TEMP. #12

Page 1

Leerling/Meester 2012 #7 5 t/m 15 april RINKE NIJBURG Daphne Ongenae Iryna Berezkho Joost Ariëns Malin Bülow

Leerling/Meester 2012 #8 19 t/m 29 april ANNE WENZEL Annelinde Kirchgaesser & Markus Stefan Gerda van Weem Marie de Bruyn Raquel van Haver

Temp. is een uitgave van Kunstpodium T | #12 | jaargang 2 | 2012

maart/april 2012


TEMP #12

I N H O U D VOORWOORD

4-7

LEERLING/MEESTER EXPOSITIE #5: Finding an Elephant RINKE NIJBURG Daphne Ongenae Iryna Berzekho Joost Ariëns Malin Bülow

8 - 13 14 - 19 20 - 25 26 - 25 32 - 37

LEERLING/MEESTER EXPOSITIE #6: Jokers

ANNE WENZEL Annelinde Kirchgaesser & Markus Stefan Gerda van Weem Marie de Bruyn Raquel van Haver

2

38 - 39 40 - 45 46 - 51 52 - 57 58 - 63

DE BIJLAGE

64 - 68

COLOFON

69


april 2012

3


TEMP #12

VOORWOORD door Dion Palinckx In het voorwoord van de vorige Temp. (11) beschrijft eindredactrice Mariska van Zutven een discussie die zich tot voor kort achter gesloten deuren afspeelden. In dit stuk pleit van Zutven voor gebruik van toegankelijke, open, taal in relatie tot kunst. Daarnaast spreekt ze haar irritatie uit over de manier waarop medeschrijven van Temp. zich schuldig maken aan het gebruik kunstenaars-jargon en vaagheden. Volgens mij ben ik nooit eerder zó vaak geciteerd. Aangezien mijn stageperiode volgende maand eindigt en er voor mij dus niet zo gek veel meer op het spel staat, durf ook ik mijn ergernissen best openbaar te maken.

4

Open, gesloten, helder, vaag: allen bijvoeglijk naamwoorden die we vaak horen in de spreektaal, omdat ze zo breed inzetbaar zijn en door vrijwel iedereen herkend en erkend worden. In die brede toepasbaarheid ligt tevens een zwakte. Bijvoeglijke beschrijven eigenschap of toestand van een zelfstandig naamwoord. Iedere unieke paring van een bijvoeglijk naamwoord met een nieuw zelfstandig naamwoord, leidt tot een toename van het aantal eigenschappen of toestanden dat het gepaarde bijvoeglijk naamwoord in zich draagt. Het zelfstandige voegt altijd een beetje toe aan het bijvoeglijke; als een kompas met een vaste naald, waarin andersoortige kompasrozen gestapeld zijn en waarvan de uitein-

den banen vormen die langs elkaar af draaien, omdat iedere schijf gevoelig is voor een ander soort magnetisch veld. Waar een boom ieder half jaar met een dikte van één groeiring uitdijt, zo krimpen de uit toestand en eigenschap bestaande kompasrozen zich in banen naar het middelpunt. Met iedere nieuwe baan die gevormd wordt, neemt het aantal mogelijke betekenissen waar de vaste naald (het bijvoeglijk naamwoord) naar verwijst toe. Waar keuzemogelijkheden ontstaan, slaat vertwijfeling toe. Geen probleem wanneer woorden met meervoudige betekeniswielen verwijzingen maken naar dingen die zich tonen in de stoffelijke wereld. Denk bijvoorbeeld aan een open raam, een open wond of een open doel. Onze hersenen zijn moeiteloos in staat om dergelijke clusters op een juiste manier te identificeren, omdat we datgene dat we horen of lezen herkennen. Het brein herroept de beelden die we in het verleden gezien hebben. Echter, wanneer een woord als ‘open’ in metaforische zin wordt toegepast, ontstaat er al snel een knoeiboel. Want hoe is het mogelijk om betekenis te zien in een diafaan (doorzichtig minus voorspelbaarheid) begrip als taal naast zo’n meerzijdig woord al ‘open’? Tientallen mogelijke synoniemen, variërend van ‘uitgesproken’ tot ‘oningevuld’ cirkelen door mijn hoofd. Ik zie suffe beelden van letters, in vlakke en ruimtelijke vormen, met raampjes, buitengewoon veel raampjes. “Toegankelijke, open, taal. En dat is het dan.” Inderdaad, bedenkt ik me, dat is het dan. Veel meer


