Bachelor Docent beeldende kunst en vormgeving Studiegids 2013-2014
Studiegids 2013-2014
Bachelor Docent beeldende kunst en vormgeving
Studiegids 2013-2014
2
Studiegids 2013-2014
Voorwoord
Voorwoord Voor je ligt de studiegids voor de bacheloropleiding Docent beeldende kunst en vormgeving aan de Academie voor Beeldende Vorming. Vanaf dit studiejaar wordt er gewerkt met zes leerlijnen waarbinnen de verschillende vakken ingedeeld zijn. Ook is er een andere opzet van de studieloopbaanbegeleiding, de stages en het afstudeertraject. Deze gids is de bewegwijzering voor het BVO programma van 2013-2014: jouw spoorboekje. We gaan een spannend jaar tegemoet in een tijdelijke huisvesting op de Zeeburgerdijk in het dynamische stadsdeel Amsterdam Oost. Deze nieuwe omgeving en de ruimtes van het gebouw zullen ons voor nieuwe uitdagingen en mogelijkheden stellen waar we als (toekomstig) kunsteducatoren creatief mee om kunnen gaan. Ik daag jullie hiertoe uit en wens je een goed en grensverleggend studiejaar toe. Drs. M. Zierikzee Directeur a.i.
Colofon Redactie Pauline van der Pol Susan Zandbergen Fotografie Hanne Nijhuis Geert Snoeijer en anderen Vormgeving Thonik Druk, Lithografie Drukkerij Leijten, Gravemaker Prepress
Beeldredactie Wypke Jannete Walem Michiel Koelink Pauline van der Pol Uitgave www.academievoorbeeldendevorming.nl Zeeburgerdijk 112 1094 AJ Amsterdam (020) 5277220
3
4
Studiegids 2013-2014
Inhoud Voorwoord Colofon en contact
3 3
1. 1.1. 1.2.
Inleiding Algemeen E-mailadressenlijst medewerkers
8 8 10
2. 2.1. 2.2.
Praktische zaken Inschrijven en uitschrijven Faciliteiten en voorzieningen
12 12 17
3.
Opbouw van het onderwijs
22
4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4.
Studieprogramma’s en vakken Voltijd Deeltijd regulier Deeltijd verkort programma Keuzevakken
24 24 46 58 70
5. 6.
Jaarplanning Vakkenoverzicht
72 76
Bijlage Onderwijs- en examenregeling 2013-2014
81
5
6
Studiegids 2013-2014
7
8
Studiegids 2013-2014
1. Inleiding 1.1. Algemeen Beschrijving
De Academie voor Beeldende Vorming is de oudste opleiding voor beeldend onderwijs in Nederland. Deze begon in 1881 als ‘Rijks Normaalschool voor Teekenonderwijs’ in het Rijksmuseum. In 1973 werden de eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen Tehatex van elkaar gescheiden; de laatste ging door onder de naam ‘d’Witte Lelie’. In 1987 is weer gefuseerd en werd de Academie onderdeel van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten; per 2000 is de opleiding gehuisvest in een gemeentelijk monument aan het Hortusplantsoen. Twee jaar later gingen de eerste- en tweedegraads op in één ongegradeerde opleiding Docent beeldende kunst en vormgeving. De Academie is kleinschalig en heeft een persoonlijk karakter. Studenten, ongeveer 300, en medewerkers, circa 50, kennen elkaar. Door de ligging in hart van de stadsregio Amsterdam wordt er gewerkt vanuit een grootstedelijke context met een breed kunsten cultuuraanbod. Dit inspireert studenten en medewerkers en biedt vele mogelijkheden om buitenschoolse leerervaringen op te doen. Gedurende het studiejaar 2013-2014 is de Academie tijdelijk gevestigd aan de Zeeburgerdijk.
Doelstelling
De Academie voor Beeldende Vorming stelt zich ten doel vakbekwame en professionele docenten in de beeldende kunst en vormgeving op te leiden. Dit kan zowel in voltijd als met een verkort programma in deeltijd. Na het behalen van het diploma mogen afgestudeerden zich ‘Bachelor of fine arts in education’ noemen. Een docent beeldende kunst en vormgeving verzorgt onderwijs in één of meer sectoren of fases van het onderwijs (primair, voortgezet, middelbaar of hoger beroepsonderwijs) of verzorgt lessen, cursussen en projecten in de buitenschoolse kunsteducatie. Ook worden zij opgeleid om binnen de buitenschoolse kunsteducatie verschillende andere functies te vervullen.
Docent beeldende kunst en vormgeving Afgestudeerden zijn bevoegd om les te geven aan zowel de onder- als bovenbouw het voortgezet onderwijs (ongegradeerd). Momenteel is het grootste deel afgestudeerden werkzaam in het voortgezet onderwijs. Daarnaast combineren veel afgestudeerden het docentschap met het cultureel zelfstandig ondernemerschap. De Academie erkent de kracht van deze combinatie en biedt haar studenten de mogelijkheid eigen accenten te leggen in het studieprogramma. Zo kunnen zij zich specialiseren binnen de bandbreedte van het werkveld. Om deze tendens te illustreren: sommige studenten willen zich later liever ‘kunsteducator’ noemen dan docent beeldende kunst en vormgeving.
De organisatie
De bacheloropleiding Docent beeldende kunst en vormgeving wordt verzorgd door de Academie voor Beeldende Vorming (intern ook afgekort als BVO), één van de zes faculteiten van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK). Het bestuur van de Academie voor Beeldende Vorming berust bij de AHK. Het dagelijks bestuur van de Academie voor Beeldende Vorming is in handen van de faculteitsdirecteur a.i., Mathilde Zierikzee; zij wordt hierin ondersteund door een manager onderwijs a.i. In het bestuursreglement van de AHK zijn de verantwoordelijkheden van de faculteitsdirecteur ten opzichte van het College van Bestuur vastgelegd. De faculteitsdirecteur is primair verantwoordelijk voor de onderwijsinhoud en voor het beheer van de academie. De faculteitsdirecteur neemt in samenspraak met de manager onderwijs en docenten beslissingen over onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering. De adviezen van de werkveldcommissie, de faculteitsraad, de commissie internationalisering en de curriculumcommissie worden hierin meegenomen.
9
10
Studiegids 2013-2014
1.2. E-mailadressenlijst medewerkers Ammerlaan, G.A.M. trudy.ammerlaan@ahk.nl
Hagen, T.A. timon.hagen@ahk.nl
Arendonk, R. van ruth.van arendonk@ahk.nl
Heijnen, E.J.M.G. emiel.heijnen@ahk.nl
Bartels, J.J.M. hans.bartels@ahk.nl
Heine, M.A.W. marijke.heine@ahk.nl
Berg, J.D. van den jan-derk.vandenberg@ahk.nl
Heus, A.M.P. de angelique.deheus@ahk.nl
Bruggencate, A.J.A ten anna.tenbruggencate@ahk.nl
Hmitach, E. elayachi.hmitach@ahk.nl
Bruun, P. peter.bruun@ahk.nl
Hoff, H.W.G. van der herman.vanderhoff@ahk.nl
Burg, J.J. van der jan.vanderburg@ahk.nl
Hom, J.M. ans.hom@ahk.nl
Christern, C. claudia.christern@ahk.nl
Huijsse, P. paul.huijsse@ahk.nl
Crone, M.R.M. melvin.crone@ahk.nl
Janette Walen, W. wypke.jannettewalen@ahk.nl
Dam, P. peter.dam@ahk.nl
Jepkes, N.F.M. natascha.jepkes@ahk.nl
Dick, H. helmut.dick@ahk.nl
Kedde, L. lyda.kedde-jordens@ahk.nl
Dijk, H.M. van henk.vandijk@ahk.nl
Klatser, R.E. robert.klatser@ahk.nl
Duin, B. van der babette.vanderduin@ahk.nl
Koelink, M.M.FA michiel.koelink@ahk.nl
Goedman, C.M. claire.goedman@ahk.nl
Korevaar, J. jan.korevaar@ahk.nl
GrĂźnwald, I.T. ingrid.grunwald@ahk.nl
Kortland, J.E.M. hannie.kortland@ahk.nl
HabekottĂŠ, M. manon.habekotte@ahk.nl
Maarleveld, O. oskar.maarleveld@ahk.nl
E-mailadressenlijst medewerkers
Man, W. de wytske.deman@ahk.nl
Waal, I.E. de isolde.dewaal@ahk.nl
Meerman, H. herman.meerman@ahk.nl
Waal, M. de marijke.dewaal@ahk.nl
Meijer, J.B. bastiaan.meijer@ahk.nl
Werkhoven, J.C.M. joke.werkhoven@ahk.nl
Meijer, P.J.G.M. paul.meijer@ahk.nl
Wichards, H.M.C. marielle.wichards@ahk.nl
Moorrees, C.W. lot.moorrees@ahk.nl
Witte, G. gerard.witte@ahk.nl
Oude Alink, K.J.M. karen.oudealink@ahk.nl
Zandbergen, S. susan.zandbergen@ahk.nl
Pol, van der P. pauline.vanderpol@ahk.nl
Zierikzee, M. mathilde.zierikzee@ahk.nl
Pupping, M.A. marco.pupping@ahk.nl Röttgering, E. erik.rottgering@ahk.nl Sandriman, J.C janet.sandriman@ahk.nl Schaafsma, S. sjouke.schaafsma@ahk.nl Schaik, A.M. van jeannette.vanschaik@ahk.nl Schijndel, M.H.P.A. van rianne.vanschijndel@ahk.nl Schut, M.A.L. mieke.schut@ahk.nl Scuderoni, B.D.M. bruno.scuderoni@ahk.nl Streefkerk, C.H. kees.streefkerk@ahk.nl Verweij, P.B. pieter.verweij@ahk.nl Vroegindeweij, L.J. leo.vroegindeweij@ahk.nl
11
12
Studiegids 2013-2014
2. Praktische zaken 2.1. Inschrijven en uitschrijven Toelating
Op de opleiding Docent beeldende kunst en vormgeving zijn de reguliere ingangseisen voor een hbo-bacheloropleiding van toepassing. Een student moet minimaal een havo- of vwodiploma hebben of een mbo-diploma op niveau 4. Er worden geen eisen gesteld aan het profiel of vakkenpakket. Naast de algemene vooropleidingseisen hanteert binnen het kunstvakonderwijs een toelatingsexamen waarbij geschat wordt of een kandidaat voldoende competenties bezit om de opleiding te kunnen volgen. Een toelatingscommissie beoordeelt het reflectief vermogen en de artistieke aanleg, die blijken uit beeldend vermogen (werken vanuit waarneming en vanuit fantasie), gevoel voor kleur, vorm, materiaal en oorspronkelijkheid en eigenzinnigheid. Hiervoor levert een kandidaat uiterlijk twee weken voorafgaand aan de toelating, het portfolio in. Op basis hiervan vindt de eerste selectie plaats. Na een voldoende beoordeling van het portfolio wordt de kandidaat uitgenodigd voor de formele toelating. Die bestaat uit een individuele opdracht, een gesprek met de toelatingscommissie en een groepsopdracht. Het besluit tot toelating wordt in eerste instantie bepaald door het gesprek met de toelatingscommissie en de kwaliteit van de individuele opdracht. Als er twijfels zijn, wordt ook de bijdrage van de student aan de groepsopdracht meegewogen om tot het uiteindelijke eindoordeel met betrekking tot de toelating te komen. Kandidaten die 21 jaar of ouder zijn en niet een van de genoemde diploma’s bezitten, kunnen een speciale toelatingstoets afleggen. Deze test wordt eind mei / begin juni, voorafgaand aan het volgende collegejaar, afgenomen. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met het onderwijsbureau.
Aanmelding en inschrijving
Aanmelden en inschrijven voor de bacheloropleiding Docent beeldende kunst en vormgeving verloopt via Studielink. Als de persoons- en vooropleidinggegevens door Studielink geverifieerd en in orde zijn bevonden, kan de AHK een kandidaat definitief inschrijven en verstuurt daarvoor de benodigde formulieren plus een incassomachtiging voor het collegegeld. Een student is pas ingeschreven als aan alle voorwaarden is voldaan en de betaling van het collegegeld in orde is.
Bureau Inschrijving
Medewerkers van Bureau Inschrijving (zie www.studentenzaken.ahk.nl) informeren studenten van alle AHK faculteiten onder andere over de betaling van collegegelden, de jaarlijkse inschrijving, de uitschrijving van studenten en restitutie van collegegelden. Tijdens de bezoekuren (op werkdagen tussen 13.00 en 16.00 uur) kunnen studenten terecht bij de balie van Bureau Inschrijving aan de Jodenbreestraat 3, Amsterdam. Bureau Inschrijving is ook bereikbaar via het mailadres bi@ahk.nl of telefoonnummer (020) 5277734.
Studiefinanciering
Aanvragen van studiefinanciering kan via Studielink. Als de aanvraag op tijd binnen is, zal de ov-studentenkaart bij de start van het studiejaar beschikbaar zijn. Kijk voor meer informatie op de webadressen www.duo.nl en info.studielink.nl.
Inschrijven en uitschrijven
Herinschrijving
Voordat een nieuw collegejaar begint moet een student zich opnieuw inschrijven via Studielink. Bureau Inschrijving stuurt alle studenten een bericht als de (her)inschrijving start. Zittende, ingeschreven studenten van de AHK ontvangen van Bureau Inschrijving per e-mail een gepersonaliseerd betalingsformulier (machtiging) voor het nieuwe collegejaar. Controleer of de gegevens op het betalingsformulier kloppen en geef aan hoe het collegegeld betaald wordt. Het formulier moet per post, v贸贸r 15 juli, naar Bureau Inschrijving gestuurd worden. Formulieren die per e-mail worden geretourneerd, kunnen niet behandeld worden. Ook bij herinschrijving moet de betaling van het collegegeld voor de start van het collegejaar rond zijn. Studenten die geen formulier ontvingen en wel verder gaan met de studie, moeten contact opnemen met Bureau Inschrijving, telefoonnummer (020) 527 7734 of webadres www.ahk.nl/voorzieningen/ studentenzaken.
Tussentijds uitschrijven
Studenten die in de loop van een studiejaar willen stoppen met de studie moeten eerst contact opnemen met de decaan. In overleg wordt gekeken of de student voor teruggave van betaald collegegeld in aanmerking komt.
13
14
Studiegids 2013-2014
Collegekaart
Bij de start van het studiejaar ontvang je, als de betaling van het collegegeld afgerond is, een (nieuwe) collegekaart als bewijs van inschrijving. De collegekaart is een persoonlijke pas waarmee de student toegang heeft tot het gebouw en kan kopiëren en printen. Tijdens tentamens moet je je hiermee kunnen legitimeren. Als je eind september nog geen collegekaart hebt, neem je contact op met het onderwijsbureau.
Collegegeld
Het wettelijk collegegeld wordt jaarlijks vastgesteld door het Ministerie van OCW. Voor 20132014 bedraagt het collegegeld € 1.835,–. Kijk voor meer informatie over het collegegeld en andere geldzaken op het webadres www.ahk.nl/voorzieningen/studentenzaken.
Overige kosten
Iedere student moet in het bezit zijn van een Museumkaart die geldig is vanaf 1 september. Naast het wettelijke collegegeld wordt er een bijdrage aan leermiddelen gerekend van € 75,– voor deeltijdstudenten (verkort), € 100,– voor deeltijdstudenten (regulier) en € 140,– voor voltijdstudenten. Verder zijn er kosten voor materialen voor de beeldende vakken, boeken, museumjaarkaart en de studiereizen. Voltijdstudenten maken elk studiejaar een buitenlandse studiereis; reken op een bedrag van circa € 350,– per reis. Inbegrepen in dit bedrag zijn de reis, het verblijf op een meerpersoons kamer op basis van logies en ontbijt, reisverzekering, entreegelden, ontvangsten en rondleidingen. In verband met de groepsreserveringen en ook in verband met het karakter van de studiereis is het niet mogelijk om de studiereis (deels) individueel te organiseren. Je moet verder rekenen op jaarlijkse kosten voor de aanschaf van literatuur en onderwijsmaterialen.
15
16
Studiegids 2013-2014
Faciliteiten en voorzieningen
2.2 Faciliteiten en voorzieningen Onderwijsbureau
Voor informatie over onderwerpen zoals cijfers, inschrijvingen voor toetsen en herkansingen, keuzevakken, studiereizen, afstuderen, financiën et cetera kun je terecht bij het onderwijsbureau (bvo-onderwijsbureau@ahk.nl) in lokaal 1.19 op de eerste etage. De openingstijden tijdens werkdagen zijn van 11.00 tot 13.00 uur; op die tijden is het bureau ook telefonisch bereikbaar op de nummers (020) 5277207 of 5277238.
Studentendecaan
De studentendecaan, Timon Hagen, adviseert studenten met praktische vragen en specifieke persoonlijke omstandigheden. Deze adviezen worden uitgebracht aan de faculteitsdirectie, bijvoorbeeld in geval van Bindend Studie Advies, of aan de Examencommissie zoals bij een aanvraag voor een aangepast studietraject.
Examencommissie
De Examencommissie van de Academie bestaat uit 4 leden -Hannie Kortland, Claire Goedman (voorzitter), Lot Moorrees en Maria Wüst (extern lid)- en een secretaris Susan Zandbergen (zonder stemrecht). De Examencommissie is bereikbaar via bvo-examencommissie@ahk.nl. De Examencommissie is gehouden aan de bepalingen uit de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek.
Vertrouwenspersoon
In de klachtenregeling ongewenste intimiteiten staat wat je kunt doen als je je te maken krijgt met seksuele intimidatie in de vorm van onderhuidse toespelingen, onaangenaam taalgebruik of handtastelijkheden. Binnen de AHK zijn er verschillende vertrouwenspersonen die advies geven. Zij kunnen je helpen bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie inzake ongewenste intimiteiten. De commissie kan bij een gegrond bevonden klacht aan het College van Bestuur sancties adviseren. De vertrouwenspersonen functioneren als onafhankelijk aanspreekpunt en werken onder strikte geheimhouding. Als je liever spreekt met iemand die niet verbonden is aan de AHK, kun je contact opnemen met de vertrouwenspersoon bij de arbodienst HumanCapitalCare of de Landelijke Klachtencommissie HBO.
Commissie Internationalisering
In het curriculum bestaat de mogelijkheid om in het buitenland stage te lopen en zijn er projecten die in samenwerking met buitenlandse organisaties. Studenten worden door de werkgroep Internationalisering, bestaande uit de docenten Lot Moorrees, Hannie Kortland en Ans Hom, begeleid bij de inhoudelijke invulling van het studieprogramma in het buitenland.
Bibliotheek
De bibliotheek (bvo-mediatheek@ahk.nl) bevindt zich op de eerste etage in lokaal 102. Via de website en catalogus op intranet vind je de openingstijden en kun je de collectie videobanden, dvd’s, tijdschriften, boeken en catalogi van andere AHK faculteiten en landelijke databanken raadplegen. Videobanden, dvd’s en cd-rom’s kun je terplekke bekijken. Er is een
17
18
Studiegids 2013-2014
leestafel met dagbladen blad en (vak) tijdschriften. Verder zijn er studieplaatsen met computers, onder andere met Kurzweil software, werkplekken om met je eigen laptop te kunnen werken, een printer, scanner en kopieermachine. Alle studenten en medewerkers kunnen gebruik maken van de faciliteiten op vertoon van de collegekaart of medewerkerspas. De uitleentermijn is vier weken met de mogelijkheid tot verlengen.
Toegang tot het gebouw, projectruimten en kantine
Aan het begin van het studiejaar ontvangt iedere student een collegekaart; medewerkers gebruiken een medewerkerspas. Hiermee heb je toegang tot het gebouw tijdens de openingstijden: op werkdagen van 08.00 tot 18.00 uur en dinsdag, woensdag en donderdag tot 22.00 uur. Voor iedere student is er een persoonlijk kluisje. Buiten de openingstijden kan er niet zonder meer gewerkt worden in de vaklokalen of werkplaatsen. Alleen de directie kan, in overleg met de docent, uitzonderingen maken. Voor het werken in projectgroepen zijn projectruimten zijn ingericht; bij de receptie kun je een ruimte reserveren. Tussen 8.30 en 9.00 uur en tijdens de pauzes zijn er in de kantine koffie, thee, frisdrank, broodjes, soep, snacks en dergelijke verkrijgbaar. Betalen doe je met je (college)kaart.
19
20
Studiegids 2013-2014
Winkel
Readers en alle basismaterialen die nodig zijn voor de beeldende vakken, zoals papier, verf, houtskool en klei, kun je tegen gereduceerde prijzen aanschaffen in de winkel op de eerste etage. Je betaalt met knipkaarten van ₏ 15,– die verkrijgbaar zijn in de kantine en in een automaat. Nota bene, de openingstijden zijn beperkt: van 8.30 tot 9.00 uur en tussen 12.30 en 13.00 uur.
Werkplaatsen
Er zijn werkplaatsen voor hout, metaal, keramiek, kunststof, grafiek, gips en flexibele materialen. Studenten krijgen hier groepsinstructies over basisvaardigheden en de instructeurs zorgen voor technische ondersteuning. Je kunt werk op groot formaat printen. Voor het vak 4D is er naast een computer lokaal met Apple computers, een AV-fotostudio en foto-, video- en audioapparatuur. Om apparatuur te kunnen lenen, dien je in bezit te zijn van een WA-verzekering. Studenten worden geacht zelf zorg te dragen voor hun spullen en materialen. Gebruik je locker voor persoonlijke bezittingen en berg je werkstukken op; werk zonder naam- en datumlabel wordt weggegooid. Zonder toestemming mag geen materiaal zoals hout of steen van buiten de school worden meegebracht. Gebruikte waterpotten maak je volgens instructie leeg en gooi je weg in de spoelbakken. Kleine hoeveelheden vloeibaar verfafval gooi je in de speciale verfafvalbak; gebruik nooit de afvoer van gootsteen of wc. Oplosmiddelen op olie- of terpentinebasis gooi je alleen weg alleen in overleg met instructeur of huismeester. De lokalen moeten na de les worden opgeruimd en gangen en trappen mogen in verband met de veiligheid niet als werkruimte worden gebruikt; er moet altijd vrije doorgang zijn. De openingstijden van de werkplaatsen zijn van 9.00-16.15 uur en op dinsdag- en donderdagavond van 18.45-22.00 uur.
Draadloos netwerk, intranet (MyAHK) en Blackboard
Er wordt van alle studenten verwacht dat ze bij de start van hun studie beschikken over een laptop met ook een eigen externe harde schijf. In het gebouw is een draadloos netwerk met internettoegang. De handleiding voor netwerkverbinding staat op het webadres www.ahk.nl/ voorzieningen. Aan het begin van het studiejaar ontvangen nieuwe studenten een persoonlijke inlognaam en wachtwoord om het intranet, MyAHK te bereiken; ze krijgen ook 2 GB aan opslagruimte. Dit e-mailadres is het enige adres dat gebruikt wordt voor organisatorische emailcommunicatie tussen studenten, (gast)docenten en medewerkers. Nadat je ingelogd bent, vindt je op MyAHK mededelingen, actuele nieuwsfeiten, roosters en dergelijke. De meeste informatie betreft de Academie maar ook faculteitsoverstijgende berichten. Via intranet is de digitale leeromgeving Blackboard bereikbaar voor studenten en medewerkers: hierop staan alle specifieke mededelingen en documenten voor studieonderdelen. Verder biedt Blackboard mogelijkheden om als groep bestanden uit te wisselen en digitaal je werk in te leveren.
Huisregels
Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van studenten en medewerkers om van de Academie voor Beeldende Vorming een plezierige en veilige leer- en werkomgeving te maken. Deze huisregels zijn gebaseerd op het Studentenstatuut van de AHK, op de cao-hbo en op overheidsvoorschriften (brandweervoorschriften, arbo- en milieuwetgeving).
Schade en aansprakelijkheid
De directie neemt geen verantwoordelijkheid voor vermissing, diefstal of beschadiging van persoonlijke eigendommen in de gebouwen van de AHK. Schade die is toegebracht aan het gebouw, lokaal of apparatuur moet worden gemeld bij de facilitair beheerder, huismeesterij en/ of receptie. De Academie voor Beeldende Vorming is niet verzekerd tegen schade die ontstaat door nalatigheid en verwijtbaar gedrag van studenten of medewerkers. Eventuele kosten worden verhaald op degene die aansprakelijk is gesteld.
Faciliteiten en voorzieningen
21
22
Studiegids 2013-2014
3. Opbouw van het onderwijs Authentiek leren
Het didactisch concept aan de Academie voor Beeldende Vorming is het ‘authentiek leren’. Het betekent dat het onderwijs zoveel mogelijk de vorm krijgt van complete leertaken en probleemstellingen, afgeleid uit het toekomstig werkveld. Studenten worden uitgedaagd actief te participeren, samenwerking aan te gaan en kritisch te reflecteren op het leerproces. Je leert dus door te doen. Authentiek leren leidt op de Academie voor Beeldende Vorming tot onderwijs waarin: • kennis wordt geconstrueerd in complete en complexe taaksituaties; • het leren is gericht op de leefwereld van de student; • het leren relevant is voor situaties buiten de academie; • communicatie en samenwerking een belangrijke rol spelen bij het leren.
Beroepsprofiel
Het beroep docent in de beeldende kunst en vormgeving bestaat uit het verzorgen van onderwijs in het reguliere onderwijs of het verzorgen van lessen, cursussen en projecten in de buitenschoolse kunsteducatie. Daarbij begeleidt de docent leerlingen en cursisten bij het maken van autonome of toegepaste beeldende kunst en leert hen om kritisch en beschouwend met kunst en cultuur om te gaan. De docent stelt curricula samen en ontwerpt lesprogramma’s, modules, cursussen en lesmaterialen. De Academie heeft tot doel om vakbekwame docenten in de beeldende kunst en vormgeving op te leiden die ontwikkelingen in de kunsten en het onderwijs kritisch volgen en in verband brengen met culturele en maatschappelijke ontwikkelingen. Ze leggen verbanden met interdisciplinaire ontwikkelingen in het kunstonderwijs, vooral met muziek, dans en theater. Inspiratie voor de uitoefening van hun vak ontlenen ze aan de eigen ervaring met het maken van beeldende kunst. Daarbij maken ze gebruik van actuele pedagogische en didactische kennis. Om dit doel te bereiken werkt de Academie aan het creëren van een groter algemeen besef van de (historische) waarde van kunst en cultuur. Zij biedt een inspirerende leer- en werkomgeving waar studenten, docenten, kunstenaars en mensen uit het beroepsveld elkaar ontmoeten om ideeën, kennis en inzichten uit te wisselen. De academie wil zoveel mogelijk recht doen aan de diversiteit van onderwijs, kunst en cultuur in een multiculturele samenleving en aan de culturele diversiteit van de studenten.
Eindtermen
De eindtermen van de bacheloropleiding Docent beeldende kunst en vormgeving staan beschreven in de programmaomschrijving per vak. Deze competenties zijn ontleend aan het opleidingsprofiel (2002) en aangepast aan de kennisbasis Docent beeldende kunst en vormgeving (2012), vastgesteld door de Vereniging Hogescholen en gevalideerd binnen het hbo-netwerk kunstvakdocentenopleidingen (KVDO). Daarin staat over welke kennis en vaardigheden een gediplomeerd docent in de kunstvakken moet beschikken. Een professional in het kunstonderwijs moet aan het einde van de opleiding beschikken over de volgende kerncompetenties op het beoogde niveau: • Kritische reflectie en ontwikkeling • Artistiek • Pedagogisch en didactisch • Interpersoonlijk • Omgevingsgericht
Opbouw van het onderwijs
Leerlijnen
Het studieprogramma van de Academie voor Beeldende Vorming is ondergebracht in de onderstaande leerlijnen: • Beeldende leerlijn • Didactische leerlijn • Kunsttheoretische leerlijn • Leerlijn verbinding & omgeving • Leerlijn vrije studieruimte • Leerlijn studieloopbaan De leerlijnen 4 t/m 6 zorgen ervoor dat je de regie over je eigen studieloopbaan leert vormgeven vanuit een interdisciplinaire benadering en persoonlijke coaching door een studieloopbaanbegeleider gekoppeld aan intervisie met jaargenoten. De competenties die je ontwikkelt tijdens de leerlijnen worden periodiek, per onderwijseenheid, getoetst, onder meer door het voeren van assessmentgesprekken.
Studieloopbaanbegeleiding
Studieloopbaanbegeleiding, de laatste leerlijn, vormt de rode draad door het onderwijsprogramma. Voor de verschillende studiejaren krijg je een studieloopbaanbegeleider toegewezen die je zowel klassikaal als individueel ondersteunt bij het nemen van de regie over je studieloopbaan. Periodiek wordt in een assessment bekeken of je op koers ligt.
Stagecoaching
Stages zijn een belangrijk onderdeel van de opleiding. Elk jaar loop je stage in het regulier onderwijs (op een school) of, vanaf jaar 3, in de buitenschoolse kunsteducatie (bij bijvoorbeeld een museum of ander culturele organisatie). Je werkt met een stagebegeleider vanuit de instelling en een stagecoach van de Academie. De stagecoach helpt je individueel tijdens je stage en samen met studiegenoten door intervisie. Voor werkplekleren geldt hetzelfde.
Literatuur
Programmabeschrijvingen in deze studiegids en op Blackboard vermelden per vak welke literatuur aangeschaft moet worden; in een aantal gevallen betreft het syllabi of readers.
Onderwijs en Examenreglement
Het Onderwijs- en Examenreglement (OER) bevat de regels en procedures waar studenten en docenten aan zijn gehouden. Het OER voor het studiejaar 2013-2014 is een bijlage van deze studiegids.
Toetsen en beoordelen
In het OER is ook de procedure rondom het toetsen en beoordelen beschreven. De Examencommissie ziet toe op de kwaliteit hiervan. Na elk semester worden de vakken getoetst en beoordeeld. Aansluitend vinden er herkansingen plaats. De beschrijving en de toets- en beoordelingscriteria zijn bij de vakken op Blackboard te vinden.
23
24
Studiegids 2013-2014
4. Studieprogramma’s en vakken 4.1. Voltijd Propedeusefase – Voltijd Voltijd jaar 1 Het eerste, propedeutische jaar van de studie staat in het teken van verkenning en ontdekking. Je maakt kennis met de belangrijkste aspecten van het beroep van Docent beeldende kunst & vormgeving. Je gaat na of dit beroep bij je past en hoe je je verder gaat bekwamen. De Academie kan nagaan of je voldoende competent bent om de studie succesvol te vervolgen en af te ronden. In jaar 1 is de studiereis naar Venetië (Italië) onderdeel van het onderwijsprogramma. Het studiejaar is opgebouwd uit twee semesters. Hieronder vind je een overzicht van alle vakken van jaar 1. Een verdere beschrijving vind je op Blackboard.
VOLTIJD JAAR 1 – SEMESTER 1 2D 5 EC
Deze module legt de basis voor de ontwikkeling in het tweedimensionale domein. Je tekent, schildert, beoefent grafische technieken en maakt collages. Er wordt gewerkt naar de waarneming en de verbeelding en je neemt deel aan besprekingen van eigen werk en dat van klasgenoten. Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. Eindbeoordeling op basis van een mondelinge toelichting van de student en het
getoonde werk. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van beschreven criteria.
Design 5 EC
De nadruk in jaar 1 ligt op onderzoek, ideevorming/experiment en het ontwikkelen van ontwerpvaardigheden. Je maakt kennis met verschillende ontwerpmethoden die je met oefeningen en opdrachten je eigen maakt. Basisbegrippen als typografie, lay-out, doelgroep, visualisatie, materiaaltransformatie en functionaliteit komen aan de orde. Er wordt zowel twee- als driedimensionaal gewerkt, met hand- en/of computertechnieken en er wordt veel aandacht besteed aan het ontwerpproces: het maken, kijken, evalueren, denken en weer maken. Zowel je eigen werk, als dat van medestudenten en hedendaagse ontwerpers wordt onder de loep worden genomen. Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. De eindbeoordeling vindt plaats op basis van een mondelinge toelichting van de student en het getoonde werk. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van beschreven criteria.
Onderwijskunde 4 EC (bestaande uit 2 modules) Module 1: Leer- en waarnemingspsychologie Er is veel direct in stages toepasbare kennis over hoe leerlingen leren en hoe zij waarnemen. Aan het einde van deze module ben je in staat om aan de hand van psychologische theorieën analyses te maken van (kinder) tekeningen, tekenprocedures en creatieve
25
26
Studiegids 2013-2014
processen, en hieraan conclusies te verbinden voor de overdracht. Module 2: Klassenmanagement / Ontwikkelingspsychologie In deze module leer je verbanden te leggen tussen theorieën over de ontwikkeling van jongeren en wat dat betekent voor de omgang met jongeren in stages en projecten. Trainingen en workshops helpen je om ervaringsleren van Kolb en stopgedrag toe te passen. Je leert om te reflecteren op het eigen functioneren voor de klas, feedback te ontvangen en aan andere leerlingen te geven. Aan het einde van deze module kun je aan de hand van kenmerken van goed klassenmanagement een sterktezwakte analyse maken en op grond daarvan SMART persoonlijke leerdoelen formuleren. Toetsvorm Opties: Kennistoets. Dossier. Beroepsproduct. Literatuur Walter Geerts & René van Kralingen. Handboek voor leraren. Bussum, uitgeverij Couthino, 2011. ISBN: 9789046902509. Huub Nelis & Yvonne Van Sark. Puberbrein Binnenstebuiten: Wat beweegt jongeren van 10 tot 25 jaar? Utrecht/ Antwerpen, uitgeverij Kosmos, 2013. ISBN: 9789021541952.
Vakdidactiek 4 EC
Deze module is gericht op jouw rol en verantwoordelijkheden als docent. Je leert beeldende lessen ontwikkelen, je verdiept je in activerende werkvormen en je verzorgt presentaties voor een groep. Er wordt een link gelegd met de stage waarbij onder meer reflectie, klassenmanagement, het houden van een klassengesprek en het beoordelen van beeldend werk aan de orde komen. Daarnaast wordt de vaktheorie over kunsteducatie en het docentschap besproken. Toetsvorm Opties: Presentaties. Dossier.
Literatuur Walter Geerts & René van Kralingen. Handboek voor leraren. Bussum, uitgeverij Couthino, 2011. ISBN: 9789046902509. Overige materialen worden beschikbaar gesteld via Blackboard.
Kunstgeschiedenis 4 EC
Tijdens de propedeuse ontwikkel je een kennisbasis op het gebied van de kunsten cultuurgeschiedenis van de Klassieke Oudheid tot en met de Barok. De relatie van het verleden met het heden staat centraal in de hoor-, werk- en discussiecolleges en de onderzoeksopdrachten. Toetsvorm Schriftelijk. Literatuur Hugh Honour en John Fleming. Algemene Kunstgeschiedenis. Uitgeverij J.M. Meulenhoff, 2009. ISBN: 9789029066211.
Cultuurgeschiedenis 4 EC
Tijdens de propedeuse ontwikkel je een kennisbasis op het gebied van de kunsten cultuurgeschiedenis van de Klassieke Oudheid tot en met de Barok. De relatie van het verleden met het heden staat centraal in de hoor-, werk- en discussiecolleges en de onderzoeksopdrachten. Toetsvorm Schriftelijk. Literatuur Reader.
Studiereis 1 EC
Jaarlijks wordt er in de week voor de herfstvakantie een studiereis georganiseerd. Studenten van jaar 1 Voltijd en studenten van jaar 4 Voltijd reizen gezamenlijk naar Venetië in Italië. In Venetië ligt het accent op het bezoeken van de Biënnale di Venezia, een 2-jaarlijkse manifestatie van moderne kunst en van Venetië kunsthistorisch. Meestal wordt er ook een dag uitgetrokken om de Villa Rotonda in Vicenza en de Arenakapel in Padua te bezoeken.
Voltijd
Stage 5 EC (3 in semester 1, 2 in semester 2) De eerstejaars stage start in de tweede helft van semester 1 en duurt tot de tweede helft van het semester 2. De stage wordt in tweetallen uitgevoerd in de onderbouw van een middelbare school. Er is een duidelijke koppeling van de stage met de lessen op de Academie. In de vakken vakdidactiek en onderwijskunde gaat de aandacht naar de benodigde kennis en vaardigheden om beeldende lessen voor de stage te kunnen ontwikkelen en uit te voeren. Je formuleert persoonlijke leerdoelen en leervragen die besproken worden met de stagecoach van de Academie, de medestudent en de begeleider van de school. De stagehandleiding beschrijft de inhoud en omvang van de vereiste onderdelen van de stage. Tijdens de stage wordt je begeleid op de door de begeleider van de stageschool en vanuit de Academie door de stagecoach aan de hand van individuele coaching en intervisie. Toetsvorm Stageverslag. Literatuur Stagehandleiding jaar 1.
VOLTIJD JAAR 1 – SEMESTER 2 3D 5 EC
De nadruk in jaar 1 ligt op onderzoek, experiment en ideevorming. Het werken met ruimte en wat in de ruimte staat. Door het werken met massa en constructie krijgt de beeldende ontwikkeling vorm, van de verbeelding van de werkelijkheid tot het creëren van de nieuwe werkelijkheid. Het hanteren van relevante basisbegrippen komt hierbij aan de orde. Een aspect van beeldend onderzoek is leren omgaan met de relatie tussen het werk en de omgeving, het presenteren van het werk in de ruimte, de relatie van het werk in historische context. Door het bijhouden van een portfolio is het mogelijk steeds te reflecteren op je beeldende proces.
Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. De eindbeoordeling vindt plaats op basis van een mondelinge toelichting van de student en het getoonde werk. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van beschreven criteria.
4D 5 EC
4D in jaar 1 is opgebouwd uit de onderdelen Fastforward, Fotografie, Video en Installatie. Alle onderdelen en opdrachten worden geïntroduceerd aan de hand van relevante, inspirerende kunstenaars. Fastforward gaat uit van de alomtegenwoordige aanwezigheid van online media en digitale apparaten. In een serie korte opdrachten leer je van eenvoudige technieken en bestaande beelden van binnenuit te becommentariëren en te gebruiken voor eigen beeldend werk. Aan het eind van de reeks presenteer je een selectie van het gemaakte werk in een groepsexpositie. Bij Fotografie en Video concentreer je je op het werken met de camera. Je leert de wereld te bekijken en te vangen door de lens; begrippen als kader, licht en compositie zijn je belangrijkste gereedschappen. In het blok Fotografie onderzoek je op welke manieren je met fotografisch beeld een onderwerp kan verbeelden. Het blok Video is een verkenning van diverse uitingen van videokunst. Je onderzoekt tijd, spanningsbogen en de invloed van geluid op het beeld. In het laatste blok Installatie ga je ruimtelijk 4D werk maken. De toeschouwer kan in of om het werk lopen. Je werkt aan een installatie, die je presenteert op een vooraf gekozen locatie. Toetsvorm Opties: Presentatie van het gemaakte werk in de vorm van een expositie. Digitaal logboek van het proces. Reflectie op het leerproces in tekst. Beoordeling door medestudent (peer-assessment).
27
28
Studiegids 2013-2014
TechnologyLab 2 EC
TechnologyLab is een onderzoekslaboratorium waarin je workshops volgt op de grens van cultuur, wetenschap, kunst en technologie. De workshops worden gegeven door gastdocenten die actief zijn in kunst of design en vanuit hun fascinaties een blik op de toekomst werpen. Hierbij wordt vooral gekeken naar de sociale impact van de ontwikkelingen die zij onderzoeken. Om actuele ontwikkelingen op het gebied van nieuwe technologieën, concepten en materialen de academie binnen te halen, wordt er samengewerkt met kunst- en design instellingen zoals Waag Society, Mediamatic, v2, STEIM en Transnatural. Je maakt kennis met bijvoorbeeld DIY, Rapid Prototyping, Wearable Technology, e-Textiles, Online Story-telling, Next Nature, Responsive Objects en Emergent Systems. Tijdens de workshops krijg je theoretische input en werk je, al dan niet in groepen, aan beeldende opdrachten als eerste kennismaking met de desbetreffende technieken en materialen. Naast de workshops wordt gekeken naar toepassingen van nieuwe technieken en thema’s in het kunstonderwijs. Aan het eind van de workshopserie ontwikkel je met een projectgroep een thematisch lesproject waarin de opgedane kennis, ideeën en vaardigheden zijn verwerkt. Toetsvorm Opties: Digitaal logboek van het proces. Reflectie op het leerproces in tekst. Beeldende presentatie lesopzet. Presentatie lesbrief voor vo. Beoordeling door medestudent (peer-assessment) / begeleiders of expertpanel.
Kunstbeschouwing 4 EC
Tijdens de colleges kunstbeschouwing vinden gesprekken en discussies plaats over hedendaagse kunst en vormgeving in (hoofdstedelijke) musea en galerieën. Je houdt artikelen en recensies bij, reflecteert op verschillende manieren op beeldende kunst, verricht bronnenonderzoek en ontwikkelt een adequate woordenschat om constructief schriftelijk en verbaal van gedachten te wisselen. Het vak wordt verzorgd in de vorm van tentoonstellingsbezoeken, onderwijsleergesprekken, discussie- en hoorcolleges.
Toetsvorm Mondeling en schriftelijk tentamen. Literatuur Smidt, J., Zijlstra, O. Wat doet die rode vlek daar linksboven? Zwolle, Terra Lannoo, 2007. ISBN 13: 9789058977427. Online reader met teksten en beeldmateriaal.
Project Visie op de beroepspraktijk 7 EC Dit project is een grote verkenningstocht door het werkveld, waarin je kennismaakt met beroepsperspectieven van de afgestudeerde docent beeldende kunst en vormgeving. In verschillende deelprojecten ga je op expeditie naar een specifiek gebied in het werkveld en ervaar je hoe het is om de rol van docent, kunsteducator of cultureel ondernemer in te nemen. Er worden gastdocenten uitgenodigd en je gaat veelvuldig op werkbezoek. Toetsvorm Opties: Teamopdrachten waarin je opgedane ervaringen en bevindingen vormgeeft en presenteert.
Educatief project met externe opdrachtgever 4 EC Tijdens dit project werk je in een projectgroep met een aantal studenten aan een complexe ‘levensechte’ opdracht en leer je jezelf te presenteren als docent van de toekomst in woord en beeld met een eigen publicatie. Het werkproces en het resultaat worden geëvalueerd. Ook leer je tijdens dit project meer over werken in groepen, omgaan met conflicten tijdens groepswerk en groepsrollen (De Bono). Je wordt begeleid bij het projectmatig werken, bij het maken van de publicatie en bij het onderzoek naar relevante kunstwerken. Toetsvorm Dossier samenwerkingsopdrachten. Presentatie en eindbeoordeling van publicatie. Logboek van het werkproces en samenwerking.
Voltijd
Themaweek 1 EC
Tijdens de themaweek wordt beeldend werk gemaakt in ruime zin –bijvoorbeeld ook performance - en community art- geïnspireerd op een urgent maatschappelijk thema. Toetsvorm Presentatie op een minisymposium op vrijdagmiddag
Stage
Zie beschrijving op pagina 27.
Differentiatiefase – Voltijd Voltijd jaar 2 Een deel van het programma van jaar 2 is voor alle studenten gelijk maar er zijn keuzemogelijkheden die aansluiten op je eigen interesses en mogelijkheden. De studiereis naar Berlijn (Duitsland) is in jaar 2 onderdeel van kunst- en cultuurgeschiedenis. Het studiejaar is opgebouwd uit twee semesters. Hieronder vind je een overzicht van alle vakken van jaar 2. Een verdere beschrijving vind je op Blackboard.
VOLTIJD JAAR 2 – SEMESTER 1 Keuzemedium 2D, 3D of 4D Je maakt een keuze voor één van de vier beeldende vakken.
Keuzemedium 2D 7 EC
De student ontwikkelt zich verder in het tweedimensionale domein. Je werkt met teken- en schildermaterialen eventueel in combinatie met nieuwe media. Er wordt gewerkt naar de waarneming en de verbeelding. Je neemt deel aan besprekingen van eigen werk en dat van klasgenoten.
Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. De eindbeoordeling vindt plaats op basis van een mondelinge toelichting van de student en het getoonde werk. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van beschreven criteria.
Keuzemedium 3D 7 EC
Driedimensionaal vormt in jaar 2 een continuering van de beeldende ontwikkeling. In dit studiejaar worden vooral opdrachten gegeven naar aanleiding van een thema of onderwerp, waarbij het voorstellingsvermogen van de student een grotere rol krijgt dan in het eerste studiejaar. Daarbij wordt de ontwikkeling van de technische en vormgevende vaardigheden vergroot en gespecificeerd. Een aspect van beeldend onderzoek is leren omgaan met de relatie tussen het werk en de omgeving, het presenteren van het werk in de ruimte, de relatie van het werk in historische context. Door het bijhouden van een portfolio is het mogelijk steeds te reflecteren op je beeldende proces. Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. De eindbeoordeling vindt plaats op basis van een mondelinge toelichting van de student en het getoonde werk. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van beschreven criteria.
Keuzemedium 4D 7 EC
4D in jaar 2 is opgebouwd uit de blokken Fotografie, Video en Multimediaal Project. Los daarvan wordt een aantal korte opdrachten gegeven waarbij je in aanraking komt met andere media en concepten. In het blok Fotografie onderzoek je een eigen onderwerp dat je in een reeks wekelijkse opdrachten vanuit verschillende visies en invalshoeken in beeld brengt. Je eindigt met een serie, boek of ander fotografisch
29
30
Studiegids 2013-2014
product waarin jouw visie op het onderwerp besloten ligt. Het blok Video is gericht op één langere videoopdracht. In een productieteam werk je met klasgenoten aan de ingrediënten (script, beeld en geluid) voor een korte film. Met het materiaal maken de groepsleden een montage. In het blok Multimediaal Project kies je voor het medium waarin je wilt werken, voor de presentatievorm en sta jij inhoudelijk aan het roer. Toetsvorm Opties: Presentatie van het gemaakte werk in de vorm van een expositie. Digitaal logboek van het proces. Reflectie op het leerproces in tekst. Beoordeling door medestudent (peer-assessment).
Design 7 EC
In jaar 2 wordt op beeldend en technisch vlak een vervolg gegeven aan de basiskennis die in jaar 1 is opgedaan. De nadruk ligt nu meer op het volledig fabriceren van een product. Er wordt zowel twee- als driedimensionaal gewerkt. Computerprogramma’s kunnen worden ingezet ter ondersteuning van de visualisatie en productie. Er bestaat de mogelijkheid om opdrachten te verbinden aan relevante ontwerpwedstrijden. Formuleren van een eigen ontwerpvraag, het proces starten en in beweging houden. Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. De eindbeoordeling vindt plaats op basis van een mondelinge toelichting van de student en het getoonde werk. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van beschreven criteria.
Vakdidactiek 4 EC (2 modules) Onderwijsvisies/ Didactiek van beeldendeen theorielessen Bij vakdidactiek staan de didactische visie en consequenties daarvan voor de onderwijs-
organisatie centraal. De geschiedenis van de beeldende vorming en verschillende onderwijskundige visies worden besproken. Je leert een goede lesopzet te maken en maakt kennis met leerlijnen voor de beeldende vorming. Toetsen en beoordelen / Differentiatie Het formuleren van doelstellingen en lesopzetten wordt gekoppeld aan criteria en toetsvormen. Je maakt een theorietoets en antwoordmodel voor het vmbo en ontwikkelt een rubric (tabel) voor een beeldende praktijkopdracht. Daarnaast komen verschillende aspecten van verschillen tussen leerlingen aan de orde zoals leer- en functiestoornissen maar ook culturele en sociale verschillen. Toetsvorm Opties: Presentaties. Peer-assessment. Dossier. Beroepsproduct(en). Literatuur Walter Geerts & René van Kralingen. Handboek voor leraren. Bussum, uitgeverij Couthino, 2011. ISBN: 9789046902509. Overige materialen via Blackboard.
Stage 6 EC (3 in semester 1, 3 in semester 2) De tweedejaars stage wordt vanaf de tweede helft van semester 1 bij voorkeur in tweetallen uitgevoerd in het vmbo. Leren lesgeven leer je voor een groot deel in de praktijk maar er is een duidelijke koppeling met de lessen vakdidactiek en psychologie waardoor je kennis en vaardigheden krijgt om de stagelessen te ontwikkelen. Je formuleert persoonlijke leerdoelen en leervragen die besproken worden met de stagebegeleider, medestudent en begeleider op school. Aan de hand van je ervaringen benoem je thema’s voor de leerroute tijdens de volgende stages. De stage-uitvoering (100 uur) gedurende 22-24 dagen bestaat uit: 1. Observeren (minimaal 6 uur) 2. Opereren als assistent-docent (circa 20 uur) 3. Opereren als docent (minimaal 20 uur) 4. Voor- en nawerk (circa 35 uur) 5. Intervisie op terugkomdagen (circa 18 uur)
Voltijd
Toetsvorm Stageverslag. Literatuur Stagehandleiding.
Kunstgeschiedenis 4 EC
Tijdens het tweede jaar ontwikkel je de kennisbasis door op het gebied van de kunst- en cultuurgeschiedenis van de 18e tot en met de 20ste eeuw. De relatie van het verleden met het heden staat centraal in de hoor-, werk- en discussiecolleges en de onderzoeksopdrachten. Toetsvorm Schriftelijk. Literatuur Hugh Honour en John Fleming. Algemene Kunstgeschiedenis. Uitgeverij J.M. Meulenhoff, 2009. ISBN: 9789029066211.
Cultuurgeschiedenis 4 EC
Tijdens het tweede jaar ontwikkel je de kennisbasis door op het gebied van de kunst- en cultuurgeschiedenis van de 18e tot en met de 20ste eeuw. De relatie van het verleden met het heden staat centraal in de hoor-, werk- en discussiecolleges en de onderzoeksopdrachten. Toetsvorm Schriftelijk. Literatuur Reader via Blackboard.
Keuzevakken 2 EC
Er zijn vier opties per semester; elke bijeenkomst duurt 2,5 uur (van 18.30 tot 21.00 uur). De beschrijvingen staan op pagina 70. Inschrijven via Blackboard.
Studiereis 1 EC
In jaar 2 ga je op studiereis naar Berlijn in Duitsland. Deze studiereis is een onderdeel van kunst- en cultuurgeschiedenis.
VOLTIJD JAAR 2 – SEMESTER 2 TechnologyLab 2 EC
TechnologyLab is een onderzoekslaboratorium waarin je workshops volgt op de grens van cultuur, wetenschap, kunst en technologie. De workshops worden gegeven door gastdocenten die actief zijn in kunst of design en vanuit hun fascinaties een blik op de toekomst werpen. Hierbij wordt vooral gekeken naar de sociale impact van de ontwikkelingen die zij onderzoeken. Om actuele ontwikkelingen op het gebied van nieuwe technologieën, concepten en materialen de academie binnen te halen, wordt er samengewerkt met kunst en design instellingen zoals Waag Society, Mediamatic, v2_, STEIM en Transnatural. Je maakt kennis met bijvoorbeeld DIY, Rapid Prototyping, Wearable Technology, e-Textiles, Online Story-telling, Next Nature, Responsive Objects en Emergent Systems. Tijdens de workshops krijg je theoretische input en werk je, al dan niet in groepen, aan beeldende opdrachten als eerste kennismaking met de desbetreffende technieken en materialen. Naast de workshops wordt gekeken naar toepassingen van deze nieuwe technieken en thema’s in het kunstonderwijs. Aan het eind van de workshopserie ontwikkel je met een projectgroep een thematisch lesproject waarin de opgedane kennis, ideeën en vaardigheden zijn verwerkt. Toetsvorm Opties: Digitaal logboek van het proces. Reflectie op het leerproces in tekst. Beeldende presentatie lesopzet. Presentatie lesbrief voor vo. Beoordeling door medestudent (peer-assessment). Beoordeling van de lesopzet door presentatie door begeleiders en/of experts panel.
Keuzemedium 2D, 3D of 4D 7 (1 keuze voor 7 EC) Zie beschrijvingen semester 1 op pagina 29.
31
32
Studiegids 2013-2014
Onderwijskunde 4 EC (2 modules) Module 1: Leerstijlen, Sociale Psychologie In een klas zitten altijd leerlingen met verschillende leerstijlen en sociale achtergronden. Daarom moet de docent in staat zijn te variëren en differentiëren. Aan het einde van deze module kun je kenmerken van straatcultuurgedrag benoemen en verschillende aanpakken zoals ‘judo’ onderscheiden en toepassen in conflictsituaties. Je kunt werken met de kernkwadranten van Ofman. Je kunt je eigen gedrag analyseren aan de hand van videofragmenten op onder meer stopgedrag en de congruentie tussen verbaal en non-verbaal gedrag (De Roos van Leary). Module 2: Toetsen en beoordelen, Interculturele Leerlingbegeleiding In deze module worden test- en assessmentcultuur, traditionele en authentieke toetsvormen vergeleken en in verband gebracht met de stagepraktijk. Sommige leerlingen hebben extra aandacht nodig omdat zij leeren/of gedragsstoornissen vertonen. Aan het einde van de module ben je in staat om betrouwbare en valide toetsen te maken en om leerlingen feedback te geven op hun beeldende werk. Je kunt goed onder andere slecht nieuws gesprekken voeren met leerlingen en je kunt signaleren en verwijzen naar professionele zorginstanties. Toetsvorm Opties: Kennistoets. Dossier. Beroepsproduct. Literatuur Walter Geerts & René van Kralingen. Handboek voor leraren. Bussum, uitgeverij Couthino, 2011. ISBN: 9789046902509. Tijdschrift ‘Cultuur + Educatie’, nr. 31; download van http://www.lkca.nl/onderzoek Dochy, Filip. & Janssens, Steven. Evaluatie en assessment. In N. Verloop & J. Lowyck (Ed.), Onderwijskunde (p.374-411). Groningen, Uitgeverij Wolters Noordhoff, 2003. Hans Kaldenbach. Respect! 99 Tips voor het omgaan met jongeren in de straatcultuur. Amsterdam, uitgeverij Prometheus, 2004. ISBN: 9044607065.
Kunstbeschouwing 4 EC
Tijdens de colleges kunstbeschouwing vinden gesprekken en discussies plaats over de hedendaagse kunsten als literatuur, theater, muziek, dans en beeldende kunst. Je houdt artikelen en recensies bij, reflecteert op uiteenlopende manieren op de verschillende kunstdisciplines, verricht bronnenonderzoek en ontwikkelt een adequate woordenschat om constructief over de inhoud en vorm, schriftelijk en verbaal, van gedachten te wisselen. Het vak wordt verzorgd in de vorm van onderwijsleergesprekken, discussie- en hoorcollege. Daarnaast worden verschillende podia bezocht voor concerten, dans-, theaterbezoek. Toetsvorm Mondeling en schriftelijk. Literatuur Van den Braembussche, A.A..Denken over kunst, Bussum, Uitgeverij Coutinho, 2007. ISBN: 9789046900093. Online reader met teksten en beeldmateriaal.
Educatief project met externe opdrachtgever 4 EC Met een groep studenten ga je een project ontwerpen voor het primair onderwijs. Op basis van het gekozen thema uit de kunst (geschiedenis) wordt door de begeleidende docenten en/of een gastdocent, een inleiding gehouden. Hierna ga je het thema verder onderzoeken en uitwerken. Je maakt met elkaar een projectvoorstel voor het primair onderwijs, waarin zowel theorie als praktijk opgenomen is. Het project voer je op de school uit na overleg met de leerkracht. De lesopzet van het project wordt aantrekkelijk en doelmatig vormgegeven ingeleverd. Omdat dit een interdisciplinair project is, komen ook de begeleidende docenten uit de verschillende leergebieden. Omdat je moet samenwerken met medestudenten en de leerkracht van de school, is dit een belangrijk onderdeel tijdens de evaluatie. Toetsvorm Opties: Beroepsproduct: docentenhandleiding projectopzet (inclusief lesbrief leerlingen,
Voltijd
documentatiemateriaal theorie en evaluatie voor de leerlingen). Presentatie aan medestudenten en begeleiders. Logboek en evaluatie samenwerking zijn onderdeel van de eindevaluatie c.q. het eindgesprek met de begeleider.
Keuzevakken 2 EC
Literatuur Achtergrondmateriaal bij het gekozen thema.
Themaweek 1 EC
Educatie en beleid 1 EC
Er zijn vier opties per semester; elke bijeenkomst duurt 2,5 uur (van 18.30 tot 21.00 uur). De beschrijvingen staan op pagina 70. Inschrijven via Blackboard.
Tijdens de themaweek wordt beeldend werk gemaakt in ruime zin –bijvoorbeeld ook performance - en community art- geïnspireerd op een urgent maatschappelijk thema.
Tijdens het vak educatie en beleid leer je meer over de context van de kunsteducatie. Verschillende gastsprekers uit het veld zullen recente ontwikkeling in en rondom de kunsteducatie belichten.
Toetsvorm Presentatie op een minisymposium op vrijdagmiddag.
Toetsvorm Verslag (reflectie).
Zie beschrijving op pagina 30.
Stage
33
34
Studiegids 2013-2014
35
36
Studiegids 2013-2014
37
38
Studiegids 2013-2014
Differentatiefase –Voltijd –V oltijd jaar 3 In het derde jaar van de opleiding ga je steeds meer zelfstandig aan de slag. Keuzevakken (zie pag. 70) maken het mogelijk om je eigen interesses te volgen en te onderzoeken. De studiereis naar Istanbul (Turkije) in jaar 3 is onderdeel van CKV. Hieronder vind je een overzicht van alle vakken van de twee semesters van jaar 3. Een verdere beschrijving vind je op Blackboard.
VOLTIJD JAAR 3 – SEMESTER 1 Keuzemedium 2D, 3D, 4D of Design Je maakt een keuze voor één van de vier beeldende vakken.
Keuzemedium 2D 11 EC
De nadruk ligt op het individuele artistieke onderzoeksproces en productieproces als geheel. Je kiest het medium 2D of een combinatie van media (waaronder 2D). Je onderzoekt zelfstandig een artistiek probleem en kiest daarbij een adequate werkwijze. De uitvoering kan nieuwe artistieke uitdagingen genereren met consequenties voor jouw oorspronkelijke uitgangspunt en daarmee voor uitvoering en presentatie. Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. De eindbeoordeling vindt plaats op basis van een mondelinge toelichting van de student en het getoonde werk. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van beschreven criteria.
Keuzemedium 3D 11 EC
De nadruk ligt op het individuele artistieke onderzoeksproces en productieproces als geheel. Je kiest het medium 3D of een combi-
natie van media (waaronder 3D). Je onderzoekt zelfstandig een artistiek probleem en kiest daarbij een adequate werkwijze. De uitvoering kan nieuwe artistieke uitdagingen genereren met consequenties voor jouw oorspronkelijke uitgangspunt en daarmee voor uitvoering en presentatie. Je moet in dit jaar ook een portfolio bijhouden. Een aspect van beeldend onderzoek is leren omgaan met de relatie tussen het werk en de omgeving, het presenteren van het werk in de ruimte, de relatie van het werk in historische context. Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. De eindbeoordeling vindt plaats op basis van een mondelinge toelichting van de student en het getoonde werk. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van beschreven criteria.
Keuzemedium 4D 11 EC
4D in jaar 3 is opgebouwd uit de onderdelen Documentaire Project en Interactieve Installatie. Bij beide onderdelen staat de vraag ‘Wat wil Ik weten?’ centraal. In het Documentaire Project werk je op het grensgebied van kunst en het vertellen van een verhaal. Je doet intensief onderzoek en maakt daar vanuit een documentair werk. De keuze voor de vorm en techniek ontstaat vanuit de inhoud, de waarneming en het onderzoek. Bij Interactieve Installatie onderzoek je interactiviteit vanuit verschillende perspectieven, zoals schermen, ruimtes en objecten. Ideeën voor het werk ontstaan vanuit materiaalonderzoek en verkenningen van bijvoorbeeld mechanica, kinetica, motoren en sensoren. Toetsvorm Opties: Presentatie van het gemaakte werk in de vorm van een voor publiek toegankelijke expositie of evenement. Digitaal logboek van het proces. Reflectie op het leerproces in tekst. Beoordeling door medestudent (peer-assessment).
Voltijd
Keuzemedium Design 11 EC In jaar 3 leer je jouw ontwerpvraag te ontwikkelen en deze op inspirerende wijze vorm te geven. De kennis en ontwerpmethoden opgedaan in de afgelopen twee jaar worden toegepast. Je kunt de ontwerpvraag in een grotere context plaatsen, verschillende designdisciplines inzetten en de grenzen van de eigen opdracht oprekken.
Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. De eindbeoordeling vindt plaats op basis van een mondelinge toelichting van de student en het getoonde werk. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van beschreven criteria. Literatuur www.whatdesigncando.nl
Stage 11 EC (6 in semester 1, 5 in semester 2) De derdejaars stage kan volledig uitgevoerd worden op een school maar je kunt ook kiezen voor een kleinere schoolstage in combinatie met een kunsteducatieve projectstage zolang je minimaal 7 EC behaald met de schoolstage. Voor de schoolstage geldt: de theorielessen die je verzorgt worden uitgevoerd in de bovenbouw van vmbo/havo of vwo zijn onderdeel van de vakken CKV, Kunst Algemeen of examenvak TeHaTex. Je kunt minimaal één lessenserie waarin theorie en praktijk aan de orde komen, zelf ontwerpen en uitvoeren. Je organiseert en begeleidt ten minste één buitenschoolse culturele activiteit van een groep leerlingen. Voor een (optionele) projectstage geldt als eis dat je stage loopt bij een professionele instelling en begeleid wordt door een medewerker met kunsteducatie expertise. De hoofdactiviteiten tijdens de projectstage moeten bestaan uit het ontwerpen en begeleiden van educatieve activiteiten. Toetsvorm Stageverslag.
Literatuur Stagehandleiding.
CKV 5 EC
Doceren van het interdisciplinaire vovak Culturele en Kunstinnige Vorming (CKV) staat centraal. Inhoud, didactiek en praktische aspecten van CKV-onderwijs worden behandeld in de context van de multiculturele samenleving. Twee complexe onderzoeksopdrachten vormen de spil van de module. Je ontwerpt een excursie die je als CKV-docent uitvoert op locatie in de multiculturele metropool Istanbul in Turkije. Terug in Amsterdam ontwerp je een intercultureel CKV-programma voor de Nederlandse context. Het bijzondere van deze module is het AHK interfacultaire karakter: je reist en werkt samen met studenten van de docentenopleiding Dans (De Theaterschool) en docent muziek (Conservatorium van Amsterdam). In dit interdisciplinaire en geïntegreerde programma wissel je expertise uit en verbreed je die. Toetsvorm Twee geïntegreerde groepsopdrachten met elk een onderzoeks- en toepassingscomponent. Literatuur Damen, Marie Louise. Cultuurdeelname en CKV. Studies naar effecten van kunsteducatie op de cultuurdeelname van leerlingen tijdens en na het voortgezet onderwijs. Proefschrift. Utrecht, ICS, 2010. Dieleman, Cornelius. Het nieuwe theaterleren. Een veldonderzoek naar de rol van theater binnen Culturele en Kunstzinnige Vorming op havo en vwo. Amsterdam, AUP, 2010. ISBN: 9789048512317 Reader met onderzoeksteksten over de historie en actuele kunst en cultuur van Turkije en Istanbul via Blackboard.
KUA 4 EC
KUA (Kunst Algemeen) zoals het op havo en vwo in de tweede fase gegeven wordt, staat centraal. Onderzoek naar inhoud en organisatie van het vak, multidisciplinaire leerinhouden en activerende werkvormen zijn uitgangspunt bij het opzetten
39
40
Studiegids 2013-2014
en bespreken van theoretische lessen. Je analyseert vwo-examens KUA op niveau, vraagstelling en je maakt kennis met verschillende classificatiesystemen voor vraagtypen. Je zoekt bronnen in verschillende disciplines bij thema’s uit de cultuurhistorie van de twintigste eeuw en maakt kennis met dans, theater en muziek uit deze periode. Kennis, vaardigheden en inzichten komen samen in de eindopdracht: het ontwikkelen van een digitaal interactief vragenblok rond een gegeven onderwerp en invalshoek. Toetsvorm Beroepsproduct, digitaal schoolexamen KUA. Literatuur Authentiek lesmateriaal uit een onderwijspraktijk vo, examens KUA. Overige materialen via Blackboard.
Keuzevakken 2 EC
Er zijn vier opties per semester; elke bijeenkomst duurt 2,5 uur (van 18.30 tot 21.00 uur). De beschrijvingen staan op pagina 70. Inschrijven via Blackboard.
VOLTIJD JAAR 3 – SEMESTER 2 Keuzemedium 2D, 3D of 4D (1 keuze voor 11 EC) Zie beschrijvingen semester 1 op pagina 38.
Onderzoeksvaardigheden 2 EC In dit vak leer je – ter voorbereiding op het afstudeeronderzoek in jaar 4 -aan de hand van onderzoek- en schrijfopdrachten typen onderzoek herkennen en hoe je goede onderzoeksliteratuur kunt vinden. Verder formuleer je een centrale onderzoeksvraag, formuleer en baken je een een onderwerp af binnen de kunst- en/of cultuurgeschiedenis.
Je formuleert een onderzoeksopzet, -strategie en tijdsplanning. Je beargumenteert de gekozen onderzoeksmethode(n) en je rapporteert zowel schriftelijk als mondeling duidelijk over de resultaten conform gegeven richtlijnen. Toetsvorm Beoordeling van de opdrachten, onderzoek en/of paper. Literatuur Zie Blackboard.
Afstudeerplan 2 EC
In de loop van de opleiding profileer je je door de mediakeuze bij de beeldende vakken en de theoretische keuzevakken. Aan het einde van leerjaar 3 kies je bij het schrijven van de invulling van je studiejaar voor het profiel didactiek, kunsttheorie of kunstpraktijk. Door de profilering in jaar 4 krijg je – in één van de drie afstudeerprofielen – meer ruimte om jezelf te ontwikkelen, waarbij de kunsteducatieve component in alle gevallen behouden blijft. Je studeert af met een kunsteducatieve stage, beeldend werk en een afstudeeronderzoek. Daarnaast blijven er 8 EC ‘over’ voor het door jou gekozen profiel. De profielkeuze beïnvloedt de manier waarop je afstudeert bij alle vakken van het examenjaar. Uitgangspunt bij het schrijven van het afstudeerplan is altijd de gekozen stage in combinatie met de invulling van de het profieldeel. Toetsvorm Het pitchen van je afstudeerplan. Literatuur Format afstudeerplan via Blackboard.
Educatief project met externe opdrachtgever 4 EC Er wordt een keuze gemaakt uit actuele projecten afkomstig van externe opdrachtgevers zoals FOAM, Stedelijk Museum, Rijksmuseum, Hermitage et cetera. Zij stellen hoge eisen die vertaald moeten worden in een projectplan en in haalbare
Voltijd
resultaten. Je werkt aan een gezamenlijk vormgegeven artistiek of educatief product of project waarin aspecten van beeldende kunst en vormgeving, onderwijskunde en kunsttheorie in samenhang aan de orde komen. Voorbeelden van invulling van deze projectfase: • Het ontwerpen en uitvoeren van een educatief programma bij een actuele tentoonstelling; • Het ontwikkelen van een digitaal educatief product: audiotour, website, interactief spel; • Het ontwikkelen van een analoog educatief product: interactief boek, community art project; • Het initiëren, organiseren en uitvoeren van een tentoonstelling of een kunstproject in de openbare ruimte. Toetsvorm Procesverslag (reflectie, onder andere met sterktezwakte analyses). Beroepsproduct (presentatie en educatief product). Literatuur N.b.t.m.
Keuzevakken 4 EC
Er zijn vier opties per semester; elke bijeenkomst duurt 2,5 uur (van 18.30 tot 21.00 uur). De beschrijvingen staan op pagina 70. Inschrijven via Blackboard.
Themaweek 1 EC
Tijdens de themaweek wordt beeldend werk gemaakt in ruime zin –bijvoorbeeld ook performance - en community art- geïnspireerd op een urgent maatschappelijk thema. Toetsvorm Presentatie op een minisymposium op vrijdagmiddag.
Afstudeerprofiel 5 EC
Je afstudeerprofiel kun je zelf invullen of met een keuzevak; of een ander vak naar keuze in of buiten de Academie.
Toetsvorm Vakafhankelijk Literatuur Vakfhankelijk
Stage
Zie beschrijving op pagina 39.
Afstudeerfase – Voltijd Voltijd jaar 4 In het laatste jaar - de afstudeerfase - werk je voornamelijk zelfstandig aan de voorbereiding van je eindexamen. In de loop van de opleiding heb je je geprofileerd via de mediakeuze van praktijkvakken en via theoretische keuzevakken. Aan het einde van leerjaar 3 heb je gekozen voor het profiel didactiek, kunsttheorie of kunstpraktijk. Door de profilering in jaar 4 krijg je - in één van de drie afstudeerprofielen - meer ruimte om jezelf te ontwikkelen, waarbij de kunsteducatieve component in alle gevallen behouden blijft. Daarnaast zijn er 8 EC om jouw profielkeuze invulling te geven via de keuzevakken of aan een andere hogeschool of universiteit. Je studeert af met een kunsteducatieve stage, beeldend werk en een afstudeeronderzoek. Bij het beeldend afstuderen bepaal je zelf je thematiek en kies je voor passende media, bij het afstudeeronderzoek ga je een theoretische of praktische onderzoeksvraag uitwerken waarover je een scriptie/ onderzoeksverslag schrijft. Hieronder vind je een overzicht van alle vakken van jaar 4. Een verdere beschrijving vind je op Blackboard.
Beeldend afstuderen 20 EC
Het beeldend afstuderen staat in het teken van de student die zich ontwikkelt tot beeldend kunstenaar die zelfstandig een beeldende thematiek uitdiept en dit uitwerkt tot een samenhangende collectie eindwerk. Het plan van de student is de leidraad in het vierde studiejaar, waarbij hij gecoacht wordt door een team vakdocenten en medestudenten. Je kiest zelfstandig het
41
42
Studiegids 2013-2014
soort werk (toegepast of autonoom) en het soort materialen en technieken (2D, 3D, 4D, Design of mengvormen). Jouw eindcollectie wordt beoordeeld en gepresenteerd bij de openbare eindexamenexpositie aan het einde van het examenjaar. Toetsvorm Beoordeling beeldend werk.
Stage 13 EC / LIO-stage 21 EC De vierdejaars stage staat in het teken van de ontwikkeling tot zelfstandig, startbekwaam docent. Je mag zelf bepalen waar je stage gaat lopen. Dat kan in het primair, voortgezet of beroepsonderwijs maar ook in het buitenschoolse kunsteducatieve veld. Je kan ervoor kiezen je kennis te verdiepen in een veld waarin je al ervaring hebt, of juist kiezen voor verbreding door ervaring op te doen in een nieuw veld. Wanneer je kiest voor een LIO-stage gaat het altijd om een voortgezet onderwijs stage. In alle gevallen dient het accent van de stage te liggen op het ontwerpen en uitvoeren van educatieve activiteiten. Als je stage loopt bij een buitenschoolse instelling dient deze een professionele structuur te hebben en moet er voldoende begeleiding aanwezig zijn. Toetsvorm Stageplan (inleveren voorafgaand aan de stage). Stageverslag. Literatuur Stagehandleiding.
Afstudeeronderzoek 12 EC
In het eindexamenjaar voer je een onderzoek uit waarin je actuele ontwikkelingen in het brede veld van de kunsteducatie exploreert of toetst. In het onderzoek komen kunsttheoretische, onderwijskundige en didactische aspecten geïntegreerd aan de orde, waarbij de onderzoeksmethodiek bepaald wordt door je gekozen afstudeerprofiel.
Toetsvorm Beoordeling van je afstudeeronderzoek aan de hand van een rubric. Je afstudeeronderzoek wordt zowel door een eerste als een tweede beoordelaar beoordeeld. Literatuur Afstudeerhandleiding BVO (2013) Baarda, Ben. Dit is onderzoek! Handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Noordhoff Uitgevers, 2009. ISBN: 9789001713867. Baarda, Ben, Kalmijn, Mathijs en De Goede, Martijn. Enquêteren en gestructureerd interviewen. De Educatieve partners, 2000. ISBN: 9789020730869 Baarda, Ben, De Goede, Martijn en Teunissen, Jos. Basisboek Kwalitatief Onderzoek. Noordhoff Uitgevers. ISBN: 9789020724851.
Afstudeerprofiel 8 EC
De invulling is afhankelijk van de keuze van je afstudeerprofiel. Heb je gekozen voor het profiel didactiek, dan wordt je profieldeel automatisch ingevuld door je LIO-stage. Heb je gekozen voor het profiel kunstpraktijk dan kun je een aanvullende buitenschoolse stage volgen, in opdracht van een kunstenaar of kunsteducatieve instelling. Als je kiest voor het profiel kunsttheorie dan is het mogelijk je afstudeerprofiel in te vullen met een aanvullende kunsteducatieve stage of met aanvullende theoretische vakken – bijvoorbeeld door het volgen van een minor aan een andere hogeschool of universiteit.
Keuzevakken 5 EC
In het vierde jaar ben je vrij je keuzevakken in te vullen. Je kunt hiervoor gebruik maken van de keuzevakken (8 opties) waarvan je de beschrijvingen vindt op pagina 70, maar je kunt er ook voor kiezen extra beeldende vakken te volgen aan de Academie.
Studiereis 1 EC
Studenten van jaar 1 Voltijd en studenten van jaar 4 Voltijd gaan in de week voor de herfstvakantie samen naar Venetië in Italië. In Venetië ligt het accent op het bezoeken van de Biennale di Venezia, een 2-jaarlijkse manifestatie van moderne kunst en van Venetië
Voltijd
kunsthistorisch. Meestal wordt er ook een dag uitgetrokken om de Villa Rotonda in Vicenza en de Arenakapel in Padua te bezoeken.
Themaweek 1 EC
Tijdens de themaweek wordt beeldend werk gemaakt in ruime zin – bijvoorbeeld ook performance - en community art – geïnspireerd op een urgent maatschappelijk thema. Toetsvorm Presentatie op een minisymposium op vrijdagmiddag.
43
44
Studiegids 2013-2014
45
46
Studiegids 2013-2014
4.2. Deeltijd regulier In de opleiding deeltijd regulier combineer je je studie op de Academie met een baan (betaald of onbetaald) in de kunsteducatie. Een student in de opleiding deeltijd regulier moet gemiddeld één dag per week werkzaam zijn in een kunsteducatieve functie. Voor alle studenten geldt dat er altijd ervaring opgedaan dient te worden in het voortgezet onderwijs. In mei 2013 is besloten dat er geen nieuwe studenten instromen in de reguliere deeltijdopleiding waardoor er geen eerstejaars studenten starten in het studiejaar 2013-2014.
Differentiatiefase – Deeltijd regulier jaar 2 In de tweejarige differentiatiefase volgend op de propedeuse, ga je verder met de verwerving van de competenties die nodig zijn voor een docent beeldende kunst en vormgeving. Werkend leren is een vast onderdeel van het reguliere deeltijdprogramma. Het studiejaar is opgebouwd uit twee semesters. Hieronder vind je een overzicht van alle vakken van jaar 2. Een verdere beschrijving vind je op Blackboard.
Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. De eindbeoordeling is op basis van een mondelinge toelichting van de student en het getoonde werk en wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van beschreven criteria.
3D 7 EC
Driedimensionaal vormt in jaar 2 een continuering van de beeldende ontwikkeling. In dit studiejaar worden vooral opdrachten gegeven naar aanleiding van een thema of onderwerp, waarbij het voorstellingsvermogen van de student een grotere rol krijgt dan in het eerste studiejaar. Daarbij wordt de ontwikkeling van de technische en vormgevende vaardigheden vergroot en gespecificeerd. Een aspect van het beeldend onderzoek is leren omgaan met de relatie tussen werk en de omgeving, het presenteren van het werk in de ruimte, de relatie van het werk in historische context. Door het bijhouden van een portfolio is het mogelijk steeds te reflecteren op je beeldende proces.
Je maakt een keuze voor één van de vier beeldende vakken
Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. Eindbeoordeling op basis van een mondelinge toelichting van de student en het getoonde werk. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van beschreven criteria.
2D 7 EC
4D 7 EC
DEELTIJD REgULIER JAAR 2 – SEMESTER 1 Keuzemedium 2D, 3D of 4D
De student ontwikkelt zich verder in het tweedimensionale domein. Je werkt met teken- en schildermaterialen eventueel in combinatie met nieuwe media. Er wordt gewerkt naar de waarneming en de verbeelding en je neemt deel aan besprekingen van eigen werk en dat van klasgenoten.
4D in jaar 2 is opgebouwd uit de onderdelen Video, Fotografie en Installatie. Het blok Video is gericht op één langere videopdracht. In een productieteam werk je met een aantal klasgenoten aan de ingrediënten (script, beeld en geluid) voor een korte film. Met het materiaal maken de groepsleden een montage.
Deeltijd regulier
In het blok Fotografie kijk je terug naar de opgedane kennis en vaardigheden van jaar 1. Je onderzoekt een eigen onderwerp, dat je in een reeks wekelijkse opdrachten vanuit verschillende visies en invalshoeken in beeld brengt. Je eindigt met een serie, boek of ander fotografisch product waarin jouw visie op het onderwerp besloten ligt. In het laatste blok Installatie ga je ruimtelijk 4D werk maken. De toeschouwer kan in of om het werk lopen. Je werkt aan een installatie die je presenteert op een vooraf gekozen locatie. Ideeën voor het werk ontstaan vanuit materiaalonderzoek. Toetsvorm Presentatie van het gemaakte werk in de vorm van een expositie. Digitaal logboek van het proces. Reflectie op het leerproces in tekst. Beoordeling door medestudent (peer-assessment).
Vakdidactiek 4 EC
Onderwijsvisies / Didactiek van beeldendeen theorielessen Bij vakdidactiek staan de didactische visie en consequenties daarvan voor de onderwijsorganisatie centraal. De geschiedenis van de beeldende vorming en verschillende onderwijskundige visies worden besproken. Je leert een goede lesopzet te maken en hebt kennis gemaakt met leerlijnen voor beeldende vorming. Directe instructie en activerende werkvormen zijn uitgangspunt bij het ontwerpen en geven van theoretische lessen. Aan het einde houdt je een presentatie over een onderwijskundige visie, voer je een onderwijsleergesprek en ontwerp je een les als onderdeel van een groter leerplan. Je geeft een theoretische les aan je medestudenten met directe instructie en activerende werkvormen als uitgangspunt. Toetsen en beoordelen / Differentiatie Het formuleren van doelstellingen en lesopzetten wordt gekoppeld aan criteria en toetsvormen. Je maakt een theorietoets en antwoordmodel voor het vmbo aan de hand van een thema. Daarnaast ontwikkel je een rubric voor een beeldende praktijkopdracht. Het tweede deel van de lessen, veelal door gastdocenten uit het werkveld, is vooral
gericht zijn op het omgaan met verschillen binnen doelgroepen zoals leerverschillen en functiestoornissen maar ook culturele en sociale verschillen in het binnen- en buitenschoolse werkgebied. Aan het eind schrijf je een visiestuk over hoe jij om zou gaan met verschillen waarin je informatie en ervaringen van de gastdocenten en literatuur verwerkt. Toetsvorm Opties: Presentaties. Peer-assessment. Dossier. Beroepsproducten. Literatuur Walter Geerts & René van Kralingen. Handboek voor leraren. Bussum, uitgeverij Couthino, 2011. ISBN: 9789046902509. Overige materialen via Blackboard.
Werkplekleren 5 EC
De deeltijdopleiding is een opleiding waarin ‘werkend leren’ centraal staat: je leert op de Academie en in een kunsteducatieve baan. Je moet gemiddeld één dag per week werkzaam zijn in een kunsteducatieve functie. Toetsvorm Opties: Werkplekleren wordt beoordeeld aan de hand van verslaglegging in het portfolio, op grond van participatie in intervisiesessies en op grond van beoordelingen van werkgevers, begeleiders op de werkplek en stagecoaches van de Academie. Literatuur Handleiding Werkend leren in Deeltijd
Kunstgeschiedenis 4 EC
Tijdens het tweede jaar ontwikkel je de kennisbasis door op het gebied van de kunst- en cultuurgeschiedenis van de 18e tot en met de 20ste eeuw. De relatie van het verleden met het heden staat centraal in de hoor-, werk- en discussiecolleges en de onderzoeksopdrachten.
47
48
Studiegids 2013-2014
Toetsvorm Schriftelijk.
DEELTIJD REgULIER – JAAR 2 – SEMESTER 2
Literatuur Hugh Honour en John Fleming. Algemene Kunstgeschiedenis. Uitgeverij J.M. Meulenhoff, 2009. ISBN: 9789029066211.
Keuzemedium 2D, 3D of 4D (1 keuze voor 7 EC)
Cultuurgeschiedenis 4 EC
Tijdens het tweede jaar ontwikkel je de kennisbasis door op het gebied van de kunst- en cultuurgeschiedenis van de 18e tot en met de 20ste eeuw. De relatie van het verleden met het heden staat centraal in de hoor-, werk- en discussiecolleges en de onderzoeksopdrachten. Toetsvorm Schriftelijk. Literatuur Reader via Blackboard.
Algemene hbocompetenties 6 EC De binnen het hoger beroepsonderwijs algemene en persoonlijke competenties (samenwerken, organiseren, communiceren, zelfstandig leren) en competenties gericht op verbreding (keuze) zijn bij de deeltijdopleiding belegd als module Organiseren & Samenwerken. Studenten met een hbodiploma of hoger ontvangen vrijstelling van de algemene hbo-competenties. Studenten zonder een hbo diploma tonen met een portfolio en assessmentgesprek aan dat zij voor 12 EC per jaar de betreffende competenties hebben ontwikkeld via (eerdere) werkervaring, opleidingen of cursussen. Als dit niet het geval is, volgt er een aanvullende opdracht; de beschrijving daarvan staat op Blackboard. Toetsvorm (Voor studenten zonder hbo diploma) Assesmentgesprek. Portfolio.
Zie beschrijvingen semester 1 op pagina 46.
Design 6 EC
In jaar 2 wordt beeldend en technisch vervolg gegeven aan de basiskennis die in jaar 1 is opgedaan. Je formuleert een eigen ontwerpvraag en houdt proces in beweging. De nadruk ligt meer op het volledig fabriceren van een product en er wordt zowel twee- als driedimensionaal gewerkt. Computerprogramma’s kunnen worden ingezet ter ondersteuning van de visualisatie en productie. Het is mogelijk om opdrachten te verbinden aan relevante ontwerpwedstrijden. Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. De eindbeoordeling vindt plaats op basis van een mondelinge toelichting van de student en het getoonde werk. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van de criteria.
Onderwijskunde 4 EC (2 modules) Module 1: Leerstijlen, Sociale Psychologie In een klas zitten altijd leerlingen met verschillende leerstijlen en sociale achtergronden. Daarom moet de docent in staat zijn te variëren en differentiëren. Aan het einde van deze module kun je kenmerken van straatcultuurgedrag benoemen en verschillende aanpakken zoals ‘judo’ onderscheiden en toepassen in conflictsituaties. Je kunt werken met de kernkwadranten van Ofman. Je kunt je eigen gedrag analyseren aan de hand van videofragmenten op onder meer stopgedrag en de congruentie tussen verbaal en non-verbaal gedrag (De Roos van Leary).
Deeltijd regulier
Module 2: Toetsen en beoordelen, Interculturele Leerlingbegeleiding In deze module worden test- en assessmentcultuur, traditionele en authentieke toetsvormen, met elkaar vergeleken en in verband gebracht met de stagepraktijk. Sommige leerlingen hebben extra aandacht nodig vanwege leer- en/of gedragstoornissen. Aan het einde van de module ben je in staat om betrouwbare en valide toetsen te maken en om leerlingen feedback te geven op hun beeldende werk. Je kunt goed onder andere slecht nieuws gesprekken voeren met leerlingen en je kunt signaleren en verwijzen naar professionele zorginstanties.
onderwijsleergesprekken, discussie- en hoorcollege. Daarnaast worden verschillende podia bezocht voor concerten, dans-, theaterbezoek.
Toetsvorm Opties: Kennistoets. Dossier. Beroepsproduct.
Algemene hbocompetenties 6 EC
Literatuur Walter Geerts & René van Kralingen. Handboek voor leraren. Bussum, uitgeverij Couthino, 2011. ISBN: 9789046902509. Tijdschrift ‘Cultuur + Educatie’, nr. 31; download van http://www.lkca.nl/onderzoek Dochy, Filip. & Janssens, Steven. Evaluatie en assessment. In N. Verloop & J. Lowyck (Ed.), Onderwijskunde (p.374-411). Groningen, Uitgeverij Wolters Noordhoff, 2003. Hans Kaldenbach. Respect! 99 Tips voor het omgaan met jongeren in de straatcultuur. Amsterdam, uitgeverij Prometheus, 2004. ISBN: 9044607065..
Werkplekleren 5 EC
Zie beschrijving semester 1 op pagina 47.
Kunstbeschouwing 2 EC
Tijdens de colleges kunstbeschouwing vinden gesprekken en discussies plaats over de hedendaagse kunsten als literatuur, theater, muziek, dans en beeldende kunst. Je houdt artikelen en recensies bij, reflecteert op uiteenlopende manieren op de verschillende kunstdisciplines, verricht bronnenonderzoek en ontwikkelt een adequate woordenschat om constructief over de inhoud en vorm, schriftelijk en verbaal, van gedachten te wisselen. Het vak wordt verzorgd in de vorm van
Toetsvorm Mondeling en/of schriftelijk. Literatuur Van den Braembussche, A.A. Denken over kunst. Bussum, uitgeverij Coutinho, 2007. ISBN: 9789046900093. Reader met teksten en beeldmateriaal via Blackboard.
Zie beschrijving semester 1 op pagina 48.
