CARD
BRUTO FORMAAT
[netto formaat + 2 mm aoop rondom.
....als kinderen je vak zijn!
minimum 2 mm binnen het netto formaat]
Hoe vergroot je het plezier in je werk Passende zorg complexe kinderen vraag om samenwerking expertises Hoe maken kinderen met Autisme Spectrum Stoornis contact? In gesprek met Anje Ros, Lector Leren en Innoveren bij Fontys Hogenscholen
Voorwoord Met het beëindigen van de vakantieperiode is in Nederland een prima nazomertijd aangebroken. Waar mogelijk zullen we hier nog van profiteren, maar de vrijblijvendheid van een vakantie-agenda is helaas niet meer aan de orde: planningen staan vast, doelstellingen zijn beschreven. Er is weer werk aan de winkel. Ook de redactie van jouw digitale vakmagazine moest weer volop aan de bak en produceerde opnieuw een interessante uitgave over nieuws, wetenswaardigheden en ontwikkelingen in jouw vakgebied. Voor onze hoofdredacteur Jon Roozenbeek gaat er per oktober een belangrijke wijziging plaatsvinden wat betreft zijn werkplek. Jon heeft per 1 oktober een nieuwe baan. Hij gaat promoveren aan de Universiteit van Cambridge. Zijn onderzoek gaat over de mediastrijd in Oekraïne en Rusland, en de invloed daarvan op de Oekraïense identiteit. Hij heeft er enorm veel zin in en kan niet wachten om te beginnen. We zijn blij dat we hem toch aan ons blad kunnen blijven binden: skype, whatsapp en voip bieden hiervoor uitstekende mogelijkheden. Namens het team wens ik Jon heel veel succes toe en bedank ik hem voor zijn bereidheid om verbonden te willen blijven aan ons blad. Ook in deze editie vind je weer leuke en interessante thema’s: We duiken in de actualiteit rondom ‘complexe’ kinderen met meerdere psychischeen/of gedragsstoornissen. Deze kinderen de juiste zorg kunnen bieden is een grote uitdaging, aldus (jeugd)zorgprofessionals. Met Anja Ros, lector Leren Innoveren bij Fontys Hogeschool Kind en Educatie spraken we over haar werkzaamheden voor Pabo-opleidingen en opleidingen Pedagogisch Management Kinderopvang. Ook gaan we verder in op de ontwikkelingen rondom de transitie binnen de Jeugdzorg. Deze en andere artikelen bieden je weer een mooie inkijk in ontwikkelingen binnen je vakgebied. Heb jij ook nieuws te melden of wil je een thema aan de orde stellen? Wij nodigen je graag uit om met ons hierover in overleg te gaan om te zien of we je wens vorm kunnen geven in dit magazine! Voor nu wens ik je veel lees- en werkplezier toe!
Wim Koemans Directeur ConExpo bv / organisator KindVak ConExpo info@ConExpo.nl
2
| KindVak - Algemeen
Colofon KindVak Magazine verschijnt 6x per jaar
KindVak Magazine is een uitgave van Context Media i.o.v. ConExpo bv Postbus 97, 5150 AB Drunen T. 0416 53 27 51 E. Kindvakmagazine@ conexpo.nl
Redactie Hoofdredactie
Jon Roozenbeek Redacteuren
Thom Roozenbeek Emma Verweij Eindredactie
Wim Koemans Uitgever
Context Media Ontwerp / opmaak
KODW.NL KindVak Magazine wordt digitaal verspreid onder ca. 24.500 KindVak-professionals in Nederland en België Door in te schrijven voor de KindVak-nieuwsbrief of een bezoek te brengen aan KindVak word je opgenomen in het Magazine bestand
Adverteren? Bel:
0416 53 27 51
De redactie van KindVak Magazine stelt met zorg de inhoud samen voor iedere editie. De inhoudelijke verantwoording voor ingebrachte teksten ligt bij de auteurs van deze teksten.
september / oktober
Passende zorg ‘complexe’ kinderen vraagt om samenwerking expertises
4
In gesprek met Anje Ros, Lector Leren en innoveren bij Fontys
8
4/6
Passende zorg ‘complexe’ kinderen vraagt om samenwerking expertises.
