AANVULLING BIJ VERKLARENDE NOTA TOT VERBOUWEN VAN EEN WONING TE KEIZERSHOEK 130 TE 2550 KONTICH IN OPDRACHT VAN DHR. A. DOBRZYNSZKI – OMG.nr. 2018103950 Zoals uw Dienst Omgeving bij brief van 28 april 2018 reeds meedeelde aan notaris Ilse Janssens werd de woning met garage vergund op 3 september 1956 en werd op 22 maart 1963 een vergunning afgeleverd voor een duivenhok. Op 10 januari 2019 leverde uw college van burgemeester en schepenen een omgevings-‐ vergunning af voor verbouwingswerken aan het bestaand gebouw, onder de voorwaarde de tweede oprit in de voortuinstrook aan te passen en de tuinberging en een deel van de verharding te verwijderen. Deze vergunning is momenteel ter plaatse aangeplakt. Na onze vergadering van 7 februari 2019 om 9:00u met uw omgevingsambtenaar, mevrouw Valentina Belcheva, bezorgde zij mij via e-‐mail van 11:33:22u een kopie van het vergunde plan van dit duivenhok (dat zij voordien niet terugvond). Hieruit zijn wij geneigd samen met de omgevingsambtenaar af te leiden dat de constructie die toen vergund werd en de constructie van de tuinberging die daar nu aanwezig is, mogelijk niet dezelfde zijn. Helemaal zeker kunnen wij uiteraard niet zijn en wij kunnen onze opdrachtgever hierover zeker niet verbinden. Onze opdrachtgever, de heer Arkadiusz Dobrzynski, bezorgde ons de verklaring van een getuige (inclusief kopie van diens identiteitskaart), gedateerd op 9 februari 2019, meer bepaald van de buurman aan Keizershoek 132, die bevestigde dat de bestaande tuinberging eveneens dienst heeft gedaan voor het melken van duiven (bijlagen 1-‐2). Daarnaast vonden wij op Geo-‐kaart nog een luchtfoto uit de periode 1979/1990 waarop de bewuste bijgebouwen te zien zijn; ook op een luchtfoto uit 1971 kan men deze constructies ontwaren (bijlage 3). Wij vermoeden nu dat het niet meer bestaande duivenhok oorspronkelijk werd opgericht aan het einde van de bestaande verharding. Het bestaande gebouw is qua typologie en materiaalgebruik in elk geval al terug te leiden tot de aangehaalde vergunningen en uitvoeringen in die periode, en werd wellicht reeds opgericht vóór 1962. Zo is de gemene muur van het overdekt deel in traditioneel metselwerk (kruisverband), en uitgevoerd in volle bakstenen (zgn. ‘boerkes’) onder een betonnen (en verweerde) afdekkap. Dergelijk type metselwerk zou vanaf de jaren 1970 eerder in snelbouwsteen, en dan in halfsteens verband worden uitgevoerd (o.w.v. de te hoge kostprijs van traditioneel baksteenmateriaal en verwerkingstijd). Voor de andere wanden is gebruik gemaakt van betonnen platen van de tijd. De oude toegangsdeur met massief houten kader in paneel wijst ook op diezelfde constructieperiode in de jaren 1960. Later zouden er immers eerder planchettendeuren of
PVC gebruikt worden voor dergelijke eenvoudige bijgebouwen. Ook de manier waarop het glas van het raampje in de gevel met stopverf in een betonnen kader werd vastgezet, wijst op een oudere constructiewijze. Het dak bestaat uit asbesthoudende golfplaten, die vermoedelijk al lang geleden (het verbod op asbest dateert van 1998) werden aangebracht. Tevens kan men objectief a.d.h.v. de veroudering en verwering van materialen (o.a. mosvorming op beton en dak) vaststellen dat het bijgebouw er al geruime tijd (tientallen jaren) moet staan. De tuinberging is dus wellicht ouder dan 1962, in ieder geval ouder dan 1979 en geniet dan ook van een vergunning, minstens het vermoeden hiervan. Het bewijs van ouderdom wordt verder geleverd door de getuigenverklaring. Wij zijn dan ook van oordeel dat de bestaande tuinberging als vergund dient te worden aanzien, minstens als te regulariseren. Wij merken hierbij op dat dezelfde buurman, eigenaar van de direct aanpalende woning, als getuige tegelijk verklaarde geen bezwaar te hebben tegen (een vergunning voor) de tuinberging. Om een verder geschil omtrent hogervermelde omgevingsvergunning te vermijden, stellen wij dan ook voor dat het college van burgemeester zo snel als mogelijk alsnog attesteert dat de tuinberging als vergund wordt aanzien, en zekerheidshalve, gelet op de vergunning van 10 januari 2019, een vergunning voor de tuinberging aflevert. Kontich, 12 februari 2019
Arch. Bart VERBRUGGEN
Â