UITGAVE VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER TANDHEELKUNDE
De mondzorg in 2030
HOE WERKT DE STUDENT
De samenleving verandert in hoog tempo. Zo ook de setting waarin de tandarts zijn werk doet. Voor de huidige generatie studenten ziet het tandheelkundig landschap er in 2030 heel anders uit dan nu. Althans, in de visie die zes deskundigen dit jaar in de voorgaande NT’s verwoordden. Een overzicht in zeven aandachtspunten.
1
Leer omgaan met veranderen
Hoogleraar en oud-ACTA-decaan Albert Feilzer geeft het zijn studenten nu al mee: leer omgaan met veranderen. Want het beroepsveld van de tandarts zal de komende decennia drastisch wijzigen. Dat begint al met de techniek: die wordt belangrijker en maakt, volgens Feilzer, het werk qua manueel–technisch handelen straks relatief simpeler. “Een voorbeeld: het moeilijke van het huidige scannen is de rand van de tand in beeld te krijgen. Het tandvlees zit immers in de weg. In 2030 kunnen we daar doorheen kijken. Zo is in 2030 heel veel technisch handelen wat nu eigenlijk alleen door gedifferentieerde
TEKST: EVERT BERKEL // BEELD: ROB TER BEKKE
tandartsen kan worden gedaan, terug bij de algemene praktijk.” Tegelijk neemt ook de medische oriëntatie van de
2 NT
tandarts toe. “Nu al, ”zegt Feilzer, “is bij ACTA de gnathologie als occlusieleer bijna geheel vervangen door de orale kinesiologie. Die pakt deze gebitspro-
3
…dankzij de inzet van e-health
De tandarts zal daarbij worden geholpen door e-health, is de verwachting van Nick Guldemond, universitair hoofddocent Integrated Care & Technology in Rotterdam. “Wil een tandarts aan de groep kwetsbare ouderen optimale zorg kunnen verlenen, dan moet hij efficiënt kunnen communiceren met andere medici, paramedici en verzorgenden, en inzage hebben in de medicatie van een patiënt en diens medische historie. Met e-health kan een heel netwerk rondom de patiënt worden gecreëerd. Traditionele hokjes – tandarts, huisarts, fysiotherapeut, gerontoloog, verpleeghuisarts … – worden een zorgnetwerk waarin zorgverleners elkaar versterken.”
STRAKS VAN NU? blematiek vanuit de bewegingsleer en neurologie
Guldemond kan zich zo ook voorstellen dat tandartsen, in hun rol als regisseur in de mondzorg, rond 2030 digitale diensten aanbieden aan informele verzorgers van kwetsbare ouderen, zoals hun kinderen en mantelzorgers. Die diensten, zoals poetsinstructies, helpen hen in het proces van begeleiding, gezondheid en voeding. Dit in samenhang met problemen in de mond die relaties hebben met ziektes als diabetes en hart- en vaatziekten.
4
e mondzorg D concentreert zich in groepsverband
op. Neurologie speelt over twaalf jaar ook een veel
Deze ontwikkelingen leiden er mede toe dat de so-
grotere rol dan nu. En bij ouderen is de interactie
listisch werkende tandarts in 2030 terrein heeft
met medicijnen giga.”
verloren. Zorgondernemer Loek Winter zegt dat
is het 2 Samenwerken credo…
dit deels ook het gevolg is van de feminisering van
Het gevolg van dat laatste zal zijn dat mondzorg
gen. “De meeste vrouwen willen geen eigen win-
veel meer netwerkzorg wordt. Dat verwacht Pauline
kel, maar een ma-tot-do-baan. En die vind je in de
Meurs, voorzitter van de Raad voor Volksgezond-
groepspraktijk”, aldus Winter.
heid en Samenleving (RVS): “De tandarts zal in
Ook in de ogen van Meurs heeft de groepspraktijk
2030 vaker onderdeel zijn van een netwerk waarvan
de toekomst Ze voegt daaraan toe dat daar niet al-
bijvoorbeeld ook de huisarts, apotheker en logope-
leen tandartsen werken maar meerdere disciplines:
dist deel uitmaken.”
mondhygiënist, tandtechnicus, preventie-assistent,
Feilzer gaat in die gedachte mee: “Kijk naar de huis-
gedifferentieerde collega’s, specialisten. “Ik hoop,
arts; die overlegt geregeld met wijkteams met daar-
en verwacht, dat in 2030 de tandheelkundige zorg
in onder meer verloskundigen, fysiotherapeuten en
grotendeels in zulke verbanden opereert. Geza-
een psycholoog, om te horen wat er in de wijk speelt.
menlijk zorgdragen voor patiënten is immers juist
Ook de tandarts moet in die zin veranderen, want de
de kracht van samenwerken.”
maatschappij verwacht het van hem.”
Die groepspraktijken zullen ook vaker tot een ke-
het beroep, die de komende decennia sterk doorzet – zie ook de verhouding man-vrouw op de opleidin-
3 NT
ten behoren, meent Winter. “Dat is onontkoombaar,
den om naar eigen inzicht te handelen. Maar een
want de kwaliteitseisen nemen de komende vijftien
richtlijn heet niet voor niets zo: ze geeft richting aan
jaar toe, net als de druk op de kostprijs. Ketens wer-
het professionele handelen, maar is geen bevel. Je
ken goedkoper dan éénpitters, mede dankzij die
professionele handelen is gelegen in de wijze waar-
standaardisering. Tandartsen zijn professionals,
op je met die richtlijn omgaat, gegeven de specifie-
maar de verschillen in werkwijzen zijn groot. Stan-
ke context van jouw patiënt.”
daardisering vlakt die verschillen af, wat de kwali-
6
teit bevordert. Dan verlies je weliswaar een deel van je autonomie, maar dat komt ten goede aan de taak van de tandarts: het leveren van goede zorg aan zijn patiënten.”
et huidige H financieringssysteem is vervangen door een mixsysteem
andelen volgens 5 Hrichtlijnen is in 2030 de norm
Alle hierboven genoemde veranderingen zullen er
Wat kwaliteit betreft is Meurs er een groot voor-
Rotterdam, is dan het huidige financieringssysteem
stander van dat tandartsen, om hun beroep te mo-
niet houdbaar. Hij voorziet voor 2030 een mixsys-
gen uitoefenen, moeten kunnen laten zien wat ze
teem. “Vergelijkbaar met wat de huisartsen hebben.
doen aan intervisie, intercollegiale toetsing, scho-
Die hebben een inschrijftarief, maar worden ook be-
ling en multidisciplinair overleg. De overheid moet
taald voor verrichtingen. Zo is er sprake van een re-
dat veel meer verplichtend maken en een voorwaar-
delijke honorering voor de zorgverlener. Bovendien
de om te kunnen worden geherregistreerd, vindt
dempt het de prikkels voor onderbehandeling, wat
de RVS-voorzitter. “En vanuit het kwaliteitsdenken
bij een abonnementssysteem zou kunnen voorko-
is het ook belangrijk dat in de mondzorg op basis
men, en overbehandeling, bij een verrichtingensys-
van richtlijnen wordt gewerkt. Natuurlijk, ik kan me
teem. Zorgeconomen zien een mix veelal als beste
voorstellen dat een tandarts zijn vrijheid wil behou-
systeem om zorg betaalbaar te houden bij een ade-
wat de overheid betreft ook aan moeten bijdragen dat de zorg betaalbaar blijft. Volgens Erik Schut, hoogleraar Economie van de Gezondheidszorg in
quaat honorarium, in combinatie met het stimuleren van preventie.”
