BIBLIOTHEEK OP DE BASISSCHOOL Naar een schoolbibliotheek nieuwe stijl
Utrecht, februari 2010, tweede druk april 2011 © Oberon Postbus 1423 3500 BK Utrecht tel. 030-2306090 fax 030-2306080 e-mailadres: info@oberon.eu
COLOFON OPDRACHTGEVER
Kunst van Lezen TEKST
Oberon: Marleen Kieft, Inge Visser, Michiel van der Grinten EINDREDACTIE
Anette Heideman FOTO’S
Diverse bibliotheken VORMGEVING
Lijn 1, Haarlem DRUK
Drukkerij Edauw + Johannissen, Den Haag
TOELICHTING KUNST VAN LEZEN
In april 2011 zijn vijf brochures uitgebracht in het kader van het leesbevorderingsprogramma Kunst van Lezen: •
Bibliotheek op de Basisschool
•
Het plezier in lezen staat voorop
•
Meer lezen, beter in taal
•
Werken aan netwerken
•
SchoolBiEB ‘s-Hertogenbosch
De eerste twee brochures zijn geactualiseerde edities, de andere drie zijn nieuw. De rode draad die door alle brochures heen loopt wordt geken-
Leesbevordering is te omschrijven
merkt door het professioneel samenwerken tussen bibliotheek, overheid,
als: het stimuleren van het ontwik-
onderwijs en andere maatschappelijke instellingen om leesbevordering
kelen van de leesmotivatie en de
breed te borgen in beleid.
literaire competentie van kinderen (0-12 jaar) en jongeren (12-18 jaar).
Het ministerie van OCW heeft in 2008 het programma Kunst van Lezen
Belangrijk uitgangspunt daarbij is
geinitieerd. De minister heeft het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken
het continu aanbieden van activi-
en Stichting Lezen opdracht gegeven het programma te coördineren.
teiten en projecten op het terrein
Kunst van Lezen kent op dit moment vier programmalijnen:
van leesbevordering (de doorlopen-
> I n v o e re n B o e k S t a r t i n N e d e r l a n d
van leesmotivatie’ doelen we op
de leeslijn). Met het ‘ontwikkelen
BoekStart is een leesbevorderingsprogramma voor baby’s. Het doel is om
(les)activiteiten die kinderen en
ouders van baby’s intensief met kinderboeken en het voorlezen daarvan
jongeren zoveel mogelijk positieve
in aanraking te brengen door ze actief te binden aan de plaatselijke
leeservaringen laten opdoen,
openbare bibliotheek. Het vervolgprogramma BoekStart in de kinder-
zodat ze plezier in lezen krijgen
opvang is erop gericht om als bibliotheek professioneel samen te werken
en houden. Onder ‘literaire compe-
met kinderdagverblijven en peuterspeelzalen.
tentie’ verstaan we: het mee kun-
> F a c i l i t e re n B i b l i o t h e e k o p d e B a s i s s c h o o l
kunnen vinden in het brede aan-
nen praten over boeken, de weg
Kunst van Lezen stimuleert duurzame samenwerking voor leesbevordering
bod van boeken, kennis hebben
tussen bibliotheken en basisscholen. Bibliotheek op de Basisschool is een
van de kenmerken van boeken
volwaardige schoolbibliotheek die geborgd is in het beleid van zowel
(genres en dergelijke) en een eigen
openbare bibliotheek als basisschool.
oordeel over boeken kunnen geven. Het gaat hierbij om kinder-, jeugd-
> Kennismaking cultuurhistorische canon Voor de programmalijn Kennismaking met de cultuurhistorische canon van de Commissie van Oostrom, aan de hand van Nederlandstalige (jeugd)literatuur, worden de vijftig benoemde canonvensters vanuit een literair perspectief toegankelijk gemaakt voor het onderwijs. > Landelijk dekkende voorziening van netwerken Ter ondersteuning van de genoemde programmalijnen wordt gewerkt aan een landelijk dekkende voorziening van lokale en bovenlokale netwerken leesbevordering. Op www.kunstvanlezen.nl staat meer informatie over het project en de vier programmalijnen.
en volwassenenliteratuur.
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING
6
1 | KEUZEGIDS
8
2 | DOEL, AANLEIDING EN VISIE
9
3 | DE BEZOCHTE SCHOOLBIBLIOTHEKEN 4 | S T R AT E G I E E N P R O C E S
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
14
De samenwerkende partijen 14 De trekker 15 Draagvlak creëren 15 Afspraken vastleggen 16 Verankering in het beleid 16 Opbrengstgericht werken 16
5 | HET INVOERINGSMODEL
5.1 5.2 5.3 5.4
11
18
Huisvesting & collectie 18 Organisatie 22 Financiën 26 Borging van de schoolbibliotheek in het onderwijs 27
6 | EPILOOG
32
BIJLAGE 1
DANKWOORD
34
BIJLAGE 2
GENOEMDE WEBSITES
35
BIJLAGE 3
V O O R B E E L D VA N E E N C O N V E N A N T T E K S T
36
BIJLAGE 4
T W E E V O O R B E E L D E N VA N SAMENWERKINGSOVEREENKOMSTEN
37
BIJLAGE 5
V O O R B E E L D VA N R A N D V O O R W A A R D E N BIJLAGE 6
WWW.LEESPLAN.NL
40
39
INLEIDING
Voor een groeiend aantal kinderen, jongeren en volwassenen is lezen geen vanzelfsprekende bezigheid meer. Het aantal bibliotheekleden neemt af en de bibliotheken lenen minder boeken uit1. Veel openbare bibliotheken beraden zich op de vraag hoe zij in de toekomst een andere rol kunnen gaan vervullen. Een van de mogelijkheden voor een toekomstbestendige rol voor bibliotheken is een nauwe samenwerking met basisscholen. Op steeds meer plaatsen in Nederland ontstaan de laatste jaren ‘schoolbibliotheken nieuwe stijl’: volwaardige schoolbibliotheken op basisscholen, die geborgd zijn in het beleid van zowel openbare bibliotheek als basisschool. Sectorinstituut Openbare Bibliotheken en Stichting Lezen willen deze tendens stimuleren en hebben onderzoeksbureau Oberon daarom gevraagd een landelijk overdraagbaar model op te stellen voor het realiseren van een schoolbibliotheek op basisscholen. Dit model wordt beschreven in deze brochure. Het model bestaat uit een aantal keuzemenu’s die als hulpmiddel kunnen dienen voor scholen en bibliotheken die plannen hebben om dergelijke schoolbibliotheken te realiseren.
Definitie Een bibliotheekmedewerker:
Met ‘schoolbibliotheek nieuwe stijl’ bedoelen we in deze brochure een
‘Door de nauwe samenwerking
schoolbibliotheek:
met de scholen hebben wij ge-
•
merkt welke rol de bibliotheek
•
waarbij een professionele bibliotheekmedewerker vanuit de openbare bibliotheek betrokken is;
kan spelen, ook in de toekomst, waarin de rol van boeken mis-
met een actuele en gevarieerde collectie;
•
die (ten minste) geborgd is in het beleid van school en bibliotheek.
schien wel steeds kleiner wordt. Een fysieke vestiging is niet het enige waar we ons als bibliothe-
We r k w i j z e
carissen op zouden moeten richten.
Het in deze brochure beschreven invoeringsmodel is tot stand gekomen
Er is daarnaast van alles mogelijk
door interviews met betrokken medewerkers van basisscholen, openbare
op het gebied van leesbevorde-
bibliotheken en experts op het gebied van leesbevordering. Op dit moment
ring. Daarmee kunnen wij als
is niet precies bekend hoeveel schoolbibliotheken nieuwe stijl er in Neder-
bibliotheek de toekomst aan.’
land zijn, maar we verwachten dat deze ontwikkeling door zal zetten. In overleg met de opdrachtgever hebben we zes locaties geselecteerd, waar we hebben gesproken met bibliotheekmedewerkers, leerkrachten en soms nog met andere betrokkenen. In de bijlage staan alle geïnterviewden vermeld. Alle interviews zijn uitgewerkt in een verslag dat we de geïnterviewden hebben toegestuurd en waar ze, soms met enkele wijzigingen, mee hebben ingestemd. Op basis van de gesprekken en achtergrondliteratuur is een conceptmodel opgesteld, dat ter discussie stond tijdens een paneldiscussie (waar alle geïnterviewden en andere betrokkenen voor zijn uitgenodigd). De opmerkingen, wijzigingen en aanvullingen die tijdens deze paneldiscussie naar voren kwamen zijn in het definitieve model zo veel mogelijk meegenomen.
> 6
1 Zie o.a. www.bibliotheekonderzoek.nl en Piek, K. (1995). Zoveel lezen we (niet). Amsterdam: Stichting Lezen.
Leeswijzer In hoofdstuk 1 en 2 beschrijven we eerst het doel van en de aanleiding tot het vestigen van bibliotheken op basisscholen. In hoofdstuk 3 beschrijven we vervolgens in het kort de zes verschillende schoolbibliotheken die we hebben bezocht. In hoofdstuk 4 draait het om de vragen rond strategie en proces: welke randvoorwaarden spelen een rol bij een succesvolle samenwerking die zal leiden tot een goedlopende schoolbibliotheek? In hoofdstuk 5 gaan we dieper in op de zaken die komen kijken op praktisch en uitvoerend niveau. Ten slotte volgt in hoofdstuk 6 een epiloog waarin we terugblikken en vooruitkijken. De tekst in de hoofdstukken wordt hier en daar ge誰llustreerd door citaten uit de interviews die we hebben gehouden. n
7<
1 | KEUZEGIDS
Deze brochure is een keuzegids: een gids die ter hand genomen wordt De koers bepalen: twee voorbeelden
als er keuzes gemaakt en beslissingen genomen moeten worden. Wie de gids doorneemt en de keuzemenu’s bespreekt met de samenwerkingspartners zal duidelijkheid krijgen over de volgende vragen:
Het maakt nogal wat uit in welke
•
Waar willen we naartoe?
context een schoolbibliotheek tot
•
Hoe gaan we te werk?
stand komt; we schetsen ter ver-
•
Waar moeten we op letten?
duidelijking twee fictieve voor-
Deze vragen worden door elke school en elke bibliotheek anders beant-
beelden.
woord. Daarom hebben we gekozen voor een flexibele opzet van de brochure in de vorm van keuzemenu’s, waarin een ieder kan kiezen wat
Een school in een klein dorp,
het meest past bij de plaatselijke situatie.
waar geen openbare bibliotheek (meer) is In het geval van een basisschool
Ke u z e m e n u ’s
in een plattelandsomgeving, waar
We presenteren u een aantal keuzemenu’s op het gebied van:
het dichtstbijzijnde bibliotheek-
•
strategie en proces
filiaal ver buiten het bereik van
•
huisvesting en collectie
kinderen is gevestigd, zullen alle
•
organisatie
keuzemenu’s relevant zijn om te
•
financiën
bespreken en te verwerken in de
•
borging in het onderwijs
plannen. Met andere woorden:
Deze keuzemenu’s laten de kernvragen zien waar de samenwerkende
dan is er sprake van een ‘zware’
bibliotheken en basisscholen een antwoord op moeten vinden. De menu’s
variant van een schoolbibliotheek.
zijn heel praktisch bedoeld: ze kunnen gebruikt worden als lijst van gespreksonderwerpen, inclusief afvinklijstjes, om in gezamenlijk overleg
Een school in een wijk van een
tussen scholen en bibliotheken als gespreksleidraad te gebruiken.
grote stad, vlakbij een vestiging van de openbare bibliotheek Maar er zijn ook scholen in de
M a a r e e rs t : d e ko e rs b e p a l e n
grote steden, waarbij misschien
Voordat de keuzemenu’s aan de orde zijn is het belangrijk om eerst
het wijkfiliaal van de openbare
goed na te denken over de koers die gevaren gaat worden. Want: de
bibliotheek op honderd meter van
koers bepaalt de keuzes in de menu’s: de volgorde van de menu’s, maar
de school is gehuisvest. Voor zo’n
ook de prioriteiten binnen de menu’s. De koers op weg naar een school-
school zal de plaats en functie van
bibliotheek nieuwe stijl hangt af van de plaatselijke omstandigheden.
de bibliotheekmedewerker in de
Immers, een basisschool in een grote stad met het bibliotheekfiliaal op
school in eerste instantie de be-
de hoek, verschilt nogal van een school in een klein dorp, waar de dichtst-
langrijkste kwestie zijn. Het ligt
bijzijnde vestiging van de openbare bibliotheek is gesloten. Een in het
dan voor de hand om te kiezen
oog springend kenmerk van de schoolbibliotheken die we hebben be-
voor een lichtere variant van de
zocht, is dan ook dat ze allemaal op een andere manier zijn vormgegeven:
schoolbibliotheek, waarin bijvoor-
maatwerk dus. Het invoeringsmodel dat we in deze brochure beschrijven
beeld de prioriteit gelegd wordt
houdt daar rekening mee.
bij keuzemenu 5, over de borging in het onderwijs.
