
Job van Velsen is voormalig basisschooldirecteur, voormalig directeur van een Brede School en sinds haar oprichting werkzaam als projectleider bij het Landelijk Steunpunt Brede Scholen. Daarnaast is hij directeur van Etuconsult, een adviesbureau op het gebied van vernieuwende onderwijsconcepten, Brede Scholen en Integrale Kindcentra (IKC’s). KindVak Magazine sprak met hem over de uitgangspunten die nodig zijn om tot een daadwerkelijk integraal kindstelsel te komen. 14 | KindVak - Primair onderwijs
mei / juni | Context Media
Waarom is het van belang dat kinddiensten samenwerken? Het credo dat in het kantoor van Etuconsult op de muur geschreven staat is volgens mij het uitgangspunt voor iedere professional rondom kinderen: “de wereld van de toekomst is wat kinderen er van maken.” Dat vraagt meer samenwerking tussen instellingen en organisaties die met kinderen werken; kinderopvang, welzijn en (jeugd)zorg. De school fungeert in die samenwerking als middelpunt, die naar de oorspronkelijke betekenis van het woord scholè wordt ingevuld. It takes a village to raise a child en samen kom je verder. Het is in deze tijd toch niet meer dan logisch dat professi-
‘De wereld van de toekomst is wat kinderen er van maken.’ onals op scholen, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en andere instellingen samen gaan werken? Hierdoor wordt kennis op een goede manier overgedragen en gedeeld, weten professionals van elkaar wie op welk moment wat met een kind doet en kent men elkaars verantwoordelijkheden. Daar hebben ouders, professionals maar vooral de kinderen profijt van! Wat zijn de uitgangspunten voor samenwerking tussen kinddiensten? Ieder kind ontwikkelt zich op een andere manier. Kinderen zouden in hun jeugd in ieder geval moeten leren zelfstandig te werken, liefde te hebben voor de maatschappij, kennis op te doen en leren ver-
Context Media | mei / juni
antwoordelijk te zijn voor henzelf en anderen. Ervaring moet, afhankelijk van de omgeving en het individuele kind, uitwijzen welke aanpak het beste werkt. Het uitgangspunt van een integrale samenwerking binnen kinddiensten zou moeten zijn dat er gekeken wordt naar wat een kind zelf nodig heeft. De ‘waarom’-vraag bij een IKC, de reden waarom de ontwikkeling van een kind centraal moet staan binnen onderwijs, zorg en opvang, wordt vaak overgeslagen. Dit leidt er toe dat er bijvoorbeeld tot wel 10 verschillende organisaties om één zorgbehoevend kind heen staan, die allen op een bepaalde manier hun invloed uitoefenen. Gebrekkige samenwerking binnen de kinddiensten is vaak funest voor een efficiënte aanpak en dus voor kinderen. Het is niet zo dat iedere plek (wijk, buurt, stad, dorp) gelijke behoeften heeft. In een wijk waar bijvoorbeeld veel allochtone kinderen wonen is een andere aan-
‘Samenwerking is niet afhankelijk van financiële middelen.’ pak gewenst dan in een wijk waar vooral hoogopgeleide tweeverdieners wonen. Per IKC-locatie zou het aanbod dan ook kunnen verschillen, maar altijd afgestemd moeten worden op de vragen en behoeftes van de kinderen en de ouders. Bijvoorbeeld: op de ene plek zouden bijvoorbeeld meer zorgprofessionals betrokken moeten worden, ergens anders zijn wellicht docenten Kunst en Cultuur gewenst.