7 DE MONDZORG IN 2030
e mondzorg heeft D topprioriteit binnen de Europese Unie
En dan is er nog de invloed van Europa. Volgens Marco Landi, tandarts in Italië en voorzitter van de
In de eerste zes nummers van 2018 liet het NT zes –
Council of European Dentists (CED), heeft de Eu-
door de redactie zo benoemde – visionairs aan het
ropese Unie een belangrijke rol in het stroomlijnen
woord over de mondzorg in 2030. Ieder van hen richtte
van grensoverschrijdende zorg. “Ze zou de lidsta-
de blik op één specifiek onderwerp. De zes artikelen
ten kunnen aanmoedigen een meer samenhangen-
vindt u op www.knmt.nl/nt. De compilatie in dit NT is
de Europese strategie te ontwikkelen om de mond-
het laatste artikel in deze serie.
zorg te verbeteren en zo concrete meetbare doelen te bereiken. Verder moeten we ons realiseren dat mondziekten grote invloed hebben op ons maatschappelijk functioneren. Deze ziekten hebben effect op spraak, lach, smaak en kauwen. Daarnaast hangen mondziekten nauw samen met de algemene gezondheid. Het negeren van de mondzorg kan
4 NT
nadelige economische consequenties hebben. Daarom verdient mondzorg topprioriteit binnen de Europese Unie.” NT
IK WAS VOLDOENDE VOORBEREID OM ALS ZELFSTANDIG TANDARTS TE WERKEN
Reacties van jonge tandartsen op uitspraken over hun opleiding en de aansluiting op de praktijk#1
IK HAD IN VOLDOENDE MATE GELEERD OM PROBLEMEN OP TE LOSSEN 13%
16%
12%
9%
75%
75%
‘Ik heb te weinig patiënten gezien voor een goede start als tandarts. Verlaag de behandeltarieven op de opleiding!’
‘Ik ben vaak met patiënten in gesprek over behandelkosten en rekeningen betalen. Dat kwam niet aan bod en vind ik juist het lastigste.’
ER WAS EEN GOEDE VERBINDING TUSSEN DE KLINISCHE THEORIE EN DE PRAKTIJK
EEN ‘STAGEJAAR’ NA HET AFSTUDEREN BIJ EEN ERVAREN TANDARTS IS WENSELIJK
18%
23% 15%
67%
‘De beroepsgroep zou meer begrip kunnen hebben voor jonge tandartsen zonder ervaring. De steun van collega’s in de praktijk heeft mij enorm geholpen.’
(helemaal) oneens niet oneens, niet eens (helemaal) eens n = 213-234 #1 Exclusief degenen zonder mening over of ervaring met het onderwerp.
60%
SAMENSTELLING: KAREL GOSSELINK EN KNMT-AFDELING ONDERZOEK: JOSEF BRUERS, BRIGITTE VAN DAM EN JOOST DEN BOER.
ZO ZIT DAT!
17%
‘Een stage eerder in de opleiding lijkt mij beter. Een tijd meedraaien in een praktijk voor een klein salaris. Zo krijg je een realistisch beeld van het werk nog voordat je de hele master gaat afmaken.’
JONGE TANDARTSEN OVER HUN OPLEIDING
E
ind 2017 vroeg de KNMT via een webenquête aan
dam, Nijmegen en Groningen. Van de ruim 1.000 tandart-
de tandartsen van de afstudeerjaren 2012 tot en
sen die via een e-mailadres konden worden bereikt, heb-
met 2017 hoe zij hun opleiding beoordelen. Hoe
ben 314 (29%) de webenquête beantwoord. Het is waarde-
sloot die bijvoorbeeld aan op hun werk als tandarts? Dit
volle informatie voor de opleidingen. De figuur geeft een
gebeurde in samenspraak met de opleidingen in Amster-
indruk van enkele uitkomsten. NT
5 NT
TIPS VAN ÉN VOOR STUDENTEN
HOE OVERLEEF IK MIJN STUDIE?!
Colleges bezoeken, presentaties geven, boeken lezen, samenvattingen maken: studeren is kei- en keihard werken. In september beginnen er weer 259 nieuwe studenten met de opleiding tandheelkunde. Maar hoe studeer je nu het beste? En is er nog ruimte voor leuke dingen? Maaike Schumer, zesdejaars in Nijmegen, zet haar vijf tips op een rij. TEKST: LAURA JANSEN // BEELD: CURVE EN MAAIKE SCHUMER
“In het begin is het moeilijk in te schatten wat je kunt verwachten, bijvoorbeeld van het niveau. Wordt het moeilijk, of juist best makkelijk? Ik kan nieuwe studenten geruststellen: ik vond het
er veel aan gehad. Docenten vertellen
vwo. Vakken als biologie en natuur- en scheikunde die je daar
daar alles wat je voor je tentamen moet
bezocht, kwam het beeld dat ik van de studie had goed overeen met de werkelijkheid. Het trok mij dat er een goede balans was tussen praktijk en theorie. Wel vond ik de lesdagen behoorlijk lang, vaak van half negen tot half zes, daar moest ik wel aan wennen. Dit zijn mijn vijf tips om het nieuwe schooljaar succesvol in te gaan.
NT
stom en ligt misschien voor de
hand, maar ik deed dat heel trouw en heb
programma in Nijmegen in het eerste jaar goed aansluiten op het had, liepen best goed in elkaar over. Omdat ik de open dag had
6
1
Ga altijd naar je colleges! Het klinkt
weten.
2
Maak aantekeningen op papier. Dit werkt beter dan typen op een
laptop. Dingen die je opschrijft onthoud je namelijk beter omdat je makkelijk verbanden maakt, bijvoorbeeld door pijltjes te tekenen. Ik heb het idee dat ik door te schrijven, in vergelijking met studie-
‘Plan ook leuke dingen in!’
vriendinnen, minder lang heb hoeven
’s avonds vrij te houden. Als ik dan bij-
heelkunde kan soms best een eiland zijn
leren. Ik heb ook nooit een herkansing
voorbeeld van negen tot tien uur colle-
met veel dezelfde mensen. Door bij een
hoeven doen. Dat heb ik, denk ik, voor
ge heb en daarna twee uur niks, studeer
vereniging te gaan, leer je ook andere
een groot deel hieraan te danken.
ik tussendoor, zodat ik dat ’s avonds niet
mensen kennen.
3
hoef te doen. ’s Avonds doe ik graag leu-
5
Maak samenvattingen. Er gaat
ke dingen, zoals samen met vrienden
Ga naar het buitenland. Dat kan ik
veel tijd in zitten, maar samenvat-
eten en uitgaan. Overdag studeren vergt
ten op papier werkt. Literatuur moet je
een goede planning omdat je er op tijd
toch al lezen dus waarom zou je de stof,
mee moet beginnen. Schrijf in je agenda
plaatsje in de middle of nowhere in de
in aanloop naar een tentamen, niet me-
( ja, een papieren exemplaar!) wanneer je
Verenigde Staten. Het was een hele erva-
teen op papier samenvatten.
wat wilt doen en wat je af wilt hebben. En
ring om daar te wonen en het verbreedt
4
plan ook leuke dingen, anders komen die
je kennis.” NT
Leer goed plannen. Ik heb mezelf
er niet van. Ik ben bijvoorbeeld lid van
aangeleerd overdag te studeren en
een dispuut, dat kostte ook tijd. Tand-
iedereen aanraden. Zelf ging ik pa-
tiënten behandelen in Iowa, in een klein
7 NT
1000 DAGEN
Na zo’n duizend dagen tandheelkunde studeren in Groningen maakt Floor Vosmeijer de voorlopige balans op. Hoe verging het haar tot nu toe? TEKST: LAURA JANSEN BEELD: ROB TER BEKKE
8 NT
Altijd al tandarts willen worden? “Nee, ik wilde vroeger kinderarts worden. Toen ik in
Lukt het om werk en privé te combineren?
