1 minute read

M PPEN

Niets, Niemand en Iemand zitten in een boom. Plotseling valt Niemand uit de boom. Niets zegt tegen

Iemand: “Bel de ziekenwagen!”

Iemand belt en zegt: “Spreek ik met de ziekenwagen? Ik ben Iemand en bel voor Niets, want Niemand is uit de boom gevallen!”

Piet: “Hoe gaat het met je werk in de M&M-fabriek?”

Jantje: “Slecht, ik ben ontslagen.”

Piet: “Waarom?”

Jantje: “Ik werk te hard. Ik gooide alle M&M’s met een W erop weg.”

Drie kinderen komen elkaar tegen en beginnen over hun moeder te praten. Het eerste kind zegt: “Mijn moeder is als een sportwagen, ze is mooi en elegant.” Het tweede kind zegt: “Mijn moeder is als een jeep. Ze is stoer en snel.” Het derde kind zegt: “Mijn moeder is net een ziekenwagen. Ze zegt altijd: “Doe dit, doe dat.”

Waarom dragen vissen geen bril? Er bestaan geen brillen met ruitenwissers.

Melanie droomt dat ze over een brug loopt. Als ze in het midden komt, wil ze terug, maar daar staat een leeuw. Ze besluit dan maar verder te lopen. Aan de andere kant staat een tijger. Misschien moet ze in het water springen, maar dat kan ook niet, want daar zwemmen krokodillen. Wat moet Melanie doen? Wakker worden.

Wat heeft 21 ogen, maar kan niks zien? Een dobbelsteen.

This article is from: