KindVak Magazine maart / april 2016

Page 1

CARD

BRUTO FORMAAT

[netto formaat + 2 mm afloop rondom.

....als kinderen je vak zijn!

minimum 2 mm binnen het netto formaat]

KindVak 2016: Een geslaagde twintigste editie!

‘Hoe was KindVak 2016?’ Wat doen we nou eigenlijk? PR en marketing op school is onmisbaar.

‘Help ouders in het vertellen van hun positieve verhaal’ In gesprek met een deelnemer aan de Leergang Directeur integraal Kindcentrum.


Voorwoord In dit nummer kijken we even terug naar de succesvolle 20e editie van KindVak. Niet alleen onze eigen beleving staat hierbij centraal. Suzanne Hegeman wilde graag haar ervaring over haar bezoek aan KindVak delen en wij geven haar daarvoor graag ruimte. Ook in deze 2e uitgave van KindVak Magazine vind je een leuke variëteit in onderwerpen en komen al onze doelgroepen weer ruimschoots aan hun trekken. Het onderwerp PR en Marketing is wellicht een eye-opener voor alle kindpro’s: laat zien dat je goed bent in je werk! De KindVak-on-Tour staat op het punt om van start te gaan. In juni

Colofon KindVak Magazine verschijnt 6x per jaar

KindVak Magazine is een uitgave van Context Media i.o.v. ConExpo bv Postbus 97, 5150 AB Drunen T. 0416 53 27 51 E. Kindvakmagazine@ conexpo.nl

produceren we een interessant programma en hebben daarvoor in Hoogeveen als locatie het bedrijf EromesMarko bereid gevonden

Redactie

om ons te ontvangen. Méér over datum, inhoud en planning vind je

Hoofdredactie

straks op kindvak.nl en in dit online vakmagazine.

Jon Roozenbeek

Voor nu wens ik je veel leesplezier toe.

Redacteuren

Thom Roozenbeek Emma Verweij Eindredactie

Wim Koemans Uitgever

Context Media Ontwerp / opmaak

KODW.NL KindVak Magazine wordt digitaal verspreid onder ca. 24.500 KindVak-professionals in Nederland en België. Door in te schrijven voor de KindVak-nieuwsbrief of een bezoek te brengen aan KindVak word je opgenomen in het Magazine bestand.

Wim Koemans Directeur ConExpo bv / organisator KindVak ConExpo info@ConExpo.nl

2

| KindVak - Algemeen

Adverteren? Bel:

0416 53 27 51

De redactie van KindVak Magazine stelt met zorg de inhoud samen voor iedere editie. De inhoudelijke verantwoording voor ingebrachte teksten ligt bij de auteurs van deze teksten.

maart / april


KindVak 2016: Een geslaagde twintigste editie.

4

PR en marketing op school is onmisbaar.

8

Praten met jongens.

4/5

KindVak 2016: Een geslaagde twintigste editie!

6/7

Impressie: Hoe heb ik KindVak 2016 beleefd?

8/11

PR en marketing op school is onmisbaar.

12/13 In gesprek met Monika Franzen. Interreligieuze verhalen vertellen. 14/15 Passende zorg voor ieder kind? 16/18 Praten met jongens. 19

UNO ontzorgt ICT bij kinderopvangorganisaties.

20/21 In gesprek met een deelnemer aan de Leergang Directeur Integraal Kindcentrum.

14 In gesprek met een deelnemer aan de Leergang Directeur IKC.

20

maart / april

Algemeen - KindVak |

3


KindVak 2016: een geslaagde twintigste editie! Vanuit heel Nederland kwamen vorige maand professionals uit het basisonderwijs, de kinderopvang en de jeugdzorg naar de Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch. KindVak 2016 was namelijk drie dagen het hart van de branche voor iedereen die met kinderen werkt. Exposanten pakten uit en workshops liepen vol in een bevlogen sfeer. Hoe was KindVak 2016? Door: Emma Verweij Een knallende start beleefde KindVak in de Baroniehal van de Brabanthallen op 28 januari. Directeur van Landelijk Expertisepunt Kindcentra Monique Vos feliciteerde organisator Wim Koemans met de twintigste editie van KindVak. Gijs van Rozendaal, voorzitter van Regiegroep Kindcentra 2020, ontving het nieuwe boek ‘Integrale Kindcentra: Handvat voor Professionals’

gekeken, gedeeld, gevraagd en geluisterd. Kennis en netwerken Actuele kennis aanbieden is een belangrijk en onmisbaar element geworden van KindVak. Door het enthousiasme van tientallen sprekers werd een inhoudelijk afwisselend programma neergezet in vijf workshopruimtes. Onderwerpen varieerden

‘Er werd genetwerkt, gekeken, gedeeld, gevraagd en geluisterd.’ uit handen van (KindVak Magazine-) auteurs Jon en Thom Roozenbeek en opende vervolgens het nationale vakevent. Champagne volgde. Er werd geproost op drie waardevolle dagen, waarbij actuele kennis over de samenwerking tussen kindprofessionals centraal stond. En dat is waargemaakt: een kleine 4000 professionals uit het basisonderwijs, de kinderopvang en de jeugdzorg bezochten de bruisende blauwgeel-groen geblokte beursvloer en het kennisprogramma. Er werd genetwerkt,

4

| KindVak - Algemeen

van pedagogische vraagstukken, zoals samenwerken binnen een IKC en de werking van het kinderbrein, tot praktische kennis, zoals het maken van gezonde traktaties en creativiteit met restmaterialen. Ook op de beursvloer verwelkomde KindVak een groot aantal interessante organisaties. Eén van de blikvangers was de natuurlijke speeltuin die Nooijen Terreininrichting speciaal voor KindVak aanlegde midden op de beursvloer. Compleet met zandpaden, gras, kabbelend beekje en beplanting. De

maart / april


live webinar door studenten van Fontys Hogescholen over Integrale Kindcentra en het theaterprogramma met bekende

te wachten tot de volgende editie in januari 2018. KindVak staat voor het continu delen van actuele vakkennis en zal tot

‘KindVak staat voor het continu delen van actuele vakkennis en zal tot najaar 2017 door Nederland toeren met een gevarieerd kennisprogramma.’ artiesten zoals Hakim en Dirk Scheele trokken eveneens veel aandacht. Kortom: KindVak bracht een actief programma, wisselend tussen kennis en vermaak, zakelijk netwerken en socializen met collega’s. En nu? KindVak on tour! Het vakevent is voorbij, maar je hoeft niet

najaar 2017 door Nederland toeren met een gevarieerd kennisprogramma. Op verschillende locaties worden inspirerende lezingen, presentaties en debatten georganiseerd rondom de ontwikkeling van het jonge kind en de actualiteit met betrekking tot Integrale Kindcentra. Houd de website in de gaten voor meer informatie! Over de auteur: Emma Verweij is journalist en onder andere werkzaam als redateur bij KindVak Magazine.

Tijdens KindVak 2016 is het boek Integrale Kindcentra: Handvat voor Professionals gepresenteerd. Dit speciaal voor KindVak-professionals geschreven handboek is nu verkrijgbaar via Kindvak.nl/bestelling voor €14,95. Een aanrader voor iedereen die met kinderen werkt en een goed beeld wil hebben van ontwikkelingen en samenwerkingsmogelijkheden binnen de branche.

maart / april

Algemeen - KindVak |

5


Impressie: Hoe heb ik KindVak 2016 beleefd?

Het heeft even wat voeten in de aarde gehad wat reserveren betreft, maar uiteindelijk is het toch gelukt om ook dit jaar weer samen met een aantal studenten naar Den Bosch af te reizen voor een bezoek aan KindVak. Ik denk dat ik inmiddels zo’n 16 van de 20 KindVak beurzen heb bezocht. De laatste keer was ongeveer 3 jaar geleden. En wat heb ik weer veel inspiratie opgedaan! Door: Suzanne Hegeman Dit jaar waren er ongeveer 60 workshops, waaronder Maken en spelen van poppenkastverhalen met kinderen, Creatief Recycle Centrum en IKC: Aan de slag in de groep. Hierin werden verschillende thema’s be-

‘Wat heb ik weer een inspiratie opgedaan!’ sproken, zoals: welke mogelijkheden biedt een IKC voor kinderen? Wat voor gevolgen heeft het vervagen van grenzen tussen opvang en onderwijs? Wat vraagt dit van PM-ers en leerkrachten en overige disciplines? Wat hebben mijn collega’s en studenten gemist? Ik en mijn studenten hebben weer een hoop mooie indrukken opgedaan op KindVak. Hieronder vat ik de belangrijkste indrukken kort samen.

6

| KindVak - Algemeen

• De prachtig ingerichte stands met meubilair. Mooie en ergonomische materialen. Niet alleen hoogwaardige houtsoorten, zoals wij die al kennen, maar nu ook duurzame en recyclebare materialen! Leuke tekst en uitleg hoe dit van plastic afval gemaakt wordt. • Prachtige leerkisten: rekenen, taal, verkeer. Wat leuk om in al die kisten te mogen ‘rommelen’, tekst en uitleg te krijgen. Zoveel didactische vormen en wat een mooie, inspirerende en kleurrijke materialen (handig voor de vakken Nederlands, rekenen, Engels. Ook voor onze studenten die moeite hebben met deze vakken). • Een koffer vol dieren (handpoppen), geschikt voor VVE en voor drama. • Kabouterhuis te Amsterdam; het Medisch Orthopedisch Kinderhuis (MOC), biedt middels de ‘Jonge Kind Academie’ allerlei trainingen en kortdurende

maart / april


trainingen aan op het gebied van hechtingsproblematiek, ontwikkelingsproblemen, traumaverwerking, en taal- en spraakstoornissen. • Ondersteuning voor nieuwe ondernemers die een passie voor groene of actieve kinderopvang hebben. • Natuurlijk was er een schat aan (kinder) boeken, knutselideeën, sprookjes gericht op natuurbeleving, leuke beursaanbiedingen, enzovoort. • ‘s Middags speelde Dirk Scheele muziek in het theater. Hoe eenvoudig kunnen kinderliedjes zijn waarbij iedereen mee kan doen! • Laat ik nu een student in de groep heb ben die met gereedschap kan omgaan. Een kolomboor, verstekzagen, schuren en meten, doet ze in een handomdraai. Zij werd enthousiast van een gigantisch insectenhotel en van een zitbank gemaakt van tweedehands meubelen.

