Afstudeerboek master Kunsteducatie 2009

Page 1

Master Kunsteducatie 2009



Inhoudsopgave

3

Maria Wüst studieleider master Kunsteducatie

12 16 20 24 28 32 38 42 46 50 54 58 64

De studenten stellen zich voor Annalies Pool Eigenzinnige kunstlessen voor het basisonderwijs Annemie Sijstermans ‘Sprekende kunstwerken’ Christine van Hoorn Eigenzinnige kunstlessen voor het basisonderwijs Daisy Duivenvoorden st-ART, de maatschappelijke stage met een beetje meer Ellen van Hoek Hond in beeld Joke Scholten -Koopmans Kunsteducatie: altijd, overal en voor iedereen! Lisa van Bennekom ‘Songwriter Talent’ Ludie Gootjes -Klamer Over smaak valt te twisten Maarten Konijn Wat film kan, kan ik sweden Mari Stikvoort Bewegende communicatie Nico van Zadel Kunsteducatie integraal Pauline Min st-ART, een nieuwe invulling van de maatschappelijke stage Colofon


De tweede lichting, 2007-2009! Met veel genoegen stel ik in deze publicatie de tweede lichting voor van de master Kunsteducatie van het lectoraat Kunst- en cultuureducatie aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Na de acht van 2008 staan er nu twaalf kandidaten klaar om op 7 juli 2009 het diploma te ontvangen: Lisa van Bennekom, Daisy Duivenvoorden, Ludie Gootjes -Klamer, Ellen van Hoek, Christine van Hoorn, Maarten Konijn, Joke Scholten -Koopmans, Pauline Min, Annalies Pool, Annemie Sijstermans, Mari Stikvoort en Nico van Zadel. Zij stellen zich in dit boekje aan u voor, ieder met haar of zijn verworven expertise. Daaraan voorafgaand kunt u lezen hoe het docententeam zich voorbereidde op hun komst. De master Kunsteducatie is verhuisd De start van de tweede lichting betekende dat nu voor het eerst twee jaargroepen tegelijkertijd onderwijs kregen; daarvoor was de ons toebemeten ruimte in de Theaterschool niet meer voldoende. Nieuw onderdak werd gevonden in de onlangs fraai gerestaureerde en verbouwde Academie van Bouwkunst. In de loop van het studiejaar kon ook de studieleiding en het docententeam hier gehuisvest worden. Deze verhuizing betekent voor studenten, docenten en studieleiding een enorme verbetering: een prettige onderwijsomgeving met uitstekende faciliteiten, extra ruimte voor begeleiding en werkplekken voor docenten. De positieve effecten hiervan op het onderwijs zijn dagelijks merkbaar. Een verbeterd programma, nieuwe docenten Naar aanleiding van de ervaringen met de eerste lichting vonden de docenten een aantal aanpassingen voor deze tweede aflevering van het onderwijsprogramma noodzakelijk. De eerste studenten waren tevreden over de deskundigheid van de docenten en de actualiteit van het programma 2

3


maar vond de studielast hoog en gaf aan behoefte te hebben aan meer structurering van het onderwijs. Daarbij liet de tweede instroom zien dat de grote diversiteit in werkterreinen van studenten niet incidenteel was geweest. Opnieuw zijn de studenten afkomstig uit primair onderwijs, voortgezet onderwijs, waaronder praktijk- en speciaal onderwijs, en uit het hbo maar evenzeer uit het zeer diverse buitenschoolse werkveld. De signalering destijds door het werkveld, dat er in al deze segmenten behoefte aan de nieuwe opleiding was, werd opnieuw bevestigd. Tegelijkertijd betekende dit dat er in het studieprogramma nog beter op deze achtergronden moest worden ingespeeld. Dus: - werden de stagemogelijkheden in het vak onderwijskunde/didactiek verder uitgebreid. Er werd bovendien gestart met het aanleggen van een digitaal stageportfolio. Dit geeft aan docenten en studenten de mogelijkheid om online feedback, commentaar en beoordeling te geven; - werd het onderdeel interdisciplinaire expertiseverwerving verbeterd door de docenten, wetenschappers/ onderzoekers uit de verschillende disciplines, de ruimte te geven exponenten van de door hen besproken actuele ontwikkelingen uit te nodigen. Kunsthistoricus Steven ten Thije bijvoorbeeld nodigde beeldend kunstenaars Wendelien Oldenburgh en Lucas Lenglet uit, dramaturge Katja Hieminga vroeg regisseur Maarten ten Hinte van Cosmic Theater en bezocht met studenten zijn voorstellingen en dansdocente Lin van Ellinckhuijsen bracht choreografe Nita Liem mee;

gevormd waardoor studenten de gelegenheid hebben om in lopende onderzoeksprojecten van Cultuurnetwerk onderzoekservaring op te doen. Omgekeerd geeft dit Cultuurnetwerk de mogelijkheid om via de expertise en kennis van onze studenten (immers allen in de kunsteducatie werkzaam), in contact te zijn met de jongste ideeën en ervaringen uit opleiding en het beroepsveld; - werd het onderdeel interdisciplinair artistiek samenwerken ingekrompen: een veeleisende werkweek ter voorbereiding van de slotpresentatie bleek te veel gevraagd. De bij de eerste lichting toegepaste werkwijze van Henk Schut, om zowel ieders individuele artistieke expressiemogelijkheden uit te breiden als tot een integratie daarvan in een groepspresentatie te komen, bleef gehandhaafd, evenals het daarbij leren inzetten van nieuwe media. Proces en resultaat werden vastgelegd in een korte film; - kreeg de begeleiding van het kunsteducatieve project een nieuwe impuls met een laboratoriumachtige werkvorm. Met deze werkwijze was al bij de eerste lichting geëxperimenteerd, maar dankzij de veel ruimere huisvesting en betere digitale voorzieningen sterk verbeterd. In het lab komen de studenten op een vaste ochtend in de week bij elkaar en werken in aanwezigheid van de begeleiders individueel aan de voorbereidingen van hun project. Het werkt stimulerend om elkaar aan het werk te zien, om bij haperingen in de voortgang direct begeleiding en advies te kunnen krijgen en van de expertise van medestudenten te kunnen profiteren, zonder tijdsverlies. Tijdens deze ochtenden worden ook de intervisiebijeenkomsten georganiseerd waarbij de begeleiders de thema’s aangeven die uit de opmerkingen en vragen van de studenten gedistilleerd worden. Deze kunnen daardoor nauw bij de op dat moment heersende leervragen aansluiten. De studenten bevestigden ons gevoel met dit concept op de goede weg te zijn. Het is bij deze tweede lichting dan ook verder uitgewerkt en als centraal onderwijsconcept voor dit onderdeel van het programma ingevoerd.1

- was uitbreiding van het team noodzakelijk voor het onderwijs in literatuur- en praktijkonderzoek wilde lector Folkert Haanstra nog voldoende aan zijn kerntaak: onder-zoek toe kunnen komen. Sinds september 2007 wordt dit programmaonderdeel dan ook mede door Marjo van Hoorn, senior medewerker bij Cultuurnetwerk Nederland, verzorgd. Er is bovendien een samenwerkingsverband tussen Cultuurnetwerk en de master Kunsteducatie

1. Ook bij het literatuuronderzoek bleek dit ’lab-concept’ te voorzien in de behoefte van studenten aan gestructureerde begeleiding en het werd dan ook door de docenten ingevoerd naast hun bestaande werkcolleges en refereerseminars.

