Temp#22

Page 1

#22

CLAUSE-PIERRE LEINENBACH Lizzy Geurts v. Kessel Tilburg Ria Neleman Groningen Jorick Jager Zwolle John Posthumus Rotterdam Nadine v. Veldhuizen Utrecht

ALBERT VAN WESTING Jiska Huizing Groningen Mirjam Nelis Tilburg Judith Mulder Zwolle Christiana van Lammeren Groningen Myrthe van Hezik Maastricht


INHOUD Pag. 4

Voorwoord

Door Iris Bouwmeester

Leerling/Meester #15 Pag. 6 t/m 29

DROP

Leerling/Meester #16 Pag 32

EXPO#16 NL Door Manus Groenen Pag. 36

CLAUS-PIERRE LEINENBACH

Lizzy Geurts v. Kessel Tilburg Ria Neleman Groningen Jorick Jager Zwolle John Posthumus Rotterdam Nadine v. Veldhuizen Utrecht

Albert van westing

Pag 38

Christiana van Lammeren

Groningen Pag 42

Judith Mulder

Zwolle Pag. 10

DROP THE ATTITUDE NL Door Cornelie Samsom

Pag 46

EXPO#16 ENG Vertaling Lenne Priem

Pag 48

Myrthe van Hezik

Pag. 22

DROP THE ATTITUDE ENG Vertaling Lenne Priem

Maastricht

Pag 52

Mirjam Nelis

Tilburg

Pag 54 Pag. 30

Tuin

Jiska Huizing

Groningen

Pag 58

Colofon


Leerling/Meester #15 Vnlr Nadine van Veldhuizen, Ria Neleman, Lizzy Geurts van Kessel, Clause-Pierre Leinenbach, Jorick Jager, John Posthumus.

Leerling/Meester #16 Vlnr. Jiska Huizing, Myrthe van Hezik, Judith Mulder, Mirjam Nelis, Christiana van Lammeren, Albert van Westing.

3


DE KUNST IS VAN JULLIE Eerder schreef ik over een duistere ontmoeting ergens tussen de Brabantse maïsvelden. Ik sprak er een obscuur persoon die mij een talent kon aanbieden in ruil voor zoiets abstracts als mijn ziel. Een buitenkans die ik graag met beide handen aan had gepakt als ik had geweten naar welk talent ik moest vragen om een groot kunstenaar te worden. Deze duistere figuur confronteerde mij met vragen over het meesterschap van de kunstenaar. Wat maakt een kunstenaar tot een meester? Als jaarmeester van Kunstpodium T heb ik inmiddels 16 tentoonstellingen van 16 verschillende meesters gezien en de laatste tentoonstelling van dit seizoen ga ik één dezer dagen bekijken. Je zou denken dat ik met deze ervaring meer inzicht heb gekregen in de kwaliteiten van de kunstenaar. Het zou gemakkelijk zijn om te concluderen dat het meesterschap van een kunstenaar zich niet in één talent laat vangen. Dat wist ik in dat maïsveld ook al. Daarom dwing ik mezelf tot het doen van een uitspraak, tot het vinden van een overeenkomst tussen de verschillende meesters die ik dit jaar bij Kunstpodium T heb gezien. Als ik terugdenk aan dit seizoen, dan zie ik grote verschillen in de eigenschappen van de exposerende kunstenaars. Sommigen waren ambitieus, sommigen bescheiden. Er waren flexibele, lichtzinnige makers en stugge, doortastende denkers. Sommigen werkten sturend en dwingend, anderen stelden 4


zich op als gelijken van hun studenten. Voor de kwaliteit van de exposities was het niet doorslaggevend, wel was het bepalend voor de sfeer van de opbouwperiode en het karakter van de tentoonstellingen. Wat de kunstenaars uiteindelijk overeenkwam was hun onvoorwaardelijke betrokkenheid bij de kunst. De zekerheid dat de kunst van hun is, dat het een gebied is waar ze thuis zijn, dat ze kennen, verrijken en oprekken. Ze willen het tonen en delen en als het nodig is verdedigen. Zij zijn er meester. Er is een jaar voorbij. Jullie studeren binnenkort af en hebben een eigen gebied gevonden en gedefinieerd. Verken dat gebied en verrijk het, maar bescherm het ook en vecht ervoor als het moet. De kunst is van jullie en jullie zijn er meester. Het is eind juni en het ma誰s staat nog laag. Er zijn heel wat zonuren nodig alvorens ik de duistere figuur ongezien opnieuw kan ontmoeten. Ik zou graag wat duivelse trucjes van hem leren maar ik denk dat hij niet meer komt. Iris Bouwmeester, Jaarmeester Kunstpodium T 2012/2013

