CARD
BRUTO FORMAAT
[netto formaat + 2 mm afloop rondom.
....als kinderen je vak zijn!
minimum 2 mm binnen het netto formaat]
Vetzuren verminderen bijwerkingen ADHD-medicatie Onderzoek naar effectiviteit van netwerken in jeugdhulpverlening
Pedagogisch curriculum kinderopvang
Peiling: ‘IKC-vorming geremd door woud van regels‘
De kunst van het ‘goed doen’ Je werk goed doen. Iedere bevlogen kindprofessional streeft ernaar, maar zal er ook regelmatig zijn hoofd over breken. Want wanneer doe je het goed? Behalve dat je voor je kinderen door het vuur gaat, heb je ook nog eens te maken met de continu veranderende werkvelden van het onderwijs, de kinderopvang en de jeugdzorg. Werkvelden waarin, onder het kritische oog van ouders, politiek en professionals zelf, oneindig op zoek wordt gegaan naar vooruitgang en verbetering. Met het uitkomen van deze KindVak Magazine, wordt er een belangrijke stap gezet in de kinderopvang. Het Bureau Kwaliteit Kinderopvang (BKK) publiceert het Pedagogisch curriculum. In deze toevoeging op de pedagogische kaders en het pedagogisch beleidsplan staat hoe kinderopvangprofessionals de pedagogische
Colofon KindVak Magazine verschijnt 6x per jaar
KindVak Magazine is een uitgave van Context Media i.o.v. ConExpo bv Postbus 97, 5150 AB Drunen T. 0416 53 27 51 E. Kindvakmagazine@ conexpo.nl
opdrachten uit de Wet Kinderopvang in de praktijk kunnen uitvoe-
Redactie
ren. Een nieuwe, onderbouwde en uitdagende definitie van het ‘goed
Hoofdredactie
doen’ dus, die in deze editie van KindVak Magazine door redacteur
Emma Verweij
Aart onder de loep genomen wordt.
Redacteuren
‘Meester’ Mark van der Werf pleit daarentegen voor het vooral niet ‘te goed’ willen doen. We praten met hem over zijn nieuwe boek, dat op een hilarische manier de informele, goudeerlijke en ontroerende dynamiek tussen leerkrachten en de klas van tegenwoordig laat zien. Na vier boeken te hebben geschreven over de werkcultuur in het basisonderwijs, met alle werkdruk, administratie en kritische ouders van dien, komt hij tot één conclusie: er is nog nooit iets groots bereikt zonder af en toe moedig tegen de regels in te gaan. Laat je ook door deze editie weer inspireren en verrijken!
Thom Roozenbeek Jon Roozenbeek Aart Verschuur Eindredactie
Wim Koemans Uitgever
Context Media Ontwerp / opmaak
KODW.NL KindVak Magazine wordt digitaal verspreid onder ca. 24.500 KindVak-professionals in Nederland en België Door in te schrijven voor de KindVak-nieuwsbrief of een bezoek te brengen aan KindVak word je opgenomen in het Magazine bestand
Wim Koemans
Adverteren? Bel:
Directeur ConExpo bv /
0416 53 27 51
organisator KindVak
De redactie van KindVak Magazine stelt met zorg de inhoud samen voor iedere editie. De inhoudelijke verantwoording voor ingebrachte teksten ligt bij de auteurs van deze teksten.
ConExpo info@ConExpo.nl
2
| KindVak Magazine - Algemeen
mei / juni
Onderzoek naar effecitiveit van netwerken in jeugdhulpverleing
4
4/5
Onderzoek naar effectiviteit van netwerken in jeugdhulpverlening
6/8
Met de armen over elkaar je mond dichthouden is verleden tijd
10/11 De lumpsum heeft zijn beste tijd gehad
Pedagogisch curriculum kinderopvang
12
Peiling: ‘IKCvorming geremd door woud van regels’
20
Vetzuren verminderen bijwerkingen ADHD-medicatie
12/15 Pedagogisch curriculum kinderopvang 16/17 Fontys komt met een nieuwe opleiding voor het brede pedagogisch educatieve werkveld 18/19 Nepnieuws in de klas: kinderen kritisch laten kijken naar wat zij lezen op internet 20/21 Peiling: ‘IKC-vorming geremd door woud van regels’ 22/23 Onderwijsraad wijst op noodzaak digitalisering onderwijs 24
FNV nog niks geleverd blauw
26
Vetzuren verminderen bijwerkingen ADHD-medicatie
26
mei / juni
Algemeen - KindVak Magazine |
3
Onderzoek naar effectiviteit van netwerken in jeugdhulpverlening Naast zijn werkzaamheden als redacteur voor KindVak Magazine volgt Thom Roozenbeek de masteropleiding Bestuurskunde aan de Universiteit Twente. In het kader van zijn afstudeerscriptie gaat hij in samenwerking met het vakblad KindVak en Binnenlands Bestuur onderzoek doen naar de effectiviteit van netwerkrelaties in de jeugdhulpverlening. De resultaten van het onderzoek worden bekend gemaakt op KindVak 2018. Waarom is dit onderzoek zo belangrijk? De jeugdhulpverlening is middels de Jeugdwet per 1 januari 2015 gedecentraliseerd en onder de verantwoordelijkheid van gemeenten komen te vallen, wat vergezeld ging met de decentralisatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Participatiewet en de Wet passend onderwijs. Deze decentralisaties hebben als achterliggend doel om zogenoemde ‘participatiesamenleving’ te bewerkstelligen. Dit houdt in dat de eigen kracht van burgers en hun sociale netwerk zo goed mogelijk moeten worden gefaciliteerd en benut, voordat er gebruik wordt gemaakt van publieke voorzieningen (Ministerie van VWS & Ministerie van VenJ, 2013). Daarbij wordt er getracht zoveel mogelijk nadruk te leggen op laagdrempelige en preventieve hulpverlening, en het uitgangspunt aangenomen dat hulp enkel wordt opgeschaald als het voorliggende veld de hulpvraag niet kan
4
| KindVak Magazine - Jeugdzorg
verhelpen. Anders gezegd, door extra in te zetten op lokale, preventieve hulpverlening is er minder specialistische hulp nodig. Het is hierbij belangrijk het onderscheid tussen jeugdhulp en jeugdzorg aan te tekenen; jeugdhulp betreft de preventieve tak en jeugdzorg de curatieve tak. Ook de jeugdzorg valt net als de jeugdhulp sinds 2015 onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Regisseur Voor de invoering van de Jeugdwet werden de jeugdhulpverlening via hiërarchische, veelal top down bestuursmodellen vormgegeven; het Rijk verleende subsidies aan organisaties die de betreffende zorgtaken op zich namen. Er was daarbij geen sprake van directe concurrentie tussen zorgaanbieders. De Jeugdwet had (mede) als doel om het voor gemeenten mogelijk te ma-
mei / juni
ken om maatwerk te kunnen leveren, om eigen keuzes te maken op basis van eigen beleid en om te kunnen aansluiten bij de lokale situatie. Anno 2017 zijn gemeenten de regisserende partij en voeren zelf geen jeugdhulp- en zorgtaken uit. Zij zijn bovendien vrij in de invulling van het jeugdhulpbeleid, zolang er wordt voldaan aan de landelijke voorgeschreven randvoorwaarden. Een mogelijke vorm om inhoud te geven aan het jeugdbeleid is middels het Centrum voor Jeugd en Gezin, waaronder verschillende basisvoorzieningen zijn geregeld. Andere mogelijkheden voor gemeenten zijn samenwerkingsrelaties met scholen, multidisciplinaire wijkteams of aangewezen jeugdhulpaanbieders.