4

5


Het lectoraat als leeromgeving De presentaties en expertmeetings binnen de kenniskring van lector Folkert Haanstra brachten de studenten nader in contact met culturele diversiteit en authentiek leren, onderzoeksspeerpunten van het lectoraat. Onderzoekspublicaties van Folkert Haanstra en docente Melissa Bremmer waren voor masterstudenten aanleiding voor verdere studie en onderzoek. Haanstra’s begrip thuiskunst is door een student opgepakt om voor muziek uit te werken. Docent Emiel Heijnen initieerde voor de Academie van Beeldende Vorming en het lectoraat het omvangrijke project Media-Cultuur over mediawijsheid en kunsteducatie. In dit project werken meerdere kunstvak-docentenopleidingen samen en wordt een curriculum voor de beeldende bacheloropleidingen ontwikkeld. Ook hierin vond een studente aanknopingspunten voor haar onderzoek. Het door master en lectoraat geïnitieerde netwerkverband P.A.M. (EHvA pabo, AHK-docentenopleidingen en MOCCA) biedt studenten de gelegenheid een onderwijsproject te ontwikkelen waarin bachelors beeldende vorming en pabostudenten kunnen samenwerken. ‘En de alumni 2008, hoe maken zij het?’ Met de lichting van 2008, onze eerste alumni, gaat het ondertussen goed, dank u. Dat blijkt onder meer uit het feit dat vier van de acht het afgelopen jaar genomineerd werden voor een prijs op een terrein van de kunsteducatie: Aaltje van Zweden en Tanja Kerkvliet werden voor hun masterproject ‘Ontmoeten’, een interdisciplinaire kunsteducatief project voor leerlingen met en zonder autisme, genomineerd voor de Philipp Kohnstammprijs; zij ontvingen een eervolle vermelding. Liesbeth Osse ontwikkelde aan het eind van de opleiding voor Cinedans het project Dansen voor de Camera voor het vmbo en werd genomineerd voor de Filmeducatieprijs. Marike Hoekstra’s verslag van haar onderzoeken naar de didactiek van de kunstenaar is genomineerd voor de Max van der Kamp scriptieprijs voor studenten kunsteducatie uit wo en hbo. Er is regelmatig contact, we zien ze terug bij de presentaties 6

7


van het lectoraat of bijzondere gastcolleges van de master. Zij houden ons op de hoogte van hun carrièreverloop. Wij wijzen hun graag op kansen of mogelijkheden. Hun projecten of de concepten ervan zijn nog springlevend en worden verder ontwikkeld of zijn geïmplementeerd in onderwijsaanbod. Lichting 2009: Wie zijn zij, wat deden zij? Zoals we eerder aangaven, ook deze groep is divers van samenstelling. Christine, Maarten, Daisy en Pauline zijn jonge beeldende docenten, werkzaam in het voortgezet onderwijs en alle vier gericht op nieuwe media, Ellen en Nico zijn musici/docenten, werkzaam in muziekeducatie als docenten met ieder extra verantwoordelijkheden, waaronder managementtaken. Joke heeft een gemengde beroepspraktijk als muziekdocent onder andere in het primair onderwijs, Ludie coördineert kunstvakken op een pabo, Annemie geeft cursussen in beeldende vorming aan volwassen amateurs en Mari is zelfstandig ondernemend in danseducatie en heeft evenals Annalies ervaring met speciaal onderwijs. Lisa tenslotte is verbonden aan Muziekcentrum Aslan, de van huis uit Turkse muziekschool in Amsterdam. Uit de beschrijvingen van hun onderzoeken en projecten die zij op de volgende pagina’s geven is af te lezen dat allen met enthousiasme, de nodige hoofdbrekens en doorzettingsvermogen aan de slag zijn gegaan om de gezochte kennis en ervaring te verwerven. De variëteit in onderzoeksonderwerpen is groot. Vaak is aangehaakt bij actuele thema’s en de problematiek in het eigen werkveld.

Voor ons docenten waren het twee heel plezierige jaren waarin de studenten ons stimuleerden door de open en ontvankelijke atmosfeer die zij als groep met elkaar van het begin af aan creëerden. Allen gaan geïnspireerd en gevormd door nieuwe kennis en inzichten verder op het ingeslagen pad, of op zoek naar nieuwe uitdagingen met vers ontwikkelde talenten. Met ideeën die de afgelopen tijd geboren zijn en plannen die vragen om initiatieven en uitwerkingen. Alle twaalf master, gepassioneerd voor kunst en educatie: Hier zijn zij! Maria Wüst Studieleider master Kunsteducatie m.wust@ahk.nl www.masterkunsteducatie.nl

Voor de opdrachtgevers van de kunsteducatieve projecten werd in veel gevallen aanbod voor authentieke kunsteducatie ontwikkeld en samenwerking met kunstenaars georganiseerd. Veelal betrof het ook de inzet van meerdere disciplines. Vermeld mag worden dat tijdens een van de projecten een blijvend kunstwerk door kinderen werd gemaakt en op hun schoolplein onthuld. Maar ook het andere thema van de lectoraatskenniskring Culturele diversiteit en het lopende project MediaCultuur sloten goed aan bij de wensen van deze studenten om de eigen expertise te vergroten. 8

