Groepsbevorderende spelen voor +12 Samen sterk! Om de sfeer en het vertrouwen binnen een +12-groep of zelfs de leidingsgroep op te krikken, kan je af en toe een samenwerkingsspelletje inlassen. Hier hebben we er enkele op een rijtje gezet. Je kan ze spelen
als starter van een activiteit, in de pauze van een vergadering of tijdens een rustig momentje bij het kampvuur … Zo komt de kracht van de groep naar boven, want samen sta je sterk!
Wisselvolley Leeftijdsgroep: 12-16 jaar Aantal spelers: 8-12 Soort spel: Actief spel
Duur: 1 uur Materiaal: Bal, volleybalnet
Spelverloop: De spelers stellen zich op aan weerszijden van het net. Elke keer een speler de bal over het net tikt, schiet hij onder het net door naar het andere veld. Het is de bedoeling dat beide ploegen op die manier volledig van speelveld verwisselen. De bal mag daarbij geen enkele keer de grond raken.
Moeras Leeftijdsgroep: +12 jaar Aantal spelers: 6-12
Emmerbal
Soort spel: Actief spel Terrein: Dichtbegroeid bos
Leeftijdsgroep: 12-16 jaar
Duur: 30 minuten
Aantal spelers: 10-30
Materiaal: Binnenbanden van een fiets, touw
Soort spel: Actief spel Terrein: Buiten Duur: 40 minuten Materiaal: Emmer en bal
Spelverloop: Het spel is gebaseerd op basketbal. Eén speler speelt voor lopende basketbalpaal. Hij houdt de emmer boven het hoofd en loopt rond over het terrein. De andere spelers proberen, door het geven van passen en door de paal in te sluiten, een bal in de emmer te werpen. Als dat lukt, wordt de ‘paal’ vervangen door de speler die de bal in de emmer wierp. Er mag niet gelopen worden met de bal in de handen. Afhankelijk van het aantal spelers, kan je in plaats van één paal verschillende palen in het spel brengen.
Groepsbevorderende spelen voor +12
Terrein: Buiten
Spelverloop: De spelers staan elk in een fietsband die met een touw aan een boom is vastgemaakt. Zij moeten met zijn allen proberen om bij een vooraf aangeduide boom te geraken. Een speler mag zo ver vooruitlopen als de fietsband hem dat toelaat. Een speler mag het touw van een andere speler losmaken, maar nooit zijn eigen touwtje. Bijvoorbeeld: speler A loopt naar de dichtstbijzijnde boom die hij met zijn fietsband kan bereiken. Speler B loopt naar de boom waar A aan vastzit (als de fietsband zo ver kan geraken) en maakt het touw los. Speler A maakt het touw vast aan de boom waar hij dan staat. Speler B loopt vooruit en speler C maakt diens touw los, enzovoort. Het spel vraagt wel wat denkwerk, want er blijft al vlug iemand aan de kant staan. De spelers houden er best rekening mee dat je een fietsband wel ver kunt uitrekken, maar dat het losmaken dan pijn kan doen.
13
Het eiland Leeftijdsgroep: 12-16 jaar Aantal spelers: 6-16 Soort spel: Actief spel Terrein: Binnen Duur: 30 minuten Materiaal: Voorwerpen van ± 50 x 50cm om op te staan (evenveel voorwerpen als er deelnemers zijn), krijt of lint
Groepsbevorderende spelen voor +12
Spelverloop: De spelers gaan in een kring staan, elk op hun voorwerp. In het midden van de kring baken je een vierkant af met een zijde van 1 meter (het eiland). De kring moet zo groot zijn dat de spelers elkaar net niet kunnen raken en dat niemand dichter dan 2,5 meter bij het eiland staat. Het is de bedoeling dat iedereen in het vierkant komt. De spelers mogen zich enkel verplaatsen van het ene voorwerp naar het andere zonder de grond te raken. Je mag met zijn tweeën op één voorwerp staan. De spelers mogen zich niet samen met hun voorwerp verplaatsen (springen terwijl je het voorwerp vasthoudt). Voorwerpen mogen enkel verplaatst worden als er niemand op staat. Je mag echter niet op de grond komen.