8/11
In gesprek met Anje Ros, Lector Leren en Innoveren bij Fontys Hogescholen.
12/15 Hoe vergroot je het plezier in je werk? 16/18 Hoe maken kinderen met Autisme Spectrum Stoornis contact?
Hoe vergroot je het plezier in je werk?
12 Hoe maken kinderen met Autisme Spectrum Stoornis contact
16
september / oktober
Algemeen - KindVak |
3
Passende zorg ‘complexe’ kinderen vraagt om samenwerking expertises
ik ben dom ik Het vinden van passende zorg voor kinderen met meerdere diagnosen in psychische- en gedragsstoornissen is onder de maat, blijkt uit onderzoek van de Volkskrant. Een betere samenwerking tussen expertises is nodig om goede zorg aan deze groep te waarborgen, aldus (jeugd)zorgprofessionals. Kinderombudsman kritisch op gemeenten Een jaar na de invoering van de nieuwe Jeugdwet (in januari 2015) is de jeugdzorg nog steeds niet op orde, constateerde de Kinderombudsman begin dit jaar. Deze verwacht dat meer dan de helft van de kinderen die voor het eerst gebruik maken van jeugdzorg veel moeite zal hebben met het vinden van de juiste zorg. Doordat de zorgbehoefte van deze kinderen nog niet goed in beeld is gebracht door gemeenten, blijft het ingekochte zorgaanbod dit jaar niet voldoende afgestemd op de daadwerkelijke zorgbehoefte. De weg naar passende zorg blijkt met name voor kinderen met meerdere psychische- en/of gedragsstoornissen problematisch, zo onderzocht de Volkskrant. Zij worden ‘rondgepompt’ tussen jeugdzorg- en ggz-instellingen, omdat deze stuk voor stuk niet weten wat ze met de complexe problematiek van het kind aanmoeten, zo meldden drie directeuren van jeugdzorg- en ggz-instellingen aan de krant.
4
| KindVak - Jeugdzorg
Juiste zorg is lastig Ongeveer 5 procent van alle jongeren tot en met 17 jaar in Nederland heeft een psychische stoornis die leidt tot ernstige beperkingen in hun functioneren en/of risico’s van een verstoorde ontwikkeling, blijkt uit cijfers van Nationaal Kompas. In aantallen gaat het jaarlijks om circa 170.000 kinderen (van de in totaal 3,5 miljoen kinderen in Nederland). Ongeveer 85% van alle aanmeldingen bij de jeugd-ggz leidt daadwerkelijk tot een behandeling. Over het aantal jonge kinderen met een gedragsstoornis in Nederland zijn geen cijfers bekend. Lastig is daarom om te zeggen hoeveel kinderen met zogeheten complexe stoornissen er zijn. Een bron in de Volkskrant schat dit op enkele honderden. Des te lastiger is het voor gemeenten om de juiste zorg te bieden, omdat zij weinig te maken hebben met zulke kinderen. Protocollen uit de kast Het bieden van de juiste zorg door gemeenten is niet het enige probleem. Door
september / oktober
k ben dom bezuinigingen wordt namelijk te lang gewacht met het inzetten van zware zorg, waardoor kinderen soms pas op hun 16e de juiste diagnose krijgen. Orthopedagoge
heeft. ‘Als we op een manier doorgaan waarbij we protocollen uit de kast trekken aan de hand van diagnosen, voorzie ik kinderen die gaan draaideuren in de ggz of bij
