Kinderboek

Eef !

Ki rs t enLeek

Hoofdstuk 1: Een spannend avontuur Vandaag is het dan zover, ik ga samen met mijn ouders beginnen aan onze reis over de hele wereld. Het eerste land dat we gaan bezoeken is gelukkig niet zo ver weg. We gaan naar Frankrijk toe. Oh ja, ik ben trouwens Eef, ik neem jullie mee tijdens mijn reis. Hoor ik daar mijn vader die mij roept? Ja! Nou dan ga ik nu dus echt weg. Dag huis, tot over een half jaar!

Alle koffers zijn gepakt en we stappen de auto in. Onderweg naar het vliegveld kijk ik nog even goed om me heen. Al die mooie windmolens zal ik wel gaan missen. ‘heb je er zin in?’ vraagt mijn moeder. ‘natuurlijk heb ik er zin in!’ zeg ik. ‘zo een mega lange vakantie vind ik super leuk!’. Als we bij het vliegveld zijn lopen we naar het vliegtuig toe. Het is een heel groot vliegtuig waar een heleboel mensen in kunnen. Ik ben best wel moe dus ik ga lekker slapen in het vliegtuig. ‘Eef? Word je wakker?’ hoor ik mijn vader zeggen. Ik schrik wakker, zijn we er nu al? Op het vliegveld staat een taxi klaar die ons naar de camping zal brengen waar wij gaan slapen. Als we op de camping zijn trek ik gelijk mijn bikini aan en ren ik naar het zwembad. Moet je al die glijbanen zien! Dat zijn er echt super veel! Na een tijdje komt er een jongen naar mij toe. ‘Hoe heet jij?’ vraagt hij. ‘Ik heet Eef, en hoe heet jij?’. ‘Ik ben Pim’ ‘zullen we samen zwemmen?’ vraagt hij. ‘Ja leuk!’. Na een tijdje hoor ik mijn moeder roepen ‘kom je eten Eef?’. In de avond spreek ik weer met Pim af. Als we klaar zijn met eten doe ik de afwas en dan komt Pim mij ophalen. ‘Zullen we naar het bos gaan?’ vraagt Pim. ‘Maar het is super donker’ zeg ik. ‘Nou en, dat maakt toch niets uit?’ ‘Of ben je soms bang?’. ‘Nee natuurlijk niet!’ zeg ik. Eigenlijk vind ik het heel erg eng, maar dat mag Pim niet weten. ‘Nou, waar wachten we dan nog op?’ vraagt hij. Samen lopen we richting het bos. Na een tijdje lopen hoor ik allemaal enge geluiden. ‘Wat is dat!?’ vraag ik verschrikt. ‘Geen idee, misschien wel een vos of een wolf! Of een heks!’. ‘Stop! Je maakt me bang!’ roep ik. ‘Geintje!

Ik dacht dat jij niet bang was?’ vraagt Pim. ‘Ben ik ook niet, ik schrok er gewoon van’. We lopen weer verder, het is inmiddels helemaal donker geworden en we zien niets meer. Pim pakt een zaklamp uit zijn broekzak en schijnt daarmee op het pad. Weer hoor ik enge geluiden dus kijk ik om me heen. Dan zie ik ineens twee grote ogen die ons aan kijken! ‘Een wolf!’ roep ik. ‘Rennen!’ schreeuwt Pim. Ik ren achter Pim aan. We blijven maar rennen, totdat we denken dat we veilig zijn. ‘Is ie weg?’ vraag ik. ‘Ik denk het’ zegt Pim. Ik kijk om mee heen of ik echt geen wolf meer zie. Pim heeft gelijk, er is geen wolf meer te bekennen.

‘Waar zijn we gebleven?’ vraag ik. ‘Ik weet het niet’ zegt Pim ‘ik denk dat we verdwaald zijn.

‘Oh nee, wat moeten we nu!?’ ‘Hoe komen we ooit nog thuis?’ vraag ik. ‘Ik denk dat we gewoon door moeten lopen, dan vinden we vast de weg wel weer terug’. Na uren lopen zijn we nog steeds het bos niet uit. We komen bij een grot. ‘Zullen we hier even uitrusten?’ vraag ik. ‘Ik vind het best’ zegt Pim. We lopen de grot in. Het is heel koud en nat in de grot. Als ik omhoog kijk zie heel veel kleine oogjes die mij aankijken. ‘Zie je dat?’ vraag ik aan Pim. ‘Wat zal het zijn?’. Nog voordat Pim antwoord kan geven beginnen alle oogjes te bewegen en komen ze onze kant op. ‘Het zijn vleermuizen!’ roept Pim. Een hele groep vleermuizen vliegt om ons heen, we rennen het donkere bos weer in. De vleermuizen blijven achter. ‘Gelukkig, die zijn we kwijt!’ zeg ik. Wat is dat nou? In de verte zie een grote ketel en hoor ik een enge heksen lach. ‘Zal daar een heks zijn?’ vraag ik aan Pim. ‘Ik weet het niet. Zullen we gaan kijken?’. We lopen verder en ja hoor, daar staat een heks te roeren in de heksensoep. De heks kijkt ons aan en begint heel hard te lachen. ‘Willen jullie een slokje van mijn heksensoep?’ vraagt de heks met een griezelige stem. ‘Nee dank u. Wij zijn verdwaald en we willen graag naar huis’ zegt Pim. ‘Dan zal ik maar snel weggaan als ik jullie was. Anders stop ik jullie in mijn heksensoep!’. Pim en ik beginnen weer te rennen. Na heel lang rennen zien we ineens de camping weer. ‘Kijk daar is de camping! We hebben het gevonden!’ roep 1

ik. Als we de camping op lopen zien we dat onze ouders op ons af komen rennen. ‘Ach Eef! Waar ben je geweest? We waren zo ongerust!’ roept mijn moeder. ‘We gingen naar het bos, en toen zijn we verdwaald’. ‘Lieverdje toch, kom maar snel mee naar het huisje, dan kun je het hele verhaal vertellen’ zegt mijn vader. Omdat we de hele nacht door het bos hebben gelopen besluit ik dat ik eerst even ga slapen. Na een paar uur maakt mijn moeder me wakker. ‘Kijk lieverd, ik heb wat limonade voor je gemaakt. Kom je uit bed? Dan kun je je avontuur vertellen’. Nadat ik het hele verhaal verteld heb gaan we naar Pim en zijn ouders toe. We besluiten om samen uit eten te gaan om dit spannende avontuur goed af te sluiten.

‘Wat neem jij?’ vraag ik aan Pim. ‘Ik neem een lekkere pizza. En jij?’. ‘Ik denk dat ik patatjes wil’. Als het eten op is nemen we nog een ijsje. Daarna gaan we weer naar het huisje toe.

Daar pak in mijn spullen weer in want morgen vertrekken we al weer naar een ander land.

Maar nu eerst lekker slapen. Midden in de nacht schrik ik wakker. Hoor ik nou stemmen?

Volgens mij komt het onder mijn bed vandaan. Ik durf niet te kijken. De stemmen gaan weer weg. Maar dan zie ik wat bewegen. Ik doe mijn ligt aan. Een rat! ‘Help! Er loopt en rat in de kamer’ schreeuw ik. Mijn ouders komen op mijn geschreeuw af. ‘Wat is er?’ vraagt mijn vader. ‘Er liep een rat in de kamer!’. ‘Doe maar rustig lieverd, hij zal nu wel weer weg zijn’ zegt mijn moeder. ‘Ga maar weer lekker slapen’. Mijn ouders gaan weer weg en ik probeer weer te gaan slapen. Na en tijdje val ik weer in slaap. Als ik wakker word pakken we alle koffers weer bij elkaar en stappen we in de taxi, die brengt ons naar het vliegveld. We reizen vandaag verder naar het volgende land. Op het vliegveld denk ik nog even terug aan het spannende avontuur met Pim. Ik ga Pim wel heel erg missen maar we hebben afgesproken dat we elkaar op gaan zoeken als ik weer in Nederland ben. In het vliegtuig val ik weer in slaap en als ik wakker word zijn we aan gekomen in het land van bestemming: Brazilië!

2

Hi !Mynamei sEefandIam a1 1y ear sol dgi r l f r om t heNet her l ands .T oget herwi t hmypar ent s ,I ’ m goi ng t ot r av el ar oundt hewhol ewor l d.I nt hi sbookIwi l l t ak e y oual ongdur i ngmyt r i p.I ' l l t el l y ouaboutev er y t hi ng I ' ms eei ng.Wev i s i tc ount r i esl i k eGr eec e,Br az i l , Amer i c aandmanymor e.Wes t ar tourj our neyi nFr anc e.

Imeetal otofdi f f er entc hi l dr enar oundt hewor l d.

T oget herwes eeal otofadv ent ur es .

Andwebec omef r i endsf orl i f e.

Enj oyt hej our ney !

Af ewRev i ewsaboutt hebook : ‘ Thi si sv er yf unandex c i t i ngbookf orgi r l s !

Iwantt or eadmor ebook sf r om t hi saut hor .’ ‘ Ani c ebookt hatr eadwel l .

I t ' sagoodandi nt er es t i ngs t or y’ ‘ Whenwi l l t her ebeas equel ?Il ov et hi sbook !

I t ’ ss uc hagoods t or yf orgi r l s ’ ‘ Wow!whatagoods t or y .Iwannar eadmor e book sl i k et hi s ! ’

Ki r s t enLeeki sa17y ear sol dgi r l .Shel i v es i nt heNet her l ands .I nas mal l v i l agec al l edOpmeer .

Shef ol l owst he s t udi ec al l edMedi ar edac t i emedewer k er atMedi ac ol l egei nAms t er dam.Shel i k es r eadi ng,wr i t i ngandbei ngc r eat i v e.

Thi si sherf i r s tbookoft hi saut hor .