Kortom, Wat een inspirerende dag was dit weer en ik heb vast nog heel veel niet beschreven. De opkomst van de IKC’s zijn de laatste nieuwe ontwikkelingen. Studenten van PW&O zouden hier naar toe moeten gaan. Zij zijn de toekomstige afnemers en wij kunnen hen laten zien hoe belangrijk het is om je te blijven scholen en blijvende kwaliteit te bieden aan kinderen en hun ouders. ‘Mijn’ 3 studenten hebben veel inspiratie opgedaan voor o.a. hun Proeve en waren

‘De opkomst van de IKC’s zijn de laatste nieuwe ontwikkelingen.’ heel enthousiast. Wat zou het leuk zijn om met alle collega’s de volgende keer naar Den Bosch te gaan om kennis en enthousiasme te kunnen delen. Over de auteur: Suzanne Hegeman is 19 jaar werkzaam als docent Pedagogiek bij het ROC Midden Nederland. Daarvoor werkte zij 11 jaar als leidinggevende in een kinderopvangorganisatie in Lelystad.

Hoe heeft u KindVak 2016 ervaren? Ga naar onze Facebook of Twitter en vertel het ons! maart / april

Algemeen - KindVak |

7


Wat doen we nou eigenlijk? PR en marketing op school is onmisbaar.

Kritische ouders en bevolkingskrimp zorgen ervoor dat het basisonderwijs competitiever wordt. Een zakelijke blik op imago, communicatie en marketing kan een verschil maken in het voortbestaan of verdwijnen van een school, vinden marketingdeskundigen gespecialiseerd in het basisonderwijs. ‘Goed onderwijs verkoopt zichzelf niet meer.’ Door: Emma Verweij Als onderzoeker en adviseur Ronald Dulmers in de jaren ‘80 begint met zijn marketing- en communicatiebureau voor basisscholen, is hij zo’n beetje de eerste die zich hieraan waagt. Een schoolkeuze maken is

ten vragen zich af “waar wil ik bij horen?”’, zegt Dulmers. ‘Als reactie hierop zie je dat scholen in eerste instantie van productgericht naar verkoopgericht gaan om zich te profileren: ze maken meer reclame. Puur

‘Een slecht imago is zonde, want lang niet altijd terecht.’ voor de meeste ouders in die tijd helder, want gebaseerd op geloofsovertuiging of simpelweg op dat een school dicht bij huis is. Scholen stellen zich productgericht op, ziet Dulmers: de school bepaalt wat goed is, met de verwachting dat de rest vanzelf volgt. Maar ouders worden mondiger en mobieler, kritischer. Als de keuze in de loop der jaren vrijer wordt, krijgen scholen steeds meer te maken met marketingproblematiek. ‘Goed onderwijs verkoopt zichzelf niet meer. Onderwijsconsumen-

8

| KindVak - Primair onderwijs

zenden, dus, zonder rekening te houden met de wensen van de markt.’ Hier mist een belangrijke vraag, die zelfs anno 2016 nog onvoldoende gesteld wordt, meent de onderzoeker: ‘wat doen we nou eigenlijk?’. Een marktgerichte school Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 2015 in één op de vier plaatsen in Nederland geen school is en dat tot 2022 het aantal basisschoolleerlingen zal afnemen. De PO-Raad meldt dat vorig jaar meer dan

maart / april


honderd scholen de deuren hebben moeten sluiten, in navolging van 2014. ‘Krimp maakt leuk en goed onderwijs geven lastig en stimuleert daarmee het zakelijk denken jegens marketing’, vindt Dulmers. Hij pleit voor een marktgerichte aanpak op scholen, die hij overigens steeds vaker ziet. ‘Schooldirecties vragen zich af hoe zij zich zo sterk mogelijk kunnen profileren in een onstabiele markt. Integrale Kindcentra zijn bijvoorbeeld ook een vorm van marketing’. Basisscholen hebben hier 3- en 4-jarigen al in huis en door goede samenwerking en communicatie, wordt de kans klein dat ze een andere schoolkeuze maken, aldus Dulmers. ‘Maar niet iedereen kent alle klappen van de marketingzweep al. Er heerst soms nog steeds het idee dat een

de consument. ‘Verdiep je in hoe de markt zich ontwikkelt door een concurrentieanalyse, tevredenheidsonderzoek en schoolkeuzemotieven.’ Het belangrijkste hierbij is dat je je eigen identiteit helder voor ogen hebt. ‘Om je ware gezicht te kunnen tonen, moet je dit eerst benoemen met elkaar. Wat maakt ons sterk? Wat is onze eigen aanpak om iets te bereiken met deze leerlingen? Hoe maken we dit zichtbaar? Dan pas kun je succesvol van binnen naar buiten treden.’ Kracht van binnen en buiten Hoe belangrijk het is dat je als school je identiteit bepaalt en deze op een goede manier uitdraagt, ondervindt onderwijsdeskundige Sandra van der Bolt, medeau-

‘Help ouders in het vertellen van hun positieve verhaal.’ opgepoetste folder problemen kan oplossen.’ Het verschil tussen een product- en verkoopgerichte school en een marktgerichte school zit hem volgens Dulmers in het begrijpen van de onderwijsmarkt en

teur van het boek Krachtig van binnen, sterk naar buiten! In vier stappen naar een aantrekkelijke school met een sterk imago (2015). Ook zij ziet dat ouders meer consumentengedrag zijn gaan vertonen en dat

maart / april

Primair onderwijs - KindVak |

9


zij kritischer keuzes maken. ‘Ouders willen een goed gevoel hebben bij de school, afhankelijk van wat andere ouders vinden’, zegt Van der Bolt. Een slechte reputatie hebben is volgens haar doodzonde, omdat deze zeker niet altijd terecht is. Als voorbeeld noemt zij een Montessorischool in Brabant die kampte met het vooroordeel van een hoog aantal zorgleerlingen. Leerlingaantallen liepen terug, maar zijn recentelijk ook weer gestegen door aandacht voor pr. ‘Vaak als scholen aan pr denken, dan denken ze aan hun website en flyers. Dat is niet zo, pr draait om de vraag wat je te bieden hebt en het zorgen dat dit zichtbaar is. Het is mensenwerk. Als directie en personeel de eigen identiteit goed weten uit te dragen naar ouders en kinderen, dan kan het tij gewoon keren. Op iedere school zou daarom het punt pr in de draaiboeken moeten staan.’

Trots en tamtam Onlosmakelijk verbonden met goede pr is gastvrijheid en klantgerichtheid, vindt Van der Bolt. Uit haar eigen onderwijservaring weet ze dat dat er soms bij inschiet op school. ‘Leerkrachten zijn heel plichtsgetrouw, ze houden erg vast aan hun taken. Kopiëren gaat soms vóór een spontaan gesprek met een ouder’, zegt Van der Bolt. ‘Juist ambassadeurs, tevreden ouders en leerlingen, zijn de kritische succesfactor voor een goed imago.’ Ronald Dulmers is het hiermee eens. ‘Het belangrijkste in het basisonderwijs is recommandatie. Als je ouders niet helpt in hun positieve verhaal, dan gaat iedereen zijn eigen verhaal vertellen’, zegt hij. ‘Je onderwijskundige zaken op orde hebben is hierbij niet voldoende. Zorg dat je successen viert, je laat zien waar je goed in bent, je aandacht besteed aan bijzondere activiteiten met foto’s, noem maar op. Als eigen ouders tevreden en trots zijn, dan volgt de tam tam vanzelf.’ Over de auteur: Emma Verweij is journalist en onder andere werkzaam als redateur bij KindVak Magazine.

10 | KindVak - Primair onderwijs

maart / april


In de praktijk: OBS De Vogelaar Jan Hendriks is sinds 1985 directeur van OBS De Vogelaar in het Overijsselse Raalte. Door krimp werd verwacht dat zijn leerlingenaantal zou teruglopen naar 150 in oktober 2015. Het tegendeel blijkt waar: al jaren telt de stabiele school rond de 260 leerlingen. In januari 2016 ontving OBS De Vogelaar voor de vierde keer het predicaat Excellent. ‘De eerste vraag die we kregen van een marketingprofessional was: hoe ziet je school eruit en wat wil je ermee bereiken? In de dertig jaar dat ik directeur ben van OBS De Vogelaar gaan kinderen met plezier naar school en zijn de leerresultaten goed. Toch zijn er een aantal dingen op de schop genomen. De communicatie is korter, krachtiger en beeldender geworden en gaat deels via Facebook. Ik zorg dat ik zichtbaar ben. Voor en na schooltijd sta ik op het schoolplein. Alle kinderen kunnen programmeren en

3D ontwerpen, dat geeft ze een gevoel van trots. De leerlingenquêtes worden hoog ingevuld. Vijf jaar geleden meldde ik ons aan voor de Onderwijsprijs Overijssel en we wonnen. Helaas grepen we de Onderwijsprijs Nederland mis, maar het gaf een enorme boost in het team. Ik geloof dat leerkrachten aan de basis staan van tevreden ouders en kinderen. Onze vuistregel is dan ook: we praten niet negatief over leerlingen. Het positieve benoemen is voor iedere leerkracht nu vanzelfsprekend en die sfeer voelen ouders ook. Leerlingen voelen zich gewaardeerd. Ik ben zakelijker gaan denken en zie de school echt als een professionele organisatie. Daar krijg ik zoveel positiviteit voor terug, ook in mond-tot-mondreclame, dat ik het gevoel heb weinig aan marketing meer te hoeven doen.’

Marketing en pr op uw school? Ja of nee? Ga naar onze Facebook of Twitter en vertel het ons! maart / april

Primair onderwijs - KindVak | 11


In gesprek met Monika Franzen Interreligieuze verhalen vertellen Op school komen kinderen en ouders met verschillende culturele en religieuze achtergronden met elkaar in contact. Dit gaat meestal heel goed, maar kan soms ook leiden tot onbegrip en spanning. Het interreligieuze verhalenproject Abraham & Ibrahim maakt kinderen nieuwsgierig naar elkaars achtergrond door verhalen te vertellen en kinderen te stimuleren op onderzoek uit te gaan in verschillende religies. KindVak Magazine sprak erover met Monika Franzen, pedagogisch trainer bij Huis van de Jeugd.. Door: Jon Roozenbeek Overeenkomsten ‘Ons project richt zich op de overeenkomsten en verschillen tussen de drie monotheïstische religies (Christendom, Islam en Jodendom)’, zegt Franzen. ‘Alle drie hebben ze gemeen dat ze in één God geloven en dezelfde aartsvader kennen: Abraham, of Ibrahim. Abraham of Ibrahim is een belangrijk figuur in alle drie de religies, maar er worden ook verschillende verhalen over

voorkomen. Kinderen weten dit vaak niet en zijn verbaasd hoeveel de drie religies met elkaar gemeen hebben.’ Het gaat niet om dé ‘waarheid’ Volgens Franzen is het niet één waarheid die interessant is, maar juist de openheid en verwondering als basishouding. ‘We focussen niet op kennisoverdracht, maar stimuleren bij de kinderen een onderzoe-