Primair onderwijs - KindVak | 15
Vervolgens moet er gekeken worden welke partners daarbij het beste een bijdrage kunnen leveren, en daarna naar een afstemming tussen deze partners en naar de kansen die de wijk, omgeving of stad verder te bieden heeft om het aanbod beter te maken of te verrijken. Gelijkwaardigheid en respect zijn kernwaarden binnen de kinddiensten. Iedereen, van onderwijzer tot arts tot pedagogisch medewerker, werkt met dezelfde kinderen. Hiërarchische structuren binnen een Brede School zijn daarom niet direct gewenst: iedere betrokkene zou dezelfde ‘mindset’ moeten hebben, met het kind als bindende factor. Scholen blijven echter wel vaak de grootste partij, in ieder geval de belangrijk-
mogelijk om tot de gewenste uitkomsten te komen. Het kan allemaal wel wat makkelijker, en dan zou een stelselwijziging helpen. Maar dat is echt een kwestie van lange adem en de krachten bundelen. Ondertussen kan je in de praktijk heel veel realiseren op het gebied van IKC’s. Samenwerking is niet afhankelijk van financiële middelen. Een integrale samenwerking met de huidige financiële middelen mogelijk, mits verschillende partijen met elkaar naar slimme, en soms ook andere oplossingen zoeken. Het huidige versnipperde financieringsstelsel en wisselende visie vanuit de overheid, of het ontbreken ervan, levert soms wel hindernissen op. Gelukkig is de Nederlandse overheid betrokken bij het kijken naar waar
‘Alleen loop je harder, samen kom je verder. Dat vraagt geven en nemen, van onderwijs, opvang en alle eventuele andere partners.’ ste vindplaats van kinderen in de leeftijd van ongeveer 3 tot ongeveer 12 jaar, of als dat relevant is, van 0-12 jaar. Hierdoor zou de school haast ‘van nature’ de rol op zich moeten pakken de samenwerking initiëren, borgen en ervoor moeten zorgen dat de gekozen aanpak niet afhankelijk is van specifieke personen binnen een Brede School of IKC. Het onderwijs blijkt vaak de spin in het web van de kinddiensten, versterkt en verrijkt door relevante partners van waaruit alle andere factoren met elkaar in verbinding staan. Alleen loop je harder, samen kom je verder. Dat vraagt geven en nemen, van onderwijs, opvang en alle eventuele andere partners. Is er voor wat u hier zegt niet een wijziging van het huidige stelsel nodig? Om deze integrale samenwerking te bereiken is een stelselwijziging niet direct noodzakelijk. Binnen het huidige kindstelsel en middels de huidige wetgeving is er veel
16 | KindVak - Primair onderwijs
de knelpunten voor Brede Scholen en IKC’s liggen en hoe die opgelost kunnen worden. Goed om zowel op politiek, bestuurlijk als operationeel niveau de handen ineen te slaan. Overigens zijn scholen vaak nog erg naar binnen gericht. Ze geven op een eenzijdige manier invulling aan het begrip school. En dat terwijl ‘school’ juist zo’n rijk woord is! In het Grieks betekent het woord scholè ‘studie’, ‘liefhebberij’ en ‘vrije tijd’. Het is dus de invulling die een maatschappij aan een begrip geeft die bepaalt wat voor invulling eraan wordt gegeven. Het komen tot een IKC begint bij inspiratie, visie, ambitie en kennis. Uiteindelijk zijn mensen zelf verantwoordelijk voor het al dan niet slagen van een project of een visie. Kennis en ervaring op onderwijsgebied zijn wijdverbreid en overal beschikbaar. Het vergt dus allereerst een persoonlijke overtuiging om tot een integraal kindcentrum te komen. Auteurs: Jon Roozenbeek en Thom Roozenbeek
mei / juni | Context Media
Advertentie
Context Media | mei / juni
Primair onderwijs - KindVak | 17
Stap over de schaduwen heen!
Jeugdzorg is per 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid van de gemeenten. De transitie van de jeugdzorg is een feit! De verwachte transformatie is echter nog steeds een punt van discussie. En ook dat is een feit wat door veel mensen die bij deze transformatie zijn betrokken, dagelijks wordt ervaren. Als raadslid in een kleine gemeente heb ik enigszins een beeld van hoe dit proces is verlopen. Als manager in de jeugdzorg en als projectleider ben ik betrokken bij deze transformatie en zie ik dat er al veel is geregeld, maar ook nog heel veel niet. Gemeenten waren en zijn druk doende met de hele uitvoering van deze transformatie en pakken hun taak serieus op. Echter, om goed zicht te krijgen op de complexiteit van de jeugdzorg en het jeugdbeleid, en dat vervolgens ook goed vorm te geven, is tijd nodig. Een belangrijke taak van de
saties die met en voor kinderen, jeugdigen en hun ouders werken. Daar kan en moet een gemeente regie op voeren. Het gaat in de eerste lijn om de samenwerking en samenhang tussen de kinderopvang, peuterspeelzalen en het onderwijs met de voorzieningen als de jeugdgezondheidszorg, schoolmaatschappelijk werk, welzijnswerk, enzovoort. Deze werken vaak al samen in een Centrum voor Jeugd en gezin of in een sociaal team. In tweede instantie komen daar de hulpverleningsorganisaties als de instellingen voor jeugdhulp en geestelijke
Een belangrijke taak van de gemeeten is dat zij het lef moeten hebben om het jeugdbeleid écht anders vorm te geven. gemeenten is mijns inziens dat zij het lef moeten hebben om het jeugdbeleid écht anders vorm te geven. De verschillen tussen gemeenten zijn groot, en er worden dan ook hele verschillende keuzes gemaakt. Wat altijd aan de orde is, is dat de gemeenten de samenwerking kunnen bevorderen tussen mensen en tussen organi-
18 | KindVak - Jeugdzorg
gezondheidszorg nog bij. De vraag is hoe de mensen die met kinderen en jongeren werken zich staande houden in deze grote stelselwijziging. Er wordt veel verwacht en toch zijn de verwachtingen niet altijd duidelijk. Procedures veranderen, werkwijzen veranderen, registraties en systemen veranderen, maar dat werkt nog niet allemaal
mei / juni | Context Media
even goed. In dit overgangsjaar wordt hard gewerkt om de processen en systemen te stroomlijnen. Echte veranderingen en beweging komen van onderaf. Daar vooral moet de transformatie gaan plaatsvinden. En ook daar liggen de kansen in samenwerking en verbinding. Het is belangrijk om mee te bewegen in deze ontwikkeling en te onderzoeken waar nog meer mogelijkheden liggen. En ik schrijf bewust “nog meer”, want er wordt al veel gedaan in de samenwerking. Belangrijk is dat mensen zich niet laten belemmeren door onduidelijke procedures en nog niet ingevulde randvoorwaarden. Zo vaak wordt gezegd dat de mensen in de uitvoering elkaar wel weten te vinden en dat daar al “van alles” gebeurt in de samenwerking. Ik kom al jaren veel mensen tegen die met en voor kinderen werken. Wat deze mensen gemeen hebben is een enorme betrokkenheid en drive om het goed te doen en
voor de kinderen en jongeren het verschil te maken. Door kinderen te ondersteunen en uit te dagen in hun ontwikkeling en het opgroeien een stukje beter en mooier te maken. Laat je niet belemmeren door alle wijzigingen en volg je hart en je passie. Wees ondernemend in het belang van de kinderen en jeugdigen, zoek elkaar op en versterk elkaar. Stap over de schaduwen heen en wees daarmee een voorbeeld voor het bestuurlijk kader!
Over de auteur: Maria Bolt was voorheen bestuurder in de kinderopvang, manager in de jeugdzorg en is heden zelfstandig adviseur en projectleider vanuit Bolt&BO. Meer informatie vindt u op www.BoltBO.nl
Context Media | mei / juni
Jeugdzorg - KindVak | 19
Goede apps doen meer
Een tablet is een medium, net zoals televisie en radio dat zijn. Het grote verschil zit erin dat kinderen zelf iets met een app kunnen doen. Hoe lang zij op een tablet actief zijn zegt in principe niets over de speelwaarde van de mogelijkheden van tablets. Ik bekeek welke apps er beschikbaar zijn voor 0-6 jarigen, en onderzocht hoe zij de waarde van het spelen voor deze jonge kinderen kunnen vergroten. Er zijn, grof gezegd, drie soorten apps beschikbaar voor 0- tot 6-jarigen: • Luisterboeken zonder (veel) extra mogelijkheden. • Verhalen met toegevoegde waarde zoals animaties, audiomogelijkheden, 3D, en het kunnen laten bewegen van dingen op het scherm. Deze apps zijn in feite combinaties van verhalen en spelletjes. • Spelletjes zonder verhaal. Dit zijn spelletjes gericht op leren, soms compleet met toetsen en kindvolgsystemen. Meer speelwaarde Alle door mij bekeken apps bieden zeer veel mogelijkheden. Iedere soort app kan op verschillende vlakken meer of minder extra’s bieden. Allereerst is het tot mijn verbazing lang niet altijd mogelijk om het geluid uit te
20 | KindVak - Algemeen
zetten en kinderen zelf het verhaal te laten vertellen of de tekst op het scherm te laten voorlezen. Er kan wat mij betreft meer met tekst worden gedaan, bijvoorbeeld wanneer een appgebruiker de doorloopsnelheid van de teksten zelf kan instellen of opties in kan schakelen die zelf lezen stimuleert (zoals het één voor één laten oplichten van woorden). Ten tweede kan er meer worden gedaan met de verhalen die in apps worden verteld. Kinderen mogen kunnen spelen met deze verhalen, bijvoorbeeld door de kleding van personages zelf uit te mogen zoeken. Een tablet biedt de mogelijkheid om kinderen meer te laten doen dan plaatjes kijken en teksten lezen. Er kan bijvoorbeeld een niet-lineair verhaal worden verteld, zoals bij de Roodkapje-app, waarin je zelf kunt kiezen welk bospad ze kiest, waardoor er verschillende verhaallijnen te volgen zijn die elk tot een andere afloop van het verhaal kunnen leiden.
mei / juni | Context Media
Ten derde is de kwaliteit van de apps zelf belangrijk. Ik denk hierbij aan goed, zuiver geluid, en goed ingesproken stemmen in duidelijk Nederlands. Soms zijn de stemmen in de apps echt tenenkrommend. Om kinderen echt te kunnen laten spelen moeten de apps prettig zijn om naar te luisteren, niet te vaak hetzelfde deuntje herhalen en zorgen voor een prettige luisterervaring.
den geprezen als zij iets gepresteerd hebben. Dit motiveert hen om door te gaan met het volgende level. Ook is het handig om terug te kunnen keren naar het hoofdmenu, zodat je kan verdergaan waar je gebleven bent wanneer je wilt. Kortom, apps zijn net speelgoed, maar dan anders. Goed ontworpen apps kunnen kinderen enorm veel plezier bieden, en hen
‘Goed ontworpen apps kunnen kinderen enorm veel plezier bieden, en hen ook nog spelenderwijs iets leren.’ Ook op visueel gebied is de kwaliteit belangrijk. De tekenstijl moet bovendien passen bij de beoogde leeftijd: peuters hebben een heldere vormgeving nodig, weinig details, en herkenbaarheid uit het dagelijks leven. Kleuters willen juist veel details, nuances, verschillende kleurpatronen en een fantasievolle vormgeving. Jammer genoeg houden veel apps hier te weinig rekening mee door bijvoorbeeld te veel nuances aan te brengen en te felle kleuren te gebruiken in apps die specifiek op peuters gericht zijn. Ten vierde vind ik de waardering voor simpele acties vaak veel te enthousiast. De app schreeuwt vaak al “goed zo!”, “geweldig!” en “fantastisch!” als een kind iets heel eenvoudigs correct uitvoert. Ik vind dat dit het vertrouwen in kinderen devalueert. Ook zijn nuance en balans in prestaties en moeilijkheid van belang. Sommige spellen bieden erg weinig variatie, en anderen juist weer onoverzichtelijk veel. Door het herhalen van acties en oefeningen ontwikkelingen kinderen vaardigheden, maar dit moet wel gepaard gaan met een progressieve moeilijkheidsgraad. Wel is het goed dat kinderen wor-
Context Media | mei / juni
ook nog spelenderwijs iets leren. Kinderen verdienen het om andere spelletjes te doen dan simpelweg sorteren en selecteren. Ontwerpers wens ik inspiratie toe om apps te gebruiken om kinderen te laten spelen, te bewegen met hun hele lijf, te laten fantaseren, en met nieuwe dingen kennis te latenmaken.