5


L/M#15

Claus-Pierre Leinenbach - Drop


Claus-Pierre Leinenbach

‘Sculptuur’ (2013)


Jorick Jager

(1989)

ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten, Zwolle

Claus-Pierre Leinenbach ‘Sculptuur’ (2013)

8


9


DROP THE ATTIDUDE In een hoekje van onze oude tuin stond een druif in een pot. Jarenlang stond die daar eenzaam te verpieteren, terwijl er elke zomer ĂŠĂŠn zielig blaadje uit de schriele stam stak. In de nieuwe tuin staken we de plant opnieuw in de grond. Binnen een paar maanden werd ons balkon overwoekerd door vette bladeren en dito druiventrossen. Verwonderd keken we naar de uitbraak van levenslust van iets dat wij al die tijd voor verschrompeld hadden aangezien. Nooit geweten dat zich in dat kansloze staakje een knoert van een rank verborgen hield. Waarom zien sommige kunstenaars brood in wol, oud hout, nylonkousen of hompen metaal? Omdat ze er leven in zien. Iets dat doet denken aan huid, mens, dier, leven, dood, beschadiging, kracht, orgaan, hartslag. Noem het te lijf gaan, of bezweren: de maker gaat op zoek naar de energie die hij waarneemt. Zo ontstaat geleidelijk een vorm uit dat raadselachtige samenspel tussen kunstenaar en materiaal.

10


De wezens van Claus-Pierre Leinenbach bevinden zich in een grensgebied tussen dromerige abstractie en plastische naaktheid. In de beelden voegt Leinenbach hard en zacht materiaal zoals nylon en metaal samen, waarna hij de zachte delen laat groeien door laag over laag te stikken. Hierdoor ontstaat een levensvorm waarvan zowel de huid als de botten zichtbaar zijn voor de toeschouwer. Op sommige plaatsen spant er zacht materiaal onder stiksel, steekt er een bot uit, is de huid zo bewerkt dat het bijna breekbaar lijkt of hangt er een klompvoet onder een zachte sierlijke arm. Deze vermenging van uitbreken en verdragen, van bedekken en ontbloten maakt dat de wezens van Leinenbach een heimelijke, ingehouden kracht ademen. Dat maakt dat je je afvraagt wat er gaat gebeuren als iedereen weg is, en de beelden alleen zijn. In Drop the attitude is het ook de eerste vraag die bij me opkomt terwijl ik door de ruimten dwaal. Wat gebeurt er als ’s nachts iedereen weg is en er niemand meer langs de ramen fietst? Dat is namelijk een belangrijke gemene deler van deze tentoonstelling: de wereld of verborgen krachten die schuilgaan in, of achter een beeld.

11


Jorick Zwager maakt indruk met een (afdruk van een) gezicht gemaakt van kunststof, waarin een klinische en gevoelige werkwijze knap versmolten zijn. Het zakelijke plastic met gaatjes patroon dat verwrongen raakt op de plekken waar emotie zich aftekent, de schouders die uitsteken, de nuchtere aantekeningen onder de buste: alles intrigeert. In een video van Lizzy Geurts van Kessel is te zien hoe klei in plakken almaar verder op een buik worden gestapeld. Het is maar klei, denk ik als ik sta te kijken. Maar door de kracht van de herhaling en de zakelijke vormgeving neemt de stapel in mijn gedachten woekerende vormen aan. Stille woede, denk ik als ik niet langer kan aanzien hoe de pletsende klei zich ophoopt en ik weg loop. Kennelijk sta ik naar iets herkenbaars te kijken. Ria Neleman breit en haakt objecten waarbij uit een gehoorzame, ordelijke rij steekjes ineens een knoestige vorm stulpt, of waarbij iets netjes begint, waarna het uitbreekt en er een kluwen van patronen ontstaat. Ik denk aan in