Variant: Alle spelers worden geblinddoekt. De groep krijgt de opdracht om in 20 minuten geblinddoekt een touw als een zuiver vierkant neer te leggen. De volle lengte van het touw moet gebruikt worden. Of nog iets moeilijker: geef hen twee touwen, eentje wat korter dan het ander. Daarmee moeten ze twee vierkanten maken, het één perfect in het midden van het ander.
Blind schikken Leeftijdsgroep: +14 jaar Aantal spelers: 6-16
Omgekeerde stoelendans
Soort spel: Creatief spel
Leeftijdsgroep: +12 jaar
Terrein: Binnen
Aantal spelers: 6-16
Duur: 30 minuten
Soort spel: Actief spel
Materiaal: Tafels, stoelen, blinddoeken
14
Achteraf bespreek je de ervaringen: • Hoe heb je het geheel ervaren? • Wat vergemakkelijkte/bemoeilijkte de opdracht? • Ben je zelf goed/slecht aan bod gekomen en waarom? • Hoe zou er beter samengewerkt kunnen worden?
Terrein: Binnen Duur: 15 minuten
Spelverloop: Alle spelers worden geblinddoekt. Ze krijgen dan de opdracht om de tafels, die nu nog her en der verspreid staan, in een kring te plaatsen, juist in het midden van het lokaal. De stoelen moeten rond de tafels worden gezet. Ze mogen afspraken maken, een organisator aanduiden, individueel werken. Alles mag, behalve kijken. Als de spelers na 20 minuten nog niet klaar zijn, help je hen een beetje of je geeft hen nog extra tijd. Laat hen in ieder geval de klus volledig klaren.
Materiaal: Stevige stoelen, cassettespeler
Spelverloop: Je zet zoveel stoelen neer als er deelnemers zijn. Bij het stoppen van de muziek moeten de deelnemers, zonder met handen en voeten de grond te raken, op de stoelen proberen te staan. Lukt dat, in het begin is het natuurlijk nog totaal geen probleem, dan probeer je met één stoel minder. Het aantal deelnemers blijft gelijk. Wie weet slaagt de groep er in om één stoel te gebruiken voor 10 spelers?
Het ravijn
Levende brug
Leeftijdsgroep: 14-16 jaar
Leeftijdsgroep: +14 jaar
Aantal spelers: 4-8
Aantal spelers: 10-20
Soort spel: Creatief spel
Soort spel: Creatief spel
Terrein: Binnen of buiten
Terrein: Buiten
Duur: 30 minuten
Duur: 30 minuten Materiaal: Geen
Materiaal: Stevige balk van 3 meter lang, een stevig touw van 5 meter lang, 2 platforms
Groepstableau Leeftijdsgroep: -12 jaar
Bewoon de aarde
Aantal spelers: 8-16
Leeftijdsgroep: 12-14 jaar
Soort spel: Creatief spel
Aantal spelers: 10-20
Terrein: Binnen of buiten
Soort spel: Actief spel
Duur: 45 minuten Materiaal: Eventueel wat spelmateriaal
Terrein: Binnen Duur: 40 minuten
Materiaal: Stoepkrijt
Spelverloop: De groep krijgt de opdracht om een stroom over te steken. Ze hebben geen materiaal en moeten dus van mensen een brug maken die hen in staat stelt om het water over te steken. De steunpunten van de brug moeten dus zo stevig zijn dat er andere mensen kunnen over kruipen. De breedte van de stroom is één meter. Als het lukt, maak je de stroom breder. Hoe ver geraak je?
Spelverloop: Je tekent een afgebakend terrein op de grond. Dan geef je de opdracht dat de hele groep moet proberen in het gebied te geraken. Lukt dat, dan maak je het terrein een stuk kleiner en nog een stuk en nog een stuk … Uiteindelijk zal de groep moeten proberen om met zo weinig mogelijk lichaamsdelen de grond te raken (en als je denkt dat je het absolute minimum bereikt hebt, toch nog eens proberen met een lichaamsdeel minder). Variant: Het terrein dat je afbakent, is de aarde. Oorspronkelijk is dat gebied helemaal bewoonbaar. Na enkele spelrondes verklein je het gebied dat bewoonbaar is door er straten, weiden, fabriekszones in aan te leggen. Op die gebieden mag niemand komen.
