#2 AHK magazine Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten
Wat wordt jouw rol?
‘Als je initiatief toont, gaan de docenten heel ver voor je’
‘Er zijn honderdduizend manieren om een film te maken, maar ik heb geleerd het op mijn manier te doen’
‘Dat je tijdens de opleiding wereldwijde contacten opbouwt, dat is toch geweldig?’
Inhoud
Wat wordt jouw rol?
3 Horror op de Filmacademie
12 This side up
4 24 Uur per dag bezig met muziek
16 iPads in het muziekonderwijs
5 Mensen uit hun routine halen
17 Dertig jaar popaffiches in de tijdmachine
Eindexamenfilm Desideratum
Popband Über-ich
Popband De Krijgers
6 Kwetsbare schalen op je smartphone Onderzoek naar augmented reality in musea
7 Vormgeving bij een orkest Concert Triptiek
8 De eerste korte 3D-film in Nederland Derdejaarsfilm Circus 3D
9 Een nieuwe wereld van afval Afstudeervoorstelling Residu
10 Kinderen laten opfleuren door muziek Project opleiding Docent muziek
11 Nooit meer normaal naar een museum kijken
Onderzoek naar kunst en bedrijven
indexamenexpositie E Academie voor Beeldende Vorming
Project opleiding Docent muziek
Archief poppodium Tivoli
18 Totaaltheater op locatie Afstudeervoorstelling Drift
19 YesSister, JazzSister Graduation Jazz Festival
20 Theatermaken met gevangenen
Projecten opleiding Theaterdocent
21 De blik van de geluidsman Eindexamenfilm Destiny
22 Pitchen voor musea en ontwerpbureaus
Handleiding voor tentoonstellingsmakers
23 Nieuwe muziek van jonge componisten
De maanden mei en juni zijn voor onze studenten een spannende tijd. Aan het einde van hun studie presenteren ze hun werk: Marc Brunner bijvoorbeeld doet een iPad-muziekproject met middelbare scholieren die leren zelf muziek te schrijven en te maken; studenten Moderne theaterdans, Scenografie en Techniek en theater werken in Residu nauw samen en inspireren elkaar in de teamsport die toneelmaken is; Lennert Hunfeld doet als sound designer aan heel verschillende projecten mee en ziet hoe hij met geluid emotie kan toevoegen aan film; Tim van Kappen maakt een tentoonstelling in het Maritiem Museum en tovert zijn docent door middel van augmented reality in de schilderijen; Zooey Sternheim maakt theater in de armste wijk van Los Angeles met daklozen, exverslaafden en ex-gedetineerden, en droomt van een eigen theaterklas; en Marlies Valkering gaat op zoek naar haar eigen identiteit voor de afstudeertentoonstelling This side up. Passie en talent In dit tweede nummer van het AHK-magazine willen we je weer kennis laten maken met de diverse rollen in het culturele bedrijf. We zetten bewust niet de bekende rollen in de schijnwerpers: dansers, acteurs, musici en regisseurs. In dit magazine staan de studenten die achter de schermen of met leerlingen werken centraal. Ook zij leveren met hun passie en talent een grote bijdrage aan de kunsten en de samenleving.
Horror op de Filmacademie Eindexamenfilm Desideratum Nederlandse Film en Televisie Academie – Regie, Productie, Production design, Composing for Film
Regisseur Maikel Nijnuis, creative producer Edwin Goldman en production designer Kim Verduijn studeerden in 2011 af met Desideratum, een van de weinige horrorfilms aan de Filmacademie. ‘Als er één ding is waar de Filmacademie je voor klaarstoomt, is het wel de intensieve samenwerking die je aangaat bij het maken van een film.’
Wil je je een nog beter beeld vormen van het werk van alle AHK-studenten? Kijk dan op www.ahk.nl/ eindwerk en laat je door de studenten van Lichting 2011 inspireren tot een opleiding waar jij je talent en passie in kwijt kunt. Of kom zelf kijken: op onze website worden vanaf mei 2012 de vele eindexamenvoorstellingen, filmvertoningen, concerten, presentaties en exposities van Lichting 2012 aangekondigd, en de meeste hiervan zijn gratis voor publiek toegankelijk.
Desideratum is een van de weinige horrorfilms die gemaakt worden aan de Filmacademie
‘Desideratum is geen gewone afstudeerfim’, vertelt regisseur Maikel. ‘Ik speelde al heel lang met het idee om een horrorfilm te maken. Dat komt niet vaak voor op de Filmacademie; meestal wordt er klein drama gemaakt.’ Edwin valt Maikel bij: ‘Ik ben een enorme horrorfan. Toen Maikel naar me toekwam en zei dat hij met mij een horrorfilm wilde maken, hoefde ik dus niet lang na te denken.’
Ik wens je veel leesplezier en hopelijk tot ziens op een van onze open dagen of tijdens Eindwerk 2012.
Composers’ Festival
Jet de Ranitz Voorzitter College van Bestuur AHK Production designer Kim Verduijn bereidt de scène van Anna in de paaldansclub voor en plakt de spiegel af
bachelor Klassieke muziek Oude muziek Jazz Popmuziek Docent muziek master Klassieke muziek Oude muziek Jazz Opera - Dutch National Opera Academy Theaterzanger/Singer-performer Composing for Film www.conservatoriumvanamsterdam.nl
bachelor Regie Productie Scenario Camera/licht Production design Sound design Montage Interactieve media/Visual effects
bachelor Cultureel erfgoed
bachelor Klassieke dans - Nationale Balletacademie Moderne theaterdans Jazz- en musicaldans Choreografie - School voor Nieuwe Dansontwikkeling Docent dans Theaterdocent Toneel en kleinkunst - Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie Regie Mime Scenografie Techniek en theater Productie podiumkunsten
master Museology www.reinwardtacademie.nl
master Architectuur Landschapsarchitectuur Stedenbouw www.academievanbouwkunst.nl
master Amsterdam Master of Choreography DasArts – Master of Theatre Theaterzanger/Singer-performer www.theaterschool.nl
Interdisciplinair master Kunsteducatie Artistic Research Composing for Film Theaterzanger/Singer-performer
bachelor Docent beeldende kunst en vormgeving www.academievoorbeeldendevorming.nl
www.ahk.nl
Uitgave Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten Jodenbreestraat 3 Postbus 15079 1001 MB Amsterdam © 2011 Teksten Noortje Bakker Marte Boneschansker Bart Gijswijt Olga Ketellapper Sanne Verschuuren Ontwerp Thonik Fotografie Govert Driessen Maarten van der Kamp Edo Landwehr Derek Lee Thomas Lenden Jurriaan Löwensteyn Herman Meerman Hanne Nijhuis Marianne Ottemann (Otti Fotografie) Nick White Druk Hub. Tonnaer
master Film Composing for Film www.filmacademie.nl
2
Op de set van Desideratum in de paaldansclub
‘Er zijn honderdduizend manieren om een film te maken, maar ik heb geleerd het op mijn manier te doen’
Samen gingen ze op zoek naar wat ze zo fascinerend vinden aan horror. ‘Op een gegeven moment hadden we een wand vol met materiaal gehangen’, zegt Maikel. ‘Eén schilderij sprong daar erg uit: The Nightmare, van Henry Fuseli, een schilderij met een incubus erop: een demon die je meest diepgewortelde begeertes laat zien. Zo ontstond het verhaal van de film: komen die verlangens uit jezelf, of uit een kwade kracht? Desideratum is een zogenaamde ensemblefilm geworden over verschillende personages die worstelen met hun verlangens: met de incubus die iedereen met zich meedraagt.’ Warme en koude kleuren Kim Verduijn studeerde met deze film af in de richting Production design. ‘Ik heb samen met Maikel, cameraman Hayo van Gemert en het art department avonden lang gebrainstormd over hoe het eruit moest zien. Als production designer kijk je naar het totale filmische beeld. Je denkt na over alles wat in beeld komt: van rekwisiet tot kleding tot kleur van de muur. In Desideratum heb ik veel gewerkt met warme en koude kleuren. Zo is het dagelijks leven heel grauw en de kant van de verlangens juist warm. De tegenstelling van een naargeestige keuze die ‘warm’ aanvoelt vind ik mooi. Dat creëert een mooi spanningsveld.’ De soundtrack voor Desideratum werd gemaakt in samenwerking met Chris Christodoulou, die in 2011 afstudeerde aan de master Composing for Film, die de Filmacademie aanbiedt in samenwerking met het Conservatorium van Amsterdam. ‘Muziek speelt een grote rol. Onder bijna de hele film zit muziek; dat was voor de componist dus een zware kluif’, vertelt
3
Maikel. ‘Maar we voelden elkaar heel goed aan. Ik vertelde wat ik zocht qua spanningsopbouw en geluidsbeeld, en de componist pikte dat uitstekend op.’ Het maken van de film duurde een jaar. Producent Edwin: ‘Er gaat zo veel aan vooraf. Het verhaal schrijven, technici vinden, acteurs, locaties zoeken, fondsen, en al het werk van Kim niet te vergeten. De voorbereidingen kostten een half jaar, toen volgden elf draaidagen en de montage duurde ook een half jaar. Kim vond het vooral bij deze film belangrijk om bij de kleurcorrectie aanwezig te zijn: ‘Ik wilde zien of het rood van een deken op de set ook zo in beeld overkwam.’ Edwin kijkt terug op vier mooie jaren aan de Filmacademie. ‘De opleidingen staan internationaal erg goed aangeschreven en door de jaren heen leer je echt een ambacht. Er zijn honderdduizend manieren om een film te maken, maar ik heb geleerd het op mijn manier te doen.’ Kim heeft vooral veel geleerd over samenwerken. ‘Als er één ding is waar de Filmacademie je voor klaarstoomt, is het wel die intensieve samenwerking die je aangaat bij het maken van een film. Communicatie is het toverwoord.’ En Maikel? Maikel wil in ieder geval nog allerlei verschillende genres uitproberen. ‘Het leuke van film is dat alles kan. Horror, komedie, drama of een stijl die nog niet bestaat: ik wil het allemaal maken.’
In het onderwijs aan de Filmacademie staat de samenwerking tussen disciplines van het filmvak centraal: van regie tot montage, en van camera en geluid tot visual effects. Na een algemeen eerste jaar ligt de focus op het onderwijs in je eigen specialisatie. Je werkt intensief samen met je medestudenten van andere vakklassen aan diverse producties. De crews van de eindexamenfilms bestaan volledig uit Filmacademiestudenten. De films worden jaarlijks uitgezonden op televisie.
24 Uur per dag bezig met muziek
Mensen uit hun routine halen
Popband Über-ich
Popband De Krijgers
Über-ich is een trio bestaande uit drie studenten Popmuziek: Chris Kok, Marnix Dorrestein en Donata Kramarz. Chris focust zich vooral op de beats en de productie, Marnix houdt zich voornamelijk bezig met gitaarspel en harmonie en Donata richt zich op de tekst en de zang. Hoewel de rolverdeling duidelijk is, wordt deze ook regelmatig overschreden. ‘We zitten vaak bij Chris thuis achter de laptop, en als iemand een idee heeft, gaan we met zijn drieën schrijven, opnemen en produceren tegelijk.’