‘Door bezuinigingen wordt te lang gewacht met het inzetten van zware zorg, waardoor kinderen soms pas op hun 16e de juiste diagnose krijgen.’ Nelly ter Voert stelt dat het niet alleen gaat om welke diagnose je stelt, maar meer om hoe deze wordt gesteld. Jaren werkte zij in de kinder- en jeugdpsychiatrie bij een grote ggz-instelling. Ze zag er kinderen doorgeschoven worden van huis naar (gesloten) instellingen en vice versa. Een neerwaartse spiraal waarbij zowel ouders, professionals als het kind de moed bijna verloren. ‘De zorg in Nederland is zo geregeld dat je pas in aanmerking voor vergoeding en behandeling komt zodra er een diagnose is gesteld. Als een behandeling niet werkt, wordt er gekeken welke andere diagnose gesteld kan worden. Je ziet op deze manier niet het hele kind’, vertelt Ter Voert. Zij pleit voor een persoonlijkere aanpak, waarbij vanaf dag één wordt gekeken naar welke zorg bij het kind past, aan de hand van de mogelijkheden en talenten die het
september / oktober
justitie terecht komen. Dat is heel triest.’ Gehandicaptenzorg Niet alleen binnen de jeugdzorg en ggz, maar ook binnen de gehandicaptenzorg lijken ‘complexe’ kinderen buiten de boot te vallen. Hier is sprake van kinderen met meerdere stoornissen, naast hun verstandelijke beperking. ‘Een leidende diagnose stellen, met daarbij een passende indicatie, verloopt niet soepel’, zegt Fenna Schalkwijk, gedragskundige bij een stichting binnen de gehandicaptenzorg. ‘Wanneer een kind een verstandelijke beperking heeft, maar ook een gedragsstoornis, zijn de opties vanuit de jeugdzorg óf behandeling binnen de ggz óf binnen de gehandicaptenzorg. De indicatie die iemand krijgt is verbonden aan één tak van de zorg, waardoor de andere tak vervolgens sneller zijn handen er vanaf trekt. Met één van de beide opties is het kind
Jeugdzorg - KindVak |
5
niet geholpen. Er zou eigenlijk een combinatie aangeboden moeten worden, maar er zijn vrijwel geen instellingen die beide expertises in huis hebben. Ik merk overi-
zegt Klapwijk. ‘Als gevolg hiervan hebben ze allemaal een ernstige hechtingsstoornis. Het ontbreekt hun aan vertrouwen, dat ze hier mogen blijven wonen. Ze heb-
‘Door te focussen op diagnosen zie je niet het hele kind’ - Nelly ter Voert gens wél dat er al mondjesmaat samenwerking wordt gezocht tussen de verschillende zorgtakken. Die samenwerking moet momenteel echt nog vanuit de zorgprofessionals zelf komen en heeft nog altijd geen
ben constant het gevoel ieder moment weer overgeplaatst te kunnen worden. Hierdoor staan ze minder open voor de hulp die ze krijgen.’ Deze ongewenste situatie kan volgens Klapwijk verbeterd
direct effect op de cliënten.’ Hier is echter sprake van een essentiële ontwikkeling, vindt Schalkwijk. ‘Een kenmerk van de groep complexe kinderen is namelijk dat ze intensieve zorg nodig hebben. Zodra deze begint te wiebelen, glijden ze snel af.’
worden door een gezamenlijke brede kijk op het jonge kind vanuit jeugdzorg, ggz en gehandicaptenzorg te ontwikkelen. ‘Ontzettend veel (en steeds wisselende) professionals hebben iets over het kind te zeggen en juist daardoor eigenlijk niks. We moeten gezamenlijk naar het kind durven kijken. In het onderwijs zien we reeds zo’n samenwerking ontstaan tussen verschillende expertisen. Dat hebben we nog niet binnen de zorg’.