12


het gelid lopen, uitbreken, de sprong wagen, niet weten waar je uitkomt, aan rebellie en aan zitten blijven waar je zit, omdat je dat nu eenmaal weet. Nadine van Veldhuizen heeft een amorf wezen in een staketsel aan het plafond gehangen. De kracht ervan is moeilijk in te schatten. Is het een blob, of een gevangen ßberspierbundel? Het ding hangt er hulpeloos en tegelijkertijd machtig bij. John Posthumus tekent een groezelige, zoekende werkelijkheid op de achterzijde van klassieke tekeningen. De bijna zelfgenoegzame schoonheid van de grootmeester wordt verstoord door het kwetsbare en rauwe werk van Posthumus. Dat stemt droevig, maar ook vrolijk omdat het vet en moedig is. In Drop leggen jonge kunstenaars met zorgvuldig, goed gemaakt werk hun ziel bloot zonder zich op de toeschouwer te storten. Dat maakt de tentoonstelling stil, ontwapenend en ruig tegelijk. Drop doet iets als attitude vergeten, en maakt het ritme van die verborgen knoest achter mijn ribben hoorbaar. Hartslag. Š Cornelie Samsom 2013

13


Ria Neleman

(1956)

Academie Minerva, Groningen ‘Object 1’ (2013)

gebreid, gehaakt, stof, 80 x 60 cm

14


15


Lizzy Geurts van Kessel

(1989)

ABV, Tilburg

‘Blijf!’ (2013)

Claus-Pierre Leinenbach 16

(1962)

‘Sculptuur’ (2013)


17



Lizzy Geurts van Kessel ‘Derde leven’ (2013) Acryl op doek 20 QR-codes 325 x 216 cm

Jorick Jager

19


Ria Neleman ‘Serie6’ (2013)

lint, wol, 10 x 10 cm

20



drop the attitude In a corner of our old garden, a grapevine stood in a jar. For years, it languished, lonely, one sorry little leaf poking from the withering stem each summer. We replanted it in our new garden. In a matter of months, our balcony was overgrown with thick foliage and lush bunches of grapes. We gawked at the explosion of vivacity of the thing that had appeared to be wasting away. Who would have known such a hopeless twig could hide such a whopper of a vine?

22

What is it that some artists see in wool, old wood, nylon stocking or lumps of metal? They see life. Something that reminds them of skin, man, animal, life, death, damage, force, organ,

heartbeat. Call it a confrontation, or an incantation: the creator seeks the energy he observes. Slowly, a form arises from the mysterious concertation between the artist and the material. The creatures of Claus-Pierre Leinenbach exist in a grey area between dreamy abstraction and plastic nakedness. In his sculptures, Leinenbach mixes hard and soft materials such as nylon and metal, letting the soft parts grow by stitching layers upon layers. This creates a lifeform that shows both its skin and its bones to the viewer. In some places, soft material stretches beneath the stitching, a bone pokes out, the skin is treated to look almost


fragile or a clubfoot hangs under a soft, gracious arm. This blend of escaping and bearing, of covering and exposing lends Leinenbach’s creatures the air of a hidden, restrained power. It makes you wonder what happens when everybody has gone, and the sculptures are left to themselves. That question is also the first thing that comes to mind as I wander through the rooms of Drop the attitude. What happens at night, when everybody’s gone home and there’s no one cycling past the windows? After all, it is an important commonality in this exhibition: the world or hidden powers concealed in or behind an image.

Jorick Zwager impresses with his plastic (cast of a) face, a clinical method melting cleverly into a sensitive one. The formal, hole-patterned plastic that becomes twisted in the places where emotion registers, the shoulders jutting out, the sober notes under the bust: it’s all very intriguing. In a video by Lizzy Geurts van Kessel, we see slabs of clay continually being piled onto a stomach. It’s only clay, I think, looking at it. But through the power of repetition and the formal presentation, the heap grows rampant in my mind. Silent anger, I think, when I can no longer bear to look at the wet clay piling on and walk out.