Über-ich: Marnix Dorrestein, Chris Kok en Donata Kramarz
Chris, Marnix en Donata hadden wel eens samengewerkt aan opdrachten voor school, en omdat dat goed klikte, besloten ze om samen verder te gaan, ondanks het feit dat ze alle drie naar heel verschillende muziek luisteren. ‘Onze muziek is tamelijk eclectisch’, aldus Chris. ‘Alles wat wij maken, is eigenlijk een allegaartje van alle stijlen waar wij drieën door beïnvloed worden. Ik heb altijd het idee dat het een beetje alien moet zijn, omdat we altijd proberen om al die stijlen samen te laten komen.’ Marnix: ‘Proberen? Het gaat eigenlijk vanzelf!’ Superego De naam van de band weerspiegelt die samensmelting van stijlen. Über-ich is Duits voor het superego, dat gevormd wordt door een enorme verzameling van invloeden. Maar niet alleen over de naam is goed nagedacht, zo legt Chris uit: ‘In de opleiding Popmuziek is behalve voor muziek maken ook veel aandacht voor zaken als marketing en artwork. We zien nu met onze debuut-EP dat het niet alleen heel leuk is om daaraan te werken, maar ook heel belangrijk. Na drie weken is Mozaïque vierhonderd keer beluisterd en honderd keer gedownload, we staan op de Hollandse Nieuwe van 3voor12 en binnenkort zijn we Local Hero bij popmagazine LiveXS.’ De bijkomende aspecten naast de muziek zijn voor alle drie de bandleden heel interessant. Marnix: ‘Tot nu toe hebben we ons voornamelijk op de muziek moeten richten, maar nu we daarin een goede vorm te pakken hebben, kijken we ook steeds meer naar de aankleding op het podium en de show die erbij hoort. We willen steeds meer theatrale elementen gaan toevoegen; meer aandacht voor kleding bijvoorbeeld.’
Concentratie Wat Chris het meest waardeert aan de opleiding Popmuziek, is dat je vier jaar lang geconcentreerd bezig bent met alle aspecten van muziek. ‘Daarvoor was ik al heel lang bezig met muziek, maar omdat je met niemand rekening hoeft te houden, steek je er veel te weinig tijd in. Twee uur, drie uur per week, hooguit. Nu ben ik er 24 uur per dag mee bezig.’ Marnix valt hem bij: ‘Concentratie is heel belangrijk. Je kunt heel veel uit de opleiding halen, maar alleen als je ervoor gaat: een zesjesmentaliteit is dodelijk. Studenten die aandacht vragen en dat verdienen krijgen misschien wel vijf keer meer aandacht dan anderen. Maar er zijn ook studenten die er in het tweede of derde jaar achter komen dat ze een jaar vergooid hebben en spijt hebben dat ze zich niet meer hebben ingezet.’
Koen Brouwer en Marnix Dorrestein van De Krijgers op VERS 2011
Conservatorium van Amsterdam – Popmuziek
De Krijgers zijn ontstaan uit een tweedejaarsproject van de opleiding Popmuziek. Gitarist Marnix Dorrestein, bassist Dave Wismeijer en zanger Koen Brouwer werden bij elkaar gezet om in drie maanden een concert van 20 minuten met eigen liedjes voor te bereiden. Toen Marnix zijn medestudenten zag, schrok hij eerst even: ‘Dave hield van metal en andere vreemde dingen, en Koen was een vrolijke pop-jongen. Maar ik schreef voor allebei een eigen liedje, we gingen oefenen en toen bleek dat we eigenlijk heel goed tot één stijl konden komen.’
De opleiding Popmuziek vormt een uitstekende voorbereiding op alle facetten van het werken als ondernemend kunstenaar. Je ontwikkelt je muzikale performance, maar er is ook volop aandacht voor bandcoaching, studiotechniek, het schrijven van teksten en muziek, arrangeren en educatie. Ook de communicatieve en zakelijke kant van het bestaan als popmuzikant komt aan bod. Om af te studeren verzorgen de studenten een optreden waarbij zij behalve de zelfgeschreven muziek ook de locatie en de promotie regelen. Ook maken zij een EP met drie tot zes nummers.
‘Als je initiatief toont, gaan de docenten heel ver voor je’
Ook zanger Koen ziet de toegevoegde waarde van de verschillende stijlen in De Krijgers. ‘Ik houd van top 40-muziek. Ik zat vroeger in een boyband, trad veel op en deed het commerciële radiogebeuren. Nu is mijn muzieksmaak veel breder geworden. Je krijgt op het conservatorium les in jouw stijl, maar af en toe word je juist ook uit je comfort zone gehaald. De opleiding laat je af en toe dingen doen waarvan je denkt dat ze niet bij je passen. Zo zijn De Krijgers ook ontstaan: omdat niemand van ons dacht dat we bij elkaar zouden passen.’ Optreden in Ahoy ‘We schrijven bewust Nederlandstalig’, vertelt Marnix. ‘Engels klinkt veel afstandelijker. We willen geen boze rockband zijn, maar juist iets positiefs brengen. Onze liedjes zitten bomvol fratsen en gekke muzikale dingen. We houden ervan om mensen uit hun routine te halen. Het is ons bijvoorbeeld gelukt om mensen naar onze website te lokken door in de metro van Amsterdam op te treden en spekjes uit te delen. Daarmee hebben we uiteindelijk een optreden in Ahoy gewonnen.’
‘Na de opleiding ken je een groot deel van degenen die ertoe doen in de muziekwereld, en met hun opvolgers heb je in de klas gezeten’
Na het schoolproject besloten de jongens, uitgebreid met drummer Remon Hubert en toetsenist Arthur Rigter, verder te gaan met De Krijgers. Verschillende bandleden spelen ook nog in andere bandjes. Koen wil graag met De Krijgers doorbreken. ‘Maar ik wil wel bij diverse projecten betrokken blijven, om meerdere dingen te blijven doen. Dan blijf je fris.’ Ook Marnix zit in verschillende bands, en is momenteel ook gitarist voor Herman van Veen. ‘Ik treed momenteel zo’n drie tot vijf avonden per week op.’ Afrikaanse muziek Beide jongens zijn erg te spreken over de opzet van de opleiding. ‘De eerste twee jaar van de opleiding krijg je een bepaalde basis. De laatste twee jaar is er meer ruimte voor eigen input.’ Marnix is momenteel bezig met een project over Afrikaanse muziek. ‘Dat bestond niet op school, maar dat heb ik erdoor gedrukt. Als je initiatief toont, kan hier van alles. Ik kan nu zelfs ‘s nachts mijn leraren om advies vragen. Ik belde een keer mijn docent die ook gitarist bij Kane is. Hij stond op dat moment te soundchecken in Ahoy, maar gaf me wel antwoord en belde me na een uurtje terug. De docenten gaan dus heel ver voor je.’
In 2012 studeren Chris en Marnix af aan het Conservatorium van Amsterdam. Über-ich is dan een van hun eindexamenprojecten, maar niet het enige: Chris heeft ook zijn band Chris Kok & Civil Union, en Marnix maakt deel uit van De Krijgers. De studenten dienen teams te vormen en verzorgen hiermee uiteindelijk een optreden van een uur tijdens het eindexamenfestival May Days. Chris: ‘Het is heel normaal dat je op meerdere eindexamens speelt, in verschillende bands; het is de bedoeling van zo’n avond dat je je breed presenteert. Je hebt dus bandleden nodig, maar op het conservatorium kun je daarbij kiezen uit een enorme pool getalenteerde mensen die op dezelfde manier met muziek bezig zijn als jij.’ Marnix: ‘De opleiding is heel kleinschalig, maar de muziekwereld in Nederland is dat ook. Na het volgen van de opleiding ken je een groot deel van degenen die ertoe doen, en met hun opvolgers heb je in de klas gezeten.’
Veel studenten en afgestudeerden van de opleiding Popmuziek treden op tijdens VERS, het feest dat de AHK elk jaar bij de start van het studiejaar voor alle studenten organiseert in de Melkweg. In voorgaande jaren traden bijvoorbeeld Houses, The Fudge, Pop Up Animal Kids en Wooden Saints op; bands die later belangrijke prijzen wonnen of optredens hadden op Noorderslag of bij De Wereld Draait Door.
Conservatorium van Amsterdam – Popmuziek
4
5 Koen Brouwer van De Krijgers op VERS 2011
Aan de Reinwardt Academie word je opgeleid tot allround erfgoedprofessional. De bachelor Cultureel erfgoed, uniek in Europa, leidt je op voor functies in musea, archieven, bibliotheken, monumentenzorg, centra voor natuur en landschapsbehoud, science centers en instellingen op het gebied van digitaal, mobiel en industrieel erfgoed. Daarnaast biedt de Reinwardt Academie ook het internationale, Engelstalige masterprogramma Museology aan.
‘Het is fantastisch als zo’n tentoonstelling er dan uiteindelijk staat’
Kwetsbare schalen op je smartphone
De scenografen Janne Sterke, Marjolijn Brouwer en Bibi Trompetter deden de vormgeving voor het concert Triptiek. Studenten van de opleidingen Techniek en theater en Productie podiumkunsten waren verantwoordelijk voor de technische en organisatorische realisatie.
Onderzoek naar augmented reality in musea Je staat in een museum voor een schilderij. Je richt de camera van je smartphone op het schilderij, en op je scherm verschijnt het schilderij in 3D, of zie je allerlei extra informatie over het werk. Dat is augmented reality: het toevoegen van virtuele laagjes aan de bestaande werkelijkheid. Tim van Kappen studeerde in 2011 af aan de opleiding Cultureel erfgoed met zijn scriptie over het toepassen van augmented reality in musea. Reinwardt Academie – Cultureel erfgoed ‘Het bestaan van augmented reality ontdekte ik op mijn iPhone. Ik hoorde dat er een museum in Londen was dat virtueel foto’s van vroeger door de stad heen had geplaatst door gebruik te maken van de techniek van augmented reality. Vervolgens ben ik gaan kijken of er in Nederland ook musea waren die zich hiermee bezighielden. Er waren er een paar, waaronder het Stedelijk Museum en Boymans van Beuningen, maar eigenlijk waren dit niet meer dan vingeroefeningen om te kijken hoe augmented reality werkt. Er bleek heel weinig informatie over te bestaan, dus haalde ik een groot deel van internet, via blogs en Twitter, omdat de ontwikkelingen ook heel snel gaan. Eigenlijk heb ik dus ook mijn scriptie geschreven met nieuwe technieken.’ Oude schalen ‘De verwachting is dat in 2013 ongeveer 30% van al het dataverkeer op mobiele telefoons gebruikmaakt van augmented reality. Dat biedt nieuwe mogelijkheden voor musea. Boymans bijvoorbeeld had een interessante tentoonstelling met oude schalen die te kwetsbaar waren om te tonen aan publiek. Ze hebben toen kunststof pizzapunten van die schalen nagebouwd. Als je je telefoon daarop richtte, kwam er een marker en werd de schaal aangevuld tot een heel rondje, zodat je uiteindelijk een zeldzame schaal in je handen hield, op je smartphone.’ ‘Musea mogen wat mij betreft wel wat meer gaan kijken naar nieuwe toepassingen. Augmented reality maken is namelijk helemaal niet moeilijk. Toen mijn scriptiebegeleider en oud-docent afscheid nam van de opleiding heb ik een kleine tentoonstelling gemaakt in het Maritiem Museum. Ik heb in het museum virtuele foto’s over de bestaande schilderijen geplakt. Met je smartphone kreeg je foto’s van de docent te zien in de schilderijen, met een verhaal daarbij. Dat was een persoonlijk iets, maar het geeft wel aan wat je met augmented reality allemaal kan. In mijn scriptie staat ook een stappenplan hoe musea er gebruik van zouden kunnen maken.’ Tentoonstelling maken ‘Mijn derdejaarsstage bij het Cobramuseum beviel me erg goed. Daar heb ik meegeholpen aan het ontwikkelen van een tentoonstelling over Karel Appel. Aan de hand van een film over Karel Appel hebben we een tentoonstelling gemaakt, met alle werken die in de film getoond werden. We hebben zelfs een bioscoop nagebouwd om de film te vertonen, en ik moest bijvoorbeeld regelen dat we schilderijen in bruikleen kregen. Het is fantastisch als zo’n tentoonstelling er dan uiteindelijk staat. Het lijkt me erg leuk om met een projectgroep tentoonstellingen te ontwerpen. Maar ik kan misschien ook bij een reclamebureau aan het werk, daar kan ik mijn creativiteit ook prima kwijt.’