Over de auteur: Marianne de Valck werkt bij Adviesbureau Spelen en Speelgoed; www.speelgoedadvies.nl
Algemeen - KindVak | 21
Week van het jonge kind 12 t/m 18 april 2015
Het is dit jaar inmiddels het derde jaar op rij dat er landelijk aandacht gevraagd werd voor de Week van het Jonge Kind, bedoeld voor kinderen van 0 t/m 6 jaar. In 2013 werd dit van origine Amerikaanse concept door Ileen Purperhart (Hestia Kinderopvang) voor het eerst in Nederland geïntroduceerd. De Week van het Jonge Kind is voor iedereen die betrokken is bij het jonge kind. De bedoeling van deze week is om aandacht te vragen voor de zo belangrijke, eerste jaren van het kind en om te laten zien wat er
Het idee was om lokaal openingscongres organiseren en daarnaast, geheel in lijn met de Amerikaanse moedervariant, uit te breiden met een evenement voor ouders en hun kinderen.
‘De bedoeling van deze week is om aandacht te vragen voor de zo belangrijke eerste jaren van het kind.’ in het land gebeurt voor jonge kinderen en de gezinnen waarin zij opgroeien. Ouders kunnen deze week in gesprek gaan met iedereen die betrokken is bij de opvoeding van hun kind(eren) om zo te laten weten wat zij belangrijk vinden. In 2014 werd voor het eerst een landelijk openingscongres in Amsterdam georganiseerd en dit was een groot succes. Veel partijen deelden belangeloos hun kennis en gaven presentaties waarbij uit verschillende hoeken naar de ontwikkeling van het jonge kind werd gekeken. Ik was er bij en dacht, dat gaan we in Almere ook doen!
22 | KindVak - Kinderopvang
Omdat we het evenement een lokaal accent wilden geven zijn kozen we er voor om naast het landelijke thema” Spelen is meer dan spelen” een onderliggend thema voor Almere te kiezen. Dat werd “De verbinding tussen de beroepsgroepen die actief zijn in het werkveld jonge kind in Almere, met name zorg, welzijn, kinderopvang en onderwijs”. We nodigden professionals uit deze beroepsgroepen uit en zo formeerde zich een werkgroep die al brainstormend tot een mooi programma voor het openingscongres kwam. Inspirerende sprekers in de ochtend en prikkelende work-
mei / juni | Context Media
shops in de middag. Deze werkgroep had hiernaast een zeer belangrijke rol in het doorgeven van informatie aan hun achterban. Zo werd de “Week” en de evenementen erin iets wat gezamenlijk door de verschillende beroepsgroepen gedragen en uitgedragen werd. Met sponsoring van de CEDgroep, De Kinderkliniek Almere, de Gemeente Almere, Places to Work Almere en het Oké punt Almere hebben we een mooi openingscongres kunnen organiseren. Op 10 april was het eindelijk zo ver. Na de opening door Burgemeester Jorritsma spraken hoogleraren Paul Leseman en Louis Tavecchio over het thema “Spelen is meer dan Spelen” en liet Marianne de Valck haar immer inspirerende licht op dit onderwerp schijnen. Ook de kunst deed bij ons mee: Ingrid Wolff, artistiek directeur van het festival 2 Turven Hoog nam ons mee in de wereld van “Kunst voor de allerkleinsten”. Na de lunch en informatiemarkt volgde maar liefst 10 verschillende workshops om te volgen. De onderwerpen varieerden van, onder meer: “Het belang van spelen voor baby’s” tot “Ouderbetrokkenheid in het werkveld jonge kind”, van “Teach like a champion voor het Jonge Kind “
Context Media | mei / juni
van de CEDgroep tot “Waarom kinderen niet spelen” van Liliane Limpens van de Poppenvilla. Na deze inspirerende dag voor professionals was het op 11 april de beurt aan de ouders en hun kinderen. Ruim 500 bezoekers werden geteld op deze dag, waar professionals vanuit het werkveld Jonge Kind zich presenteerden met hun diensten en producten. Bij elkaar een fantastische start van de Week van het Jonge Kind in Almere 2015 Op naar een volgende editie! Kijk op de websites voor meer informatie: www.weekvanhetjongekindalmere.nl www.weekvanhetjongekind.nl
Over de auteur: Marije Magito is eigenaar van Mooi Werk training & coaching en Baby Sensory Almere, bestuurslid bij de VSN en initiator van de Week van het Jonge Kind Almere.