april 2012 dan dat gebeurt er niet. Alle interpretatiemogelijkheden zijn even plausibel als discutabel, even waarachtig als betrekkelijk. Er is nauwelijks sprake van zinvolle overdracht. “Ik ben “epistemologische wens” gaan googlen, en ook ‘transcendentaal idealisme” in een andere tekst vond ik niet echt meehelpen aan het helder op papier krijgen van de mogelijke drijfveren. Als ik dit taalgebruik in combinatie met kunst lees, ga ik meestal zuchten: geïrriteerd en heel diep zuchten. Zoals ik zucht wanneer ik jonge kerels voorbij zie scheuren in de té dure auto van pappa.” Het lijkt me van belang om een onderscheid te maken tussen inclusief en exclusief woordgebruik. Onder inclusieve termen schaar ik zelfstandig naamwoorden die veel verschillende definities kennen en een grote hoeveelheid uiteenlopende betekenissen insluiten (includeren). Met exclusieve termen doel ik op toegespitst, verwijzend naar een beperkt aantal definities en daarmee automatisch uitsluitend van aard (excluderen). De verdeling doelt op betekenisdichtheid: in hoeverre een er sprake is dubbelzinnig of ondubbelzinnigheid. Ook zegt het iets over de mate waarin woorden geïntegreerd zijn in de algemene taal. In het meest ideale geval is een term zowel exclusief als inclusief. Exclusief in de zin dat het verwijst naar een enkel object of concept, inclusief indien de term herkend wordt door het merendeel van de mensen dat de taal spreekt. Woorden als evolutietheorie,

hypnose en werphengel behoren allen tot een soort collectief jargon. Afgezien van eventuele moeilijkheden wat betreft spelling of uitspraak is geen enkele term complex. Ieder officieel erkend woord is achterhaalbaar. Het is de inhoud achter de term: de definitie, waarachter complexiteit of simpelheid schuil kan gaan. Door uitspraken te doen over een soort taalvoering en daarbij gebruik te maken van woorden als ‘helder’ en ‘vaag’, zonder daarbij het formele raamwerk en inhoud van elkaar te scheiden, stel je dingen aan elkaar gelijk die in wezen niet gelijk zijn. Het getuigt van voorbarigheid wanneer men bij ieder onbekend woord roept dat de term vaag is, terwijl men eigenlijk bedoelt dat het woord hen onbekend is. Impliceren dat een vertrouwde term per definitie beter in staat zou zijn om inhoud op een heldere manier te communiceren vind ik evenzeer dubieus. Ik heb niets tegen ambiguïteit, wanneer het doel is om zorgvuldig te misleiden of volmaakte verwarring te creëren. Ik pleit niet voor uitsluitend ondubbelzinnige taal, mits het te communiceren idee vraagt om verfijning en precisie. Wel pleit ik voor het niet op voorhand uitsluiten van een der twee. Natuurlijk begrijp ik dat ik me geen onbegrensde vrijheden kan permitteren wanneer ik schrijf voor een magazine. Maar betekent dit dat ik te nimmer een vreemd woord mag gebruiken? Zelfs niet wanneer ik na mijn wandeltochten langs verschillende kennisdomeinen,

