TEMP. #10

Page 1

Temp. is een uitgave van Kunstpodium T | #10 | jaargang 2 | 2012

naam van wie het werk is op de pagina

Leerling/Meester 2012 #3 IRIS BOUWMEESTER Susan Kooi Jeroen van der Hulst Guus van Dongen Remty Elenga Leerling/Meester 2012 #4 SUZANNE VAN REST Maria Gondek Lena Paschen Timo van Grinsven Sil de Reuver 1


LEERLING/MEESTER #10 TEMP. is het online magazine van Kunstpodium T en komt voort uit de behoefte de tijdelijkheid van tentoonstellingen te overstijgen door ze digitaal te laten voortleven in de vorm van een tijdschrift. TEMP. biedt ruimte voor achtergronden en korte besprekingen van kunstwerken die geĂŤxposeerd worden in de presentatieruimtes van Kunstpodium T.

I N H O U D VOORWOORD

3

LEERLING/ MEESTER 2012 #3: MULTIVERSE 9 - 19 februari

IRIS BOUWMEESTER Susan Kooi Jeroen van der Hulst Guus van Dongen Remty Elenga

4-9 10-13 14-17 18-21 22-25

LEERLING/ MEESTER 2012 #4: LOOKING UP

23 februari - 4 maart

SUZANNE VAN REST Maria Gondek Lena Paschen Timo van Grinsven Sil de Reuver

26-29 30-33 34-37 38-41 42-45

MEESTER GESPREKKEN

2

Iris Bouwmeester & Arend-Jan Weijsters

46-47

COLOFON

48-49


februari/maart 2012

VOORWOORD

door Stijn Peeters

De twijfel is ons kapitaal Eigenlijk zou je iedere student van alle kunstacademies in Nederland het leerling-meester project gunnen Ik hoorde van Eugene Jongerius dat de studenten aan de KHU al in hun tweede jaar beginnen met Engelstalige presentaties van hun werk: dat is goed want je kunt je niet vroeg genoeg voorbereiden voor het leven na de academie. Zeker in het huidige no-nonsense klimaat, waarbij de politiek van je verwacht dat je in 4 jaar tijd tot de internationale top behoort. Anders ben je een loser en zonde van het weggegooide geld. Zelf heb ik de uitlopers van een andere tijd nog meegemaakt . Een tijd waarin de Verbeelding aan de macht was: een leuke speelse tijd waarin gelummeld en geprutst mocht worden én heel erg veel werd gelachen. Een tijd van dienstplichtigen met lang haar, waar bovenop een helm balanceerde, van rookmagiërs, van witte fietsen, van happenings en studenten die ‘een levenlang leren’ interpreteerden als een leven lang studeren aan een universiteit . Studenten die na vele jaren tot het meubilair gingen behoren. ‘Een levenlang leren’ wordt nog steeds gebruikt door politici. Zij bedoelen dan dat het jouw eigen verantwoordelijkheid is en als je nu zo nodig moet, dan betaal je het toch lekker zelf! Vorige week kregen de studenten deeltijd van het AKV|St. Joost een brief met daarin de mededeling dat de mensen die meer dan 5 jaar HBO-onderwijs hebben genoten, bovenop het gebruikelijke collegegeld nog een “langstudeerdersboete” van 3000 euro moeten gaan betalen. Deze boete wordt ieder extra jaar dat de student nog verder studeert opgelegd. De langstudeerboete betekent het einde van het

deeltijd-onderwijs in Nederland én dat is een politieke keuze. Ook de post-academische instellingen ( Jan van Eyck, Rijksacademie en de Ateliers) gaan een spannende tijd tegemoet. De politieke druk is ook daar voelbaar. De kans bestaat dat zij het niet alle drie gaan redden en onder druk van de gedoogpartner twijfelt onze staatssecretaris openlijk over het nut van al die buitenlandse studenten die met ‘ons’ geld worden opgeleid. Nee jongens, bereid je voor op een nieuwe werkelijkheid en vertrek naar het buitenland. Als ik jullie leeftijd had, zou ik dat meteen doen. Hier worden alle ramen en luxaflexen dicht gedaan, de deuren gaan op slot en de geesten worden klaargemaakt voor kritiekloos consumentenbestaan. Wij worden geïnformeerd door “de Wereld draait door”. Matthijs rost er met een rotvaart nog wat weetjes door en twijfel wordt verkocht als zwakte: Als je het niet krachtig kunt vertellen ben je geen tafelgenoot. Maar wat was het een geweldig optreden van Loek Grootjans! De meester van de No-show uit de voorgaande editie van het Leerling Meester Project. Vakkundig snoerde Grootjans tijdens DWDD de op zijn stoel wippende MarcMarie Huijbrechts de mond, terwijl die er een leuke opmerking á 1000 euro per uitzending tussendoor probeerde te wringen. Serieus, vakkundig en bevlogen vertelde Grootjans over zijn project ‘Storage for Distorted Matter’.

