8 minute read
OPENHARTIG - Een prachtig interview met wijlen onze Burgervader Graaf Leopold Lippens
Op Zwinwandeling met Graaf Leopold Lippens een interview dat ik (Annick Reynders) mocht meemaken samen met Christel Bedert in 2012 Een openhartig interview dat ik nog steeds koester.
“’t Is goed,” antwoordt hij, direct en zonder aarzeling op de vraag of we een interviewwandeling door het Zwin konden organiseren omdat we het een keer niet over het nieuwe Casino wilden hebben, of over de bouw van het zwembad of een nieuwe golf maar gewoon een stukje burgmeester wilden leren kennen. “En in Het Zwin zijn we toch allemaal een beetje thuis”, voeg ik er aan toe. “Dat is een feit”, antwoordt hij. “’t Is schoon om hier te beginnen,” zegt hij een paar dagen later aan de ingang van het Zwin aan het borstbeeld van zijn vader die het Zwin oprichtte. “Ik heb hier altijd een beetje heimwee.”
Advertisement
Knokke Actueel uitgeefster en fotografe van dienst Annick, en ik waren veel te vroeg op de plaats van afspraak want de burgmeester is zeer punctueel – ‘de mensen vertrekken altijd te laat’ - en hij is niet iemand die je laat wachten. En zie. Tien minuten voor afspraak komt Graaf Lippens aangereden. Ciboulette (ik heb het opgezocht, het is de Franse benaming voor Bieslook) moet in de auto wachten want in het Zwin moet ze aan de leiband en dat is ze niet gewoon. Terwijl we beginnen te wandelen, begint hij te vertellen.
Tekst : Christel Bedert • foto’s: Annick Reynders en "cnoc is ier"
Ik ben geboren in het midden van de oorlog, in ’41, op de keukentafel thuis in Knokke in de villa op den Hull (in de Boslaan) waar mijn ouders woonden. De dokter die mijn moeder kwam verlossen kwam aangereden met een fiets zonder banden. Die waren opgeëist door de Duitsers. Ons huis was bezet door de Duitsers omdat het met zijn hoogte van 33 meter een punt was met uitzicht bijna tot aan zee en bijna tot in Brugge. Ik ben opgegroeid in dit huis gedurende de oorlogsjaren en een aantal jaren erna. Na de bevrijding was de wereld een andere wereld maar dat besefte ik niet. Ik was nog zeer klein. De Duitsers hadden veel vernietigd hier tijdens de oorlog. De heropbouw is gebeurd, door mijn vader in Knokke, samen met dokter Mattelaer, en in Heist door Jan de Gheldere . (Jan de Gheldere werd burgemeester van Heist in 1947. Eugène Mattelaer was schepen van Knokke van 1 januari 1947 tot 1966, en volgde Léon Lippens op als burgemeester van Knokke van 1966 tot 1971. Na de fusie was hij burgemeester van de gemeente Knokke-Heist tot in 1973.
Leopold Lippens werd burgemeester van Knokke-Heist in 1979. Sinds de fusie tussen Knokke en Heist werken wij gezamenlijk aan de veranderingen en verbeteringen van onze badstad. Knokke was anders dan nu. Heist was nog een vissersdorp en het Zoute een leuke plaats waar de tennis belangrijker was dan de golf, iets wat nu omgekeerd is. Er was absoluut geen zand op het strand en de weinige cabines die er waren moesten bij hoogtij opgehaald worden op de dijk. Er waren veel meer villa’s dan appartementen, en meer uitgangsgelegenheden voor de jeugd dan nu. Mijn ouders waren allebei van Gent en hun beider familienaam was Lippens. Ze woonden op één huis van elkaar in de Coupure in Gent maar zagen elkaar niet veel. Mijn ene grootvader was katholiek en de andere was liberaal. Mijn ouders hebben elkaar ontmoet in Afrika waar papa conservator was van het nationaal park. Ze zijn teruggekeerd, verloofd en getrouwd in 1937 of zoiets. Ik heb nooit in Afrika gewoond. Ik ben hier geboren, mijn roots liggen in Vlaanderen en zijn hier gebleven. Mijn twee grootvaders hebben het Zoute gesticht. Mijn ouders kwamen hier veel en hebben op een bepaald moment beslist om in het huis op de Hul te blijven wonen. Zo zijn mijn vier broers en zusters Knokkenaars geworden. Ik heb een goede band met mijn broer en zussen. Ik heb een zuster die in Duitsland woont, mijn andere woont hier in Knokke, mijn broer pendelt tussen Knokke en Brussel. We zien mekaar zeer graag en houden nauw contact en dat doen ook onze kinderen. Dat is magnifiek. Op mijn zesde ging ik op pensionaat in Engeland. Ik ging er anderhalf jaar naar school. In Knokke was er een luchthaven waaruit je met een rechtstreekse vlucht van Sabena kon vertrekken naar London. De vader van Maxim Willems was commandant van de luchthaven van Knokke en de gebouwen die Natuur en Bos nu gebruikt zijn de restanten van wat het restaurant van de luchthaven was. Mijn moeder was de eerste vrouwelijke piloot van België. Zij heeft voor koning Albert gevlogen en ging koningin Astrid en de kinderen oppikken in Laken en vloog hen naar Knokke. Na Engeland ben ik in Nederland naar school geweest, in Sint-Andries, in Loppem, in Brussel, in Leuven… Ik moeilijk? Mijn ouders hadden hun bezigheid om scholen voor mij te zoeken…
Ik heb een beetje de wereld bekeken. Ik heb gewoond en geleefd in Australië, Nieuw-Zeeland,Tahiti, Fuji, Samoa, Zuid- en Noord-Amerika maar in Knokke-Heist — laat het ons mild uitdrukken — voel ik me goed. Er zijn plaatsen die heel anders zijn maar Knokke-Heist heeft een ongelooflijke charme. En dat ik hamer op de properheid van de gemeente… de mensen kunnen ermee lachen maar op het einde van ’t spel is hondenpoep ongelooflijk vervelend. De mensen moeten verstaan dat er iets moet gebeuren. Het klopt dat ik voor de Kennedy’s heb gewerkt, zowel in Canada als in Amerika. Ik heb voor hen gewerkt in de Real Estate Palos Verdes en heb een boerderij van een miljoen hectare voor hen uitgebaat in Idaho, Wyoming, Nevada en Colorado.
Rond 1967 ben ik teruggekeerd naar Knokke. Dat was niet om in de politiek te komen maar omdat mijn vader een hartinfarct had gekregen en hij niet zo goed was. Hij heeft me dan gevraagd om voor een zekere continuïteit te zorgen. Ik had gedacht dat ene keer te doen, maar ondertussen zal dat voor de achtste keer zijn. Neen, ik zal mijn zoon niet vragen om mij op te volgen. De tijden zijn veranderd en hij heeft zijn leven in London. Hij is 40 ondertussen en heeft twee zonen. Léon is vier, Julian wordt twee jaar. Ze worden in het Engels opgevoed en noemen me “Grandpa”. Mijn dochter is 42 en woont in Brussel. Mijn kleindochter Zoë is dertien, Ian is tien. Mijn jongste dochter, Justine, is zestien. Zij woont in Parijs. Ze is nog jong. Kinderen zijn een plezier. Ze komen naar Knokke-Heist als ze tijd hebben. London is niet zo ver en Brussel al helemaal niet. In de krokusvakantie is heel de bende hier nog geweest.
Als kind heb ik - zoals iedereen toen - het ontstaan van het Zwin meegemaakt, gesticht door mijn vader samen met Monk Demunck en Robert Trio na de grote overstromingen van 1953. Er liepen meer konijnen dan mensen in het Zwin. Er waren maar heel weinig bezoekers. Het Zwin was een leuke plaats waar ik veel naartoe ging. Een plaats die ons bezig hield. Het Zwin was eigendom van de Compagnie du Zoute, maar is nu in provinciale handen en in handen van de Vlaamse Gemeenschap. Het Zwin blijft schoon maar de Zwinbosjes waar iedereen vrij mocht lopen, zit nu achter draad en er lopen rare beesten rond die niets met onze regio te maken hebben, maar die een droom zijn voor de groene ayatollahs. Dat is een groot probleem, voor veel andere mensen misschien niet, maar voor mij wel. Gelukkig hebben ze de Zeedijk achter het Zwin van ons niet afgenomen maar met die mannen weet je nooit. We gaan zien wat de toekomst brengt. Het gebied telt vandaag meer vossen dan vogels maar dat wordt niet erkend. Enfin.. Ze zijn een triestige realiteit zoals de zilvermeeuwen die ons plagen in de gemeente. Ik noem ze de vossen van de hemel.
In de verte van de Zwinvlakte zien we ’t keun voor ons opduiken. “Het is een haas,” benadrukt de burgemeester. “Een haas die kijkt naar het Hazegras.” We nemen het pad van de dijk weg en volgen de weg verder tussen de vogelkooien die binnenkort zullen verdwijnen. Hij stopt om een praatje te maken met de raaf die al sinds mensenheugenis in het Zwin woont. “Die kan klappen en schuffelen,” zegt hij en hij spreekt de raaf aan, “Oe ist moatje,” met een perfect West-Vlaamse tongval. Om het gesprek af te ronden vraag ik hoe hij de toekomst in kijkt twee jaar na het begin van de crisis. Ik ben geen visionair, antwoordt hij. Maar wel wereldburger met vele jaren ervaring op velerlei vlakken, repliceer ik. Daar gaat het niet om, antwoordt hij. Je moet een specialist zijn om een prognose te kunnen maken. Maar één boodschap geeft de burgemeester ons wel mee: positivisme. “Ik merk in de tv-journaals en in dagbladen enkel negativisme. Nooit brengen zij een positieve boodschap. De politici zijn niet meer in contact met de realiteit. Ze denken van wel, ze denken zelfs dat ze iets kennen van economie maar ik zie veel te veel politici die alleen maar dromen van één zaak en dat is herverkozen worden. Algemeen belang interesseert hen niet. Een staatsman denkt op lange termijn, een politieker is iemand die op korte termijn denkt, en in België zie ik alleen maar korte termijn denkers.” Tot besluit neemt hij Annick nog eens stevig vast voor de finale foto en wijst ons op de sneeuwklokjes aan de koninklijke zwinvilla die nog door koningin Astrid geplant zijn. Terwijl hij wegrijdt maken Annick en ik zowat tegelijk dezelfde bedenking: als je charisma definieert als ‘de sterke kracht die van iemands persoonlijkheid uitgaat’ dan kunnen wij wel zeggen dat Knokke-Heist wordt geleid door burgemeester Lippens, een persoon met charisma.