Kinderopvang - KindVak | 23
Filosoferen in het onderwijs
Geïnspireerd door filosoof Kristof van Rossem ben ik gestart met filosoferen met kinderen. ‘Filosoferen is een ambacht’, riep Kristof, en ‘het is geen vak’. Je kan het niet leren door er over te lezen, je leert het door te doen. Ik wilde dit ambacht ook gaan toepassen in mijn lesprogramma. Één keer in de zes weken filosofeer ik met de kinderen uit mijn groep. Het filosoferen gebeurt gestructureerd en is vergelijkbaar met een reguliere les. Ik ben van mening dat er in het dagelijks onderwijs onbewust veel wordt gefilosofeerd door kinderen en leerkrachten. In een klas en tijdens lessen ontstaan er veel vragen. Het grote verschil tussen onbewust en bewust filosoferen zit in de aanbieding. Voor bewust filosoferen wordt tijd vrijgemaakt. Onbewust filosoferen is kinderen proberen regelmatig te laten nadenken over de vragen die ze
moeten nadenken over een antwoord op hun eigen vraag. In mijn ogen is dat ook filosofie. Filosoferen hoeft namelijk niet altijd een goed antwoord op te leveren. Nadenken over een vraag kan kinderen namelijk ook inzicht opleveren, waardoor ze dit soort verschillen misschien beter gaan begrijpen.
Tijdens de filosofieles gaan we met zijn allen in de kring zitten. Ik herhaal voor elk gesprek de belangrijkste regel uit: alles wat je zegt is goed. In het midden van de kring zet ik een kaars neer. Wanneer ik de kaars ‘Ze moeten nadenken over een antwoord aansteek begint het filosoferen en leg ik kinderen een op hun eigen vraag.’ vraag voor. Bijvoorbeeld: kan hebben. Bijvoorbeeld de vraag: Waarom er een wereld bestaan zonder oorlog? De mogen de kinderen uit groep 2 langer buikinderen gaan het gesprek met elkaar aan tenspelen dan wij? Zo’n soort vraag koppel met mij als gespreksleider. Ik wijs aan welik regelmatig terug door hen zelf de vraag ke kinderen de beurt krijgen, vraag door te stellen: waarom denk jij dat de kinderen op antwoorden en vat kort samen wat er uit groep 2 langer mogen buitenspelen? Ze gezegd wordt. Een kind mag mij corrigeren
24 | KindVak - Primair onderwijs
mei / juni | Context Media
als mijn samenvatting niet klopt. Ook zorg ik ervoor als gespreksleider dat de leer-
Maar niet alleen ik leer van de gesprekken. Mijn leerlingen leren beter naar elkaar te luisteren en ontwikke‘Ik filosofeer graag met kinderen, omdat len een nieuwsgierige en onderzoekende houding. we in een gesprek verwonderd raken.’ Ze leren dat een vraag niet is lingen niet te veel afdwalen van de vraag. beantwoord met één antwoord, maar dat Een gesprek duurt hoogstens 20 minuten. je kunt en mag doorvragen naar meer. Wanneer ik de kaars uitblaas stopt het filosoferen. Een gesprek heeft altijd een open Over de auteur: einde, want tijdens de les gaan we niet op Tjeerd Hilhorst (24 jaar) zoek naar absolute antwoorden: we gaan is leerkracht in groep 6, 7 en 8 van de op zoek naar wat wij denken. Montessorischool
Ik filosofeer graag met kinderen, omdat we in een gesprek verwonderd raken. Verwonderd over hoe de wereld in elkaar zit. Grote levensvragen worden beantwoord door kinderlogica. Wij volwassenen kunnen van deze logica nog veel leren.
in Wassenaar.