In het volgende hoofdstuk, over doel, aanleiding en visie, bespreken we het bepalen van de koers in de samenwerking op weg naar een schoolbibliotheek nieuwe stijl. n
> 8
2 | DOEL, AANLEIDING EN VISIE
Plannen voor schoolbibliotheken worden ontwikkeld en uitgewerkt met heel verschillende doelen voor ogen. Mogelijke doelen zijn:
Verlichten van de werkdruk
•
Leesbevordering: de leesmotivatie en de literaire competentie van
Voor veel schoolteams klinkt het
kinderen vergroten.
als een aanlokkelijk vooruitzicht:
•
Het bereik van de bibliotheek vergroten.
een bibliotheekmedewerker die
•
Taalontwikkeling: kinderen helpen hun taalvaardigheid te vergroten.
naar de school toekomt en de
• •
•
Dit doel speelt met name een rol op scholen met veel leerlingen met
werkdruk van de leerkrachten ver-
een taalachterstand.
licht. Toch brengt een te nadruk-
Mediawijsheid: informatievaardigheden ontwikkelen en de media op
kelijk gebruik van dit argument
een veilige manier leren gebruiken.
ook risico’s met zich mee, vooral
Taakverlichting van leerkrachten: de bibliotheekmedewerker in de
in de communicatie naar leerkrach-
school kan een aantal taken van leerkrachten op het gebied van
ten toe: ‘Bij het opstarten van de
lezen overnemen.
samenwerking zullen zaken afge-
Sociale vaardigheden: een belangrijk neveneffect van leerling-
stemd moeten worden en een
participatie in de schoolbibliotheek is dat kinderen sociale vaardigheden
bibliotheekmedewerker moet ook
opdoen (rekening houden met jongere kinderen, samenwerken, etc.).
ingewerkt worden. Te hoge verwachtingen over werkdruk die met
De aanleiding om een schoolbibliotheek op te starten is in iedere situatie
de komst van de bibliothecaris in
weer anders. In sommige plaatsen is het noodgedwongen, bijvoorbeeld
één klap een stuk lichter wordt,
in plattelandsgemeenten of wijken waar de openbare bibliotheek wordt
kunnen dan juist zorgen voor
opgeheven. Sommige schoolbibliotheken ontstaan vanuit de visie van een
teleurstelling. Benadruk dus vooral
schooldirecteur of leerkrachten, die vinden dat de kinderen op school
de inhoudelijke meerwaarde van
een hoger niveau van lezen zouden moeten hebben. Of vanuit de visie
de samenwerking, het argument
van een bibliotheek die teruglopende uitleencijfers signaleert en streeft
van de werkdruk is een positieve
naar een groter bereik onder jeugdige lezers.
bijkomstigheid.’
Een actuele aanleiding is ook het programma Kunst van Lezen, waarbinnen sinds 2008 het project Bibliotheek op de Basisschool is opgezet. Na een proef met 7 basisbibliotheken en 30 taalachterstandscholen is het project intussen uitgegroeid tot 40 basisbibliotheken en 160 basisscholen. Sinds het najaar van 2010 spelen ook een vijftal PSO’s een begeleidende rol in het project. Het meten van resultaten heeft al mooie cijfers opgeleverd: het aantal jeugdleden groeide gemiddeld met 65 procent en de uitleningen met 115 procent. Momenteel wordt er gewerkt aan een meetinstrument dat naast de harde uitleencijfers ook de leesattitude van kinderen en de kwaliteit van het leesbevorderingsbeleid in kaart brengt. Kunst van Lezen stimuleert structurele samenwerking met betrekking tot leesbevordering tussen bibliotheken en basisscholen op basis van op elkaar afgestemd beleid. Dit beleid wordt op alle niveaus binnen beide organisaties gedragen. Bibliotheek op de Basisschool biedt: • personele ondersteuning bij het samenstellen en vormgeven van een schoolbibliotheek; • financiële ondersteuning bij de aanschaf van een boekenmeubel; • personele ondersteuning bij het introduceren en uitvoeren van leesbevorderingsactiviteiten en het ontwikkelen van een schoolleesplan; 9<
• financiële en personele ondersteuning bij het invoeren van een uitleenen leesvolgsysteem; • scholing leescoördinatoren en opzetten leescoördinatorennetwerk; • scholing mbo+ voor uitvoerende bibliotheekmedewerkers; • scholing hbo+ voor specialisten jeugd/basisonderwijs. Voorafgaand aan het doorlopen van het invoeringsmodel is het van belang om aan de hand van de gestelde doelen een gezamenlijke visie te vormen op de schoolbibliotheken nieuwe stijl op een school of binnen een gemeente. Er moet consensus bestaan over de vraag welke doelen in de schoolbibliotheken nieuwe stijl nagestreefd worden. Deze koers bepaalt de keuzes die gemaakt worden. Voordat we verder ingaan op deze keuzes aan de hand van een aantal keuzemenu’s, bespreken we eerst de zes schoolbibliotheken die wij hebben bezocht. n
> 10
3 | DE BEZOCHTE SCHOOLBIBLIOTHEKEN
De basis voor het invoeringsmodel dat in deze brochure wordt beschreven, is gelegd in een serie interviews op zes verschillende locaties: schoolbibliotheken die soms al geheel in nieuwe stijl functioneren, soms nog op weg zijn daar naartoe. Drie van de zes locaties nemen deel aan het programma Kunst van Lezen. In dit hoofdstuk introduceren we deze zes locaties in het kort.
A l m e re : b a s i s s c h o o l D e K a m e l e o n De schoolbibliotheek op basisschool De Kameleon in Almere bestaat al bijna twintig jaar, maar heeft een grote metamorfose ondergaan door subsidie vanuit Kunst van Lezen. De schoolbibliotheek heeft een opgefriste collectie, nieuwe kasten en een andere plek gekregen. De schoolbibliotheek sluit aan bij taal als speerpunt van deze achterstandsschool (90% van de leerlingen heeft een taalachterstand) en moet samen met andere maatregelen bijdragen aan betere prestaties van leerlingen op het gebied van taal. De boekenuitleen wordt verzorgd door een bibliotheekmoeder, die op vrijwillige basis al jaren betrokken is bij de schoolbibliotheek. Naast de uitleen draagt ze ook zorg voor het kaften van boeken en vervult ze andere beheerstaken. Een medewerker van de bibliotheek heeft wekelijks drie uur om de school te begeleiden bij de schoolbibliotheek en fungeert daarbij vooral als ‘sparringpartner’ van de
Almere:
taalcoördinator van de school. De aanwezigheid van de (vrijgeroosterde) taalcoördinator en de aandacht voor taal binnen de school heeft veel bij-
Door meteen op
gedragen aan de succesvolle samenwerking tussen de school en de openbare bibliotheek in Almere. De school vindt de aanpak van de bibliotheek
beleidsniveau in te
in het begin van de samenwerking goed: de bibliotheek startte met gesprekken met de directeur om draagvlak te creëren, vervolgens is onder-
steken, is er geen
ling een contract gesloten. Door meteen op beleidsniveau in te steken, is er geen sprake van vrijblijvendheid.
sprake van vrijblijvendheid.
D e B re d e S c h o o l B i b l i o t h e e k H o o r n De Brede School Bibliotheek (BSB) in Hoorn is een schoolbibliotheek voor drie basisscholen die onderdeel zijn van een brede school. De bibliotheek is ‘uit nood geboren’, vanwege de sluiting van het bibliotheekfiliaal in de wijk. Vanuit de bibliotheek is vervolgens het initiatief genomen voor een schoolbibliotheek. Het concept van deze schoolbibliotheek is gebaseerd op leerlingparticipatie. Met begeleiding vanuit de bibliotheek en school draaien leerlingen van de drie scholen de schoolbibliotheek zelf. Zij kunnen hiervoor solliciteren, na selectie een training volgen en als ‘gecertificeerd’ medewerker aan de slag voor hun BSB. Bij de sollicitatieprocedure kunnen kinderen aangeven in welke groep ze willen: het persbureau (o.a. nieuwsbrief), de creatieve groep (o.a. inrichting van themakasten in de BSB) of scannen (innemen en uitlenen). De leerlingen vinden het enorm leuk om in de BSB te werken en dat straalt van ze af. Ze hebben een naambadge op en voelen zich professioneel en verantwoordelijk (en laten dat ook zien door o.a. opruim- en schoonmaakactiviteiten als de groepen zijn 11 <
vertrokken). De betrokken bibliotheekmedewerker vervult de trekkersrol van de schoolbibliotheek en stemt met regelmaat af met de coördinatoren op beide scholen. Het BSB-concept vraagt de nodige inspanning vooraf, onder meer om alle betrokkenen te overtuigen van de meerwaarde van de schoolbibliotheek en leerlingparticipatie, maar levert volgens het uitgevoerde wetenschappelijk onderzoek een aantoonbare bijdrage aan leesbevordering in Hoorn: kinderen lezen significant meer dan kinderen uit een controlegroep. Het concept is inmiddels al op meerdere plekken in Nederland geïmplementeerd.
‘s-Hertogenbosch De bibliotheek in ‘s-Hertogenbosch heeft een verandervisie opgesteld, waarvan een nauwere samenwerking met het onderwijs een belangrijk onderdeel is. In de beginfase van de visieontwikkeling zijn de bibliotheek en de schoolbesturen gezamenlijk opgetrokken om na te denken over de manier om leesbevordering in het onderwijs vanuit de bibliotheek te kunnen stimuleren. Daaruit vloeide het idee voort om schoolbibliotheken te vestigen in scholen. Het is de bedoeling dat in 2013 op alle basisscholen in de stad een schoolbibliotheek is gerealiseerd. Op elk van die scholen komt ondersteuning voor vier uur per week vanuit de bibliotheek: een leesconsulent (op hbo-niveau) draagt bij aan leesbevordering en mediawijsheid op school en ondersteunt ook de leerkrachten hierin. Op de scholen worden leescoördinatoren aangewezen, die afstemmen met de leescon-
‘s-Hertogenbosch: Alle 43 schooldirecteuren hebben afgesproken om tussen 2010 en 2013 een bibliotheek in de school te vestigen.
sulent. Inmiddels zijn meerdere Bossche scholen al gestart met de schoolbibliotheek. Zowel de directeur als de leerkrachten zijn erg enthousiast over de samenwerking met de bibliotheek en de collectie met het bijbehorende meubilair. Er zijn een mantelovereenkomst en samenwerkingsovereenkomsten geëffectueerd tussen de bibliotheek, schoolbesturen en de gemeente. Alle 43 schooldirecteuren hebben afgesproken om tussen 2010 en 2013 een bibliotheek in de school te vestigen en daaraan hun bijdrage te leveren in de vorm van huisvesting en een financiële vergoeding per leerling.
B ra b a n t / L i m b u rg In Noord-Limburg en een deel van de provincie Brabant werkt bibliotheekstichting BiblioPlus met veertien scholen aan de invoering van schoolcollecties in een schoolbibliotheek. Een aantal van deze scholen neemt deel aan de pilot Kunst van Lezen. De begeleiding bij de schoolcollectie vindt in principe op afstand plaats vanuit BiblioPlus, er is dus niet wekelijks een medewerker van de bibliotheek aanwezig. Bij de scholen die subsidie krijgen van Kunst van Lezen is dat wel het geval. Op deze Kunst van Lezenscholen lijkt het integreren van de schoolbibliotheek in het onderwijsbeleid makkelijker te verlopen dan bij de overige scholen met een schoolcollectie. De gemeente maakt op basis van het Productenboek van BiblioPlus een keuze uit het aanbod van mogelijkheden op het gebied van de bibliotheek; ook de schoolcollecties kunnen hieronder vallen. Een basisschool in Sambeek heeft zelf het initiatief genomen voor het opzetten van een schoolbibliotheek, die wordt gehuisvest in een lokaal dat leeg staat. De school krijgt inhoudelijke ondersteuning van BiblioPlus en zet momenteel eigen middelen in voor de schoolbibliotheek, in afwachting
> 12
van een bijdrage van de gemeente.
Vlissingen Basisschool Het Moza誰ek heeft in samenwerking met de openbare bibliotheek een ruime en toegankelijke schoolbibliotheek opgezet. De openbare bibliotheek heeft hier de functie van aanjager en financiert de schoolbibliotheek. De inrichting van de schoolbibliotheek is helemaal in de sfeer van de boeken van de Zeeuwse schrijver Wim Hofman. De bibliotheek is altijd toegankelijk, zowel tijdens als na schooltijd. Leerlingen kunnen zelf uit de voeten met de computer om een boek te lenen. De school is erg blij met de aanjaagfunctie die de bibliotheek heeft. Er is een inspirerende bibliotheekdirecteur die meer wilde met leesbevordering op scholen dan alleen met behulp van de leskisten die de bibliotheek heeft samengesteld. Er is vanuit de bibliotheek een mediathecaris op school, die na schooltijd de uitleen verzorgt samen met een aantal leerlingen en onder schooltijd activiteiten organiseert op het gebied van leesbevordering en mediawijsheid. De scholing van de mediathecaris is heel belangrijk, net zoals de uitwisseling van kennis tussen de mediathecaris en de back office van de openbare bibliotheek, en de mediathecaris en de leerkrachten. Hier heeft de school zelf veel energie in gestoken. Het enthousiasme en de positieve ervaringen met de schoolbibliotheek zijn gepresenteerd aan andere scholen in Vlissingen, waardoor hier de komende twee jaar meer bibliotheken in basisscholen zullen verrijzen.