5


TEMP #12 jullie de enveloppen wil geven voor de speurtocht die ik heb uitgezet? “Ik irriteer me als ik vermoed dat er iets beweerd wordt wat misschien niet waar is, op zo’n manier dat niet te controleren is óf het waar is. Daarom vermijd ik termen als: “lijkt te suggereren, poogt, verschaft en verkondigt (jeuk). Liever schrijf ik over wat er te zien is, wat de titel is, hoe het in de ruimte werkt en dat alles in toegankelijke taal, omdat het kunstwerk soms al ontoegankelijk is. Daar wil ik dan best bij schrijven wat de bedoeling van de kunstenaar is, wat hem bezig houdt en hoe hij naar de wereld kijkt: wat hij “gepoogd heeft” te doen. […]Daarna mag de bezoeker/lezer beslissen of hij vindt dat de kunstenaar oprecht overkomt en geslaagd is in zijn missie. En als soms het idee van een kunstenaar nog niet helemaal duidelijk is en bedoelingen niet herkend worden, moeten we daar vooral niet te flauw over doen.” Oprecht in welke zin? Ik vraag me oprecht af aan welke parameters een kunstenaar moet voldoen om in aanmerking te komen voor een dergelijk ‘deugdzaamheidskeurmerk’. Dat zou vast creatieve mogelijkheden bieden voor de achterbakse kunstenaars, u weet wel, van het soort dat ons door een kijkgat in de muur van een expositieruimte begluurt en smakelijk lacht wanneer wij in al ons naïef enthousiasme, onware uitspraken doen over diens werken. Liever vel ik geen oordeel over de

6

vraag of een kunstenaar geslaagd is in het overbrengen van een bedoeling of boodschap, mits de kunstenaar streeft naar een zo letterlijk mogelijke overdracht van een specifiek gekozen bericht. Een aantal kunstwerken zijn zó hiëroglifisch en staan zó los van logica, dat zelfs de knapste psychologen en communicatiewetenschappers de achterliggende boodschap er niet uit op zouden kunnen maken. In de kunst vinden we betekenissen die we niet kunnen redeneren en kunnen we ervaringen hebben die we anders nooit zouden hebben. We erkennen de waarde en het nut van dit soort ervaringen, maar we kunnen dit niet altijd rationeel rechtvaardigen. Daarmee zijn het nog geen slechte werken! Dankzij kunst zijn we in staat om werelden te zien die buiten onze eigen wereld liggen. Kunst toont ons een realiteit die ver weg ligt van waar wij wonen, ver voorbij benoembare emoties, collectieve kennis en praktische realiteit. Waarom zouden we onze eigen wereld willen plaatsen naast diverse kunstwerken om vervolgens te bepalen in hoeverre de totaal verschillende universums homogeniteit vertonen? Hoewel dit misschien leidt tot hele interessante resultaten, ben ik van mening dat dit soort steekproeven vooral maar niet gekoppeld moeten worden aan een kwaliteitscoëfficiënt. Tijdens het schrijven van de teksten voor Temp. Magazine heb ik vanaf het begin geprobeerd om de magie die ik soms voelde tijdens het ervaren van de kunstwerken, in geconsolideerde


april 2012 vorm over te dragen aan de lezers. Uit bewondering voor de kunstwerken en uit een egoĂŻstische angst om nalatig te zijn, heb ik meerdere malen contact gezocht met de kunstenaars. Tijdens de gesprekken die ontstonden ben ik op zoek gegaan naar de geldende wetten binnen de door hen gecreĂŤerde stelsels, waarbij ik me soms het liefst deelgenoot wilde maken van hun denkbeelden. Zo gekleurd als wat begon ik met schrijven over hetgeen er in letterlijk te zien was in de expositieruimten, om vervolgens over te gaan in dat wat alleen ik zag, om te besluiten met datgene dat de kunstenaars mij gedurende de gesprekken hebben laten zien. Zoals sommigen van jullie misschien al gemerkt hebben: Temp. Magazine is om verschillende redenen, waarvan een tekort aan schrijvers en een behoefde aan beeld onder de doelgroep, ingrijpend veranderd. Om hieraan te beantwoorden zal er vanaf nu meer nadruk gelegd worden op fotografie. Enerzijds betreur ik het dat er in de toekomst minder tekst geweid zal gaan worden aan de kunstenaars en hun werken, omdat dit voor mij persoonlijk geleid heeft tot bijzondere totaalervaringen van kunst. Anderzijds motiveert het mij om terug te grijpen naar mijn camera en meer dan ooit, te zien namens de kunstenaars.

7


TEMP #12 Rinke Nijburg

LEERLING/MEESTER 2012 #5: Finding an Elephant RINKE NIJBURG Lunteren (NL) 27-1-1964

1982-1987 Academie voor Beeldende Kunsten, Arnhem 1990-1991 Ateliers Arnhem 1993-1994 Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam http://www.rinkenijburg.com Rinke Nijburg is opgeleid aan de ABK, Arnhem (1982-1987), Ateliers Arnhem (1990-1991) en de Rijksakademie van beeldende kunsten, Amsterdam (19931994). Hij behoorde tot de winnaars van de Koninklijke Subsidie voor Vrije Schilderkunst (1992), de Buning Brongers Prijzen (1994), de Prix de Rome (1998) en de Gelderland Grafiekprijs (1999). Religie en filosofie zijn een belangrijke inspiratiebron voor zijn beeldende kunst. Hoewel van huis uit protestant, liggen Rinke Nijburg’s artistieke wortels in de beeldende rijkdom van de katholieke traditie en hij wordt de laatste jaren tevens geinspireerd door Oosterse religies als boeddhisme en hindoeïsme. In zijn werk verbindt hij religie, filosofie, mythologie, strips, sprookjes en de maatschappelijke actualiteit tot een duizelingwekkende kosmologie. Mijmeringen en gedachten die hem daarbij bezig houden zijn op zijn

8

blogspot te volgen. Het werk van Rinke Nijburg bevindt zich in talloze openbare, museale, particuliere en bedrijfscollecties en hij is veelvuldig actief als curator.


Rinke Nijburg

9


TEMP #12 Rinke Nijburg

10


Rinke Nijburg

11


TEMP #12 Rinke Nijburg

12


Rinke Nijburg

13


TEMP #12 Rinke Nijburg

LEERLING/MEESTER 2012 #5: Finding an Elephant Daphne Ongenae

Oostburg (NL) 22-10-1986 AKV Sint Joost, Den Bosch http://www.facebook.com/daphneongenae “Mijn thematiek draait rond vragen over identiteit, de rollen die we spelen in het leven, mijn positie als mens, als vrouw, als speler in een identiteitssysteem. Ik geloof dat, niet identiteit, maar continue bewustzijn, het enige is wat mensen bindt. Het gaat mij vooral om die psychologische realiteit. Die nooit een identiteit heeft. Het gedachtegoed van de Franse filosoof Gilles Deleuze heeft grote invloed gehad op mijn mensbeeld. De overtuiging dat er niet zoiets bestaat als een vaste identiteit, dat wij als mens constant in wording zijn is een belangrijke reden waarom ik werk maak. Het niet-weten, de twijfels over de wereld rond mij, zoals deze op een presenteerblaadje aangeboden wordt vormen samen met de barrières van taal een wezenlijke grond voor mijn kunstenaarschap. Ik werk niet zozeer vanuit een idee maar zoek nieuwe ideeën, door middel van het maken van werk.