Hoewel de beleidsinvulling dus verschilt per gemeente zijn er ook gemeenschappelijkheden te noemen. In alle varianten gaat het namelijk om een (laagdrempelig) netwerk waarin meerdere organisaties en beroepsdisciplines deelnemen. Het is echter onduidelijk in hoeverre deze netwerkrelaties daadwerkelijk effectief zijn. Het is daarom belangrijk dat hier onderzoek naar gedaan wordt. De resultaten zullen bekend gemaakt worden op KindVak 2018, waar de samenwerking tussen Binnenlands Bestuur en KindVak eveneens nader belicht zal worden. Over de auteur: Thom Roozenbeek is auteur van het boek ‘Pleidooi voor het kind’ en redacteur van KindVak Magazine.
Wat is uw ervaring? Ga naar onze Facebook of Twitter en vertel het ons! mei / juni
Jeugdzorg - KindVak Magazine |
5
Met de armen over elkaar je mond dichthouden is verleden tijd ‘Meester’ Mark van der Werf over openhartigheid in de klas, zijn Facebooksucces en het tackelen van hoge werkdruk
Schrijver en journalist Mark van der Werf werkte een blauwe maandag als leerkracht op een basisschool, maar hield het door onder andere de hoge werkdruk voor gezien. Inmiddels kennen we hem als Meester Mark: niet vanwege zijn wijlen onderwijscarrière, maar van zijn boeken met bevlogen verhalen van leerkrachten over vroeger en nu. Én van zijn populaire Facebookpagina, die als inspiratie dient voor Van der Werf’s nieuwste boek. 6
| KindVak Magazine - Primair onderwijs
mei / juni
Sinds Meester Mark twee jaar geleden is begonnen met het posten van foto’s van kinderlogica, van humoristische briefjes aan de juf tot verrassend logische antwoorden op toetsvragen, heeft hij meer dan 100.000 likes op Facebook en Instagram. Dagelijks krijgt hij een stuk of tien foto’s toegestuurd van leerkrachten die goudeerlijke berichtjes, creatieve ingevingen of grappige foutjes ontdekken van hun leerlingen tijdens hun werk. ‘Ik reken het goed!’, wordt er vaak gegrinnikt in de commentaren. Het succes van zijn Facebookpagina inspireerde Van der Werf voor zijn vierde boek, dat - niet zo toevallig - ‘Meester Mark rekent het goed’ heet. Met deze verzameling leukste kinderlogica uit eigen archief, slaat Van der Werf een andere weg in dan met zijn vorige boeken. Beeld Na het uitkomen van Van der Werf’s eerste boek ‘Meester Mark draait door’ (2014)
mei / juni
over de werkdruk in het basisonderwijs, heeft hij jaarlijks een nieuw boek uitgebracht. In ‘Meester Mark vraagt door’ (2015) spreekt Van der Werf leerkrachten over hoe zij juist overleven onder die werkdruk en in ‘Meester Mark graaft door’ (2017) gaat hij op reis door vijftig jaar basisonderwijs. Van der Werf’s nieuwste boek ‘Meester Mark rekent het goed’ heeft een heel andere insteek. Toch zijn er raakvlakken met de drie voorgangers. Hoewel de auteur voor die drie boeken onderzoek deed door talloze leerkrachten te interviewen, vertellen volgens hem in ‘Rekent het goed’ juist de beelden een verhaal over het basisonderwijs van nu. ‘Als ik de afbeeldingen bekijk, dan valt mij op dat leerkrachten en leerlingen op een losse en openhartige manier met elkaar omgaan’, zegt Van der Werf. Zo schrijft een kind heel eerlijk: ‘Mijn oma is doodgegaan en daarom kan ik niet goed opletten.’ ‘In de reacties op Facebook zie ik dat zulke openheid wordt gestimuleerd: het voor jezelf opkomen, je mening geven en je grenzen aangeven. Niet meer met de armen over elkaar zitten en je mond houden.’