9


10

11


Annalies Pool

vakleerkracht Beeldende vorming speciaal basisonderwijs annaliespool@tele2.nl

Eigenzinnige kunstlessen voor het basisonderwijs Eigenzinnige kunstlessen en intercultureel onderwijs als speerpunten van mijn masterstudie Kunsteducatie Het kunsteducatief project heb ik samen met Christine van Hoorn vormgegeven. Het idee voor dit project is voortgekomen uit mijn huidige werk als vakleerkracht in het speciaal basisonderwijs. Het vak beeldende vorming in het primair onderwijs staat of valt vaak bij de inzet en motivatie van de leerkracht. Ook wordt het vakgebied door de leerkrachten vaak gebruikt om andere vakken kleur te geven. Het doel van ons project ‘Eigenzinnige kunstlessen voor het basisonderwijs’ is om leerkrachten in het basisonderwijs het belang van kunstonderwijs te laten inzien. Door ze zelf te laten kennismaken met kunst en ze zo intrinsiek te motiveren. Waar kun je dan beter beginnen dan bij de aankomende docenten, de studenten van de lerarenopleidingen? We hebben studenten van de pabo van de Hogeschool van Amsterdam en de docentenopleiding Beeldende vorming van de AHK laten samenwerken. Beide partijen hebben hun eigen expertise op tafel kunnen leggen en elkaar kunnen inspireren bij het maken en uitvoeren van lessen voor het basisonderwijs. Met als uitgangspunt ‘de eigen fascinatie voor kunst’ binnen een actuele tentoonstelling ‘Heilig vuur’ in de Nieuwe Kerk maakten de studenten samen lessen beeldende vorming. Deze lessen zijn meer dan een gebruikelijke ‘knutselles’, er komen actieve, receptieve en reflectieve elementen in voor. De studenten hebben door dit project een onuitwisbare ervaring opgedaan en hopelijk is er van leerling tot de begeleidend docent op de stageschool een vonk overgesprongen. We doen aanbevelingen hoe een gelijksoortig project in de komende jaren voortgang kan krijgen binnen de hbo-opleidingen.

12

13


Boeiend tijdens de studie vond ik de lessen vakdidactiek. Bij dit vak keken we op een andere manier naar onderwijs dan voor mij gebruikelijk. Na lange tijd uitvoerend aan het werk te zijn geweest kreeg ik de mogelijkheid om vanuit een ontwerpende rol met kunsteducatie aan de slag te gaan. We maakten kennis met nieuwe onderwijsconcepten. Het zelf ontwikkelen van een lessencyclus vanuit globale doelen naar kleinere didactische eenheden heeft mij opnieuw doen nadenken over de betekenis van kunsteducatie en hoe je hier op een andere manier vorm aan kunt geven. Daar droeg ook de uitwisseling met medestudenten vanuit andere kunstdisciplines en werkzaam met andere doelgroepen toe bij. Naast het educatieve project ben ik ook in mijn empirisch onderzoek uitgekomen bij een kunstproject. Door in het eerste jaar bij de theoretische verdieping te kiezen voor ‘intercultureel onderwijs’ kreeg ik in het tweede jaar de mogelijkheid om onderzoek te doen naar het project ‘dvdschoolart’. Dit kunstproject, ontworpen door Salomea Franken wordt uitgevoerd op een aantal islamitische basisscholen. In dit project gaat het om het enthousiasmeren van leerkrachten, ouders en leerlingen voor kunst. De bedenker van het project heeft gezocht naar raakvlakken tussen de islamitische identiteit van de school en het vakgebied van de kunsteducatie om zo nieuwe mogelijkheden voor kunsteducatie op deze scholen aan te dragen. Zij wil hiermee ook een betere aansluiting van de scholen met de samenleving tot stand brengen. Een zeer actueel voorbeeld van intercultureel kunstonderwijs in onze samenleving.

14

15


Annemie Sijstermans docent Kunsteducatie / beeldend kunstenaar

‘Sprekende kunstwerken’

annemiesijstermans@planet.nl Mijn project ´Sprekende kunstwerken´ werd uitgevoerd op vier naschoolse opvanglocaties van Combiwel Groep in Amsterdam-Zuid. Combiwel is een organisatie voor welzijn en kinderopvang die op tientallen locaties in diverse Amsterdamse stadsdelen opereert. Ze wil naast de opvangfunctie, zinvolle activiteiten aanbieden aan de kinderen. ‘Sprekende kunstwerken’ omvat een lessenserie, leidend tot de interpretatie van hedendaagse beeldende kunst door kinderen die ze vervolgens onder begeleiding van kunstenaars vertalen in kostuums en toneel. ´Sprekende kunstwerken´ want: - kunstwerken spreken een verhaal; iets uit het kunstwerk lijkt al associërend sprekend op een ervaring van het kind; - kinderen kruipen in de vormen van het schilderij, vertalen dit tot kostuum en gaan zelf spreken in een toneelstuk. De kinderen voeren beeldende opdrachten uit, afkomstig uit het spel Blikopener dat werd ontwikkeld door het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen. Daarna volgt een kunstbeschouwingles over moderne kunst van de kunstuitleen. De kinderen maken een fantasiekostuum met gekke alledaagse kleurrijke spullen onder begeleiding van een theatervormgeefster. Vervolgens bedenken ze met de kostuums een toneelstuk onder leiding van een actrice . Tenslotte presenteren de kinderen hun toneelstuk. Basisscholen hebben aangegeven dat het project aansluit bij hun curriculum en het zal derhalve een plaats verwerven binnen het kunsteducatieve circuit van Amsterdam. Onderzoek naar museumeducatie De vernieuwende visie op museumeducatie van George Hein, een Amerikaanse psycholoog gespecialiseerd in museumeducatie, is gebaseerd op het constructivisme.

16

17


Kennis ontstaat alleen in ons hoofd na ervaringen met de omringende wereld, waardoor er door de afzonderlijke persoonlijke interpretaties meerdere waarheden mogelijk zijn. Deze kennis wordt verkregen door een actieve houding van de waarnemer/leerling. In het empirisch onderzoek wil ik toetsen of de praktijk van drie educatieve programma’s van drie musea een bevestiging is van de ideeën van Hein. Mijn voorkeur gaat uit naar musea voor moderne kunst omdat deze het meest gespitst zijn op het verkrijgen van esthetische ervaring en zij deze vernieuwende onderwijsconcepten volgens het Trendrapport Museumeducatie 2007 van Cultuurnetwerk vaker dan andere musea hebben toegepast. Mijn onderzoeksvraag luidt: In hoeverre zijn de kenmerken van een constructivistische museumpresentatie van Hein van toepassing op een educatief programma voor de tweede fase van het voortgezet onderwijs? De concept- en de uitvoeringsvorm van de volgende educatieprogramma’s van drie musea voor moderne en hedendaagse beeldende kunst in Nederland werden onderzocht: 1. ´Dancing with the Arts´ van het Kröller-Müller Museum te Otterloo; 2. ‘Quest’ van het Centraal Museum te Utrecht; 3. ‘Heilig Vuur’ van het Stedelijk Museum te Amsterdam. De gegevens die ik heb verzameld en waarop ik de toetsing toepas zijn interviews met ontwerpers, museumdocenten en leerlingen, het geschreven programma, observaties met een klas tijdens de uitvoering en ckv-verslagen. Een eigen mening geven vinden de drie musea belangrijk als kennisverwerving bij het beschouwen van kunst. Het geven van een eigen mening is actief, geschiedt in het hoofd en heeft meerdere uitkomsten. Bij de interpretatie van beeldende kunst bij deze drie musea komen veel kenmerken van Hein aan bod. Maar er bleken ook grote verschillen in vergelijking tot zijn visie en tussen de musea onderling.