Deeltijd Regulier – Jaar 3 In het derde studiejaar kies je een beeldend medium en richt je je op de theorie van kunstlessen in de bovenbouw. Het studiejaar is opgebouwd uit twee semesters. Hieronder vind je een overzicht van alle vakken van jaar 1. Een verdere beschrijving vind je op Blackboard.
DEELTIJD REgULIER – JAAR 3 – SEMESTER 1 Keuzemedium 2D, 3D, 4D of Design Je maakt een keuze voor één van de vier beeldende vakken.
2D 10 EC
De nadruk ligt op het individuele artistieke onderzoeksproces en productieproces als geheel. Je kiest het medium 2D of een combinatie van media (waaronder 2D). Je onderzoekt zelfstandig een artistiek probleem
49
50
Studiegids 2013-2014
en kiest daarbij een adequate werkwijze. De uitvoering kan nieuwe artistieke uitdagingen genereren met consequenties voor jouw oorspronkelijke uitgangspunt en daarmee voor uitvoering en presentatie. Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. De eindbeoordeling vindt plaats op basis van een mondelinge toelichting van de student en het getoonde werk. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van beschreven criteria.
3D 10 EC
De nadruk ligt op het individuele artistieke onderzoeksproces en productieproces als geheel. De student kiest het medium 3D of een combinatie van media (waaronder 3D). Je onderzoekt zelfstandig een artistiek probleem en kiest daarbij een adequate werkwijze. De uitvoering kan nieuwe artistieke uitdagingen genereren met consequenties voor jouw oorspronkelijke uitgangspunt en daarmee voor uitvoering en presentatie. Studenten moeten ook in jaar 3 een portfolio bijhouden. Een aspect van beeldend onderzoek is leren omgaan met de relatie tussen het werk en de omgeving, het presenteren van het werk in de ruimte, de relatie van het werk in historische context. Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. De eindbeoordeling vindt plaats op basis van een mondelinge toelichting van de student en het getoonde werk. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van beschreven criteria.
4D 10 EC
4D in jaar 3 is opgebouwd uit de onderdelen Documentaire Project en Multimediaal Project. Bij beide onderdelen staat de vraag ‘Wat wil ik weten?’ centraal.
In het Documentaire Project werk je op het grensgebied van kunst en het vertellen van een verhaal. Je doet intensief onderzoek en maakt daar vanuit een documentair werk. De keuze voor de vorm en techniek ontstaat vanuit de inhoud, de waarneming en het onderzoek. In het blok Multimediaal Project kies je voor het medium waarin je wilt werken en voor de presentatievorm en sta je inhoudelijk aan het roer.
Design 10 EC
Gedurende jaar 3 leer je je eigen ontwerpvraag te ontwikkelen en deze op inspirerende wijze vorm te geven. De kennis en ontwerpmethoden die de afgelopen twee jaar zijn verkend, worden toegepast. Je kan de ontwerpvraag in een grotere context plaatsen. Verschillende design disciplines inzetten. De grenzen van de eigen opdracht worden opgerekt. Toetsvorm Feedbackgesprekken en discussiesessies met docenten en medestudenten (doorlopend). Op basis van het werkboek, schetsen en werkstukken krijgt de student adviezen. De eindbeoordeling vindt plaats op basis van een mondelinge toelichting van de student en het getoonde werk. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer met een motivatie aan de hand van beschreven criteria. Literatuur www.whatdesigncando.nl
Werkplekleren 7 EC
De deeltijdopleiding is een opleiding waarin ‘werkend leren’ centraal staat: je leert op de Academie en in een kunsteducatieve baan. Je moet gemiddeld één dag per week werkzaam zijn in een kunsteducatieve functie. Toetsvorm Werkplekleren wordt beoordeeld aan de hand van verslaglegging in het portfolio, op grond van participatie in intervisiesessies en op grond van beoordelingen van werkgevers, begeleiders op de werkplek en stagecoaches van de Academie.
Deeltijd regulier
Kunstbeschouwing 4 EC
In deze module, een vervolg op kunstbeschouwing in jaar 2, reflecteer je op hedendaagse beeldende kunsten en uiteenlopende benaderingen daarvan en je oriënteert je op twee beschouwingen. Bij de meer objectieve kunstbeschouwing gaat het om de zintuiglijk waarneembare samenhang binnen het kunstwerk zelf. Experts bepalen wat het werk uiteindelijk betekent. De docent (expert) reikt de stof aan. Bij de hermeneutische kunstbeschouwing ligt de nadruk meer op de betekenisontwikkeling van het werk dan op de zintuiglijk waarneembare aspecten. Het proces van betekenisgeving is individueel, collectief en veranderlijk. Er zullen concerten, theater- en dansvoorstellingen worden bezocht en inhoudelijk besproken. Docent en student exploreren het werk samen en leren van elkaar. Toetsvorm Een dossier met opdrachten en reflecties op de bezochte culturele activiteiten en gelezen literatuur conform de opdracht. Literatuur Zie Blackboard.
Onderzoeksvaardigheden 1 EC In dit vak leer je – ter voorbereiding op het afstudeeronderzoek in jaar 4 -aan de hand van onderzoek- en schrijfopdrachten typen onderzoek herkennen en hoe je goede onderzoeksliteratuur kunt vinden. Verder formuleer je een centrale onderzoeksvraag formuleren en baken je een een onderwerp af binnen de kunst- en/of cultuurgeschiedenis. Je formuleert een onderzoeksopzet, -strategie en tijdsplanning. Je beargumenteert de gekozen onderzoeksmethode(n) en je rapporteert zowel schriftelijk als mondeling duidelijk over de resultaten conform gegeven richtlijnen. Toetsvorm Beoordeling van de opdrachten / onderzoek / paper. Literatuur Zie Blackboard.
Afstudeerplan 1 EC
Aan het einde van leerjaar 3 schrijf je een afstudeerplan waarin je aangeeft hoe je je afstudeerjaar gaat invullen. In de loop van de opleiding profileer je je door de mediakeuze bij de beeldende vakken. In leerjaar 4 mondt dit uit in een profilering in een van de afstudeerprofielen. Door de profilering in jaar 4 krijg je binnen de aangegeven kaders meer ruimte om jezelf te ontwikkelen, waarbij kunsteducatieve component in alle gevallen behouden blijft. Toetsvorm Het pitchen van je afstudeerplan. Literatuur/materialen Format afstudeerplan via Blackboard.
Algemene hbocompetenties 6 EC De binnen het hoger beroepsonderwijs algemene en persoonlijke competenties (samenwerken, organiseren, communiceren, zelfstandig leren) en competenties gericht op verbreding (keuze) zijn bij de deeltijdopleiding belegd als module Organiseren & Samenwerken. Studenten met een hbo-diploma of hoger ontvangen vrijstelling van de algemene hbocompetenties. Studenten zonder een hoger diploma tonen met een portfolio en assessmentgesprek aan dat zij voor 12 EC per jaar de betreffende competenties hebben ontwikkeld via (eerdere) werkervaring, opleidingen of cursussen. Als dit niet het geval is, volgt er een aanvullende opdracht; de beschrijving daarvan staat op Blackboard. Toetsvorm (Voor studenten zonder hoger diploma) Assesmentgesprek. Portfolio.
DEELTIJD REgULIER – JAAR 3 – SEMESTER 2 Keuzemedium 2D, 3D, 4D of Design (1 keuze voor 10 EC) Zie beschrijvingen semester 1 op pagina 49/50.
51
52
Studiegids 2013-2014
Werkplekleren 7 EC
Zie beschrijving semester 1 op pagina 50.
CKV 4 EC
Doel van deze module is studenten kennis en vaardigheden te laten opdoen voor het interdisciplinaire vak CKV dat onderdeel is van het eindexamen vmbo, havo en vwo. De module bestaat uit hoor/werkcolleges aan de hand van een CKV-gerelateerd thema (Kunst & Cultuur). Parallel daaraan wordt ingegaan op de achtergronden en didactiek van CKV en het verzorgen van interdisciplinair onderwijs. Als meesterproef ontwikkel je een CKV-module voor leerlingen uit vmbo, havo of vwo. Deze module wordt uitgevoerd in de praktijk, waarna je de resultaten presenteert aan je medestudenten. Toetsvorm Werkdossier. Presentatie. Literatuur Digitale reader CKV.
KUA 4 EC
Doel van deze module is studenten kennis en vaardigheden te laten opdoen voor het interdisciplinaire vak Kunst Algemeen (KUA) dat onderdeel is van het eindexamen havo en vwo. Vanuit één van de zes invalshoeken van KUA krijgen studenten inhoudelijke en didactische colleges. Ook werk je in tweetallen aan een eigen interactief KUA-vragenblok vanuit dezelfde thematische invalshoek. Toetsvorm Beoordeling van het interactief vragenblok. Peer-assessment. Presentatie. Literatuur Digitale reader KUA.
Algemene hbocompetenties 6 EC Zie beschrijving semester 1 op pagina 51.
Afstudeerfase – Deeltijd Regulier jaar 4 In het laatste jaar - de afstudeerfase - werk je voornamelijk zelfstandig aan de voorbereiding van je afstuderen. Je werkt het in jaar 3 opgestelde afstudeerplan verder uit. Elke student studeert af met een stage, beeldend werk, en een afstudeeronderzoek. Bij het beeldend afstuderen bepaal je je eigen thematiek en kies je voor passende media, bij het afstudeeronderzoek ga je een theoretische of praktische onderzoeksvraag uitwerken waarover je een scriptie / onderzoeksverslag schrijft. Hieronder vind je een overzicht van de vakken van jaar 4. Verdere beschrijvingen vind je op Blackboard.
DEELTIJD REgULIER – JAAR 4 Beeldend afstuderen 20 EC
Het beeldend afstuderen staat in het teken van de student die zich ontwikkelt tot beeldend kunstenaar die zelfstandig een beeldende thematiek uitdiept en dit uitwerkt tot een samenhangende collectie eindwerk. Het plan van de student is de leidraad in het vierde studiejaar, waarbij hij gecoacht wordt door een team vakdocenten en medestudenten. De student kiest zelfstandig het soort werk dat hij maakt (toegepast of autonoom) en het soort materialen en technieken (2D, 3D, 4D, Design of mengvormen). De eindcollectie van de student wordt gepresenteerd en beoordeeld bij de eindexamenexpositie aan het einde van het examenjaar. Toetsvorm Beeldend werk.
Afstudeeronderzoek 12 EC
In het afstudeerjaar voer je een onderzoek uit waarin je actuele ontwikkelingen in het brede veld van de kunsteducatie exploreert of toetst. In het onderzoek komen kunsttheoretische, onderwijskundige en/of didactische aspecten geïntegreerd aan de orde,
Deeltijd regulier
waarbij de onderzoeksmethodiek bepaald wordt door je gekozen afstudeerprofiel. In de afstudeerhandleiding kun je de verschillende mogelijkheden voor je afstudeeronderzoek vinden en de criteria waar je afstudeeronderzoek aan moet voldoen. Toetsvorm Het afstudeeronderzoek aan de hand van een rubric, zowel door een eerste als een tweede beoordelaar. Literatuur Afstudeerhandleiding BVO (2013) Baarda, Ben. Dit is onderzoek! Handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Noordhoff Uitgevers, 2009. ISBN: 9789001713867. Baarda, Ben. Kalmijn, Mathijs en De Goede, Martijn. Enquêteren en gestructureerd interviewen. De Educatieve partners, 2000. ISBN: 9789020730869 Baarda, Ben, De Goede, Martijn en Teunissen, Jos. Basisboek Kwalitatief Onderzoek. Noordhoff Uitgevers. ISBN: 9789020724851.
Werkplekleren 16 EC
De deeltijdopleiding is een opleiding waarin ‘werkend leren’ centraal staat: je leert op de Academie en in een kunsteducatieve baan. Je moet gemiddeld één dag per week werkzaam zijn in een kunsteducatieve functie. Toetsvorm Werkplekleren wordt beoordeeld aan de hand van verslaglegging in het portfolio, op grond van participatie in intervisiesessies en op grond van beoordelingen van werkgevers, begeleiders op de werkplek en stagecoaches van de Academie.
Algemene hbocompetenties 12 EC De binnen het hoger beroepsonderwijs algemene en persoonlijke competenties (samenwerken, organiseren, communiceren, zelfstandig leren) en competenties gericht op verbreding (keuze) zijn bij de deeltijdopleiding belegd als module Organiseren & Samenwerken. Studenten met een hbodiploma of hoger ontvangen vrijstelling van
de algemene hbo-competenties. Studenten zonder een hbo diploma tonen met een portfolio en assessmentgesprek aan dat zij voor 12 EC per jaar de betreffende competenties hebben ontwikkeld via (eerdere) werkervaring, opleidingen of cursussen. Als dit niet het geval is, volgt er een aanvullende opdracht; de beschrijving daarvan staat op Blackboard. Toetsvorm (Voor studenten zonder hbo diploma) Assesmentgesprek. Portfolio.
53
54
Studiegids 2013-2014
55
56
Studiegids 2013-2014
57
58
Studiegids 2013-2014
4.3. Deeltijd verkort programma Het verkorte programma is een deeltijdopleiding waarin je leren op de Academie combineert met een baan (betaald of onbetaald) in de kunsteducatie. Je moet gemiddeld anderhalve dag per week werkzaam zijn in een kunsteducatieve functie en alle studenten moeten ervaring opdoen te worden in het V.O. (voortgezet onderwijs). De opleiding streeft naar een combinatie van maatwerk en standaardaanbod om maximaal recht te doen aan de al ontwikkelde en de te ontwikkelen competenties van studenten Uitgangspunten voor de inrichting zijn: 1. De opleiding is gericht op studenten met een hbo-werk- en denkniveau; 2. De opleiding is gericht op studenten met een diploma kunstonderwijs; 3. De opleiding is gericht op studenten die ongeveer 32 uur per week inclusief werkend leren en contacttijden, kunnen besteden aan de studie.
Propedeuse en 1e deel Differentiatiefase – Jaar 1 In het eerste jaar van deze opleiding oriënteer je je op het toekomstige beroep docent beeldende kunst en vormgeving. Je krijgt overdrachtsvakken aangeboden (onderwijskunde en vakdidactiek), een kunst- en cultuurhistorisch overzicht en je leert van en aan elkaar over het beroep. Je bekijkt of de lespraktijk bij je past en ook de Academie zal halverwege het eerste jaar hierover een beslissing nemen aan de hand van jouw studieresultaten. Het studiejaar is opgebouwd uit twee semesters. Hieronder vind je een overzicht van alle vakken van jaar 1. Een verdere beschrijving vind je op Blackboard.
DEELTIJD VERKORT PROgRAMMA – JAAR 1 - SEMESTER 1 Vakdidactiek 6 EC
Dit semester onderzoek je en geef je invulling aan beeldonderwijs voor de onderbouw van het Voortgezet Onderwijs. Je ontwikkelt praktijklessen en gebruikt verschillende modellen om een lesplan te schrijven. Directe instructie en activerende werkvormen zijn uitgangspunt bij het ontwerpen en geven van theoretische lessen. De geschiedenis van de beeldende vorming en verschillende onderwijskundige visies worden besproken. Vanuit verschillende beginsituaties en opvattingen ontwikkel je lessen, toetsen en lesmateriaal. In de stage oefen je overdrachtsituaties en maak je kennis met de onderwijspraktijk die je, vanuit opdrachten voor vakdidactiek, onderzoekt. Casussen uit de stage worden besproken tijdens intervisiebijeenkomsten. Later in het semester bestudeer je de inhoud en organisatie van monodisciplinaire examenvakken op het vmbo en havo/ vwo in de bovenbouw en ontwikkel je een schoolexamen aan de hand van een thema. Toetsvorm Beroepsproduct. Dossier. Literatuur Walter Geerts & René van Kralingen. Handboek voor leraren. Bussum, uitgeverij Couthino, 2011. ISBN: 9789046902509. Overige materialen via Blackboard.
Onderwijskunde 2 EC
Er is veel direct toepasbare kennis (vanuit het werkplekleren) over hoe leerlingen leren en hoe zij waarnemen. In deze module leer je in om aan de hand van psychologische theorieën analyses te maken van (kinder)
Deeltijd verkort programma
tekeningen, tekenprocedures en creatieve processen, en hieraan conclusies te verbinden voor de overdracht. Daarnaast leer je verbanden te leggen tussen theorieën over de ontwikkeling van jongeren en wat dat betekent voor de omgang met jongeren in stages en projecten. Trainingen en workshops helpen je om je ervaringsleren van Kolb en stopgedrag toe te passen. Je leert om te reflecteren op het eigen functioneren voor de klas, feedback te ontvangen en aan andere leerlingen te geven. Aan het einde van deze module kun je aan de hand van kenmerken van goed klassenmanagement een sterktezwakte analyse maken en op grond daarvan SMART persoonlijke leerdoelen formuleren.
Onderzoeksvaardigheden 2 EC
Toetsvorm Opties: Kennistoets. Dossier. Beroepsproduct.
Toetsvorm Beoordeling van de opdrachten / onderzoek / paper.
Literatuur Walter Geerts & René van Kralingen. Handboek voor leraren. Bussum, uitgeverij Couthino, 2011. ISBN: 9789046902509. Huub Nelis & Yvonne Van Sark. Puberbrein Binnenstebuiten: Wat beweegt jongeren van 10 tot 25 jaar? Utrecht/ Antwerpen, uitgeverij Kosmos, 2013. ISBN: 9789021541952.
Werkplekleren 8 EC
De deeltijdopleiding is een opleiding waarin ‘werkend leren’ centraal staat: je leert op de Academie en in een kunsteducatieve baan. Je moet gemiddeld anderhalve dag per week werkzaam zijn in een kunsteducatieve functie. Toetsvorm Werkplekleren wordt beoordeeld aan de hand van verslaglegging in het portfolio, op grond van participatie in intervisiesessies en op grond van beoordelingen van werkgevers, begeleiders op de werkplek en stagecoaches van de Academie.
In dit vak leer je -ter voorbereiding op het afstudeeronderzoek in jaar 4- aan de hand van onderzoek- en schrijfopdrachten, typen onderzoek herkennen en hoe je goede onderzoeksliteratuur kunt vinden. Verder formuleer je een centrale onderzoeksvraag en formuleer en baken je een onderwerp af binnen de kunst- en/of cultuurgeschiedenis. Je formuleert een onderzoeksopzet, -strategie en tijdsplanning. Je beargumenteert de gekozen onderzoeksmethode(n) en je rapporteert zowel schriftelijk als mondeling duidelijk over de resultaten conform gegeven richtlijnen.
Literatuur Zie Blackboard.
Algemene hbocompetenties 12 EC De binnen het hoger beroepsonderwijs algemene en persoonlijke competenties (samenwerken, organiseren, communiceren, zelfstandig leren) en competenties gericht op verbreding (keuze) zijn bij de deeltijdopleiding belegd als module Organiseren & Samenwerken. Studenten met een hbodiploma of hoger ontvangen vrijstelling van de algemene hbo-competenties. Studenten zonder een hoger diploma tonen met een portfolio en assessmentgesprek aan dat zij voor 12 EC per jaar de betreffende competenties hebben ontwikkeld via (eerdere) werkervaring, opleidingen of cursussen. Als dit niet het geval is, volgt er een aanvullende opdracht; de beschrijving daarvan staat op Blackboard. Toetsvorm (Voor studenten zonder hbo diploma) Assesmentgesprek. Portfolio.
59
60
Studiegids 2013-2014
DEELTIJD VERKORT PROgRAMMA – JAAR 1 - SEMESTER 2
Toetsvorm Schriftelijk tentamen.
Onderwijskunde 2 EC
Literatuur Hugh Honour en John Fleming. Algemene Kunstgeschiedenis. Uitgeverij J.M. Meulenhoff, 2009. ISBN: 9789029066211.
Onderwijskunde in semester 2 bouwt voort op de modules uit semester 1 (zie omschrijving semester 1). Je gaat verder in op de leeren waarnemingspsychologie en klassenmanagement en ontwikkelingspsychologie. Toetsvorm Opties: Kennistoets. Dossier. Beroepsproduct. Literatuur Walter Geerts & René van Kralingen. Handboek voor leraren. Bussum, uitgeverij Couthino, 2011. ISBN: 9789046902509. Huub Nelis & Yvonne Van Sark. Puberbrein Binnenstebuiten: Wat beweegt jongeren van 10 tot 25 jaar? Utrecht/ Antwerpen, uitgeverij Kosmos, 2013. ISBN: 9789021541952.
Werkplekleren 6 EC
De deeltijdopleiding is een opleiding waarin ‘werkend leren’ centraal staat: je leert op de Academie en in een kunsteducatieve baan. Je moet gemiddeld anderhalve dag per week werkzaam zijn in een kunsteducatieve functie. Toetsvorm Werkplekleren wordt beoordeeld aan de hand van verslaglegging in het portfolio, op grond van participatie in intervisiesessies en op grond van beoordelingen van werkgevers, begeleiders op de werkplek en stagecoaches van de Academie.
Kunstgeschiedenis 5 EC
Je ontwikkelt de kennisbasis op het gebied van de kunst- en cultuurgeschiedenis van de klassieke Oudheid en de Barok, de 18e tot en met de 20e eeuw. De relatie van het verleden met het heden staat hierin centraal tijdens de hoor-, werk- en discussiecolleges en de onderzoeksopdrachten.
Cultuurgeschiedenis 5 EC
Je ontwikkelt de kennisbasis op het gebied van de kunst- en cultuurgeschiedenis van de klassieke Oudheid en de Barok, de 18e tot en met de 20e eeuw. De relatie van het verleden met het heden staat centraal in de hoor-, werk- en discussiecolleges en de onderzoeks-opdrachten. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur Reader via Blackboard. Algemene hbo-competenties 12 EC De binnen het hoger beroepsonderwijs algemene en persoonlijke competenties (samenwerken, organiseren, communiceren, zelfstandig leren) en competenties gericht op verbreding (keuze) zijn bij de deeltijdopleiding belegd als module Organiseren & Samenwerken. Studenten met een hbodiploma of hoger ontvangen vrijstelling van de algemene hbo-competenties. Studenten zonder een hoger diploma tonen met een portfolio en assessmentgesprek aan dat zij voor 12 EC per jaar de betreffende competenties hebben ontwikkeld via (eerdere) werkervaring, opleidingen of cursussen. Toetsvorm (voor studenten zonder hbo diploma) Assesmentgesprek. Portfolio.
Deeltijd verkort programma
Afstudeerfase - Differentiatiefase 2e deel – Jaar 2 De tweede helft van dit studiejaar 2 van de opleiding in deeltijd, het verkorte programma, is tevens de afstudeerfase. Het studiejaar is opgebouwd uit twee semesters. Hieronder vind je een overzicht van de vakken van jaar 2. Een verdere beschrijving vind je op Blackboard.
DEELTIJD VERKORT PROgRAMMA – JAAR 2 - SEMESTER 1 Onderwijskunde 2 EC
In een klas zitten altijd leerlingen met verschillende leerstijlen en sociale achtergronden. Daarom moet de docent in staat zijn te variëren en differentiëren. Aan het einde van deze module kun je kenmerken van straatcultuurgedrag benoemen en verschillende aanpakken zoals ‘judo’ onderscheiden en toepassen in conflictsituaties. Je kunt werken met de kernkwadranten van Ofman. Je kunt je eigen gedrag analyseren aan de hand van videofragmenten op onder meer stopgedrag en de congruentie tussen verbaal en non-verbaal gedrag (De Roos van Leary). Ook sta je in deze module stil bij test- en assessmentcultuur, traditionele en authentieke toetsvormen. Deze worden met elkaar vergeleken en in verband gebracht met het werkplekleren. Sommige leerlingen hebben extra aandacht nodig omdat zij leer- en/of gedragstoornissen vertonen. Aan het einde van de module ben je in staat om betrouwbare en geldige toetsen te maken en om leerlingen feedback te geven op hun beeldende werk. Je kunt goed onder andere slecht nieuws gesprekken voeren met leerlingen en je kunt signaleren en verwijzen naar professionele zorginstanties. Toetsvorm Opties: Kennistoets. Dossier. Beroepsproduct.
Literatuur Walter Geerts & René van Kralingen. Handboek voor leraren. Bussum, uitgeverij Couthino, 2011. ISBN: 9789046902509. Tijdschrift ‘Cultuur + Educatie’, nr. 31; download van http://www.lkca.nl/onderzoek Dochy, Filip. & Janssens, Steven. Evaluatie en assessment. In N. Verloop & J. Lowyck (Ed.), Onderwijskunde (p.374-411). Groningen, Uitgeverij Wolters Noordhoff, 2003. Hans Kaldenbach. Respect! 99 Tips voor het omgaan met jongeren in de straatcultuur. Amsterdam, uitgeverij Prometheus, 2004. ISBN: 9044607065.
KUA 4 EC
In deze module staat KUA (Kunst Algemeen) zoals het op havo en vwo in de tweede fase gegeven wordt, centraal. Onderzoek naar inhoud en organisatie van het vak, multidisciplinaire leerinhouden en activerende werkvormen zijn uitgangspunt bij het opzetten en bespreken van theoretische lessen. Je analyseert vwo-examens KUA op niveau en vraagstelling en je maakt kennis met verschillende classificatiesystemen voor vraagtypen. Je zoekt bronnen in verschillende disciplines bij thema’s uit de cultuurhistorie van de twintigste eeuw en maakt kennis met dans, theater en muziek uit deze periode. Kennis, vaardigheden en inzichten komen samen in een eindopdracht: het ontwikkelen van een digitaal interactief vragenblok rond een gegeven onderwerp en invalshoek. Toetsvorm Opties: Beroepsproduct. Digitaal schoolexamen KUA. Literatuur Authentiek lesmateriaal uit een onderwijspraktijk VO, Examens KUA. Overige materialen via Blackboard.
CKV 4 EC
Doel van deze module is studenten kennis en vaardigheden te laten opdoen voor het interdisciplinaire vak CKV dat onderdeel is van het eindexamen vmbo, havo en vwo. De module bestaat uit hoor/werkcolleges aan
61
62
Studiegids 2013-2014
de hand van een CKV gerelateerd thema (Kunst & Cultuur). Parallel daaraan wordt ingegaan op de achtergronden en didactiek van CKV en het verzorgen van interdisciplinair onderwijs. Als meesterproef ontwikkel je een module CKV voor leerlingen uit vmbo, havo of vwo. Deze module wordt uitgevoerd in de praktijk, waarna je de resultaten presenteert aan je medestudenten. Toetsvorm Werkdossier. Presentatie. Literatuur Digitale reader CKV.
Werkplekleren 8 EC
De deeltijdopleiding is een opleiding waarin ‘werkend leren’ centraal staat: je leert op de Academie en in een kunsteducatieve baan. Je moet gemiddeld één dag per week werkzaam zijn in een kunsteducatieve functie. Toetsvorm Werkplekleren wordt beoordeeld aan de hand van verslaglegging in het portfolio, op grond van participatie in intervisiesessies en op grond van beoordelingen van werkgevers, begeleiders op de werkplek en stagecoaches van de Academie.
Algemene hbocompetenties 12 EC De binnen het hoger beroepsonderwijs algemene en persoonlijke competenties (samenwerken, organiseren, communiceren, zelfstandig leren) en competenties gericht op verbreding (keuze) zijn bij de deeltijdopleiding belegd als module Organiseren & Samenwerken. Studenten met een hbodiploma of hoger ontvangen vrijstelling van de algemene hbo-competenties. Studenten zonder een hoger diploma tonen met een portfolio en assessmentgesprek aan dat zij voor 12 EC per jaar de betreffende competenties hebben ontwikkeld via (eerdere) werkervaring, opleidingen of cursussen. Als dit niet het geval is, volgt er een aanvullende opdracht; de beschrijving daarvan staat op Blackboard.
Toetsvorm (voor studenten zonder hbo diploma) Assesmentgesprek. Portfolio.
Deeltijd verkort programma – Jaar 2 - Semester 2 In de afstudeerfase werk je voornamelijk zelfstandig aan de voorbereiding van je afstuderen. Hieronder vind je een overzicht van de vakken in semester 2 van jaar 2. Een verdere beschrijving vind je op Blackboard.
Afstudeeronderzoek 12 EC
In het afstudeerjaar voer je een onderzoek uit waarin je actuele ontwikkelingen in het brede veld van de kunsteducatie exploreert of toetst. In het onderzoek komen kunsttheoretische, onderwijskundige en/of didactische aspecten geïntegreerd aan de orde, waarbij de onderzoeksmethodiek bepaald wordt door je gekozen afstudeerprofiel. In de afstudeerhandleiding kun je de verschillende mogelijkheden voor je afstudeeronderzoek vinden en de criteria waar je afstudeeronderzoek aan moet voldoen. Toetsvorm Het afstudeeronderzoek aan de hand van een rubric door zowel een eerste als een tweede beoordelaar. Literatuur Afstudeerhandleiding BVO (2013) Baarda, Ben. Dit is onderzoek! Handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Noordhoff Uitgevers, 2009. ISBN: 9789001713867. Baarda, Ben. Kalmijn, Mathijs en De Goede, Martijn. Enquêteren en gestructureerd interviewen. De Educatieve partners, 2000. ISBN: 9789020730869 Baarda, Ben, De Goede, Martijn en Teunissen, Jos. Basisboek Kwalitatief Onderzoek. Noordhoff Uitgevers. ISBN: 9789020724851.
Deeltijd verkort programma
Werkplekleren 6 EC
De deeltijdopleiding is een opleiding waarin ‘werkend leren’ centraal staat: je leert op de Academie en in een kunsteducatieve baan. Je moet gemiddeld één dag per week werkzaam zijn in een kunsteducatieve functie. Toetsvorm Werkplekleren wordt beoordeeld aan de hand van verslaglegging in het portfolio, op grond van participatie in intervisiesessies en op grond van beoordelingen van werkgevers, begeleiders op de werkplek en stagecoaches van de Academie.
Algemene hbocompetenties 12 EC Zie beschrijving semester 1 op pagina 62.
63
64
Studiegids 2013-2014
65
66
Studiegids 2013-2014
67
68
Studiegids 2013-2014
69
70
Studiegids 2013-2014
4.4. Keuzevakken Er zijn in totaal 8 keuzevakken, 4 per semester. Elke keuzevak is 2 EC waard en iedere bijeenkomst duurt 2,5 uur, van 18.30 tot 21.00 uur. Inschrijven doe je via Blackboard.
SEMESTER 1 Muziekgeschiedenis 2 EC
10 september-10 december 2013 (dinsdagavonden) De lessen geven een algemeen overzicht van de geschiedenis van de westerse muziek vanaf de middeleeuwen tot heden, met een terugkoppeling naar beeldende kunst. Onderwerpen als opera, de opkomst van de piano en compositie worden als thema’s behandeld om door de stijlperiodes heen verbindingen te leren leggen. Het bezoeken van een muziekproductie is onderdeel van de lessen net als het kennismaken met de cultuur van het musiceren, het werkveld en de musicus. Naast de lessen zijn er een aantal opdrachten zoals het bestuderen van literatuur, het beluisteren van muziek en een presentatie geven voor de groep. De lessenserie wordt afgesloten met het schrijven van een essay over een zelfgekozen onderwerp dat een onderdeel uit de muziekgeschiedenis verbindt met de actualiteit.
MediaCultuur 2 EC
10 september- 10 december 2013 (dinsdagavonden) Populaire en digitale media zijn prominent in onze hedendaagse maatschappij en vormen een belangrijke inspiratiebron; zowel voor leerlingen als voor professionele kunstenaars. De AHK biedt in samenwerking met Academies voor Beeldende Vorming van ArtEZ, Willem de Kooning Academie, HKU, Minerva en met het Stedelijk Museum, V2_Institute for the Unstable Media, het Nederlands Instituut voor Mediakunst, het Museum voor Communicatie, het Nederlands Fotomuseum, het Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid, Digital Play-
grond, FOAM, Waag Society en Kennisnet een module waarin je leert om ‘mediawijze kunstlessen’ te ontwerpen aan de hand van mediatheorie, actuele kunstwerken en mediadidactiek. De beste lessenserie(s) worden beloond met de MediaCultuurprijs 2014 en een publicatie daarover op de website www.mediacultuur.net. Je hoeft niet speciaal digitaal vaardig te zijn, interesse in mediacultuur en actuele kunst is voldoende.
Ondernemen in Cultuur en Educatie 2 EC 11 september-11 december 2013 (woensdagavonden) Een reeks van twaalf lessen voor studenten die na hun opleiding als zelfstandig docent met cultuureducatieve projecten aan de slag willen met een goed plan. De theorie en praktijklessen van dit keuzevak zijn speciaal door Cultuur Ondernemen ontwikkeld. Het programma bereid je voor op het stapsgewijs ontwikkelen en uitvoeren van een educatief project en zakelijk ondernemen. Onderwerpen zoals btw, sociale zekerheid en administratie komen aan bod en ook net als het werven, uitvoeren en aanbieden van opdrachten voor projecten in de educatieve sector, prijsbepaling van je project (belangrijk voor een succesvolle acquisitie), kennis en inzicht in de infrastructuur van het basisonderwijs en juridische communicatie.
Outside in! 2 EC
11 september-11 december 2013 (woensdagavonden) Steeds vaker komen vanuit de kunstpraktijk vragen over het werken met kinderen of jongeren met een beperking. Die beperking kan lichamelijk, verstandelijk of psychisch zijn. In dit keuzevak krijg je inzicht in kunstonderwijs in het speciaal onderwijs dat is georganiseerd in vier clusters voor verschillende doelgroepen. De artistieke mogelijkheden van de verschillende doelgroepen komen aan de orde en de competenties jij als vakdocent nodig hebt om met deze doelgroep te werken, worden belicht.
Keuzevakken
SEMESTER 2 Rondleiden in het museum 2 EC 7 januari-16 april 2014 (dinsdagavonden) Rondleiden in het museum is een werkgroep met de centrale vraag centraal: Wat is een goede rondleiding in een museum voor beeldende kunst? In gesprek met educatieve diensten en rondleiders van vooraanstaande Amsterdamse kunstmusea zal hierop een antwoord op worden geformuleerd. Ook zullen op de Academie belangrijke theorieën en ideeën over deze materie vanuit (museaal) kunsteducatief oogpunt worden onderzocht.
Dans: historie en actualiteit 2 EC 9 januari-18 april 2014 (donderdagavonden) Dans is een van de kunstvakken in het vo en ook onderdeel van Kunst Algemeen. Hoe doceer je dans als je expert bent in de beeldende vakken? In deze module verdiepen wij ons in de kunstvorm dans. We kijken globaal naar de dansgeschiedenis van de 20e en 21e eeuw. Bovendien maak je kennis met voorbeelden aan de hand van dansfragmenten, voorstellingen en andere bronnen. We analyseren dans en gaan op zoek naar de overeenkomsten in – het kijken naar – kunst (dans, beeldend) in het algemeen. We brengen een bezoek aan het werkveld en je leert bronnen kennen om later nog eens terug te zoeken.
Theater: historie en actualiteit 2 EC 7 januari-16 april 2014 (dinsdagavonden) Onderwerp van dit keuzevak zijn belangrijke schrijvers uit de theatergeschiedenis in relatie tot hun sociaal maatschappelijke context. Iedere periode wordt in twee lessen besproken. Je leest ter voorbereiding uitgereikte stukken. Daarnaast wordt twee of driemaal een voorstelling bezocht in het kader van een van de besproken schrijvers en deze voorstelling klassikaal
na te bespreken. Deze schrijvers worden behandeld, vertrekkend vanuit de volgende vragen wat het belang kan zijn van theater en het theaterschrijven in hun context en wat probeert een schrijver met zijn werk uit te drukken en welke middelen gebruikt hij daarvoor.
Diversiteit 2 EC
9 januari-18 april 2014 (donderdagavonden) Is onze westerse blik op de kunst- en cultuurgeschiedenis nog wel van deze tijd? Is Yinka Shonibare een Nigeriaans-Britse kunstenaar of niet? Is er zoiets als niet-westerse hedendaagse kunst? In dit keuzevak wordt het kunstdocentschap onder de loep genomen tegen de achtergrond van globalisering en wereldburgerschap. Hiervoor wordt een theoretisch kader geboden waarin de uiteenlopende wijzen waarop beeldende kunst en vormgeving beschouwd kunnen worden, vanaf de jaren 60 van de afgelopen eeuw, aan bod komen. Hiernaast is er ook plaats voor de eigen identiteit en culturele verschillen in relatie tot het vakgebied. In deze module ontwikkel je lesmateriaal rond het thema ‘wereldburgerschap’ waarin een theoretische onderbouwing van inhoud, didactische aanpak, verantwoording vanuit kunstgeschiedenis en eigen ervaringen en inzichten een plaats krijgen. Naast hoor- en werkcolleges, mede door gastdocenten, behoort een galerie en/ of museumbezoek ook tot de mogelijkheden.