Goes: Een belangrijke
Goes In het werkgebied van BibliOosterschelde liggen vier scholen in vier
voorwaarde voor het
verschillende gemeenten (Borsele, Goes, Reimerswaal en Tholen) die meedoen met Kunst van Lezen. Voor de begeleiding van deze scholen
slagen van de school-
heeft BibliOosterschelde een medewerker aangesteld, die zelf uit het onderwijs afkomstig is. Het idee erachter is dat de kennis van bibliotheek
bibliotheek is volgens
en boeken vanzelf wel komt, maar dat het belangrijker is de taal van de school te spreken. Dit is een goede zet gebleken volgens de bibliotheek.
BibliOosterschelde
In tegenstelling tot verschillende andere schoolbibliotheken, is de medewerker van BibliOosterschelde niet gestart met de opbouw en het saneren
enthousiasme dat van
van de collectie, maar met activiteiten in de klas. Deze worden per school op maat aangeboden, om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de wensen
twee kanten komt.
van de school. Een belangrijke voorwaarde voor het slagen van de schoolbibliotheek is volgens BibliOosterschelde enthousiasme dat van twee kanten komt. De school moet de bibliothecaris in de school als meerwaarde zien en niet als last. Als de kinderen enthousiast zijn en meer leesplezier krijgen, krijgt de schoolbibliotheek vanzelf meerwaarde. De meerwaarde van de inbreng van de bibliotheek daarbij ligt naar eigen zeggen in het aanvullend op onderwijs kunnen werken, zowel wat betreft recreatief lezen als op het gebied van mediawijsheid. n足足
13 <
4 | STRATEGIE EN PROCES
Bij het opzetten van een schoolbibliotheek nieuwe stijl is een belangrijke vraag natuurlijk: wat zijn de voorwaarden voor een succesvolle aanpak die leidt tot een goedlopende schoolbibliotheek? In dit hoofdstuk bespreken we de randvoorwaarden en andere kwesties die hierbij een rol spelen. We geven ze weer in het onderstaande schema. KEUZEMENU 1 BESLISSINGEN & KEUZES
MOGELIJKHEDEN ❏ Gemeente, bibliotheek en meerdere scholen
1. Wie zijn de samenwerkende partijen?
❏ Een school en een openbare bibliotheek ❏ Nog extra partijen, zoals bv. peuterspeelzaal ❏ Bibliotheek
2. Wie is de trekker?
❏ School ❏ Gemeente ❏ Anders, bijvoorbeeld de kinderboekwinkel of welzijnsorganisatie 3. Waar wordt begonnen met het creëren van draagvlak?
❏ Op strategisch niveau ❏ Op uitvoerend niveau ❏ Anders, bijvoorbeeld beide tegelijk ❏ In een strategisch convenant
4. Hoe worden afspraken tussen bibliotheek
❏ In een samenwerkingsovereenkomst met afspraken over de uitvoering
en school vastgelegd?
❏ Anders, bijvoorbeeld in een actielijst die wordt bijgehouden 5. Hoe wordt de samenwerking tussen school en bibliotheek ❏ In beleidsplannen van de openbare bibliotheek ❏ In het schoolplan
verankerd in het beleid?
❏ Anders, bijvoorbeeld in een apart document 6. Hoe wordt bepaald of de doelen worden behaald?
❏ Effectonderzoek ❏ Evaluaties (bv. tevredenheidsvragenlijsten) ❏ Anders, bijvoorbeeld door jaarlijkse gesprekken met betrokkenen
4 . 1 | D e s a m e n w e r ke n d e p a r t i j e n In het ideale geval werken gemeente, scholen en openbare bibliotheek samen aan de realisering van schoolbibliotheken in een gemeente. Hierdoor wordt de kans vergroot dat de samenwerking structureel zal zijn en niet afhankelijk van inspanningen van individuen. Een mooi voorbeeld hiervan is de gang van zaken in ‘s-Hertogenbosch, waarbij schoolbesturen en bibliotheek samenwerkten aan een plan om op alle basisscholen in de gemeente een schoolbibliotheek te vestigen. Zij hebben vervolgens ook de gemeente ‘s-Hertogenbosch overtuigd van hun plan. Maar: er zijn ook voorbeelden te noemen van een goede samenwerking op kleinere schaal, bijvoorbeeld tussen één of twee scholen en de bibliotheek (bv. Vlissingen, Hoorn). De gemeente kan er ook altijd nog in een later stadium bij betrokken
> 14
worden, bijvoorbeeld als er in een gemeente al een goed draaiende
schoolbibliotheek is en er plannen zijn voor uitbreiding naar meerdere scholen of naar het voortzetten van de samenwerking in de toekomst.
Drie randvoorwaarden voor
In dat geval is het zinvol als er effecten en resultaten aangetoond zijn en
samenwerking
die overlegd kunnen worden: dat zijn goede overtuigingsmiddelen naar de gemeente toe (zie ook 4.3).
1 | Eén voorwaarde staat buiten discussie: er moet draagvlak zijn voor een schoolbibliotheek nieuwe
4 . 2 | D e t re k ke r
stijl en zowel openbare bibliotheek
In de praktijk hebben wij niet anders gezien dan dat de openbare biblio-
en school (team en directie) moe-
theek de trekker is van de samenwerking tussen onderwijs en bibliotheek.
ten gemotiveerd zijn om de samen-
Sommige openbare bibliotheken hebben de realisering van schoolbiblio-
werking aan te gaan. Als een van
theken in hun beleid opgenomen (bv. Vlissingen, ‘s-Hertogenbosch), bieden
de twee partijen geen heil ziet in
het aanleggen van een schoolcollectie aan in hun aanbod voor het onder-
een schoolbibliotheek, heeft het
wijs (bv. Brabant/Limburg), of hebben een bibliotheekmedewerker in
geen zin om verder aan te dringen.
dienst die uit het onderwijs komt (bv. Hoorn). Ook in de schoolbibliothe-
Het allerbelangrijkste is dat de
ken in het kader van Kunst van Lezen werd het initiatief genomen vanuit
openbare bibliotheek en de basis-
de openbare bibliotheek, die de schoolbibliotheekmedewerkers aanstel-
school beide inzien dat ze belang
de. Natuurlijk is het ook mogelijk dat een schoolbestuur of een school-
hebben bij een nauwe samenwer-
directeur de eerste stappen zet op de weg naar de realisering van een of
king. Ze moeten allebei inzien dat
meerdere schoolbibliotheken, maar de trekkersrol is bij uitstek een rol
een schoolbibliotheek een win-win-
voor de openbare bibliotheek.
situatie is. 2 | Als er vervolgens ook nog een
4 . 3 | D ra a g v l a k c re ë re n
bibliotheekmedewerker met ver-
Ongeacht wie de eerste stap zet, is de volgende stap om te zorgen voor
stand van onderwijs wordt aange-
draagvlak voor de schoolbibliotheek op verschillende niveaus. Draagvlak
steld en er een leescoördinator op
op strategisch niveau begint bij het mobiliseren van de mogelijke partners.
school is, dan zal de samenwerking
Welke partners kunnen een rol spelen bij het vestigen van schoolbiblio-
vlotjes verlopen en is (bij wijze van
theken? Wat zijn hun motieven en overwegingen? Een stuurgroep, een
spreken) succes gegarandeerd.
kleine groep met vertegenwoordigers van deze partijen, kan de lijnen
Dat betekent niet dat samenwer-
uitzetten, het liefst een groep die bestaat uit de directeur van de open-
king gedoemd is te mislukken als
bare bibliotheek, vertegenwoordigers van de schoolbesturen en van de
aan deze personele voorwaarden
gemeente. Om te peilen of de schoolbibliotheek voldoende kans van
(nog) niet is voldaan, maar er zal
slagen heeft, is het essentieel de ideeën en ambities van de partijen te
dan wel moeten worden geïnves-
toetsen en draagvlak te creëren binnen de scholen, binnen de openbare
teerd: ten eerste in de pedagogisch-
bibliotheek en binnen de politiek. De vertegenwoordigers van de samen-
didactische vaardigheden van de
werkende partijen onderhouden zich daarbij met de passende vertegen-
bibliotheekmedewerker en ten
woordigers van de andere partij: bijvoorbeeld de directeur van de biblio-
tweede in het opleiden en aan-
theek spreekt op wethoudersniveau en met schoolbesturen, het hoofd
stellen van een leescoördinator.
van de afdeling educatie van de openbare bibliotheek met de schooldirecties etc.
3 | Ten slotte is het ook nog een
Draagvlak creëren op meer uitvoerend niveau begint met een intake-
randvoorwaarde dat de school
gesprek op elke deelnemende school. Hierbij zijn dan schooldirectie, lees-
visie heeft op de samenwerking
coördinator en vertegenwoordiger van de bibliotheek aanwezig. In een
met de bibliotheek. Scholen moe-
intakegesprek kunnen de randvoorwaarden voor succesvolle samenwer-
ten globaal weten waar ze naar
king besproken worden (zie bijvoorbeeld de randvoorwaarden voor de
willen streven en wat ze daarvoor
deelnemers van Kunst van Lezen in bijlage 5). Op sommige scholen be-
nodig hebben. Hoe en wat precies:
staat wellicht weerstand tegen de schoolbibliotheek (die tot uiting komen
dat kan gedurende het samenwer-
in vooroordelen zoals ‘Het kost vast heel veel tijd en geld’) en in sommige
kingsproces verder uitgekristalli-
bibliotheken moeten de medewerkers misschien wennen aan de nauwe
seerd worden.
samenwerking met scholen (‘Waarom is het zo zo belangrijk initiatieven richting scholen te nemen?’). Het is een kwestie van steeds maar weer blijven herhalen wat de bedoeling is en waarom het belangrijk is. Als op
15 <
verschillende niveaus in de organisaties steeds weer duidelijk gemaakt wordt wat het oplevert, gaan de meeste betrokkenen de meerwaarde ook zelf inzien.
4 . 4 | A f s p ra ke n v a s t l e g g e n Om het gevormde draagvlak te onderstrepen, is het aan te raden de gemaakte afspraken ook vast te leggen, op twee niveaus: op strategisch niveau en op uitvoerend niveau. Op strategisch niveau kan er een convenant getekend worden tussen de samenwerkende partijen. Voor een voorbeeldtekst van een dergelijk convenant verwijzen we naar bijlage 3. Daarnaast is het vaak verstandig om de afspraken op schoolniveau, dus meer op uitvoerend niveau, vast te leggen. Hiervoor presenteren we twee mogelijke voorbeelden, namelijk de samenwerkingsovereenkomst die is gebruikt voor de samenwerking tussen scholen en openbare bibliotheken in het kader van Kunst van Lezen en de samenwerkingsovereenkomst die is gebruikt in â&#x20AC;&#x2DC;s-Hertogenbosch (zie bijlage 4).
Als het beleid rond de schoolbibliotheek wordt vastgelegd in het beleid van zowel school als bibliotheek, wordt daarmee de basis voor een goede en langdurige samenwerking gelegd.
4 . 5 | Ve ra n ke r i n g i n h e t b e l e i d Soms blijken nieuwe vormen van samenwerking afhankelijk van individuele acties en/of tijdelijke initiatieven te zijn. Het vastleggen van de schoolbibliotheek in beleidsstukken kan voorkomen dat de schoolbibliotheek een soort eendagsvlieg wordt. Daarvoor is het nodig beleidsvisies helder te formuleren. Welke visie heeft de school op lezen en leesbevordering? Welke visie heeft de openbare bibliotheek op de samenwerking met het onderwijsveld? Welke doelen worden gekozen voor de schoolbibliotheek? Gaat het vooral om leesbevordering of wordt de schoolbibliotheek ook beschouwd als een middel om de sociale vaardigheden van leerlingen te vergroten? Speelt de schoolbibliotheek een rol bij de begeleiding van kinderen met een taalachterstand, etc. (zie paragraaf 5.4)? Als het beleid rond de bibliotheek wordt vastgelegd in het beleid van zowel school als bibliotheek, wordt daarmee de basis voor een goede en langdurige samenwerking gelegd.
4 . 6 | O p b re n g s t g e r i c h t w e r ke n Wat is de meerwaarde van de betrokkenheid van de bibliotheek en de aanwezigheid van een schoolbibliotheek? Gaan de leesresultaten en de leesattitude van leerlingen omhoog? Is er sprake van een doorgaande lijn in leesbevordering die gebaseerd is op beleidsafspraken? Scholen werken steeds meer volgens het principe van opbrengstgericht werken, en het verzamelen en analyseren van gegevens levert interessante informatie op die een rol kan spelen bij het werven of voortzetten van financiĂŤle bijdragen van de verschillende partners. Kunst van Lezen laat een meetinstrument ontwikkelen, dat in de loop van 2011 beschikbaar zal worden gesteld aan bibliotheken. Met dit instrument kunnen zij op regelmatige basis de benodigde gegevens verwerven en aan de school presenteren. Door de uitkomsten te vergelijken met Cito-scores kunnen verbanden worden aangetoond. De onderwerpen in dit meetinstrument hebben betrekking op:
> 16
•
leesattitude leerlingen;
•
leesgedrag op school en thuis;
•
bibliotheekbezoek;
•
leesbevordering in de klas;
•
leesbevorderingsbeleid in de school.
De uitleencijfers uit het (school)bibliotheeksysteem geven de kwantitatieve informatie over het leesgedrag weer. Ook die cijfers worden betrokken in de analyse. Een uitgebreid onderzoek naar de effecten van de BSB Hoorn door een masterstudent van de opleiding Bibliotheekwetenschappen2 laat zien dat kinderen die betrokken zijn bij de BSB in hun vrije tijd meer lezen dan kinderen uit een controlegroep en dat daarnaast hun houding ten aanzien van boeken positiever is. Een eenvoudiger mogelijkheid om enige uitspraken te kunnen doen over de effecten van een schoolbibliotheek, is het bijhouden van de uitleencijfers van de schoolbibliotheek en ook het aantal kinderboeken dat wordt uitgeleend door de openbare bibliotheek in de buurt (zoals dat o.a. in Almere gebeurt en waar het aantal uitleningen aantoonbaar is gestegen). Op OBS Het Mozaïek (Vlissingen) is ervaring opgedaan met evaluatieonderzoek door middel van vragenlijsten aan kinderen, leerkrachten en ouders. Dat onderzoek werd uitgevoerd door de afdeling onderzoek en statistiek van de openbare bibliotheek Vlissingen. Het bleek dat de mediatheek door de betrokkenen als een aanwinst wordt ervaren en dat kinderen zelf aangeven meer te zijn gaan lezen dankzij de mediatheek. Dergelijke gegevens werken zeker overtuigend en kunnen het draagvlak vergroten bij andere bibliotheken, scholen en/of de gemeente. n 2 Geurtsen, N. (2008). Effectevaluatie van de Brede School Bibliotheek Hoorn. Afstudeerscriptie. Te downloaden via http://bsbhoorn.wetpaint.com.
17 <
5 | HET INVOERINGSMODEL
Op basis van alle gesprekken die we hebben gehouden, beschrijven we in dit hoofdstuk de inhoudelijke en praktische zaken die komen kijken bij het vestigen van een schoolbibliotheek nieuwe stijl op een basisschool. We doen dit in de vorm van een invoeringsmodel waarbij we de relevante keuzes en beslissingen beschrijven. We geven daarbij ook steeds voorbeelden uit de praktijk. Het invoeringsmodel blijft natuurlijk een model en dus een versimpeling van de werkelijkheid. Het model zal dus niet sluitend zijn voor alle mogelijke situaties in den lande, maar het is een hulpmiddel bij het maken van de afwegingen. Het model bestaat uit vier hoofdonderdelen: 1) huisvesting en collectie, 2) organisatie, 3) financiën en 4) de borging in het onderwijs. De keuzeopties die we geven zijn natuurlijk niet bindend: het zijn voorbeelden die wij (soms vaak, soms minder vaak) in de praktijk zijn tegengekomen. Er zijn ongetwijfeld nog andere mogelijkheden denkbaar, die wellicht goed bij uw school of uw bibliotheek passen. Daarom geven we bij iedere keuze/ beslissing een optie: ‘anders, namelijk…’. Ook de volgorde waarin de keuzes en beslissingen genomen worden is afhankelijk van de plaatselijke situatie en wordt niet voorgeschreven in het model.
5.1 | Huisvesting & collectie We beginnen met de praktische zaken rond huisvesting en collectie. De belangrijkste beslissingen en keuzes die op dit gebied van belang zijn staan in het schema; in de tekst geven we een nadere toelichting en voorbeelden uit de praktijk.
> 18
KEUZEMENU 2 BESLISSINGEN & KEUZES 1. Waar staat de schoolbibliotheek?
MOGELIJKHEDEN ❏ In een apart lokaal ❏ In een centrale ruimte ❏ Anders, bijvoorbeeld in de hal
2. Hoe wordt de boekencollectie opgesteld?
❏ Frontale presentatie (à la Makkelijk Lezen Plein) ❏ Winkelmodel ❏ Anders, bijvoorbeeld kleine kastjes aan de muur
3. Wie richt de ruimte in?
❏ De kinderen (met coaching) ❏ De bibliotheekmedewerker ❏ De leescoördinator ❏ Anders, bijvoorbeeld de leerkrachten
4. Wie stelt de collectie samen?
❏ Bibliotheekmedewerker(s) ❏ Leescoördinator ❏ Bibliotheekmedewerker en leescoördinator ❏ Anders, bijvoorbeeld de kinderen (onder begeleiding) of het team
5. Is er een vaste of een wisselcollectie?
❏ Vaste collectie van de school ❏ Deelcollecties: een wisselcollectie van de bibliotheek, een basiscollectie van de school ❏ Basiscollectie van de bibliotheek
6. Welk digitaal uitleensysteem wordt ingevoerd? .........................................................................................
5 . 1 . 1 | Wa a r ? Het antwoord op de vraag waar de schoolbibliotheek komt te staan, is natuurlijk afhankelijk van de ruimte die er binnen de school beschikbaar
Hoeveel m2?
is. Op sommige scholen is een leegstaand lokaal als bibliotheek ingericht,
Hoe groot moet een schoolbiblio-
waar rust heerst en dat op slot kan. Op andere scholen kiest het team er
theek zijn? Als het de bedoeling is
bewust voor om een centrale plek in de school te kiezen waar iedereen
dat er een hele klas tegelijk in de
dagelijks langsloopt, waardoor de collectie duidelijk in het zicht staat.
bibliotheek op bezoek kan komen,
Aan te raden is wel, om ook als de schoolbibliotheek op slot kan, de deur
is het aan te raden te zorgen voor
niet te vaak op slot te doen. Kinderen zullen zich pas thuis gaan voelen
minimaal 100–120 m2 (Bron: Wiki
in de bibliotheek en de drempel zal pas lager worden, als kinderen gemak-
BSB Hoorn). In ‘s-Hertogenbosch
kelijk naar binnen kunnen om bijvoorbeeld boeken terug te brengen of
heeft men een veel kleinere ruim-
iets op te zoeken.
te ter beschikking; daar is het goed bevallen om te werken met
Het is een goede mogelijkheid om naast een centrale bibliotheek, ook
afsluitbare en verrijdbare kasten.
boeken beschikbaar te hebben in de klas, zodat kinderen altijd boeken binnen handbereik hebben. Een goed uitgangspunt is om te streven naar een driedeling in de samenstelling van de collectie: boeken voor vrij lezen, voor informatief lezen en voor het technisch lezen. De boeken voor het technisch lezen kunnen dan in de klas staan en de boeken voor het vrij lezen en informatief lezen op een centrale plek elders in de school. In dit uitvoeringsmodel gaan we uit van een schoolbibliotheek in de 19 <
school. Er zijn ook situaties te bedenken waarin het niet zo’n prioriteit heeft om te investeren in een fysieke bibliotheek binnen de school, bijvoorbeeld als het filiaal van de openbare bibliotheek om de hoek is gevestigd. In zo’n geval is het eerder aan te raden alle leerlingen lid te maken van de openbare bibliotheek en te streven naar een zo laagdrempelig mogelijke jeugdafdeling.
5.1.2 | De opstelling Het belang van een goede presentatie van de boeken moet niet onderschat worden en zou zeker geen sluitpost moeten zijn. De manier waarop de boeken worden opgesteld kan heel motiverend werken. Binnen de pilot van Kunst van Lezen is het een voorwaarde om de collectie op te stellen volgens het Makkelijk Lezen Plein waarbij de boeken frontaal staan opgesteld, in plaats van naast elkaar in de kast. Daardoor worden de voorkanten zichtbaar en niet slechts de ruggen. Oorspronkelijk is deze opstelling ontwikkeld voor dyslectische en zwaklezende kinderen, maar vanuit het perspectief van leesbevordering is het een aantrekkelijke opstelling voor alle kinderen. Een andere mogelijkheid is de opstelling volgens het zogenaamde winkelmodel, waarbij A- en B-boeken niet apart maar door elkaar staan en op onderwerp gerangschikt zijn. Het idee hiervan is dat leerlingen niet te Grootte van de collectie
veel gestuurd worden door de indeling in niveau (A of B). Een kind dat
Een streefaantal van drie tot vier
grote interesse heeft in een bepaald onderwerp, kan ook een wat moei-
boeken per leerling wordt door de
lijker boek vaak best aan.
(ervarings)deskundigen als een goede richtlijn beschouwd. Om de collectie actueel te houden, wordt
5.1.3 | De inrichting
een jaarlijks vervangingspercentage
Het belangrijkste is dat de schoolbibliotheek een ruimte is waar kinderen
van 10% van de collectie aanbe-
zich prettig voelen, het moet er gezellig zijn en er leuk uitzien. In Hoorn
volen.
zijn goede ervaringen opgedaan met het betrekken van de kinderen bij het inrichten van de schoolbibliotheek, waardoor de leerlingen het gevoel hebben gekregen dat het ‘hun’ bibliotheek is. Angst dat de schoolbibliotheek daarmee tot een bont palet van alle mogelijke kleuren wordt is niet nodig: ‘Als je de kinderen maar serieus erbij betrekt, kiezen ze echt niet allemaal voor paars en oranje op de muren’. Op de Archipelschool Het Mozaïek in Vlissingen is de mediatheek ingericht door de bibliotheekmedewerker in de sfeer van de boeken van de Zeeuwse kinderboekenschrijver Wim Hofman met een grote houten bank in het midden van het lokaal. Welk doel ook wordt beoogd met de schoolbibliotheek: de boekencollectie moet actueel, gevarieerd en uitgebreid zijn: kinderen moeten wat te kiezen hebben. De bibliotheekmedewerkers zijn vaak de spil bij de samenstelling van de collectie. Op sommige locaties bleek dat de samenstelling van de collectie dan ook geheel aan de bibliotheek wordt overgelaten (ook al kunnen scholen dan wel accenten leggen zoals: er moeten ook prentenboeken komen). In andere schoolbibliotheken krijgen kinderen ook een rol: kinderen kunnen bijvoorbeeld aanschafsuggesties doen. Daarnaast is het wenselijk om ook de leerkrachten bij het samenstellen van de collectie te betrekken, met het oog op de integratie van de schoolbibliotheek in het onderwijs (zie daarvoor ook paragraaf 5.4).
> 20
5 . 1 . 4 | Va s t e - e n / o f w i s s e l c o l l e c t i e De collectie van de schoolbibliotheek kan bestaan uit een vaste collectie (met jaarlijkse vervanging van een deel van de collectie), een wisselcollectie of een combinatie daarvan. Het voordeel van een combinatie (deels eigen bezit, deels bezit van de openbare bibliotheek) is dat de schoolcollectie ‘het nieuwste van het nieuwste’ op boekengebied kan bevatten en optimaal afgestemd is op de leerlingenpopulatie van de school. Deze boeken kunnen op school gebruikt worden bij bijvoorbeeld het vrij lezen. De wisselcollectie is vaak wat uitgebreider en leerlingen kunnen deze boeken ook mee naar huis nemen. Wanneer er sprake is van een collectie van een bibliotheek en een schoolcollectie van de school zelf, wordt de totale collectie van de schoolbibliotheek idealiter beheerd door de school. De schoolcollectie wordt samengesteld door leerkrachten en/of de leescoördinator. Op deze manier houdt de school zoveel mogelijk de verantwoordelijkheid voor leesbevordering en werkt de betrokkenheid van het team en de leescoördinator stimulerend voor de leesbevordering op de school.
Het aantal boeken 5.1.5 | Digitaal uitleensysteem In de meeste schoolbibliotheken die we hebben bezocht werd gebruik gemaakt van Educat B, een zoek- en uitleensysteem voor de schoolmediatheek3. (In de toekomst zal dit Educat Wise gaan heten.) Een digitaal uitleensysteem is natuurlijk van belang bij het beheer van de schoolbibliotheek, maar heeft ook andere voordelen. Op een aantal scholen werd bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de mogelijkheid van Educat B om de kinderen een eenvoudig logboek bij te laten houden. Hierin houden ze bij welk boek ze hebben gelezen en wat ze daarvan vonden, door middel van een aantal meerkeuzevragen. Ook is het voordeel van een digitaal zoek- en uitleensysteem dat kinderen leren gebruik
dat kinderen in handen krijgen is direct bepalend voor hun leesgedrag. Om dit te kunnen nagaan is het
te maken van een catalogus.
absolute noodzaak dat
Een uitleensysteem is ook van belang in de schoolbibliotheken waar kin-
de school beschikt over
deren de uitleen doen. Op de BSB te Hoorn werd daarvoor een speciale kinderversie van een uitleensysteem ontwikkeld, met vereenvoudigde functies en kleurgebruik.
een (kindvriendelijk) digitaal uitleensysteem.
Het aantal boeken dat kinderen in handen krijgen is direct bepalend voor hun leesgedrag. Om dit te kunnen nagaan is het absolute noodzaak dat de school beschikt over een (kindvriendelijk) digitaal uitleensysteem. De cijfers die uit dit uitleensysteem worden gehaald vormen een waardevolle aanvulling op de gegevens die uit het te ontwikkelen meetinstrument komen.
3 Zie www.educat.nl.
21 <
5 . 2 | O rg a n i s a t i e Onder het kopje ‘organisatie’ bespreken we de belangrijkste kwesties die te maken hebben met personeel, opleiding, en de organisatie van de schoolbibliotheek. De volgende beslissingen en keuzes staan centraal:
KEUZEMENU 3 BESLISSINGEN & KEUZES
MOGELIJKHEDEN
1. Wie is verantwoordelijk voor het beheer van de bibliotheek?
❏ School ❏ Bibliotheek ❏ School en bibliotheek ❏ Gedurende schooltijd
2. Hoe vaak is de schoolbibliotheek open?
❏ Na schooltijd ❏ Zowel gedurende als na schooltijd ❏ Vrijwilligers (bv. ouders)
3. Wie doet de uitleen?
❏ Kinderen ❏ De bibliotheekmedewerker ❏ Anders, bijvoorbeeld een onderwijsassistent 4. Wie is vanuit de school aanspreekpunt voor de schoolbibliotheek? ❏ De leescoördinator ❏ De taalcoördinator ❏ Anders, bijvoorbeeld de directeur 5. Wat is het profiel van de schoolbibliotheekmedewerker?
❏ Bibliotheekachtergrond ❏ Onderwijsachtergrond ❏ Anders, bijvoorbeeld vanuit kinderboekwinkel ❏ Regelmatig overleg tussen leescoördinator en
6. Hoe ziet de overlegstructuur eruit?
bibliotheekmedewerker ❏ Regelmatig overleg tussen leerkrachten en bibliotheekmedewerker ❏ Anders, bijvoorbeeld overleg tussen leescoördinator, schooldirecteur en bibliotheekmedewerker 7. Hoe worden de kinderen bij de bibliotheek betrokken?
❏ Bij de aanschaf van boeken ❏ Bij leesbevorderingsactiviteiten ❏ Anders, bijvoorbeeld bij de inrichting van de schoolbibliotheek
8. Hoe worden ouders bij de bibliotheek betrokken?
❏ Bij leesbevorderingsactiviteiten ❏ Via ouderavonden ❏ Anders, bijvoorbeeld als vrijwilliger in de schoolbibliotheek
5.2.1 | Het beheer Wat betreft het beheer van de schoolbibliotheekcollectie (collectie, contacten met leerkrachten en kinderen) zijn er verschillende mogelijkheden, zoals in het schema te zien is. Voor het beheer van de collectie is het volgens geraadpleegde experts van belang dat dit bij voorkeur centraal gebeurt. Zo is er altijd een up to date overzicht van de collectie en kan
> 22
onder andere steeds opnieuw een inschatting worden gemaakt in hoeverre de collectie nog aansluit bij de leerlingpopulatie. De leescoördinator van de school speelt een coördinerende rol, wanneer de beheerstaak door de school wordt opgepakt. Wanneer de beheerstaak bij de bibliotheek wordt belegd, stemt een bibliotheekmedewerker die binnen de school werkt meestal af met een backofficemedewerker van de bibliotheek. Naast het beheer van de collectie moeten ook praktische zaken zoals openen en sluiten van de bibliotheek, schoonmaak en onderhoudszaken geregeld worden. Het ligt voor de hand om de school hiervoor de verantwoordelijkheid te geven.
5.2.2 | Openingstijden Een schoolbibliotheek die elke dag gedurende schooltijden (tot enige tijd
De leescoördinator is onmisbaar
daarna) toegankelijk is voor kinderen lijkt misschien een utopisch ideaal,
Voor een school die structureel
maar hoeft dat niet te zijn. Er zijn scholen die er uiterst positieve ervarin-
aan leesbevordering wil werken is
gen mee hebben: kinderen lopen er gemakkelijk binnen en er ontstaat
de leescoördinator onmisbaar. De
bibliotheekbezoekroutine. Als er maar duidelijke afspraken zijn, wordt er
leescoördinator vervult niet alleen
nauwelijks misbruik van de boekencollectie gemaakt. Een schooldirecteur
uitvoerende taken op het gebied
vertelt: ‘Onze schoolbibliotheek is de hele dag toegankelijk: in de ochtend
van leesbevordering, maar heeft
wordt de computer aangezet en daarna heeft iedereen gewoon toegang.
ook taken rond planning en beleid.
Leerlingen mogen lenen voor thuis en voor op school: ze kunnen zelf uit-
Zonder een leescoördinator blijft
lenen (voor school) en na schooltijd (voor thuis) met behulp van vrijwilli-
leesbevordering op scholen vaak
gers. Alleen de kleuters lenen voor thuis onder schooltijd.’ Op een andere
steken op het niveau van leuke,
school is het anders geregeld: de schoolbibliotheek is altijd toegankelijk,
maar incidentele activiteiten 4.
maar het uitlenen gebeurt in principe op vaste tijden na schooltijd. Hoe een school de openingstijden en uitleenmogelijkheden ook wil regelen,
Kunst van Lezen streeft naar een
het is van belang om te beseffen dat deze praktische zaken een belang-
toename van het aantal gecertifi-
rijke rol spelen bij het laten landen van de schoolbibliotheek bij de kin-
ceerde leescoördinatoren op Neder-
deren.
landse basisscholen. Daarom is vanaf 2010 de mogelijkheid om de cursus Open boek te volgen
5.2.3 | De uitleen
fors uitgebreid. Deze cursus is ont-
Ook wat betreft de uitleen zijn er weer allerlei mogelijkheden. Een groei-
wikkeld door Jos Walta (van Kinder-
end aantal scholen kiest er voor om kinderen zelf te laten uitlenen. Kin-
boekwinkel De Boekenberg) op
deren uit groep 7 en 8 in Hoorn kunnen daarvoor solliciteren en krijgen
initiatief van Stichting Lezen en is
een cursus tot bibliotheekmedewerker. Op andere scholen zijn vrijwilligers
bedoeld voor leerkrachten op hbo-
(bijvoorbeeld ouders of opa’s en oma’s) die de uitleen regelen. Dergelijke
niveau.
oplossingen lijken efficiënter dan de uitleen te laten verzorgen door de bibliotheekmedewerker, die haar (vaak beperkte) tijd wellicht beter aan andere zaken kan besteden.
5 . 2 . 4 | A a n s p re e k p u n t v a n u i t d e s c h o o l Een voorwaarde voor een goede samenwerking tussen openbare bibliotheek en basisschool is dat er vanuit de school een gemotiveerde leerkracht aangesteld wordt die intensief contact onderhoudt met de bibliotheekmedewerker. Het meest logisch is het als deze leerkracht ook de leescoördinator is, maar de functie kan ook bekleed worden door de taalcoördinator of IB’er. Het is wel van belang dat de leescoördinator als volwaardige functie binnen de school wordt beschouwd en daar ook formeel voor wordt aangesteld. 4 Oberon (2009). Leesbevordering in het basisonderwijs. Een onderzoek naar actualiteit en toekomstperspectief. Amsterdam: Stichting Lezen.
23 <
Werk- en denkniveau
5 . 2 . 5 | P ro f i e l s c h o o l b i b l i o t h e e k m e d e w e r k e r
In de brede kring van ervarings-
De medewerkers die vanuit de bibliotheek aangesteld worden als school-
deskundigen en experts die we
bibliotheekmedewerker kunnen een bibliotheek- of een onderwijsachter-
hebben gesproken over de school-
grond hebben. Alom bestaat echter de overtuiging dat een medewerker
bibliotheek, was men unaniem van
met een onderwijsachtergrond de grootste meerwaarde heeft voor de
mening dat een schoolbibliotheek-
schoolbibliotheek en daarom de voorkeur geniet. We noteerden talloze
medewerker een hbo-werk- en
uitspraken in de geest van ‘Bij een bibliotheekmedewerker met verstand
denkniveau zou moeten hebben.
van onderwijs gaan dingen bijna vanzelf’, ‘Een bibliotheekmedewerker
Immers, zo’n medewerker moet
moet de taal van de school spreken en met kinderen om kunnen gaan’
een volwaardige gesprekspartner
en ‘Termen als begrijpend lezen en technisch lezen mogen geen probleem
en ‘sparringpartner’ kunnen zijn
zijn’. Kortom, vaardigheden op pedagogisch-didactisch gebied zijn een
voor een schoolteam. De ervaring
voorwaarde om goed te kunnen functioneren binnen de school. De moeite
leert dat een hbo-werk- en denk-
waard om hier te vermelden is de bibliotheek die in het beleid heeft op-
niveau daarvoor onontbeerlijk is.
genomen dat voortaan bij vacatures in de functie-eisen wordt gevraagd
In de Kunst van Lezen pilots werd
om kennis en/of affiniteit van het onderwijs. De bibliotheekdirectie kiest
op meerdere scholen gekozen voor
hiervoor vanuit de overtuiging zich hiermee goed voor te bereiden op de
de directe inzet op school van mede-
toekomst, waarin de schoolbibliotheken steeds belangrijker zullen worden.
werkers met een hbo-werk- en
In het geval dat bibliotheekmedewerkers geen onderwijsachtergrond heb-
denkniveau, zoals bijvoorbeeld in
ben ligt scholing voor de hand. Een van de mogelijkheden om pedagogisch-
Goes en Utrecht. De ervaringen
didactisch geschoold te worden is de cursus vanuit het ROC Midden-Neder-
hiermee zijn positief.
land: ‘Bibliotheekwerk in het primair onderwijs’. Deze cursus is in eerste instantie bedoeld voor deelnemers aan de pilots Kunst van Lezen.
Echter, in de praktijk hebben veel bibliotheekmedewerkers een mbowerk- en denkniveau en in de regel
5.2.6 | Overlegstructuur
hebben ze ook weinig of geen
In de paragraaf over strategie en proces is het belang van communicatie
affiniteit met en kennis van het
al nadrukkelijk aan de orde geweest. Maar ook als de schoolbibliotheek
onderwijs. Welke werkbare oplos-
eenmaal is opgezet en goed draait, blijft communiceren van belang. Het
singen zijn hiervoor denkbaar?
advies is dus om een duidelijke overlegstructuur op te zetten en die ook
Sommige bibliotheken kiezen er-
vast te leggen, zodat de overleggen niet vrijblijvend zijn.
voor een mbo-medewerker uit hun front-office op scholen in te zetten
Een aantal voorbeelden van onderdelen van een overlegstructuur zijn:
en daarnaast ter ondersteuning,
•
een bibliotheekmedewerker met
overleg tussen leescoördinator en bibliotheekmedewerker als ‘sparringpartners’ (bij voorkeur wekelijks);
voor coördinatie en begeleiding
•
overleg tussen bibliotheekmedewerker en individuele leerkrachten over concrete activiteiten in de klas waar de bibliotheekmedewerker
hbo-werk- en denkniveau aan te stellen. Deze constructie vereist
een rol bij kan spelen (volgens een schema waarbij in een schooljaar
wel een heel heldere communicatie
alle klassen aan de beurt komen);
naar de scholen toe: het moet voor
•
ze voor praktische zaken terecht
•
ties die de praktijk te boven gaan moeten wenden tot de bibliotheek-
overleg tussen leescoördinatoren van verschillende scholen en bibliotheekmedewerker om uit te wisselen en van elkaar te leren;
kunnen bij de medewerker die op school komt, maar zich voor kwes-
overleg tussen bibliotheekmedewerker en team, door de schoolbibliotheek op de agenda van teamvergaderingen te zetten;
leerkrachten heel duidelijk zijn dat
•
voor bibliotheekmedewerkers is het ook de moeite waard om aan te sluiten bij regionale bijeenkomsten over onderwijsinhoudelijke onderwerpen.
medewerker in de bibliotheek.
Het levert in ieder geval altijd veel op om over de grenzen van het eigen
Maar eigenlijk vindt bijna niemand
klaslokaal en de eigen school/bibliotheek heen te kijken.
deze situatie echt ideaal.
5 . 2 . 7 | K i n d e re n e r b i j b e t re k k e n ‘Je moet kinderen zelf verantwoordelijkheid geven, dan worden ze vanzelf betrokken’. Een mooi voorbeeld van de verantwoordelijkheid
> 24
Hoe vaak is de bibliotheekmedewerker aanwezig op school? Vier uur in de week per school wordt als een werkbaar minimum beschouwd, mits die uren dan wel besteed kunnen worden aan direct contact met kinderen en leerkrachten en niet besteed hoeven te worden aan administratieve taken.
die kinderen kunnen krijgen in de schoolbibliotheek, is de BSB in Hoorn. ‘Kinderen kunnen het zelf!’ is daar het motto. Er is een groep uitleen-
Kinderen als bibliotheekmede-
medewerkers, een creatieve groep die acties zoals rond de Kinderboeken-
werker
week bedenkt en uitvoert en een kinderpersbureau. Op basis van een
De kinderen die bibliotheekmede-
sollicitatiebrief worden de kinderen uit groep 8 ingedeeld in een van de
werker worden in de BSB Hoorn
groepen.
hebben ook regels voor zichzelf opgesteld.