18

19


Christine van Hoorn docent Kunsteducatie vo / freelance fotograaf

www.christinevanhoorn.nl info@christinevanhoorn.nl

Eigenzinnige kunstlessen voor het basisonderwijs Educatief project Aankomende leerkrachten en vakleerkrachten zijn beter gemotiveerd om goede kunstlessen te geven als zij dit doen vanuit hun eigen interesse en fascinatie voor kunst. Samen met mijn medestudent Annalies Pool heb ik een project ontwikkeld waarbij studenten van de pabo van de Hogeschool van Amsterdam en de docentenopleiding Beeldende vorming van de AHK samenwerken aan een beeldende lessenserie voor het basisonderwijs. Hun eigen motivatie en fascinatie was hierbij het startpunt. Met dit project willen wij hen bagage meegeven om de kunstlessen die ze straks gaan geven in hun beroepspraktijk kwaliteit en inhoud te geven. Artistiek uitgangspunt voor het zoeken naar inspiratie en fascinatie was de tentoonstelling ‘Heilig vuur’ in de Nieuwe Kerk. Eerstejaars masterstudenten Kunsteducatie verzorgden een inhoudelijk sterke lessenserie over achtergronden en context van deze tentoonstelling. In die lessen werd de studenten gevraagd: “Hoe zou jij deze informatie bruikbaar maken voor je eigen beeldende kunstlessen?’’ en “Hoe zou jij met kinderen een gesprek voeren over dit kunstwerk?” De studenten werden in het ontwerpen van hun lessen begeleid door ervaren coaches. Tot slot voerden zij de lessen uit op een basisschool. In dit gelaagde project werd een leeromgeving gecreëerd waarin studenten hun kennis en ervaring uitwisselden en een kijkje konden nemen in elkaars vakgebieden die in dit project even samenkwamen. Het project bleek een succes: studenten, leerkrachten en studieleiders waren enthousiast en geïnspireerd. De lessenseries zullen gebundeld worden in een boekje. Zo laten we met dit project sporen achter bij studenten, leerkrachten en opleidingen. Wellicht is hiermee de eerste

20

21


stap gezet tot een meer duurzame en uitgebreidere samenwerking tussen pabo- en AHK-studenten. Onderzoek naar de module ‘MediaCultuur’ op drie docentenopleidingen. Ook voor mijn onderzoek richtte ik mij op docentenopleidingen. In mijn literatuuronderzoek in het eerste jaar bekeek ik vanuit mijn interesse voor mediaeducatie de stand van zaken op het gebied van mediaeducatie en mediawijsheid in de kunstvakken in het voortgezet onderwijs. Want, hoewel de nieuwe media een steeds grotere plaats innemen in het leven van jongeren, blijft het kunst-onderwijs tot nu toe erg traditioneel. Het project MediaCultuur tracht hier verandering in te brengen. De bedenkers van het project zien aankomende kunstdocenten als pioniers op het gebied van mediawijsheid. Ik kreeg de mogelijkheid onderzoek te doen naar de module MediaCultuur, onderdeel van dit project, op drie docentenopleidingen Beeldende vorming. In de module ontwikkelen studenten lessenseries op het gebied van mediawijsheid en mediakunst. Het doel was ‘het opleiden van een mediawijze generatie toekomstige kunstdocenten en het ontwikkelen van kunstzinnig mediawijs lesmateriaal voor het voortgezet onderwijs’, en zo vanuit kunsteducatie een structurele en concrete bijdrage te leveren aan mediawijsheid van jongeren’.1 Ik vergeleek de modules met elkaar in opzet en uitvoering en praatte met docenten en studenten over hun opvattingen over de module en over eventuele verbeterpunten. Zo hoop ik met mijn conclusies en aanbevelingen een bijdrage te leveren aan het vervolg van dit project.

1. Heijnen, E. (2008) Projectplan MediaCultuur, Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten: Lectoraat Kunsteducatie. 22

23


Daisy Duivenvoorden docent Kunsteducatie / projectleider st-ART daisyduivenvoorden@gmail.com www.dazeme.com

st-ART, de maatschappelijke stage met een beetje meer Het moest een kunstzinnige invulling van de maatschappelijke stage worden. De stage waar elke scholier uit het voortgezet onderwijs vanaf 2011 mee te maken krijgt. Het werd st-ART: Leerlingen die in het kader van hun maatschappelijke stage gesprekken en interviews houden met bewoners van een zorgcentrum, en deze als uitgangspunt gebruiken voor persoonlijke videoportretten. De maatschappelijke stage richt zich vooral op de betrokkenheid van scholieren bij de maatschappij. (www.samenlevenkunjeleren.nl) Pauline Min, projectleider st-ART Cygnus Gymnasium te Amsterdam, en ik, projectleider st-ART City+ College te Den Haag, kozen ervoor om die betrokkenheid vorm te geven in een project waarbij leerlingen en ouderen met elkaar in gesprek zouden gaan. Om de leerlingen echt in contact te brengen met een bevolkingsgroep waar ze in hun dagelijks leven maar weinig mee te maken krijgen. Om deze ‘uitwisseling met anderen’ compleet te maken, kozen we voor de leerlingen met een overwegend Nederlandse achtergrond van het Cygnus Gymnasium een zorgcentrum in Amsterdam Zuid-Oost, waar zij interviews hielden met bewoners van Antilliaanse en Surinaamse afkomst. De leerlingen van het City+ College (van Sudanese, Marokkaanse, Nepalese en Litouwse afkomst) liepen hun stage bij het volledig Nederlandse zorgcentrum Bezuidenhout. De leerlingen werden tijdens het project begeleid door experts op het gebied van interviewen, filmen en documentairemaken. Zij zorgden ervoor dat de leerlingen een goede voorbereiding kregen en dat de kunstzinnige leerdoelen van het project werden behaald. Het resultaat van het project laat zich niet in een paar woorden samenvatten. Het was in ieder geval bijzonder.

24

25


Bijzonder om te zien hoe de nieuwsgierigheid van beide kanten tot interessante gesprekken leidde. Bijzonder ook, omdat de leerlingen zich steeds meer verantwoordelijk gingen voelen voor ‘hun’ bewoner, soms zelfs moeite hadden om afscheid te nemen. Bijzonder door de mooie, grappige en soms ontroerende videoportretten. En door de tevreden gezichten en enthousiaste reacties van de bewoners toen hun video-portretten werden vertoond. Zo’n bijzonder project vraagt om een vervolg en dat zal er komen. De bevindingen van beide projecten worden gebruikt om een handleiding te schrijven, waarmee scholen in de toekomst het project op een voor hen relatief eenvoudige en financieel aantrekkelijke manier kunnen uitvoeren. Op onderzoek uit… Mijn empirisch onderzoek richt zich op Nova Local, een project van onder anderen Nova tv, de Openbare Bibliotheek Amsterdam en het Nova College in Amsterdam West. Het is een project dat zich richt op het mediawijzer maken van vmbo- leerlingen. Leerlingen maken tijdens het project hun eigen Nova-item over een actueel onderwerp bij hen uit de buurt. Zij leren op deze manier niet alleen meer over journalistieke codes en over hoe verschillende media te werk gaan, ze leren ook hoe zij zelf (nieuwe) media actief kunnen gebruiken. Mijn onderzoek naar de pilots van Nova Local zal in september 2009 worden afgerond. Hieruit zullen aanbevelingen volgen voor de vervolgprojecten, die in schooljaar 2010-2011 plaats zullen vinden.

26

27


Ellen van Hoek

fluitiste / docent Muziek de Kunstlinie in Almere ellenvanhoek@hetnet.nl

Hond in Beeld Ik ben een behoorlijk aantal jaren werkzaam geweest aan de muziekafdeling van een kunstencentrum. Daarnaast heb ik een brede belangstelling voor met name beeldende en textielkunst. De kunsteducatie heeft me altijd veel plezier en voldoening gegeven, maar ook de overtuiging dat kunsteducatie meer is dan ‘fijn bezig zijn’. Deze studie ben ik dan ook begonnen omdat ik aan de ene kant de behoefte had mijn ideeën over kunsteducatie te verdiepen en aan de andere kant meen te zien dat van centra voor de kunsten vanuit de maatschappij een verandering wordt verwacht waar ze vaak nog geen duidelijk antwoord op hebben. Tegelijkertijd met het begin van de master, werd op mij een beroep gedaan me bezig te houden met aanbod voor de brede scholen. Ik heb dit aangegrepen om in mijn literatuurstudie een antwoord te vinden op de vraag wat nu specifiek kenmerken van de methodiek van een brede school zou kunnen zijn en wat dat betekent voor het aanbod en de te gebruiken werkwijzen bij brede scholen. De bevindingen van deze literatuurstudie heb ik gebruikt in mijn kunsteducatief project in het tweede jaar. Voortbordurend op het idee van authentiek leren en authentieke kunsteducatie, heb ik een project bedacht waarin kinderen van een aantal brede scholen in Almere de wijk in zijn gegaan om door middel van fotografie en interviews de buurtbewoners - en met name hun honden - te gaan ontmoeten en in beeld te brengen. Het hele project eindigt tijdens een tentoonstelling van schilderijen over de Almeerse honden, waarbij ook het resultaat van dit brede schoolproject geëxposeerd zal worden. In de lessenserie, de opdracht voor het vak Onderwijskunde en Vakdidactiek, heb ik een beroep gedaan op mijn muziekhistorische kennis en een lessenserie ontworpen om de muziekgeschiedenis ook in beelden te vangen. Bij het

28

29


interdisciplinair project heb ik, geïnspireerd door de ideeën, activiteiten en samenwerking met de medestudenten een ‘zelfportret’ gepresenteerd waarbij muziek verbonden werd met beeld doormiddel van een video en schaduwspel, geprojecteerd op een zelfgemaakt screen van latex en wol. Op de valreep heb ik besloten het onderzoek te richten op de thuiskunst van scholieren met betrekking tot muziek. Een klein verkennend onderzoek dat gebaseerd is op het grote onderzoek van Folkert Haanstra over de beeldende thuiskunst van scholieren. Wat doen scholieren zelf thuis met muziek en welke hulpmiddelen zouden ze daarbij willen hebben? En hiermee is voor mijn gevoel de cirkel weer rond. Terug bij de muziekeducatie.

30

31


Joke Scholten-Koopmans

zelfstandig ondernemer / docent Muziek / cultuurcoördinator jokescholten@planet.nl www.verhalenvanjoke.web-log.nl / www.kunstvennoten.nl

Kunsteducatie: altijd, overal en voor iedereen! De afgelopen vijftien jaar ben ik vooral actief als docent Muziek op de Voorwegschool in Heemstede, de oudste basisschool van Nederland. Door het in de loop der jaren opgebouwde vertrouwen van directie en team kon ik mij steeds meer de vrijheid permitteren om aandacht te schenken aan andere kunstdisciplines. Mijn interesse in kunsteducatie en de behoefte om mijn horizon te verruimen, kon ik vormgeven door het volgen van de cursus Intern Cultuur Coördinator (ICC). De cursus inspireerde, maar bood niet genoeg verdieping. De master Kunsteducatie was een logische vervolgstap. Het project: ‘Hemels’ Maatschappelijke thema’s, trends en ‘hypes’ laat ik zoveel mogelijk aan bod komen in mijn lesprogramma’s. 2008, het jaar waarin het concept voor het kunsteducatieve project ontwikkeld moest worden, was het jaar van het Religieus erfgoed. Daar wilde ik iets mee doen. Het werd Hemels, een project over religieus erfgoed, architectuur en kunst, uitgevoerd op een overwegend zwarte basisschool in Haarlem-Schalkwijk. Bij het onderwerp Religieus erfgoed komt de culturele diversiteit goed aan bod. Het gaat niet alleen om Nederlands erfgoed uit het verleden (in dit geval kerken), maar ook om erfgoed voor de toekomst (waaronder moskeeën), mede gegenereerd door de aanwezigheid van de nieuwe Nederlanders. Bovendien wilde ik een link maken tussen erfgoed en kunst. In mijn eigen omgeving zie ik dat er op scholen veel projecten over erfgoed uitgevoerd worden, maar veel minder over kunst. Met Hemels heb ik de leerkrachten laten zien dat kunst voor het oprapen ligt in erfgoed en dat het maar een kleine stap is om daar ook aandacht aan te besteden. Rode draad was de aandacht voor vormen en patronen met als tastbaar resultaat een kunstwerk van straattegels, ingelegd met geometrische patronen, door de kinderen

32

33


gemaakt onder leiding van kunstenares Akelei Hertzberger. De tegels liggen nu vóór de school en in de wijk. De Haarlemse wethouder van Wonen, Wijken en Verkeer stelde bij de presentatie voor dit kunstwerk voor te dragen als ‘monument van de toekomst’ in het kader van Haarlem Monumentaal 2009. Het onderzoek: Cultuurnetwerk Nederland doet momenteel een groot onderzoek naar het ICC-traject teneinde dit te professionaliseren. Mijn bijdrage hieraan is een deelonderzoek naar de ICC-verdiepingscursussen die overal in het land ontstaan: Waarom ontstaan ze? Welke onderwerpen worden behandeld? Wat missen de interne cultuurcoördinatoren (ICC‘ers) blijkbaar nog om goed te kunnen functioneren? Wat is er nodig om meer kwaliteit in cultuureducatie te realiseren? Het is opmerkelijk dat ik onderzoek kan doen naar iets waar het voor mij allemaal mee begon: de ICC-cursus. Toekomst: Op dit moment gebeurt er zo veel in het kunsteducatieve veld dat ik toekomstmogelijkheden te over zie: projecten ontwikkelen met mijn bureau De Kunstvennoten, of ideeën uitwerken over de profielontwikkeling van een ckv-docent voor het primair onderwijs. In ieder geval zal ik het belang van kunsteducatie in het onderwijs nog meer ‘aan de man brengen’. Want, wie kinderen eenmaal bezig heeft gezien met kunst, wenst iedereen zo’n ervaring toe. Kunsteducatie: altijd, overal en voor iedereen!

34

35


36

37


Lisa van Bennekom

docent Methodiek en stagebegeleider aan de opleiding Docent muziek van het Conservatorium van Amsterdam / coördinator projecten vo bij Aslan Muziekcentrum / zangeres in een closeharmonygroep: www.leselles.nl lisavanbennekom@yahoo.com www.songwritertalent.nl

‘Songwriter Talent’ Project: ‘Songwriter Talent’ Ik heb een compositieproject ontwikkeld voor het vmboonderwijs genaamd ‘Songwriter Talent’. Hierin componeren vmbo-leerlingen eigen songs met behulp van het computerprogramma Magix Music Maker. Zij doen dit onder begeleiding van professionele songwriters. In 2008 vond de pilot van Songwriter Talent plaats op één vmbo-school in Amsterdam. Meer informatie over dit project staat op de website www.songwritertalent.nl. Daar zijn ook de resultaten van de pilot te beluisteren. Het project zal verder worden ontwikkeld en opnieuw aangeboden aan het onderwijs. Onderzoek: ‘Culturele diversiteit en de opleiding docent muziek’ Onderzoek heb ik gedaan naar de visie en de praktijk met betrekking tot culturele diversiteit van drie opleidingen; Docent muziek aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK), de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) en Codarts te Rotterdam. Op iedere opleiding zijn vier tot vijf interviews gehouden. De interviews vonden plaats op drie niveaus: dat van afdelingshoofd/coördinator, dat van hoofdvakdocent en dat van de student. Samenvattend houdt dit praktijkonderzoek het volgende in: Om visies op diversiteit te achterhalen kregen de geïnterviewden twee modellen voorgelegd. Het eerste model bestaat uit vier benaderingen tot culturele diversiteit en is geformuleerd door Schippers (2004). Het tweede model is geïnspireerd op vijf manieren van denken over culturele diversiteit (Van der Geest, 2006). De omschrijvingen van deze in theorie onderscheiden benaderingen bleken heel verschillend geïnterpreteerd te worden, zodat de resultaten op dit punt niet eenduidig zijn. Uit de interviews bleek dat de invulling van het curriculum met betrekking tot culturele diversiteit per opleiding verschillend is. De opleiding in Amsterdam heeft ervoor gekozen om verschillende wereldmuziekmodules aan te bieden in het curriculum. Rotterdam en Utrecht hebben hier

38

39


bewust niet voor gekozen. Zij bieden wereldmuziek voornamelijk geĂŻntegreerd aan. Voor deze beide opleidingen houdt dit in dat wereldmuziek niet als zodanig wordt benoemd maar als vanzelfsprekend een onderdeel is van de vakken. Mijn aanbeveling is om de curricula met betrekking tot culturele diversiteit van de verschillende opleidingen Docent muziek te verbinden. In de onderwijskundige vakken komen in mijn voorstel verschillende muziekculturen vanzelfsprekend aan bod. Hetzelfde geldt voor vakken als ensembleleiding, koor, pianopracticum, gitaarpracticum, stemvorming, bandcoaching, componeren, arrangeren, analyse en harmonie. Daarnaast worden er vakken aangeboden waarin een specifieke muziekcultuur centraal staat zoals wereldmuziekmodules (samba, darbuka, djembĂŠ etc.), zang klassiek/licht, piano klassiek/ licht, geschiedenis westerse muziek en wereldmuziek.

40

41


Ludie Gootjes-Klamer hoofd vakgroep kunst op de Gereformeerde Hogeschool pabo in Zwolle ateliergootjes@hotmail.com

Over smaak valt te twisten Het hele gebied van de kunsten boeit mij. Om er les in te geven, onderwijsprogramma’s te ontwikkelen, zelf te maken, te ervaren, te bekijken en te beluisteren. Ik wordt door kunst geschokt, geïrriteerd, kom onder de indruk en raak gefascineerd. Waardering voor kunst draag ik graag over in mijn werk aan de Gereformeerde Hogeschool Educatieve Academie in Zwolle. Dat ik daar soms ook tegen weerstand en desinteresse van studenten aanloop, inspireerde mij om mijn onderzoek te richten op de vraag: Hoe kenmerkt zich kunstwaardering en kun je deze ontwikkelen? Na literatuurstudie volgde het onderzoek ‘Over smaak valt te twisten’ naar waardering van beeldende kunst bij pabo studenten. Dit onderzoek beperkt zich tot beeldende kunst en heeft het pentagrammodel van Van Meel (1998) als uitgangspunt. Het model beschrijft vijf aspecten van de esthetische waardering: attractie (A), waardering van representatie en realisme (R), van emotionele expressie (E), stijl en vorm (S), en op grond van eigen interpretatie (I). Bij jonge kinderen vormt attractie het belangrijkste aspect, gaandeweg gaan ook de andere aspecten een rol spelen. Aspecten als stijl en interpretatie vereisen meer kennis en ervaring. Voor de pabo waar het onderzoek is gehouden is in de ontwikkeling van kunstwaardering bij de studenten een duidelijke groei te zien op het kenmerk Interpretatie. Een van de conclusies van het onderzoek is dat kunstwaardering zich ontwikkelt door actieve kunstervaringen en cultuurdeelname. Dit levert mij interessante onderwijskundige informatie op. Kunstwaardering ontwikkelen is een leerproces: ervaren van kunst door kunst te analyseren, te reflecteren en kennis te vergaren over kunst en cultuur. Vandaar ook mijn project: de ontwikkeling van een minor authentieke kunsteducatie voor de pabo. Doel van deze minor is dat studenten in hun stageschool in brede zin activiteiten ontplooien om kunst structureel meer gewicht

42

43


te geven: als vak apart en in relatie met andere schoolvakken. Studenten ontwikkelen en realiseren in het kader van deze minor zelf een authentiek kunsteducatief project op een basisschool waaraan een professionele kunstenaar een bijdrage levert en waar het hele team bij betrokken is. De uitdaging voor dit project moet zijn dat als resultaat ervan docenten zelf meer met kunst gaan werken in hun klas. Op basisschool Het Baken in Harderwijk kreeg ik de kans om deze minor direct door een student te laten uitvoeren. Onder leiding van een professionele filmmaker kregen kinderen en het team het filmmaken onder de knie. De kinderen van groep 8 legden alle cultuuractiviteiten van de andere kinderen vast op film. Die activiteiten waren heel divers: sieraden maken, fotografie, schilderen met een kunstenaar, dansworkshops, muziek, poppenspel, kijkdozen, een wandkleed. Tijdens de eindpresentatie waren de ouders buitengewoon betrokken en gonsde de school van kunstzinnige activiteiten. Wat weer door groep 8 op film werd vastgelegd. Een minor ontwikkelen en direct uitvoeren is spannend. De innoverende minor Authentieke kunsteducatie is zo een mooi product geworden. De minor zal een waardevolle bijdrage leveren aan de ontwikkeling van cultuureducatie, op de pabo en in het basisonderwijs.

44

45


Maarten Konijn docent Beeldende vorming

m.konijn@hotmail.com www.maartenkonijn.nl

Wat film kan, kan ik sweden Film is een wezenlijk onderdeel van de wereld van jongeren. Omdat jongeren zichzelf spiegelen aan de complexe en overspoelende aanwezigheid van media, is het van belang hen te begeleiden in het ervaren, begrijpen en gebruiken hiervan. Om deze begeleiding te realiseren voor het specifieke medium film, worden in het voortgezet onderwijs regelmatig filmworkshops gegeven. Mijn ervaring met deze workshops is dat zij een goede basis vormen maar geen gelegenheid bieden tot verdieping. Het project ‘Wat film kan, kan ik sweden’, biedt jongeren de kans om dieper en kritischer in te gaan op de productie van film en analytisch inzicht te krijgen in de betrokken film. De term ‘sweden’ is afkomstig uit de film ‘Be kind, rewind’ van Michel Gondry en staat voor het namaken van bekende films. In dit project gaan de jongeren niet alleen namaken, maar zij vervormen, herschrijven en abstraheren de scènes tot een geheel nieuw eigen speelfilm. Bijzonder aan dit project is dat drie gastdocenten uit de filmwereld voor professionaliteit zorgen. Mathijs Geijskes is regisseur, Inge Voskamp is theaterdocent en Kemal Ultanur is componist van filmmuziek. Het project is een succes: volgend jaar krijgt het een uitgebreid vervolg en zal het breder worden ingezet. Kunstvak versus kunstvak Het ministerie van OCenW heeft in 2003 voorgesteld een herziening van de tweede fase vanaf september 2007 uit te voeren. In het langetermijnadvies ‘Bruggen tussen natuur en maatschappij’ (Veldhuis, 2006), adviseerde de profielcommissies Economie & Maatschappij/Cultuur & Maatschappij, voor één kunstvak in de tweede fase van het havo/vwo, dit in tegenstelling tot de huidige situatie waar de kunstvakken oude stijl naast de kunstvakken nieuwe stijl bestaan. Ondanks dit ontwerpadvies is besloten dat

46

47


per september 2007 de twee kunstvakken naast elkaar blijven bestaan in de Vernieuwde tweede fase. Beide stijlen krijgen sinds de tweedeling steeds meer aandacht. Onlangs werd in het artikel ‘Single of samen’ (Haanstra, 2009), in Kunstzone van januari 2009, aandacht gevraagd voor de toekomst van de kunstvakken. Mijn onderzoek gaat in op deze ‘vreemde situatie’ rondom de kunstvakken in het voortgezet onderwijs. Ik zocht naar factoren die de keuze bepalen van directies en docenten om voor de oude of nieuwe stijl te kiezen. ‘Traditie’ blijkt het sleutelwoord in dit onderzoek te zijn. Scholen hechten veel waarde aan ‘het bekende’ of ‘de traditie’ van een school, sectie of docent. Als een school al wil veranderen naar de nieuwe stijl kunstvakken, dan speelt de geschiedenis van de school-, sectie-, en/of docentvisie een grote rol bij het nemen van deze beslissing.

48

49


Mari Stikvoort

docent Dans / freelance project ontwikkelaar voor theater info@moveitup.nl www.moveitup.nl

Bewegende communicatie ‘If it could be said in words, it would be; but outside of words, outside of painting, outside of sculpture, inside the body is an interior landscape which is revealed in movement’ Martha Graham – A dancer’s life Russell Freedman When I started dancing as a rebellious, headstrong teenager, I had never heard this famous quote. All I knew was that dance gave me a chance to explore other worlds and let me be, well … ME. I could transform my frustrations, passions and joys into movement. Years later I wrote “I want to give my students the same sense of freedom I knew – by letting them experience dance and what it can do for them” in my motivation to join the teacher’s department of Amsterdam Theater School. At the end of our training we received these naïve motivations back – as a token of how far we had come. Although much had changed – for me this still rang true. My belief that dance and movement has the power to communicate thoughts and idea’s, led to the research question “Can dance (movement) be seen as a form of communication?” and resulted in the piece “Dans als communicatiemiddel.” All understanding starts with the physical experience of objects, people and the world around us. For example: ‘falling’ is a very difficult, if not impossible, concept to understand if you have never done it yourself. I’m not the first to investigate the connection between movement and language and it remains a complex field. Still my research served to strengthen the belief that movement can indeed play it’s part in individual development. We already communicate with our body language, dance is an extension of this movement and can help us to be open to the world and experiences around us.

50

51


Research My interest in specialised education has grown, but the question was “What can I do?�. I decided to investigate the relationship between the available products for dance education and the needs and desires of schools for special needs children, that these products are aimed at. By looking at the degree of compatibility (or lack of) I aimed to formulate guidelines that could be used when developing future projects for special needs groups. Project While teaching art to children can be very rewarding, you can only teach one group at a time. So how do you reach thousands of children in just one afternoon? By teaching their teachers about the importance of art education! That is exactly what Kunstmagneet Schools in Den Haag did. Together with the Centre for Art and Culture in Den Haag, the Koorenhuis, I arranged an inspirational afternoon for the teachers of the twelve Kunstmagneet Schools in Den Haag. Under the guidance of an expert on creative processes, Lodewijk Ouwens, and art teachers participants could experience first hand what the importance of art education is, not to mention the fun! Although this first meeting did indeed inspire and confirm the importance of art education, to achieve the level of involvement and development we had envisioned more events will need to be realised in the future.

52

53


Nico van Zadel

docent / afdelingshoofd Muziekschool Waterland / pianist zadnic@zonnet.nl

Kunsteducatie integraal Samenhang tussen buitenschoolse en binnenschoolse kunsteducatie is de rode draad die ik voor mijzelf door de opleiding heb geweven. Dat is onder andere tot uiting gekomen in de onderwerpen die ik koos voor zowel literatuur- als praktijkonderzoek. Ook bij het ontwerpen en uitvoeren van de lessenserie ging hier mijn aandacht naar uit. EĂŠn van de taken die in mijn beroepspraktijk tot mijn verantwoordelijkheden behoren is het ontwerpen van structurele samenhang tussen de muziek- en danseducatie van de muziekschool waar ik werk en van het reguliere onderwijs in de regio Waterland. Tot nu toe bestaat de samenwerking uit een imposante reeks projecten en toevalligheden. Wat echter ontbreekt is een theoretische onderbouwing of conceptueel kader. Lichtelijk onthutst ontdekte ik hoe strikt de scheiding tussen de buitenschoolse en binnenschoolse kunsteducatie was. Twee werelden die op honderd meter afstand van elkaar volledig langs elkaar heen schuiven. Tijdens mijn literatuuronderzoek heb ik gezocht welke mogelijkheden de vernieuwing van de onderbouw in het voortgezet onderwijs biedt voor verankering van kunsteducatie in het curriculum en voor samenwerking met culturele partners. Om de wereld van het voortgezet onderwijs beter te leren kennen heb ik in het eerste jaar als stageopdracht voor Onderwijs en Vakdidactiek een lessenserie ontworpen en uitgevoerd bij een ckv- klas op een vo-school in mijn werkgebied. Mijn verbazing over de scheiding groeide per week. Ik voelde me beland in een wereld van gemiste kansen. Mijn praktijkonderzoek richt zich dan ook op de kunstzinnige wensen van leerlingen van de twee Centra van de kunsten in Purmerend en van een grote koepel van

54

55


vo-scholen in Purmerend. Daarnaast behelst het onderzoek de mogelijkheden die de docenten zien voor doorlopende leerlijnen tussen binnen- en buitenschoolse kunsteducatie. Hoewel het ontbreken van structurele samenhang tussen de verschillende milieus waarin kunsteducatie wordt aangeboden voor mij al een belangrijke drijfveer was om aan de opleiding te beginnen, is de spin-off van de studie veel groter dan ik me had kunnen voorstellen. Door de interdisciplinaire aanpak en door het enorme aanbod van informatie is mijn interesse gewekt voor een groot aantal andere aspecten van kunsteducatie waarnaar ik nader onderzoek zou willen doen. Hoe zit het bijvoorbeeld met de benadering van het creatieve element bij educatie in de verschillende kunstdisciplines? Welke mogelijkheden zijn er om muziekonderwijs zo te moderniseren dat er een aansluiting is met de hedendaagse muziekpraktijk? Een andere ‘bijvangst’ is dat het werken aan het interdisciplinaire project onder leiding van Henk Schut mij heeft bevrijd van de grenzen die de discipline waarin ik ben opgeleid altijd heeft gesteld aan mijn artistieke denken en handelen. Een aantal jaren geleden had ik me niet kunnen voorstellen dat ik dagenlang met zo veel enthousiasme zou werken aan het maken van een video-installatie op miniformaat. Kortom, de opleiding heeft me veel opgeleverd, maar ook hongerig gemaakt ‌

56

57


Pauline Min

docent Kunsteducatie vo / Projectleider st-ART paulinemin@gmail.com

st-ART, een nieuwe invulling van de maatschappelijke stage Weerspiegeling van culturele diversiteit in het vak Kunst algemeen In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs kunnen leerlingen het vak Kunst kiezen. Zij krijgen dan het vak Kunst (beeldend/drama/dans/muziek), waarin ze zelf kunst maken, en het theorievak Kunst algemeen waarin ze kunst- en cultuurgeschiedenis krijgen. In het theoretische gedeelte moet volgens het examenprogramma per onderwerp interculturele kunst behandeld worden. Bedoeld wordt de wederzijdse beĂŻnvloeding van niet westerse kunst en westerse. Het staat de leraar vrij om dit op haar of zijn manier in te vullen. Literatuuronderzoek Mijn onderzoek binnen de master Kunsteducatie richt zich op deze behandeling van kunst van verschillende culturen bij Kunst algemeen. Wat moet er volgens het examenprogramma aan interculturele onderwerpen behandeld worden? Hoe verhoudt deze interculturele invalshoek in het examen-programma zich met de lessen in de praktijk. Hoe sluiten lesmethodes hier bijvoorbeeld bij aan? Tijdens het literatuuronderzoek is geanalyseerd welke theorie verbonden is aan de noodzaak van een interculturele invalshoek bij Kunst algemeen. Wat de grondslag is van die interculturele invalshoek. Empirisch onderzoek Mijn empirisch onderzoek ‘De mening van docenten over culturele diversiteit bij het vak Kunst algemeen’ geeft inzicht in de mening van de docent Kunst algemeen ten opzichte van culturele diversiteit in de lesstof van het vak. De vraag is hoe de docent omgaat met de interculturele invalshoek bij Kunst algemeen en wat daarover zijn achterliggende visie is.

58

59


Voor dit onderzoek werd een gesloten vragenlijst aan 37 docenten, verspreid over Nederland, voorgelegd. Vijf zijn ter verdieping persoonlijk geïnterviewd. Het blijkt dat de docent qua visie vaak cultureel divers is georiënteerd, maar dit niet zo zeer terug wil zien in zijn programma. Verder vindt de docent dat methodes te kort schieten en ervaart hij tijdgebrek. Mijn voorstel is o.a. om nieuwe keuzes te maken voor het examenprogramma om overladenheid te voorkomen. Ook geef ik literaire suggesties ter aanvulling van methodes. Project: st-ART, een nieuwe invulling van de maaschappelijke stage Samen met Daisy Duivenvoorden heb ik een project opgezet dat een nieuwe invulling geeft aan de maatschappelijke stage in het vo. Leerlingen van het City+ College in Den Haag en het Cygnus gymnasium in Amsterdam interviewen bewoners van een verzorgingshuis en maken van hun verhalen persoonlijke videoportretten. Zij krijgen hiervoor trainingen van professionals in interview-, film-, en montagetechnieken en worden in hun contacten met de bewoners en tijdens het filmen begeleid door experts in community- en nieuwe-media projecten. Zo ontstaat een maatschappelijke stage waarin niet alleen gewerkt wordt aan sociale, maar ook aan kunstzinnige leerdoelen. Het project wordt tijdens twee pilots uitgevoerd op bovenstaande scholen, met als doel om een handleiding te creëren waarmee scholen in de toekomst zelfstandig het project uit kunnen voeren. Door de maatschappelijke stage een invulling te geven die leerlingen aanspreekt, kan er extra aandacht ontstaan voor bewoners van een zorgcentrum, waarmee leerlingen niet vaak worden geconfronteerd. Extra interessant was dat het Cygnus bestaat uit veelal autochtone leerlingen en het zorgcentrum uit allochtone bewoners. Bij het City+ zijn juist de leerlingen veelal bicultureel en de bewoners van het zorgcentrum niet. Met st-ART ontstaan via intrigerende, soms ontroerende documentaires mooie contacten tussen leerlingen en ouderen. 60

61


62

63


colofon eindredactie fotografie ontwerp druk

Maria W端st Christine van Hoorn Thonik Hub. Tonnaer B.V.


66

67



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.