2013 van de middelbare school kwam, heb ik de de-
“Meestal wel. Naast mijn baantje als student-as-
centrale selectie voor geneeskunde gedaan. Maar ik
sistent heb ik nog een andere bijbaan: ik bezoek in
werd uitgeloot. Toen heb ik twee jaar de studie Ge-
opdracht van een bedrijf vakantieparken in Neder-
zond en Leven in Amsterdam gedaan, maar ik be-
land en Duitsland om de kwaliteit van de animatie
sefte al snel dat ik deze niet zou afmaken. Die studie
daar te beoordelen. Dat doe ik al een aantal jaren.
is gericht op beleid en onderzoek in de zorg, terwijl
Soms is het lastig met de studie te combineren. Ik
ik het liefst mensen wil helpen. Omdat mijn ouders
zit niet bij een studievereniging. Ik vind het fijn om
altijd al zeiden dat tandheelkunde bij mij past, heb
flexibel te zijn en per week te kijken waar ik tijd voor
ik een paar dagen meegelopen met mijn eigen tand-
heb. Dat is de ene week meer dan de andere. Door
arts in Elst. Zo kwam ik erachter dat dit was wat ik
de vele contacturen is tandheelkunde een drukke
wilde.”
studie. Maar ik houd genoeg tijd over voor leuke
CV
Is de studie zoals verwacht?
dingen.”
En de toekomst?
“Totaal niet. Omdat ik al twee jaar had gestudeerd, wist ik wel wat dat inhield. Ik
FLOOR VOSMEIJER (1995)
“Door mijn baantje als student-assis-
dacht daarom dat ik vrij makkelijk door
Studie: tandheelkunde aan
tent ben ik geïnteresseerd geraakt in
de studie heen zou gaan. Maar vooral
Rijksuniversiteit Groningen
facings en esthetische tandheelkunde.
de theorie viel me tegen. Ik haalde drie
Nevenactiviteiten: student-assistent bij
Ook kindertandheelkunde spreekt me
theorietoetsen niet en mocht niet door
expertisegroep Direct Restaureren
naar het derde jaar. Daar ga ik nu na de zomer aan beginnen. Omdat ik niet stil wilde zitten, heb ik in de tussentijd gewerkt als student-assistent bij de expertisegroep Direct Res-
aan, omdat kinderen een redelijk ingewikkelde doelgroep zijn. Ik vind het interessant om te kijken naar angst voor de tandarts, die vaak op jonge leeftijd ontstaat.
In de toekomst hoop ik een combinatie tussen es-
taureren. Daar help ik met van alles, zoals onder-
thetische en kindertandheelkunde te maken. Het
zoek en organisatie. Ik ben blij dat ik dat heb ge-
lijkt me ook leuk om als docent op de universiteit
daan. Het is heel leerzaam: ik heb dingen over het
te werken. En misschien dat ik ooit wel mijn eigen
vak geleerd die ik nog niet wist. En je gaat op een
praktijk begin, maar dat is wel echt voor later.”
andere manier naar de universiteit kijken. In het nieuwe studiejaar ga ik daar mee door, maar dan
Blij met deze studie?
minder uren per week.”
“Zeker. Ondanks de vele moeite die ik voor deze
Wat is leuk en minder leuk?
studie moet doen, heb ik nooit spijt gehad. Ik heb een enorm doorzettingsvermogen omdat ik dit vak
“Vooral het praktijkgedeelte vind ik heel leuk. Ik
zo graag wil leren. Als het niet honderd procent
merk wel dat ik steeds minder zitvlees heb: stude-
mijn studie was geweest, was ik er niet mee doorge-
ren vind ik steeds minder leuk en het lukt minder
gaan. Afgelopen jaar heeft voor mij bewezen dat ik
makkelijk. Op de middelbare school moest ik altijd
het nog steeds heel graag wil. Ik weet honderd pro-
veel moeite doen om het vwo te halen. In de theorie-
cent zeker dat ik de juiste keus heb gemaakt.” NT
toetsen van jaar twee ging weer veel tijd en moeite zitten. Ik vind de onderwerpen wel interessant, maar vind het minder leuk dat ik zoveel moet studeren.”
9 NT
WIE BEREIKT ALS EERSTE ONGESCHONDEN ZIJN PENSIOEN?
M
et Game of Kroons beleef je in een noten-
OPDRACHTEN
12
daarna nog naar het vwo. Je wilt
immers koste wat het kost tandarts wor-
dop je carrière als tandarts.
den. Dat kost je twee extra jaren. Sla een
Je raakt bevangen door de
beurt over.
gedachte om tandarts te worden als je twaalf bent, en probeert daarna zo goed mogelijk als eerste de pensioenleeftijd te bereiken. Dat doe je door de dobbelsteen te gooien; het aantal ogen dat de dobbelsteen aangeeft is het aantal jaren – oftewel vakjes op het speelbord – dat je opschuift. Als je op een
14
deerd! Je vindt je
eerste baan via de vacaturebank van de KNMT en
twee jaar vooruit. Je doet het zo goed
27
Je volgt een bij- en
op het vwo dat je de
nascholingscursus an-
laatste twee jaren in één keer
nex skireis en breekt een arm.
mag doen. Gooi nogmaals.
17
Je herstel neemt geruime tijd Je slaagt voor je
in beslag. Ga twee jaar terug.
vwo-examen: tijd voor
29
Je vader gaat met
de universiteit! Helaas word
pensioen en je
je uitgeloot voor tandheel-
neemt zijn praktijk over.
kunde… vette pech! Ga terug naar start.
20
komt, voer je die uit. Om te bepalen wie er begint, gooit
Deze moet nodig verbouwd Natuurlijk
worden. Neem hier de tijd voor en ga
ben je stu-
een jaar terug.
dentlid van de KNMT
iedere deelnemer eerst één
31
De Inspectie komt langs: je
keer met de dobbelsteen. De-
en bezoek je het KNMT Studentencon-
gene met het hoogste aantal
gres. Het is enorm gezellig en de drank
ogen start het spel, daarna
vloeit rijkelijk. Op de terugweg geef je
de degene aan de linkerzijde
over in de bus. Je schaamt je dood en
praktijk lang sluiten om de boel op orde
enzovoort.
durft je een tijdje niet op de universiteit
te krijgen. Je mag pas weer verder als je
te laten zien. Daardoor loop je studie-
zes gooit.
vertraging op. Ga twee jaar terug.
21 NT
Hoera, afgestu-
maakt hierdoor een vliegende start. Ga
leeftijd met een opdracht
10
24
Je begint op de havo en moet
In het laatste jaar van je mas-
fectiepreventierichtlijnen. Je moet je
34
Je wordt verliefd op je assistent en
de scheiding van je part-
ter loop je stage in Suri-
ner kost bakken met geld.
name. Een fantastische
Sla een beurt over.
tijd, maar je loopt wel malaria op. Sla een beurt over.
praktijk voldoet niet aan de in-
Met een vader als tandarts word je van jongs af aan dagelijks geconfronteerd met verhalen over endo’s, extracties en zeurende patiënten. Dat maakt dat je als kind niets van tandheelkunde moet hebben. Desondanks valt de appel niet ver van de boom: aan het begin van de middelbare school raak je toch door het vak gefascineerd en uiteindelijk wil je nog maar één ding: tandarts worden! CONCEPT: KNMT NEWSROOM // BEELD: EMANUEL WIEMANS
36
47
vooruit.
week vrijwillige zorg te gaan leveren.
Er is een tandartsentekort. Je krijgt er plotseling veel
patiënten bij in je praktijk. Ga drie jaar
38
Je krijgt een
Je leest in de krant over men-
je wel de nodige tijd en energie. Ga één
sen die de tandarts niet meer
jaar achteruit.
kunnen betalen en besluit één dag per
gaat in therapie om er
niks op, maar je wordt er wel
tandarts! Dat
heel gelukkig van!
zit – letterlijk en figuurlijk – in de put en
geeft een knalfuif: ga een
mag daar pas weer uit als je één gooit.
jaar vooruit.
sus van de KNMT
erg veel extra kennis en
51
Je besluit je voor de KNMT als kaderlid te gaan inzetten.
Alweer zo’n boost voor je carrière! Ga
Je wordt zorgverlener van het jaar! Dit geeft
je carrière zo’n boost dat je twee
45
Een van je maten stapt op. Uit
heb je altijd gerekend op de
gieter erbij, die er natuurlijk
maal twee terug.
niks mee kan. Ga één jaar
65
Oeps! Een datalek.
heel weinig op. Gooi nog een keer met
Je roept de lood-
de dobbelsteen en ga het aantal ogen
terug.
56
Je zelfstandig borende mond-
Na een lange en succesvolle carrière mag je eindelijk met
pensioen. Hoera!
hygiënist neemt je veel werk
uit handen. Daardoor kun je wat meer achterover leunen. Ga één jaar vooruit.
58
deze opdracht niet te doen).
Voor je oudedagsvoorziening
53
je medespelers kies je een op hetzelfde vakje als jij
63
praktijk. Die levert uiteindelijk echter
nieuwe maat die zijn pion moet plaatsen ( je nieuwe maat hoeft
kopen aan een keten en stopt
opbrengsten van de verkoop van je
twee jaar vooruit.
vooruit.
jaar vooruit mag.
62
je kunt je praktijk goed ver-
met werken. Ga drie jaar vooruit.
vaardigheden opgeleverd. Ga een jaar
42
wordt geridderd. Dit levert je
Je bent 25 jaar
moet gevierd worden. Je
psychisch weer bovenop te komen. Je
Academy. Deze hebben je
de dingen gedaan
voor de samenleving, dat je
49
klacht aan je broek en
40
Je hebt zoveel goe-
een jaar vooruit.
onterechte
Je volgt je 25e cur-
60
Dat geeft je veel positieve energie, ga
Je maakt je zorgen over de ouderen in je buurt en gaat
één dag per week als tandarts in een verpleeghuis werken. Daar word je op handen gedragen, maar het werk kost
11 NT
XXX In Game of Kroons doorloop je je tandheelkundige carrière, vanaf het moment dat je naar de middelbare school gaat tot aan je pensioen. Versla jij je collega’s in Game of Kroons en mag jij jezelf de rest van de maand King (of Queen) of Kroons noemen?
XX BENODIGDHEDEN • Het spelbord • Minimaal twee en maximaal vijf spelers • Kiesjes als pionnen: knip deze uit • Dobbelsteen: knip deze uit of gebruik een echte dobbelsteen De opdrachten staan op pagina 4 en 5. Hier vind je wat je bij welk jaar moet doen. Je kunt ze ook vinden op www.knmt.nl/nt.
TIPS VAN ÉN VOOR STUDENTEN
HOE OVERLEEF IK MIJN STUDIE?!
Colleges bezoeken, presentaties geven, boeken lezen, samenvattingen maken: studeren is kei- en keihard werken. In september beginnen er weer 259 nieuwe studenten met de opleiding tandheelkunde. Maar hoe studeer je nu het beste? En is er nog ruimte voor leuke dingen? Vincent Donker, vijfdejaars in Groningen, zet zijn zeven tips op een rij. TEKST: LAURA JANSEN // BEELD: CURVE EN VINCENT DONKER
Het begin van mijn studie voelde als een nieuwe start. Ik weet nog hoe het was toen ik tijdens de introductie het gebouw van tandheelkunde binnenliep: als eerstejaars werden we met open armen ontvangen. Waar ik erg aan moest wennen,
zelfs in mijn bestuursjaar bij Ar-
chigenes zo veel mogelijk. Je onthoudt namelijk het verhaal gewoon beter, het
den, terwijl ik van de middelbare school toetsen met veel open vragen gewend
van de docent zelf horen is meestal fijner
was. Het eerste jaar bestond vooral uit feitjes stampen, even omschakelen voor
dan de stof uit aantekeningen halen.
iemand die gewend was begrijpend en toepassend te studeren. Ik moest voor
3
ontwikkeld en mijn tips deel ik graag.
NT
Bezoek de colleges. Ik deed dat
was dat tentamens op de universiteit alleen maar uit meerkeuzevragen beston-
mezelf dus echt vinden hoe ik het beste kon studeren. Ik heb zo mijn manieren
14
2
1
Maak geen samenvattingen maar mindmaps: plaats het onderwerp
in het midden met daaromheen alles wat
Leer ook de collegesheets. In het
tamens op basis van wat in de colleges
erbij hoort. Dus je schrijft bijvoorbeeld
begin leerde ik niet van de colle-
is behandeld. Uiteindelijk is het wel het
in het midden medicijnen op, met daar-
ges, maar alleen uit de boeken. Ik kwam
handigst om zowel collegesheets als
aan een takje met analgetica, dan takjes
er vrij snel achter dat de colleges erg be-
boeken te bestuderen.
paracetamol, NSAID’s, enzovoort. Het
langrijk zijn. Veel docenten maken ten-
klinkt misschien gek, maar zoiets blijft
‘Vraag wat je op het tentamen kunt verwachten’
in je hoofd zitten, het geeft structuur en helpt je verbanden te maken. Ik kan het in ieder geval zo terughalen als er tij-
5
Laat je niet uit het veld slaan als iets op het Skillslab niet meteen
lukt. Ik ben zo’n student die het boren
7
Wees actief naast je studie. Mijn activiteiten in verschillende com-
missies van de studievereniging leverde
dens een tentamen naar wordt gevraagd.
honderdduizend keer moest oefenen ter-
me een groot netwerk van ouderejaars
Deze methode scheelt je echt veel tijd.
wijl vrienden het in één keer konden. Dat
op. Handig voor als ik bijvoorbeeld sa-
4
is frustrerend, maar uiteindelijk gaat het
menvattingen nodig had. En plan ook
Vraag docenten naar de tentamen-
er om dat je veel oefent.
eens een weekend waarin je helemaal
stof. Het verschilt namelijk per do-
6
niets aan de studie doet. De druk bij
cent wat voor soort vragen er worden gesteld. De één is van de rijtjes, de ander van de feitjes en weer een ander vindt
Durf docenten op het Skillslab om
tandheelkunde ligt hoog, je moet het
tips te vragen om je werk te verbe-
hele jaar door pieken. Ontspanning tus-
teren. Ik durfde resultaten pas aan hen
dat je het globaal moet kennen. Vaak wil-
te laten zien als het goed was. Daardoor
len docenten best een tipje van de sluier
miste ik belangrijke feedback. Dus maak
oplichten.
die fout niet!
sendoor is erg belangrijk!” NT
15 NT
STUDENTEN EN HUN OPLEIDERS OVER DE KLINISCHE STAGE
De slimme overgang van school naar praktijk Studenten tandheelkunde maken vaak voor het eerst kennis met de dagelijkse gang van zaken in een tandartspraktijk tijdens een klinische stage in het zesde studiejaar. Wat vinden ze van die eerste kennismaking en hoe bevalt het de opleidingen? Het NT zocht het uit. TEKST: KAREL GOSSELINK // BEELD: ROB TER BEKKE
ken twee dagen per week stage lopen. Die stage bevalt goed; zowel studenten als tandartsen zijn erg enthousiast. Het aantal stageplaatsen wordt daarom in 2019 uitgebreid. Na de pilot wordt bezien of en zo ja, hoe de externe stage een plaats krijgt in het ACTA-curriculum.