Primair onderwijs - KindVak Magazine |
7
Werkdruk Die assertiviteit mist soms nog bij leerkrachten zelf, vindt Van der Werf. ‘Ik denk weleens: ‘kom op: vergeet dat zelf ook niet te zijn’. Als het om de hoge werkdruk gaat, wordt er nogal eens naar de politiek gewezen, maar je moet niet verwachten dat
‘Leer ook zélf van hetgeen je je klas alleen zij jouw werkdruk kan oplossen.’ Het is daarom belangrijk dat leerkrachten zélf proberen te leren van wat zij hun kinderen leren, meent Van der Werf. Hij stopte in het onderwijs omdat hij schrok van de administratieve werkdruk en daarnaast vond hij zichzelf simpelweg geen goede meester. ‘Ik ben geen hoogleraar die de wijsheid in pacht heeft, maar ik heb met talloze leerkrachten gesproken. Het is belangrijk om voor jezelf op te komen, want het werk is nooit klaar met dertig leerlingen in je klas.’ Tijdens het schrijven van ‘Graaft door’
ontdekte hij dat vroeger niet alles beter was. ‘Het is van alle tijden dat leerkrachten moeten vechten voor verbetering. In de jaren ‘70 kwamen de eerste leesmoeders: voorheen nog ondenkbaar. Net als het deeltijd werken, waarvan men het in de jaren ‘80 belachelijk vond. Er was moed en vasthoudendheid voor nodig leert’ om deze dingen te realiseren. Als je nu tegen te veel werkdruk aanloopt, moet je niet bij de pakken neerzitten. Het is belangrijk dat je daar zelf aan werkt.’ Missie Er is inmiddels een vervolg van ‘Rekent het goed’ in de maak en er komt nog een leesboek, dat zal gaan over ouders en hun perikelen rondom school. Van der Werf heeft geen bepaalde missie met zijn boeken. ‘Het is niet mijn bedoeling uit te leggen hoe je les moet geven. Door bijvoorbeeld te praten met leerkrachten over de leuke en minder leuke dingen van het vak, wil ik laten zien wat er allemaal gebeurt buiten het lesgeven om. De klas is een samenleving in het klein en daar zijn een hoop interessante, grappige en ontroerende verhalen over te vertellen.’ Over de auteur: Emma Verweij is journalist en redacteur bij KindVak Magazine
8
| KindVak Magazine - Primair onderwijs
mei / juni
Advertentie
Samen nieuwe smaken ontdekken
Gezonde boterham
Warme maaltijden
Ontmoet onze smaakhelden! Steeds meer ouders vinden gezonde voeding op het kinderdagverblijf erg belangrijk. Madaga helpt jouw locatie om alle kleintjes zonder gedoe aan de gezonde voeding te krijgen. Benieuwd naar onze aanpak? Kom Madaga ontdekken (én proeven) op KindVak 2018.
Een vrijblijvende offerte? Welkom@madaga.nl
mei / juni
www.madaga.nl
Primair onderwijs - KindVak Magazine |
9
5 500 00 De lumpsum heeft
500
500
500 500 500 zijn beste tijd gehad
Voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart hebben veel politieke partijen gepleit voor meer investeringen in het onderwijs. Scholen zouden extra financiële middelen moeten krijgen om meer leerkrachten voor de klas te kunnen zetten, klassen kleiner te maken en de werkdruk van te verlagen. Maar de manier waarop deze investeringen volgens Den Haag moeten plaatsvinden is een verspilling van geld, tijd en moeite. Scholen worden sinds 2006 gefinancierd via de lumpsumregeling. Ze krijgen een vast bedrag van de overheid, waarmee zij volgens hun eigen visie en capaciteiten kunnen bepalen op welke manier dat bedrag besteed wordt. De invoering van de lumpsum ligt in lijn met de door het Rijk zo gewenste autonomievergroting en individualisering van scholen. Hoewel er duidelijk voordelen te noemen zijn, heeft de lumpsum ook zijn kanttekeningen. Verkeerd besteed De Correspondent schreef begin mei een rapport over het resultaat van 20 jaar extra investeringen in het onderwijs, om te zorgen voor kleinere klassen, minder werkdruk voor personeel, en betere salarissen. De schrijvers, Frans van Haandel en Hans
Duijvestijn, zijn keihard. Ze concluderen dat de miljarden die de afgelopen decennia door de overheid in het onderwijs zijn geïnvesteerd verkeerd zijn besteed. In het artikel zijn de volgende drie conclusies te lezen: 1. Niets van het extra geld [dat de overheid voor onderwijs heeft uit getrokken, red.] heeft geleid tot de inzet van meer docenten. In verhouding tot het aantal leerlingen is het aantal docenten zelfs met 6 procent gedaald. 2. Niets van het extra geld is gegaan naar kleinere leerlinggroepen. De gemiddelde groepsgrootte is met 8,3 procent gestegen.
10 | KindVak Magazine - Primair onderwijs
mei / juni
3.
Niets van het extra geld is gegaan naar een hoger salaris voor de do centen. Het reële salaris van docenten is met bijna 2 procent gedaald.
Het rapport van Van Haandel en Duijvestijn laat heel duidelijk zien dat het Nederlandse onderwijs inefficiënt wordt gefinancierd. Maar ze bieden geen dekkende verklaring voor hun conclusies. In ons boek Pleidooi voor het Kind (eerste druk 2015) hebben we de problemen met de lumpsumfinanciering al aangekaart. We schreven het volgende: “Schoolbesturen hebben de afgelopen dertig jaar steeds meer autonomie gekregen op gebieden die niet over de inhoud van het onderwijs zelf gaan, maar slechts over de organisatie ervan (bijvoorbeeld financiën, bestuur, huisvesting, personeel en infrastructuur). Schoolbestuurders zijn daarmee jarenlang in de rol gedrukt van bedrijfsleider of manager; er is te weinig ingezet op professionele besturen die ook inhoudelijke kennis over het onderwijs hebben.” Er wordt vandaag de dag veel onderzoek gedaan naar wat onderwijs effectief maakt, en we leren steeds meer over wat ervoor nodig is om leerlingen goed te laten presteren. Kleine klaslokalen, goed opgeleid en goed betaald personeel (waar de overheid dus zo veel in investeert) vallen hieronder, maar ook goed lesmateriaal en zelfs gezond eten.
500 500 dat, gemiddeld genomen, de belangen en prioriteiten van degenen die verantwoordelijk zijn voor het uitgeven van de lumpsum (oftewel directeuren en managers) weinig overlappen met de voorwaarden voor goed onderwijs. Het is heel normaal dat een school investeert in gebouwen: een mooi uitziende school trekt immers ouders en leerlingen aan. Vanuit economisch standpunt is dit logisch, maar het verbetert de kwaliteit van het onderwijs niet. Uiteraard zijn er uitzonderingen te vinden op deze trend. Maar feit blijft dat de lumpsum, hoe mooi bedacht ook, een inefficiënte en ineffectieve manier is om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Vanuit het kabinet klinken er al geluiden om in ieder geval de verantwoording voor de besteding van de lumpsum aan te pakken. Dit is een goed teken, maar er is meer nodig. Over de auteurs: Jon en Thom Roozenbeek zijn auteurs van het boek ‘Pleidooi voor het kind’ en redacteuren van KindVak Magazine.