geweldige ontdekkingen. Wij zijn megalomaan, manisch, confronterend, roekeloos, respectloos, experts in het nemen van grote, vaak persoonlijke, risico’s. Maar als we dat willen, zijn we intiem en klein en lief en hebben vrede met onze ‘nutteloosheid’ omdat we wel beter weten. Twijfel is niet nutteloos. En we herkennen die wetenschap in elkaar. En zo kom ik weer terug bij het leerling-meester project en bij het meest belangrijke aspect daarvan, namelijk dat wij allemaal collega’s zijn en vertegenwoordigen van een ander, een socialer model dan het model dat de machtspolitici voor ogen staat. Wij zijn collega’s en als collega’s gaan we in gesprek en helpen wij elkaar. Wij leren van elkaar tijdens de academieontmoetingen, in de groepjes, met de meester, tijdens het inrichten en tijdens de opening van de expositie met een drankje bij het vuur. Wij leren ons hele leven. Het mooie van ons vak is dat we onze kennis in beelden vertalen. Wij hebben geen verborgen agenda maar strijden met open vizier. Ik heb het voorrecht gehad om twee jaar lang met mijn neus bovenop de leerling-meester exposities te staan. Het eerste jaar op eigen initiatief en het tweede jaar als jaarmeester. Met de energie die gegenereerd wordt in deze gonzende bijenkorf, kunnen we de hele wereld aan.

Wij kunstenaars weten dat de twijfel ons kapitaal is. Niets is ons heilig. Alles mag onderzocht en veranderd worden. Wij weten dat de combinatie van twijfel en fantasie de hele wereld voor ons open gooit. We bewandelen onbekende wegen en doen 3


LEERLING/MEESTER #10 Iris Bouwmeester

LEERLING/ MEESTER 2012 #3: MULTIVERSE IRIS BOUWMEESTER door Dion Palinckx

Voor de derde expositie van deze jaargang verzorgt beeldend kunstenares Iris Bouwmeester samen met de studenten Susan Kooi, Jeroen van der Hulst, Guus van Dongen en Remty Elenga, een expositie die voor twee weken lang door het leven gaat onder de naam: “Multiverse”. Multiverse: een term die ooit bedacht is door William James en slaat op de hypothese dat er meerdere universums aanwezig zijn, buiten het universum waarin wij onszelf continu ervaren en bevinden. Wanneer je een kunstwerk benaderd als een door de kunstenaar gevormd universum, zou je een kunststroming of een samenkomst van werken – in dit geval gesitueerd onder het dak van Kunstpodium T – kunnen zien als een multidimensionaal universum. Iris Bouwmeester maakt sculpturen en hedendaagse installaties. Ze werkt met een breed scala aan materialen en gebruikt zo min mogelijk hulpmiddelen en instrumenten. De meeste werken van Bouwmeester zijn nauw verbonden met natuurlijke verschijnselen zoals licht en ruimte. Deze verschijnselen zijn niet alleen onderdeel van de compositie, maar zorgen tegelijkertijd voor een continue transformatie, door de variabele krachten van het immateriële. Natuurlijke fenomenen spelen ook een belangrijke rol in het werk van de leerlingen. Waar het werk van de een gesimuleerd licht uitstraalt, neemt het werk van de ander, vormen van licht in zich op. De meester en cohort hebben er bewust voor gekozen om 4

hun kunstwerken in vier subuniversums onder te verdelen. Iedere kamer ademt zijn eigen sfeer, iedere ruimte is als een onderdeel van het grotere geheel, waarvan de expositie het overkoepelende universum is. Het is een gewaagde zet van de kunstenaars om de werken in

letterlijke zin dicht naast elkaar op te stellen, aangezien hiermee onvermijdelijk een spanningsveld ontstaat. Toch is in de expositie van Iris Bouwmeester geen sprake van wringende betekenisverstrengelingen tussen de werken. Je kunt je afvragen hoe de expositie eruit


Iris Bouwmeester

gezien zou hebben als nog meer risico was genomen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van contradicties en te zoeken naar de absolute grenzen van een multiverse.