Samen durven kijken Dorienke Klapwijk, die als voormalig teamleider van een instelling binnen de gehandicaptenzorg een gezinshuis heeft, kan meepraten over het belang van intensieve zorg. Er wonen bij haar vijf kinderen permanent, die meerdere stoornissen hebben, naast een lichte verstandelijke beperking. ‘De omzwervingen die deze kinderen hebben moeten meemaken zijn schokkend’,
6
| KindVak - Jeugdzorg
Over de auteur: Emma Verweij is journalist bij KindVak Magazine
september / oktober
Advertentie
zorg
opv ang
jeugd
jd
ijs
ti
peute
ijn
ije
erw
welz
ond vr
rwerk
Het IKC is de scHool van de toekomst!
ikc Het Landelijk Expertisepunt Kindcentra helpt u op weg naar een IKC. Het ondersteunt bij o.a. visieontwikkeling, het inhoudelijk curriculum, bedrijfsvoering, juridische aspecten en huisvestingsvraagstukken. Wilt u weten wat wij voor u kunnen betekenen? Bezoek onze stand tijdens het AVS-congres 2016 (stand 11) of neem contact op via info@expertisepuntkindcentra.nl.
“Ik word gestimuleerd in het ondernemerschap en in het maken van mijn eigen keuzes. De expert helpt me mijn eigenaarschap op een goede manier waar te maken. Fijn om af en toe in zo’n kundige spiegel te kunnen kijken.” Jos van Zutphen, directeur Speelleercentrum De Wijde Wereld, Uden
www.expertisepuntkindcentra.nl
september / oktober
Jeugdzorg - KindVak |
7
In gesprek met Anje Ros, Lector Leren en Innoveren bij Fontys Hogescholen
Anje Ros
Anje Ros is lector Leren en Innoveren bij de bij Fontys Hogeschool Kind en Educatie. Zij is deskundige op het terrein van leren van leerlingen, leraren en organisaties. Ze adviseert de Pabo’s en (basis)scholen over verbetering van het onderwijs. KindVak Magazine sprak met haar over haar werk en haar onderzoek. 8
| KindVak - Primair onderwijs
september / oktober
Kun je in kort vertellen wat je doet voor je werk? Onder ons lectoraat vallen 5 Pabo-opleidingen, de opleiding Pedagogisch Management Kinderopvang en 2 masteropleidingen, namelijk Leren en Innoveren en Leadership in Education. Onze
met de curriculumontwikkeling van onze opleidingen en waarborgen we de kwaliteit hiervan. Wat is daarbij het onderwerp waarop wordt toegespitst? Leren en Innoveren is erg breed, en onze
‘We houden ons bezig met de vraag hoe we leerlingen beter kunnen voorbereiden op de toekomst in de huidige, snel veranderende maatschappij.’ belangrijkste taak is in feite om een brug te slaan tussen onderzoek en praktijk. Het is onze ambitie is om het onderwijs te verbeteren door enerzijds onderzoek
onderwerpen wisselen dan ook nogal. Momenteel zijn we bezig met de vraag hoe je een onderzoekscultuur in een school kunt creëren; hoe zorg je er voor dat leraren
‘We publiceren zelf wetenschappelijk onderzoek maar proberen het ook praktisch bruikbaar te houden voor scholen zelf.’ meer toegankelijk te maken voor scholen en anderzijds zelf onderzoek uit te voeren naar aanleiding van vraagstellingen vanuit scholen. We publiceren daarbij zelf wetenschappelijk onderzoek maar proberen het ook praktisch bruikbaar te houden voor scholen zelf. Zo schrijven we bijvoorbeeld over hoe je de manier van feedback geven kunt verbeteren. Aan de hand van filmpjes en informatie op websites wordt deze informatie dan bruikbaar gemaakt voor leraren. Ook houden we ons bezig
zelf op zoek gaan naar wat er al bekend is over een onderwerp, en hoe kan hij/zij dat toepassen in de praktijk? We willen dus eigenlijk dat leraren zelf gaan kijken naar hoe ze het onderwijs kunnen verbeteren en daarbij zelf op zoek gaan naar de juiste literatuur.