Filosoferen in de klas. Wat vind jij? Ga naar onze Facebook of Twitter en praat mee! Context Media | mei / juni
Primair onderwijs - KindVak | 25
Het tiende jaarcongres brede school
Op donderdag 23 april 2015 werd het tiende Jaarcongres Brede School in de Jaarbeurs te Utrecht gehouden. Er waren honderden professionals uit het werkveld van zowel bestuurlijk als uitvoerend niveau aanwezig. Een mooie samenkomst tussen mensen uit het onderwijs en kinderopvang. Na een opening van dagvoorzitter Job van Velsen hield Prof. dr. Peter van Lieshout een inspirerende lezing over hoe economie en onderwijs steeds dichter bij elkaar komen en dat het onderwijs altijd een stug bewegend orgaan is gebleven. ‘Voor artsen wordt elk jaar 2 miljard euro geïnvesteerd aan extra opleidingen en cursussen, zodat
Nadat iedereen een workshop naar keuze had gevolgd (onder andere over het opzetten van een IKC en Passend Onderwijs op een Brede School) werd er gedebatteerd. Drs Henk Pijlman, lid college van Bestuur Hanzehogeschool Groningen, Gerald van de Burgwal, directeur-bestuurder Stiching Brede Scho‘Professionals werkzaam vertellen nieuwe ontwikkelingen len Haarlemmermeer en en delen kennis over innovatieve initiatieven die Martijn van bijdragen aan de ontwikkeling van de brede school.’ der Kroef, algemeen directeur zij zich blijven ontwikkelen en verbeteren. Kinderrijk, lieten elk hun uitgesproken Een enorm contrast met de krappe bedravisie horen. Vervolgens presenteerde Anke gen binnen het onderwijs’, aldus van LiesDerks met bevlogenheid het boek waar ze hout. Vervolgens hield Drs. Frank Studulski co-auteur van is: Pleidooi voor het kind, een zeer goede presentatie over 21ste dat iedere deelnemer aan het congres als eeuwse vaardigheden. In zijn enthousiasgeschenk mocht ontvangen. Ter afsluiting me vergat hij even de tijd en ontnam de van het plenaire gedeelte nam Anette deelnemers helaas enkele minuten kostvan Valkengoed, directeur van Laterna bare koffietijd. Magica in Amsterdam, de zaal mee in
26 | KindVak - Algemeen
mei / juni | Context Media
haar enthousiasme door te laten zien dat een succesvolle samenwerking en passie kunnen leiden tot een bloeiend integraal kindcentrum. Na nog een workshop naar keuze was er uiteraard nog tijd voor een hapje en een drankje en werd er succesvol genetwerkt.
tussen onderwijs en kinderopvang centraal stond. Deze twee werelden komen langzaam maar zeker steeds dichter bij elkaar. Dit is niet alleen te zien aan het snel groeiende aantal Brede Scholen en IKC’s, maar ook aan het fantastische enthousiasme van de deelnemers.
Het was al met al een leerzame en inspirerende dag, waarbij de samenwerking
Auteurs: Jon Roozenbeek en Thom Roozenbeek
10E JAARCONGRES BREDE SCHOOL. MET 21STE EEUWSE VAARDIGHEDEN NAAR EEN BREDE ONTWIKKELING. Context Media | mei / juni
Algemeen - KindVak | 27
Ben jij al waar je doelgroep is? Uit onderzoek van Newcom in 2015 blijkt dat 98% van de Nederlandse jongeren actief is op social media. Terwijl zij voortdurend delen waar ze mee bezig zijn en contact hebben met bekenden en onbekenden over de hele wereld, maken wij ons als professionals in de jeugdzorg en het onderwijs vooral druk om de negatieve kanten van social media. Cyberpesten, grooming en misbruik maken van Snapchat zijn helaas zaken waar we allemaal wel eens van gehoord hebben. Met name docenten zien in de klas vaak de gevolgen van cyberpesten, en in de jeugdzorg treffen professionals regelmatig meiden (èn jongens!) die slachtoffer zijn geworden van digitale kinderlokkers. En dat maakt onze weerstand tegen het gebruik van social media door ‘onze’ kinderen en jongeren vaak alleen maar groter. Maar is dat wel reëel? Kunnen we deze gevaren voorkomen? Pesten en kinderlokken is echter iets van alle tijden – helaas – en het is aan ons als opvoeders