VEEL GELEERD Willemijn van Bruggen, stage-coördinator op ACTA, bemerkt veel enthousiasme bij tandartsen die een stageplaats aanbieden. “Die hebben passie voor het vak en willen de volgende generatie tandartsen echt iets leren.” Bij ACTA hoopt men via het stageproject ook een band op te bouwen tussen universiteit en tandartsprak-
V
tijken, iets dat de wetenschap alleen maar ten goede kan komen.
oor Nico Creugers, opleidingsdirecteur van de
Het enthousiasme over de stages wordt gedeeld in Nij-
studie tandheelkunde van het Radboudumc in
megen en Groningen. Henny Meijer, stagecoördinator
Nijmegen staat het belang van een klinische
in Groningen, ziet dat studenten het geweldig vinden
stage buiten kijf: “Voordat ze afstuderen moeten stu-
om stage te lopen, want het is meestal de eerste keer dat
denten hebben geproefd hoe het er in een tandartsprak-
ze hun eigen gang mogen gaan in een klinische setting.
tijk aan toegaat.”
“En dan ontdekken ze dat ze al veel hebben geleerd.”
Nijmeegse masterstudenten lopen in hun laatste jaar
16 NT
daarom gedurende drie maanden een dag per week sta-
GEWOON AANGAAN
ge in een praktijk. In Groningen kunnen de studenten
Over hoe studenten zich op de stage moeten voorberei-
in het kader van de ‘tandheelkundige verdieping’ een
den, vinden de drie opleidingen dat die tijdens de hele
stage van drie maanden lopen in één of meerdere prak-
opleiding voldoende op het klinische werk worden voor-
tijken.
bereid. Studenten weten na zes jaar echt wel wat ze moe-
Bij ACTA in Amsterdam krijgt momenteel nog maar
ten doen in de praktijk: “Ze moeten er gewoon instap-
een beperkte groep studenten deze kans. Daar begon in
pen en ervaren wat er allemaal gebeurt”, aldus Meijer.
2017 een pilot met een aantal studenten die twaalf we-
WAAR LIEP JE STAGE? “Bij Tandheelkundig Centrum Arnhem Noord, een grote moderne praktijk met zeven behandelkamers, waar zeven tandartsen en zes mondhygiënisten werken. Ik liep er van oktober tot en met februari één dag per week stage en kreeg deze plek vanuit de opleiding aangeboden.”
WAT DEED JE? “Ik mocht meteen aan de slag in een eigen kamer met een eigen assistent en agenda met eigen patiënten. Natuurlijk heb ik het werk rustig opgebouwd. Mijn eerste vullingen heb ik aan mijn begeleider laten zien en ook de eerste patiënt met pijnklachten heb ik besproken. Met mijn begeleider had ik al snel de afspraak dat ik alleen bij vragen hulp zou inroepen. Na twee weken bleek dat mijn programma wat voller kon. Ik ben toen ook extracties en endo’s gaan doen. Omdat endodontologie me interesseert, heb ik drie dagen de endodontoloog in de praktijk mogen assisteren.”
HOE VERLIEP HET? “Ik heb een superstage gehad, mijn collega’s waren ook erg tevreden over me. Ik heb geleerd hoe het er in een praktijk aan toegaat. Je leert op tempo werken, de administratie bij te houden en te werken met een assistent. Ook leer je zaken met een groep collega’s te bespreken. Het is fijn om de hele dag met een assistent te werken en met patiënten contact te hebben. De administratie is me
EVA PAS, NIJMEGEN ‘IK HEB EEN SUPERSTAGE GEHAD’
wat tegengevallen.”
HEB JE NOG TIPS? “Stel je proactief op. Probeer alles eruit te halen wat erin zit. Geef op de stageplek aan wat je graag wilt doen en leren.” NT
17 NT
WAAR LIEP JE STAGE? “Bij tandartspraktijk Zuidoost in de Amsterdamse Bijlmer. Ik ben daar na een sollicitatiegesprek uitgekozen en heb er drie maanden als stagiair gewerkt. De praktijk heeft tien behandelkamers op twee locaties, er werken tien tandartsen.”
WAT DEED JE? “In de eerste maand heb ik alleen meegelopen en geassisteerd. Ik mocht gedurende deze periode steeds meer delen van de behandeling overnemen, waaronder foto’s maken, verdoven en extraheren. Daarna had ik een eigen assistent en agenda en mocht ik bepaalde behandelingen zelfstandig uitvoeren. Ik heb met name controles gedaan, nieuwe patiënten gezien, vullingen gemaakt en pijnklachten behandeld. De begeleidend tandarts was altijd in een kamer in de buurt aan het werk. Met hem erbij heb ik ook af en toe een kroon geplaatst.”
HOE VERLIEP HET? “Goed. Ik vond het heel leuk om in teamverband te werken, met zowel assistenten als tandartsen. Ik werd open ontvangen, er werd naar me geluisterd, ik kon mezelf zijn en hoefde niet onderaan de ladder te beginnen. Met de andere tandartsen kon ik goed over behandelingen discussiëren. Ik had nooit gedacht dat ik zoveel patiënten in een dag kon behappen. Met een goede assistent erbij en door gestructureerd te werken, leer je sneller werken dan op de universiteit. De stap naar het werkzame leven is door mijn stage kleiner geworden.”
HEB JE NOG TIPS? “Blijf altijd jezelf en wees niet bang dat iets mislukt. Als zesdejaars student ben je in principe in staat patiënten zelfstandig te behandelen. Als het niet lukt, kun je altijd de begeleidend tandarts erbij
18 NT
halen.” NT
MICHAEL GRUTER, AMSTERDAM ‘DE STAP NAAR HET WERKZAME LEVEN IS KLEINER GEWORDEN’
WAAR LIEP JE STAGE? “Ik liep van februari tot begin juni stage in drie praktijken in Friesland: twee algemene praktijken en één verwijspraktijk voor kaakchirurgie en implantologie. Deze stageplaatsen heb ik zelf gezocht.”
WAT DEED JE? “In het begin heb ik veel meegekeken en geassisteerd, zodat ik goed kon zien hoe de tandarts het zelf deed. Ik ben begon met het uitvoeren van controles. Daarna heb ik restauraties, extracties en eerste bezoeken van patiënten gedaan. Ik had een eigen assistent. De tandarts was altijd in het pand aanwezig voor vragen of hulp.“
HOE VERLIEP HET? “De stage was erg leerzaam en ik heb goede begeleiding gehad. De afspraak was om bij de behandelingen in te zetten op kwaliteit en niet op snelheid. Een van de dingen die ik heb geleerd, is om sommige behandelingen net even wat anders uit te voeren dan ik gewend was. Bijvoorbeeld om een frontrestauratie te maken met een contactmatrix, die ik normaal alleen in de zijdelingse delen gebruik. Ook heb ik geleerd om fourhanded te werken, wat veel efficiënter is. De tandartsen waren heel erg tevreden. Een van hen heeft me een baan aangeboden, die ik heb aangenomen.”