14

Ik wil niet dat een stoel is om op te zitten: ik wil dat een stoel de identiteit heeft van een zitmeubel. De stoel wordt een opsomming van de ideeën: zitten, hout, vierkant poten etc. De presentatie van mijn werk in Kunstpodium-T van beschouw ik als een ruimtelijke collage. De werken zijn fragmenten van die ruimtelijke collage. Steeds zoek ik de grens op van het weten en het niet-weten. Eigenlijk zie ik de kijker en de mens in het algemeen ook als een bewegend fragment in mijn ruimtelijke collage. In de huidige presentatie wil ik een beeldende dialoog tot stand brengen waarin je als kijker onderdeel wordt van het werk, zodra je de ruimte binnen stapt. “ ‘Post mortem laureatus’ (muurtekening 250 *180 cm, zwarte kalk, houtskool, Syberisch krijt) Origineel is van Kimon Loghi Lees verder op: http://cargocollective.com/tempmagazine/


Daphne Ongenae

15


TEMP #12 Rinke Nijburg

16


Daphne Ongenae

17


TEMP #12 Rinke Nijburg

18


Daphne Ongenae

19


TEMP #12 Rinke Nijburg

LEERLING/MEESTER 2012 #5: Finding an Elephant

Iryna Berezhko Izmayil, (UA) 11-09-1979 Willem de Kooning Academy, Hogeschool Rotterdam https://sites.google.com/site/irynaberezhko/ Titles: Novus Ordo Seclorum, Jeffree, Persephone’s abduction, Undressed up to the muscles, Family portrait, Chewbacca, Queen of tulip fields / Shepherdess Materials: pencil, watercolor, acryl, oil on canvas, “I am originally from the South of Ukraine. Through my work I investigate the world around me and especially myself. I always review and rework the past of different folks. For me, the culture of previous generations is a basic for everything we rework now. The past gives me the first impulse for a work. I’m rather cosmopolitan because there are a lot of mixed nationalities in my family. That is why it is difficult to pick out one kind of a red thread. Everything is mixed, like it is all cooked in one big pot. It’s all hybride. My methods during the work process are the same. I prefer to combine different styles, techniques and acceptances. It seems to me that

20

the mix of painting-drawing is reflecting our reality better. I look back on history, considering different myths, legends and traditions and reflect on reality. On one canvas the past and the modern ways of living confront and interact. I assemble puzzles, let them pass through myself, through my view of the world. Often my paintings take a body of a person without skin as a starting point to explore the issue of modern suffering and morality. A human who is undressed up to the muscles is more tangible, more materialistic and has no identity. Main topic in my work is materialistic suffering: the gap between a human and society. I combine history with the issues of reality; alienation, the absurdity of existence, the loneliness of the individual, the impossibility of communication etc.”


Iryna Berezkho

21


TEMP #12 Rinke Nijburg

22


Iryna Berezkho

23


TEMP #12 Rinke Nijburg

24


Iryna Berezkho

25


TEMP #12 Rinke Nijburg

LEERLING/MEESTER 2012 #5: Finding an Elephant

Joost AriĂŤns Oostelbeers (NL) 10-08-1989 Academie voor Beeldende Vorming Tilburg info@joostariens.nl

26


Joost Ariëns

27


TEMP #12 Rinke Nijburg

28


Joost Ariëns

29


TEMP #12 Rinke Nijburg

30


Joost Ariëns

31


TEMP #12 Rinke Nijburg

LEERLING/MEESTER 2012 #5: Finding an Elephant Malin Bülow

(SE) 7-3-1979 Gerrit Rietveld Academie, Amsterdam malinbulow@gmail.com Tension and inside/outside. “At the very bottom I think that tension is interesting to me, since I constantly strive to enlarge boundaries: to let go of the two-dimensional idea of a boundary and make it three dimensional: a space to inhabit. There is almost always tension on boundaries, or between the two sides of a boundary. The membrane of a cell: the epidermal layers of the skin, lead to the concept of inside/outside, which is also a very central theme within my work. It’s impossible to blend them; the inside and outside of a boundary. My work has to creep onto your body, some way or the other. I am not up for simply understanding your joke: i want to laugh. I am after a direct presence. The corporeal experience of my work is as important as the visual experience. I want you to see feelingly. I want a human laboratory kind of place, a corporeal puncture, a clinical plastic tube connection through which fluid flows, blending compartmentalized bodies. And that plastic

32

tube creates the space in between, it is a prosthetic device that punctuates boundaries, reshapes the inside and outside. It is what stands between us and makes us relate. I am penetrating your skin aiming for the subtle vibration of your cells, to reach the deepest point without losing grip on the surface, your skin. And mine.” Lees verder op: http://cargocollective.com/tempmagazine/


Malin B端low

33


TEMP #12 Rinke Nijburg

34


Malin B端low

35


TEMP #12 Rinke Nijburg

36


Malin B端low

37


TEMP #12 Anne Wenzel

LEERLING/MEESTER 2012 #5: Jokers ANNE WENZEL

Schüttorf (DE) 1972 AKI Enschede http://www.annewenzel.nl/ Meester Anne Wenzel exposeert niet in deze editie van Leerling/Meester. Zij begeleidt haar studenten bij het inrichten van hun eigen expositieruimte. Hoewel haar werk niet getoond wordt in het kunstpodium T volgt hier korte beschrijving van het beeldende werk van Wenzel: In installaties en sculpturen bewerkt Anne Wenzel iconen van onschuld, harmonie en schoonheid en plaatst hen in een onheilspellende wereld. Wenzel vermengt kitch en dreiging. Bij haar kan iets afschrikwekkend zijn en tegelijkertijd mooi. Anne Wenzel is van oorsprong Duits. Sinds 1992 woont en werkt ze in Nederland. Haar Duitse ‘roots’ beschrijft ze als romantisch, ernstig en zwaar. In Nederland heeft ze geleerd intuïtief te werken en meer af te laten hangen van de werking van materiaal, tijd en ruimte. De liefde voor het theatrale en het romantische is een soort basis waarop haar beelden zich vormen.

38

Zoetigheid en truttigheid vormen een constante factor in het werk van Anne Wenzel. ( uit: “Brainforest, angst voor zijn, Cornelie Samson)


Anne Wenzel

39


TEMP #12 Anne Wenzel

LEERLING/MEESTER 2012 #5: Jokers Annelinde Kirchgaesser Leverkusen (DE) 19-5-1990 AKV St. Joost, Den Bosch http://www.anne-linde.com/

The world is (increasingly) designated to pragmatism and efficiency, but room for (human) development gets restricted, which consists of self seeing, self perceiving, self experiencing, self thinking and self acting.

& Markus Stefan Duitsland 14-9-1986 AKV St. Joost, Den Bosch http://www.markusstefan.com/

The work is what happens during the action, in this case during the walk. Its registration can take different shapes, depending on what gets relevant.

“The medium of walking forms our focus within this field of research, which furthermore includes the use of various materials and forms, such as photography, drawing, text and sculpture, and the involvement with public space. It is action, process and intervention that is the origin and destination of our work. The most basic and direct human way to explore one’s lifeworld is by foot: without artificial aids, just the own body, with all its senses being connected to one’s immediate surrounding, perfectly following one’s own „rhythm“. What we are after is a conscious perception of the world, without being misled by the predetermined settings in which our lifeworld is structured, against blindly following the stated course of action.

40

In the exhibition „Jokers“, we show an installation with photographs, written and spoken text, based on a walk we did in Liège. The title Looking for a found answer to a found question / Looking for Victor refers to the „quest“ we set for ourselves. The text, which you can hear and read in the room, is a combination of a description of our walking research: of the place, and the questions we asked ourselves at that moment.” Lees verder op: http://cargocollective.com/tempmagazine/


Annelinde Kirchgaesser & Markus Stefan

41


TEMP #12 Anne Wenzel

42


Annelinde Kirchgaesser & Markus Stefan

43


TEMP #12 Anne Wenzel

44


Annelinde Kirchgaesser & Markus Stefan

45


TEMP #12 Anne Wenzel

LEERLING/MEESTER 2012 #5: Jokers Gerda van Weem 10-04-1951

Academie Beeldende Vorming, Tilburg http://gerdastevens.nl/ “Niets is mooier als maken. Ik schilder, bouw, stel samen en schrijf in mijn werk. Binnen mijn perfectionisme bevecht ik dagelijks de eeuwige teleurstelling. Ik schilder grote schilderijen omdat ik een toestand van intimiteit wil scheppen. Een groot schilderij is een directe handeling; het neemt je mee het schilderij in. Het geëxposeerde schilderij is een verwijzing naar het koesteren van de alledaagse dingen die je tegenkomt op je pad. Ik ben een kunstenaar van 60 jaar, een persoon met al een zekere gelaagdheid. In mijn werk houd ik mij bezig met de thema’s; vergankelijkheid, sensualiteit, spanning, ironie, humor en hoop. Over al deze thema’s heb ik zo mijn eigen gedachten. Bijvoorbeeld over vergankelijkheid; alle kunst houdt zich bezig met het wenken van de dood. Of ironie; ik zie het als een modern ingrediёnt, een vorm van jezelf uitwissen en onderzoeken hoe je voor een ogenblik jouw eigen lot kunt ontvluchten.

46

Naast schilder-, installatiekunst en poëzie verbeeld ik mijn materiaalonderzoeken in boeken. Het worden sculpturale objecten, gestoffeerd met ongepolijste schilderingen. Het zijn geschriften, collages en tekeningen; zinnebeelden van instinctieve handelingen, geplakte en geschilderde lijnen die vallen of staan – op en onder de bladzijden – binnen en buiten de oorspronkelijke patronen van boeken. Deze boeken geven de manier weer waarop de dag bij mij binnenkomt. Meestal begin ik met de kaft en dan ga ik verder, pagina per pagina en van dag tot dag tot het volledige boek afgewerkt is. Alles wat ik vind en tegen kom pas ik aan. De pagina’s worden blijken van de plastische ingrepen en geven mijn gevoelswereld als kunstenaar weer.”


Gerda van Weem

47


TEMP #12 Anne Wenzel

48


Gerda van Weem

49


TEMP #12 Anne Wenzel

50


Gerda van Weem

51


TEMP #12 Anne Wenzel

LEERLING/MEESTER 2012 #5: Jokers Marie de Bruyn

22-12-1987 Gerrit Rietveld Academie, Amsterdam marie_de_bruyn@hotmail.com

52


Marie de Bruyn

53


TEMP #12 Anne Wenzel

54


Marie de Bruyn

55


TEMP #12 Anne Wenzel

56


Marie de Bruyn

57


TEMP #12 Anne Wenzel

LEERLING/MEESTER 2012 #5: Jokers Raquel van Haver

19-2-1989 Bogota (CO) Gerrit Rietveld Academie, Amsterdam http://raquelvanhaver.withtank.com/ Voor de presentatie van haar werk heeft Raquel een spreker laten komen. De dichter sprak luid, duidelijk, goed gearticuleerd. De meeslepende performance pakt je beet en neemt je mee in zijn woorden. Tijdens zijn performance werd een hip hop beat steeds harder gezet. “...Je moet meedeinen met het water van onze verbintenissen en beseffen dat af en toe springstof voorkomt uit vloeistof. Wij zijn allebei het resultaat van één passie van de macht. Maar dat wisten we al. Want wij liepen rond, om weer een ander te zien, weer een ander te ontmoeten en daar verloren te zijn in Juten zakken die ons vertellen dat wij niets kunnen. Maar goed, dat wij niets konden wisten we al. Want het licht scheen op ons neer omdat wij iets anders nodig hadden dan natuur. Wij zochten cultuur om gecultiveerd de wereld te verkondigen dat wij beter waren dan de zon die ons vertelde dat af en toe fotosynthese wel oké is. Ik verwissel mijn bloed voor aarde, voor

58

natuurstof, voor waterstof, stikstof, wat af en toe in een zak. Kan je verstikken. Maar daar gaat het niet om. Nu. Vandaag. Dit moment. Want nu is het sterfbed over nu. Of ik heb het over de woorden geschreven onder mijn voeten. Ik ben ver-zocht om te spreken maar vergat af en toe dat springstof vergaat in het stof van het niet herkend worden. Wanneer je een kamer schoonveegt dan ben je eigenlijk jezelf aan het opvegen. Want elke aanraking laat weer stof achter van jou geschiedenis. Wisten jullie dat? Ik wist het ook niet tot dat het mij verteld werd. Dat omkeek en dat ik besefte dat dit op de grond ligt. Daar liggen mijn zinnen. Ik hoef geen licht op mijn gezicht want mijn woorden schijnen al.” Lees het hele gedicht op: http://cargocollective.com/tempmagazine/


Raquel van Haver

59


TEMP #12 Anne Wenzel

60


Raquel van Have

61


TEMP #12 Anne Wenzel

62


Raquel van Haver

63


TEMP #12 Eva van der Moer

DE BIJLAGE EVA VAN DER MOER evavdmoer@yahoo.com Langs de lijnen van onze horizon zien we ruime schakeringen aan kleuren. De kleurreflecties op bepaalde locaties lijken voorbij datgene te gaan wat we als natuurlijk beschouwen en lijken zo van de drukpers van de natuur te komen. Door kleurcodes uit locatiefotografie te destilleren reproduceert Eva van der Moer (1985) de essentie van gloed en het kleurgevoel van de natuur en aarde in veranderende lichtobjecten en een uiteenzettend beeldonderzoek. On RGB knowledge, Eva van der Moer combines the colours reflecting from the landscape and composes an artificial glow. Curves of constant latitude on the Earth (running east-west) are referred to as lines of latitude, or parallels. Each line of latitude is actually a circle on the Earth parallel to the equator, and for this reason lines of latitude are also known as circles of latitude. In spherical geometry, lines of latitude are examples of circles of a sphere, with the equator being a great circle. All along these lines you find different colours. She sees that as great value. They look beyond natural and almost slightly kitsch. By reproducing this light and it’s colour-code Eva van der Moer captures

64

the essence of the earth glow and it’s mood. This is the basic for the Latitude Light Project. In geography, the latitude of a location on the Earth is the angular distance of that location south or north of the Equator. The latitude is an angle, and is usually measured in degrees (marked with °). The equator has a latitude of 0°, the North pole has a latitude of 90° north (written 90° N or +90°), and the South pole has a latitude of 90° south (written 90° S or −90°). Together, latitude and longitude can be used as a geographic coordinate system to specify any location on the globe. Every country has different colours reflecting due to atmospheric compositions and the angle of the sun beams. Go and see for yourself, because after looking into this research you’ll never see the same up in the air. van 22 maart tot 29 april 2012 http://evavandermoer.blogspot.com/


De Bijlage

65


Eva van der Moer

66


De Bijlage

67


Eva van der Moer

68


april 2012

[COLOFON] HOOFDREDACTEUR Zeus Hoenderop

EINDREDACTIE Mariska van Zutven

VORMGEVING Eefje Guijt

FOTOGRAFIE Dion Palinckx

TEKSTBIJDRAGEN Dion Palickx Mariska van Zutven

KUNSTENAARS RINKE NIJBURG Daphne Ongenae Iryna Berezkho Joost Ariëns Malin Bülow

ANNE WENZEL Annelinde Kirchgaesser & Markus Stefan Gerda van Weem Marie de Bruyn Raquel van Haver


Kunstpodium T Noordstraat 105 5038 EH Tilburg www.kunstpodium-t.com

OPENINGSTIJDEN donderdag 13.00 – 21.00 uur vrijdag – zondag 13:00 – 18:00 uur

© TEMP.

Kunstpodium T is hét laboratorium en platform voor kunstacademiestudenten en startend kunstenaars. Kunstpodium T faciliteert de ontwikkeling van de kunstenaarsidentiteit en cultureel ondernemerschap voor een nieuwe generatie kunstenaars.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.