Tim van Kappen studeerde af met een scriptie over het toepassen van augmented reality in musea
Vormgeving bij een orkest Concert Triptiek
De studie Scenografie leidt je op tot een theatermaker die de ‘theatrale werkelijkheid’ vormgeeft: je ontwikkelt verbeeldingskracht, doet vakmatige kennis op en creëert een eigen beeldtaal. De ontwerper die verantwoordelijk is voor het toneelbeeld, werkt niet alleen in ruimte, maar ook in tijd; hij beoefent een vak met vier dimensies. Om de opleiding met succes te kunnen volgen, zijn een groot gevoel voor het creatieve succes, communicatieve vaardigheden en aanleg om samen te werken met andere disciplines noodzakelijk.
‘Dat je tijdens de studie wereldwijde contacten opbouwt, dat is toch geweldig?’
De studenten Janne Sterke, Marjolijn Brouwer en Bibi Trompetter vormen in 2012 met zijn drieën het tweede afstudeerjaar van de nog jonge opleiding Scenografie. Volgens Janne is er in de Benelux geen andere scenografieopleiding die zo dicht bij regisseurs, acteurs en technici staat. ‘De opleiding stelt hoge eisen aan de studenten en traint ze om het beste uit zichzelf te halen. Ik ontwikkel hier echt een eigen stijl, zeg maar het Janne-handschrift.’ Halverwege hun derde jaar kregen Janne, Marjolijn en Bibi de kans om samen te werken met componisten van de Gyorgi Ligeti Academy, een prestigieuze masteropleiding voor moderne muziek. Ze kregen alle drie een internationale componist toegewezen voor wie ze de vormgeving zouden doen. ‘Het was wel even wennen,’ vertelt Marjolijn. ‘Bij een orkest heb je eigenlijk nooit vormgeving. In het begin ben je erg aan het aftasten, want het is heel anders dan een toneelstuk, waar je met een verhaal en personages te maken hebt.’ Bibi: ‘Het is moderne muziek, dus het duurt even voordat je begrijpt waar het over gaat. Maar hoe vaker ik ernaar luisterde, hoe mooier ik het vond en hoe meer ik het concept van de componist terughoorde in de muziek. We trokken veel met de componisten op en hebben hun composities helemaal uitgeplozen.’ Janne: ‘Ik kreeg een Canadese componist toegewezen en ik zou in de toekomst heel graag nog eens met hem samenwerken. Dat je tijdens de studie wereldwijde contacten opbouwt, dat is toch geweldig?’
de Theaterschool – Scenografie
6
7
Vorm en inhoud Hoewel vormgeving over de buitenkant gaat, over hoe het eruit ziet, zijn de studenten primair gericht op de inhoud. ‘Als je niet weet waar het over gaat, kun je ook niets maken,’ zegt Marjolijn: ‘Een goede vormgever laat vorm en inhoud samenkomen. Het decor en de kostuums moeten iets toevoegen aan het geheel.’ In de samenwerking met de componisten was dat extra spannend, omdat de muziek geen duidelijk script had. Bibi heeft ervoor gekozen om de muzikanten toch personages te laten zijn. ‘Je kan bijna niet anders. Zodra er vormgeving in het spel is, zal het publiek vanzelf een verhaal gaan zien en verhoudingen gaan lezen. Ik heb dat idee meegenomen in mijn concept.’ Ze zijn tevreden met het resultaat. Janne: ‘Ik ben blij dat we vanuit school zo veel hulp kregen. Niet alleen de middelen, maar ook de tijd en toewijding van docenten; ze luisteren echt naar ons. Scenografie is een heel open opleiding waar altijd ruimte is voor gesprek. Die dialoog houdt het levend, dat is een van de grote krachten.’
De eerste korte 3D-film in Nederland Derdejaarsfilm Circus 3D Derdejaarsstudenten Productie Casper Eskes, Niek Teunissen en Wim Boven namen het initiatief voor de eerste korte driedimensionale film in Nederland. Het was de eerste 3D-film die ooit op het Nederlands Film Festival draaide. ‘We hebben voor een deel het wiel opnieuw moeten uitvinden.’ Nederlandse Film en Televisie Academie – Productie, Regie ‘Het was een behoorlijk avontuur om als eerste in Nederland een onafhankelijke, artistieke 3D-film te maken’, vertelt Casper trots. ‘Circus 3D is een korte film over de goochelaar Rudolphi en een klein varkentje. Rudolphi was ooit de hit van het circus, maar tegenwoordig heeft iedereen alleen nog maar oog voor het varkentje Cor. Rudolphi zet alles op alles om zijn positie terug te winnen. Een tragikomisch verhaal.’ Het idee voor de film kwam van de drie producenten Casper, Niek en Wim. Zij vroegen regiestudent Jonathan Elbers om het te regisseren. De makers van de film zitten allemaal in het derde jaar van de Filmacademie, maar wel in verschillende richtingen. ‘Na het eerste jaar vormen zich al snel groepen waar je graag mee werkt. Als het klikt tussen een regisseur en een producent, biedt de Filmacademie je de mogelijkheid om veel en intensief samen te werken’, zegt Wim. De vier zijn niet alleen collega’s, maar ook goede vrienden geworden. Voor hun eindexamenfilm willen ze ook weer in dezelfde formatie verder.
Opnames in de nagebouwde halve circustent
‘Als het klikt tussen een regisseur en een producent, biedt de Filmacademie je de mogelijkheid om veel en intensief samen te werken’
Wiel uitvinden Jonathan was meteen geprikkeld door het idee. ‘Er is in Nederland vrij weinig bekend over stereoscopisch (3D-)filmen, en dat terwijl het zo’n belangrijke ontwikkeling is voor de filmwereld. We hebben voor een deel het wiel opnieuw moeten uitvinden.’ De jongens hebben stad en land afgereisd op zoek naar experts op het gebied van 3D-film, van de ene beurs naar de andere. Binnen de Filmacademie vonden ze veel steun. ‘Het is echt een samenwerking geworden tussen verschillende disciplines. We hebben bijvoorbeeld samengewerkt met studenten Interactieve media en visual effects (IMVFX): zij hebben een supertoffe animatie gemaakt voor de aftiteling. Ook hebben we veel samengewerkt met studenten van de opleidingen Production design, Sound design en Montage.’ Of ze tevreden zijn? ‘Zonder de hulp van school en alle sponsors was het nooit gelukt’, reageert Niek. ‘Ik ben echt blij dat we de kans hebben gekregen zo’n bijzondere film te maken, en dan heb ik het niet alleen over het 3D-aspect. We hadden bijvoorbeeld ook meer dan honderd figuranten, en we draaiden in een nagebouwde halve circustent.’ De film was in 2011 te zien op het Nederlands Film Festival in Utrecht, iets wat uitzonderlijk is voor een derdejaarsproductie. ‘En voor een 3D-film,’ grijnst Wim. ‘We hadden echt een primeur.’
Circus 3D is de eerste 3D-film die ooit op het Nederlands Film Festival draaide
Een producent beoefent een artistiek inhoudelijk én een praktisch vak. De Filmacademie maakt daarbij een onderscheid tussen de studie Productie gericht op de uitvoering van een film (productieleider en uitvoerend producent) en een creatief-inhoudelijke variant (creative producer). De uitvoerend producent heeft een vergaande inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid voor het project; de praktische uitvoering wordt gedelegeerd aan de productieleider. De creative producer is er om het creatieve en productionele team te inspireren hen tot de best mogelijke prestatie te brengen.
8
Juul Dekker en Teunis Ruiten maakten voor Residu een decor van afval
Terwijl de engel langs de voorwerpen op het toneel gaat, komen de objecten tot leven
Een nieuwe wereld van afval Afstudeervoorstelling Residu
Residu is de afstudeervoorstelling van scenografen Juul Dekker en Teunis Ruiten. De voorstelling houdt het midden tussen een theatrale vertelling en een museale installatie. Geïnspireerd door het prieelvogeltje creëerden Juul en Teunis een nieuwe wereld, gemaakt van afval dat ze vonden binnen een straal van zes kilometer rondom de Theaterschool. ‘Scenografie is niet het zomaar bedenken van een decor, maar het filosoferen over de theatrale ruimte.’
‘Theatermaken heeft niet alleen tot doel om visueel te verleiden, maar vooral ook om een natuurlijke instelling te doorbreken’
de Theaterschool – Scenografie, Techniek en theater ‘De prieelvogel is een schijnbaar oninteressante vogel die kleurige rommel verzamelt’, vertelt Teunis. Hij rangschikt alles op kleur en bouwt zo een prieel om zijn vrouwtje het hof te maken. Instinctief geeft hij de restproducten in zijn tuintje een nieuwe functie, met als doel ‘nieuw leven’ te creëren. In onze voorstelling stond het publiek rond de installatie en was men getuige van een twintig minuten durende performance met een muzikant, een kind en een danser van de opleiding Moderne theaterdans. Daarin kwam de wereld van gestorven spullen opnieuw tot leven.’ Engel ‘Theatermaken, en überhaupt mensen met beelden confronteren, heeft niet alleen tot doel om visueel te verleiden of te intimideren, maar vooral ook om een natuurlijke instelling te doorbreken. Het perspectief van de kijker een zwieper te geven’, vertelt Juul. Tijdens de voorstelling Residu zweeft een acteur als een engel naar beneden. Terwijl hij langs de voorwerpen op het toneel gaat, komen de objecten tot leven. Stofzuigers en wasmachines maken geluid, de radio gaat aan en de kleuren van het decor veranderen. Teunis: ‘Scenografie is niet het zomaar bedenken van een decor, maar het filosoferen over de theatrale ruimte, die al begint op de huid van de acteur of danser. Daar komt dus ook het kostuum bij kijken, waar mijn voorkeur ligt.’
Juul neemt graag de tijd om dingen tijdens het ontwerpen steeds vanuit een andere invalshoek te bekijken. ‘Ik sta graag kritisch tegenover het vertrouwde en ben nieuwsgierig naar het vreemde. Tijdens dit project merkte ik dat je binnen de Theaterschool de tijd krijgt om jezelf artistiek te ontwikkelen, en de ruimte om nieuwe dingen te proberen. Bij het maken van zo’n voorstelling komt van alles kijken, en binnen de Theaterschool kan iedereen je helpen vanuit zijn specialisatie.’
In de opleiding Techniek en theater leer je hoe je artistieke ideeën technisch kunt realiseren. Je leert je verbeeldingskracht, technische kennis en inventiviteit te gebruiken om vorm te geven aan de theatrale werkelijkheid. Je bent de schakel tussen de technici die verantwoordelijk zijn voor het geluid, licht en decor, en het artistieke team van regisseur, choreograaf en vormgever.
Trekkenwand Tweedejaarsstudent Techniek en theater Dave van Roon moest de engel laten vliegen en was verantwoordelijk voor de veiligheid en de zogenaamde trekkenwand, de hijsinstallatie. ‘We moesten ons eerst goed laten voorlichten over het gebruik van tuigjes, vliegmiddelen en de regels. Het kiezen van een tuigje luisterde nauw, omdat er een gat in het kostuum gemaakt moest worden voor de takel. Dat was weer belangrijk voor de scenografen. Dankzij dit project heb ik diverse technieken onder de knie gekregen. Het ironische was dat ik de dag na de laatste voorstelling mijn eerste les trekkenwand op school kreeg.’
In 2011 studeerde de allereerste lichting van de nog jonge opleiding Scenografie af. De opleiding is mede vormgegeven door deze eerste lichting van zes studenten: Eline Baks, Juul Dekker, Sofie Doeland, Lisanne Hakkers, Roos Matla en Teunis Ruiten. Voor hun pionierswerk werden de zes beloond met de Top Naeff Prijs, een prijs die traditiegetrouw wordt toegekend als aanmoedigingsprijs aan veelbelovend talent van de Theaterschool. Vijf van de zes studenten hebben kort na hun afstuderen het collectief LAB 0.41 opgericht, waarmee zij projecten gaan initiëren – niet alleen in het theater, maar ook in museale omgevingen en de openbare ruimte.
9
Reinwardt Academie – Cultureel erfgoed
Bij het Leerorkest in Amsterdam Zuid-Oost krijgen kinderen uit achterstandswijken muziekles
‘In de sportwereld is het doodnormaal om sponsors te hebben, waarom dan niet in de kunst?’ Bas Gaakeer geeft tromboneles bij Het Leerorkest
Kinderen laten opfleuren door muziek
Nooit meer normaal naar een museum kijken Onderzoek naar kunst en bedrijven
In het tweede jaar van de bachelor Cultureel erfgoed loop je vijftien weken stage bij een erfgoedinstelling, bijvoorbeeld een museum, een tentoonstellingsbureau of een archief. De stage heeft vooral een oriënterend karakter: je maakt kennis met de praktijk en verkrijgt inzicht in de samenhang tussen de verschillende taken binnen een organisatie. In het vierde jaar loop je stage bij een instelling naar eigen keuze. Je benadert daarvoor zelf een instelling; dat kan in Nederland zijn, maar ook in Europa of zelfs daarbuiten.
Project opleiding Docent muziek Studenten van de Reinwardt Academie op de kunstbeurs Art Amsterdam
Conservatorium van Amsterdam – Docent muziek
‘Muziek maken in een vluchtelingenkamp was een onvergetelijke ervaring’
Als docent muziek speel je een belangrijke rol in de ontwikkeling van de muzikaliteit bij kinderen en volwassenen. Of je leerlingen muziek maken nu als hobby of als professionele ambitie koesteren: je bent voor hen vaak de eerste stap op een muzikaal spoor waar ze een leven lang plezier aan kunnen beleven. De opleiding Docent muziek aan het Conservatorium van Amsterdam is een creatieve opleiding waarin je al je muzikale en didactische talenten leert ontplooien.
Bas Gaakeer studeerde in 2011 af aan de opleiding Docent muziek. Voor zijn eindexamen ging hij onder andere naar een Palestijns vluchtelingenkamp in Jordanië en deed hij onderzoek bij Het Leerorkest in Amsterdam Zuid-Oost. ‘Ik vind het mooi om kinderen te zien opfleuren door het maken van muziek.’
Fleur Osterholt studeerde af aan de Reinwardt Academie met een onderzoek naar de vraag hoe bedrijven meer betrokken kunnen raken bij de kunstsector. In de bachelor Cultureel erfgoed staat de erfgoedwereld centraal, en die lijkt ver af te staan van het bedrijfsleven. Maar volgens Fleur hoeft dat helemaal niet het geval te zijn: ‘In de sportwereld is het doodnormaal om sponsors te hebben, waarom dan niet in de kunst?’
Stages lopen als een rode draad door de opleiding Docent muziek – zeker in de eerste twee jaar, waarin de nadruk op primair onderwijs ligt. Al in de tweede week van de opleiding ga je stage lopen op een basisschool. Bas: ‘Je wordt meteen in het diepe gegooid. Alle didactische vakken, zoals methodiek en onderwijskunde, worden daarop afgestemd. Verder word je muzikaal geschoold met vakken als piano, liedbegeleiding, componeren, arrangeren, gitaar, koorpracticum en koordirectie. Het derde jaar is gericht op het voortgezet onderwijs, en in het vierde jaar, het examenjaar, kies je een specialisatie. Ik heb gekozen voor het basisonderwijs, omdat ik me het beste in deze kinderen kan verplaatsen.’
‘Je hoeft niet elke week naar het museum te gaan als je de opleiding Cultureel erfgoed wilt doen. Je bezoekt wel vaak musea en andere erfgoedinstellingen, maar niet alleen om de tentoonstellingen te bekijken. De opleiding gaat niet zozeer over wat tentoongesteld wordt, maar vooral over het idee achter een museum, en over het publiek. Hoe kijken mensen naar objecten? Waar zitten de wc’s, de balie, de beveiligingscamera’s? Hoe staat een suppoost erbij? Hoe werkt de verlichting? Dan is een museum ineens niet meer saai.’
Voldoening In zijn eindexamenjaar voerde Bas een project uit in Jordanië in samenwerking met componist Merlijn Twaalfhoven, die in 2003 afstudeerde aan het Conservatorium van Amsterdam. ‘Merlijn probeert met zijn werk bruggen te slaan tussen de Oosterse en de Westerse wereld. In het voorjaar van 2011 ging ik met hem naar een Palestijns vluchtelingenkamp in Jordanië, waar we een week lang les gaven aan ze-
10
ventig kinderen. We maakten muziek met van alles: stokjes, plankjes, flesjes, blikjes, bodyritmes - zolang het maar laagdrempelig was. We wilden zo veel mogelijk kinderen zo snel mogelijk iets leren, zodat ze mee konden doen. Aan het einde van de week gaven we een concert, en dat was een onvergetelijke ervaring. Het geeft enorm veel voldoening om die kinderen even uit hun ellende te kunnen halen.’ Gitaar en trombone Als onderdeel van zijn eindexamen schreef Bas een paper over coöperatief leren in muziek. ‘Ik heb de inzetbaarheid van deze lesmethode getoetst bij Het Leerorkest in Amsterdam Zuidoost. Het Leerorkest wil kinderen uit achterstandswijken in de groepen 5 tot en met 8 de kans geven een muziekinstrument te leren bespelen en zich muzikaal te ontwikkelen. Omdat ze bij Het Leerorkest erg blij zijn met mensen die een docentenopleiding hebben gevolgd, kon ik er na mijn afstuderen blijven werken. Ik sta dicht bij de organisatie, en ik ontwikkel me ook nog steeds als docent: hoewel ik eigenlijk gitarist ben, geef ik hier tromboneles en dirigeer ik af en toe.’
‘Je krijgt ook geen stomme verhalen over monumenten. Op een excursie naar Berlijn staar je niet uren naar de Brandenburger Tor, dat is niet boeiend. Als je dat leuk vindt, kun je beter kunstgeschiedenis gaan doen. Op de Reinwardt Academie komen alle aspecten van cultureel erfgoed aan bod en je merkt vanzelf wat je leuk vindt. Musea zijn de basis, maar ook op straat is overal cultureel erfgoed, zie je op zo’n excursie. Het is niet saai als je leert ernaar te kijken en ziet waarom het er is en waarom het belangrijk voor ons is. Je kijkt in ieder geval nooit meer normaal naar een museum.’ ‘Ik wilde graag iets met kunst doen, maar kunstgeschiedenis was voor mij te veel alleen maar kunst.
Daarom koos ik voor de Reinwardt Academie. De opleiding is heel breed, maar tijdens je minor of je stage ga je de diepte in. Dat kun je zelf sturen, als je het wilt. Zo ontdekte ik dat ik de commerciële kant leuk vind. Mijn opa heeft altijd in kunst gehandeld, en dat wereldje wilde ik ook leren kennen. Mijn derdejaarsstage deed ik daarom bij een kunsthandelaar. Nu werk ik daar een à twee dagen per week.’ Kunst bij bedrijven ‘Voor mijn scriptie ben ik bij grote bedrijven op de Zuidas gaan kijken hoe zij hun kunstcollecties beheren. Ik keek zowel naar het sociale aspect – wat betekent kunst in een bedrijf, wat doet kunst met mensen in een bedrijf? – als naar wat een bedrijf met zijn collectie uitstraalt. Deze bedrijven proberen actief kunstenaars te ondersteunen en samen te werken met musea. Voor de musea is het interessant omdat de bedrijven over geld beschikken.’ ‘Musea staan wel open voor bedrijfscollecties, maar ze weten niet goed hoe ze ermee om moeten gaan. Bedrijven willen iets terugkrijgen voor hun bijdrage, en daarom moeten musea leren zichzelf te verkopen; iets wat bedrijven bij uitstek goed kunnen. Musea kunnen hier veel van leren, terwijl het bedrijf kan leren
11
over kunst of een rondleiding kan krijgen langs de bedrijfscollectie. Die uitwisseling van kennis vindt nu nog maar op heel kleine schaal plaats.’ ‘Het hangt ervan af wat je wilt, en als je je stage en scriptie serieus neemt, zijn er veel mogelijkheden om werk te vinden na je opleiding. Je leert tijdens de opleiding veel mensen kennen in de erfgoedwereld. Je wordt waarschijnlijk niet meteen assistent-curator in het Van Gogh Museum, maar op een educatieafdeling werken kan bijvoorbeeld wel.’ Oude knarren ‘Het leuke van mijn scriptieonderwerp is dat het heel actueel is. De erfgoedwereld verandert enorm de komende jaren. Wij van de Reinwardt Academie kunnen nieuwe invloeden in de erfgoedwereld brengen. Het beeld dat musea vol zitten met oude knarren met oogkleppen op die niet open staan voor vernieuwing, klopt wel een beetje. Juist nu zijn er inzichten nodig van net afgestudeerden, en van mensen die over vijf jaar afstuderen. Wij kunnen musea laten zien hoe ze op een andere manier om kunnen gaan met geld, sponsors en de collecties die ze toch al hebben. En ik wil dat liever niet binnen een museum doen, maar vanuit het bedrijfsleven.’