HEB JE NOG TIPS? “Probeer een stage bij een algemene praktijk te combineren met
KATAYA REITSEMA, GRONINGEN ‘DE TANDARTS HEEFT ME EEN BAAN AANGEBODEN’
een stage bij een gedifferentieerde tandarts, bijvoorbeeld een implantoloog. Dit is een mooie kans om nog tijdens je studie langere tijd ergens mee te kunnen kijken. Dat is heel leerzaam.” NT
19 NT
HOE ZIET U DAT?
‘Het is geen kwestie van niet durven, hoor.’
Ik durf best nog alleen een praktijk te starten Tijdens de Dental Management Game (DMG) leren laatstejaars studenten tandheelkunde wat er allemaal komt kijken bij het opzetten van een eigen praktijk: financiering, verzekeringen, belastingen, inrichting... Durf je dan zo’n eigen praktijk nog wel aan? Drie deelnemers aan DMG geven antwoord. TEKST: ANITA ZIJLSTRA EN LAURA JANSEN
20 NT
‘S
uper leerzaam, die DMG! Ik realiseerde me toen pas eigenlijk echt wat er allemaal bij komt kijken als je een eigen praktijk wilt beginnen. Tijdens de studie komen deze aspecten helemaal niet aan bod. Het is een geruststellende gedachte dat je altijd adviseurs kunt inschakelen. En dat ook móet doen, als het eenmaal zo ver is. In juli hoop ik af te studeren. Toch denk ik niet dat ik ervoor zal kiezen om als solist te gaan werken. Het is geen kwestie van niet durven, hoor. Ik voel er gewoon meer voor om in teamverband te gaan werken en gebruik te kunnen maken van elkaars expertise. Ik heb me bijvoorbeeld toegelegd op kroonen brugwerk en volledige protheses op implantaten. Heerlijk, dat geknutsel en gefrutsel, ook buiten de mond! Zo heeft ieder zijn specialiteit. Door een optimale samenwerking met
FOTO: FRANK MULLER
goede assistenten, preventie-assistenten en mondhygiënisten binnen één praktijk kun je tot de mooiste resultaten komen en patiënten optimale mondzorg bieden. En dat blijft toch ons streven. Toen ik ging studeren ben ik meteen lid geworden van de KNMT. Het kost voor studenten niets en ik had meteen het gevoel erbij te horen. En je krijgt het NT, zo blijf ik op de hoogte van alles wat er speelt. Ik ga straks zeker ook gebruikmaken van de diensten die de beroepsvereniging aanbiedt. Onontbeerlijk als ik straks ga werken. Gerichte informatie en advies op maat, maar ook bijscholing zijn enorm belangrijk. Ach, wie weet, misschien ga ik later toch nog weleens voor een eigen praktijk… Maar laat ik eerst maar eens als zzp’er beginnen.’
Lucky van Gennip, Nijmegen
‘Sluit niet uit dat ik ooit een eigen praktijk begin’
‘Een eigen praktijk durf ik zeker aan’
‘I
k had altijd de ambitie ooit mijn eigen tandartspraktijk te starten. De vrijheid en autonomie die je dan hebt spreken mij aan. Ik denk graag na over de inrichting, over efficiëntie, personeelsmanagement en meer van dat soort dingen. Het lijkt me een leuke uitdaging en een mooie afwisseling naast de behandelingen. Hoewel overname van een bestaande praktijk, al dan niet in een maatschap, mijn voorkeur heeft, durf ik het zeker aan een eigen praktijk op te zetten en het ondernemersrisico te dragen. Maar wel een groepspraktijk. Ik vind het leuk om met collega’s te sparren en samen na te denken over een complex behandelplan. Een praktijk met zes tot acht stoelen lijkt me dan perfect, liefst met meerdere differentiaties onder één dak. Ik wil mezelf verdiepen in restauratieve tandheelkunde en implantologie. Het lijkt me qua praktijkmanagement
FOTO: HENK VEENSTRA
goed als er één kapitein op het schip is, die taak neem ik graag op me. Wel zou ik een meer ervaren tandarts in de arm nemen om me te coachen en zou ik een adviseur inschakelen. Het
‘I
lastige is dat er geen blauwdruk is voor het starten van de ideale tandartspraktijk: neem drie tandartsen en je krijgt zes meningen. Ik realiseer me dat je een goed ondernemersplan nodig hebt en er veel tijd en energie in moet steken. Dat heb ik er graag voor over. Minder leuk lijkt me de administratieve kant: de regeldruk neemt steeds meer toe. Al is het me uitdagend om na te denken hoe dit zo efficiënt mogelijk in te richten. DMG heeft mijn enthousiasme voor een eigen praktijk aangewakkerd. Tijdens de opleiding komt dit niet aan de orde, en het is fijn dit zo toch mee te krijgen.’
Vincent Donker, Groningen
k heb geen ambitie om een eigen praktijk te starten. Dat heeft niet te maken met het wel of niet aandurven, maar meer met het feit dat ik het vak zelf al leuk genoeg vind. Daarnaast heeft ondernemen mij nooit erg getrokken. Ik hecht veel waarde aan mijn vrije tijd en met een eigen praktijk kun je bijvoorbeeld moeilijker spontaan een paar dagen op vakantie. De planning is dat ik in april of mei afstudeer, en dan wil ik als zzp’er aan de slag, in verschillende praktijken. Ik heb aan de DMG meegedaan omdat ik er toch nieuwsgierig naar was wat er bij het starten van een eigen praktijk komt kijken. Van vriendinnen die eerder al hadden meegedaan, hoorde ik bovendien dat de DMG erg leuk en leerzaam is. En dat je ook veel informatie krijgt die nuttig is als je als zelfstandige gaat werken. Dat was ook zo: ik heb meer inzicht gekregen
FOTO: MIRJAM VAN DER LINDEN
in zaken zoals belastingaftrek, verzekeringen en de financiële administratie. Zo heb ik een veel beter beeld gekregen van het werken in de praktijk. Ondanks dat ik nu niet de ambitie heb, sluit ik niet uit dat ik ooit mijn eigen praktijk begin. De DMG heeft me daar in die zin wel enthousiast voor gemaakt. Misschien dat ik er in de toekomst toch iets bij wil doen en dat ik dat in het ondernemen vind. Als het zover komt, zou ik dat wel samen met een collega willen doen. Dat lijkt me gezelliger, en je draagt ook samen het risico. Maar eerst maar eens als zelfstandige aan de slag.’
Inge Smeenk, Amsterdam
21 NT
TIPS VAN ÉN VOOR STUDENTEN
HOE OVERLEEF IK MIJN STUDIE?!
Colleges bezoeken, presentaties geven, boeken lezen, samenvattingen maken: studeren is kei- en keihard werken. In september beginnen er weer 259 nieuwe studenten met de opleiding tandheelkunde. Maar hoe studeer je nu het beste? En is er nog ruimte voor leuke dingen? Orpha Picauly, vijfdejaars in Amsterdam, zet haar vijf tips op een rij. TEKST: LAURA JANSEN // BEELD: CURVE EN ORPHA PICAULY
“Ik kan amper geloven dat ik nu al vijfdejaars ben, de eerste vier jaar zijn voorbij gevlogen! Nadat ik tot twee keer toe was uitgeloot, kon ik eindelijk aan de studie beginnen. Gelukkig, want ik zou niet
NT
Neem deel aan de introductieweek. Die week is wat mij betreft een grote
aanrader. Het is zo fijn als je het gebouw
weten wat ik anders zou moeten worden dan tandarts. Mijn broer en
al eens hebt gezien en wat gezichten her-
een vriendin studeerden ook aan ACTA, dus van hen hoorde ik wel
kent als je naar binnenloopt. Ga verder
verhalen en wist ik een beetje wat ik kon verwachten. Gelukkig is de
gedurende je studie ook naar andere ac-
studieomgeving niet heel anders dan op de middelbare school, dat
tiviteiten van de studievereniging, zowel
vond ik fijn in het begin. Zo kun je rustig even wennen. Hierbij mijn
studiegerelateerd als feestjes. Zo leer je
tips om je studietijd tot een succes te maken.
22
1
veel mensen kennen.
2
Ga als het enigszins mogelijk is in de stad wonen waar je studeert.
Een lange reistijd is namelijk slopend.
‘Je leert zo veel door een bijbaan in een praktijk’
Zeker in het eerste jaar is er veel ver-
staan, misschien kijkt die ander er net op
niet door te laten afleiden, hoe moeilijk
plicht, dus maak je lange dagen. In de-
een andere manier tegenaan. Bovendien
dat misschien ook is.
zelfde stad wonen maakt het ook mak-
is dit niet zo droog als alleen maar stude-
kelijker om naar bepaalde activiteiten
ren uit een boek.
5
te gaan zonder dat je bijvoorbeeld een slaapplek hoeft te regelen. Ik ben meteen
4
Wen jezelf aan om je niet te la-
Zoek een bijbaan in een tandartspraktijk. Daar leer je zo veel van!
Als je iets moet doen tijdens een praktijk-
ten afleiden. Ik voelde me eerst
oefening, dan weet je al hoe het gaat en
heel ongemakkelijk toen er bij de prak-
hoe het eruit moet gaan zien. Wen eerst
tijktoetsen twee docenten over mijn
even aan je studie, maar als je eenmaal
Leer samen met andere studen-
schouder meekeken. De toetsen zelf stel-
gesetteld bent zou ik dit zeker doen. Ik
ten. Spar bijvoorbeeld tijdens een
den in het begin niet zoveel voor, maar
heb het in ieder geval vrij snel al wel ge-
oefententamen samen met iemand an-
het feit dat mensen zo op je vingers ke-
daan. NT
ders. Kijk wat jij in je aantekeningen hebt
ken vond ik wel lastig. Probeer je daar
in Amsterdam gaan wonen en dat is me heel goed bevallen.
3
23 NT
BEDREIGING OF AANVULLING?
BLIEP BLIEP: ROBOTS IN DE TANDHEELKUNDE Op een groot aantal terreinen in de gezondheidzorg is het gebruik van robots in opkomst. Ook de tandheelkunde zal daar niet aan ontkomen, blijkt uit recente ontwikkelingen. Zijn robots een bedreiging of juist een aanvulling voor het vak van tandarts? Welke ontwikkelingen zijn er en welke invloed hebben die op het tandartsenvak? TEKST: KAREL GOSSELINK // BEELD: GEBROEDERS DAS/NT ARCHIEF
S
tel je voor: de patiënt neemt voor een kroonpreparatie plaats in de behandelstoel en alles wat je als tandarts nog maar hoeft te doen is op een knop drukken. Vervolgens voert een robot de preparatie uit en kun jij rustig het patiëntendossier bijwerken. Een utopie? Welnee, het zou in de toekomst zomaar kunnen gebeuren.
EXPONENTIËLE GROEI
24 NT
Maar wat wordt eigenlijk onder een robot verstaan? Volgens Maarten Steinbuch, hoogleraar Systems & Control aan de Technische Universiteit Eindhoven en directeur van Eindhoven Medical Robots, is een robot een tastbaar apparaat dat autonoom kan bewegen en een handeling kan uitvoeren. Steinbuch – expert op het gebied van de toepassing van robots in de zorg – constateert dat robotisering in die sector zich door de exponentiële groei van de geheugencapaciteit van microchips de laatste jaren sterk ontwikkelt. In de zorg kunnen daarbij grofweg twee soorten robots
worden onderscheiden. Dat zijn in de eerste plaats service-robots, die patiënten een helpende hand bieden. Een voorbeeld is de Pepper-robot die actief is in ziekenhuizen. Je stelt hem een vraag, bijvoorbeeld over de afdeling waar je moet zijn, waarna hij je de gevraagde informatie geeft. Een ander voorbeeld van een servicerobot is de NAO-robot. Deze is geprogrammeerd om kinderen bij een medische – of natuurlijk tandheelkundige – handeling af te leiden. De tweede categorie robots bestaat uit exemplaren die operatieve handelingen kunnen uitvoeren. De bekendste daarvan is de Da Vinci-robot. Deze is inmiddels bij een kwart van de Nederlandse ziekenhuizen in bedrijf en verricht chirurgische ingrepen in de weke delen. De Da Vinci-robot wordt door een operateur op afstand bediend en behoort zodoende tot de zogenoemde tele-operatieve robots. Grote voordelen van de Da Vinci ten opzichte van een chirurg zijn dat hij sneller en nauwkeuriger werkt en in tegenstelling tot een chirurgenhand geen last heeft van trillingen.
MENSELIJKE TREKJES
Qua automatisering draait het in de mondzorg momenteel vooral nog om CAD-CAM en 3D-beeldvorming. Hoewel de ontwikkelingen nog niet zo hard gaan als elders in de zorg staat ook de tandheelkundige wereld op het vlak van robotisering niet stil, al blijven ze vooralsnog beperkt tot het onderwijs. Tom van Riet, mka-chirurg in het Amsterdams Medisch Centrum (AMC), kan daarover meepraten. Hij ontving onlangs de Open Mind beurs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) ten behoeve van een diepgaande analyse van de extractieleer met behulp van een robotarm. Deze analyse doet hij samen met dr. ing. Jens Kober van de Technische Universiteit Delft en mka-chirurg PietHein van Twisk van het Erasmus MC. Achtergrond van
Al in 1986 hintte het NT in een artikel naar de inzet van robots. De illustratoren Robbert en Rudolf Das verzorgden toen bovenstaand beeld. hun onderzoek is volgens Van Riet het feit dat veel studenten tijdens de opleiding onvoldoende, en steeds minder, de kans krijgen extracties uit te voeren. Ook schiet het onderwijs (pre)klinisch flink tekort. Moderne robottechnieken bieden voor het eerst de mogelijkheid om alle aspecten van de extractie nauwkeurig te analyseren. De opgedane kennis zal worden gebruikt voor het verbeteren van het onderwijs in de extractieleer en resulteert wellicht in een simulatieomgeving vergelijkbaar met de Simodont. Met dit apparaat, zo’n tien jaar geleden in Nederland ontwikkeld, leren studenten via digitale simulatie elementen beslijpen. De Simodont werd zo’n tien jaar geleden in Nederland ontwikkeld. Behalve de Simodont zijn er nog meer robottoepassingen voor het onderwijs. De Japanse Showa Hanako is een humanoïde robot met menselijke trekjes. Deze kan spraak herkennen, spreken, speeksel produceren en het hoofd wegtrekken bij pijn. Ook deze robot is ontwikkeld om een realistische oefenomgeving voor medische en tandheelkundige studenten te creëren.