Iris Bouwmeester 2012

Love my demons

5


LEERLING/MEESTER #10 Iris Bouwmeester

Iris Bouwmeester 2012

Love my demons

6


Iris Bouwmeester

7


LEERLING/MEESTER #10 Iris Bouwmeester

Iris Bouwmeester 2012

Love my demons

8


Iris Bouwmeester

9


LEERLING/MEESTER #10 Iris Bouwmeester

LEERLING/ MEESTER 2012 #3: MULTIVERSE SUZAN KOOI

door Manus Groenen

Multiverse staat vijf verschillende kunstenaars toe om naast elkaar hun eigen werk te exposeren. De kunstenaars delen hun eigen ‘universum’ tegelijkertijd met het publiek waarin ze het universum dat wij allen delen op een andere manier tegemoet gaan. Een van de meest fascinerende dimensies van ons bestaan in dit universum is toch wel het fenomeen tijd. Eén van de kunstenaars die deelneemt aan Multiverse is Susan Kooi die duidelijk gefascineerd is door de tijdsdimensie van ons universum: door onze geschiedenis. We ervaren de realiteit als een opeenvolging van gebeurtenissen waarin het heden niet meer is dan het laatste moment in een voortdurende stroom van historische gebeurtenissen. Het verleden is het gebied waar zich al deze momenten ophopen, maar die glijden onvermijdelijk steeds verder van ons af: ze gaan de geschiedenis in. “Time is huge and lives start and die out, creating a distance between the existing and the extinct,” aldus Susan Kooi. In haar fascinatie voor het verleden staat ze absoluut niet alleen. Onder hedendaagse kunstenaars leeft een fascinatie voor het verleden. Dieter Roelstraete ziet hierin een nieuwe ‘stroming’ die hij bestempelt als “new historicism”. Lange tijd was de toekomst de belangrijkste drijfveer voor de kunst: het modernisme is te lezen als een vertrouwen in de vooruitgang en de maakbaarheid van de toekomst. Op dit moment lijken kunstenaars echter meer geïnteresseerd in het verleden en kijkt de kunst met regelmaat achteruit. Deze interesse van kunstenaars valt samen 10

met een bredere maatschappelijke aandacht voor het verleden. Deze ‘historical turn’ is begonnen in de late jaren tachtig en begin jaren negentig, een tijd vol belangrijke gebeurtenissen zoals het einde van de Koude Oorlog, de versnelling van de globalisatie en de opkomst van digitale informatietechnologieën. In vele delen van de wereld heeft de globalisatie geleid tot een zoektocht naar identiteit en geschiedenis vormt daar een belangrijk deel van. Wie zijn wij? Waar komen we vandaan? Het is moeilijk om grip te krijgen op dat wat voorbij is. Dat erkent ook Susan Kooi. Om deze afstand te overbruggen brengt ze ons op een geraffineerde wijze weer in contact met dit verleden in een serie werken getiteld Fertile Soil For Melancholy. Melancholie kenmerkt zich door een treurige blik op dat wat voorbij is. Het verleden zit vol mooie herinneringen, maar is ook treurig omdat we er geen grip meer op hebben, met uitzichten en kansen die verdwenen zijn en keuzes waar we spijt van hebben. In deze serie duikt Kooi ver de historie in en verdwijnt zelfs in de prehistorie, een periode waar wij kennelijk niet vrolijk over hoeven te worden. Een groot wandkleed dat vrij in de ruimte geplaatst is toont een mensaap in gevecht met minder geëvolueerde aapachtigen. Wie van de twee het gevecht startte is onduidelijk, de winnaar is echter voor ons wel duidelijk. De mensaap zal winnen. Hij heeft een bot in zijn hand genomen en gebruikt het als wapen. Het is een Darwiniaans beeld van de evolutie waarin de sterksten of de slimste overwinnen. Het zegt iets over wat we ooit waren, maar ook over wie we nu nog steeds zijn. In feite is er weinig veranderd, agressie is een verschijnsel van alle tijden. Nog steeds wordt macht en geweld gebruikt om zelf vooruit te komen of te overleven, ten koste van anderen. Een ander slachtoffer van de evolutie waren de trilobieten. Deze dieren hebben miljoenen

jaren lang de oceanen bevolkt, maar zijn uitgestorven. Onder andere vanwege het feit dat ze zelf ten prooi vielen aan sterkere roofvissen. Geschiedenis is een opstapeling van het vertrappen van onze voorgangers om zelf vooruit te komen. We worden door Kooi vriendelijk uitgenodigd om deze evolutionaire daad dunnetjes over te doen door een trilobiet fossiel van chocola te eten. Waarom chocola is onduidelijk, maar de daad van het eten is een primitief instinct wat in een context waar men normaal enkel visueel geprikkeld wordt, toch impact heeft. Door deze intieme handeling met


Suzan Kooi

een overblijfsel uit het verleden, worden we opnieuw in contact gebracht met een periode die ver achter ons ligt. Het laatste werk gaat wederom verder dan het puur visuele en speelt dit keer in op onze tastzin. Dit keer zijn de overblijfselen die ons met het verleden verbinden stenen die door eeuwenlange erosie glad geworden zijn. We worden uitgenodigd deze kleine stenen voorzichtig beet te nemen. Het blijkt een wederom een bevestiging van de waarde van onze zintuigen, omdat bij aanraking de steen niet zo aanvoelt als verwacht. Het werk van Susan Kooi brengt

ons in contact met de tijd waarin het leven is ontstaan. We vangen een glimp op van onze herkomst en worden gewezen op onze meest basale, dierlijke zintuigen en instincten. Expliciet gaat het over de prehistorie, maar impliciet over vandaag de dag. Ze stelt terecht de vraag: zijn wij als mens in al die eeuwen wel zo veel ontwikkeld of hebben we enkel een nieuwe omgeving gecreëerd om de beest in uit te hangen?

Suzan Kooi 2012

Trilobiet

Dieter Roelstraete, ‘After the Historiographic Turn: Current Findings’ E-­flux Magazine 2009 #6

11


LEERLING/MEESTER #10 Iris Bouwmeester

Suzan Kooi 2012

Steen

Suzan Kooi 2012

Fertile soil for melancholy

12


Suzan Kooi

13


LEERLING/MEESTER #10 Iris Bouwmeester

LEERLING/ MEESTER 2012 #3: MULTIVERSE JEROEN VAN HULST door Manus Groenen

Onze relatie met de natuur is in de laatste eeuw ernstig veranderd. Het onderscheid tussen cultuur en natuur is steeds moelijker te maken. Natuur in de zin van bomen, planten en atomen wordt door de mens steeds meer gecontroleerd, beteugeld en gevormd. Het is een onderdeel geworden van onze cultuur. Om een voorbeeld te geven: “pure” natuurgebieden als de Oostvaardersplassen zijn eigenlijk meer een groot mensgemaakt park. Het gebied is het onbedoelde bijproduct van de inpoldering van Flevoland door de mens dat onder andere wordt bevolkt door Heck runderen, geen “oer rund” maar een ras dat 100 jaar geleden gefokt werd door de broeders Heck1 Er zijn duizenden andere voorbeelden te geven. Tegelijkertijd is ons beeld van cultuur ook veranderd. Koert van Mensvoort stelt zelfs dat natuur en cultuur van plaats gewisseld zijn. Natuur is cultuur geworden, maar tegelijkertijd zijn de producten van cultuur die door de mens gecontroleerd werden ons in toenemende mate ontglipt. Is een economische ramp als de bankencrisis niet net zo onvoorspelbaar, grillig en vernietigend als een natuurramp? We hebben de cultuur net zo min in de hand, als we de natuur ooit hadden. “Natuurkrachten” hebben zich verplaatst naar het veld van de cultuur. Deze culturele vorm van natuur is in het kort wat van Mensvoort Next Nature heeft genoemd.2 Het werk van Jeroen van der Hulst is getiteld “We speak of Naturalness” en speelt met deze vertroebeling van het begrip natuur. Deze titel is gebaseerd op een tekst van de filosoof 14

Baudrillard. Volgens Baudrillard geeft in naturalité (naturalness/ natuurlijkheid) het achtervoegsel ‘-ité’ de verschuiving aan naar een abstracte, tweede betekenis die werkzaam is op het niveau van tekens. We spreken hier dus over natuurlijkheid, een soort abstracte verwijzing naar het begrip natuur en die natuurlijkheid is overal. Iedereen wil graag omringd worden door natuur, maar het liefst zo gemakkelijk en goedkoop mogelijk. Geen zin om planten water te geven? Koop een plastic plant! Geen geld voor echt hout? Koop imitatie hout! We omringen ons graag met goedkope, massa geproduceerde imitatie natuur. Voor Van der Hulst heeft dit materiaal daardoor een bepaalde lading die het geschikt maakt voor zijn werk. De materialen die Van der Hulst voor zijn werken in het kunstpodium heeft gebruikt zijn allemaal afkomstig uit goedkope woonwinkels. Normaal worden ze gekocht door gewone klussers die ze gebruiken om met deze producten al klussend hun eigen “natuurlijke” leefomgeving te maken. De kunstenaar en de klusser zijn beiden makers, maar de houding die deze klusser heeft tot dit maken is anders dan wanneer een kunstenaar een werk maakt. Van der Hulst maakt zijn werk als kunstenaar door juist deze doe-het-zelf vorm van maken te hanteren en niet een traditionele werkwijze als schilderen of beeldhouwen. Hij maakt zo als serieus kunstenaar “amateuristische” assemblages van “lullige” materialen die tot nieuwe betekenissen leiden, waarin hij onder andere verwijst naar de geschiedenis van de landschapsschilderkunst. Zo hangen er in één werk twee handdoeken aan de muur, de één blauw en de ander beige. Ze zijn zo opgehangen dat de beige handdoek een berglandschap suggereert en de blauwe handdoek de wolkenlucht er boven. Handdoeken spelen ook in een ander werk een rol. Hier hangen drie handdoeken op een rekje

onder een 3D foto van een rotskust aan zee. Wederom geven de kleuren van de handdoeken de suggestie van rotsen, zand en zee. In een andere zaal heeft een kunstenaar een beest in een boslandschap geschapen of heeft een klusser wat spullen bij elkaar gezet? Er staat een stoel met een nepbontje omringd door plastic imitatie planten en een nepvogeltje. Synthetische boslucht afkomstig van een dennengeur kaars en wat potpourri prikkelt de neusgaten. Het laatste werk bestaat uit een nephouten boekenplankje met een geurkaars ‘Water’ en een ingelijst kleurverloop van


Jeroen van Hulst

celesteblauw naar azuurblauw, een zeezicht zoals we die thuis vaker zien dan in het museum.