Spelverloop: Verdeel de groep in twee. Eén team verzint voor de andere een spelsituatie die verder uitgespeeld kan worden. Vervolgens zet zij de andere groep, die de ogen ondertussen dicht heeft, in die situatie neer. Alle spelers komen dus op een bepaalde plek in een houding te staan. Op een afgesproken sein opent iedereen de ogen, kijkt om zich heen en speelt de situatie waarin ze gezet zijn, verder uit. Bij dergelijke improvisaties is het goed mogelijk dat de spelers die in het spel gezet worden, een totaal andere situatie gaan spelen. De anderen moeten die keuze respecteren en meespelen in de ook voor hen, nieuwe situatie.
Groepsbevorderende spelen voor +12
Spelverloop: Twee platforms (stevige tafels, stellingen) van maximaal 1,5 meter hoog, staan op 4 meter afstand van elkaar. Alle spelers nemen plaats op het ene platform. Ze moeten het ravijn oversteken en op het andere platform terechtkomen. Als hulpmiddel krijgen ze een balk van 3 meter en een stevig touw van 5 meter ter beschikking. Dat materiaal moet ook mee naar het andere platform. De deelnemers mogen de grond niet raken. Ook de hulpmiddelen mogen de grond niet raken. Andere hulpmiddelen mogen niet gebruikt worden.
Zo plat als
Lasagne
Leeftijdsgroep: 12-16 jaar
Leeftijdsgroep: +12 jaar
Aantal spelers: 8-16
Aantal spelers: 10-30
Soort spel: Actief spel
Soort spel: Lichamelijk spel
Terrein: Binnen
Terrein: Binnen
Duur: 15 minuten
Duur: 15 minuten
Materiaal: Geen
Groepsbevorderende spelen voor +12
Spelverloop: De groep staat achter elkaar in spreidstand. Nummer 1 van de groep steekt zijn rechterhand tussen zijn benen door naar de speler achter hem. Deze speler pakt de hand van zijn voorganger vast met zijn linkerhand en steekt zijn rechterhand uit naar de volgende speler, enzovoort. Zo wordt een ketting gevormd. Op een teken gaat de achterste speler op de grond liggen. Hierdoor trekt hij de partner voor hem mee. Die verplaatst zich, met de benen zo breed mogelijk in spreidstand, naar achter en gaat ook op de grond liggen. Lukt dat (achterwaarts bewegen) tot de hele groep ‘plat’ op de grond ligt? Het gaat er om, de handen niet los te laten. Als de laatste de grond heeft geraakt, staat hij weer op en wordt de beweging in omgekeerde volgorde uitgevoerd. De eerste trekt zijn partner omhoog, enzovoort. Voor je het weet staat de hele groep weer op de benen.
Materiaal: Geen
Spelverloop: Iedereen zit naast elkaar met de handen en knieën op de grond. De eerste, de derde, de vijfde … gaan nu plat op de buik liggen. Eén van de spelers probeert nu als een naald door het weefsel te glijden. Die speler kruipt over de spelers die plat op hun buik liggen en onder de spelers die op handen en knieën zitten. Op het signaal van de leiding wisselt iedereen van rol. Wie neerlag gaat op handen en knieën zitten, de andere spelers gaan nu op de buik liggen.
Groepsschilderen Leeftijdsgroep: +14 jaar Aantal spelers: 10-30 Soort spel: Creatief spel Terrein: Binnen
Aan de ketting liggen
Duur: 1 uur Leeftijdsgroep: 12-16 jaar
Materiaal: Een flap om op te schilderen, kwast, verf, water
Aantal spelers: 8-16 Soort spel: Lichamelijk spel Terrein: Grote ruimte Duur: 15 minuten Materiaal: Touw
Spelverloop: De groep zit in spreidzit in een kring. De benen zijn naar binnen gekeerd en de enkels zijn met touwtjes aan elkaar gebonden. Iedere speler zit met zijn rechterbeen aan zijn rechterbuurman verbonden en met zijn linkerbeen aan zijn linkerbuurman. De groep krijgt de opdracht om zonder de touwtjes los te maken, de kring binnenste buiten te keren, zodat de groep met de ruggen naar elkaar toe te komt te zitten.
Spelverloop: Verdeel de groep in kleine groepjes van ongeveer 6 personen. Ieder groepje heeft zijn ‘schildersezel’, waarop het ‘doek’ (de flap) bevestigd is, zijn verfpotjes en zijn kwast. Je geeft de opdracht een schilderij te maken in samenwerking met alle leden van je groepje. Het is verboden ook maar één woord te zeggen. Iemand (willekeurig) van de groep start met één kleur het schilderij. Als hij gedaan heeft, gaat hij terug op zijn plaats zitten. Een ander lid van het groepje mag nu aan het schilderen gaan, ook in één kleur. Je mag schilderen over en door hetgeen je voorgangers aangebracht hebben. Je probeert wel één schilderij te maken. Zo ga je door. Telkens mag iemand in één kleur schilderen. Na het schilderkwartier bespreek je in je groepje wat je allemaal gedacht hebt tijdens het schilderen. Wat bedoelde je? Wat vond je leuk? Welke ingreep vond je vervelend?
Vierkantenspel
Tekening na-apen
Leeftijdsgroep: +14 jaar
Leeftijdsgroep: +12 jaar
Aantal spelers: 10-30
Aantal spelers: 6-12
Soort spel: Creatief spel
Soort spel: Creatief
Terrein: Binnen
Terrein: Binnen
Duur: 1 uur
Duur: 20 minuten
Materiaal: Voorgeknipte vierkanten
Dragertjesestafette Leeftijdsgroep: +12 jaar Aantal spelers: 10-30 Soort spel: Actief spel Terrein: Buiten Duur: 15 minuten Materiaal: Materiaal voor het hindernissenparcours
Spelverloop: Je verdeelt de groep in kleinere groepjes, waarbij één lid van de groep horizontaal gedragen wordt over een bepaald hindernissenparcours.
Spelverloop: Verdeel de groep in groepjes van drie personen. Speler A zit aan één kant van het lokaal, speler C aan de andere kant. Speler B beweegt zich tussen de twee. Speler A maakt een abstracte tekening die de spelers B én C niet kunnen zien. A vertelt aan B hoe zijn abstracte tekening eruit ziet. B vertelt dat aan C en C probeert de tekening na te maken. Als de tekening klaar is, worden de twee tekeningen met elkaar vergeleken. Bespreek met elkaar wat de moeilijkheden zijn bij het overbrengen van de tekening (de boodschap). In een tweede fase kan er gecommuniceerd worden van C naar B en van B naar A.
Rupsketting Leeftijdsgroep: +12 jaar Aantal spelers: 10-30 Soort spel: Lichamelijk spel Terrein: Zachte grond Duur: 30 minuten Materiaal: Geen
Spelverloop: Met de spelers ga je, dicht tegen elkaar gedrukt, op de grond liggen. Iedereen ligt op zijn buik. Het makkelijkst is als je om beurten hoofd en voeten andersom legt. Zorg er in elk geval voor dat iedereen met zijn lenden op dezelfde hoogte ligt. Eén speler gaat nu met de ogen dicht helemaal uitgestrekt op de eerste spelers liggen. Op het ‘startsein’ begint iedereen die op de grond ligt, naar dezelfde kant te rollen. Daardoor wordt de speler die bovenop ligt, als op een rupsketting voortgerold. Je moet misschien wel eerst een aantal keer proberen voor je de juiste cadans vindt. Je moet zeker zorgen dat je een vrij grote ruimte tot je beschikking hebt. Je hebt nogal wat plaats nodig.
Groepsbevorderende spelen voor +12
Spelverloop: Je verdeelt de groep in kleinere groepjes van vijf personen. Aan iedere groep wordt een observator toegevoegd. Het doel is om per groepje van vijf personen een set van vijf vierkanten (zoals aangegeven op de tekening) te maken. Elke set bestaat uit 15 stukjes (drie stukjes per vierkant) waarmee de vijf vierkanten kunnen gevormd worden. De 15 stukjes worden ongelijk verdeeld over 5 omslagen: • Omslag A: de stukjes a, c, h, i • Omslag B: de stukjes a, a, a, e • Omslag C: alleen stukje j • Omslag D: de stukjes d, f, k • Omslag E: de stukjes b, c, f Iedere groep krijgt één grote envelop met daarin de vijf omslagen, waarin dus de onderdelen voor de vijf vierkanten zitten. Elk groepslid krijgt één omslag. Het doel is om verschillende stukjes karton samen te brengen op zo’n manier dat de groep samen vijf vierkanten van gelijk formaat vormt. De deelnemers mogen niet spreken met elkaar. Ze mogen geen enkel gebaar geven om aan elkaar aan te geven dat ze een bepaald stuk willen. Niemand mag een stukje karton van een ander afnemen. De groepsleden mogen wel stukjes doorgeven aan iemand anders. De observator controleert of iedereen zich aan de spelregels houdt en bekijkt de manier van communiceren. Dat kan je nadien ook nog in de groep bespreken.
Materiaal: Pen en papier
Wieg de worm
Klimmen in de lucht
Leeftijdsgroep: +12 jaar
Leeftijdsgroep: +14 jaar
Aantal spelers: 10-30
Aantal spelers: 10-30
Soort spel: Lichamelijk spel
Soort spel: Lichamelijk spel
Terrein: Zachte grond
Terrein: Binnen
Duur: 30 minuten
Duur: 15 minuten
Materiaal: Geen
Groepsbevorderende spelen voor +12
Spelverloop: De spelers gaan op handen en knieën tegen elkaar aan op een rij zitten. Vervolgens staat de speler aan het ene eind van de rij op en probeert zich over de ruggen van de anderen heen naar de andere kant te wurmen. Intussen proberen de andere spelers hem van zich af te schudden door hun rug te krommen. Als een speler de overkant bereikt, of eraf valt, sluit hij achter de rij aan en is de volgende speler de worm.
Materiaal: Geen
Transportband Leeftijdsgroep: 12-16 jaar Aantal spelers: 10-30
Olifantenspel
Soort spel: Lichamelijk spel
Leeftijdsgroep: +12 jaar
Terrein: Binnen of grasveld
Aantal spelers: 8-20
Duur: 20 minuten
Soort spel: Actief spel
Materiaal: Geen
Spelverloop: De groep gaat in twee rijen zitten met het gezicht naar elkaar. Iedereen steekt zijn armen omhoog. De eerste van de groep gaat op de handen liggen en wordt door de anderen doorgegeven naar het einde van de rij. De persoon sluit achteraan en nu gaat de volgende op de handen liggen. Zo verplaatst de transportband zich naar de andere kant.
Spelverloop: Eén van de spelers wordt geblinddoekt en begeeft zich door de ruimte met ondersteuning van de anderen. Die staan vlak bij elkaar in een kring. Zo zet de speler bijvoorbeeld in het midden een stap alsof hij een trap wil bestijgen. Eén van de andere spelers kan zich dan op handen en voeten onder die voet zetten. Zo kan de klimmer van hieruit weer een stap zetten, in eender welke richting, welke weer door een andere speler wordt ondersteund, enzovoort. Zo kan je volledig in de lucht stappen, op handen en voeten gedragen. Je kan het inkleden als een ‘moonwalk’ in een verkenningstochtje van de maan of als een duik in de diepzee waar de speler kopje onder gaat.
Terrein: Buiten Duur: 1 uur Materiaal: Blinddoeken, materiaal voor het hindernissenparcours
Spelverloop: De groep kiest een leider voor het spel. Zowel de groep als de leider moeten leven met een gebrek: de leider kan niet spreken, maar wel zien. De groep kan wel spreken, maar niet zien (en worden dus geblinddoekt). De groep krijgt 20 minuten om bepaalde tekens en seinen met elkaar af te spreken. De leider voert nu zijn blinde groep langs een vooraf opgezet hindernissenparcours. De groep moet elkaar heel goed vasthouden, hand in hand …