2021-2022 - Spelrubriek Kompas 5 - Spelletjes voor kleine groepen

Page 1

SPELLETJES VOOR KLEINE GROEPEN Ga jij de uitdaging aan? Ken je dat ook wanneer het een koude en regenachtige dag is? Er komen weinig leden naar KSA … Of misschien heb jij gewoon een kleinere groep en heb je niet altijd inspiratie om iets nieuws te verzinnen? Het is zeker niet altijd even makkelijk om een leuke activiteit te vinden. Neem daarom een kijkje in onze spelrubriek voor kleinere groepen. Veel speelplezier!

Beat the lead Leeftijdsgroep: +10 jaar hun eigen kamp leggen. Ze moeten daarvoor “door de fietsband” lopen. De leden doen hetzelfde met zwarte kaarten. Het team dat de meeste kaarten in hun eigen kamp heeft liggen, wint. Op het terrein kunnen kaarten afgenomen worden door kontzitten*. De winnaar krijgt de kaart van de tegenpartij.

Soort spel: Tactisch spel

Materiaal: • Spel kaarten • Fietsbanden • Water + bekers • Balpennen • Flessen + balpen + touw • Lang touw • Papier

Spelverloop: De spelers worden uitgedaagd door de leiding. De spelers en leiding voeren verschillende uitdagingen uit tegen elkaar om punten te verdienen. De winnaar is diegene met de meeste punten. Rippelstippel Probeer het volgende zinnetje juist te zeggen: “Ik, Rippelstippel, met twee stippels, vraag aan Jantje Rippelstippel met drie stippels: hoeveel stippels heb jij?” Het eerste aantal stippels (‘twee’ in het voorbeeld) is het aantal stippels dat je zelf hebt. Daarna spreek je iemand aan (hier Jantje) en zeg je hoeveel stippels die persoon heeft (in dit voorbeeld ‘drie’). Als je een fout maakt, krijg je er een stippel bij. Om de stippels te zetten, kun je vingerverf gebruiken, of een kurk waarvan je een uiteinde in brand steekt en weer laat afkoelen. Iedereen mag de stippels proberen te verstoppen door ze op hun been of arm te zetten. Het team waarin de persoon met het minst aantal stippels zit, wint het spel. Kaartenkamp Er zijn twee kampen. Anderhalve meter voor het kamp hangt een fietsband gespannen. De leiding moet rode kaarten stelen uit het kamp van de leden en die dan in

*iemand op de grond leggen en er dan bovenop zitten.

Hints Iedereen mag iets of iemand uitbeelden. Het team dat de meeste dingen kan raden, wint.

`

Tekenrace Elke ploeg krijgt tien bladen papier. Die van de leiding zijn wit, die van de leden gekleurd. Elke ploeg moet op elk blad een ander voorwerp tekenen en de vellen verspreiden over het terrein. Bij de start van het spel krijgt elke ploeg opnieuw tien vellen. Het is de bedoeling dat je alle voorwerpen van de andere ploeg zo snel mogelijk tekent. Afkloppen Het team van de persoon die het dichts bij twee minuten afklopt, wint. Blind vertrouwen De uiteinden van een lang touw worden aan elkaar gebonden. Alle leden van de groep zijn geblinddoekt en staan binnen het touw. Ze moeten samenwerken en proberen een perfect vierkant te maken van/met het touw Varianten: Bij dit spel zijn nog veel andere mogelijkheden. Je kan andere spelletjes/uitdagingen kiezen. Bijvoorbeeld: • Vul geblinddoekt een glas water. • Schrijf geblinddoekt je naam • Kaartenhuis bouwen van drie verdiepen • Kaarsuitblazen met je neus • Om ter snelst haasje over

SPELLETJES VOOR KLEINE GROEPEN

Aantal spelers: Minimum 2


Eén tegen allen Leeftijdsgroep: +6 jaar

SPELLETJES VOOR KLEINE GROEPEN

Aantal spelers: Minimum 2

Spelverloop: De spelers krijgen 60 min de tijd om alle opdrachten uit te voeren. • Peperkoek happen • Verzamel 5 soorten insecten • Zoek een naam bij elke letter van het alfabet • Klerenketting • Zoek de bal • Maak een nieuw dansje op een volledig nummer • Zwijg allemaal 5min • Drink 3L water met heel de groep (kan meer zijn bij meer spelers) • Verzamel handtekeningen van alle leid(st)ers • Spring 250x • Maak allemaal vlechtjes bij één persoon • Maak een portret van je leiding • Maak een put met een lepel en zorg dat de bal erin kan • Gooi 10 ballen in een bak • Schrijf je naam met je tenen (iedereen)

De Mol Leeftijdsgroep: +12 jaar Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Tactisch spel

Spelverloop: Stel een vragenlijst op met allerlei vragen die kunnen leiden naar de mol (lievelingseten, favoriete kleur, afkomst, leeftijd, adres …) Als eerste vullen de spelers een vragenlijst in. Die vragenlijst wordt gebruikt om tips uit te halen die naar de mol leiden. De spelers kunnen uit de laatste regel opmaken of ze al dan niet de mol zijn. Het is vanzelfsprekend dat de spelers uit elkaar zitten en niet op elkaars blad kunnen kijken. De spelers spelen een aantal opdrachten, winnen ze de opdracht dan krijgen ze een tip die kan leiden naar de MOL. De tips worden gehaald uit de vragenlijsten. De tips worden duidelijk naarmate het spel vordert. De groepen blijven steeds hetzelfde. De mol heeft het doel om het spel te saboteren. Op het einde van het spel krijgt iedereen een briefje, daarop schrijven de spelers hun eigen naam en daaronder de naam van wie zij denken dat de mol kan zijn.

De slimste KSA’er Leeftijdsgroep: +12 jaar Aantal spelers: Minimum 2 Soort spel: Quiz

Spelverloop: De spelers spelen in kleine groepjes of individueel tegen elkaar. Er zijn verschillende rondes en per juist antwoord verdienen de spelers punten. Wie is de slimste KSA’er? Ronde 1: Wat hoort niet in het lijstje? • Limonade, cola, appelsap, bruiswater (geen bubbels) • Vis, inktvis, olifant, mossel (niet in water) • Frieten, appel, hamburger, snoep (niet ongezond) • Krokodil, kip, varken, slang (niet uit een ei) • Duim, neus, oren, ogen (niet op het hoofd) Ronde 2: Algemene vragen In deze ronde kan je algemene quizvragen stellen. Ronde 3: Puzzelronde Ronde 4: KSA Ronde Verzin enkele leuke vragen over jouw KSA-groep. Bijvoorbeeld: • Wie is de oudste leid(st)er? • Hoeveel leid(st)ers telt de leidingsploeg? • Wat is de afkorting van KSA? • Wat was het kampthema in 2020? • … Ronde 5: Raadsels • Het is wel in een jaar maar niet in een eeuw. Steeds in een maand maar nooit in de week. Wel in een dag. Maar niet in een uur! Wat is dat? Antwoord: De letter a. • James Bond is agent 007. Waar staan de nullen voor? Antwoord: Voor de 7.


• Er ligt een dode man in een tuin met naast hem een pakketje. Als het pakketje open was geweest dan was de man niet dood gegaan, maar omdat het pakketje nog dicht is is de man gestorven. Rara, wat zit er in het pakketje? Antwoord: Zijn parachute. • Wat was was voor was was was? Antwoord: Schone kleding

Ronde 7: Doe-ronde • Liplezen Laat elke groep iemand afvaardigen die goed kan articuleren en iemand die goed kan liplezen. Geef de ‘liplezer’ een koptelefoon om op te zetten. Speel luide muziek af. Geef de ‘articuleerder’ een kaartje met tien gerelateerde woorden op. Geef de articuleerder en de liplezer het thema waarmee deze woorden verbonden zijn (bv Nederland). Geef de articuleerder de opdracht om deze woorden zo goed mogelijk te lezen. De ‘liplezer’ moet deze raden. De ‘liplezer’ mag passen. Maar eens een woord gepast is, komt het niet meer terug. Per woord dat de liplezer kan raden, krijgt de groep een punt.