71
72
Studiegids 2013-2014
5. Jaarplanning Weekindeling curriculum 2.1 wk 29
15 t/m 21 jul
Zomervakantie
wk 30
22 t/m 28 jul
Zomervakantie
wk 31
29 juli t/m 4 aug
Zomervakantie
wk 32
5 t/m 11 aug
Zomervakantie
wk 33
12 t/m 18 aug
Onderwijsluwe week
wk 34
19 t/m 25 aug
Onderwijsluwe week
wk 35
ma 26 aug
Introductie eerstejaars studenten
do 29 aug
Introductie hogerejaars studenten
wk 35
leswk 0
Semester 1 wk 36
leswk 1
ma 2 sept
Start studiejaar 2013-2014
wk 37
leswk 2
wo 11 sept
VERS (AHK) openingsfeest
wk 38
leswk 3
wk 39
leswk 4
do 26 sept
Diploma-uitreiking 17.00uur & uitreiking propedeusediploma
wk 40
leswk 5
wk 41
leswk 6
wk 42
14 t/m 20 okt
Studiereis
wk 43
21 t/m 27 okt
Herfstvakantie
wk 44
leswk 7
ma 28 okt
Proefvisitatie
wk 45
leswk 8
di 5 nov
Accreditatie
wk 46
leswk 9
za 16 nov
Open dag
wk 47
leswk 10
di 19 nov
Open dag deeltijd (16.00-20.00uur)
wk 48
leswk 11
wo 4 dec
Deadline portfolio voor toelating wo 18 december
wk 49
leswk 12
wk 50
leswk 13
wk 51
leswk 14
wo 18 dec
Toelatingen; deadline portfolio wo 4 december
wk 52
23 t/m 29 dec
Kerstvakantie
wk 1
30 dec t/m 5 jan
Kerstvakantie
wk 4
20 t/m 26 jan
Toetsweek & beoordelingen
wk 5
27 jan t/m 2 febr
Toetsweek & beoordelingen
wk 6
3 t/m 9 febr
Herkansingen
wk 2
leswk 15
wk 3
leswk 16
Jaarplanning 2013-2014
Semester 2 wk 7
leswk 1
wk 8
leswk 2
wk 9
24 feb t/m 2 mrt
Voorjaarsvakantie
za 22 mrt
Open dag
di 1 apr
Deadline portfolio’s voor toelatingen di 15 april
leswk 9
di 15 apr
Toelatingen; deadline portfolio di 1 april
wk 16
leswk 9
vr 18 apr
Goede vrijdag
wk 17
leswk 10
ma 21 apr
2e Paasdag
za 26 apr
Koningsdag
28 apr t/m 4 mei
Meivakantie
do 29 mei
Hemelvaart
vr 30 mei
Dag na Hemelvaart
ma 9 jun
2e Pinksterdag
wk 25
16 t/m 22 jun
Toetsweek & beoordelingen
wk 26
23 t/m 29 jun
Toetsweek & beoordelingen
wk 27
30 jun t/m 6 jul
Herkansingen
wk 27
vr 4 jul
Opening eindexamenexpositie
wk 28
7 t/m 13 jul
Overmachttoetsen
wk 28
do 10 jul
Diplomauitreiking & deadline negatief bindend studieadvies
wk 29
14 t/m 20 jul
Onderwijsluwe week
wk 30
21 t/m 27 jul
Zomervakantie
wk 31
28 jul t/m 3 aug
Zomervakantie
wk 32
4 t/m 10 aug
Zomervakantie
wk 33
11 t/m 17 aug
Onderwijsluwe week
wk 34
18 t/m 24 aug
Onderwijsluwe week
wk 35
25 t/m 31 aug
Introductieweek
wk 10
leswk 3
wk 11
leswk 4
wk 12
leswk 5
wk 13
leswk 6
wk 14
leswk 7
wk 15
leswk 8
wk 16
wk 18 wk 19
leswk 11
wk 20
leswk 12
wk 21
leswk 13
wk 22
leswk 14
wk 23
leswk 15
wk 24
leswk 16
Semester 1 wk 36
ma 1 sept
Start studiejaar 2014-2015
73
74
Studiegids 2013-2014
75
76
Studiegids 2013-2014
6. Vakkenoverzicht VOLTIJD Jaar 1 Semester 1 2D Design Onderwijskunde Vakdidactiek Kunstgeschiedenis Cultuurgeschiedenis Studiereis Stage Studieloopbaanbegeleiding
Studiepunten Leerlijn EC
5 5 4 4 4 4 1 3
1 1 2 2 2 3 5 2 6
7 7 4 3 4 4 2 1
1 1 2 2 3 3 5 5 6
1 1 1 3
7
4
4 1 2
4 5 2 6
TechnologyLab Keuzemedium 2D, 3D of 4D Onderwijskunde Kunstbeschouwing Stage Educatief project met externe opdrachtgever Educatie en beleid Keuzevakken Themaweek Studieloopbaanbegeleiding
2
1
7 4 4 3
1 2 3 2
4 1 2 1
4 4 5 5 6
Totaal 60
Semester 2 11 6 5 4 2
1 2 4 4 5 6
Jaar 4 Beeldend afstuderen Stage Afstudeeronderzoek Afstudeerprofiel Keuzevakken Studiereis Themaweek Studieloopbaanbegeleiding
5 5 2 4
Semester 2
Jaar 3 Semester 1 Keuzemedium 2D, 3D, 4D of Design Stage CKV KUA Keuzevakken Studieloopbaanbegeleiding
3D 4D TechnologyLab Kunstbeschouwing Project Visie op de beroepspraktijk Educatief project met externe opdrachtgever Themaweek Stage Studieloopbaanbegeleiding
Totaal 60
Jaar 2 Semester 1 Keuzemedium 2D, 3D of 4D Design Vakdidactiek Stage Kunstgeschiedenis Cultuurgeschiedenis Keuzevakken Studiereis Studieloopbaanbegeleiding
Semester 2
20 13 12 8 5 1 1 Totaal 60
1 2 4 5 5 5 5 6
Keuzemedium 2D, 3D, 4D of Design Onderzoeksvaardigheden Afstudeerplan Stage Educatief project met externe opdrachtgever Keuzevakken Themaweek Studiereis Afstudeerprofiel Studieloopbaanbegeleiding
11 2 2 5
1 4 4 2
4 2 1
4 5 5 5 5 6
5 Totaal 60
77
DEELTIJD REgULIER Jaar 2 Semester 1 Keuzemedium 2D, 3D of 4D Vakdidactiek Werkplekleren Kunstgeschiedenis Cultuurgeschiedenis Algemene hbo-competenties Studieloopbaanbegeleiding
Studiepunten Leerlijn EC
7 4 5 4 4
1 2 2 3 3
6
4 6
Keuzemedium 2D, 3D of 4D Design Onderwijskunde Werkplekleren Kunstbeschouwing Algemene hbo-competenties Studieloopbaanbegeleiding
7 6 4 5 2
1 1 2 2 3
6
4 6
Totaal 60
Jaar 3 Semester 1 Keuzemedium 2D, 3D, 4D of Design Werkplekleren Kunstbeschouwing Onderzoeksvaardigheden Afstudeerplan Algemene hbo-competenties Studieloopbaanbegeleiding
Semester 2
Semester 2 10 8 4 1 1
1 2 3 4 4
6
4 6
Keuzemedium 2D, 3D, 4D of Design CKV KUA Algemene hbo-competenties Werkplekleren Studieloopbaanbegeleiding
10 4 4
1 4 4
6 6
4 2 6
Totaal 60
Jaar 4 Beeldend afstuderen Afstudeeronderzoek Werkplekleren Algemene hbo-competenties Studieloopbaanbegeleiding
20 12 16
1 4 2
12
4 6
Totaal 60
1 2 3 4 5 6
= Beeldende leerlijn = Didactische leerlijn = Kunsttheoretische leerlijn = Leerlijn verbinding en omgeving = Leerlijn vrije studieruimte = Leerlijn Studieloopbaanbegeleiding
78
Studiegids 2013-2014
DEELTIJD VERKORT PROgRAMMA Jaar 1 Semester 1 Vakdidactiek Onderwijskunde Werkplekleren Algemene hbo-competenties Onderzoeksvaardigheden Studieloopbaanbegeleiding
Studiepunten Leerlijn EC
6 2 8
2 2 2
12 2
4 4 6
Vakdidactiek Onderwijskunde Werkplekleren Kunstgeschiedenis Cultuurgeschiedenis Algemene hbo-competenties Studieloopbaanbegeleiding
4 2 6 5 5
2 2 2 3 3
12
4 6
Totaal 60
Jaar 2 Semester 1 Onderwijskunde KUA CKV Werkplekleren Algemene hbo-competenties Studieloopbaanbegeleiding
Semester 2
Semester 2 2 4 4 8
2 4 4 2
12
4 6
Afstudeeronderzoek Werkplekleren Algemene hbo-competenties Studieloopbaanbegeleiding
12 6
4 2
12
4 6
Totaal 60
1 2 3 4 5 6
= Beeldende leerlijn = Didactische leerlijn = Kunsttheoretische leerlijn = Leerlijn verbinding en omgeving = Leerlijn vrije studieruimte = Leerlijn Studieloopbaanbegeleiding
79
80
Studiegids 2013-2014
Onderwijs- en Examenregeling 2013-2014
Bijlage Onderwijs- en Examenregeling 2013-2014 Bachelo elorropleiding Do Docent be beel eld dende ku k unst en vo vormgev eviing Vo Voltijd en en De Deel elttijd a ls be bedoel eld d in in ar artikel 7. 7.13 va van de de We Wet op op het Ho Hoger en en We Wetenschappel eliijk On Onder erw w ijs (WH (W H W) §1 A Allge gem meen Artikel 1 De opleiding en toelatingseisen Artikel 2 Reikwijdte van de regeling Artikel 3 Doel van de opleiding Artikel 4 Indeling van het onderwijs Artikel 5 De examens van de opleiding Artikel 6 De examencommissie Artikel 7 Taal Artikel 8 Begripsbepalingen § 2 Pro Propedeuse seffase Artikel 9 Inrichting van het onderwijs Artikel 10 Studieadvies en afwijzing § 3 Toetse sen n en en be beoordelin ing gen en en het het examen va van de de pr propedeuse seffase Artikel 11 Toetsing en herkansing Artikel 12 Nadere regels toetsen en beoordelingen Artikel 13 Vorm van de toetsen Artikel 14 Inschrijving voor toetsen Artikel 15 Werkstukken Artikel 16 Excursies Artikel 17 Fraude en plagiaat Artikel 18 Medeplichtigheid §4 T Ten enttamen enu uitslag Artikel 19 Becijfering Artikel 20 Vaststelling en bekendmaking uitslag Artikel 21 Tijdelijke studieonderbreking en geldigheidsduur behaalde studiepunten Artikel 22 Inzage §5 V Vrrijstellingen Artikel 23 Vrijstellingen van toetsen en beoordelingen
§6 O Ov ver ere een enk komstige tto oepassing Artikel 24 Overeenkomstige toepassing Artikelen § 7 Diff Differentiatie- en en af afstudeerfase Artikel 25 Inrichting van het onderwijs § 8 Toetsen en b be eoordelingen differ eren enttiatief efa ase Artikel 26 Toetsing en herkansing; de differentiatiefase bij voltijd en deeltijd regulier § 9 He Het af afsluitend ex examen Artikel 27 Toetsing en herkansing; de examenfase §10 Stu Studi die evoortgan ang g Artikel 28 Studievoortgang en studiebegeleiding §11 O Op penbaarh rheid eid Artikel 29 Openbaarheid van de toetsen en beoordelingen § 12 E Eiigen gend dom w werk erk Artikel 30 Eigendom werk van studenten §13 Be Bew waar arte terrmijn Artikel 31 Bewaartermijn examenwerk van studenten §14 S Sllot- en iin nvoer eriingsbepalingen Artikel 32 Bekendmaking Artikel 33 Onvoorziene gevallen; hardheidsclausule Artikel 34 Inwerkingtreding en citeertitel Bijlagen:Curricula voltijd- en deeltijdopleiding
81
82
Studiegids 2013-2014
§1 Algemeen Artikel 1 De opleiding en toelatingseisen 1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Docent beeldende kunst en vormgeving, verder te noemen: de 2. De bacheloropleiding is een vierjarige HBO-docentenopleiding op het gebied van de beeldende kunst en vormgeving en wordt verzorgd door de Academie voor Beeldende Vorming: de faculteit Beeldende Vorming van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, verder te noemen: de faculteit. 3. De opleiding wordt in voltijd en in deeltijd aangeboden en kent een semesterindeling met een onderverdeling in twee blokken per semester. 4. De opleiding is toelaatbaar voor kandidaten met een minimale vooropleiding van mbo4, havo, vwo. Wanneer de kandidaat niet over een van deze vooropleidingdiploma’s beschikt, kan de faculteit beslissen iemand na het behalen van een theoretische toelatingstoets (zogeheten ‘colloquium doctum’) toe te laten. 5. Naast deze algemene vooropleidingseisen geldt binnen het kunstvakonderwijs een toelatingsexamen waarbij geschat wordt of een kandidaat voldoende competenties bezit om de opleiding te kunnen volgen; een toelatingscommissie beoordeelt het reflectief vermogen en de artistieke aanleg, die blijkt uit: a. beeldend vermogen, werken vanuit waarneming en vanuit fantasie; b. gevoel voor kleur, vorm, materiaal c. oorspronkelijkheid en eigenzinnigheid (Regeling aanvullende eisen hoger onderwijs en kunstonderwijs 2007, OCW). Uiterlijk 2 weken voorafgaand aan de toelating levert de kandidaat het portfolio in. Op basis hiervan zal de eerste selectie plaatsvinden. Na voldoende beoordeling van het portfolio wordt de kandidaat uitgenodigd voor een gesprek met de toelatingscommissie. 6. Voor de deeltijdvariant zijn studenten toelaatbaar op grond van een bachelor
diploma kunstonderwijs. Bij alle kandidaten wordt tijdens een intakegesprek individueel de relatie gelegd tussen het vastgestelde niveau op alle competenties en de onderdelen van het deeltijdcurriculum die vervolgens nog open staan. De hieruit voortvloeiende vrijstellingen zijn ter beoordeling van de examencommissie. 7. Binnen de deeltijdopleiding is het hebben van een relevante (betaalde of onbetaalde) werkplek, een eis aangezien het onderdeel vormt van het programma. De activiteiten op de werkplek worden mede beoordeeld voor de studieresultaten. De omschrijving van wat onder relevant werk wordt verstaan, is terug te vinden in de studiegids. Als studenten in deeltijd geen relevante werkplek hebben, moeten zij dit direct melden aan de studieloopbaanbegeleider. Vervolgens krijgen zij 4 weken de tijd een relevante werkplek te vinden in de vorm van (on)betaald werk. Als dit niet lukt, dan kan de opleiding niet langer gecontinueerd worden en wordt de student uitgeschreven.
Artikel 2 Reikwijdte van de regeling 1. Deze regeling is van toepassing op de studenten die in het studiejaar 2013-2014 in de administratie van de opleiding geregistreerd staan als voltijd of deeltijd student.
Artikel 3 Doel van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd competenties op Hbo-niveau te ontwikkelen, die voor de uitoefening van het beroep van docent in de beeldende kunst en vormgeving noodzakelijk zijn. Tot het beroepsperspectief behoren ook functies binnen kunsteducatieve en culturele instellingen voor zover gericht op overdracht van aspecten van beeldende kunst en vormgeving. 2. Het curriculum van de opleiding is competentiegestuurd. In deze studiegids is opgenomen de vertaling van de competenties in concrete leerdoelen waarin de
Onderwijs- en Examenregeling 2013-2014
• • • • •
kwaliteit en het niveau van de kennis, inzichten en vaardigheden worden uitgedrukt. De hoofdcompetenties sluiten aan bij het landelijke opleidingsprofiel Docent beeldende kunst en vormgeving (HBOraad, 2004), de landelijke competenties van de Stichting Beroepskwaliteit Leerkrachten (SBL) en de Kennisbasis voor Lerarenopleidingen Beeldende Kunst & Vormgeving (www.10voordeleraar.nl; HBO-raad, juni 2012): Artistiek vermogen Vermogen tot kritische reflectie en ontwikkeling Pedagogisch en didactisch vermogen Inter-persoonlijk vermogen Omgevingsgericht vermogen
Artikel 4 Indeling van het onderwijs Binnen het voltijdprogramma is het mogelijk accenten te leggen en zich in een richting van de kunsteducatie te profileren waarmee aansluiting op het brede werkveld mogelijk is. De deeltijdvariant is primair gericht op de lesbekwaamheid voor het Voortgezet Onderwijs; profilering binnen dit programma is op kleine schaal mogelijk via het afstuderen. Voltijd: 1. De propedeusefase kent een voor alle studenten gelijk curriculum. 2. In de differentiatiefase (het tweede en derde studiejaar) wordt de student in staat gesteld zowel theoretisch als beeldend accenten te leggen: - m.b.t. de eigen beeldende ontwikkeling via een keuze voor en uitdieping van beeldende vakken; - door het volgen van persoonlijke interesses of profilering via keuzevakken in de vrije ruimte; - de student kiest aan het einde van leerjaar 3 voor een van de drie afstudeerprofielen: ‘didactiek’, ‘kunsttheorie’ of ‘kunstpraktijk’. Dit krijgt vorm in een afstudeerplan, dat de basis vormt voor jaar 4. 3. In de afstudeerfase (vierde studiejaar) staan zelfstandigheid en eigen onderzoek centraal. In leerjaar 4 geeft de student via stage, keuzevakken en een
profieldeel, invulling aan een van de drie onder 2. genoemde afstudeerprofielen. Daarnaast voert de student een onderzoek uit in een van de onder 2 genoemde afstudeerprofielen. Deeltijd: 1. De propedeusefase kent een voor alle studenten gelijk curriculum. 2. In de differentiatiefase wordt de student in staat gesteld beeldend accenten te leggen: 3. De student kiest aan het einde van de differentiatiefase voor één van de twee afstudeerprofielen: ‘kunsttheorie’ of ‘kunstpraktijk’. 4. In de afstudeerfase staan zelfstandigheid en onderzoek centraal waarbij de student eigen interesses kan betrekken. Daarnaast voert de student een onderzoek uit in één van de onder 2 genoemde afstudeerprofielen.
Artikel 5 De examens van de opleiding In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: • het propedeutisch examen ter afsluiting van de propedeuse • het afsluitend examen aan het einde van de bachelor
Artikel 6 De examencommissie De examencommissie is verantwoordelijk voor: 1. het vaststellen of een student voldoet aan de voorwaarden die de Onderwijs- en examenregeling (OER) stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad; 2. het namens het College van Bestuur uitreiken van het diploma en verlenen van de betreffende graad; 3. het verlenen van het predicaat ‘cum laude’ conform de regels van de OER 4. het verlenen van vrijstellingen; 5. het verlenen van toestemming voor een afwijkend persoonlijk studietraject; 6. het verlenen van specifieke aanpassingen
83
84
Studiegids 2013-2014
in het onderwijsprogramma of de wijze van toetsing in het kader van Handicap en studie, conform het protocol H + S 7. het aanwijzen van de examinatoren; 8. de afhandeling van klachten op het gebied van toetsing en beoordeling; 9. het verlenen van verklaringen aan studenten die tussentijds de opleiding verlaten; 10. het opleggen van sancties als fraude en/of plagiaat is geconstateerd. Deze sancties worden in redelijkheid opgelegd in relatie tot de daarvoor geldende wettelijke regelingen.
Artikel 7 Taal Het onderwijs wordt in de Nederlandse taal gegeven (artikel 7.2 WHW), met uitzondering van gastcolleges van anderstalige docenten. Vakliteratuur wordt in het Engels aangeboden wanneer er geen Nederlandse vertaling beschikbaar is.
Artikel 8 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW); b. student: hij/zij die als student of extraneus is ingeschreven aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de toetsen en de examens van de bacheloropleiding. NB: in deze OER wordt de student verder aangeduid met ‘hij’; c. hogeschool: de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten; d. examencommissie: de commissie, als bedoeld in artikel 7.12 van de wet; e. opleiding: de bacheloropleiding Docent beeldende kunst en vormgeving; f. propedeuse: de propedeutische fase van de bacheloropleiding, als bedoeld in Artikel 7.8 van de wet; g. postpropedeuse: het gedeelte van de bacheloropleiding, dat volgt op de propedeuse; h. blok: een onderwijsperiode van 9 weken. Het studiejaar is verdeeld in 4 blokken; i. onderwijseenheid: een afgeronde eenheid waarin bepaalde leerstof of
opdrachten worden aangeboden. Een eenheid wordt afgesloten met één of meerdere toetsen. Aan elke onderwijseenheid wordt één cijfer of woordbeoordeling toegekend; j. toets: een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Een toets kan verschillende vormen hebben (tentamen, opdracht, mondelinge presentatie, verslag, actieve deelname et cetera.); k. examen: het propedeutisch examen en/ of het afsluitend examen, welk laatste examen in deze regeling wordt aangeduid met eindexamen; l. keuzevak: een vak, niet deel uitmakend van een minor, dat binnen de faculteit of door een instelling buiten de faculteit wordt aangeboden en kan dienen ter invulling van de vrije studieruimte; m. vrije studieruimte: algemene term voor het gedeelte van de opleiding dat door een student binnen bepaalde regels vrij kan worden ingevuld; n. stage: een onderwijseenheid waarin de student praktische werkervaring opdoet binnen een instelling op het werkterrein van de opleiding; o. werkplek: een (on)betaalde plek waarin de student praktische werkervaring opdoet binnen een instelling op het werkterrein van de opleiding. p. studiepunt: één studiepunt staat voor een studiebelasting van 28 uur; q. voldoende: een cijfer van 5,5 of hoger; r. studentenstatuut: het statuut van de hogeschool (AHK) waarin de algemene rechten en plichten van de student zijn omschreven (versie juni 2010); s. directie: de directeur van de Academie voor Beeldende Vorming; t. leiding: de directeur van de Academie voor Beeldende Vorming. u. Faculteitsraad: deelraad (conform artikel 10.25 WHW) v. Decaan: informeert en adviseert studenten tijdens hun studie waar het problemen betreft die voortkomen uit de persoonlijke omstandigheden van de student en aanpassingen met betrekking tot handicap en studie. w. Studieloopbaanbegeleider: begeleidt de student gedurende de studieloopbaan.
Onderwijs- en Examenregeling 2013-2014
§2 Propedeusefase Artikel 9 Inrichting van het onderwijs 1. Het onderwijs van de propedeuse met de daarbij behorende studielast en toetsingsvormen is omschreven op Blackboard. 2. Het onderwijs wordt verzorgd in twee semesters; elk semester kent twee blokken. 3. De studielast van de opleiding bedraagt 240 studiepunten. De propedeusefase bedraagt 60 studiepunten bij Voltijd en Deeltijd. 4. De eisen die gelden voor de toekenning van de studiepunten zijn per vak of studieonderdeel in de studiegids beschreven. 5. Voor alle vakken en studieonderdelen geldt een aanwezigheidsplicht van minimaal 80%. Als deze norm niet is gehaald, kan geen beoordeling plaatsvinden en worden geen studiepunten toegekend. Een uitzondering kan worden gemaakt bij overmacht, ziekte, e.d. In dat geval kan de docent een vervangende eis stellen. De docent houdt de presentie digitaal bij beoordeelt of dit aan de orde is. 6. Als de student niet voldaan heeft aan de 80% aanwezigheideis – en er geen sprake is van de uitzondering genoemd onder 9 lid 5 - , dan betekent dit dat de student het vak volledig opnieuw in het daaropvolgende studiejaar zal moeten volgen.
Artikel 10 Studieadvies en afwijzing 1. Elke student wordt aan het einde van de propedeutische fase door of namens de faculteitsdirectie geadviseerd over het vervolg van de opleiding. 2. Aan het studieadvies aan de student die het propedeuse-examen nog niet met goed gevolg heeft afgelegd, kan een afwijzing voor onbepaalde tijd worden verbonden indien hij / zij minder dan 52 studiepunten (inclusief vrijstellingen en een voldoende stage) heeft behaald. De afwijzing is bindend en houdt in dat de student niet opnieuw
voor dezelfde opleiding kan worden ingeschreven. 3. De afwijzing wordt namens het College van Bestuur gegeven door de faculteitsdirectie, met inachtneming van de persoonlijke omstandigheden van de student. De persoonlijke omstandigheden zijn uitsluitend: a. ziekte van de betrokkene; b. lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornissen van betrokkene; c. zwangerschap van betrokkene; d. bijzondere familieomstandigheden; e. het lidmaatschap, daaronder begrepen het voorzitterschap, van de Hogeschoolraad, de Facultaire Medezeggenschapsraad of een andere formele facultaire commissie; f. andere door de hogeschool aan te geven omstandigheden waarin betrokkene activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van de zaken van de hogeschool; g. het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang met volledige rechtsbevoegdheid, dan wel van een vergelijkbare organisatie van enige omvang, bij wie de behartiging van het algemeen maatschappelijk belang op de voorgrond staat en die daartoe daadwerkelijk activiteiten ontplooit. In dit geval komen uitsluitend de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester in aanmerking. 4. Voorafgaand aan de afwijzing, wordt betrokkene door of namens de faculteitsdirectie niet later dan 1 maart van het lopende studiejaar schriftelijk gewaarschuwd. Indien wegens aanzienlijke verslechtering van de studieresultaten pas na 1 maart aanleiding bestaat voor het afgeven van een schriftelijke waarschuwing, wordt deze alsnog gegeven, op een zodanig tijdstip dat verbetering van de resultaten nog mogelijk is. Van deze waarschuwing worden de studieloopbaanbegeleider en de decaan op de hoogte gesteld. Deze kunnen naar aanleiding daarvan het initiatief nemen advies uit te brengen aan de faculteitsdirectie.
85
86
Studiegids 2013-2014
5. Als de faculteitsdirectie de intentie heeft namens het College van Bestuur een afwijzing te geven, stelt zij de studentendecaan schriftelijk in kennis van dit voornemen. Deze krijgt de gelegenheid om binnen vijf werkdagen al dan niet advies uit te brengen aan de faculteitsdirectie. De student wordt tegelijkertijd op de hoogte gesteld van het voornemen en de mogelijkheid bij de decaan een beroep te doen op persoonlijke omstandigheden. 6. De student die melding maakt van persoonlijke omstandigheden, voorziet het decanaat van de benodigde bewijsstukken. Bij ziekte, bijzondere familieomstandigheden, lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis of zwangerschap van betrokkene dient een medische verklaring te worden overgelegd. 7. Indien geen advies wordt uitgebracht stelt de decaan de faculteitsdirectie daarvan tijdig op de hoogte. Vervolgens deelt de directie zijn beslissing schriftelijk aan de student mee, met afschrift aan de studentendecaan. 9. Indien de decaan advies heeft uitgebracht, legt de faculteitsdirectie het voornemen tot het geven van een bindend studieadvies voor aan het College van Bestuur, onder overlegging van het volledige dossier. In deze gevallen beslist het College van Bestuur over het verstrekken van het bindend studieadvies en deelt zijn beslissing schriftelijk aan de student mee, met afschrift aan de faculteitsdirectie en de studentendecaan. 10.De afwijzing wordt gegeven aan het einde van de propedeusefase, in ieder geval v贸贸r 1 september. 11.Verzending geschiedt naar het adres zoals dat laatstelijk door de betrokkene is doorgegeven aan de centrale studentenadministratie. Het besluit van de faculteitsdirectie, dan wel het College van Bestuur vermeldt de beroepsgang. 12. Een negatief bindend studieadvies kan worden gegeven zolang de student in de propedeutische fase is ingeschreven. 13.Een Negatief Bindend Studieadvies wordt tevens gegeven indien de student aan het einde van zijn tweede jaar van
inschrijving zijn propedeutisch examen nog niet heeft gehaald. Artikel 10 lid 3 tot en met 11 zijn daarbij van overeenkomstige toepassing.
搂3 Toetsen Toetsen en beoordelingen en het examen van de propedeusepropedeusefase Artikel 11 Toetsing en herkansing 1. De volgorde van toetsen en beoordelingen, de wijze waarop, de gehanteerde criteria alsmede de vorm waarin deze worden afgenomen staan in de studiegids en staan vermeld op Blackboard. Waar in deze regeling sprake is van toets of beoordeling, wordt daaronder het tentamen als bedoeld in Artikel 7.10, eerste lid WHW verstaan. 2. Studenten met een functiebeperking kunnen via de studentendecaan bij de examencommissie een verzoek indienen om aanpassingen bij tentaminering of examinering, zoals verlenging van de tijdsduur van het tentamen, toestaan van het gebruik van bepaalde hulpmiddelen, of het tentamen in een aangepaste vorm doen (zoals mondeling in plaats van schriftelijk). De examencommissie beslist welke aanpassingen worden toegestaan. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 3. De studieloopbaanbegeleider bespreekt gedurende het studiejaar periodiek de studievoortgang met de student. Jaarlijks voert de studieloopbaanbegeleider aan het eind van het studie assessmentgesprek met de student waarmee wordt beoordeeld of de student de benodigde competenties voldoende ontwikkeld heeft. In het tweede studiejaar vindt tevens een midterm assessment plaats.
Onderwijs- en Examenregeling 2013-2014
4. De uitslag van een toets die met goed gevolg wordt afgesloten, is definitief. 5. Een toets is met goed gevolg (voldoende) afgesloten indien daarvoor het cijfer 5,5 of hoger, dan wel in toepasselijke gevallen minimaal het predicaat ‘voldoende’ is verleend. 6. Er wordt voor een toets één herkansing per studiejaar aangeboden indien het resultaat 5,4 of lager of ‘onvoldoende’ is aan het eind van het daaropvolgende semester. De herkansingen vinden conform het jaarrooster van het betreffende studiejaar plaats. 7. De examencommissie beslist of een student nog een overmachttoets krijgt aangeboden. Deze toets zal vóór de zomervakantie plaatsvinden. Een overmachttoets wordt aangeboden wanneer er sprake is van aantoonbare overmacht (bijvoorbeeld ziekte) die deelname aan de eerste en/of tweede toets heeft verhinderd. De student is, in geval van overmacht, verplicht zich vóór de toets per e-mail af te melden bij de studentenadministratie. De student is verplicht, zo snel als mogelijk een schriftelijk bewijs van overmacht te overleggen aan de decaan. De student gebruikt daartoe het op het intranet geplaatste formulier ‘aanvraag overmacht’. 8. Een overmachttoets kan alleen worden aangevraagd als de student geen gebruik heeft kunnen maken van de eerste en/of de tweede kans voor een toets. 7. De student die niet is toegelaten tot het tweede studiejaar hoeft de onderwijseenheden die voldoende zijn afgesloten niet over te doen. 8. De tweedejaars student die een eerstejaarstoets wil afleggen, moet rekening houden met het feit dat de inhoud van de toetsstof en vorm van de toets gewijzigd kan zijn. De student moet aan de reguliere toetsen meedoen. 9. Nadat alle voor het propedeuse-examen benodigde 60 studiepunten zijn behaald, wordt het propedeusegetuigschrift afgegeven, een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.8b WHW. 10.Om tot het tweede studiejaar toegelaten te worden dient de student minimaal 52 studiepunten uit het eerstejaars curriculum behaald te hebben. De toelating
is een besluit van de examencommissie. Het besluit wordt genomen uiterlijk 15 juli van het lopende studiejaar. Indien er sprake is van een overmachttoets na de zomervakantie zal het besluit worden genomen niet later dan 1 september.
Artikel 12 Nadere regels toetsen en beoordelingen 1. De examinator gebruikt een presentielijst als bewijslast van aanwezigheid van de student. 2. Studenten die later dan dertig minuten dan het vastgestelde aanvangstijdstip van een tentamen verschijnen, worden niet meer in de gelegenheid gesteld het tentamen af te leggen. In verband met het bovenstaande kan een kandidaat de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen niet eerder verlaten dan een half uur na aanvang. 3. Een student moet zich legitimeren met zijn collegekaart of identiteitsbewijs. Tijdens theorie tentamens is toiletbezoek is niet toegestaan. De student dient zijn mobiele telefoon uit te schakelen. 4. De student die goedkeuring heeft gekregen om het tentamen op een computer af te leggen, zorgt er voor dat er op de computer geen software of data staat die voor het afleggen van het tentamen van nut kan zijn en dat de netwerkverbinding is uitgeschakeld, tenzij anders is afgesproken met de Examencommissie.
Artikel 13 Vorm van de toetsen 1. De toetsen van de onderwijseenheden worden afgelegd op de op Blackboard aangegeven wijze. Op verzoek van de student kan de Examencommissie toestaan dat een toets op een andere wijze wordt afgelegd. 2. Aan studenten met een lichamelijke of psychische functiebeperking wordt de gelegenheid geboden de toets op een zoveel mogelijk aan hun individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint advies in bij
87
88
Studiegids 2013-2014
de decaan en zo nodig bij de coördinator Studie en handicap van de AHK alvorens te beslissen.
Artikel 14 Inschrijven voor toetsen Een student dient zich voor alle herkansingen van toetsen in te schrijven
Artikel 15 Werkstukken 1. Voor werkstukken gelden de op blackboard vermelde inlevermomenten en plaats van inleveren. Werkstukken (m.u.v. beeldend werk) moeten digitaal ingeleverd worden. 2. Te laat inleveren wordt beschouwd als niet inleveren. De beoordeling van een te laat ingeleverd werkstuk wordt opgeschort tot het volgende, vastgestelde inlevermoment.
Artikel 16 Studiereizen 1. Deelname aan studiereizen is verplicht. De Examencommissie kan in bijzondere situaties toestemming verlenen om niet aan een studiereis deel te nemen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: a. De student dient, schriftelijk, een met redenen omkleed verzoek in. b. Het verzoek moet, behoudens overmacht, minimaal vier weken voor de vertrekdatum worden ingediend. c. De Examencommissie vraagt in alle gevallen advies aan de decaan. Als een student om financiële redenen meent niet mee te kunnen, wordt ook advies gevraagd aan de faculteitsdirecteur. Deze gaat na of er een betalingsregeling kan worden getroffen. d. De Examencommissie stelt de student minimaal een week voor de vertrekdatum op de hoogte van haar beslissing. e. Indien toestemming wordt verleend, zorgt de coördinerende docent van de studiereis voor een vervangende opdracht. Deze opdracht komt qua
belasting en inhoud overeen met de betreffende studiereis. De deadline voor het inleveren van de vervangende opdracht ligt in de toetsweek van het desbetreffende blok.
Artikel 17 Fraude en plagiaat 1. Onder fraude wordt verstaan het handelen van een student dat erop gericht is het vormen van een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden of die van andere studenten geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken; 2. Indien de examinator dan wel de desbetreffende surveillant bij enig tentamen of andere beoordelingsvorm fraude van de zijde van de student vermoedt, doet hij daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de Examencommissie. 3. De Examencommissie beslist binnen twee weken over te nemen maatregelen. De Examencommissie beslist dit pas nadat de student die het aangaat is gehoord danwel hiervoor behoorlijk is opgeroepen. Van het horen wordt verslag gemaakt. 4. De beslissing van de Examencommissie wordt op schrift gesteld en kan inhouden dat een student gedurende een door haar te bepalen termijn het recht wordt ontnomen het desbetreffende onderdeel waarbij fraude is vastgesteld, opnieuw af te leggen. Bij ernstige fraude kan zelfs tot definitieve verwijdering van de opleiding worden besloten. De Examencommissie schrijft de examinator voor dat het onderdeel waarbij is gefraudeerd met het cijfer 0 (nul) wordt beoordeeld. 5. Onder plagiaat wordt onder meer verstaan het zonder bronvermelding overnemen van beeldmateriaal, geluidof tekstmateriaal of het voor eigen werk doorgaan van andermans beeldmateriaal, teksten, gegevens of ideeën. Bij de constatering van plagiaat zijn de artikelen 17.1 t/m 17.4 van overeenkomstige toepassing.
Onderwijs- en Examenregeling 2013-2014
Artikel 18 Medeplichtigheid Indien fraude of plagiaat plaatsvindt met toestemming en/of medewerking van een medestudent, is deze laatste medeplichtig; hiervoor gelden overeenkomstige procedures en sancties.
§4 TentamenTentamenuitslag en geldigheidsduur studiepunten Artikel 19 Becijfering 1. De wijze waarop een cijfer voor een onderwijseenheid wordt vastgesteld, wordt voor de start van een semester bekendgemaakt. 2. Indien er sprake is van een vrijstelling, conform artikel 23 lid 1, is het cijfer voor de desbetreffende onderwijseenheid een 7 (zeven).
Artikel 20 Vaststelling en bekendmaking uitslag 1. Direct na het afnemen van een mondelinge of praktische toets stelt de examinator de uitslag vast en informeert de student hierover. Indien de uitslag niet direct bekend kan worden gemaakt, wordt deze, behoudens overmacht, niet later dan 14 dagen nadat de toets is afgelegd, vastgesteld en aan de student bekend gemaakt. 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk toets vast binnen 15 dagen na de dag waarop die toets is afgelegd, en verschaft de administratie van de faculteit gelijktijdig de nodige gegevens ten behoeve van vastlegging in het studentenadministratiesysteem. 3. Voor het afstudeeronderzoek geldt een andere termijn. De examinator stelt – de uitslag vast binnen 20 werkdagen na
inlevering van het afstudeeronderzoek. De examinator verschaft de administratie van de faculteit gelijktijdig de nodige gegevens ten behoeve van vastlegging in het studentenadministratiesysteem. Het afstudeeronderzoek wordt ook beoordeeld door een tweede beoordelaar. 4. In afwijking van lid 1, 2 en 3 kan de Examencommissie besluiten de gestelde termijnen te verkorten dan wel te verlengen ter wille van een goed verloop van het cursusjaar. De desbetreffende studenten worden van dit besluit direct op de hoogte gebracht waarbij de reden voor de aanpassing wordt vermeld. 5. De examencommissie bewaakt de genoemde termijnen. Bij overschrijding van de in Artikel 2 genoemde termijn van 15 dagen, of de in Artikel 3 genoemde termijn van 20 werkdagen, zal door de Examencommissie uitleg worden gevraagd aan de verantwoordelijke docent. De desbetreffende studenten worden door de Examencommissie op de hoogte gebracht van de duur van de vertraging en de eventuele maatregelen die worden genomen ten behoeve van een goed verloop van hun cursusjaar. 6. In de schriftelijke verklaring over de uitslag van een toets wordt de student gewezen op het inzagerecht bedoeld in artikel 22.
Artikel 21 Tijdelijke studieonderbreking en geldigheidsduur behaalde studiepunten
1. De geldigheidsduur van behaalde onderwijseenheden is in beginsel twee jaar in de propedeutische fase van de bachelor en vier jaar in de postpropedeutische fase van de bachelor. De Examencommissie kan in individuele gevallen, indien daartoe aanleiding bestaat, de geldigheidsduur verlengen. Verlenging wordt in de regel alleen gegeven als er sprake is geweest van aantoonbare persoonlijke studiebelemmerende omstandigheden zoals langdurige ziekte. De Examencommissie zal hierover advies vragen aan de decaan. 2. Na verloop van de onder 21.1 genoemde termijn zijn behaalde toetsen en de daar-
89
90
Studiegids 2013-2014
bij behorende studiepunten niet meer geldig wanneer de module geen onderdeel meer uitmaakt van het programma en aantoonbaar sprake is van verouderde kennis of vaardigheden. 3. Een student kan een met redenen omkleed verzoek doen voor een tijdelijke studieonderbreking. De Examencommissie beslist of deze wordt toegestaan. De maximale duur van een onderbreking is 12 maanden. Van te voren worden afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder de student de opleiding kan hervatten (tijdstip, eventuele aanpassing van de geldigheidsduur behaalde resultaten, et cetera.). Na toelating kunnen op basis van eerder gevolgde studieonderdelen eventuele vrijstellingen worden toegestaan door de examencommissie. 4. Indien een student langer dan 12 maanden zijn studie wenst te onderbreken, met toestemming van de studieleiding, zal bij hervatting van de studie in overleg met de studieleiding worden bepaald of de eerder behaalde kennis en vaardigheden nog actueel zijn of dat er een aantal aanvullende opdrachten dienen te worden verricht om deze verouderde kennis te actualiseren.
Artikel 22 Inzage Gedurende ten hoogste 30 dagen na bekendmaking van de uitslag van een schriftelijke toets krijgt de student desgevraagd inzage in het beoordeelde werk en de gehanteerde beoordelingsnormen.
ยง5 Vrijstellingen Vrijstellingen Artikel 23 Vrijstellingen van toetsen en beoordelingen 1. De Examencommissie kan op verzoek van een student en op advies van de betreffende docent vrijstelling verlenen van een toets van een onderwijseenheid. Daarbij moet voldaan zijn aan een van de volgende voorwaarden:
2.
3.
4.
5. 6. 7. 8.
a. Een bij een andere hogere beroepsof universitaire opleiding, behaalde toets van een onderwijseenheid, die qua competenties overeenkomt met de onderwijseenheid waarvoor men vrijstelling vraagt, zulks ter beoordeling van de Examencommissie; b. Een bewijs van elders in de praktijk verworven competenties die overeenkomen met de competenties van de onderwijseenheid waarvoor men vrijstelling vraagt, zulks ter beoordeling van de Examencommissie. Een student die vrijstelling heeft gekregen voor een bepaalde onderwijseenheid, volgt niet de colleges behorende bij deze onderwijseenheid, tenzij hij daar toestemming voor heeft gekregen van de verantwoordelijke docent. In alle gevallen zal de student het bewijs moeten leveren dat hij de bij een onderwijseenheid behorende competenties beheerst. Voor het aanvragen van vrijstelling gebruikt de student een via intranet beschikbaar aanvraagformulier. Dit formulier bevat tevens informatie over de procedure. Een student ontvangt geen vrijstelling voor delen van onderwijseenheden. Voor de onderwijseenheid waarvoor een vrijstelling is verleend, wordt standaard een (zeven) of een voldoende toegekend. Een student kan voorafgaand aan de start van de studie vrijstellingen aanvragen voor het gehele studieprogramma. Een student kan voorafgaand van de start van het studiejaar vrijstellingen aanvragen voor het komende studiejaar.
ยง6 OvereenkomOvereenkomstige toepassing Artikelen Ar tikelen Artikel 24 Overeenkomstige toepassing Artikelen De paragrafen 3 t/m 5 met betrekking tot toetsen en beoordelen, herkansingen, fraude
Onderwijs- en Examenregeling 2013-2014
en plagiaat, tentamenuitslag, geldigheidsduur en vrijstellingen in de propedeusefase, zijn van overeenkomstige toepassing op het onderwijs van de differentiatie- en afstudeerfase voor zover van die Artikelen in de volgende paragrafen niet is afgeweken.
§7 Differentiatieen afstudeerfase Artikel 25 Inrichting van het onderwijs Voltijd en Deeltijd: 1. De onderwijsprogramma’s (curricula) van de differentiatiefase en afstudeerfase staan omschreven in de studiegids 2013 - 2014 en op Blackboard. Het programma van de differentiatie- en examenfase is een bijlage bij deze OER. 2. de studielast van de differentiatiefase bedraagt 120 studiepunten. De studielast van de afstudeerfase bedraagt 60 studiepunten.
§8 Toetsen Toetsen en bebeoordelingen diffedifferentiatiefase Artikel 26 Toetsing en herkansing; de differentiatiefase 1. Deelname aan het onderwijs en de toetsen van het tweede leerjaar is slechts mogelijk wanneer de student minimaal 52 studiepunten uit het eerstejaars curriculum behaald te hebben. De toelating is een besluit van de examencommissie. Het besluit wordt genomen uiterlijk 15 juli van het lopende studiejaar. Indien er sprake is van een overmachttoets na de zomervakantie (zie Artikel 11 lid 7) zal het besluit worden genomen niet later dan 1 september. 2. Deelname aan het onderwijs en de toetsen van het derde leerjaar is slechts mo-
gelijk indien de student de propedeuse afgerond heeft, en totaal 41 studiepunten uit het tweede jaar heeft behaald (waaronder de stage).
§9 Het afsluitend examen Artikel 27 Toetsing en herkansing; de examenfase 1. De volgorde van toetsen en beoordelingen, de wijze waarop en de vorm waarin deze worden afgenomen staan op Blackboard vermeld. 2. Aan het examen of onderdelen daarvan kan uitsluitend worden deelgenomen nadat alle onderdelen van de voorgaande fase(n) met betrekking tot de leerlijn waarvan de module deel uitmaakt, zoals beschreven in de studiegids, zijn afgesloten. Bovendien moet de student een ‘Go’ hebben gekregen voor het afstudeerplan. 3. De student dient zich bij de studentenadministratie voor elk examenonderdeel in te schrijven voor 1 oktober 2013. De student kan zich pas inschrijven voor een examenonderdeel als aan Artikel 27 lid 2 is voldaan. 4. Bij de beoordeling van het afstudeerwerk van de beeldende vakken is een team van beeldende docenten aanwezig, die als team het beeldend afstuderen hebben begeleid. Dit team van beeldende docenten wordt aangevuld met één of meerdere gecommitteerde(n) (specialist van dat medium), die adviseert en de kwaliteit van de beoordelingsprocedure bewaakt. 5. Bij de beoordeling van het afstudeerwerk van de theoretische vakken wordt een tweede beoordelaar aangewezen. 6. Nadat alle bij de examenfase behorende studiepunten zijn behaald, wordt het getuigschrift/ diploma behorend bij het afsluitend examen uitgereikt. Tot uitreiking wordt niet eerder overgegaan dan nadat de examencommissie heeft vastgesteld dat het totaal aantal studiepunten behaald voor de opleiding 240
91
92
Studiegids 2013-2014
bedraagt en aan de voorwaarden voor een geldige inschrijving is voldaan. 7. De examencommissie besluit of het predicaat ‘cum laude’ op het diploma geplaatst mag worden. Een student komt hier uitsluitend voor in aanmerking als het gemiddelde examencijfer een 8 of hoger is en het laagste examencijfer niet lager dan een 7,5. Studieonderdelen die niet becijferd worden moeten met een voldoende zijn afgesloten. 8. De examencommissie verleent aan de afgestudeerde tegelijkertijd met de uitreiking van het diploma namens het College van Bestuur de graad Bachelor of Fine Art in Education (BFA Ed). 9. Het diploma gaat vergezeld van een Engels- en Nederlandstalig diplomasupplement, plus de cijferlijst.
§10 Studievoort Studievoortgang Artikel 28 Studievoortgang en studiebegeleiding 1. De examencommissie ziet erop toe dat de faculteit zorg draagt voor een zodanige registratie van de studieresultaten dat tenminste eenmaal per semester aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem of haar behaalde resultaten in relatie tot het onderwijsen examenprogramma van de opleiding. 2. De studieloopbaanbegeleider zorgt voor de studiebegeleiding van de student en ziet er op toe dat periodiek (minimaal elk blok) de beschikbare informatie wordt overgedragen wanneer van toepassing.
§11 Openbaarheid
catalogus gemaakt en/of op een website getoond. Het afstudeeronderzoek wordt aan publiek gepresenteerd. Alle andere toetsen zijn in principe niet openbaar.
§12 Eigendom werk Artikel 30 Eigendom werk van studenten Het auteursrecht van tijdens de opleiding gemaakt werk ligt bij de opleiding. Dat betekent dat de opleiding geen toestemming hoeft te vragen aan de student wanneer het werk gebruikt wordt voor communicatiedoeleinden en accreditatie.
§13 Bewaarter Bewaarter-mijn Artikel 31 Bewaartermijnen werken van studenten De opleiding dient afstudeerwerk van studenten minimaal 6 jaar na het uitschrijven van het diploma te bewaren in een fysieke of digitale vorm of een digitale registratie van het werk. Wanneer de student zelf een (digitaal) portfolio heeft bijgehouden, moet dit gedurende dezelfde periode beschikbaar blijven voor de opleiding.
§14 Slot- en invoeringsbepalingen
Artikel 29 Openbaarheid van de toetsen en beoordelingen
Artikel 32 Bekendmaking
Het beeldende afstudeerwerk wordt geëxposeerd. Van alle eindexamenwerk wordt een
De faculteitsdirectie draagt zorg voor de bekendmaking binnen de faculteit van deze
Onderwijs- en Examenregeling 2013-2014
regeling en van eventuele wijzigingen daarvan. De regeling wordt aan alle studenten en medewerkers bekend gemaakt via het intranet en is opgenomen in de studiegids.
Artikel 33 Onvoorziene gevallen; hardheidsclausule 1. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de examencommissie. 2. De examencommissie is bevoegd bepalingen van deze regeling buiten toepassing te laten of ervan af te wijken voor zover toepassing van deze regeling voor een student die in bijzondere omstandigheden verkeert, zal leiden tot onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 34 Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en beoordelingen en examens met ingang van het studiejaar 2013-2014. 2. Deze regeling kan worden aangehaald als onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding Docent beeldende kunst en vormgeving voltijd en deeltijd.
Aldus vastgesteld bij besluit van de faculteitsdirecteur en met instemming van de Faculteitsraad van de Academie voor Beeldende Vorming d.d. 2 juli 2013. Mathilde Zierikzee, directeur a.i. Academie voor Beeldende Vorming (AHK)
93
94
Studiegids 2013-2014
Š augusutus 2013, onder voorbehoud van fouten en wijzigingen
96
Studiegids 2013-2014