september / oktober
Primair onderwijs - KindVak |
Je zei dat er onderzoek wordt gedaan naar aanleiding van vragen vanuit scholen. Hoe gaat dat in zijn werk? Dit doen we op verschillende niveaus,
9
zowel met Bachelor- als Masterstudenten. Daarbij kijken we naar de vraag vanuit de
vaak om grootschalige projecten. Momenteel zijn we dus, zoals ik al zei, bezig met
‘In mijn ogen wordt het dan ook steeds meer van belang dat leraren samen met het kind keuzes kunnen maken in leeractiviteiten en om samen doelen te kunnen stellen.’ school waar de betreffende student op dat moment stageloopt. Is er bijvoorbeeld sprake van een motivatieprobleem? Of zijn de zijn de rekenscores laag? Of is er een probleem met een bepaalde methode? Soms wordt het zo georganiseerd dat een student een onderzoek uitvoert in samenwerking met de leerkrachten en de schoolleider. Uit het onderzoek komen dan ook resultaten waar de school daadwerkelijk iets aan heeft. Bovendien is het onderzoek op deze manier voor studenten zelf interessant, omdat zij een bijdrage kunnen leveren aan de schoolontwikkeling.
Daarnaast doen jullie als lectoraat ook zelf onderzoek. Wat houdt dit in? Dit onderzoek vindt meer op macroniveau plaats, en doen we in samenwerking met besturen en andere opleidingsinstituten die betrokken zijn bij al onze scholen. Daarmee kijken we naar welke vraagstukken op dat moment actueel zijn. Dan wordt er een onderzoeksaanvraag ingediend bij het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). Hierbij gaat het
10 | KindVak - Primair onderwijs
de vraag hoe we een onderzoekscultuur kunnen creëren in scholen. Daarbij ontwikkelen we een instrument waarbij leraar makkelijk literatuur kunnen zoeken en dat dan ook kunnen toepassen in hun praktijk. Kun je een voorbeeld noemen van iets waarvan jij vindt dat dat beter zou kunnen in het onderwijs? Op dit moment zijn we bezig met de vraag hoe we leerlingen beter kunnen voorbereiden op de toekomst in de huidige, snel veranderende maatschappij. Platform Onderwijs 2032 is bezig met hoe het curriculum eruit zou moeten komen te zien. Hierover maak ik momenteel een analyse; wat betekent het voor leeractiviteiten en voor de rol van de leraar als je de door Onderwijs 2032 gestelde doelen wilt behalen? En wat betekenen deze doelen voor de Pabo-opleiding? Wat moeten we onze leraren leren om leerlingen goed te kunnen voorbereiden op de toekomst? Kun je daar een voorbeeld van noemen? We zien dat bepaalde typen vaardigheden
september / oktober
steeds belangrijker worden en dat conceptuele kennis steeds meer van belang is. Leerlingen moeten bijvoorbeeld in staat zijn om nieuwe kennis te kunnen genereren en snel dingen op te kunnen zoeken. Rekening houdend met het gegeven dat het steeds makkelijker is geworden om dingen op te zoeken is het van belang dat kinderen leren om informatie te kunnen selecteren en de juiste keuzes te kunnen maken. Dat vraagt heel veel van de zelfstandigheid van leerlingen, en dat vraagt op zijn beurt weer om goede begeleiding door leraren. Hoe wordt dat dan vertaald naar de competenties van een leraar? Een theorie die ik hier belangrijk bij vind is de self-determination theory. Deze theorie gaat er vanuit dat leerlingen intrinsiek gemotiveerd zijn om dingen te leren. Onderzoek laat zien dat leerlingen beter leren als zij de inhoud interessant of belangrijk vinden. Dat willen we graag bereiken en daarvoor zijn 3 dingen van belang.
dat leert. Ten tweede is een veilige relatie belangrijk. Leerlingen moeten vertrouwen hebben het gevoel hebben dat ze worden gewaardeerd in wie ze zijn en wat ze doen. En ten derde is de competentie van het kind van belang; dat leerlingen het gevoel hebben dat ze het kunnen en dat ze begeleid worden in het leerproces. Hierbij is het wel degelijk van belang om in het achterhoofd te houden dat leerlingen niet alles kunnen overzien. In mijn ogen wordt het dan ook steeds meer van belang dat leraren samen met het kind keuzes kunnen maken in leeractiviteiten en om samen doelen te kunnen stellen. Uiteraard is het dan de taak van de leraar om het kind hierbij te helpen en om ze hierbij te assisteren. Dit is voor leerlingen in het basisonderwijs belangrijk, maar dit geldt ook voor studenten. Met hen gaan we na wat een goede leraar kenmerkt, wat ze al kennen en kunnen en welke leeractiviteiten passend zijn om zich verder te ontwikkelen. Over de auteur: Thom Roozenbeek is journalist en redacteur
Ten eerste autonomie, namelijk dat leerlingen zelf een zekere invloed hebben op hun eigen leerproces, op wat je leert en hoe je
bij KindVak Magazine.