23


It must have been something recognisable I was viewing.

24

Ria Neleman knits and crotchets objects that have sudden, gnarled lumps protruding from an obedient, orderly row of stitches, or that start off neatly, but then break out into a tangle of patterns. I am reminded of conforming, escaping, taking the plunge, not knowing where you’ll end, rebellion and staying where you are, because that is what you know. Nadine van Veldhuizen has hung an amorphous creature from a picket fence on the ceiling. Its power is hard to assess. Is it a blob, or a giant bundle of muscles that’s been captured? It is both helpless and imposing in its pendulous state. John Posthumus draws a grimy, un-

certain reality on the backside of classical drawings. The master artists’ near-smug beauty is disrupted by Posthumus’s vulnerable and raw work. It is a little melancholic, but also happy, because it’s cool and courageous. In Drop, young artists bare their souls with careful, wellcrafted work, without lunging at the viewer. As a result, the exhibition is silent, disarming and rugged in equal parts. Drop makes you forget about things like attitude, it makes the rhythm of the gnarl hidden behind my ribs audible. Hartbeat. © Cornelie Samsom 2013 Vertaling Lenne Priem



John Posthumus

(1989)

Willem de Kooning Academie, Rotterdam

26




Nadine van Veldhuizen

(1991)

Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht ‘Zonder Titel’ (2013) Karton, hout, jute, Acrylic One, touw, staal

Nadine van Veldhuizen ‘Zonder Titel’ (2013)

Papier, inkt

29


Tuin van Kunstpodium T, juni 2013



EXPO#16 De deelnemers van Expo#16 hebben er voor gekozen om zonder thema te werken en een eigen ruimte voor hun werk in te richten. Meester Albert van westing stelde zich op als mentor en heeft de deelnemers het afgelopen jaar goed leren kennen en intensief begeleid. Hij is zelf veelzeggend aanwezig in het gangetje dat alle ruimtes verbindt. De keuze voor het werk dat hij toont is gemaakt met het werk van de studenten in het achterhoofd. Zo vormt hij subtiel en bescheiden de verbindende schakel tussen de ruimtes waarin elke studente de kans krijgt haar individuele kracht te tonen. Het werk van Christiana van Lammeren is licht, teder en fragiel. Ze laat haar materiaal, onderwerpkeuze en werkwijze samenvallen om zo het thema kwetsbaarheid te verkennen. In haar olieverf schilderijen worden broze bloemen die symbool staan voor het fragiele, vertrapt door grote voeten. De daadkrachtige schilderwijze past bij de agressie van het beeld. De aquarellen die ze toont zijn daarentegen klein, losjes en schetsmatig opgezet en ontstaan uit een impulsief proces vol ruimte voor twijfel. Deze onzekerheid en tederheid die in materiaal en proces besloten liggen, passen goed bij de afgebeelde mensen die worden omringd, beschermd en verborgen door bloemen.

32


De ruimte van Myrthe van Hezik is een groot contrast met van Lammeren. Hij is letterlijk en figuurlijk donker. Een serie abstracte etsen en een onscherpe projectie zijn moeilijk te zien in het duister, dat zo onderdeel van het werk wordt. van Hezik laat haar grimmige kant spreken om zo haar onderbewuste te verkennen. In het maakproces van de etsen worden alle stappen gestuurd door impulsen, van tekenen tot inkten. Ze laat zich leiden door ingevingen ingefluisterd door het duiveltje op haar schouder en wacht nieuwsgierig af wat het resultaat haar vertelt. Ook de projectie Looking At Myself is ontstaan vanuit een ingeving, een nachtelijk visioen. Met een camera probeert van Hezik haar mentale beeld terug te halen van een figuur die haar vanuit de nacht gadesloeg. Judith Mulder gebruikt verf om de vluchtigheid van indrukken in de maatschappij te vangen. De overprikkeling die ze dagelijks ervaart leidde tot een speelse werkwijze. Met een camera filmt ze de bezoekers van het Kunstpodium en projecteert ze live op de muur. Deze ongrijpbare momenten probeert ze in een performance met een brij van penseelstreken vast te zetten. Ze vecht koppig tegen het verstrijken van tijd en het vervliegen van indrukken terwijl ze een interactie aan gaat met haar publiek. De dynamiek van deze werkwijze is gevangen in het uiteindelijke resultaat dat als een statisch abstract beeld overblijft.

33


Mirjam Nelis zoekt naar manieren om met figuratie een leegheid te bereiken, die de verbeelding de ruimte geeft. Ze begon hiermee door portretten te schilderen waar ze zoveel mogelijk weg wilde laten zonder dat ze abstract werden. Portretten worden geminimaliseerd tot enkel een beeld overblijft, de inhoud mag niet storend zijn. Recent vond ze in de fotografie een geschikter medium voor haar onderzoek. Ze fotografeert nietszeggende plekken en non locaties als tankstations en parkeerterreinen om zo beelden te maken die inhoudelijk leeg zijn zonder abstract te worden. Zo maakt ze van de meest banale plekken zeer geconcentreerd haar composities met een open eind. De combinatie van schilderijen en lichtbakken zet haar ruimte op scherp. Fotografie is naast het medium van Jiska Huizing ook haar onderwerp. Met een analytische werkwijze deconstrueert ze het medium en onderzoekt het op een visuele manier. theorie en filosofie vullen haar eigen vondsten en observaties aan en vormen vaak de aanleiding tot nieuw werk. Ze onderzoekt hoe het medium fotografie de werkelijkheid en fenomenen als ruimte of licht weet vast te leggen, maar ook de manier waarop wij via dit medium onze wereld zien en leren kennen is belangrijk.

34


Sterke, maar bijna traditionele foto’s van een grasveld of een struik dienen in haar ruimte als tegenwicht of referentiepunt voor de experimenten met het medium zoals het complexe werk getiteld – x – = +. De toeschouwer ziet een foto, van een foto, van een tekening. Het beeld is tot stand gekomen door een gelaagd fotografisch proces waarbinnen gespeeld wordt met negatieven en positieven. © Manus groenen 2013

35


L/M#16 Albert van Westing - Expo#16

36


Albert van Westing (1960) ‘tuin’ (2012) pigmentinkt op papier, 43 x 91 cm


Christiana Lammeren (1990) Academie Minerva, Groningen

‘Zonder titel’ (2013)

Olieverf op doek, formaat per stuk: 200 cm x 100 cm




Christiana Lammeren ‘Zonder titel’ (2013) acht aquarellen op papier 8 cm



Judith Mulder (1985) ArtEZ, Zwolle

‘Live’ (2013) Beamer, Camera en Acrylverf.


Judith Mulder ‘Live’ (2013)



EXPO#16 Expo#16’s participants have opted out of working under a common theme, each getting a personal room for their work instead. Master Albert van westing has taken on the role of mentor by becoming wellacquainted with the participants and guiding them intensively over the past year. His presence in the hallway connecting the rooms is telling. the choice of the work he shows was made with that of the students in mind. Subtly and modestly, he is the link binding the rooms that allow the students to show off their individual strengths. Christiana van Lammeren’s work is light, tender and fragile. By letting her material, topics and methods coincide, she studies the theme of vulnerability. In her oil paintings, brittle 46

flowers representing fragility are crushed under large feet. Her decisive style fits the aggression of the image. Her watercolours, on the other hand, are made to be small, light and sketch-like, originating from an impulsive process with ample room for doubt. this uncertainty and tenderness in the material and the process are a good fit for the people depicted, surrounded, protected and hidden by flowers. Myrthe van Hezik’s room sharply contrasts with van Lammeren’s. It is dark, literally as well as figuratively. A series of abstract etchings and a soft focus projection are obscured by the darkness, which makes itself into a part of the work. van Hezik explores her subconscious by letting her grim side speak. In the production process of the etchings, all