“Nee joh, social media gebruik je alleen privé.” om kinderen en jongeren hier zoveel mogelijk tegen te beschermen door hen voor te lichten. Maar voorlichten kan alleen als je kennis hebt over het onderwerp, en daar lijkt het juist aan te ontbreken als het gaat over social media. Toen ik net werkzaam was als jeugdre-
28 | KindVak - Jeugdzorg
classeerder merkte ik dat ik door mijn eigen gebrek aan kennis over social media, al snel met het waarschuwend vingertje ging wijzen op het moment dat ik met een jongere in gesprek was over dit onderwerp. En dat, terwijl ik zelf een ware social-media-addict bleek, met profielen op Hyves en Facebook. Studenten van sociale studies gebruiken zelf massaal social media, maar als ik hen vraag of ze er ook iets mee doen richting cliënten, dan is het antwoord vaak: “nee joh, social media gebruik je alleen privé”. Na me jaren verdiept te hebben in het onderwerp en erover gesproken te hebben met vele jongeren, kan ik maar tot één conclusie komen: pas als we weten wat onze doelgroep bezig houdt, kunnen we beter begrijpen wat er gebeurt en daar op aansluiten. Daarmee wil ik niet zeggen dat iedere professional in de jeugdzorg of het onderwijs nu direct op allerlei social media actief moet gaan worden, maar naar mijn
mei / juni | Context Media
mening is het wel van belang voor professionals om te weten dat social media een groot deel van het leven van onze kinderen en jongeren uitmaakt en dat zij er over kunnen en zelfs moeten praten
wordt. Wees transparant in wat je als professional doet op social media (kijk je wel eens op het profiel van je cliënt?) en wees duidelijk in wat de cliënt van jou kan verwachten (ben je nu ineens wel 24 uur per
Cyberpesten, grooming en misbruik maken van Snapchat zijn helaas zaken waar we allemaal wel eens van gehoord hebben. met hun doelgroep. Wees nieuwsgierig en leergierig, en laat het kind of de jongere jouw docent zijn op dit gebied. En besef dat kinderen en jongeren niet zullen stoppen met het gebruik van social media. Immers: ‘iedereen’ is er te vinden en het maakt communicatie zoveel makkelijker, ook al gebeuren er soms niet zo’n leuke dingen. Een stapje verder is het middel zèlf gebruiken in het contact met kinderen en jongeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een zakelijk account op Facebook, waar je algemene informatie deelt die voor je cliënten interessant is en waarnaar je hen kunt verwijzen. Dit account kun je ook gebruiken om contact te hebben met kinderen en jongeren (en hun ouders, die ook steeds meer gebruik maken van social media). Hierbij gelden wel een aantal spelregels om de privacy van hen en die van jou te bewaken. Zo mag je bijvoorbeeld geen contact hebben over casuïstiekgerichte informatie via de social media kanalen, omdat deze informatie gebruikt kan worden door derden (en dat is in overtreding met de Nederlandse wetgeving, geldt ook voor Whatsapp!). Echter, iemand herinneren aan een afspraak of een telefoontje aankondigen zonder de ins en outs te noemen kan wel. Een andere belangrijke spelregel is dat je van tevoren met je cliënt hebt afgestemd voor welk doeleinde social media gebruikt
Context Media | mei / juni
dag beschikbaar?). We moeten niet vergeten dat social media slechts een middel is, een techniek, waarmee we kunnen communiceren. De regels omtrent wanneer we het gebruiken en waarvoor, bepalen we echter nog steeds zelf, in overeenstemming met onze cliënten. Meer weten over dit onderwerp en over hoe je social media kan toepassen in de jeugdzorg en het onderwijs? Ik nodig je graag uit deel te namen aan één van de trainingen die ik de komende tijd verzorg: http://www.ces-educatie.nl/aanbod/52/eendaagse-training-sociale-media-in-het-speciaal-onderwijs.html http://www.ces-educatie.nl/aanbod/48/ eendaagse-training-social-media-in-de-begeleiding-van-jongeren.html http://www. rinogroep.nl/B1567
Auteur: Kelly de Vries Social media en online hulpverlening in de (jeugd)zorg | workshops, trainingen, projecten | zzp’er | jeugdreclassering
Jeugdzorg - KindVak | 29