Binnen de minuut Leeftijdsgroep: +12 jaar Aantal spelers: Minimum 2 Soort spel: Tactisch spel

Spelverloop: De spelers strijden minuut per minuut tegen elkaar. De bedoeling is dat de spelers de opdrachten kunnen volbrengen binnen 1 minuut tijd. Sommige opdrachten zijn mogelijk om tegelijk te spelen, andere worden best een voor een gespeeld. Wees creatief met hoe je de opdrachten overloopt! Probeer je spelers uit te dagen en doe zelf mee om hen extra te motiveren. Soms kunnen je spelers je nog creatief verrassen bij het bedenken van een slimme oplossing om de opdracht makkelijker te doen slagen. Opdrachten 1. De speler moet met een slagbeweging van een handdoek, vastgemaakt aan de vloer, een pingpongbal in een emmer krijgen. 2. De speler moet een fles water vasthouden aan de dop, dan moet hij de fles ronddraaien en zorgen dat deze terug recht staat. 3. De speler moet door middel van zijn voet zijn schoen op tafel gooien (de zool moet op tafel staan). 4. De speler moet een voor een de kaarten uit een kaartspel per soort leggen (schoppen, ruiten, harten en klaveren). 5. De speler moet een piramide maken met 36 bekers. Als die opstaat, moet het ook teruggebracht worden naar 1 stapel. 6. De speler moet 1 minuut lang 3 ballonnen in de lucht houden. (ze krijgen 20 seconden tijd om met materiaal in de ruimte creatief een oplossing te bedenken) 7. De speler moet een pingpongbal in een bassin krijgen door op 3 borden te stuiteren. 8. De speler moet een ballon opblazen en weer laten leeglopen om 15 bekers van tafel te blazen. 9. De speler maakt een domino parcours met jenga blokken. Het pad moet zo gebouwd zijn dat de laatste blok het belletje doet rinkelen. 10. De speler moet een toren van bekers omverschieten met behulp van een rekkertje. 11. De speler moet een potlood/stift/balpen in een glas gooien.

SPELLETJES VOOR KLEINE GROEPEN

Ronde 6: Pictionary Welke groep/speler kan raden wat er uitgebeeld wordt in een zo kort mogelijke tijd? • TV-boekje • Stripverhaal • Bergschoen • Zonnebloem • Woonwagen • Schoolbel • Computerspelletje • Onbewoond eiland • Reclameblaadje • Inline-skating

• Sa-Sa-Sa-Sa-Salami Geef de spelers titels van bekende liedjes. Een iemand van hun groep moet die neuriën. Maar die mag enkel gebruik maken van één bepaald woord. Zoals ‘Salami’ of ‘appelsap’. Vrolijke, vrolijke vrienden wordt dus ‘Salami, salami, Salaa’. Per liedje dat die groep kan raden, krijgen ze een punt.


Hitparade-spel Leeftijdsgroep: +12 jaar Aantal spelers: Minimum 2 Soort spel: bord- en muziekspel

SPELLETJES VOOR KLEINE GROEPEN

Winnaar: Kom op nummer 1 te staan in de hitparade.