Welke verbeteringen ziet u graag in het onderwijs? Vertel het op onze Facebook of Twitter!
september / oktober
Primair onderwijs - KindVak | 11
Hoe vergroot je het plezier in je werk?
Werken in de kinderopvang kan soms stressvol zijn. Onduidelijke arbeidsvoorwaarden, slechte communicatie en kind-leidsterratio’s die uit balans zijn worden allemaal genoemd als factoren die voor stress zorgen en het werkplezier kunnen verminderen. Om hier iets aan te doen zijn er de afgelopen tijd verschillende initiatieven ontwikkeld die het werkplezier binnen de kinderopvang proberen te vergroten. Eén van die initiatieven is de methode Plezier in Uitvoering van FCB. Plezier in Uitvoering is ontwikkeld om professionals uit de kinderopvang te laten nadenken over hun werkdruk en werkplezier. Het boek bestaat uit drie delen: voor leidinggevenden, teams en werknemers. SKSG, een kinderopvangorganisatie in Groningen, werkt sinds 2015 volgens deze
geschreven, en we gaan gemiddeld drie keer naar een team toe om te coachen’, zegt Snip. ‘Tijdens de eerste bijeenkomst vertellen we wat de methode inhoudt, we brengen de energienemers en energiegevers in kaart en we sluiten altijd af met een leuke oefening. Ik ga vervolgens in kaart
‘De samenwerking is positief veranderd. Dit is zo mooi om te zien!’ methode. Twee Senior Pedagogisch Medewerkers, Patricia Snip en Rudi Nijmeijer, zijn actief als werkpleziercoach. Als er in een team of groep op één van de locaties van SKSG knelpunten zijn, worden Snip en Nijmeijer gevraagd om een team te gaan coachen. ‘Rudi en ik hebben een plan van aanpak
12 | KindVak - Kinderopvang
brengen wat de grootste energienemer is en daar ga ik dan mee verder. Voor de tweede bijeenkomst krijgt de Senior Pedagogisch Medewerker van het team een opdracht van mij, en de derde bijeenkomst gaan we de verdieping in en gebruiken we een oefening die past bij het betreffende team. We hopen dat het team na drie bijeenkomsten het werkplezier weer terug
september / oktober
Advertentie
Met ontwikkelen kun je niet vroeg genoeg beginnen Maak kennis met ons aanbod voor professionals in de kinderopvang Professionaliseringsaanbod voor individuele cursisten •
Opbrengstgericht werken met peuters (S7095) Spelend leren en opbrengstgericht werken gaan hand in hand.
•
Spelen in hoeken voor de kinderopvang - taal (S3200) Meer uitdaging in de hoeken!
•
Werken aan kwaliteit met de NCKO-Kwaliteitsmonitor Leer werken met de Kwaliteitsmonitor van het Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO).
•
Breinsleutels – Het jonge kind (S4154) Deze cursus is gebaseerd op het doe-, werk- en leerboek Breinsleutels Het jonge kind voor pedagogisch medewerkers.
Wilt u extra investeren in de kinderopvang? •
Intern begeleider kov en psz (S5105)
•
Interne coach vve (S8710)
•
HBO'er op de groep (S7120)
Kijk voor het cursusaanbod op www.cedgroep.nl/cursussen
In de webwinkel •
Doen, Praten en Bewegen Een kindvolgsysteem met handelingssuggesties voor baby’s en peuters voor de sociaal-emotionele, taal- en motorische ontwikkeling.
•
BuitenGewoon Een praktische gids om planmatig te werken wanneer u ‘opvallend gedrag’ bij een kind signaleert. Ook behulpzaam bij het opzetten van de zorgstructuur.
•
Van Klein naar Groot
•
Samen spelen met baby’s
Overdrachtsdocument van de kinderopvang naar de basisschool. Een boek boordevol leuke activiteiten voor baby’s.
Bestellen: www.cedgroep.nl/webwinkel
www.cedgroep.nl
september / oktober
CED-Groep bereikt
Kinderopvang - KindVak | 13
heeft gevonden en met veel plezier aan het werk gaat.’
rol in het bewaren van het werkplezier van hun werknemers kunnen verbeteren.
Werkpleziercoaches werken in principe met een team als geheel, maar het is ook mogelijk om maatwerk te leveren en een pedagogisch medewerker individueel te
Werkt de methode ook? Volgens Snip wel. ‘Ik coach een team van een locatie waar ik zelf niet werkzaam ben. In het team waar ik ben geweest als werkpleziercoach is er
‘We hopen dat het team na drie bijeenkomsten het werkplezier weer terug heeft gevonden en met veel plezier aan het werk gaat.’ coachen. Zoals gezegd is Plezier in Uitvoering ook bedoeld voor leidinggevenden, die op deze manier hun ondersteunende
14 | KindVak - Kinderopvang
wel degelijk iets veranderd en met name hoe men met elkaar omgaat. Ze werken meer samen en er wordt meer hulp ge-
september / oktober
vraagd aan de ander. De samenwerking is positief veranderd. Dit is zo mooi om te zien!’ Rudi Nijmeijer beaamt dit: ‘over het algemeen wordt onze coaching door de teams als positief ervaren.’
Over de auteur: Jon Roozenbeek is journalist en hoofdredacteur bij KindVak Magazine.
Plezier in Uitvoering is gratis te bestellen en te downloaden via de website van FCB, en bevat lesstof en oefeningen die gemakkelijk zijn toe te passen in het dagelijkse praktijk. Heeft u ervaring met deze methode? Vertel het ons! We horen graag uw ervaringen. Laat het ons weten via Facebook of Twitter.
september / oktober
Kinderopvang - KindVak | 15
Hoe maken kinderen met Autisme Spectrum Stoornis contact?
Volgens de theorie van MAS1P doorlopen kinderen met Autisme Spectrum Stoornis (ASS) dezelfde fasen als andere kinderen, maar dan vertraagd, extreem vertraagd of versneld. Door deze bijzondere ontwikkeling en een groot scala aan mentale leeftijden krijgen kinderen met autisme vaak niet de ondersteuning die ze op dat moment nodig hebben. Het allerbelangrijkste probleem bij autisme is het inschatten van de sociale omgang, want dit veroorzaakt moeilijkheden in de communicatie en een gebrek aan verbeelding. 16 | KindVak - Jeugdzorg
september / oktober
Bij deze wil ik benadrukken dat elk kind uniek is. De wijze waarop een kind met ASS last heeft van eventuele problemen is per individu verschillend. Contact maken Kinderen met ASS communiceren vooral vanuit ‘ik’. Ze zullen vooral gericht zijn op hun eigen verhaal en hierdoor is er minder sprake van wederkerigheid. Dit komt om-
dat ze een vertraagd ontwikkelend socioschema hebben, ze beseffen nog niet goed dat er een verschil is tussen henzelf en de ander. Een gevolg hiervan is dat ze moeite kunnen hebben met het gebruik van de woorden ‘ik’ en ‘jij’. Door hun beperkte Theory of mind (TOM) begrijpen ze het gedrag van mensen om hen heen niet goed. Maar wat doe je hiermee als leerkracht?
1. ASS betekent voor de leerkracht dat hij voor afstemming moet zorgen. Hij moet duidelijke regels stellen en het gedrag van de ander zo voor spelbaar mogelijk maken. 2.
Ook is het belangrijk dat de leerkracht het kind eerst de gelegenheid geeft om te vertellen, want dan pas is het kind in staat om te luisteren naar de leerkracht.
3. Kinderen met ASS zoeken meestal alleen contact als zij hier behoefte aan hebben (De Bruin, 2014). Dit kunnen ze niet veranderen en moeten we als leerkracht accepteren. 4.
Ook hebben ze een eigen manier van vertellen en vaak kunnen ze dit maar op één manier uiten. Het is bijvoorbeeld heel goed mogelijk dat er een vraag schuilt achter een mededeling, maar dat door gebrek aan inzicht (TOM) de vraag niet goed geformuleerd kan worden. Dit betekent voor de leerkracht dat hij moet doorvragen en moet nadenken over de vraag achter de vraag.
Oogcontact De meeste kinderen met ASS vinden het lastig om tijdens een gesprek veel oogcontact te maken. Wanneer je dit als leerkracht bij de leerling merkt is het raadzaam om zelf ook minder oogcontact te zoeken. Het kan zijn dat het kind anders te veel prikkels krijgt. Vaak vinden deze
september / oktober
kinderen het makkelijker om indirect contact te maken, bijvoorbeeld via een handpop, briefje of tekening. Vooral de handpop is in de onderwijspraktijk erg goed toe te passen. Het kind kan dan contact maken met de handpop en wordt niet gedwongen om de leerkracht aan te kijken.
Jeugdzorg - KindVak | 17
Non-verbale communicatie Ook non-verbale communicatie is voor kinderen met ASS ontzettend ingewikkeld.
Een heel fijn boek met meer informatie over communicatie bij ASS-leerlingen is ‘Geef me de 5‘ van Colette de Bruin. Een
‘Door de beperkte Theory of mind van kinderen met ASS begrijpen ze het gedrag van mensen om hen heen niet goed. Maar wat doe je hiermee als leerkracht?’ Doordat ze de uitdrukkingen van anderen vaak niet begrijpen zullen zij ze zichzelf ook niet snel eigen maken. Hierdoor hebben veel kinderen met ASS een vlakke gezichtsuitdrukking. De leerkracht kan het kind helpen door samen foto’s te bekijken van de mimiek van verschillende personen en door in de spiegel zelf gekke bekken te laten maken. Ook kan de leerkracht zijn eigen mimiek ondertitelen, door bijvoorbeeld te zeggen “Ik ben nu boos.”
ander interessant boek over communicatie met kinderen in het algemeen is ‘Luister je wel naar mij‘ van Martine Delfos. Over de auteur: Linda Willemsen is leerkracht, gedragsspecialist in opleiding, auteur van o.a. het boek ‘50 lesideeën voor de onderbouw’ en blogger op Klasvanjuflinda.nl
Hoe gaat u hiermee om? Ga naar onze Facebook of Twitter en vertel het ons! 18 | KindVak - Jeugdzorg
september / oktober
advertentie
eye q omega 3 en 6 “Geef ze goede bagage mee!“ r!
oo h m Sli
Eye Q bevat hoogwaardige, zuivere visolie met EPA & DHA en teunisbloemolie met GLA in de bijzondere verhouding EPA 9 : DHA 3 : GLA 1
PROB Verkrijgbaar in verpakking met 60 en 210 capsules. Eye Q Chew: 180 kauwcapsules met aardbeiensmaak. Eye Q liquid: 200 ml vloeibaar met citrussmaak.
EPA 9
EER N
U
DHA 3
GLA1
Meer informatie of een probeerverpakking* aanvragen? E info@springfieldnutra.com • T 0186 - 626 173 Volg ons ook op Facebook.com/springfieldnutra Bevat enkele capsules om te zien of uw kind ze lust.
*
Eye Q is o.a. verkrijgbaar bij gezondheidswinkels, zoals Gezond & Wel, De Tuinen, Vitaminstore, D.I.O. Drogist en via apothekers.
september / oktober
Jeugdzorg - KindVak | 19