Jeroen van Hulst 2012

We speak of naturalness

Van der Hulst stelt interessante vragen over de kunstenaar als maker, waarbij hij zich verhoudt tot de traditie. Daarnaast kaart hij op een subtiele manier de veranderende relatie tussen cultuur en natuur Wat aan zonder daarover uitspraken te doen of moraliserend te worden. Het is een sterk onderdeel in het multiversum. *Patrick van Der Kroef, ‘Wat weerloos is, is niet per se van waarde’, De Groene Amsterdammer 9 februari 2012, jaargang 135 nummer 6, pp. 24-27. **Koert van Mensvoort ‘Exploring Next Nature’

15


LEERLING/MEESTER #10 Iris Bouwmeester

Jeroen van Hulst 2012

We speak of naturalness

16


Jeroen van Hulst

17


LEERLING/MEESTER #10 Iris Bouwmeester

LEERLING/ MEESTER 2012 #3: MULTIVERSE GUUS VAN DONGEN

18


Guus van Dongen

Guus van Dongen 2012

Four manifestations of a cloth

19


LEERLING/MEESTER #10 Iris Bouwmeester

Guus van Dongen 2012

Four manifestations of a cloth

20


Guus van Dongen

21


LEERLING/MEESTER #10 Iris Bouwmeester

LEERLING/ MEESTER 2012 #3: MULTIVERSE REMTY ELENGA

22


Remty Elenga

Remty Elenga 2012

Untitled

23


LEERLING/MEESTER #10 Iris Bouwmeester

Remty Elenga 2012

Untitled

24


Remty Elenga

Remty Elenga 2012

Untitled

25


LEERLING/MEESTER #10 Suzanne van Rest

LEERLING/ MEESTER 2012 #4: LOOKING UP SUZANNE VAN REST door Dion Palinckx

“Looking Up”, de derde expositie van deze jaargang, wordt verzorgd door Suzanne van Rest, in samenwerking met de studenten Maria Gondek, Lena Paschen, Timo van Grinsven en Sil de Reuver. De link tussen het naar boven kijken en transcendentie wordt met de titel ‘Looking up’ snel gelegd. Toch is de titel zeer multi-interpretabel. Doelen de kunstenaars nu op de inrichting van de expositie, waarin je als kijker meerdere malen gevraagd wordt naar boven te kijken, zodat je de gehele expositieruimte met werken op kunt nemen? Doelt het op de buitenzintuiglijke, goddelijke waarneming? Of is ‘Looking up’ een toespeling op het transcendentaal idealisme? Dit door Immanuel Kant1 uitgedachte metafysische concept, stelt dat de intuïtie leidend is voor ons besef van de werkelijkheid. Doordat we weten hoe de wetten van onze geest werken, weten we hoe we de werkelijkheid kennen. Volgens Suzanne bezitten we allen een cognitieve blauwdruk van de realiteit, die we projecteren op onze externe omgeving. Het onderliggende thema van Suzanne’s werk is de menselijke neiging om de waarheid te interpreteren, in plaats van de waarheid te accepteren zoals deze is. Dit leidt er toe dat ‘het moment’ of ‘het nu’ al gestalte heeft, in je geest, voordat het werkelijke moment plaatsvindt. De kernvragen die Suzanne met haar beeldende werk stelt zijn onder andere: ‘wat is realiteit en hoe ervaren we deze realiteit? In hoeverre bepaalt onze subjectieve realiteit, de realiteit van de 26

wereld buiten ons?’ Het werk van Suzanne gaat over onze kennisdrang, die ons zowel verbreedt als vernauwd in onze visie. Het is opvallend en niet toevallig, dat de studenten een vergelijkbaar metafysisch gedachtengoed lijken te verkondigen. Zij breken

in hun werk met de realiteit zoals we die kennen, waarbij de emotie rondom het onverklaarbare centraal staat. Een bevrijdende zoektocht naar het nietweten tijdens het ervaren. Immanuel Kant, Kritiek Van De Zuivere Rede, 689 pagina’s, Uitgeverij Boom, 2004 (aangepast) 1