steps are guided by impulses, from drawing to inking. She allows the little devil on her shoulder to lead the way, and waits curiously for what the result tells her. Her projection Looking At Myself is also derived from an impulse, a vision of the night. van Hezik has used a camera to try to recapture the image of a figure watching her from the darkness. Judith Mulder uses paint to capture the evanescence of impressions from society. the over-stimulation she encounters every day has brought her to a playful style. with a camera, she films Kunstpodium t’s visitors, who are then projected live onto the wall. In a performance, she tries to catch these fleeting moments in a mash of paint. She puts up a stubborn fight against the passing of time and the

volatility of impressions while interacting with her audience. the dynamism of her method takes on a shape in the final result, left as a static, abstract image. Mirjam Nelis, by means of figuration, seeks ways to reach an emptiness that leaves room for the imagination. She started doing this by painting portraits that left out as much as possible without becoming abstract. Portraits are minimised until only an image is left; the content they depict should not distract. Recently, she found photography to be a more suitable medium for her investigation. She photographs blank places and non-locations such as service stations and car parks to create images that are empty of meaning without being abstract, turning the most banal spots into her 47



Myrthe van Hezik (1989) ABK, Maastricht

‘Looking at myself ’ (2012) Video(projectie)


Myrthe van Hezik ‘Untitled’ (2012)

papier, inkt - 21,0 bij 29,7 cm


own open-ended compositions. the combination of paintings and light boxes puts her room on edge. Photography is not only Jiska Huizing’s medium of choice, it is also her subject. She deconstructs it analytically, and researches it visually. theory and philosophy complement her own findings and observations, often paving the way for new work. She studies how the medium of photography captures reality and phenomena like space or light, but she also pays attention to how it helps us view and learn about our world. Strong, but almost traditional photographs of a grassy field or a bush serve to provide her room with a counterpoint, or reference, for the experiments with the medium, like the complex work titled – x – = +. the

visitor sees a photograph of a photograph of a drawing. the image comes from a layered photographic process that plays with negatives and positives. © Manus groenen 2013 vertaling Lenne Priem

51


Mirjam Nelis (1971) Alle werken zonder titel (2013)



Jiska Huizing (1991)

‘Untitled’ (2012) Zwart wit foto print, aquarelpapier, dibond, 80 x 50cm


‘It Keeps Entering #4’ Boekenkast, boeken, papiertjes 179 x 30cm


‘It Keeps Entering #1’ Foto collage, foam, nylon 22 x 14 x 19,5 cm


Jiska Huizing ‘Platte grond’

Foto print, aquarelpapier, dibond, 120 x 80cm


COLOFON Hoofdredactie Zeus Hoenderop

Eindredactie Mariska van Zutven

Beeldredactie

Kunstpodium T Noordstraat 105 5038 EH tilburg +31 (0)6 23284954 redactie@kunstpodium-t.com www.tempmagazine.com www.kunstpodium-t.com

Anna Bedaux

Vormgeving Rik vogelaars

Fotografie Mariska van Zutven Zeus Hoenderop Rik vogelaars Anna Bedaux

Openingstijden Donderdag t/m zondag 13.00u - 18.00u

Oplage 1000 exemplaren

Coverfoto Jiska Huizing

Teksten Manus groenen Cornelie Samsom Iris Bouwmeester

Mede mogelijk gemaakt door

Vertaling

Lenne Priem

temp komt voort uit de behoefte de tijdelijkheid van onze tentoonstellingen te overstijgen en deze te laten voortleven in de vorm van een tijdschrift. In onze uitgaven vind je korte kritische besprekingen van kunstwerken die geĂŤxposeerd worden in de presentatieruimtes van Kunstpodium t tijdens het Leerling/Meester project.


MARIA ROOSEN, Paula van Doorn, Suzanne vellema, SylĂŠ van Olst, Elise van Meene, Lina van Hassel.

59


Follow us on:

CLF

Temp is gratis te verkrijgen bij Kunstpodium T en bij de deelnemende academies. Alle bijdragen in Temp zijn ook terug te vinden op de website www.tempmagazine.com. Voor meer informatie mail naar: redactie@kunstpodium-t.com is een uitgave van Kunstpodium T Jaargang 3 | 2012 - 2013


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.