In de vierjarige opleiding Docent beeldende kunst en vormgeving leer je om vanuit je eigen fascinatie voor kunst en cultuur anderen te begeleiden en wegwijs te maken in de kunstbeoefening en de beeldcultuur. De Academie voor Beeldende Vorming schenkt binnen het curriculum bijzondere aandacht aan projectopdrachten. Je werkt daarin samen met je medestudenten aan de uitvoering van een opdracht die zowel van binnen als van buiten de Academie kan komen.
Kleding gemaakt van een stoel Leonies afstudeerwerk, The chair on legs, bestaat uit vier kledingstukken en een reeks foto’s waarop een model de kleding showt terwijl ze tussen het grofvuil loopt. ‘Ik houd van mode en van tweedehands meubels. Ik liet me voor mijn collectie inspireren door kringloopwinkels en grofvuil en in het bijzonder door een biedermeierstoel.’ Leonie heeft letterlijk de vormen van de stoel, zoals het zitvlak en de rugleuning, overgenomen uit de stof en is daarmee gaan experimenteren om draagbare kleding te maken. ‘Uiteindelijk heb ik ook hout aan de kledingstukken toegevoegd om mijn collectie een scherp randje te geven.’
This side up Eindexamenexpositie Academie voor Beeldende Vorming
Ieder jaar studeren aan de opleiding Docent beeldende kunst en vormgeving ongeveer zestig studenten af. In het afstudeerjaar volgen de studenten een stage, schrijven zij een scriptie en organiseren zij gezamenlijk een expositie met ieders afstudeerwerk. Leonie Goedemans, Niels Otten, Marlies Valkering en Mahra van der Boom vertellen over hun eigen werk tijdens de expositie van Lichting 2011, getiteld This side up.
Zoektocht naar identiteit Marlies’ afstudeerexpositie Looking for Identity bestaat uit een muur volgeplakt met honderden getekende zelfportretten, die net iets van elkaar verschillen. In het midden van de ruimte zweven zeven foto’s van Marlies op ware grootte. ‘De foto’s zijn gemaakt met een pinhole-camera van een caravan. Die caravan was een soort thuisbasis voor me, en speelde een belangrijke rol in het hele project. De foto’s zijn gemaakt gedurende een zeven uur durende shoot. Als je zeven uur op dezelfde plek voor een lens staat, kom je uiteindelijk steeds meer tot jezelf. In mijn zoektocht naar mijn eigen identiteit heb ik zelfs mijn haar afgeschoren, en tijdens het project steeds dezelfde kleding gedragen. Ik droeg altijd een wit hemd en een witte onderbroek, om de zoektocht naar mezelf zo blanco en puur mogelijk te houden. Ik heb mijn kleren vijf maanden niet gewassen, zodat ze zo veel mogelijk mijn eigen identiteit zouden aannemen.’ De vier jaar aan de Academie voor Beeldende Vorming en met name dit project hebben Marlies dichter bij zichzelf gebracht. ‘Ik heb meer zekerheid en vertrouwen in mezelf gekregen. Ik heb geleerd op verschillende manieren naar kunst en naar het leven in het algemeen te kijken, en om voor een grote groep mensen te staan. De combinatie van theorie en praktijk is heel fijn aan deze opleiding.’
‘Ik heb geleerd op verschillende manieren naar kunst en naar het leven in het algemeen te kijken, en om voor een grote groep mensen te staan.’ Marlies Valkerings afstudeerexpositie Looking for Identity
‘De opleiding Docent beeldende kunst en vormgeving laat je kennismaken met veel verschillende aspecten: niet alleen het docentschap maar ook de diverse kunstdisciplines. Ik heb in totaal vijf stages gelopen, op verschillend niveau en op verschillende locaties. Zo heb ik les gegeven aan een groep 5 op een basisschool, maar ook aan studenten op onze eigen vooropleiding aan de Academie voor Beeldende Vorming.’
‘Ik heb in totaal vijf stages gelopen, op verschillend niveau en op verschillende locaties’
Een model showt de kleding van het afstudeerwerk van Leonie Goedemans
Leonie Goedemans ontwierp een kledingcollectie die gebaseerd is op een stoel
Academie voor Beeldende Vorming – Docent beeldende kunst en vormgeving
12
13
Portret van Mahra van der Boom uit de catalogus This side up met alle afstudeerwerken
Papieren bouwwerk Mahra’s installatie The elevator to the second floor while one pixel tries to escape is een papieren architectonische sculptuur. Het kunstwerk is gevouwen uit honderd vellen papier die met elkaar verbonden zijn. Mahra vindt papier een mooi en fascinerend materiaal: ‘Het is heel kwetsbaar, maar tegelijkertijd ook heel sterk. Je scheurt het zo doormidden, maar je kunt er wel een tientallen meters hoog bouwwerk van maken.’ Het werk is een metafoor voor de mens, de natuur, sociale structuren en hoe deze drie elkaar beïnvloeden. Het proces om tot dit werk te komen heeft veel bij Mahra losgemaakt. ‘Een overvloed aan ideeën bracht me na verloop van tijd in verwarring en daardoor verloor ik mijn focus. Door alles los te laten en te beginnen vanuit het materiaal vond ik die focus weer terug. Achteraf gezien was het hele jaar een voorbereiding op het eindwerk. Uiteindelijk moest ik een maand heel hard doorwerken om het op tijd af te krijgen. Zo zie je maar hoe veel tijd het proces in beslag kan nemen. Gelukkig krijg je daar op de Academie alle ruimte voor. In de toekomst wil ik me blijven ontwikkelen in de autonome kunst en tegelijkertijd lesgeven of projecten organiseren.’
Afstudeerwerk Meta van Niels Otten
De schimmige wereld tussen het virtuele en het reële Niels gaat met Meta in op de zoektocht naar de identiteit van een individu in de schimmige wereld tussen het virtuele en het reële. In zijn projectie vervormt Niels’ gezicht tot een surrealistisch beeld en neemt het gedaantes aan als bijvoorbeeld een boom of water. De dingen die hij tijdens de expositie opneemt met een webcam zijn onmiddellijk live te zien in zijn digitale kunstwerk. De architectonische sculptuur van Mahra van der Boom gemaakt uit honderd vellen papier
De vierdejaarsstudenten van de Academie voor Beeldende Vorming organiseren ieder jaar een eindexamenexpositie die voor publiek toegankelijk is. De studenten bedenken zelf het idee voor de tentoonstelling, en maken binnen dit concept een catalogus met portretten en afstudeerwerken. In 2011 bedachten ze voor This side up een routing door het gebouw met blauwe tape, waarlangs de bezoekers alle werken konden zien.
‘Je wordt opgeleid voor een beroep dat allesbehalve eentonig is’
Niels heeft zich laten inspireren door films en documentaires zoals Blade Runner, The Matrix, A Scanner Darkly en Technocalypse. Daarnaast haalt hij zijn inspiratie uit de maatschappij en multimedia. Niels: ‘Meta gaat over een vereenzaamde computergebruiker. Het is een ode aan de technologische vooruitgang, die nieuwe virtuele werkelijkheden voortbracht als Second Life, Facebook en World of Warcraft. In deze virtuele werelden komt een deel van de fysieke wereld kijken, omdat de virtuele karakters gebaseerd worden op jouw eigen voorkeuren. Zo ontstaat eigenlijk een nieuwe levensvorm. Mijn kunstwerk stelt de vraag hoe veel waarde de echte identiteit nog heeft tegenover de virtuele. Daarnaast gaat het ook over de zelfvervreemding van het individu.’ ‘Ik vind het fantastisch dat je aan de opleiding Docent beeldende kunst en vormgeving wordt opgeleid voor een beroep dat allesbehalve eentonig is. Naast het docentschap richt je je ook op beeldende kunst, zowel op theoretisch als op praktisch vlak. Tijdens mijn opleiding heb ik bijvoorbeeld een ontzettend grote passie ontwikkeld voor mediakunst. Het komende jaar wil ik dan ook mijn portfolio uitbreiden en sparen voor een vervolgopleiding.’
Portret van Niels Otten uit de catalogus This side up met alle afstudeerwerken
In de projectie vervomt Niels’ gezicht tot een boom
Academie voor Beeldende Vorming – Docent beeldende kunst en vormgeving
14
15
Afgestudeerde muziekdocenten geven les in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, op muziekscholen en op maatschappelijke werkterreinen waar muziek een educatieve rol vervult. Ze spelen daarnaast in ensembles en popbands, geven workshops muziek, zetten projecten op voor muziekscholen, leiden een koor of organiseren community music met amateurs en professionals.
iPads in het muziekonderwijs
Dertig jaar pop-affiches in de tijdmachine
Project opleiding Docent muziek
Archief poppodium Tivoli
Screenshots van GarageBand
Marc Brunner gaf tijdens zijn opleiding Docent muziek aan het Conservatorium van Amsterdam les op het Berlage Lyceum in Amsterdam. Als experiment kreeg een tweede klas havo een jaar lang iPads in bruikleen om bij elk vak te gebruiken. Tijdens de muzieklessen maakten de leerlingen zelf muziek met de iPad en leerden zij dit middel te gebruiken om informatie over muziek op te zoeken. ‘Werken met een iPad was nooit eerder gedaan in een klas, en de leerlingen vonden het te gek om voor een jaar met een iPad te werken in de klas.’
Conservatorium van Amsterdam – Docent muziek
‘Het is een voordeel dat ik niet zo oud ben, ik weet nog een beetje wat cool is’
‘In het eerste project werkte ik met GarageBand, een muziekproductieprogramma van Apple. Dat is perfect als je net muziek begint te maken. Voordat ik het onderwijs in ging werkte ik als componist en sound designer. Omdat ik al veel met Appleproducten had gewerkt, kon ik mijn eigen ervaring goed gebruiken. De leerlingen maakten alleen en in groepjes muziek, en leerden zo verschillende dingen over melodie, ritme, samenklank en muzikale lagen. Op de iPad kun je dingen als bas, melodie en ritme heel gemakkelijk over elkaar leggen zonder eerst instrumentale vaardigheden te ontwikkelen, wat in de traditionele muziekles wel eerst zou moeten. Dit is juist de kracht van de iPad. Je leert op deze manier natuurlijk geen muziekinstrument te bespelen, maar wel alle theoretische begrippen en het kritisch en analytisch luisteren naar muziek. Zo is de iPad een aanvulling op het traditionele muziekonderwijs. En je kunt ook muziekinstrumenten opnemen, dus theoretisch gezien zou je een nummer kunnen maken van opgenomen instrumenten en software-instrumenten uit GarageBand.’ Computer op schoot ‘In het tweede project gebruikte ik de iPad als informatiemedium. De leerlingen moesten zelf een liedje kiezen dat ze wilden spelen, en ze moesten in zes weken zelf uitzoeken hoe ze dat konden doen. Ze gingen dus zelf op internet op zoek naar informatie, en moesten zelfstandig iets leren spelen. Veel kinderen kunnen vaak al wat spelen zonder dat ze ooit les hebben gehad, en ze hebben mij niet nodig om op YouTube te kijken. De iPad was zeer geschikt voor dit project, want iedereen heeft een computer op schoot.