Suzanne van Rest

Suzanne van Rest 2012

I gave up dreaming for a while

27


LEERLING/MEESTER #10 Suzanne van Rest

28


Suzanne van Rest

Suzanne van Rest 2012

I gave up dreaming for a while

29


LEERLING/MEESTER #10 Suzanne van Rest

LEERLING/ MEESTER 2012 #4: LOOKING UP MARIA GODEK

door Dion Palinckx

Maybe you should have been there Maria Gondek is een Deense kunstenares en studeert VAV aan de Gerrit Rietveld Academie. Het werk voor deze expositie is in grote mate gebaseerd op een thesis, die Maria op dit moment aan het schrijven is, waarin zij bevraagt in hoeverre humor en kunst verenigbaar zijn. In haar zoektocht kwam ze onder andere tot de conclusie dat humor en kunst in hun strategische opzet, veel overeenkomsten vertonen. De titel van haar geëxposeerde werk: “Maybe you should have been there”, is een installatie die specifiek ontworpen is voor de ruimte binnen Kunstpodium T. De installatie is volgens haar een ‘driedimensionale grap’, aangezien er voldaan wordt aan de drie strategieën die doorgaans ten grondslag liggen aan een klassieke grap. De ramen vanaf de straatkant, in de voorgevel van het kunstpodium T, gaven een doorkijk naar het kunstwerk van Gondek. Deze ramen zijn een belangrijk onderdeel van de installatie, omdat je van buitenaf kunt zien wat zich in de ruimte zou kunnen gaan voltrekken. Van buitenaf zie je hoe een gesponnen touw vanaf de deurklink van een op een kier openstaande deur, langs de wanden van de ruimte verloopt en eindigt bij een grote katapult die gericht staat op de deur. Bij het betreden van de ruimte, riskeert de bezoeker het projectiel van de katapult; een taart, op zichzelf af te vuren. Naar eigen zeggen bouwt Maria situaties die ze vertaalt in haar 30

installaties. De werken roepen onverwachte lichamelijke ervaringen op, die leiden tot verbazing, omdat de fysieke vormen van haar presentaties andere verwachtingen oproepen. Maria probeert het karakter van de ruimte extra kracht bij te zetten door een fysieke ervaring te koppelen aan de expositieruimte. Daarnaast is zij gefascineerd door alledaagse elektronische toepassingen. Gondek transformeert de logische constructies van bestaande functies naar nieuwe objecten met ongewone doeleinden. De simpele logica van het geraamte, dat de mechanische onderdelen in deze expositie tezamen constitueren, heeft Maria doelbewust zichtbaar gemaakt voor het oog van de kijker. “Het laten zien van de constructie zorgt ervoor dat de kijker zich blijft bevinden in de actualiteit van het werk.” Het geëxposeerde werk is een experiment waarmee Maria probeert uit te vinden hoe een grap onafhankelijk van tijd kan werken. Zoals gezegd bevat een grap drie strategieën. De eerste dimensie is de anticipatie: verwachtingspatronen en de daarbij behorende spanning: het mogelijke gevaar van een actie − ‘wat als’? De actie ontrolt zich in de hoofden van de kijker, voordat de grap daadwerkelijk plaatsvindt. Een proces dat in de hand geholpen wordt door het feit dat er nét genoeg ruimte tussen de deur en de deurpost zit, waardoor diegene die het aandurfde om hun hoofd tussen de kier te wringen en de kamer eens goed te begluren, recht op de in stelling gebrachte taart kijkt. De tweede dimensie is de ‘punch line’: het moment dat de grap daadwerkelijk plaatsvindt, nadat een van de bezoekers de deur opent en de verwachting en uitkomst samenkomen – een moment waarop opgebouwde spanning in één klap overgaat in ontlading.

De derde en laatste dimensie is de nasleep, het gevolg, waarbij de restjes van de voltrokken actie, zichtbaar in de ruimte liggen. De kijker die niet aanwezig was tijdens de gebeurtenis, kan alsnog herleiden hoe de gebeurtenis er ongeveer uitgezien heeft. Het werk van Godenk is in grote mate afhankelijk van kansen. Ook voor haar was de uitkomst van de grap onzeker: “De opwinding en spanning was net zo voelbaar voor mij, als voor de mensen die aanwezig waren bij de opening. Ik kon niet voorspellen of iemand de deur zou openen en wat daar het gevolgd van zou zijn. Zou de taart de persoon in kwestie raken? Zou iemand de deur überhaupt durven te openen?” Tijdens de opening verspreidde zich het gerucht dat de deur door iemand geopend was, wat een raar soort opgewonden nieuwsgierigheid veroorzaakte onder de bezoekers. Het publiek verdrong zich bij de deur van de van verse actie doordrongen ruimte. Voor Gondek was de uitkomst zó onverwacht, dat het haar enkele dagen gekost heeft, om in te zien hoe deze nieuwe uitkomst zich verhield tot haar oorspronkelijke intenties. “Maybe you should have been there” refereert in de eerste plaats naar de ‘nasleep-kijker’, maar krijgt een geheel nieuwe dimensie wanneer je in acht neemt hoe een verteller van een mislukte grap, naar de mensen om zich heen kijkt, tot zijn schrik ziet dat niemand lacht en uit een reflex van schaamte zegt: misschien had je er gewoon bij moeten zijn.


Maria Godek

Maria Godek 2012

Maybe you should have been there.

31


LEERLING/MEESTER #10 Suzanne van Rest

32


Maria Godek

Maria Godek 2012

Maybe you should have been there.