LOGISCHE STAP
Hoogleraar Thomas Maal richtte zo’n dertien jaar geleden het 3D-lab van het Radboudumc in Nijmegen op. Hij ziet robotisering als logische vervolgstap op 3D-beeldvorming en -planning van chirurgische ingrepen. Met een robot aan zijn zijde krijgt een chirurg steeds meer hulp bij het navigeren en uitvoeren van een operatie, bijvoorbeeld bij het maken van een zaagsnede in de kaak of schedel of bij het plaatsen van een implantaat. De afdeling Keel- Neus en Oorkunde van het Radboudumc ontwikkelt momenteel samen met de TU Eindhoven een robot die heel nauwkeurig in de schedel kan boren om bijvoorbeeld een hersentumor te verwijderen. Op dit moment bevindt die ontwikkeling zich in de testfase, waarbij er op kunststof en botmateriaal wordt geoefend. De Nijmeegse 3D-expert verwijst verder naar het vakgebied implantologie, waar robots hun intrede doen. Maal werkt samen met het Fourth Military Medical University Hospital in Xi’an in China waar een robot wordt ontwikkeld die autonoom een tandimplantaat kan plaatsen.
25 NT
FOTO: YOUTUBE.COM
Vooral in China is men erg actief met onderzoek naar de inzet van robots in de tandheelkunde
Hierbij wordt de kaak gefixeerd en voorzien van markers. De robot herkent de markers en weet op basis hiervan exact waar het implantaat moet worden geplaatst. Dit sluit aan bij de Yomi, een eveneens in China ontwikkelde robot voor dentale implantologie die recent op de markt kwam. De Yomi is uit een arm die de implantoloog ondersteunt om het implantaat exact op de vooraf ingestelde positie te plaatsen. Eigenlijk is het een soort tussenstap tussen mens en robot. Verder zijn er ontwikkelingen in de restauratieve tandheelkunde. Twee jaar geleden publiceerde een onderzoeksgroep uit Beijing (China) een studie naar kroonpreparaties die zelfstandig door een robot waren verricht. Het resultaat was veelbelovend. Het maken van een preparatie duurde gemiddeld 17 minuten per keer (zonder voorbereidingstijd) en bleek zeer nauwkeurig uitgevoerd.
GEEN VERMOEIDHEID
26 NT
Hoewel de tandheelkunde ten opzichte van de geneeskunde qua robotisering dus een nichemarkt is, leent het zich volgens de deskundigen wel degelijk voor nieuwe robot-ontwikkelingen. Er zitten namelijk diverse voordelen aan robots. Zo zijn ze in staat om heel nauwkeurig te werken en kunnen ze makkelijker plekken in de mond bereiken waar een mensenhand moeilijk bij kan. Verder werken ze sneller, wat de behandeltijd verkort. Daarnaast worden robots niet moe en blijven ze doorwerken. Bovendien hoeven
ze geen jarenlange opleiding te volgen: een robot wordt geprogrammeerd en kan direct aan de slag. Keerzijde is dat het veel geld kost om robots te ontwikkelen en dat het lang duurt om de ontwikkelkosten terug te verdienen. Ook zijn ze vaak duur in aanschaf en niet zomaar rendabel in een tandartspraktijk. Groot nadeel is ook dat een robot moeilijk verschillen tussen individuen kan waarnemen. Iets dat een mens juist heel goed kan; een tandarts weet vaak welke patiënt hij voor zich heeft en kan rekening houden met diens gevoeligheden en persoonlijke kenmerken.
GEVARIEERD
Over de rol die robots in de tandheelkunde kunnen gaan spelen, zijn Steinbuch, Maal en Van Riet het eens: die is vooral aanvullend. Het beroep van tandarts wordt er volgens hen niet door bedreigd. Steinbuch: “Ik denk dat het werk er juist leuker en gevarieerder van wordt omdat je meer kunt doen door de technologische hulp van robots. Ook voor veelvoorkomende lastige behandelingen gaan robots mogelijk oplossingen bieden”. Maal denkt dat de tandarts door robotisering meer tijd krijgt voor persoonlijke aandacht voor de patiënt, en dat hij zich meer kan richten op bijvoorbeeld het geven van voorlichting en informatie. En volgens Van Riet krijgt dat de huidige generatie studenten tandheelkunde te maken met enige vorm van robotondersteuning in de dagelijkse praktijk. “Maar er zal altijd een tandarts bij nodig zijn.” NT
‘Robots zijn ze in staat om heel nauwkeurig te werken’
Volg de KNMT ook op sociale media www.knmt.nl/opdehoogte
OOIT GING HET ZO
Het Tandheelkundig Instituut B
28 NT
ij de naam Tandheelkundig Instituut zal de gedachte van oudere tandartsen onwillekeurig uitgaan naar de Jutfaseweg in Utrecht. Dat was van 1929 tot halverwege de jaren ‘50 – toen de eerste tandartsen in Groningen afstudeerden – de bakermat van de Nederlandse tandheelkunde. In de jaren ‘70 werd de Jutfaseweg verlaten voor de – alweer gesloopte – ‘Ponskaart’ in de Utrechtse Uithof. Het Tandheelkundig Instituut dateert van al veel eerder dan 1929. Je zou kunnen zeggen dat het ontstond met de benoeming, in 1877, van dr. Theodore Dentz als eerste lector Tandheelkunde. Een moment dat algemeen wordt beschouwd als de start van het tandheelkundig onderwijs in Nederland. Vanaf die start tot het betrekken van het pand aan de Jutfaseweg is het altijd schipperen geweest met de behuizing van de Utrechtse opleiding. Aanvankelijk verzorgde Dentz de colleges bij hem thuis, aan de Kromme Nieuwe Gracht, waar hij ook praktijk hield. Voor het klinische onderwijs konden de studenten meekijken in de ‘Kliniek tot Herkenning en Genezing van Huidziekten, Keel-
ziekten, Kinderziekten, Oorziekten, Tandziekten’, in het voormalig patriciërshuis Het IJzeren Hek in de Breedstraat. Toen Dentz in 1885 de beschikking kreeg over een eigen polikliniek aan het Neude, verhuisde ‘Tandziekten’ daarnaartoe. Dentz verzorgde er driemaal per week een klinische les van anderhalf uur. De opleiding was populair, waardoor het gebouw al snel veel te klein was. In 1895 volgde zodoende een verhuizing naar de Wittevrouwenstraat. Ook dit gebouw voldeed al snel niet meer, zodat vijftien jaar later Huis Payenborgh aan de Oudegracht werd betrokken. Daar kon aan niet minder dan 100 studenten les worden gegeven in verschillende ruimten, waaronder een grote techniekzaal, een fantoomzaal, een grote en, op de foto, een kleine practicumzaal. Desondanks bleek ook dit pand al snel te krap waarop, in 1912, de opleiding van de 40 eerstejaars aan de overzijde van de Oudegracht werd ondergebracht. Dat pand werd al snel Klein Payenborgh genoemd. In deze twee panden hield het instituut het bijna 20 jaar uit. In 1929 werd de Jutfaseweg het domein van tandheelkunde. NT
‘ In Huis Payenborgh kon aan niet minder dan 100 studenten les worden gegeven’
29
NT
MET MEDEWERKING VAN HET UTRECHTS UNIVERSITEITSMUSEUM EN REINA DE RAAT, CONSERVATOR MEDISCHE EN TANDHEELKUNDIGE COLLECTIE
Groot genoeg om er speciaal voor Orpha en jou te zijn.
WORD GRATIS STUDENT-LID!
Orpha studeert Tandheelkunde. Ze is gratis lid van de KNMT. Zo blijft ze op de hoogte van ontwikkelingen in haar vakgebied, zoals via het Nederlands Tandartsenblad. Ook krijgt ze kortingen op verzekeringen. Haar handen zijn al gratis verzekerd. Als grote organisatie kan de KNMT dit soort grote zaken voor je regelen. Daarnaast staan we klaar voor zelfs je kleinste vraag.
De beroepsvereniging met meer dan 10.000 leden
Orpha Picauly, student tandheelkunde
WORD NU LID! www.knmt.nl/student