12. De speler moet alle kaarten van een kaartspel van een flesje blazen, maar de joker moet blijven liggen op het flesje. 13. De speler moet 2 rollen plakband stapelen met de ronde kanten op elkaar. 14. De speler start met een stapel rode bekers en 1 blauwe beker onderaan. De speler moet de bekers 1 voor 1 van boven naar onder brengen tot de blauwe beker weer onderaan zit. 15. De speler moet 5 pingpongballetjes in een beker botsen. 16. De speler moet 7 bekers omwippen op de rand van de tafel. 17. De speler moet een kaartenhuis van 3 verdiepen bouwen. 18. De speler moet zijn schoenen en kousen uitdoen en terug aandoen. 19. De speler moet met een lepel met een knikker op in de mond naar beneden van de trap lopen en terug. 20. De speler moet 10 keer op en af een stoel gaan staan. 21. De speler moet binnen de minuut zijn nagels lakken. 22. De speler moet met een stoel van binnen tot helemaal achteraan op het terrein lopen en daar op de stoel gaan zitten. 23. De speler moet met iemand op de rug een toertje rond het terrein lopen. 24. De speler moet een lepel in een beker katapulteren. 25. De speler moet een kaartspel per soort leggen (koning bij koning, azen bij azen …). 26. De speler moet een ballon opblazen tot die kapotspringt. 27. De speler moet blikken op een rijtje omvergooien met een tennisbal. 28. De speler moet 5 stiften van de ene naar de andere tafel brengen door de stift tussen neus en lip te houden. 29. De speler moet 1 minuut lang touwtje springen zonder fouten te maken. 30. De speler plakt ter hoogte van de poep een lege tissuedoos gevuld met pingpongballen (met de opening naar buiten) en probeert alle pingpongballen eruit te shaken.

Spelverloop: Via een spelbord gooit elke speler beurt om beurt, iedereen start op de laagste plaats, nl. 50. Er zijn op verschillende vlakken opdrachten te doen om hoger in de hitlijsten te geraken. Elke speler kiest hun favoriete artiest uit en maakt daarvan een pion. Opdrachten op de speciale vakken per plaats in de hitlijst 50: Als je nu 6 gooit – Je kent iemand bij StuBru en je nieuwe single wordt 3x/u gedraaid, proficiat, je komt binnen op plaats 34. 45: Je plaat is goed, maar net niet goed genoeg. De verkoop valt tegen en je blijft 2 weken staan. (2 beurten overslaan) 42: Zing een stuk uit de top 10 hit van dit moment (radiozender naar keuze). Lukt dat goed, dan stijg je 10 plaatsen verder. 41: Verkleed jullie allemaal zo goed mogelijk in een ster uit de hitparade (inclusief lichaamstaal). Wie het best overkomt als hun pion, stijgt 2 plaatsen in de hitlijst. 40: Je bent in een gulle bui! Je geeft een deel van de opbrengst van je gouden plaat weg aan een goed doel. Dat valt in goede smaak bij de mensen en daardoor stijgt je verkoop! Je stijgt met 8 plaatsen. 39: Quel horreur! Omdat er te veel vuile woorden in je nieuw nummer komen, wordt je plaat uit de handel genomen, je start weer vanaf nummer 50 … 35: Als je hier stijgend opkomt, mag je nog eens gooien. Kom je dalend neer op 35, dan moet je de eerste keer een nederlandstalig nummer uit de hitparade zingen. Lukt dat, dan mag je de volgende beurt gewoon weer stijgen. Lukt dat niet, dan moet je verder dalen. 33: Je wordt gevraagd om een talkshow te presenteren. Je houdt een korte rap over jouw favoriete groep/artiest. Lukt dat? Dan stijg je 9 plaatsen. 32: Kom je als stijger, dan mag je dezelfde aantal plaatsen nogmaals stijgen. Kom je als daler binnen, helaas brengt het lot je nog eens zoveel plaatsen lager. 30: Op een feestje kom je verschillende celebs tegen. Weet jij wie ze allemaal zijn? Doe een foto quiz met iedereen. De drie topquizzers mogen elk +3, +2 en +1 plekje hoger komen te staan. De grootste verliezer daalt met 2 plaatsen. 28: Je blijft populair, maar ook de andere artiesten rondom jou. Noem 3 Engelstalige artiesten die momenteel in de hitlijsten staan. Lukt je dat, dan stijg je met 4 plaatsen.


1: ROYALTY OF POP! Gooi je een even getal, dan blijf je zorgenloos voor nog een weekje op het hoge plekje, gooi je oneven? Dan daal je weer 2 plaatsen, nooit te zelfzeker zijn van je plaats in deze snel evoluerende hitlijst! Eventuele afsluiter: muziekquiz

Dracula Leeftijdsgroep: +10 jaar Aantal spelers: Minimum 4

Spelverloop: Eén centrale ruimte (kamer of tent) wordt zo donker mogelijk gemaakt, met eventueel enkele griezelige, flikkerende kaarsen voor sfeer en zicht. Elke speler krijgt 1 theelichtje, dat nog niet brandt bij het begin van het spel. Enkel het kaarsje van de Dracula, dat brandt al wel. De kaarsjes krijgen hun uitverkoren plaats in de kamer, gaat er tijdens het spel een extra kaarsje aan, dat betekent dat er een sterveling gebeten werd door Dracula. Transformeer je terug naar mens, dan gaat het kaarsje weer uit. De leiding zorgt voor griezelige sfeermuziek om de boel “gezelliger” te maken. Er is dus een rolverdeling. Dracula: bijt mensen (knijpje in de nek of neus), kan per ronde 1 persoon vermoorden. Mag ook een extra opdracht doen om een schild te verdienen zodat hij onsterfelijk wordt. Mens: voert opdrachten uit, lukt dat elke ronde, dan krijgt de sterveling een houten kruis, daarmee kan de zwakke mens zich weren tegen een vampier. Iedereen trekt een kaart en een doe-opdrachtenkaart, die moeten ze vervullen tijdens de verschillende rondes. Op het afgesproken signaal vertrekt iedereen uit de ruimte, bekijkt het kaartje en voert de opdracht uit. Op het einde van de ronde komt iedereen terug naar de verzamelplaats en worden de opdrachtenkaartjes teruggegeven waarbij ze mogelijks discreet hun kruis of schild krijgen. Ben je toch gebeten, dan geef je je mensenkaartje af (samen met je opdrachtenkaart, zo valt het niet op). Dan worden er zoveel kaarsjes aangestoken als er vampieren zijn, of uitgedaan. Een nieuwe nacht komt eraan en een nieuwe ronde begint, nieuwe opdrachten worden uitgedeeld en na de eerste ronde kunnen nu ook dorpelingen op vampieren jagen. Doel Verjaag tegen het einde van het spel alle vampieren of zuig het bloed uit elke sterveling tot ze allemaal vampier zijn. Opdrachten • Verstop je gedurende de hele ronde • Ga op een matras/zetel zitten en roep de hele tijd “IK HEB GEEN SCHRIK VAN DRACULA!”

SPELLETJES VOOR KLEINE GROEPEN

26: Wat jammer! Dit is voorlopig je hoogte kanshebber, je blijft staan tot een andere artiest je aflost. De aflosser blijft staan tot dat die weer afgelost wordt. (max. 2 rondes blijven staan) 23: Je hebt op nationale televisie jezelf heel erg misdragen. Je krijgt het moeilijk en de volgende worp betekent dalen … 19: Je fans lieten het afweten. Zing een liedje van jezelf (pion). Daarna mag je toch een plaatsje stijgen. 15: Speel met je rivalen “Wie ben ik?” Wie het eerste juist raadt, stijgt met 3 plaatsen, de tweede met 2 en de anderen dalen met 2 plaatsen. 13: Je wordt gevraagd te presenteren op de GRAMMY awards. Je bereidt je voor om alle liedjes te kennen. Speel met de hele groep “pictionary met liedjes”. Diegene die het liedje raadt, stijgt telkens met 1 plaats naar de top in de top 50! 8: De verkoop valt plots tegen, corona sluit alle winkels en je platen vangen stof op in de gesloten platenwinkels. Je blijft voor de voorziene tijd 1 week staan (sla 1 beurt over). 5: Corona gooit roet in het eten, de volgende 2 worpen daal je weer, waar je ook op komt. Daarna stijg je weer. Die concerten die geannuleerd worden zijn helemaal niet ideaal! 4: Mondmaskerplicht, de top komt in zicht! Neurie een bekend deuntje uit de hitparade en begeleid jezelf daarbij al trommelend op de tafel met je handen. Lukt dat goed, dan stijg je 1 plaats. 2: Gooi je 1 in de volgende beurt, dan bereik jij als eerste de top! Gooi je 2 of 3, dan moet je jouw plekje op nummer 2 motiveren door te vertellen waarom jij je gekozen artiest zo goed vindt. Gooi je hoger? Dan daal je weer tot je op een nummer komt waarop je weer kan stijgen.


SPELLETJES VOOR KLEINE GROEPEN

• Speel priester en zorg ervoor dat iedereen die je tegenkomt gewijd wordt met wijwater • Leer kruissmijten (vogelpik) • Als je vampier bent, zorgt dit kaartje voor sterfelijkheid, je wordt terug mens • Als je mens bent, dan word je nu voor 1 ronde vampier, probeer iemand te bijten en vampier te maken • Geef iedereen die je tegenkomt een hand en een klein bijtje in de hand • Ga roerloos op een stoel staan • Verberg je onder tafel en blijf herhalen waar je juist zit • Dool rond en zeg tegen iedereen dat je bang bent • Laat iedereen schrikken • Maak een zoutkring rondom jou zodat je veilig bent van vampieren (werkt enkel als de kring volledig dicht is) • Schmink jezelf met glitterige make-up, voor 1 ronde kan de vampier je niet doden want je lijkt op een vampier • Bouw een fort en verstop je • Vraag aan de leiding wijwater, dans een rituelendans rond het wijwater

Ganzenbord Leeftijdsgroep: +6 jaar Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Bordspel

Spelverloop: Voor dit spel heb je een gewoon ganzenbord nodig. De spelers verdelen zich in groepjes van 2 of individueel als er te weinig leden zijn. Wie het hoogst gooit mag beginnen. Bij ieder vakje hoort een opdracht. In die opdracht zullen de spelers het tegen elkaar moeten opnemen. Wie wint mag gooien. Het doel is om ter eerst het einde te bereiken. Hier zijn al opdrachten voor de eerste 10 vakjes: • Vakje 1: Zoals hanengevecht. Nummers van 1-10 worden onder de spelers verdeeld. In het midden wordt een vierkant afgebakend. Als een nummer wordt geroepen hinkelt die speler op 1 been naar het vierkant en probeert in het vierkant de speler van de andere groep beide benen op de grond te laten zetten zonder hierbij handen te gebruiken. Men moét binnen het vierkant blijven. • Vakje 2: Wissel om ter eerst van kleren/ doe binnen 1 minuut zoveel mogelijk verkleedkleren aan • Vakje 3: De spelers moeten tegenover elkaar staan en touwtrekken. Wanneer het fluitsignaal gaat laten ze het touw vallen en wisselen ze van kant. Wie als eerst 3 keer heeft gewonnen is de winnaar. • Vakje 4: Probeer elkaar een Z op het voorhoofd te schilderen. • Vakje 5: Ga 1 plaats vooruit. • Vakje 6: Ga terug naar start.

• Vakje 7: Kippenkoers: Iedere speler neemt een fles gevuld met water tussen zijn knieën. Zo moeten ze een parcours afleggen waar ze aan het eind het water in een emmer overgieten. De groep van wie de emmer het eerst vol is wint. • Vakje 8: Klop om ter eerst eiwit stijf. • Vakje 9: Ga 1 plaats achteruit. • Vakje 10: Wissel 2 euro in voor bruine muntjes.

M&M-spel Leeftijdsgroep: +6 jaar Aantal spelers: Minimum 4 Soort spel: Themaspel

Spelverloop: Er wordt een groot spelbord gemaakt met gekleurde vakken. Elke kleur staat voor een bepaald soort opdracht. Er is geen begin- en eindpunt, maar er wordt telkens verder rondgegaan. Elke groep/ elke speler krijgt een m&m-pion en een bekertje om m&m’s (punten) te verzamelen. • Groen = doe-opdracht • Blauw = smurfenopdracht (ook bonusopdracht, dus voor dubbele m&m’s) • Rood = dierendenkopdracht • Geel = m&m afgeven • Bruin = beurt overslaan De eerste speler gooit met de dobbelsteen en gaat het juiste aantal vakken vooruit. Dan krijgen ze een opdracht die bij de kleur past waarop ze terechtkomen. Rode, blauwe en groene opdrachten worden met alle spelers gespeeld. Gele en bruine opdrachten tellen uiteraard enkel voor de deelnemer die gooide met de dobbelsteen. De winnaars van de opdracht gooien met de dobbelsteen en krijgen dit aantal m&m’s in hun bekertje. Blauwe opdrachten tellen voor dubbele m&m’s! Het is dus niet noodzakelijk waar dat als je veel opdrachten wint, ook het meest m&m’s zal hebben. Spelers die minder vaak winnen met een opdracht, maar hoge getallen gooien met de dobbelsteen, kunnen toch veel punten verzamelen.


De leiding is verkleed in de kleur van een m&m (vooraf afspreken zodat er verschillende kleuren leiding aanwezig zijn). Zij spelden een grote, witte ‘m’ ophun buik en rug. Opdrachten

Rood = dierenopdenkopdracht • Wat hebben kikkers in hun bek dat padden niet hebben? tanden • Welk dier wordt genoemd als men een erge droom heeft? Merrie • Is bij de vogels het mannetje of het vrouwtje mooi gekleurd? Mannetje • Uit welke twee grote delen bestaat een ei?Eiwit en dooier • Hoe ziet men de ouderdom van een paard? Aan de tanden • Wie is het grootst: een leeuw of een tijger? Tijger • Wat eet een panda? Bamboe • Waarmee zoekt de zalm zijn weg? Met zijn neus • Wie is het slimst: de ezel of het paard? Ezel • Hoe heet het mannetje van een varken? Beer Blauw = smurfenopdrachten • 60m sprint: met bekertje tussen de benen, mag niet vallen. • Lange afstandsloop: met grote laarzen aan • Paalwerpen: met een bezemsteel • Speerwerpen: met tandenstokers • Verspringen: achteruit • Kogelstoten: met een natte spons • Basketballen: met tennisballetje in emmer • Hoogspringen: limbodansen onder een stok • Goals maken: op de goal sjotten met voeten aan elkaar gebonden • Gewichtheffen: twee bakstenen recht voor zich houden Speleinde De groep die de meeste m&m’s heeft, is de winnaar. Zij krijgen een m&m-medaille. Alle leden mogen natuurlijk de gewonnen m&m’s opeten. De overschot van de zak kan je verder verdelen.

SPELLETJES VOOR KLEINE GROEPEN

Groen = doe-opdracht • Bloemparcours: parcours met een lepel vol bloem afleggen (estafette van 5 minuten – om ter meest bloem verzamelen). • Kruiwagenrace: per twee kruiwagen spelen met bekertje bloem op de rug (estafette van 5 minuten – om ter meest bloem verzamelen). • Zaklopen: er mag max. 3 keer gevallen zijn. • Ballonnenspel: ballon in de lucht houden en terwijl die van de tegenpartij op de grond duwen. De deelnemer die het langst volhoudt, is gewonnen. • Inpakken met toiletpapier: één lid van de groep dient als mummie en houdt het uiteinde van een rol toiletpapier vast. Vervolgens moet men trachten zo dikwijls mogelijk rond de proefpersoon te draaien (met het toiletpapier) zonder dat het breekt. • Gooi de bal vanaf enkele meters vijfmaal tegen een kring op de muur: elke deelnemer moet slagen in deze opdracht, de deelnemer met het minst aantal missers wint de opdracht. • Schrijf je naam met je tenen en verf: jury (leiding) bepaalt de duidelijkste. • Honderdmaal touwtje springen.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.