Leerlingen kunnen (onder begeleiding van de leescoördinator en de
En die zijn bepaald niet kinderach-
bibliotheekmedewerker) bijvoorbeeld betrokken worden bij:
tig! We citeren ze:
• • • •
de uitleen van boeken (zie 5.2.3); het bedenken en uitvoeren van leesbevorderingsactiviteiten,
• Tegen kinderen die boeken
bijvoorbeeld in het kader van het thema van de Kinderboekenweek;
komen lenen zijn de BSB-mede-
bij het samenstellen van de boekencollectie door aanschafsuggesties
werkers beleefd en vriendelijk.
te doen of boekverkiezingen te organiseren;
Zij proberen de kinderen zo
bij het inrichten van de schoolbibliotheek.
goed mogelijk te helpen. • BSB-medewerkers gedragen
Scholen die het concept van kinderparticipatie in het klein willen toe-
zich netjes in de BSB, ze zorgen
passen, kunnen onderdelen uit het concept heel goed integreren in hun
voor een prettige sfeer.
schoolbibliotheek, dat gebeurt onder andere al in Goes en Vlissingen.
• BSB-medewerkers gebruiken de
Interessant is dat een onderzoek naar de effecten van de BSB heeft laten
materialen in de BSB (de karren,
zien dat kinderen die betrokken zijn bij de BSB in hun vrije tijd meer gaan
de mobiele telefoon, de compu-
lezen dan kinderen uit vergelijkbare controlegroepen en ook een positie-
ter etc.) waar ze voor bedoeld
vere houding ten aanzien van boeken
hebben 5.
zijn. • BSB-medewerkers werken en ruimen op volgens de afspraken.
5 . 2 . 8 | O u d e r s e r b i j b e t re k k e n
• BSB-medewerkers mogen een
Naast de school, spelen ook de ouders een grote rol bij het vrijetijdslezen
pauze nemen met limonade en
van kinderen. Kinderen die door hun ouders gestimuleerd en geënthou-
maximaal twee koekjes. Ze kie-
siasmeerd worden om in hun vrije tijd lezen, blijken ook daadwerkelijk
zen daar samen een moment
meer te lezen. De schoolbibliotheekmedewerker en de leescoördinator
voor uit.
zouden ouders dus moeten betrekken bij het stimuleren van het lezen,
Bron: Wiki BSB Hoorn.
door bijvoorbeeld ouderavonden te organiseren over het belang van (voor)lezen en kinderen boeken thuis te laten lezen. Dit speelt met name een rol op scholen die veel achterstandsleerlingen hebben. 5 Geurtsen, N. (2008). Effectevaluatie van de Brede School Bibliotheek Hoorn. Afstudeerscriptie. Te downloaden via http://bsbhoorn.wetpaint.com.
25 <
5.3 | Financiën De partners van de schoolbibliotheek gaan met elkaar in gesprek over de verdeling van de financiële bijdrage aan de schoolbibliotheek en leggen de hoogte van de (structurele) bijdrage vast. De beschikbare financiën bepalen voor een groot deel de mogelijkheden voor het opzetten van een schoolbibliotheek. Het uitgangspunt is een structureel budget voor het opzetten (startinvestering) en draaiende houden van de schoolbibliotheek. De volgende beslissingen en keuzes staan centraal.
KEUZEMENU 4 BESLISSINGEN & KEUZES
MOGELIJKHEDEN
1. Wat is de bijdrage van de openbare bibliotheek?
❏ Aanschaf collectie ❏ Jaarlijks geoormerkt budget ❏ Materialen (anders dan boeken) ❏ Aanschaf collectie
2. Wat is de bijdrage van de school?
❏ Jaarlijks geoormerkt budget ❏ Materialen (anders dan boeken) ❏ Ja
3. Kan de gemeente subsidiëren?
❏ Nee ❏ Ja
4. Zijn de budgetten geoormerkt?
❏ Nee 5. Welke verdere financiële mogelijkheden zijn er?
❏ Combinatiefunctieregeling ❏ Anders, bijvoorbeeld via Lokale Educatieve Agenda
5.3.1 | De bibliotheek Openbare bibliotheken blijken in de praktijk vaak (met subsidie van de gemeente) de belangrijkste of zelfs enige financier te zijn, hoewel we diverse voorbeelden van schoolbibliotheken hebben gezien waaraan ook de school een bijdrage levert. Dit blijkt wel een moeilijk punt: ‘Een financiële bijdrage van de school is wel wenselijk, maar in de praktijk niet altijd mogelijk’. De reden die hiervoor werd gegeven door scholen is dat de prioriteiten van de school niet in de eerste plaats liggen bij een schoolbibliotheek en de middelen al vast liggen in andere zaken. Een investering in een schoolbibliotheek vraagt daarom het nodige lobbywerk. De directie van de school en uiteraard ook het schoolbestuur vervullen een spilpositie in het vrijmaken van een eventueel budget voor de schoolbibliotheek.
5.3.2 | De school De financiële bijdrage van de school, hoe groot of klein deze ook is, kan voor verschillende onderdelen van de schoolbibliotheek worden ingezet (zie bovenstaand schema). Wordt er een bijdrage geleverd aan de aanschaf van de collectie? Is er een jaarlijks budget beschikbaar? Gaat de school investeren in andere materialen die nodig zijn voor de schoolbiblio-
> 26
theek of ziet de school geen enkele mogelijkheid om financieel bij te dragen? In Hoorn bijvoorbeeld is de bibliotheek de belangrijkste financier, maar worden extra materialen voor de schoolbibliotheek en leesbevorderingsactiviteiten door de scholen betaald (zoals de BSB-tasjes en Kinderboekenweekactiviteiten): ‘Het beste kun je daarvoor van tevoren al afspraken maken (al is het bijvoorbeeld maar € 1,- per leerling). Dat is duidelijk en dan hoef je niet steeds opnieuw te komen vragen om geld bij de scholen’.
5.3.3 | De gemeente Het loont altijd de moeite om bij de gemeente te gaan praten over de mogelijkheid tot subsidies voor het vestigen van schoolbibliotheken. De gemeente ‘s-Hertogenbosch zorgt bijvoorbeeld voor de startfinanciering van de schoolbibliotheken in de gemeente en ook in de regio Brabant/ Limburg, waar bibliotheekfilialen moesten sluiten, zien sommige gemeenten in dat het belangrijk is om te investeren in de schoolbibliotheek met het oog op de leesprestaties van de kinderen in de gemeente. Het kan helpen om evaluatiegegevens te gebruiken bij het aanvragen van subsidie (zie paragraaf 4.6 over strategie en proces). Creatief zijn met budget
5.3.4 | Geoormerkte budgetten
Scholen worden erg enthousiast
Het budget van de partners van de schoolbibliotheek is bij voorkeur ge-
van nieuwe bibliotheekmeubelen
oormerkt, zodat het geld ook echt moet worden besteed aan waar het
voor de presentatie van de collec-
voor bedoeld is. Er is in de praktijk van de bezochte schoolbibliotheken nog
tie, maar daar hangt ook een
niet vaak sprake van geoormerkte budgetten, maar er wordt wel naartoe
prijskaartje aan. Een bibliotheek-
gewerkt, zoals in ‘s-Hertogenbosch. Daar spreken scholen als eerste stap
medewerker zegt hierover: ‘Bij
de intentie uit om een jaarlijks budget vrij te maken voor de schoolbieb.
geldgebrek is het ook een optie om een Ikea-kast te kopen met leuke poten eronder. Ook met
5.3.5 | Meer mogelijkheden
weinig geld kun je het gewenste
Naast tijdelijke rijks(subsidie)regelingen als Kunst van Lezen, zijn er nog
bibliotheekconcept al neerzetten’.
meer mogelijkheden denkbaar om de schoolbibliotheek te financieren. Er kan gebruikt worden gemaakt van combinatiefunctionarissen voor de begeleiding van scholen bij de schoolbibliotheek. Scholen zien bijvoorbeeld ook aanknopingspunten voor financiering vanuit bepaalde inhoudelijke lijnen, zoals VVE voor de jongste kinderen en onderwijstijdverlenging voor de bovenbouw. Ook de inbedding van de schoolbibliotheek in de Lokale Educatieve Agenda 6 zien meerdere scholen en bibliotheken als een kans om meer geld bij de gemeente te krijgen voor hun initiatief. Daarnaast zijn gemeenten vaak bereid om meer geld uit te trekken voor concepten die goed zijn onderbouwd met behulp van wetenschappelijk onderzoek en/of prijzen hebben gewonnen.
5 . 4 | B o rg i n g v a n d e s c h o o l b i b l i o t h e e k i n h e t o n d e r w i j s Naast alle praktische zaken rond huisvesting, collectie, organisatie en financiën verdient ook de samenhang van de schoolbibliotheek met het onderwijs volop de aandacht: hoe kan de schoolbibliotheek een geïntegreerd onderdeel van het onderwijs worden? Hoe kan de schoolbibliotheek er voor zorgen dat kinderen met meer plezier gaan lezen, maar ook méér 6 De Lokale Educatieve Agenda is geïntroduceerd als een instrument om het lokaal onderwijsbeleid vorm en inhoud te geven na de wetswijzigingen in het onderwijs(achterstanden)beleid in 2006. Het is een instrument voor gemeenten, schoolbesturen en overige partners om in ‘nieuwe verhoudingen’ tot gezamenlijke afspraken te komen over het onderwijs- en jeugdbeleid. Zie: www.delokaleeducatieveagenda.nl.
27 <
gaan lezen zodat daardoor ook hun taalontwikkeling wordt gestimuleerd? In deze paragraaf schetsen we de mogelijkheden die bestaan om de schoolbibliotheek inhoudelijk te borgen in het onderwijs. In de toelichtende tekst gaan we waar mogelijk ook in op het streven naar doorlopende lees- en leerlijnen in de verschillende vakgebieden. Een goede en actuele collectie alleen is niet voldoende, want ‘kinderen gaan niet lezen alleen omdat het boek er is’ aldus een schooldirecteur in een van de interviews. Met andere woorden: een collectie wordt niet vanzelf geborgd in het onderwijs. Daarom beschouwen we in deze paragraaf een goede boekencollectie als een voorwaarde en gaan we vooral in op de rol van de bibliotheekmedewerker en wat zij kan doen om de boekencollectie een vaste plaats in het onderwijs te geven. De volgende beslissingen en keuzes staan centraal:
KEUZEMENU 5 BESLISSINGEN & KEUZES
MOGELIJKHEDEN ❏ Bijdragen aan bestaande leesbevorderingsactiviteiten
1. Hoe kan de schoolbibliotheekmedewerker
❏ Nieuwe activiteiten en evenementen initiëren
aan leesbevordering bijdragen?
❏ Anders, bijvoorbeeld kinderen begeleiden bij het zelf organiseren van leesbevorderingsactiviteiten 2. Hoe kan de schoolbibliotheekmedewerker bijdragen
❏ Woordenschat ❏ Vrij lezen
aan het taalonderwijs?
❏ Begrijpend lezen ❏ Technisch lezen ❏ Anders, bijvoorbeeld spreekvaardigheid 3. Hoe kan de schoolbibliotheekmedewerker bijdragen aan de
❏ Informatievaardigheden ❏ Veilig mediagebruik
zaakvakken en aan mediawijsheid?
❏ Anders, bijvoorbeeld ict-vaardigheden 4. Wat kan de schoolbibliotheekmedewerker betekenen voor kinderen met een taal- en/of leesachterstand?
❏ Beloningssystemen invoeren ❏ Extra aandacht en begeleiding geven ❏ Ouders bij lezen betrekken ❏ Anders, bijvoorbeeld speciale collectie voor moeilijk lezende kinderen aanleggen
5 . 4 . 1 | L e e s b e v o rd e r i n g Met leesbevordering bedoelen we ‘aandacht schenken aan het ontwikkelen van de leesmotivatie en de literaire competentie van kinderen’. Een voorwaarde voor leesbevordering is de aanwezigheid van leuke, actuele, aansprekende boeken – dat is het onomstreden uitgangspunt. Op veel scholen ontbreekt het niet aan enthousiasme en allerlei leuke initiatieven op het gebied van leesbevordering. Toch zijn deze leesbevorderingactiviteiten vaak incidenteel en vrijblijvend of afhankelijk van een individuele leerkracht die zelf van lezen houdt 7. Een bibliotheekmedewerker kan een schoolteam helpen de leesbevordering een meer structurele plaats in het onderwijs te geven. Zij kan bijvoorbeeld samen met de leescoördinator alle activiteiten die op school al gebeuren in kaart brengen.