‘Het gaat niet om de waarheid maar om het uitwisselen van verhalen, ervaringen en tradities.’ hem verteld. Dat is spannend, en dus een goede aanleiding om te oefenen in dialoog. Op een toegankelijke manier bespreken we samen met kinderen verhalen die zowel in de Bijbel, de Koran als de Thora

12 | KindVak - Algemeen

kende houding, open en in dialoog. In het praten over de verhalen, stellen de kinderen elkaar vragen. Wat spreekt je aan in het verhaal? Wat heeft dat met jouw eigen leven te maken? Hoe kijken anderen tegen

maart / april


het verhaal aan? Zo gaan kinderen met elkaar in dialoog en vermijden ze een welles-nietesdiscussie.’ DJ

DJ

Minder ‘wij’ en ‘zij’ De kinderen ontdekken veel verschillen, maar ook veel overeenkomsten: “We hebben allemaal een heilig boek en symbolen”, en: “Wat interessant dat de christenen een kinderversie van de Bijbel hebben”, of: “Waarom wordt er een hoofddeksel in de synagoge gedragen?”. Het project roept dus veel vragen op, die misschien niet allemaal beantwoord kunnen worden, maar die voor mooie en betekenisvolle gesprekken en leerresultaten zorgen,

ouders wijzen volgens Franzen te snel met hun vinger en zijn te zeer overtuigd van

‘Kinderen zijn verbaasd hoeveel de drie grote religies met elkaar gemeen hebben.’ nieuwe denkwijzen, relativeringsvermogen opleveren en uitnodigen om minder snel in termen als ‘wij en zij’ langs elkaar heen te praten. Ouders Voor ouders is dit ook zo belangrijk. Bij het organiseren van bijeenkomsten waar ook ouders bij betrokken zijn, ontstaan er soms de nodige spanningen. Sommige

hun eigen gelijk om nog echt in dialoog te willen. ‘Onze ervaring in het project Abraham & Ibrahim is dat kinderen op staan voor elkaars verhalen en zich hier echt over kunnen verwonderen. Deze verwondering willen we ook onder ouders in gang zetten. Kinderen nemen verhalen mee naar huis waardoor er met de ouders ook andere gesprekken kunnen ontstaan.’ Ontkerkelijking Toch blijven er wel vragen bestaan. Een groot deel van de Nederlandse kinderen groeit bijvoorbeeld niet meer op met verhalen uit de Bijbel of de Thora en heeft dus weinig kennis van deze tradities. Ook hier wil het Huis van de Jeugd de nadruk leggen op de verhalen die worden verteld: het gaat niet om de waarheid maar om het uitwisselen van verhalen, ervaringen en tradities. DJ

Over de auteurs: Jon Roozenbeek is schrijver en hoofdredacteur van KindVak Magazine.

maart / april

Algemeen - KindVak | 13


Passende zorg voor ieder kind?

Deze blog is eerder gepubliceerd op Kennisnet Jeugd, een online platform over de transformatie van de zorg voor jeugd: www.kennisnetjeugd.nl.

Toen ik nog bij Bureau Jeugdzorg werkte, kwam ik ze regelmatig tegen: kinderen voor wie geen woonplek gevonden kon worden. Nu is de transitie achter de rug en werken we in kleinere regio’s. Krijgen deze kinderen nu wel zorg op maat? Door: Anneke Vinke Sinds kort is een jongen van 15 jaar bij mij in therapie. Hij is sinds zijn 12e uit huis en heeft al op vijf groepen gewoond. Er is geen familie en geen netwerk. Hij is een voogdijkind. Veel diagnoses zijn afgegeven, allemaal grotendeels te herleiden tot vroegkinderlijk trauma en gehechtheidsproblematiek. Sinds vier weken is hij ook niet meer welkom op zijn laatste – beoogd

14 | KindVak - Jeugdzorg

permanente – groep. Hij is te gevaarlijk, de plaatsing is abrupt gestopt. Het advies voor vervolg lijkt (opnieuw) aan te sturen op een gesloten plaatsing. Hij woont nu bij zijn voormalige pleegmoeder, midden in de stad. Het is beter dan crisisopvang, maar ook een bijzonder alternatief: beroepsopvoeders vinden hem immers te gevaarlijk om op de groep te wonen.

maart / april


Stabiele woonplek Deze jongen heeft veel tijd en aandacht nodig – één-op-één – zodat hij trauma kan verwerken en gemiste ervaringen kan inhalen. Er is een lang traject nodig om hem te helpen te worden wie hij is en zijn plek te vinden in de maatschappij. Een traject waar relatievorming centraal staat en daarna pas gedragsmatig wordt gewerkt. Een goede, stabiele woonplek met vaste leiding is daarbij een voorwaarde. Maar die is er niet meer. Wie is er nu verantwoordelijk? Stel dat het niet goed gaat bij zijn pleegmoeder, op wie kan zij terugvallen? Weer een negatieve ervaring Inhoudelijk hebben we te maken met weer een breuk in het leven van dit kind. Bij mij rijst de vraag of we de plaatsing niet pas hadden kunnen afronden als er een vervolg is. De gang van zaken nu bevestigt

het toch mogelijk zijn om het daarvoor beschikbare budget te gebruiken voor een alternatieve woon- en behandelplaats? Niet kijken waar er plek is, maar vanuit het kind en diens ontwikkelings- en opvoedingsvraag en de relatie met deze jongen samen aan de slag gaan. Regionaal overleg Ik vraag me af of we voor deze kinderen, die overal buiten (dreigen te) vallen, afspraken kunnen maken die het kind echt direct helpen, soms buiten de gebaande paden. Dat moet dan wel geregeld worden op een hoger niveau dan voogd en opnamecoördinator. Hier ligt ook een (regie) rol voor de gemeenten of misschien zelfs VNG. Vóór de transitie, toen provincies nog verantwoordelijk waren, was er in Utrecht op provinciaal niveau overleg over deze kinderen die buiten de boot dreigden te vallen. Een slagvaardige adviescommis-

‘Zorg op maat hoeft niet moeilijk te zijn wanneer iedereen open communiceert en samen om het kind gaat staan.’ oude scripts en haakt in op eerdere negatieve ervaringen. Dat is slecht voor het kind, voor de therapie en voor zijn toekomst Overleg met de (externe) behandelaars, plaatsers en de verantwoordelijke gemeente of regio voordat het besluit viel, was zinvol geweest. Het had in elk geval de hernieuwde ervaring van het abrupte afstoten en van verbroken relaties kunnen voorkomen.

sie ‘nieuwe stijl’, per gemeente of regio, lijkt mij geen overbodige luxe. Want zo als het nu loopt, kan de transitie haar belofte van passende zorg voor elk kind (nog) niet waarmaken. Een uitdaging. Wie pakt hem op? Over de auteurz: Anneke Vinke is opgeleid als orthopedagoog in Nijmegen en geregistreerd als Gz-psycholoog, Registerpsycholoog Kind-en Jeugd (NIP) en Orthopedagoog Generalist NVO. Daarnaast is zij voorzitter van het bestuur van ADOC, het kenniscentrum Adoptie en Pleegzorg in Leiden.

Vanuit het kind aan de slag Zorg op maat hoeft niet moeilijk te zijn wanneer iedereen open communiceert en samen om het kind gaat staan. Als gesloten plaatsing de enige optie is, dan moet

maart / april

Jeugdzorg - KindVak | 15


Praten met Jongens

Dit artikel is eerder gepubliceerd op www.betsyvandegrift.nl.

Jongens zijn minder praterig ingesteld. Ze leren het wat later, gebruiken minder woorden en minder lange zinnen. Maar er is meer: ze gebruiken bij het praten ook andere gebieden in de hersenen. Hun taalbegrip is concreter. Praten over gevoel gaat ze daardoor waarschijnlijk minder makkelijk af dan meisjes. Voeg daarbij dat veel jongens iets minder goed horen dan meisjes en je begrijpt waarom in een groep met jongens en meisjes de jongens -verbaal althans- niet de boventoon voeren. De uitdaging is volgens mij, om jongens met een minder verbale communicatie dan meisjes, toch lekker mee te laten praten. Door: Betsy van de Grift Het belang van praten Praten is erg belangrijk. Als je zelf een week keelontsteking hebt, merk je pas hoeveel er gepraat wordt. En hoe slecht de samenleving is ingesteld op mensen die verbaal minder vaardig zijn. Praten is belangrijk: je moet kunnen zeggen wat je wilt, wat je denkt, wat je voelt. En vooral dat

16 | KindVak - Jeugdzorg

laatste, het verwoorden van wat er binnen in je speelt, kan voor een jongen moeilijk zijn. Hij voelt zich ongemakkelijk, maar kan ook niet ter plekke en op hetzelfde moment antwoorden op de vraag wat hij voelt. Bij een jongen moet er een breinverbinding worden gemaakt tussen ervaring en taalgebied, dat vraagt even tijd.

maart / april


Genderverschillen Bij meisjes gaat dat iets makkelijker. In het brein van meisje van veertien gebeurt er dit: in de puberteit verschuift het gebied waar emoties zitten van het binnenbrein

‘Meisjes zijn zich makkelijker van emoties bewust dan jongens en kunnen daar over praten. Bij jongens duurt dat iets langer.’ via ingewikkelde verbindingen naar de buitenkant, naar de prefrontale cortex en de pariëtale kwab. Ze zijn zich daardoor makkelijker van emoties bewust en kunnen

maart / april

erover praten. Bij jongens gebeurt dat veel later en dan ook nog veel minder. Emoties blijven in het binnenbrein, de amygdala. Daar zitten ze te ver van het bewustzijn en de taalfuncties om er makkelijk bij te kunnen. De verwerkingstijd van boodschappen is daardoor langer of lastiger. Hoe praat je met jongens? Jongens praten misschien minder en minder graag. Dat is op zichzelf geen groot probleem. Ook met hun andere vaardigheden kunnen jongens zich prima handhaven. Voor opvoeders en onderwijzers is het wel nuttig om hun taalvaardigheid in de gaten te houden en die te stimuleren, de samenleving (denk aan de 21e-eeuwse vaardigheden) vraagt er om. Een goede

Jeugdzorg - KindVak | 17


taalvaardigheid heb je nodig om je te kunnen ontplooien. Tegelijk moeten we ook accepteren, zeker met het heel hoge ‘feminiene gehalte’ in kinderopvang en onderwijs dat de taal-

‘Jongens praten misschien minder en minder graag. Dat is op zichzelf geen groot probleem.’ vaardigheid van jongens niet altijd tot uiting komt op een voor vrouwen bekend en vertrouwde manier. Hoe moet het dan wel? We gaan daarom wat mijn betreft niet streven naar meer pratende jongens. Ook het ‘praten over je gevoel’ gaan we niet bij jongens forceren. Het zet ze nodeloos onder druk. Maar het is wel van groot belang dat er gedurende de hele periode van breinontwikkeling (en dat is bij jongens tot de leeftijd van ongeveer 23 jaar!) tegen en met jongens gepraat wordt. Door een stimulerende omgeving zullen ze zich, ook al is het later dan meisjes, prima ontwikkelen op taalgebied. Verder kunnen we jongens stimuleren door te matchen en te stretchen.

Matchen en Stretchen Matchen is een soort mannelijke taalstimulering die jongens goed kunnen gebruiken. We trekken niet aan ze, maar letten goed op de manier waarop we met de jongens communiceren. Is die communicatie stimulerend? Uitnodigend om mee te doen? Beeldend? En we laten jongens merken dat je ook kunt communiceren zonder er voortdurend woorden bij te gebruiken. En dat dit oké is. Stretchen is meer een soort vrouwelijke taalstimulering. We stimuleren jongens om meer dan ze eigenlijk geneigd zijn, om verbaal te communiceren. Stretchen doe je door je eigen taal- en spraakgebruik ten dienste te stellen van jongens. Je probeert zaken duidelijk uit te leggen, ook al wordt daar niet om gevraagd. Acceptatie Ook al is het misschien niet altijd makkelijk voor de overwegend vrouwelijke leerkrachten, we kunnen dus de jongen die niet zo graag over zijn gevoel praat -en die sowieso misschien wel liever niet zoveel praat- helpen door de gendereigenheid te accepteren en tegelijk ook genderspecifiek de taalontwikkeling te stimuleren. Over de auteur: Betsy van de Grift is onderzoeker en publicist, en expert op het gebied van het brein van het jonge kind. In het najaar verschijnt haar boek over genderverschillen en wat ze betekenen in kinderopvang en het onderwijs: Jongensbrein/ Meisjesbrein #JBMB.

Bezoek Kinderopvang Business Group op LinkedIn voor meer interessante artikelen en discussies. 18 | KindVak - Jeugdzorg

maart / april


advertorial

UNO ontzorgt ICT bij kinderopvangorganisaties Kinderopvangorganisaties moeten op de continuïteit en de veiligheid van hun ICT systemen kunnen vertrouwen. UNO is een ICT-partner die daarbij kan helpen mede door jarenlange ervaring bij grote kinderopvang organisaties. Misschien heb je ze al gezien op KindVak 2016 waar UNO aanwezig was om kennis te maken met meer kinderopvang organisaties. Directeur Remco Onderwater: ”UNO zorgt met slimme ICT-oplossingen en topsupport ervoor dat je altijd en overal kan werken, zonder dat je er zelf verstand van hoeft te hebben. Het is een vorm van ICT-beheer die Managed Services wordt genoemd en gekenmerkt wordt door heldere en goede voorwaarden en vaste bedragen, dus geen extra kosten achteraf. Onze toegevoegde waarde is onder andere dat proactief problemen voorkomen worden. Met vaste afspraken over de kosten, een uitstekende servicedesk, actieve monitoring, periodieke handmatige controles en het actief bijwerken van updates en patches nemen we de organisaties het werk en zorg uithanden. En organisaties met de ANBI- of SBBI status kunnen als klant van UNO meestal gratis Office 365 gebruiken’’.

Hoe veilig zijn jouw ICT systemen: Doe gratis de UNO CyberScan via www.uno.nl/cyberscan of kijk voor verdere informatie op www.uno.nl

maart / april

Cybercriminelen Regelmatig blijkt dat organisaties worden gehackt. Er is sinds kort zelfs een wettelijke verplichting om daarvan melding te maken. Ook voor kinderopvang organisaties is het cruciaal dat hun gegevens niet op straat komen te liggen. Want vertrouwen speelt in deze branche natuurlijk een enorm belangrijke rol in de klantrelaties. UNO Cyberscan kan helpen bij deze digitale beveiliging. Het wordt geleverd in abonnementsvorm (vanaf 99 euro/mnd excl btw) waarbij je systemen maandelijks worden gecontroleerd op kwetsbaarheden in zowel hard- als software. Het laat zien welke digitale deuren van de organisatie mogelijk nog open staan. De scans worden voortdurend ge-update met meer dan 500 nieuwe kwetsbaarheden per maand. Op basis van de scans geeft UNO adviezen hoe de zwakke onderdelen versterkt kunnen worden. CyberScan is een bekroond Nederlands kwaliteitsproduct dat in samenwerking met TNO is doorontwikkeld.

