3 minute read
Vergeten vrouwelijke wetenschappers
from Maja #6 Gender Diversiteit
by Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten
Vergeten vrouwelijke wetenschappers BEELDMOZAÏEK
LYVIA DISER
Advertisement
Microscoop en proefbuis zijn niet geschikt voor dames. Wetenschap, dat is een mannenzaak ... Althans, zo dacht men er tot ver in de twintigste eeuw over. Toch waren er dames die zich aan wetenschap waagden. Voor deze ambitieuze Belgische vrouwen kwam het erop aan creatief te zijn. De vrouwelijke wetenschappers in deze beeldmozaïek zijn er elk op hun eigen manier in geslaagd om aan wetenschap te doen, binnen de beperkingen die de maatschappij hen oplegde.
Hélène Durand Kunstzinnig wetenschapper (°1883). Durand had een diploma plantkunde, maar werkte zoals vele andere vrouwelijke collega’s in de coulissen van de wetenschap. Haar wetenschappelijke expertise demonstreerde ze met het penseel: ze illustreerde haar leven lang de studies van de Rijksplantentuin. Haar opdrachtgevers roemden de subtiele details en de levensechtheid van haar prenten, een rechtstreeks gevolg van haar grote kennis. Onverkwikkelijk detail: in tegenstelling tot haar collega’s verdiende Durand bijna niets. Ze stierf zelfs in relatieve armoede.
Figuren: Diagre, Denis, in de 'Gallery of botanists', op de website van de Nationale Plantentuin.
Marguerite Lefèvre Inspirerend parcours tot hoogleraar (°1894). De ‘poulain’ van professor Michotte, zo werd Marguerite Lefèvre in het begin van haar opleiding genoemd. Lefèvre trad in 1917 aan als secretaresse van hoogleraar Michotte, die toen pas benoemd was, in een volstrekt nieuwe universitaire opleiding: geografie. Michotte was in wezen een autodidact, en Lefèvre was leerkracht van opleiding. Zowel de prof als de assistent leerden dus al doende, met hun passie voor geografie als gemene deler. Lefèvre bleek leergierig. Resultaat: op tien jaar tijd leerde ze zoveel dat ze zich ontpopte van secretaresse tot doctor in de geografie aan de Sorbonne. De ‘poulain’ raakte daarmee uiteindelijk hoger gekwalificeerd dan haar ‘baas’. Na Michottes overlijden in 1938 nam Lefèvre de facto zijn leerstoel over. Een promotie tot hoogleraar volgde echter pas … in 1960. Lefèvre werd zo de eerste vrouwelijke hoogleraar van de universiteit van Leuven.
Figuur: Rosadoc
Bertha De Vriese Baanbrekend anatomisch onderzoeker (°1877). De Vriese werd de eerste vrouwelijke onderzoeker verbonden aan de UGent, nadat ze eerder cum laude afstudeerde. Ze werkte er als assistent aan het Anatomisch Instituut. Ondanks een indrukwekkend palmares en haar verbeten papierstrijd met het bestuur, kreeg ze er geen vaste benoeming. De universiteit was in wezen een mannenbastion en sloot bijna automatisch de rangen voor vrouwen die hogerop wilden. De Vriese werd in 1908, na vijf jaar onderzoek als assistent, zonder blozen richting exit begeleid. Haar onderzoek over de bloedtoevoer van de hersenen geldt nochtans nog steeds als een standaardwerk binnen de anatomie. Haar afgietsels van de bloedvaten van de hersenstam behoren tot vandaag tot de topstukken van de erfgoedcollectie van de UGent. Na haar gedwongen ontslag ging De Vriese als pediater aan de slag, eerst in de Bijloke, en later als inspectrice voor het stedelijk onderwijs.
Figuren: Universiteitsarchief Gent
Lucia De Brouckère Eerste vrouwelijke hoogleraar wetenschappen dankzij rolmodel (°1904). Toen Lucia De Brouckère als assistent scheikunde aan de Universiteit Brussel aan de slag kon, kreeg ze van de rector te horen dat ze best niet teveel ambities koesterde. De rector kreeg ongelijk, want De Brouckère bereikte wat geen vrouwelijke wetenschapper haar ooit voordeed: in 1945 werd ze tot hoogleraar benoemd. De Brouckère vertelde later dat ze zich in haar wetenschappelijke keuze en ambities geïnspireerd voelde door Daisy Verhoogen, een vrouwelijke assistent die ze als student aan het werk had gezien in het scheikundelaboratorium.
Figuur: Tatards via Wikimedia Commons
Clémence Everard De eerste Belgische vrouw met een diploma geneeskunde (°1865). Everard schreef zich als een van de eerste vrouwen in aan de universiteit. Terwijl anderen veelal voor korte opleidingen kozen, ging Everard volop voor een opleiding geneeskunde, en behaalde haar diploma met grote onderscheiding. Gevraagd naar haar motivatie verklaarde ze: ‘Ik wil enkel troosten en pijn verlichten.’ Haar grijze verpleegstersuniform zette die bescheiden wens kracht bij. Maar Everard was niet van gisteren. De publieke opinie vond dissecties en klinisch onderzoek niks voor dames, en precies daarom liet ze uitschijnen dat ze gedreven werd door zorgzaamheid, een vrouwelijke deugd. In werkelijkheid kon de ambitieuze student niet gauw genoeg het verpleegstersschort inruilen voor een labojas en een onderzoekscarrière. Helaas doen enkele historische documenten vermoeden dat zij haar carrière na haar huwelijk stop heeft gezet.
Figuur: Everard tussen haar mannelijke studiecollega's, waaronder Jules Bordet. Rond 1892. Bron: Archives de l'ULB, Fonds iconographique.