16
Er zijn allerlei apps waarmee je akkoorden kunt opzoeken, of songteksten. Je kunt het ding gewoon op je keyboard zetten en het als bladmuziek gebruiken. De leerlingen konden uit zichzelf van alles leren.’ ‘Het werkte goed. Het leukst was een bandje van zeven meiden. Vanwege de grootte had ik er aanvankelijk mijn twijfels over, want iedereen moest wel een eigen taak hebben. Uiteindelijk hebben ze echt een fantastisch liedje gemaakt, met twee keyboards, een bas, een gitaar en een zangduet. Ik heb ze niets hoeven uitleggen. De gitarist en de bassist hadden nooit eerder deze instrumenten bespeeld, maar het werd een heel groot succes. Toen we aan het eind van het jaar wat tijd over hadden, hebben we dit nog een keer gedaan in andere groepjes, omdat de leerlingen het project zo leuk vonden.’ Persoonlijke band ‘Ik vind het belangrijk dat leerlingen mijn muzieklessen leuk vinden. Ze blijven nu al regelmatig hangen na de les. En ze vinden de dingen die ik hiervoor deed met sound design en compositie ook interessant. Het is wel een voordeel dat ik niet zo oud ben: ik weet nog een beetje wat cool is. Ik doe heel af en toe ook wel dingen van bijvoorbeeld The Beatles, maar meestal werk ik toch met popliedjes van nu. Het leukste aan lesgeven vind ik dat je een persoonlijke band opbouwt met je leerlingen. Ik krijg ontzettend veel voldoening als leerlingen met plezier bezig zijn en met een blij gevoel de klas uitlopen. Dat is tien keer leuker dan een schouderklopje krijgen van je baas aan het eind van een drukke werkdag.’
VOORVERKOOP START ZATERDAG 14 OKTOBER!
Voor zijn derdejaarsstage bij het Utrechtse poppodium Tivoli kreeg Pim van Dinther de opdracht om het artwork van de concerten van de afgelopen dertig jaar te archiveren. Uiteindelijk werd het archief volledig gedigitaliseerd en op een interactieve website ontsloten voor het publiek. ‘Een stoffig archief komt vanzelf tot leven met de herinneringen van mensen.’
KAISER CHIEFS & THE PIGEON DETECTIVES
ZA11NOVEMBER ZAALOPEN 18:30 AANVANG 19:15 ENTREE €25 KOM OUDEGRACHT 245 UTRECHT CHECK WWW.TIVOLI.NL BEL 0900 235 848 654
4 maart 1992: Pearl Jam
11 november 2006: Kaiser Chiefs
2006 <G> design@gerbrandvanmelle.nl
Reinwardt Academie – Cultureel erfgoed ‘Ik werkte al op de administratie van Tivoli toen ik hoorde dat de directeur in gesprek was met het Utrechts Archief over de archivering van alle affiches, tickets en foto’s die bewaard waren gebleven. Alles lag ongeordend in grote mappen op de zolder van Tivoli Oudegracht. Als eerste ben ik begonnen met het maken van een overzicht van alle concerten die er zijn geweest, want dat was er niet. Van veel optredens hadden we alleen een paar foto’s of het affiche, en daar staat meestal geen jaartal op. Als je op zo’n zolderkamer staat, is een archief inderdaad heel stoffig, letterlijk. Maar als je laat zien wat je gevonden hebt, komt het vanzelf tot leven door alle herinneringen die mensen hebben. Een van mijn collega’s bijvoorbeeld belandde na het concert van Pearl Jam in 1992 in de kroeg met zanger Eddie Vedder. Een paar maanden later stond Pearl Jam op Pinkpop en droeg Vedder een zelfgemaakt Tivoli-shirt. Hij zei dat hij nooit meer ergens anders in Nederland wilde spelen. Dat shirt heeft het archief helaas niet gehaald; het werd verscheurd toen hij het publiek in sprong.’ Hoogleraar ‘In eerste instantie was het alleen de bedoeling dat het materiaal gearchiveerd zou worden, om het beschikbaar te stellen aan publiek en onderzoekers. Bij het inrichten van een archief moet je nadenken over een indelingsmodel: wat is de beste manier van ordenen? Ik had het geluk dat Theo Thomassen, hoogleraar Archiefwetenschap aan de UvA en voormalig directeur van de Reinwardt Academie, mijn stagebegeleider was. Van hem heb ik veel geleerd; zijn indelingsmodel was bijvoorbeeld een stuk minder conservatief dan het standaardmodel dat het Utrechts Archief voor ogen stond. Wij hebben ook de context van het archief en de bedrijfsprocessen van Tivoli erin betrokken. Toen het archief eenmaal vorm kreeg, kwamen we al snel tot de conclusie dat we er meer mee moesten doen. In 1989 trad Nirvana op in Tivoli. Het schijnt dat het een heel slecht concert was, maar hoe slecht precies, en waarom, dat vertelt de poster niet. Vandaar dat we op het idee kwamen om het archief digitaal te ontsluiten op een interactieve website. Bezoekers kunnen daarop hun eigen ervaringen kwijt, zodat we het kunnen horen van de mensen die er zelf bij waren. Het archief wordt daardoor voorzien van een context en krijgt een tweede, persoonlijke laag.
Behoud van erfgoed komt niet alleen neer op bewaren; het wordt pas waardevol als het ook een context heeft. Dat leer je op de Reinwardt Academie.’ Publieksparticipatie ‘Behalve hun herinneringen kunnen bezoekers ook foto’s of tickets uploaden naar het archief. Ons archief is verre van compleet en we verwachten dat het door de participatie van het publiek nog flink kan groeien. Het is mooi dat er door de inzet van moderne technieken zo veel nieuwe mogelijkheden ontstaan voor archieven. Het ironische is wel dat er tegenwoordig veel minder bewaard wordt dan vroeger. Uit de jaren tachtig hebben we stapels met posters, maar van het gothic-festival Summer Darkness in 2007 lukt het me bijvoorbeeld niet om een beeld in hoge resolutie te bemachtigen. Digitalisering betekent niet per definitie dat dingen beter bewaard blijven: er crasht wel eens een harde schijf, en de website die we gemaakt hebben, zal ook ooit weer verdwijnen.
Bij het beheer en behoud van cultureel erfgoed is archivistiek een belangrijk aspect. Binnen de Reinwardt Academie kun je je erin specialiseren door de minor Archieven te volgen. Als je ook stage loopt bij een archief en een afstudeeronderzoek op dit gebied doet, kun je (naast je bachelor Cultureel erfgoed) ook het diploma Archivistiek B behalen. De Reinwardt Academie is naast de Hogeschool van Amsterdam de enige hbo-instelling in Nederland waar dit mogelijk is. De minor is een samenwerking tussen beide hogescholen.
Ik weet nog niet of ik later ook in archieven zal blijven werken. Het archief van Tivoli staat dicht bij me omdat ik er al werkte en omdat ik heel veel van muziek houd. Dat is denk ik het belangrijkste: dat je werk vindt dat dicht bij je staat.’ Het artwork-archief van Tivoli is te zien op tivoli.nl/tijdmachine
‘Behoud van erfgoed komt niet alleen neer op bewaren; het wordt pas waardevol als het ook een context heeft’ 17
19 februari 1988: Red Hot Chili Peppers
Totaaltheater op locatie Afstudeervoorstelling Drift de Theaterschool – Docent dans, Scenografie
De studenten Laila Wiersma (Docent dans) en Lisanne Hakkers (Scenografie) werkten voor hun afstuderen samen aan de voorstelling Drift, een bijzondere vorm van bewegingstheater die zich afspeelde in een oude loods aan de Borneokade in Amsterdam. De voorstelling bestond uit een combinatie van beelden, dans en theater. ‘Door samen te werken leer je veel van elkaar. Daarom is het fijn dat er zo veel verschillende disciplines in één gebouw zitten op de Theaterschool.’
‘Theatermaken is een wisselwerking tussen beeld, beweging, licht en geluid’
In de dans- en theaterwereld zijn het de acteurs en dansers die in de schijnwerpers staan, en wordt de choreograaf of regisseur gezien als het artistieke brein achter de voorstelling. Maar geen enkele productie komt tot stand zonder initiatiefnemers, organisatoren, vormgevers en technici. Ook al deze professionals worden binnen de Theaterschool opgeleid. Studenten Scenografie, Techniek en theater en Productie podiumkunsten vormen bij uitstek de artistieke schakel tussen de regisseur of choreograaf en de voorstelling.
De samenwerking tussen de dans- en de theaterstudente was essentieel voor het stuk. ‘Laila is erg analyserend en een echte denker; ik daarentegen ben heel beeldend en werk meer gevoelsmatig’, vertelt Lisanne. ‘In het stuk komen de kwaliteiten van ons beiden samen. We vullen elkaar prima aan: Laila heeft goede inhoudelijke concepten, die ik vervolgens kan omzetten naar beeld.’ Meer dan een half jaar voor de première begonnen Lisanne en Laila al met de voorbereidingen. Voorafgaand aan het maakproces schreef Laila meerdere blocnotes vol. Vervolgens zette Lisanne de ideeën om in beeld en decor. Lisanne ging aan de slag in het decoratelier; Laila dook de studio in met haar vijf dansers. Maar bijvoorbeeld ook lichtontwerper Yuri Schreuders en geluidsontwerper Daan Hazendonk (beiden van de opleiding Techniek en theater) vormden een wezenlijk onderdeel van het proces. Laila: ‘Wij waren met zijn vieren het artistieke team van de voorstelling, maar er werkten nog veel meer mensen aan mee, zoals de dansers, de componist en de mensen van de productie.’ Op locatie werden alle aspecten bij elkaar gebracht. Lisanne: ‘De locatie was het beginpunt van de voorstelling, maar twee weken voor de première bleek de locatie ineens niet meer beschikbaar. Dat leverde wel stress op. We moesten snel op zoek naar een nieuwe locatie en hadden in totaal maar vijf dagen om alles te monteren. We hebben dag en nacht doorgewerkt
om alles voor elkaar te krijgen.’ Toneelbeeld Als scenograaf is Lisanne verantwoordelijk voor het toneelbeeld van het theater: het decor en de kostuums. ‘Maar scenografie is meer dan dat: je bent verantwoordelijk voor het totale beeld. Daarom leer je tijdens de opleiding samenwerken, goed communiceren en tevens een concept ontwikkelen. Het gaat dan niet alleen om het esthetische beeld, maar ook om de boodschap en de inhoud ervan. Je krijgt veel persoonlijke aandacht. We waren maar met zijn zessen in de klas, dus iedereen wordt individueel ontzettend goed begeleid.’