Algemeen - KindVak | 19


In gesprek met een deelnemer aan de Leergang Directeur Integraal Kindcentrum. Deel 1

Inmiddels is alweer de tweede Leergang Directeur Integraal Kindcentrum van de AVS en het Landelijk Expertisepunt Kindcentra in volle gang. Hier leren directeuren en bestuurders van scholen en opvangorganisaties in het hele land de fijne kneepjes van het vak van IKC-directeur. Een enorm gevarieerde opleiding waar allerlei dingen aan bod komen, van het creëren van een gezamenlijke visie tot het schrijven van een IKC-begroting. KindVak Magazine ging in gesprek met Will van der Zanden van Stichting LIMA in Lichtenvoorde, die momenteel de Leergang volgt. Deel 1 van een meerdelige serie. Door: Jon Roozenbeek & Thom Roozenbeek Waarom bent u de opleiding tot IKCdirecteur gaan volgen? Als alles naar wens verloopt staat er over een jaar of twee drie een Integraal (educa-

deropvang en BSO samen gaan. Als mede-initiator en vertegenwoordiger van SBO en BAO wilde ik ‘kennis ophalen’ over de in dit deel van ons land (de Achterhoek) nog

‘Ga er vol in en bevraag de cursusleiding intensief, ze zijn flexibel in hun programmering, hebben een breed netwerk en weten er écht veel van!’ tief) Kindcentrum in Lichtenvoorde waarin 2 basisscholen, een SBO-school, twee afdelingen van SO-scholen (cluster 3 en cluster 4),een peuterspeelzaal, MKD (Zozijn), kin-

20 | KindVak - Algemeen

niet zo heel veel voorkomende fenomeen. Daarnaast wil ik mijn competenties ‘opvijzelen’ om straks mee te kunnen solliciteren naar de functie van directeur-IKC.

maart / april


Wat waren uw verwachtingen van de opleiding en in hoeverre zijn deze tot uiting gekomen? Ik ging er van uit dat we flink aan de bak moesten en dat wilde ik ook. Je leert vooral door zélf in actie te komen en dicht bij jezelf te blijven en dat is hier het geval. De ‘eindproducten’ die we op moeten leveren vragen om kennis, creativiteit en (zelf) onderzoek.

mensen uit verschillende disciplines. Het voornaamste dat ik meeneem is de zekerheid dat ik in staat ben een businessplan te maken om dit complexe proces vorm te geven.

Hoe is het om samen te werken met zo’n grote groep? Ik dacht eerst ook dat het wat veel was, maar heb het niet als nadeel ervaren. De meerwaarde van de deelname van managers uit de kinderopvang en peuterspeelzalen, een bestuurder samen met enkele directeuren van zijn scholen en de prettige mix van mannen én vrouwen maakt het naast interessant ook gewoon leuk!

In hoeverre is wat u geleerd heeft al terug te zien in uw organisatie? Ik ben begonnen om daadwerkelijk al samen te werken met de voorschoolse instellingen. Maandag staat de afspraak met het management van de peuterspeelzaal om personeel in te huren voor een aantal dagdelen per week!

Wat is het belangrijkste dat u heeft geleerd? Er is geen blauwdruk van hoe je een IKC op moet zetten en geen IKC is hetzelfde. Het komt dus aan op maatwerk en daarvoor krijg je tools aangereikt door allerlei

‘Je leert vooral door zélf in actie te komen en dicht bij jezelf te blijven en dat is hier het geval.’

Wat wilt u toekomstige cursisten meegeven? Ga er vol in en bevraag de cursusleiding intensief, ze zijn flexibel in hun programmering, hebben een breed netwerk en weten er écht veel van! Over de auteurs: Jon Roozenbeek en Thom Roozenbeek zijn redacteuren van KindVak Magazine.

maart / april

Algemeen - KindVak | 21


Advertentie

zorg

opv ang

jeugd

jd

ijs

ti

peute

ijn

ije

erw

welz

ond vr

rwerk

Het IKC is de scHool van de toekomst!

ikc Het Landelijk Expertisepunt Kindcentra helpt u op weg naar een IKC. Het ondersteunt bij o.a. visieontwikkeling, het inhoudelijk curriculum, bedrijfsvoering, juridische aspecten en huisvestingsvraagstukken. Wilt u weten wat wij voor u kunnen betekenen? Bezoek onze stand tijdens het AVS-congres 2016 (stand 11) of neem contact op via info@expertisepuntkindcentra.nl.

“Ik word gestimuleerd in het ondernemerschap en in het maken van mijn eigen keuzes. De expert helpt me mijn eigenaarschap op een goede manier waar te maken. Fijn om af en toe in zo’n kundige spiegel te kunnen kijken.” Jos van Zutphen, directeur Speelleercentrum De Wijde Wereld, Uden

www.expertisepuntkindcentra.nl

22 | KindVak - Algemeen

maart / april


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.