> 28
7 Oberon (2009). Leesbevordering in het basisonderwijs. Een onderzoek naar actualiteit en toekomstperspectief. Amsterdam: Stichting Lezen.
Daarnaast kan leesbevordering op heel basaal niveau in een meer structurele vorm gegoten worden: het hoeft echt niet meteen gepaard te gaan met spectaculaire veranderingen. Een paar eenvoudige manieren zijn: • • • • •
helpen organiseren dat er iedere dag vrij gelezen wordt;
Een bibliotheekmedewerker
helpen organiseren dat iedere klas op vaste momenten naar de
vertelt:
schoolbibliotheek komt om boeken te ruilen;
‘Ik kwam met een krat vol nieuwe
op vaste tijden in elke klas boeken promoten (en stimuleren dat de
boeken in een klas die niet van
leerkracht dat gaat overnemen);
lezen hield, op een school met een
zorgen dat leesbevordering regelmatig op de agenda van team-
verouderde boekencollectie. De
vergadering komt en daar het belang van leesbevordering uitleggen;
leerkracht had me van tevoren al
aanhaken bij naschoolse activiteiten of verlengde schooldag, bijvoor-
gewaarschuwd dat het een klas
beeld met voorleesactiviteiten of leesclubs 8.
was van notoire niet-lezers. Ik ver-
Praktische handvatten voor het werken aan een structurele en doorgaande
telde enthousiast in het kort iets
leesbevorderingslijn zijn te vinden op de kwaliteitskaart leesbevordering
over ieder boek en sloot een deal
Lezen 9.
met de klas: “Prima als jullie niet
en de kwaliteitskaart Kunst van
In bijlage 6 staat informatie over
de website www.leesplan.nl, die scholen houvast biedt voor een structurele aanpak van leesbevordering.
van lezen houden, maar probeer in ieder geval ’s een van deze boeken”. Een week later waren de leerlingen hartstikke enthousiast
5 . 4 . 2 | Ta a l o n d e r w i j s
over de boeken! De leerkracht zei
Het borgen van de schoolbibliotheek in het taalonderwijs begint met een
dat ze haar klas niet meer terug
inventarisatie door school en bibliotheekmedewerker van de vraag: waar
herkende.’
kan het beter op school en hoe kan de schoolbibliotheek daarbij helpen? ‘Je vraagt gewoon, je moet je niet te opdringerig opstellen’ vertelt een bibliotheekmedewerker. ‘Hoe gaat het technisch lezen bij jullie op school? Kennen jullie het nieuwe AVI-lezen? Kennen jullie alternatieven zoals tutorlezen, vrij lezen?’
‘Sommige leerkrachten
Het werkt goed om gezamenlijk (bibliotheekmedewerker en bijvoorbeeld taalcoördinator of IB’er) per groep te bekijken wat er al gebeurt en wat
koppelen vrij lezen los
daaraan door de schoolbibliotheek nog bijgedragen kan worden. We geven enkele voorbeelden van wat de schoolbibliotheek kan betekenen
van taalonderwijs.
voor de verschillende groepen. In groep 1 en 2 kan de schoolbibliotheekmedewerker: •
Dat is jammer!
zorgen voor prentenboeken die passen bij de Piramide-methode;
•
ouders voorlichten over het belang van voorlezen;
•
digitale prentenboeken introduceren.
Vrij lezen is toch ook
In groep 3 gaat veel aandacht uit naar technisch lezen, soms krijgt begrij-
taalonderwijs?’
pend lezen daardoor een wat ondergeschikte rol. De bibliotheekmedewerker kan daaraan wat tegenwicht bieden door te zorgen voor passende prentenboeken en voorleesboeken. Vanaf groep 4 kunnen informatieve boeken door de bibliotheekmedewerker onder de aandacht gebracht worden. Immers, informatieve boeken hebben een groot effect op de woordenschat van kinderen 10. Een goed geoutilleerde schoolbibliotheek is een enorme stimulans voor het invoeren van het dagelijkse vrij lezen. Op steeds meer scholen wordt iedere ochtend en/of middag begonnen met tien minuten vrij lezen. Hierdoor gaan kinderen meer lezen, met alle positieve effecten van dien. Een uitgelezen activiteit waarbij de meerwaarde van de schoolbibliotheek meteen duidelijk wordt. Immers, een voorwaarde voor het succesvol invoeren van vrij lezen is dat er een voldoende groot scala aan boeken van uiteenlopend leesniveau aanwezig is op school. 8 Zie Sardes (2009). Boekenbendes. Een draaiboek voor naschoolse boekenclubs. Amsterdam: Stichting Lezen. 9 De Kwaliteitskaarten zijn te downloaden via www.taalpilots.nl/implementatiekoffer/kwaliteitskaarten. 10 Verhallen, M. (2009). Meer en beter woorden leren. Utrecht: PO-raad.
29 <
5.4.3 | Zaakvakken en mediawijsheid Zaakvakken Informatievaardigheden maken onderdeel uit van de expertise van bibliotheekmedewerkers. Zij zijn dan ook de aangewezen persoon om kinderen te helpen als ze informatie zoeken voor werkstukken of spreekbeurten etc. Dit gaat natuurlijk in overleg met de leerkracht: de leerkracht formuleert de zoekvragen met de leerling, de bibliotheekmedewerker helpt de leerlingen bij het daadwerkelijke zoeken. Daarnaast kan de schoolbibliotheek de fysieke omgeving bieden om te werken aan werkstukken onder begeleiding van de bibliothecaris. Op een van de scholen heeft de bibliotheekmedewerker (tevens leerkracht) de leerlijn informatievaardigheden van het SLO aangevuld met de doelen vanuit de methode begrijpend lezen die op de school gebruikt wordt. Zo is een eigen leerlijn ontstaan. Mediawijsheid Mediawijsheid wordt de laatste jaren een steeds belangrijker begrip. Maar wat houdt het eigenlijk precies in? Een veelgebruikte definitie van mediawijsheid luidt 11: het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld. Het
Juist op scholen met
gaat erom dat kinderen ict-vaardigheden krijgen, goed en veilig leren omgaan met de media en informatievaardigheden verwerven.
veel kinderen die een Veel scholen hebben behoefte aan aanbod op het gebied van mediawijs-
taalachterstand hebben,
heid vanuit de openbare bibliotheken en het zou een gemiste kans zijn
is het de moeite waard
die aan deze vraag vanuit de scholen tegemoet willen komen, bestaat
als de bibliotheken daar niet op inspelen. Voor bibliotheekmedewerkers o.a. de mogelijkheid de cursus tot mediacoach te volgen.
de kinderen zelf te betrekken bij de biblio-
5 . 4 . 4 | Ta a l - e n l e e s a c h t e r s t a n d e n In veel van de schoolbibliotheken die we hebben bezocht, worden allerlei
theek, zodat ze zich
initiatieven ontplooid om extra aandacht te geven aan kinderen met lees-
thuis gaan voelen
aan de pilot Kunst van Lezen). Op deze scholen is vaak ook veel draagvlak
en leerachterstanden (met name in de schoolbibliotheken die meededen binnen het team voor samenwerking met de bibliotheek, omdat het team
tussen de boeken.
de noodzaak inziet van extra aandacht voor taal en lezen. Borging van de schoolbibliotheek in het onderwijs (zoals besproken in de voorgaande paragrafen) is op deze scholen sterk aan te raden. Er zijn talloze voorbeelden van â&#x20AC;&#x2DC;good practicesâ&#x20AC;&#x2122; te geven van initiatieven om individuele kinderen met taalachterstanden extra te begeleiden: een goed werkend beloningssysteem voor elk boek dat is gelezen, de bibliotheekmedewerker die wekelijks een klein groepje taalzwakke kleuters voorleest of die het tutorlezen begeleidt bij leeszwakke kinderen in groep 3. Juist op scholen met veel kinderen die een taalachterstand hebben, is het de moeite waard de kinderen zelf te betrekken bij de bibliotheek, zodat
> 30
11 De definitie is van de Raad voor Cultuur (2005).
ze zich thuis gaan voelen tussen de boeken. Dit kan bijvoorbeeld bereikt worden door ze zelf verantwoordelijkheid te geven in de uitleen, of in de aankleding van de ruimte, of door ze inspraak te geven bij het aanschaffen van nieuwe boeken. Op achterstandsscholen is het extra belangrijk om de ouders bij het lezen te betrekken: vaak zijn ouders dat zelf niet gewend. Zo zijn op De Kameleon in Almere thema-avonden geweest met workshops verzorgd door de bibliothecaris waardoor juist ook de ouders die zelf niet veel aandacht aan lezen en voorlezen besteden, zich meer bewust werden van het belang van (voor)lezen. n 31 <
6 | EPILOOG
Een laagdrempelige
Schoolbibliotheken nieuwe stijl op basisscholen: op veel plaatsen in het
schoolbibliotheek en
alleen als goede manier voor bibliotheken om hun bereik onder de jonge
land zijn er al initiatieven om dergelijke bibliotheken op te zetten. Niet lezers te vergroten en zich daarmee voor te bereiden op de toekomst.
een bibliotheek-
Ook niet alleen omdat veel schoolcollecties op scholen (sterk of minder
medewerker zijn twee
sen openbare bibliotheek en basisschool voor alle partijen zoveel meer-
grote stappen op weg
wie zaken als bibliotheekbezoek en boeken lezen niet vanzelfsprekend
sterk) verouderd zijn. Maar vooral omdat een nauwe samenwerking tuswaarde kan hebben: niet in de laatste plaats voor de vele kinderen, voor zijn. Een laagdrempelige schoolbibliotheek (met een aantrekkelijke boe-
naar kinderen die
kencollectie waarin voor elk wat wils te vinden is) en een bibliotheek-
meer en met meer
grote stappen op weg naar kinderen die meer en met meer plezier lezen.
medewerker (die nauw samenwerkt met het leerkrachtenteam) zijn twee
plezier lezen.
Het onderliggende principe van de keuzemenuâ&#x20AC;&#x2122;s die we u hebben voorgeschoteld is dat elke school en elke openbare bibliotheek een schoolbibliotheek naar eigen inzicht kan vormgeven. Het is goed denkbaar dat er op grote schaal, op iedere school in een gemeente een schoolbibliotheek komt. Maar een schoolbibliotheek hoeft niet per se heel groots en meeslepend te zijn: een beperkt aantal boeken in een paar verrijdbare kasten, die samen een afwisselende en actuele collectie vormen, kan ook al in de behoefte voorzien en een flinke bijdrage leveren aan de leesbevordering op school. We hopen dat het invoeringsmodel dat we in deze brochure hebben beschreven een handreiking zal zijn bij het opzetten van vele schoolbibliotheken: klein of groot, in stad of dorp, met kinderen achter de uitleenbalie of ervoor, maar in ieder geval in goede samenwerking tot stand gekomen. n
> 32
BIJLAGEN
BIJLAGE 1
DANKWOORD
Deze brochure is tot stand gekomen dankzij de medewerking van (ervarings)deskundigen uit het veld van leesbevordering, bibliotheekwerk en het onderwijs. Wij mochten hen interviewen en/of zij hebben deelgenomen aan de paneldiscussie over het invoeringsmodel. Wij willen hen daarvoor hartelijk bedanken. •
Thijs Albers, basisschool De Bolster, Sambeek
•
Resi Baeten, BiblioPlus
•
Trudie Bolier, basisschool Het Mozaïek, Vlissingen Souburg, openbare bibliotheek Vlissingen
•
Margriet Chorus, onderzoeker leesbevordering
•
Miranda Corbière, Brede School Bibliotheek Hoorn
•
Stieneke Eising, hbo-opleidingstraject voor bibliothecarissen
•
Hera Gijsel, basisschool De Springplank, ‘s-Hertogenbosch
•
Titus Hoedemaker, ATO-scholenkring, ‘s-Hertogenbosch
•
Martin Hol, openbare bibliotheek ‘s-Hertogenbosch
•
Lea Kessels, Kunst van Lezen
•
Sylvia Koster, de nieuwe bibliotheek, Almere
•
Adriaan Langendonk, Kunst van Lezen, Sectorinstituut Openbare Bibliotheken/Stichting Lezen
> 34
•
Willy de Meij, de nieuwe bibliotheek, Almere
•
Agnes van Montfoort, Stichting Lezen
•
Saskia den Otter, BibliOosterschelde
•
Katinka Polderman, obs De Zonnewijzer, Hoorn
•
Cathrien van Reekum, BibliOosterschelde
•
Truuske Sanders, Sectorinstituut Openbare Bibliotheken
•
Pine Schuurmans, obs De Kameleon, Almere
•
Isolde Vega, Bibliotheek Utrecht
•
Jos Walta, kinderboekwinkel De Boekenberg, Eindhoven
•
Tineke Werkhoven, obs De Kameleon, Almere
BIJLAGE 2
GENOEMDE WEBSITES
www.kunstvanlezen.nl Informatie over de vier programmalijnen binnen Kunst van Lezen. www.taalpilots.nl Informatie over taal en lezen in het primair onderwijs en over de taalpilots en de taalleesverbetertrajecten die worden uitgevoerd door het Projectbureau Kwaliteit (PK) onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van de PO-Raad. www.taalpilots.nl/implementatiekoffer/kwaliteitskaarten Praktische handvatten voor het taal-, lees- en rekenonderwijs. http://bsbhoorn.wetpaint.com Deze wiki geeft een compleet beeld van hoe de Brede School Bibliotheek in Hoorn werkt. Er zijn ook allerlei voorbeelddocumenten te downloaden. www.sardes.nl Via deze website zijn de metingen van de monitor â&#x20AC;&#x2DC;leesbevordering Kunst van Lezenâ&#x20AC;&#x2122; te downloaden. Deze monitor is door Sardes in opdracht van het ministerie van OCW opgezet om de ontwikkeling en uitvoering van het programma Kunst van Lezen te volgen en om de effectiviteit vast te stellen. www.delokaleeducatieveagenda.nl De Lokale Educatieve Agenda is het instrument waarmee gemeenten en schoolbesturen invulling geven aan het lokale onderwijs(achterstanden)beleid. Zie ook de brochure Bibliotheken aan de LEA-tafel, die is te downloaden op www.siob.nl (zoeken op structurele leesbevorderingsnetwerken).
35 <
BIJLAGE 3
VOORBEELD VAN EEN CONVENANTTEKST Door het ondertekenen van dit convenant verklaren de hierna genoemde partijen mee te werken aan de voorbereiding en realisatie van schoolbibliotheken in de gemeente xxx. Onder een ‘schoolbibliotheek’ verstaan zij een schoolbibliotheek: •
met een actuele en gevarieerde collectie;
•
waarbij een professionele bibliotheekmedewerker vanuit de openbare
•
waarvoor binnen de school een ruimte wordt gecreëerd;
•
die (ten minste) geborgd is in het beleid van school en bibliotheek.
bibliotheek betrokken is;
Onderstaande partijen: •
xxx
•
xxx
•
xxx
•
xxx
overwegende dat zij: a) vaststellen dat in de gemeente xxx het gebruik van de (school)bibliotheek door kinderen gestimuleerd kan worden; b) daarbij … [hier doelstelling formuleren, zie voor mogelijke doelen hoofdstuk 3] … beogen; c) vaststellen dat door gezamenlijke en structurele afspraken er inspanning geleverd kan worden om deze doelstelling te behalen; spreken de intentie uit om: 1. de realisatie van de schoolbibliotheken voortvarend ter hand te nemen; 2. met elkaar afspraken te maken over afstemming van activiteiten en onderlinge samenwerking en de afzonderlijke inzet van elke partij; 3. een stuurgroep in te stellen van gemandateerde vertegenwoordigers van bovengenoemde partijen; 4. aan de stuurgroep de volgende verantwoordelijkheden toe te kennen: •
scholen en instellingen te houden aan afspraken die in de stuur-
•
als klankbord te fungeren voor scholen en instellingen;
groep zijn gemaakt; •
toezicht te houden op de uitgaven;
•
de voortgang van de ingezette ontwikkelingen te bewaken en te evalueren.
Aldus opgemaakt en overeengekomen te xxx op xxx Namens: •
Openbare bibliotheek
•
Gemeente xxx
•
Schoolbestuur
•
School
de heer/mevrouw xxx – [functie] de heer/mevrouw xxx – [functie] de heer/mevrouw xxx – [functie]
> 36
de heer/mevrouw xxx – [functie]
BIJLAGE 4
TWEE VOORBEELDEN VAN SAMENWERKINGSOVEREENKOMSTEN Vo o r b e e l d 1 : d e o v e re e n ko m s t d i e i s g e b r u i k t b i j d e d e e l n e m e rs v a n Ku n s t v a n L e z e n – B i b l i o t h e e k o p d e B a s i s s c h o o l
S a m e n w e r k i n g s o v e re e n k o m s t Naam school ............................................................................................................................ Bibliotheek ............................................................................................................................ Het project Bibliotheek op de Basisschool is onderdeel van het programma Kunst van Lezen. Doelstelling van het project is het positief stimuleren van leesgedrag en leesprestaties van leerlingen. Binnen dit programma biedt bovengenoemde bibliotheek een dienstenpakket aan op de bovengenoemde school. Medewerkers en directie van bibliotheek en school zijn bereid tot intensieve samenwerking gedurende de pilotperiode en leggen met een gezamenlijk leesbevorderingsplan de basis voor een duurzame en structurele samenwerking. De randvoorwaarden zijn geformuleerd in de bijlage van dit document. De periode waarbinnen dit project wordt gerealiseerd is …. tot en met …. Ondergetekenden hebben kennisgenomen van de randvoorwaarden en hebben overeengekomen het project conform deze voorwaarden uit te voeren. Datum/Plaats
Datum/Plaats
Namens de school
Namens de bibliotheek
Handtekening
Handtekening
37 <
Vo o r b e e l d 2 : d e o v e re e n ko m s t d i e i s g e b r u i k t b i j d e i m p l e m e n t a t i e v a n SchoolBiEB in ‘s-Hertogenbosch Naam school: Bibliotheek: De doelstelling van schoolBiEB is het positief stimuleren van leesgedrag en leesprestaties van leerlingen. Binnen dit programma biedt bovengenoemde bibliotheek een dienstenpakket aan op bovengenoemde school. In overleg tussen school en bibliotheek zijn de volgende afspraken gemaakt. Menskracht De bibliotheek stelt vier uur per week een leesconsulent op hbo-niveau beschikbaar die belast is met de coördinatie van werkzaamheden voor SchoolBiEB en de uitvoering van de leesbevorderingsprogramma’s. De consulent ondersteunt leerkrachten en vrijwilligers en begeleidt leerlingen bij leesbevorderingsactiviteiten. De school stelt een leescoördinator aan die aanspreekpunt is voor de leesconsulent. Collectie De bibliotheek stelt een boekencollectie beschikbaar die in omvang gebaseerd is op vijf boeken per leerling. Van deze collectie wordt 10% per jaar vervangen. Daarnaast kan de school gebruik maken van een centrale achtergrondcollectie van de openbare bibliotheek. Ruimte De school stelt gratis voldoende ruimte beschikbaar voor de opstelling en presentatie van de collectie. Deze presentatie geschiedt centraal. Inrichting De bibliotheek stelt (flexibele) boekenkasten, een presentatiemeubel en een selfservice uitleenunit beschikbaar. Scholing De bibliotheek verzorgt scholing voor het team cq leden van het team over leesbevorderingsprogramma’s en uitleensysteem. Ook wordt een cursus voor leescoördinatoren aangeboden. Registratie De bibliotheek biedt voor alle leerlingen een gratis abonnement, waarmee het leengedrag van de leerlingen kan worden bijgehouden. Dat geldt zowel binnen de school- als in de openbare bibliotheek. Promotionele ondersteuning en leesvolgsysteem De bibliotheek zorgt voor materialen die kinderen stimuleren tot lezen. Kosten Investerings- en onderhoudskosten voor collectie, inrichting en systeemkosten zijn voor rekening van de bibliotheek, evenals de personeelskosten voor de leesconsulent. De school betaalt hiervoor een bedrag van € ……. (per leerling per jaar). De personeelskosten voor de leescoördinator zijn
> 38
voor rekening van de school.
BIJLAGE 5
VOORBEELD VAN RANDVOORWAARDEN ZOALS GEBRUIKT BIJ KUNST VAN LEZEN Bijlage bij de Samenwerkingsovereenkomst Bibliotheek op de Basisschool van Kunst van Lezen. R a n d v o o r w a a rd e n Binnen dit programma biedt bovengenoemde bibliotheek een dienstenpakket aan op bovengenoemde school. In overleg tussen school en bibliotheek zijn de volgende afspraken gemaakt: De bibliotheek biedt: •
ondersteuning door gekwalificeerd personeel bij het samenstellen en vormgeven van een schoolbibliotheek;
•
financiële ondersteuning bij de aanschaf van een boekenmeubel;
•
personele ondersteuning bij het introduceren en uitvoeren van lees-
•
financiële en personele ondersteuning bij het invoeren van een
•
gratis abonnement voor alle leerlingen;
bevorderingsactiviteiten; uitleen- en leesvolgsysteem; •
registratie uitleengedrag leerlingen op twee momenten in de projectperiode;
•
informatiebijeenkomsten team, scholing leescoördinatoren en opzetten leescoördinatorennetwerk;
•
monitoring.
De school: •
staat open voor samenwerking en ziet meerwaarde in de bijdrage van
•
heeft de bereidheid een visie te formuleren over leesbevordering op
•
wil investeren in tijd (voor overleg en implementatie) en geld (voor het
de bibliotheek; school en ziet belang van leespromotie voor leesprestaties; opbouwen van een actuele en passende boekencollectie conform de normen die binnen het project zijn vastgesteld); •
geeft minimaal één en liefst twee leerkrachten de gelegenheid om de opleiding Open Boek voor leescoördinatoren te volgen en te participeren in een netwerk van leescoördinatoren;
•
stelt voldoende ruimte beschikbaar voor de collectie, bij voorkeur op
•
is bereid een uitleen- en leesvolgsysteem in de school in te zetten;
een centrale plek in de school; •
stelt leerlinggegevens beschikbaar om leerlingen lid te maken van de bibliotheek;
•
is bereid gedurende de projectperiode enkele malen de leesattitude van leerlingen en de leesomgeving van de school te toetsen.
39 <
BIJLAGE 6
WWW.LEESPLAN.NL DÉ WEBSITE VOOR LEESBEVORDERING De website leesplan.nl biedt scholen en kinderopvanginstellingen houvast voor een structurele aanpak van leesbevordering binnen de eigen instelling. Leesplan gaat uit van de doorgaande leeslijn: alle kinderen en jongeren van 0 tot en met 18 jaar zouden een ononderbroken aanbod van leesbevordering/literatuureducatie moeten krijgen. Zo kan het eerste knisperboekje voor een baby het begin zijn van een groeiende lust tot lezen.
Vo o r w i e ? Leesplan.nl is bedoeld voor professionals in de kinderopvang (voorleescoaches, managers), het basisonderwijs (leescoördinatoren), het voortgezet onderwijs (docenten Nederlands en ckv) en het bibliotheekwerk (Provinciale Service Organisaties, domeinspecialisten jeugd). In tweede instantie is de site gericht op educatieve uitgeverijen, beleidsbepalende instanties, pabo’s, roc’s (SPWIII en onderwijsassistent) en lerarenopleidingen.
Inhoud website De belangrijkste onderdelen van de website zijn: 1. mijn sector Hier is informatie (en tal van links) te vinden over de rol van leesbevordering binnen de kinderopvang, het basisonderwijs, het vmbo en havo/vwo. 2 . a c h t e r g ro n d e n Naast boekenlijsten, die gebruikt worden binnen projecten, staat hier het overzicht waarin doelen voor leesbevordering worden gekoppeld aan opvoedings- en onderwijsdoelen én aan de referentieniveaus. Ook is hier de praktische vertaling van (wetenschappelijke) onderzoeken te vinden. 3 . p ro j e c t e n b a n k De projectenbank biedt een overzicht van alle landelijke leesbevorderingsprojecten (campagnes, programma’s etc.) voor kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar. Er bestaat ook de mogelijkheid projecten (van grotere, landelijk opererende organisaties) en ideeën (van bijvoorbeeld een school of bibliotheek) in te voeren. Projecten en ideeën zoeken kan onder meer op doelgroep en op leesbevorderingsdoel. 4. mijn leesplan Het schrijven van een schoolleesplan of een voorleesplan wordt eenvoudig met het stramien dat ‘mijn leesplan’ biedt. Naar keuze kan een meerjarenplan, een jaarplan of een activiteitenplan (of alle drie) worden opgesteld. Alle activiteiten komen automatisch in een jaarkalender.
Pa r t n e rs Leesplan.nl is een initiatief van Stichting Lezen. Bij de ontwikkeling van de website is samengewerkt met een groep adviseurs werkzaam in diverse sectoren.
BIBLIOTHEEK OP DE BASISSCHOOL Kunst van Lezen - Bibliotheek op de Basisschool is gestart in 2008. Na een proef met 7 basisbibliotheken en 30 taalachterstandscholen is het project intussen uitgegroeid tot 40 basisbibliotheken en 160 basisscholen. Sinds het najaar van 2010 spelen ook 5 PSOâ&#x20AC;&#x2122;s een begeleidende rol in het project. Het meten van resultaten heeft al mooie cijfers opgeleverd: het aantal jeugdleden groeide gemiddeld met 65 procent en de uitleningen met 115 procent. Momenteel wordt er gewerkt aan een meetinstrument dat naast de harde uitleencijfers ook de leesattitude van kinderen en de kwaliteit van het leesbevorderingsbeleid in kaart brengt. Kunst van Lezen stimuleert structurele samenwerking met betrekking tot leesbevordering tussen bibliotheken en basisscholen op basis van op elkaar afgestemd beleid. Dit beleid wordt op alle niveaus binnen beide organisaties gedragen.