YesSister, JazzSister Graduation Jazz Festival YesSister JazzSister
Laila vertelt over de opleiding Docent dans: ‘De opleiding heeft drie pijlers: je leert doceren, dansen en maken. In het vierde jaar heb je veel vrijheid en dat was voor mij heel fijn. Ik kon mijn eigen gang gaan en heb toen eigenlijk pas definitief ontdekt wat ik het liefst wil, namelijk choreograferen en maken.’ Verschillende disciplines Laila en Lisanne zijn het erover eens dat het fijn is dat in de Theaterschool zo veel verschillende disciplines in één gebouw zitten. Acteurs, dansers, regisseurs, scenografen, technici, noem maar op. ‘Theatermaken is een wisselwerking tussen beeld, beweging, licht en geluid. Binnen de Theaterschool kun je zo even naar iemand toe lopen en om hulp vragen, en dat gebeurt in de praktijk ook. Door samen te werken met de verschillende opleidingen leer je veel van elkaar. Drift is daar het bewijs van.’ Voor Lisanne was dit de eerste keer dat ze meewerkte aan een dansproductie. Het is haar goed bevallen, ook al waren de danser en de scenograaf het niet altijd eens. ‘Het is een proces en daar horen discussies en meningsverschillen nu eenmaal bij. Helemaal als je dag en nacht met elkaar samenwerkt en zo verschillend bent. Maar het uiteindelijke resultaat mag er zijn.’ Laila: ‘Het kan altijd beter, maar we zijn erg trots op onszelf en op elkaar. We zouden het zo weer doen, en misschien gaan we in de toekomst ook nog wel iets samen doen.’
‘Tijdens het Graduation Jazz Festival krijg je ineens te zien waar iedereen zich in verdiept heeft en hoe iedereen gegroeid is’
De AHK biedt in alle disciplines masteropleidingen aan, die je kunt volgen als je je na je bachelor nog verder in je vak wilt verdiepen. Aan het Conservatorium van Amsterdam leer je tijdens de master een volledige beheersing van je vak of instrument te combineren met het vermogen tot kritische reflectie en artistieke vernieuwing. Alle studenten doen onderzoek, dat zij presenteren tijdens een jaarlijks Research Symposium. Aan het eind van hun opleiding laten ze op het Graduation Jazz Festival horen wat de jazzwereld kan verwachten. Drift bestond uit een combinatie van dans, beeld, geluid, licht en theater
Mylène Berghs deed aan het Conservatorium van Amsterdam de richting zang binnen de bachelor Jazz. Na het behalen van haar bachelordiploma volgde zij aansluitend de master Jazz aan het conservatorium, die zij afsloot met een optreden op het Graduation Jazz Festival. In haar examenjaar hield Mylène zich daarnaast bezig met de kruisbestuiving tussen jazzmuziek en vocale pop.
‘Het leuke aan de bachelor is dat je met je jaargenoten samen lessen volgt. Je krijgt veel les van gastdocenten en je kunt veel workshops volgen. Op de bachelor volgde ik naast mijn hoofdvak zang ook drie jaar lang verplicht pianolessen, maar ook in het vierde jaar liep ik nog regelmatig bij de pianodocent binnen om advies te vragen. In de aanloop naar mijn examen heb ik ook nog de hulp van docenten ingeschakeld, omdat ik bij één stuk zelf piano wilde spelen. Gelukkig bestaan die mogelijkheden binnen het Conservatorium van Amsterdam. Maar ook daarbuiten: zowel tijdens de bachelor als de master is er veel ruimte voor uitwisselingen met internationale conservatoria.’ Onderzoek In het examenjaar van de master doen alle studenten onderzoek naar een zelfgekozen onderwerp. ‘Mijn onderzoek ging over de kruisbestuiving tussen jazzmuziek en vocale pop. De stijl van mijn band YesSister, JazzSister vormde een van de aanleidingen voor dit onderwerp. Wij nemen liedjes van bijvoorbeeld Lady Gaga en zingen die in een jaren ’40 Andrews Sisters-achtige stijl; we ‘verjazzen’ als het ware bekende popliedjes. Het leek me interessant om te onderzoeken wat we nu precies doen om het geluid zo te krijgen. Aan de andere kant ging mijn onderzoek ook over het verpoppen van de jazzmuziek: hoe kan het dat Michael Bublé ineens met jazzstandards in de top 40 staat? Wat is er zo anders aan hem dat ervoor zorgt dat deze muziek nu weer zo populair is? Ik onderzocht verschillende vlakken: stemtechniek, tekstinterpretatie, instrumentatie, in hoeverre de muziek elektronisch is of niet, ga zo maar door. Jazz en pop komen steeds meer in elkaars vaarwater, maar het grote verschil zit hem in het
stemgebruik en de tekstinterpretatie: bij pop staat de tekst in dienst van de melodie, terwijl je bij jazz veel meer gericht bent op de tekst. Je past desnoods de melodie aan om de tekst zo goed mogelijk over te brengen.’ Graduation Jazz Aan het eind van de master Jazz presenteren alle studenten zich tijdens het Graduation Jazz Festival. ‘De meeste van mijn medestudenten kende ik al van de bachelor, maar doordat je tijdens de master meer met onderzoek bezig bent, heb je minder contact. Tijdens het Graduation Jazz Festival krijg je ineens te zien waar iedereen zich in verdiept heeft en hoe iedereen gegroeid is. Zelf heb ik drie stukken van mijn examen gezongen. Daarnaast wordt er over iedereen kort verteld waar zijn of haar onderzoek over ging en ook dat is heel interessant om te horen.’ YesSister, JazzSister ‘Mijn band YesSister, JazzSister is ontstaan vanuit de opleiding. In het derde jaar, vlak voor Koninginnedag, besloot ik met mijn medestudenten Ellen Tackenkamp, Emily Coomber en Eva Scholten om samen eens te gaan zingen op straat. Puur voor de lol hebben we toen liedjes van artiesten als Britney Spears en Boyz II Men vierstemmig geschreven en gezongen, maar onverwachts bleek het een enorm succes! Er stonden wel vijftig man om ons heen die maar bleven vragen om meer liedjes. Naar aanleiding hiervan dachten we: hier moeten we meer mee gaan doen. Nu, een paar maanden na ons afstuderen, hebben we onze eerste cd klaar. Binnenkort is de cd-presentatie; we zijn heel hard aan het werk om zo veel mogelijk publiek binnen te krijgen en het een groot succes te laten zijn.’
De voorstelling Drift speelde zich af in een oude loods aan de Borneokade in Amsterdam
Conservatorium van Amsterdam – master Jazz
18
19
Theatermaken met gevangenen Projecten opleiding Theaterdocent de Theaterschool – Theaterdocent
Van oktober tot december 2010 liep Zooey Sternheim als student Theaterdocent stage in Los Angeles bij de Los Angeles Poverty Department, een theatergroep die werkt met daklozen, ex-verslaafden en ex-gedetineerden. Ze maken voorstellingen over en vanuit het leven van deze mensen en maken zich hard voor de slechte omstandigheden in de Amerikaanse gevangenissen. ‘Ik heb ontdekt dat mensen die buiten de maatschappij vallen een enorme kracht kunnen bezitten.’
De opleiding Theaterdocent leidt je op tot een veelzijdige theatermaker met een eerstegraads bevoegdheid. In de praktijk van de theaterdocent staat het maken van theater met amateurspelers centraal. Amateurspelers zijn van alle leeftijden en komen uit alle (culturele) lagen van de bevolking. De liefhebbers van theater vind je op jeugdtheaterscholen en centra voor de kunsten, in het amateurtheater, op scholen en speciale gemeenschapsplaatsen. Je wordt opgeleid om in deze veelomvattende pedagogische theaterpraktijk je weg te vinden.
Zooey Sternheim (links) in een duet met Abdelkarim el Baz van de opleiding Mime
‘Ik droom van een eigen theaterklas op een middelbare school’
Wereldervaring ‘Ik heb enorm veel geleerd, niet alleen als theatermaker maar ook als mens. De Poverty Department is gevestigd in Skid Row, de armste buurt van Los Angeles. Daar stage lopen was voor mij een wereldervaring, bijzonder inspirerend. Ik heb niet alleen geleerd hoe je een artistiek product van hoog niveau kunt maken met amateurs, vanuit hun eigen verhalen en met een sociaal of politiek belang. Maar ook: hoe verhoud je je als maker tot je spelers, hoe genereer je het materiaal en hoe werk je in zulke omstandigheden?’ ‘Bij terugkomst in Nederland heb ik een project gedaan in een jeugddetentiecentrum voor jongens in Amsterdam-West. Met een groep van die jongens heb ik in tien weken een presentatie gemaakt. Het waren opnieuw lastige omstandigheden, maar er kwam een enorme energie voort uit de jongens. De presentatie, gehouden voor de andere jongens die in het detentiecentrum zitten, was een groot succes.’
20
Magie ‘In mijn afstudeerjaar heb ik ontdekt dat mensen die buiten de maatschappij vallen een enorme energie en kracht kunnen bezitten. Dat inspireert mij en het is prachtig om te zien wat theater met die mensen kan doen. Je geeft ze de ruimte om zich te laten zien en horen, en wat er dan gebeurt, is magisch.’ ‘Met heel mijn hart hoop ik dat er geïnvesteerd zal blijven worden in het theatervak op scholen. Ik droom van een eigen theaterklas op een middelbare school, want ik geloof er heilig in dat theater een socialiserende en kennisgevende waarde heeft voor jonge mensen. Door theater ga je anders tegen de dingen aan kijken, verruim je je blik op de wereld en de mensen in die wereld. Ik hoop jonge mensen te kunnen leren kijken, zien en luisteren: naar elkaar en naar zichzelf. Als ik lesgeef, krijg ik energie van de kracht van mijn leerlingen. Iedereen is het waard om naar te kijken en dat wil ik ze meegeven.’
De blik van de geluidsman Eigentijds Eindexamenfilm Destiny ontwerp vanuit historisch perspectief Hoofdpersoon Cheryl in de afstudeerdocumentaire Destiny
Lennert Hunfeld studeerde in 2011 af aan de opleiding Sound design van de Filmacademie. Voor zijn eindexamen werkte hij mee aan de documentaire Destiny en de fictiefilms Geen weg terug en Het onopmerkelijke leven van Hans Boorman. ‘Doordat je als sound designer betrokken bent bij verschillende films tegelijk, zie je veel Het Triadisch balletmeer voorbijkomen dan bijvoorbeeld een regisseur.’ van Oskar Schlemmer Nederlandse Film en Televisie Academie – Sound design
‘Sound design is weliswaar een technisch vak, maar het brengt heel veel inhoud in de film’
De kwaliteit van een documentaire of speelfilm wordt voor een belangrijk deel bepaald door hoe het geluid gebruikt wordt voor de inhoud van de film. Een sound designer is verantwoordelijk voor het geluidsontwerp van een film. Naar een film kijk je, maar een ervaring ervan wordt voor een groot deel bepaald door wat je hoort, en dus voelt. In de opleiding Sound design leer je om vorm te geven aan het geluid, terwijl je tegelijkertijd rekening houdt met eisen vanuit alle andere disciplines, zoals scenario, regie, productie, camera en montage.