Prioriteiten Het grootste probleem met de lumpsum is
mei / juni
Primair onderwijs - KindVak Magazine | 11
Pedagogisch curriculum kinderopvang Nieuwe vergezichten op het netvlies
Eindelijk zijn we geen witte vlek meer in Europa. Alle landen om ons heen hebben al jaren een pedagogisch curriculum voor het jonge kind, Nederland ontbrak als enige. Maar nu is het er! Het eerste pedagogisch curriculum voor het jonge kind in de kinderopvang. Kinderopvangorganisaties en hun pedagogen kunnen er flink mee aan de slag. En moeten er zelfs mee aan de slag. Want het – heel leesbare – academische boekwerk sluit aan bij het nieuwe Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang (IKK), die op 1 januari 2018 van kracht wordt. Daarin is duidelijk vastgelegd dat kinderopvang niet alleen opvang is, maar óók een belangrijke pedagogische opdracht heeft. Het pedagogisch curriculum zal daarnaast zeker een rol krijgen in het nieuwe toezicht in de kinderopvang. Kinderopvangorganisaties krijgen daarin veel meer ruimte voor eigen pedagogisch beleid, waarover ze bij controles in gesprek gaan met de
inspecteurs van GGD GHOR. Met het pedagogisch curriculum in de hand zullen dit zeker levendige gesprekken worden. Want door de komst van het curriculum is pedagogisch stilstaan vanaf nu niet meer goed uit te leggen en ook onwenselijk. Optimaal ontwikkelen Het pedagogisch curriculum is uitgebracht door Bureau Kwaliteit Kinderopvang (BKK), in opdracht van het (kinderopvang)ministerie van SZW. Het curriculum is bedoeld voor kinderopvangorganisaties en pedagogen en heeft als functie de ‘hoe-vraag’ te
12 | KindVak Magazine - Kinderopvang
mei / juni
beantwoorden. Hoe kunnen zij hun wettelijke pedagogische taak invullen en uitvoeren? Welke ervaringen moeten kinderen in de kinderopvang daarvoor krijgen? Net als de nieuwe IKK diept het pedagogisch curriculum de vier pedagogische doelen van professor Riksen-Walraven uit de oude Wet kinderopvang verder uit. ‘In de oude wet stonden eigenlijk alleen vier globale ontwikkelingsdomeinen, waar je aan moest “werken” in de kinderopvang’, vertelt kinderopvanghoogleraar Ruben Fukkink van de Universiteit van Amsterdam. Fukkink is eindredacteur van het pedagogisch curriculum en schreef de verbindende teksten. ‘Nu hebben we echter sturende academische teksten, die op elk pedagogisch deelgebied vaststellen wat wij wetenschappelijk weten over de ontwikkeling van jonge kinderen. En die benoemen wat kinderopvangorganisaties en integrale kindcentra pedagogisch kunnen bieden, zodat kinderen zich optimaal
kunnen ontwikkelen. Met ruim twintig gedegen hoofdstukken, van sport en spel tot en met kunst en bètavakken. Alle experts hebben hun diepste inzichten gegeven en je ziet vergezichten die we eerder nog niet op het netvlies hadden.’ Leeftijdsgeschikt Het pedagogisch curriculum is bedoeld voor kinderen van nul tot zes jaar en sluit aan op de vijf bestaande pedagogische kaders voor dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang. Het is geen verplicht curriculum, waar kinderopvangorganisaties stevige ontwikkelprogram-
‘Experts hebben hun diepste inzichten gegeven’ ma’s voor moeten bedenken. Het curriculum biedt wel een vrijwillig academisch kader dat richting geeft aan de invulling van pedagogische beleidsplannen en het biedt een overzicht van de diverse ont-
Rubin Fukkin
k
mei / juni
Kinderopvang - KindVak Magazine | 13
wikkelgebieden die aandacht vragen van kinderen en professionals. Fukkink vertelt dat het curriculum een brede, holistische insteek heeft. Er is aandacht voor zowel hoofd als hart. Aandacht voor zowel de cognitieve ontwikkeling als de sociaal-emotionele ontwikkeling. Waarbij de aandacht eerst naar het ‘hart’ uitgaat en naarmate kinderen ouder worden het ‘hoofd’ steeds meer in beeld komt. ‘Het is daarmee nadrukkelijk geen onderwijskundig curriculum’, vertelt Fukkink. ‘Bij een onderwijskundig curriculum loop je
Voor kinderen vanaf 3 jaar komt dan naarmate hun leeftijd vordert steeds meer de cognitieve ontwikkeling in beeld. We spreken dan over de ontwikkeling van pre-academische vaardigheden, zoals ontluikende geletterdheid, gecijferdheid en algemene leervaardigheden, zoals het uiten van ideeën, vragen stellen, plannen en nadenken over de omgeving. Fukkink: ‘Tegelijk moet er ook in deze periode ruim aandacht blijven voor verdere ontwikkeling van de interpersoonlijke vaardigheden. In de leeftijdsperiode van 3-6 jaar ziet ieder-
‘Voor- en vroegschoolse voorzieningen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de sociaal-emotionele ontwikkeling‘ het gevaar dat het onvoldoende aansluit bij het perspectief van het kind zelf, in het hier-en-nu. Dit curriculum voor het jonge kind besteedt juist ruim aandacht aan hoe je thema’s leeftijdsgeschikt vertaalt naar de belevingswereld van het jonge kind.’ Belangrijk, vindt Fukkink. ‘Want voor- en vroegschoolse voorzieningen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen tot 3 jaar. Het gaat dan om de ontwikkeling van interpersoonlijke vaardigheden, zoals contacten en omgang met leeftijdsgenootjes, emotieregulatie, openstaan voor nieuwe ervaringen, nieuwsgierigheid, enthousiasme en zelfvertrouwen.’
een graag een duidelijk evenwicht tussen “hart” en “hoofd”.’ Tegenwicht En de mix tussen hart en hoofd is uitstekend gelukt. Zo staat er een prachtig hoofdstuk in het curriculum over hoe je kinderen warm kunt krijgen voor ‘bètavakken’. Het is een opluchtend hoofdstuk dat tegenwicht biedt aan al het onderwijsgeweld van de afgelopen jaren, waarbij jonge kinderen op steeds vroegere leeftijd moeten leren schrijven en rekenen. Ook is er aandacht voor hoe kinderopvangorganisaties en pedagogisch medewerkers gezond leven kunnen bevorderen bij
14 | KindVak Magazine - Kinderopvang
mei / juni
jonge kinderen. En aandacht voor cultuuronderwijs, dat altijd doelbewust een stapje op de ontwikkeling van kinderen vooruit zou moeten lopen. Waarbij kinderen worden uitgedaagd zelf op onderzoek te gaan, en geen kant en klare brokstukken krijgen aangeleverd. Het pedagogisch curriculum maakt verder helder over welke vaardigheden kinderen moeten beschikken om in de 21ste eeuw goed mee te kunnen. Denk aan zelfregulering, creativiteit, samenwerken met mensen van verschillende achtergronden (diversiteit), communiceren, probleemoplossend werken, kritisch denken en digitale geletterdheid. Gevolgen voor werkvloer Wat betekent dit voor de pedagogisch medewerkers in de kinderopvang? Inmiddels is het iedereen in de kinderopvang duidelijk dat pedagogisch medewerkers niet alleen verzorgers zijn, maar ook een bijdrage moeten leveren aan de ontwikkeling van kinderen. Toekomstige kindgroepen zullen echter geen klas worden, benadrukt Fukkink. ‘Er moet ruimte blijven voor vrij spel,
mei / juni
met eigen keuzes van kinderen.’ Wel zullen pedagogisch medewerkers vanuit een sensitieve houding meer gericht werken aan ontwikkelingsstimulering. Ze zullen meer structuur bieden, met respect voor autonomie van de kinderen. En meer pratend en uitleggend werken aan de begeleiding van interacties tussen kinderen. Fukkink: ‘Pedagogisch medewerkers moeten teachable moments herkennen, waarbij ze geen dominante rol innemen, maar ook niet te afwachtend zijn.’ ‘De taak van pedagogisch medewerkers zal bestaan uit het bedenken van activiteiten en deze plannen en uitvoeren op de groep. Zij moeten in staat zijn om een inhoudelijk gestuurde activiteit te starten en vervolgens ruimte bieden voor de initiatieven van kinderen en inhaken op wat kinderen ervaren en doen.’ Kijk voor het curriculum op de website van BKK: www.stichtingbkk.nl. Over de auteur: Aart Verschuur is journalist en redacteur bij KindVak Magazine
Kinderopvang - KindVak Magazine | 15
Fontys komt met een nieuwe opleiding voor het brede pedagogisch educatieve werkveld
In de kinderopvang, het onderwijs en de jeugdzorg is met de harmonisatie van de kinderopvang, de invoering van de Wet passend onderwijs en de transitie en transformatie binnen het jeugdhulpstelsel flink veranderd. De ontwikkelingen binnen deze sectoren zullen de komende jaren zeker niet stilstaan door onder andere de invoering van de wet IKK (Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang) en de ontwikkeling van Integrale Kindcentra. Hiermee veranderen de taken en rollen en ontstaan er nieuwe, zoals pedagogisch coaches, pedagogisch specialisten, kind-mentoren en educatief specialisten. Dat vraagt om nieuwe opleidingen. 16 | KindVak Magazine - Algemeen
mei / juni
Fontys Associate degree Pedagogisch Educatief Professional De nieuwe Associate degree Pedagogisch Educatief Professional, afgekort Ad PEP, van Fontys leidt op tot deze veranderende of nieuwe taken en rollen in de sector. De Ad PEP is een tweejarige hbo- niveau 5 opleiding en zal vanaf 2018 in Den Bosch, Eindhoven en Tilburg als deeltijdopleiding worden aangeboden. De opleiding is een samenwerking tussen de hogescholen Pedagogiek en Kind en Educatie (met o.a. de opleidingen Leraar Basisonderwijs en Pedagogisch Management Kinderopvang). Door de bundeling van deze drie sectoren in één opleiding wil Fontys tevens de samenwerking tussen deze branches stimuleren. Veranderingen op de arbeidsmarkt De Ad PEP sluit daarnaast aan op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Zo neemt bijvoorbeeld de behoefte aan pedagogisch educatief professionals op hbo-niveau en aan professionals met een opleidingsniveau tussen bachelor- hbo en mbo toe. De huidige kwalificaties en de gewenste kwalificaties sluiten momenteel echter niet op elkaar aan. Ook wordt er veel nadruk gelegd op een Leven Lang Leren, maar het aantal deeltijdstudenten in het hoger onderwijs is de laatste jaren gehalveerd. Vol-
gens de adviescommissie ‘Flexibel hoger onderwijs voor werkenden’, onder leiding van Rinnooy Kan, is een Ad de missing link bij een Leven Lang Leren. Beroepsperspectief Ad’er PEP Ad’ers PEP kunnen professionals in een kindcentrum ondersteunen bij pedagogische en educatieve taken en kunnen taken zelfstandig uitvoeren. Ze vervullen in het netwerk rondom een kind een spilfunctie. Als educatief specialist kan de Ad’er samen met professionals in een regie- of expertrol opvang en onderwijs verzorgen voor kinderen. Als pedagogisch en educatief coach kan de afgestudeerde Ad’er PEP professionals coachen op methodieken en didactieken. En als verbinder kan de Ad’er PEP tussen het basisonderwijs, de kinderopvang en organisaties in de omgeving de doorgaande lijn bewerkstelligen. Kortom de Ad’er PEP is een multidisciplinaire professional met brede kennis en vaardigheden, ofwel een T-shaped professional. Bent u geïnteresseerd in de Ad PEP, stuur dan een mail naar adpep@fontys.nl Over de auteur: Angela Driessen is docent Management bij de opleiding Pedagogisch Management Kinderopvang van Fontys Hogescholen.
mei / juni
Algemeen - KindVak Magazine | 17
Nepnieuws in de klas: kinderen laten kijken naar wat zij lezen o
Nepnieuws is overal. In kranten en op tv lezen en horen we bijna iedere week wel over het groeiende probleem van misleidende informatie, vooral op het internet. Zo zou nepnieuws hebben bijgedragen aan de overwinning van Donald Trump in de Amerikaanse presidentsverkiezingen afgelopen november. Ook kinderen zitten op het internet en krijgen dus te maken met informatie die een hoop verwarring kan veroorzaken. Hoe pak je dit aan in de klas? Kinderen komen steeds vroeger met het internet in aanraking. Al op zeer jonge leeftijd spelen ze spelletjes online en chatten ze met hun vriendjes. Het internet is zo met onze samenleving verweven geraakt dat het onzinnig is om dit te willen voorkomen. Kinderen gaan online, of volwassenen dat nu willen of niet. Het is vooral zaak om ze goed beslagen ten ijs te laten gaan. Ook in de klas is het internet in opkomst in de vorm van digitaal leren. Waar je je twintig jaar geleden nog moest behelpen met een typcursus en een uurtje ICT-les per schooljaar, zijn er tegenwoordig hele lesprogramma’s online te volgen. De zogeheten Steve Jobs-scholen werken bijna volledig met tablets als een vorm van gepersonaliseerd leren. Scholen gaan op
deze manier met de tijd mee. Dat moet ook wel. Steeds meer vaardigheden die we in de toekomst nodig zullen hebben, hebben te maken met het internet. Mensen die kennis hebben van programmeren kunnen vandaag de dag gemakkelijk een baan vinden. Dit is één van de ‘21st century skills’ die de overheid en andere organisaties hebben aangewezen als uitermate belangrijk. Maar misschien nog wel belangrijker is de vaardigheid om de stortvloed aan informatie die op kinderen (en volwassenen) afkomt op het internet te kunnen beoordelen op betrouwbaarheid. De term ‘nepnieuws’ hoor je tegenwoordig erg vaak, misschien wel iets te vaak. Maar feit blijft dat misleidende informatie, clickbait en
18 | KindVak Magazine - Primair onderwijs
mei / juni
n kritisch op internet
regelrechte leugens zich op het internet makkelijk verspreiden. Dit is een probleem waar iedereen mee te maken heeft. Maar jong geleerd is oud gedaan. Kinderen vroeg leren hoe je foute informatie herkent is later van groot praktisch nut. Maar hoe doe je dat precies?
‘Nieuws kunnen toetsen op betrouwbaarheid is een belangrijke 21st century skill’ Actief nadenken Een lastig vraagstuk dat me de laatste tijd nogal bezighoudt. Ik werk sinds kort als promovendus op het gebied van media, propaganda en (jawel!) ook nepnieuws. Sinds de zomer van 2016 werk ik ook mee aan een project, DROG, dat precies dit vraagstuk probeert op te lossen. Ons idee is de zogeheten Propagandagame. Spelers kiezen een personage (bijvoorbeeld een complotdenker of clickbaitboer), en op basis van de doelen en wensen van dit personage maken ze een artikel dat lezers probeert te overtuigen van hun kant van het
mei / juni
verhaal. Zo denk je als speler heel actief na over de verschillende manieren waarop je informatie kan gebruiken om je publiek te misleiden: door dingen weg te laten, te overdrijven, of door ronduit te liegen. De game is momenteel in ontwikkeling en zal in de loop van de zomer online komen te staan. Maar een spelletje is niet genoeg. Goede, educatieve lesprogramma’s blijven nodig om deze essentiële ‘21st century skill’ onderdeel te maken van het pakket aan vaardigheden dat de nieuwe generatie met zich meedraagt. Over de auteurs: Jon Roozenbeek is auteur van het boek ‘Pleidooi voor het kind’ en redacteur van KindVak Magazine.
Primair onderwijs - KindVak Magazine | 19
Peiling: ‘IKC-vorming geremd door woud van regels’
Van baby tot tiener naar dezelfde organisatie om te spelen en leren, met dezelfde vriendjes en vriendinnetjes in een vertrouwde omgeving, en ouders die hun kind niet langer van opvang naar school hoeven slepen. Steeds meer scholen en kinderopvangorganisaties zien het Integrale Kindcentrum (IKC) als een belangrijk middel om kinderen goed te laten ontwikkelen en kansengelijkheid te bevorderen. Maar wet- en regelgeving liggen dwars, stellen zij en dus gaat de oprichting van deze IKC’s veel trager dan ze willen. Zo mag personeel dat voor de afdeling opvang werkt niet zomaar ook voor de school worden ingezet en moet hetzelfde gebouw aan tegenstrijdige eisen voldoen. Driekwart van de besturen heeft wel oren naar een IKC, maar loopt hierbij aan tegen de belemmerende regels, zo blijkt uit een recente peiling van de PO-Raad onder 263 schoolbesturen in het primair onderwijs.
•
•
Enkele opvallende resultaten uit de peiling van de PO-Raad: • •
78% van de schoolbesturen staat (zeer) positief tegenover de ontwikkeling dat veel po-scholen zich verder ontwikkelen naar IKC;
De meest genoemde reden om NIET voor een IKC te kiezen (47%) is dat de wet en regelgeving niet stimulerend werkt; 71% vindt dat bestaande wet- en regelgeving het onmogelijk maakt om volledig in één organisatie op te gaan; 85% vindt dat er één verantwoordelijk ministerie voor het kind van 0 tot 18 nodig is om de voorzieningen voor kinderen te kunnen integreren;
20 | KindVak Magazine - Primair onderwijs
mei / juni
Reactie PO-Raad Het mag niet afhangen van je woonplaats, de organisatie van de overheid en de opleiding van je ouders met welke bagage een kind in groep 1 of uiteindelijk op de middelbare school terecht komt, stelt de PO-Raad. Zij vindt het schrijnend dat kinderen op dit moment al op jonge leeftijd in gescheiden werelden opgroeien: voor kinderen van werkende ouders is alleen plek op de kinderopvang, kinderen met een risico op achterstanden gaan naar een voorschoolse voorziening en kinderen van niet-werkende ouders blijven thuis of bezoeken een peuterspeelzaal. Daarbij zijn de verschillen tussen gemeenten groot. Waar de ene gemeente veel voorschoolse voorzieningen aanbiedt, doet de andere dat veel minder.
die aangeven over te gaan op de ontwikkeling van een IKC, is de meest genoemde reden om hiervoor te kiezen (88%) de doorgaande ontwikkellijn van 0-12 jaar (met 1 visie, 1 missie) die kenmerkend is voor een IKC. Overigens hoeft een IKC wat de PORaad betreft niet uit slechts één gebouw te bestaan. Wie het opzetten van een IKC wel lukt, zijn vooral grotere besturen. Zij hebben relatief gezien meer geld om de notaris van te betalen die hen wegwijs maakt in het woud van de juridische regels, hoort de PO-Raad geregeld van haar leden. Over de auteurs: De PO-Raad is de sectororganisatie voor het primair onderwijs (PO) en behartigt de gemeenschappelijke belangen van de schoolbesturen in het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs.
De PO-Raad vindt dat als de overheid erkent dat een doorgaande lijn van belang is voor de ontwikkeling van kinderen, ze IKC-vorming meer moeten stimuleren in plaats van belemmeren. Van de besturen
mei / juni
Primair onderwijs - KindVak Magazine | 21
Onderwijsraad wijst op noodzaak digitalisering onderwijs
De digitalisering van het onderwijs heeft dringend een impuls nodig, stelt de Onderwijsraad in het advies ‘Doordacht Digitaal, Onderwijs in het digitale tijdperk’. De PO-Raad sluit zich hierbij aan, getuige onder meer het manifest ‘Nú investeren in onderwijs van morgen’ en de activiteiten uit het landelijke (doorbraak)project ‘Slimmer leren met ICT’. Ook pleit de PO-Raad voor een gezamenlijke inzet van overheids- en marktpartijen voor een verbeterslag van het ICT-onderwijs.Volgens de Onderwijsraad vraagt de snel digitaliserende samenleving om een attitude van het onderwijs waarin plaats is voor digitale onderwijsdoelen, de inzet van digitale leermiddelen en het gebruik van digitale toepassingen. De raad pleit daarnaast voor het koppelen van doordachte onderwijskeuzes aan ICT en doet drie aanbevelingen aan de regering: garandeer de randvoorwaarden voor digitalisering, vergroot het eigenaarschap in het onder-
wijsveld zelf en verken digitale toepassingen om ervaring op te doen en een visie te ontwikkelen. Overheid: schep de juiste randvoorwaarden ‘De raad is van mening dat de rijksoverheid scholen meer moet ondersteunen in de randvoorwaarden voor digitalisering om daarmee het onderwijs te ontzorgen’, zo stelt de Onderwijsraad. “Het gaat hierbij om randvoorwaarden als internetveiligheid en privacy; een adequate basale infrastructuur; en toereikende financiële middelen.” Een van de genoemde voorbeelden is een
22 | KindVak Magazine - Primair onderwijs
mei / juni
verlaging van het btw-tarief voor digitale boeken. Nu betalen scholen voor digitaal lesmateriaal 21 procent btw en voor papieren boeken 6 procent. Dit stimuleert scholen niet om hierin te investeren. Hiermee sluit de Onderwijsraad aan bij het manifest ‘Nú investeren in onderwijs van morgen’, dat de PO-Raad samen met twaalf andere onderwijs- en marktpartijen in januari heeft uitbracht. De overheid
PO-Raad schoolbesturen bijvoorbeeld bij het vormen van een visie op onderwijs & ICT en helpt zij hen bij het uitwerken van innovatieve vraagstukken. Er is veel in beweging gezet, maar er moet nog veel meer gebeuren om grootschalige innovaties met ICT te kunnen realiseren. De PO-Raad zet zich ook in voor de ICT-inkoopcoöperatie waar onlangs het initiatief toe is genomen. Hierin bundelen verschil-
‘De rijksoverheid moet scholen meer ondersteunen in de randvoorwaarden voor digitalisering om daarmee het onderwijs te ontzorgen’ wordt daarin opgeroepen om de juiste voorwaarden te creëren voor modern onderwijs. Zoals ook een goede en snelle internetverbinding tot aan de voordeur, subsidie voor de aanlegkosten van de interne ICT-infrastructuur in de school en opleidingen die leraren met academische vaardigheden afleveren. Van visie tot inkoop Het project ‘Slimmer leren met ICT’ loopt sinds 2015 en maakt deel uit van het Doorbraakproject Onderwijs en ICT. De PO-Raad participeert in het Doorbraakproject samen met de ministeries van Onderwijs, Economische Zaken en de VO-raad. Centraal staat het creëren, stimuleren en faciliteren van de mogelijkheden die ICT biedt voor het basisonderwijs. In samenwerking met Kennisnet ondersteunt de
lende schoolbesturen uit het po en vo hun kennis over de inkoop van ICT-producten -en diensten om zo kwalitatief en kwantitatief voordeel te behalen. ICT als motor De PO-Raad ziet ICT als een motor om de kwaliteit van het primair onderwijs verder te verbeteren. Dankzij ICT-toepassingen kunnen kinderen leren op hun eigen niveau en hun talenten ontplooien, volgen leraren hun voortgang nauwgezet, en kan er meer rendement gehaald worden uit de lesuren. Over de auteurs: De PO-Raad is de sectororganisatie voor het primair onderwijs (PO) en behartigt de gemeenschappelijke belangen van de schoolbesturen in het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs.
Wat is uw ervaring? Ga naar onze Facebook of Twitter en vertel het ons! mei / juni
Primair onderwijs - KindVak Magazine | 23
Wie regelt jouw salaris? Afspraken over de hoogte van je salaris, het aantal uren dat je werkt, wanneer je vrij bent en wat er gebeurt als je ziek bent. Het is vastgelegd in je cao. Ook wel je arbeidsvoorwaardenpakket genoemd. De cao komt tot stand door onderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers. Het voordeel van een cao? Ten eerste wil je als werknemer weten wat je rechten zijn. Daarom vind je in de cao afspraken over je salaris, wanneer en hoeveel uur je werkt, wanneer je vrij bent, wat er gebeurt als je ziek bent, over scholing & pensioen en hoeveel vakantie je jaarlijks hebt etc. Deze afspraken gelden voor iedere werknemer in de kinderopvang. Wel zo eerlijk. Het zou veel tijd kosten om als je als werknemers zelf afspraken moet gaan maken met je werkgever. Het gaat vaak ook over ingewikkelde onderwerpen, zoals je pensioen. Daarom is er een cao. Concurrentie Als er geen cao zou zijn kunnen werkgevers met elkaar concurreren op loon. Dan wordt geld belangrijker dan kwaliteit. En moeten werkgevers goed op je hoede zijn van wat andere ondernemers doen. En werkgevers zouden dan met elke werknemer apart afspraken moeten maken over de arbeidsvoorwaarden. Dat kost enorm veel tijd. Vakantiegeld Het is van belang dat iedereen zich aan de cao-afspraken houdt. Zowel werknemer als werkgever hebben die plicht. Ook hier kan FNV een rol spelen. Je kan altijd bij de vakbond aankloppen als je wilt weten of je wel of geen recht hebt op iets. Denk bijvoorbeeld aan vakantiegeld. In de cao
is geregeld (artikel 6.1) dat een werkgever verplicht is om in mei het vakantiegeld uit te betalen. Soms horen wij van werknemers dat zij dit niet, of in delen ontvangen. Maar vakantiegeld is een recht en daar mag op geen enkele manier van worden afgeweken. Gebeurt dit wel? Dan kunnen wij er samen met jou voor zorgen dat het alsnog wordt uitbetaald. Als je snel wilt uitzoeken wat je rechten en plichten zijn download dan de app, cao kinderopvang. Nieuwe cao Kinderopvang Als cao-onderhandelaar bij FNV Zorg & Welzijn onderhandel ik met werkgevers uit de Kinderopvang over jouw cao. De huidige cao Kinderopvang loopt tot 1 januari 2018, dus na de zomer beginnen we met de voorbereidingen van de nieuwe cao. Wil je meebeslissen over wat je belangrijk vindt in jouw cao? Dat kan. Als lid van de FNV word je betrokken bij de cao onderhandelingen. Nog niet lid? Wordt het dan meteen op fnv.nl. Want wij onderhandelen namens onze leden en hoe meer dat er zijn hoe groter onze stem. Samen sta je nou eenmaal sterker. Ilse van der Weiden Bestuurder FNV Zorg & Welzijn
24 | KindVak Magazine - Kinderopvang
mei / juni
CARD
BRUTO FORMAAT
[netto formaat + 2 mm afloop rondom.
....als kinderen je vak zijn!
minimum 2 mm binnen het netto formaat]
Het programma voor de editie 2018 zal medio september 2017 bekend worden gemaakt. Indien je bent aangemeld voor de nieuwsbrief ontvang je in september een uitnodiging om je te registreren voor een bezoek aan hèt vakevent KindVak en het bijwonen van één van de vele workshops.
Aanmelden voor de nieuwsbrief doe je hier
Meld je aan > KindVak 2018: Je komt toch ook? mei / juni
Kinderopvang - KindVak Magazine | 25
Vetzuren verminderen bijwerkingen ADHD-medicatie Voedingssuppletie met omega 3-/6-vetzuren kunnen veel voorkomende bijwerkingen van medicijnen helpen verminderen bij een groot aantal kinderen met ADHD. Kinderen die methylfenidaat gebruiken (beter bekend als bijvoorbeeld Ritalin of Concerta) krijgen vaak last van verminderde eetlust en slapeloosheid. In een in maart 2017 gepubliceerde studie bij kinderen met ADHD, konden eetlustremming en slaapproblemen fors verminderd worden wanneer de behandeling met methylfenidaat gecombineerd werd met voedingssuppletie met vetzuren. Zo kwam eetlustgebrek met de helft minder voor bij de kinderen die een combinatie van methylfenidaat en het voedingssupplement met vetzuren kregen dan bij de kinderen die alleen methylfenidaat kregen. Slaapproblemen kwamen helemaal niet voor in de combinatiegroep, terwijl dit bij 20% van de methylfenidaatgroep (zonder suppletie) wel voorkwam. Verder kwam uit deze studie naar voren dat het vetzuursupplement op zich nagenoeg even goed de ADHD-symptomen kon verbeteren als methylfenidaat. Vrijwel tegelijkertijd zijn de resultaten uitgekomen van een langlopende (16 jaar) Amerikaans-Canadese studie. Dit onderzoek laat zien dat langdurig gebruik van ADHD-medicijnen door kinderen en adolescenten een negatieve invloed heeft op de lichaamslengte op volwassen leeftijd.
26 | KindVak Magazine - Jeugdzorg
Consistente methylfenidaat-gebruikers bleven enkele centimeters achter in hun groei ten opzichte van de norm en ten opzichte van de personen met ADHD die nauwelijks of heel weinig waren blootgesteld aan methylfenidaat. De voortgezette medicatie bleek echter geen verbetering te geven van de ADHD-symptomen. Kinderen met ADHD die geen verbetering ondervinden na een standaard behandeling, kunnen mogelijk wel reageren op de behandeling wanneer er omega 3-/6-vetzuren toegevoegd worden. Dit laat een eerdere studie zien bij kinderen waarbij de ADHD-symptomen niet verbeterd waren na meer dan zes maanden lange behandeling met methylfenidaat in combinatie met gedragstherapie. Verdere studies moeten uitwijzen of toevoeging van een vetzuursupplement aan de behandeling met methylfenidaat de bijwerking van de medicatie op de lichaamslengte kan voorkomen of verminderen. * Bronnen opvraagbaar
mei / juni
advertentie
eye q omega 3 en 6
EEN SLIMME FORMULE MET OMEGA 3 & 6 UIT VISOLIE EN TEUNISBLOEMOLIE BELANGRIJK, JUIST OOK VOOR KINDEREN Vetzuren - zoals omega 3 (visolie) en omega 6 (plantaardige olie) - spelen een belangrijke rol in ons lichaam. Het lichaam kan deze vetzuren in kleine hoeveelheden zelf maken, maar is verder afhankelijk van voeding. Een natuurlijk voedingssupplement met een bijzondere combinatie van omega 3- vetzuren EPA en DHA en het omega 6-vetzuur GLA in de verhouding 9 : 3 : 1, die goed door het lichaam wordt opgenomen.
De specifieke samenstelling van vetzuren, zoals in Eye Q, is de laatste jaren regelmatig in het nieuws geweest: Journal of Attention Disorders. Online, 2017 Mar 21.
Efficacy and Safety of Omega-3/6 Fatty Acids, Methylphenidate, and a Combined Treatment in Children With ADHD Barragán E, Breuer D, Döpfner M. Journal of Child Psychology and Psychiatry. Online, 2016 Aug 22.
Omega 3/6 fatty acids for reading in children: a randomized, double-blind, placebo-controlled trial in 9-year-old mainstream schoolchildren in Sweden Johnson M, Fransson G, Östlund S, Areskoug B, Gillberg C.
Verkrijgbaar in verschillende vormen: Capsules, kauwcapsules met aardbeiensmaak en vloeistof met citrussmaak.
Critical appraisal of omega-3 fatty acids in attention-deficit/hyperactivity disorder treatment
De capsules zijn klein en geur- en smaakloos. Zonder toevoeging van kunst-matige stoffen of suiker.
Kijk op de website voor de laatste studies die zijn gedaan met Eye Q*
EYE Q • bevat natuurlijke vetzuren zoals deze oorspronkelijk in de natuur voorkomen; • wordt goed gezuiverd en wordt niet bewerkt met chemische stoffen; • heeft een bijzondere verhouding; • heeft vanwege de samenstelling, de hoge kwaliteit en de zuiverheid al jarenlang de voorkeur van vele ouders in de wereld!
Neuropsychiatric Disease and Treatment. Vol. 12, 2016 July 26.
Königs A, Kiliaan AJ.
*Registreer en log in als professional om alle artikelen te kunnen lezen onder ‘ingredienten’ > ‘omega 3 en 6 vetzuren’
E info@springfieldnutra.com • T 0186 - 626 173 • W springfieldnutra.com
mei / juni
Jeugdzorg - KindVak Magazine | 27