33


LEERLING/MEESTER #10 Suzanne van Rest

LEERLING/ MEESTER 2012 #4: LOOKING UP LENA PASCHEN

door Mariska van Zutven

Lena Paschen (Dld) studeert FineArts aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en heeft een fascinatie voor alledaagse vluchtige momenten die een wonderbaarlijke ervaring kunnen oproepen als je dit toelaat. Paschen bedoelt met zo’n verschijnsel bijvoorbeeld het licht van de zon of de maan, dat door je kamer veegt en langzaam de muren in beslag neemt, dat trillend en flitsend en traag de ruimte weer verlaat. In dat lichtspel heeft elk moment zijn eigen waarde. In de laatste 3 projecten probeert zij gelijksoortige verschijnselen te onderzoeken en maakt werk wat een nieuwe wonderbaarlijke ervaringen oproept. Het werk in Kunstpodium T draagt de titel “You pass me from time to time” en bestaat uit 10 driehoekige spiegels liggend op de grond gesteund door klei en gekanteld in verschillende hoeken. Tussen de twee ramen is een bouwlamp aan de muur bevestigd. Het licht van de bouwlamp schijnt op de spiegels. De projectie van het licht in de spiegels valt op de tegenoverliggende muur samen in een driehoek. Paschen: “Ik wilde een lichtinstallatie creeëren die zowel met de ruimte als met de tijd speelt. Het werk is onstaan in het Kunstpodium T en in samenspel met de andere expositie-ruimtes en met de buitenruimte van het gebouw. Vantevoren had ik diverse materialen meegenomen die in samenhang met het licht een uitwerking hebben door breking of een reflectie.” Het immateriële van het licht maakt het produceren van nieuw werk niet altijd even gemakkelijk. Veel meegebracht 34

material heeft de eindstreep niet gehaald omdat “wonderbaarlijkheid” nu eenmaal moeilijk vast te leggen is.” Mijn werk gaat niet alleen om fysieke beheersing van licht maar ook over toeval, buitenlicht en over beweging van tijd, die geen constante vormt. Als de felle

lamp in de ruimte s avonds uit is, schetst de straatlamp weer een ander reflectie op de muur. Dingen die niet direct te beïnvloeden zijn en daarom mijn idee ondersteunen. Timo, Maria en ik hebben ervoor gekozen om ter plekke iets nieuws te ontwikkelen waar-


Lena Paschen

door de ruimte in ons werk een duidelijke functie krijgt. Tijdens het maken van een tentoonstelling heb ik ervaren dat ambitieuze plannen kunnen lukken of mislukken. Ik heb een gevecht gehad met de tijd, momenten van zelfreflectie en van kwetsbaarheid gehad. Ik heb gezien dat samenwerking kan

steunen en ook tegenwerken. Ik heb frustratie-momenten gehad en onzekerheid, tot vlak voor het begin van de opening. Daarna heb ik gezien dat mijn verwachtingen en opzet in deze expositie, voor mij persoonlijk althans, geslaagd zijn.

Lena Paschen 2012

You pass me from time to time

35


LEERLING/MEESTER #10 Suzanne van Rest

36


Lena Paschen

Lena Paschen 2012

You pass me from time to time

37


LEERLING/MEESTER #10 Suzanne van Rest

LEERLING/ MEESTER 2012 #4: LOOKING UP Timo van Grinsven door Dion Palinckx

Drie imposante bouwwerken vullen de kamer waarin het werk van Timo van Grinsven geëxposeerd staat. Geheel in lijn met de titel van de expositie: “Looking up”, probeert van Grinsven contact te leggen met het bovenaardse, waarbij zijn werk “Iets met God” het medium lijkt te zijn. Dit werk toont een grote foto van een piramidevormig object, omhult met zwart doek en roze lint. De foto is hoog in de ruimte geplaatst en wordt gedragen door de pilaren eronder. Dankzij een hardnekkige optische illusie springt het lint uit de foto. Het totaalbeeld ademt iets verhevens. Het is van Grinsven’s ambitie om de grenzen van het talige en het verklaarbare te doorbreken. “Waarover men niet spreken kan, zou men beter zwijgen.”1 luidt de zin van de Oostenrijks-Britse filosoof Ludwig Wittgenstein. In tegenstelling tot de eindigheid van taal, beperkt een beeld zich niet tot het spreken over de dingen waar niet over gesproken kan worden. Van Grinsven wil alle banden met het verklaarde, definities en conventies verbreken met zijn werk. Dit doet hij door het toelaten van het onlogische, toeval en ambiguïteit, waarmee hij een visuele taal creëert die alleen hij vloeiend spreekt. Het tweede beeld is het geraamte van een “blitse toren” met een takel die niet hijst, maar naar beneden duwt. Het perspectief in de toren verkent iedere richting, behalve de ‘juiste’, en is daarmee een ode aan het onlogische. Bij het zien van de toren moest ik denken aan een passage uit 38

“Over waarheid en leugen in buitenmorele zin” van Friedrich Nietzsche. “Dat immense balken- en lattenwerk der begrippen, waar de behoeftige mens zich aan vastklampt om zich zo door het leven heen te kunnen slaan, is niet meer dan een steiger en speelgoed voor de meest vermetele kunststukjes voor het bevrijde intellect: en als het al die dingen kapotslaat, door elkaar gooit, ironisch weer in elkaar zet, het vreemdste parend en het naaste scheidend, dan demonstreert het daarmee dat het dat redmiddel van de behoeftigheid niet nodig heeft, en dat het nu niet door begrippen maar door intuïties wordt geleid.”2 Het geraamte van de toren bestaat niet uit massieve stalen of ijzeren latten, maar uit breekbare balkjes, verpakt in holografische folie met fonkelende sterren: speelgoedmateriaal. Het laatste beeld (zonder titel) vormt de schakel tussen de twee voorgenoemde werken en bestaat uit een muurtekening, gemaakt met een wilde arm en een zwarte graffiti spuitbus. De zwarte massa oogt zowel een gedachteloos aangebracht spel van lijnen te zijn als een weloverwogen tekening van een complex web − als willekeurig gekras op papier, zoals veel jonge peuters en kleuters dat graag doen, met de precisie en gelijkmatigheid van een spirograaf. Onder de muurtekening staat een grote cirkelvormige plexiglas plaat, die voor een deel overlapt, waardoor het web doorkruist wordt door de perfecte curve die de rand van het glas maakt. De hoekige vormen van de andere twee aanwezige werken weerspiegelen in de reflectie van het glas. Van Grinsven’s werken begeven zich tussen de grenzen van organisatie en chaos, betekenis en nutteloosheid, schoonheid en lelijkheid, maar zijn bovenal metaforen voor het mentale

proces van vernieling, ontleding, vereniging en de daarbij behorende speelse vrijheid. 1. “Waarover men niet spreken kan, zou men beter zwijgen.” Uit Tractatus Logico-Philosophicus, Ludwig Wittgenstein, Athenaeum Polak Van Gennep, 188 pagina’s, 1998 2. Waarheid En Leugen, Friedrich Nietzsche, Uitgeverij Boom, 131 pagina’s, 2010


Timo van Grinsven

Timo van Grinsven 2012

Iets met God

39


LEERLING/MEESTER #10 Suzanne van Rest

40


Timo van Grinsven

Timo van Grinsven 2012

Iets met God

41


LEERLING/MEESTER #10 Suzanne van Rest

LEERLING/ MEESTER 2012 #4: LOOKING UP SIL DE REUVER

42


Sil de Reuver

Sil de Reuver 2012

Abraxas The Tumbler

43


LEERLING/MEESTER #10 Suzanne van Rest

Sil de Reuver 2012

Abraxas Peeking

44


Sil de Reuver Sil de Reuver 2012

Abraxas

45


MEESTER GESPREKKEN Dinsdag 14 februari Auditorium De Pont Wat betekend een currator anno 2012 voor een kunstenaar? IRIS BOUMEESTER meester 2012 AREND-JAN WEIJSTERS Directeur Natioonaal Glasmuseum Leerdam MARLEEN HARTJES Gespreksleider

Scan QR code naar: Leerling/ Meestergesprek 14 februari 46


47


LEERLING/MEESTER #9 TEMP. is digitaal en te lezen via de website van Kunstpodium T. Temp. is tevens gratis te downloaden als pdf. Desgewenst kan hij dubbelzijdig uitgeprint worden en gevouwen tot een tastbaar magazine.

[COLOFON] HOOFDREDACTEUR Zeus Hoenderop

EINDREDAC TIE Mariska van Zutven

VORMGEVING Eefje Guijt

FOTOGRAFIE Mariska van Zutven Zeus Hoenderop Dion Palinckx Suzanne van Rest

TEKSTBIJDRAGEN Stijn Peeters Manus Groenen Dion Palinckx Mariska van Zutven

R E D A C T I E Mariska van Zutven

KUNSTENAARS Iris Bouwmeester Susan Kooi Jeroen van der Hulst Guus van Dongen Remty Elenga Suzanne van Rest Maria Gondek Lena Paschen Timo van Grinsven Sil de Reuver

48


Remty Elenga met Susan Kooi

49


Kunstpodium T Noordstraat 105 5038 EH Tilburg www.kunstpodium-t.com

OPENINGSTIJDEN donderdag 13.00 – 21.00 uur vrijdag – zondag 13:00 – 18:00 uur

© TEMP.

Kunstpodium T is hét laboratorium en platform voor kunstacademiestudenten en startend kunstenaars. Kunstpodium T faciliteert de ontwikkeling van de kunstenaarsidentiteit en cultureel ondernemerschap voor een nieuwe generatie kunstenaars.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.