‘Gedurende de opleiding werk je in allerlei projecten samen met verschillende studenten van jouw lichting. De eerste drie jaar worden de crews samengesteld door de opleiding, maar voor de eindexamenfilms in het laatste jaar doen de studenten dat grotendeels zelf. Je zoekt dan mensen op met dezelfde ambitie en dat zorgt ervoor dat iedereen alles geeft voor een goed resultaat. De crew van Destiny bestond uit vrijwel dezelfde mensen waarmee we ook onze derdejaarsdocumentaire hadden gemaakt, omdat die eerdere samenwerking goed was bevallen. Bij Het onopmerkelijke leven van Hans Boorman was ik betrokken omdat een klasgenoot en goede vriend van mij verantwoordelijk was voor die film, en ook Geen weg terug hebben we gemaakt met een groep bevriende klasgenoten. Ook nu, na het afstuderen, werk ik nog altijd met mijn medestudenten. Je bouwt binnen de Filmacademie een uitgebreid netwerk op, waar je daarna ontzettend veel aan hebt.’
een documentaire dan bij een fictiefilm, met name de voorspelbaarheid. Bij een fictiefilm ligt het verhaal van tevoren vast, terwijl je bij een documentaire nog maar moet afwachten hoe het gaat lopen. Het gevolg is dat je bij het maken van een documentaire voortdurend op je hoede moet zijn. Je hebt van tevoren natuurlijk wel ideeën waarop je probeert aan te sturen, maar je moet vaak op het moment zelf in actie komen, zonder dat weet waar je op uit gaat komen.’
Diversiteit ‘Het fijne aan de Filmacademie is dat bijna alles wat je doet, in groepsverband gebeurt en iedereen goed gecoacht wordt. De studenten krijgen en geven ook goede feedback, zodat je het de volgende keer beter kunt doen. Bij Sound design in het bijzonder is het dan nog eens zo dat je altijd bij verschillende projecten tegelijk betrokken bent. Daardoor zie je veel meer voorbijkomen dan bijvoorbeeld een regisseur, die alleen bezig is met zijn eigen film. Die diversiteit vind ik heel interessant. De verantwoordelijkheid voor het sound design is bijvoorbeeld heel anders bij
Ik vind het mooi om met behulp van film maatschappelijke onderwerpen, zoals schoolgaande tienermoeders, onder de aandacht te brengen. Sound design is daarbij een bijzonder vak, dat weliswaar technisch is, maar tegelijkertijd ook heel veel inhoud in de film brengt. Geluid stuurt immers emoties aan. Wat maakt bijvoorbeeld dat een kijker gaat huilen? Dat is vaak het geluid, maar wat dan precies, is moeilijk aan te geven. Emoties zijn lastig in woorden te vangen; dat maakt sound design een moeilijk, maar tegelijk ook prachtig vak.’
21
Maatschappelijke onderwerpen ‘Ook bij Destiny liep het anders dan we hadden bedacht. In eerste instantie wilden we verschillende jongeren op een mbo-2 opleiding volgen, allen met hun eigen problemen. Dat was eigenlijk een beetje de goden verzoeken: tijdens het draaien haakte de een na de ander af. Pas later in het proces werd Cheryl, de tienermoeder van Destiny, de hoofdpersoon. Maar grappig genoeg is een van de eerste scènes die we hebben gedraaid, uiteindelijk vol in de film gekomen.
Pitchen voor musea en ontwerpbureaus
Nieuwe muziek van jonge componisten
Handleiding voor tentoonstellingsmakers
Composers’ Festival
Reinwardt Academie – Cultureel erfgoed
Als een museum een grote tentoonstelling organiseert, wordt door middel van een pitch meestal een ontwerpbureau gezocht voor de vormgeving ervan. Michelle van der Hoeven onderzocht hoe dit pitchtraject tussen musea en ontwerpbureaus efficiënter kan verlopen. In 2011 studeerde ze erop af aan de bachelor Cultureel erfgoed van de Reinwardt Academie. ‘Vaak gaat er aan beide kanten ontzettend veel mis.’ ‘Als je samen een tentoonstelling maakt, ben je lang met elkaar bezig en moet je dus goed met elkaar kunnen samenwerken’
Volgens Michelle wordt er vaak voor duizenden euro’s aan werk weggegooid. ‘Er zijn geen regels voor een pitch. Het traject is niet duidelijk en de criteria waarop beoordeeld wordt zijn vaag. Ontwerpbureaus worden soms niet eens teruggebeld nadat ze een pitch hebben gedaan, terwijl ze er uren werk in hebben zitten. Kortom, er is veel ruimte voor verbetering in het pitchtraject.’ ‘Samen met medestudente Yolande de Jonge heb ik een handleiding geschreven voor het maken van een tentoonstellingspitch. Daarin lees je hoe je een tentoonstellingsontwerp kunt aanbesteden, waar je een ontwerpbureau op kan beoordelen en wat je moet doen om tot een heldere briefing te komen. Het is ontzettend belangrijk dat deze eerste stap goed gaat, want als je samen een tentoonstelling maakt, ben je lang met elkaar bezig en moet je dus goed met elkaar kunnen samenwerken. Je moet dus ook goed kunnen uitleggen waarom je iemand wel of niet kiest.’
Trevor Grahl en Thierry Tidrow zijn twee van de componisten die hun werk ten gehore brachten op het Composers’ Festival Amsterdam 2011. De twee jongens komen uit Canada, waar ze beiden een bacheloropleiding tot componist volgden in Montréal om vervolgens in Nederland door te studeren in de master Compositie aan het Conservatorium van Amsterdam.
De opleiding tot componist is een speciaal traject binnen de klassieke afdeling van het Conservatorium van Amsterdam. De studenten houden zich bezig met de allernieuwste muziek en met het creëren van nieuw repertoire. Hun composities worden ten gehore gebracht op het Composers’ Festival, een driedaags festival dat in 2010 voor het eerst werd georganiseerd.
Handleiding Voor hun onderzoek bezochten Michelle en Yolande een aantal ontwerpbureaus en musea die regelmatig een pitch uitschrijven. ‘Om te vergelijken zijn we ook met vertegenwoordigers uit de commerciële wereld gaan praten, waaronder een architectenbureau en een communicatiebureau. Overal hoorden we dezelfde klachten en opmerkingen. De musea communiceerden onduidelijk en boden de ontwerpbureaus vaak geen kans om er als ondernemer tussen te komen, waardoor zij vaak werk voor niets deden.’ ‘Na het schrijven van onze handleiding werden we uitgenodigd door Salon Museologie om een presentatie te houden voor zowel het museumveld als de ontwerpers. De directeur van het Amsterdam Museum heeft onze handleiding officieel in ontvangst genomen. Het was echt heel leuk om te merken dat je onderzoek er dus toe doet. Tegenwoordig wordt er op de Reinwardt Academie ook lesgegeven in pitchen; dat gebeurde nog niet in mijn tijd.‘ ‘Ik kan door mijn opleiding aan de Reinwardt Academie bij musea gaan werken, maar bijvoorbeeld ook voor een ontwerpbureau. Kunsttransport lijkt me ook interessant. In het derde jaar koos ik voor de minor Exhibition Direction. Het leukste vind ik dat je als tentoonstellingsmaker met iedereen contact hebt, van de directeur tot de schoonmaker, van technici tot schilders en van de beveiliging tot de conservator. Iedereen moet met elkaar overweg kunnen. Dat regelen vind ik heel erg leuk; ik ben een echte regelneef.’
Een belangrijk onderdeel van het derde jaar van de opleiding Cultureel erfgoed is de minor. Een minor is een samenhangend programma ter verdieping of verbreding van je studie. Het aanbod varieert; op dit moment kun je aan de Reinwardt Academie kiezen voor de minors Collectiemanagement, Cultureel ondernemen, Publiek en participatie, Archieven (in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam), en Informatieen mediacommunicatie. Maar het is ook mogelijk om zelf een minor samen te stellen uit het keuzeaanbod van de academie of van andere opleidingen.
22
Composers’ Festival in het Conservatorium van Amsterdam
Composers’ Festival in het Conservatorium van Amsterdam
Conservatorium van Amsterdam – master Klassieke muziek Trevor deed tussendoor ook nog een master Composition in Californië. ‘Ik had dus al een master achter de rug, maar ik wist dat Richard Ayres les gaf in Amsterdam. Hij is een fantastische componist en een van mijn grote voorbeelden. Ik wilde zo graag met hem werken dat ik me heb ingeschreven in Amsterdam.’ Ook voor Thierry was Richard Ayres de voornaamste reden om naar Amsterdam te komen. ‘Zo’n goede docent vind je niet zomaar. Op het Conservatorium van Amsterdam kies je een of twee mentoren die je heel direct en persoonlijk begeleiden. Ik wilde de kans om één op één met Ayres te werken niet laten schieten.’ Actuele muziek Maar Richard Ayres was niet de enige reden om voor Amsterdam te kiezen. Trevor: ‘In Californië zat ik op een heel kleine school. Het werk dat ik schreef is daar maar vier keer gespeeld in twee jaar tijd. Het Conservatorium van Amsterdam daarentegen werkt samen met verschillende ensembles waar je vaak en langdurig mee mag samenwerken.’ Thierry: ‘En wat ook zo geweldig is, zijn de werksessies. Als ik een compositie schrijf, hoor ik natuurlijk wel de melodieën in mijn hoofd, maar hoe het echt klinkt, is altijd anders. Hier in Amsterdam heb je tijdens het schrijven een aantal werksessies, waarin je nog aanpassingen kunt maken, dingen kunt proberen. Dat experiment is heel spannend.’ Voor het Composers’ Festival Amsterdam schreven Trevor en Thierry ieder een moderne compositie. Trevor: ‘Veel ensembles willen alleen maar gevestigde namen spelen, en dan het liefst van mensen die al dood zijn, zoals Mozart en Bach. Het Composers’
Festival is een goede kans om het publiek nieuw werk te laten zien van jonge componisten zoals wij. Het speelt direct in op de actualiteit. Mijn muziek is actueel en gaat altijd over wat er om mij heen gebeurt in de wereld. Het is bovendien veel moderner dan een klassiek examen. Je laat horen hoe jouw muziek klinkt in ensemblevorm. En je krijgt direct feedback van je publiek.’ Brugfunctie Het Composers’ Festival bestaat nog maar twee jaar en is dus een relatief jong initiatief. De twee Canadese componisten zien er wel brood in. Thierry: ‘Ik denk dat het festival in de toekomst nog meer een brug kan vormen tussen componisten, ensembles en publiek, een platform waar jonge kunstenaars een netwerk kunnen opbouwen.’
‘Het Composers’ Festival vormt een brug tussen componisten, ensembles en publiek’
Wat ze hierna gaan doen? Thierry heeft weer een nieuwe muzikale held gevonden en vertrekt na de zomer naar Freiburg. ‘Ik ga in Freiburg nog een master volgen, want ik ben nog lang niet uitgeleerd. Er zijn nog zo veel inspirerende mensen die ik wil ontmoeten. Maar ik kom zeker terug, want ik houd van deze stad.’ Trevor, die hier voorlopig blijft wonen, is het roerend met hem eens: ‘Dit is zo’n bruisende stad; er gebeurt altijd wel iets. Via school ben ik met zo veel goede musici in contact gekomen, daar komen waarschijnlijk nog wel vruchtbare samenwerkingen uit voort. Deze stad inspireert me enorm om te schrijven.’ Werk: Daniël van der Veer Foto: Nienke Doekes
23
Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten