de
KUNST van het
PRESENTEREN
een uitgave van
de
KUNST van het
PRESENTEREN
-3-
Index
HET VOORBEREIDENDE WERK 4 Jezelf presenteren = jezelf situeren Je werk op de markt brengen Handige hulpmiddelen • SWOT-analyse • Visionboard
5 6 7
Greet van Autgaerden - kunstenaar
10
DE PORTFOLIO
Onderdelen van een portfolio • Eerste luik: cv / bio • Tweede luik: materiaal • Derde luik: beschouwingen
12 14
Franky Michielsen - curator
16
Papieren portfolio • Presentatie • Fotomateriaal • Extra materiaal
18
Annelies Nagels - curator
32
Digitale portfolio / website
34
NETWERKEN
Contacten leggen Elevator pitch Nazorg? Onderhoud je netwerk!
38 39 40 41
Paul Van Hoeydonck - kunstenaar Collectief Fase - kunstenaars
42 44
TENTOONSTELLEN
Niet-commerciële kanalen
46 47
Claudine Hellweg - curator
49
Galeries: een verhaal apart
52
Bart Vanderbiesen - galeriehouder Els Wuyts - curator
53 56
ANDERE PROMOTIEMIDDELEN 60 Visitekaartjes/naamkaartjes 61 Postkaart 61 Flyer/uitnodiging 62 Affiche/poster 62 Pers 63
TOT SLOT -4-
64
Intro
Je maakt kunst en bent klaar om naar buiten te treden met je werk? Of je wil je kunst nog uitgebreider op de kaart zetten? Dit boek helpt je mee op weg. Hoe leren cultuurcentra, galeries, curatoren en kunstorganisaties je kennen? Hoe kan een portfolio je werk op een aantrekkelijke manier presenteren? En welke andere middelen kan je inzetten om jezelf en je beeldend werk helder en efficiĂŤnt voor te stellen? Aan de hand van heel wat voorbeelden uit de praktijk doet dit boek je tal van bruikbare tips aan de hand. Kunstenaars tonen hun portfolio, spreken over hun ervaringen met netwerken en vertellen op welke manier zij promotie voeren voor hun werk. Je vindt in het boek boeiende interviews met galeriehouders, curatoren en kunstenaars die elk hun kijk geven op de kunstpraktijk in Vlaanderen. Verschillende meningen, vaak botsende visies waar je heel wat van opsteekt, maar die ook goed aantonen dat er geen algemeen geldende regels zijn, geen grote waarheden. Elke kunstenaar legt een eigen, specifiek parcours af. Dit boek is dan ook geen kant-en-klaar stappenplan dat je gegarandeerd succes brengt. Maar de vele tips, informatie van insiders en praktijkvoorbeelden helpen je zeker in je spannende zoektocht naar een publiek.
-5-
HET VOORBEREIDENDE WERK Ben je klaar om naar buiten te treden met je werk? Dan is het belangrijk dat je weet wat je wil bereiken en dat je jezelf als kunstenaar leert positioneren.Wil je een publiek bereiken met je kunst, dan is het ontleden van je eigen situatie een noodzaak.
-6-
Jezelf presenteren = jezelf situeren Je werk presenteren begint bij een grondige analyse van je werk, de artistieke sterkte ervan, je drijfveren, je uiteindelijke doel. Zo krijg je een helder beeld van hoe je je werk kan/wil presenteren en wat een goede presentatie voor jou inhoudt. Een goede analyse maakt het gemakkelijker om je traject uit te stippelen, je doelen uit te schrijven en voor jezelf duidelijk te maken waar je met je kunst naar toe wil (en in welke tijdspanne). Hou voor ogen dat het geen rechtlijnig parcours zal zijn. Je zal stapsgewijs moeten werken én met de nodige zijsprongen. Het is belangrijk dat je je proces voortdurend evalueert. Durf conclusies trekken wanneer een poging niet tot het verhoopte resultaat heeft geleid.
Zoek een eerlijk antwoord op vragen als: • • • • • • • • • • • •
Wie ben ik als kunstenaar? Wat zijn mijn drijfveren? Waarom doe ik het? Wat voor werk maak ik? Hoe omschrijf ik zelf mijn werk? Voor wie werk ik? Ben ik klaar om te exposeren? Onder welke voorwaarden? Wat maakt mijn werk bijzonder, innovatief? Wat is mijn uiteindelijke doel? Op welke manier wil ik dat bereiken? Sta ik open voor kritiek op mijn werk? Welk publiek wil ik winnen voor mijn kunst? En waar vind ik hen?
-7-
Je werk op de markt brengen Wil je je kunst op de markt brengen, dan is het nodig om na te denken over je product, prijs, plaats en promotie. Niet voor niets zijn deze ‘vier p’s’ de centrale begrippen binnen marketing. En al is ‘marketing’ voor veel kunstenaars een begrip dat ze minder graag gebruiken in relatie tot kunst, toch kan het heel wat verduidelijken om even bij deze ‘vier p’s’ stil te staan. PRODUCT: Je kunst is je product, datgene waarmee je naar buiten komt. Denk na over je kunst. Hoe zou je je werk omschrijven? Waarin onderscheidt het zich van dat van iemand anders? Is het klaar om op de markt te brengen? PROMOTIE: Als kunstenaar ben je in de eerste plaats bezig met de creatie van je werk. Maar toch loont het om ook na te denken over hoe je je werk naar buiten brengt en kan presenteren aan bijvoorbeeld curatoren of galeries. Bedenk op voorhand een strategie en zorg voor een paar aantrekkelijke hulpmiddelen zoals een portfolio, visitekaartjes of een website.
-8-
PRIJS: De prijs is moeilijk te bepalen. Er is geen eenduidige richtlijn, er spelen verschillende principes. Het is in elk geval belangrijk dat je je prijzen in het begin niet te hoog zet. Bovendien moet je bij verkoop van je werk eventueel rekening houden met de afspraken met een galeriehouder omtrent het percentage dat hij opstrijkt bij verkoop. (Een kleine bevraging bij galeriehouders en kunstenaars leert dat de normale verhouding op 50/50 of 40/60 ligt. Maar dit kan, zeker bij galeries die zich specifiek op professionele kunst richten, oplopen tot 70-80% voor de galerie / 30-20% voor de kunstenaar.) Je moet ook consequent je prijzen aanpassen: te grote schommelingen maken geen professionele indruk. Al bij al is het vastleggen van een goede verkoopsprijs een proces van ‘trial and error’, uitproberen en corrigeren, dus. PLAATS: Denk na over je plaats op de markt en over het circuit waarin je wil terechtkomen. Wat voor kunst maak je? Welk publiek past daarbij? Zie je het groots of wil je liever klein beginnen? Ken je andere kunstenaars die ongeveer dezelfde plaats op de markt innemen? Hoe pakken zij het aan en waar maak je het verschil?
Handige hulpmiddelen Een helder beeld krijgen van je eigen situatie en van de markt vraagt even tijd. In wat voorafging stonden we stil bij de vragen die je jezelf kan stellen. In wat volgt, reiken we twee hulpmiddelen aan die je helpen om deze vragen te beantwoorden: de SWOT-analyse en het vision board.
Nog enkele voorbeelden: • •
SWOT-ANALYSE SWOT staat voor ‘Strengths / Weaknesses / Opportunities / Threats’. Bij deze analyse ga je voor jezelf na wat je persoonlijke sterktes en zwaktes zijn en hoe ze invloed kunnen hebben op strategische doelen. Bijvoorbeeld: je hebt een unieke invalshoek met je kunstpraktijk, bent heel sociaal. Dat zijn sterktes die je kunt inzetten. Daarnaast kan je onderzoeken welke factoren in je omgeving kansen bieden of bedreigingen zijn. Bijvoorbeeld: je kan een atelier delen met een collega-kunstenaar (= kans). Belangrijk is dat je kansen en bedreigingen uit je omgeving niet in de hand hebt. Sterktes en zwaktes daarentegen zijn persoonsgebonden en kan je (soms) wel bijsturen. Maak de analyse voor jezelf zo nauwkeurig mogelijk. Dat doe je door de zaken heel concreet voor te stellen.
•
•
Je bent heel communicatief (= sterkte): bezoek vernissages, praat met mensen uit het kunstmilieu. Het één leidt vaak tot het ander. Je voert communicatie via het internet, maar er zijn talloze websites van kunstenaars (= bedreiging). Laat je link toevoegen aan zoveel mogelijk linkpagina’s van steunpunten, kunstenaarsorganisaties en andere kunstenaars, zodat je website gemakkelijk kan worden gevonden. In je stad wonen veel kunstenaars die op zoek zijn naar tentoonstellingsmogelijkheden en atelierruimte (= bedreiging): stel je tot doel dat je met hen zal samenwerken in een kunstenaarscollectief. Samen hebben jullie meer ideeën en kunnen jullie sneller instanties of organisatoren overtuigen. Je bent bevriend met iemand die heel handig is met grafische computerprogramma’s (= kans): vraag hem/haar of hij/hij mee wil werken aan je portfolio, website. Je kan de zijn/haar contactgegevens vermelden op je website.
Het kan erg leerzaam zijn deze analyse enkele keren te herhalen en te bespreken met vrienden of collega’s. Ook uit een SWOT-analyse die iemand over jouw situatie maakt, kan je ontzettend veel leren.
-9-
VISION BOARD Wil je een duidelijke toekomstvisie of een doel als kunstenaar formuleren, dan kan een vision board een handig hulpmiddel zijn. Het kan je helpen een doel te visualiseren, te verduidelijken en te bereiken. Een vision board is letterlijk een bord of paneel waarop je je eigen toekomstvisie of een specifiek doel in je leven kan uitbeelden. Hoe beter je dat doel visualiseert, hoe gemakkelijker het wordt om stappen te ondernemen om dat doel te bereiken. WAT IS EEN VISION BOARD? Je vision board is een collage van beelden, tekeningen of foto’s die je doelen uitbeelden. Dit kunnen beelden zijn van: • • • •
materiële dingen: je ideale atelier, huis. plaatsen: je ideale vakantiebestemming, de stad die je altijd al hebt willen zien, het museum waar je altijd al meer tijd hebt willen spenderen. mensen: je ideale partner, vrienden, andere kunstenaars die je graag wil ontmoeten. werk: je ideale job, de ideale eigen werkplek, de galerie waarmee je graag wil werken, de perfecte tentoonstellingsruimte.
WAAROM GEBRUIK JE EEN VISION BOARD? Gebruikmaken van een vision board kan je helpen om: • • •
je visie op je leven en je toekomst te benoemen en te verduidelijken. je aandacht bij je intenties te houden. jezelf dagelijks, met een positieve boodschap, te motiveren om je doel te bereiken.
Met een vision board kan je een duidelijk beeld scheppen van je verwachtingen en ze omzetten in een bereikbaar doel. Hoe zien je doelen, je toekomstbeeld er uit? Waar ben je, wie is er bij? Wat doe je, wat heb je? Die vragen kan je beantwoorden aan de hand van beelden op een vision board. Een voorbeeld: ‘Ik wil een succesvol kunstenaar worden’. Dat is een duidelijk doel op zich, maar heb je goed nagedacht over wat dat voor jou precies betekent? Hoe ziet zo’n succesvolle carrière eruit? Betekent het over een ruim atelier beschikken, misschien met medewerkers? Volledige artistieke vrijheid hebben? Of een tentoonstelling op een prestigieuze plek? Via een vision board zoek je naar beelden die representatief zijn voor specifieke details van je kunstenaarschap. Een goed gemaakt vision board houdt je aandacht bij je intenties. Je kan het ophangen in je atelier of werkruimte om je dagelijks te herinneren aan je doel. Het houdt je scherp en gefocust. Zie het als een soort blauwdruk, een voorontwerp dat je ophangt als plan en leidraad. Bij iets abstractere doelen kan je ook woorden of zinnen aan je vision board toevoegen.
- 10 -
WAT HEB JE ERVOOR NODIG?
MAAK JE DOELEN ‘SMART’:
Het vision board: Dit kan een stuk karton zijn of een prikbord. Je kan ook een muur gebruiken in je atelier. Daarop kleef of prik je afbeeldingen en foto’s. Gebruik je geen muur, zorg dan dat je je vision board zichtbaar opstelt of op een plek hangt die je dagelijks ziet.
Specifiek Meetbaar Aanvaardbaar Realistisch Tijdsgebonden.
Je fantasie: Maak je doelen en je dromen niet te klein. Bedenk zoveel mogelijk dingen, plaatsen, mensen en disciplines die je wilt zien, ontmoeten, kunnen of hebben. Hoe meer hoe beter. Je dromen, wensen mogen ambitieus zijn, maar niet onrealistisch.
Probeer het. Zet je dromen om in doelen, en zo in werkelijkheid. Ontwikkel een visie waarin je je ideale leven inclusief mensen, spullen, plaatsen en gebeurtenissen voor je ziet.
De beelden: Voor een prikbord kun je foto’s uit tijdschriften halen of afbeeldingen van je computer uitprinten en ophangen.
- 11 -
Kunstenaar aan het woord GREET VAN AUTGAERDEN - 12 -
Op eigen tempo bouwt Greet Van Autgaerden aan een oeuvre, waarmee ze stilaan een vaste plek in de Belgische hedendaagse schilderkunst aan het innemen is. Uitgebreid netwerken of promotie voeren voor eigen werk is aan deze kunstenares niet besteed, maar met een slimme keuze van middelen slaagt ze er wel goed in om haar werk in de kijker te plaatsen. Zo vertelt ze hier over het belang van wedstrijden, goede teksten en portfolio’s.
Na je opleiding schilderkunst aan Sint-Lukas Brussel nam je deel aan heel wat wedstrijden. Zo won je onder meer de Gaverprijs Waregem, de Prijs voor Tekenkunst van Ronse en de Grote Prijs Ernest Albert. Is deelnemen aan wedstrijden belangrijk om met je werk naar buiten te komen? Het is vooral belangrijk om er de juiste wedstrijden uit te pikken, met werk van kunstenaars dat je goed en waardevol vindt. Ik let erop hoe de jury is samengesteld en wie de prijs eerder won. De Prijs voor Tekenkunst van de Stad Ronse bijvoorbeeld is hoog aangeschreven en is een referentie voor tekenkunst. Ik heb vaak deelgenomen aan wedstrijden, ook uit financiële overwegingen. Met het prijzengeld betaalde ik mijn materiaal. Nu zet ik er minder op in, omdat het niet altijd goed is voor je carrière.
‘Aan wedstrijden deelnemen is een goede manier om werk te tonen. Maar je moet er ook op het juiste moment mee ophouden’ Zou je beginnende kunstenaars aanraden om zich in te schrijven voor wedstrijden? Zeker, het blijft een goede start om werk te tonen. Maar je moet er ook op het juiste moment mee ophouden. Werkte jij van bij het begin met een portfolio? Ja, ik heb altijd gezorgd dat ik over een nieuwe, geactualiseerde versie beschikte. Mijn portfolio is geëvolueerd van een gedrukt document naar een voorstelling op cd-rom en een pdf-bestand, om uiteindelijk in een echt
boek te eindigen. Je bij een wedstrijd voorstellen aan de hand van een gedrukt exemplaar van je portfolio volstaat niet meer: de meeste jury’s vragen ook een digitale versie. Ook een verzorgde website is sterk aan te raden. Op jouw website vind je naast een eigen tekst, ook bijdragen van curatoren en kunstfilosofen. Zie je teksten als een onmisbaar element om je werk voor te stellen? Onder meer Stef Van Bellingen en Willem Elias schreven een tekst naar aanleiding van een tentoonstelling of project. Zelf stop ik vooral heel wat tijd en moeite in teksten voor projectdossiers en subsidieaanvragen. Eigenlijk net zoveel tijd als in het schilderen zelf! Want het is niet evident om een abstract en ingewikkeld thema in een begrijpelijke tekst te gieten. Er zijn erg veel invalshoeken in mijn werk en dat is ook voor mezelf soms verwarrend. Daarom heb ik een heel bestandssysteem per item, waar ik regelmatig aan verder schrijf. Als ik een tekst nodig heb voor een aanvraag, heb ik meteen een aantal goede inhoudelijke linken bij de hand. Welke tips heb je voor startende kunstenaars die een eerste stap willen zetten naar professionalisering? Als ik terugblik op mijn eigen verhaal, zou ik aanraden om voorzichtig te zijn met samenwerkingen. Ik ben een aantal commerciële samenwerkingen aangegaan. En dat had ik beter minder gedaan. Zeker als je jong bent, is het moeilijk om rustig te blijven. Maar je moet niet te snel denken dat het niet goed gaat als er zich weinig kansen aandienen. Het is heel onvoorspelbaar en als je je in die stille periode teveel zorgen maakt, blokkeert dat onnodig je werk. Kortom, het is soms goed om langere tijd in de luwte te werken. Maak gebruik van deze stille periode om je werk meer solide te maken. Want voor je het weet valt er een uitnodiging voor een nieuw project in de bus.
- 13 -
DE PORTFOLIO In de eerste plaats is het van belang dat het publiek jou en je werk leert kennen. Dat doe je beter niet door met je werk onder de arm lukraak mensen aan te spreken. Een portfolio, een dossier om je kwaliteiten te tonen biedt een handige oplossing. Het is belangrijk om van je portfolio een aangename kijk- en leeservaring te maken. Je portfolio bevat een curriculum vitae, een onderdeel met de voorstelling van je werk en een luik met reflecties. Je kan ervoor opteren om visieteksten af te wisselen met beeldmateriaal. Je kan je portfolio als map bezorgen of je kan ervoor kiezen om je portfolio digitaal af te leveren. Op een eigen website kan je een permanent geactualiseerde portfolio plaatsen en raadpleegbaar maken.
- 14 -
STEF VAN BELLINGEN
FREDERIK VAN LAERE
Curator
Curator
‘In een portfolio bevraag je jezelf over je oeuvre’
‘Geef enkel relevante informatie’
Vele jonge kunstenaars weten niet goed waaruit een portfolio moet bestaan, hoewel het een belangrijk medium is. In een portfolio moet je jezelf bevragen over je eigen oeuvre. Je moet het vormgeven én duiding geven bij je werk. Het schrijven en spreken over je werk is niet het meest essentiële, maar wel een belangrijk onderdeel van je carrière als kunstenaar.
Een portfolio is een goed instrument, ook voor beginnende kunstenaars. Een website kan een mooi overzicht bieden van je werk en is handig in gebruik. Wat je ook als middel inzet om je werk te presenteren, maak gebruik van goed fotomateriaal. Zo kan een foto die weergeeft hoe een werk zich verhoudt in de ruimte veel bijkomende info over dat werk opleveren. Een tekst die uitleg verschaft over je kijk en zoektocht kan erg boeiend zijn. Stel je daarbij bescheiden op, hoogdravendheid helpt je niet vooruit. In je curriculum vitae vermeld je best enkel informatie die relevant is voor je artistieke loopbaan: welke opleiding je hebt gevolgd, wie je docent was en aan welke exposities je hebt deelgenomen.
Een goede portfolio bevat een cv, motivatie, afbeeldingen en duiding bij de werken. Vooral dat laatste ontbreekt vaak. Er is heel regelmatig onduidelijkheid over de aard van de afbeeldingen. Gaat het over een still uit een video, een foto, een foto van een kunstwerk? Als je het werk nooit in realiteit hebt gezien, is het onderscheid soms moeilijk te maken. Als een portfolio mij aanspreekt, kan dat aanleiding geven tot een ontmoeting met de kunstenaar. Voor mij doet het er niet echt toe of een portfolio digitaal of op papier is. De portfolio dient enkel als medium om je werk later in realiteit te kunnen tonen. Digitaal is gemakkelijk in verzending, maar ik ondervind dat ik zelf nog onderdelen uitprint om ze te lezen. Papier heeft dan weer zijn beperkingen voor het weergeven van videokunst.
WOUTER DE BRUYCKER
Galeriehouder
‘De visie en het traject van een kunstenaar worden steeds belangrijker’ Een portfolio is maar één van de elementen waarmee de kunstenaar zich voorstelt. Om de kunstenaar en zijn werk te leren kennen, probeer ik altijd een atelierbezoek af te leggen. Het gaat namelijk niet om één goed werk. Iederéén is, bij wijze van spreken, per toeval wel eens in staat een meesterwerk te maken. Het gaat om de continuïteit binnen de loopbaan van een kunstenaar. De visie van de kunstenaar wordt steeds belangrijker. Wat mij vooral interesseert, is de ernst waarmee een kunstenaar deze visie uitwerkt. - 15 -
Onderdelen van een portfolio EERSTE LUIK: CV/BIO
TWEEDE LUIK: MATERIAAL
• • • • • • • • •
• •
naam (en eventueel kunstenaarsnaam) adres postcode en woonplaats telefoon (fax) e-mailadres website/ sociale netwerksites (Facebook, Twitter,…) geboortedatum nationaliteit vaardigheden en competenties
Overzicht op datum: • • • • • •
opleiding jobs beurzen tentoonstellingen, projecten en opdrachten (maak een onderscheid tussen groeps- en solotentoonstellingen) publicaties prijzen
In dit overzicht kan je alles chronologisch vermelden, van het begin van je loopbaan tot op heden of omgekeerd. Je kan ook selectief zijn en enkel de gegevens noteren die je zelf interessant vindt. Elke tentoonstelling of wedstrijd waar je aan deelnam vermelden is niet nuttig. Beperk je cv tot maximaal 3 bladzijden. Meestal volstaat het om de belangrijkste tentoonstellingen van de laatste 4 jaar te vermelden. Let er op dat je geen onwaarheden op je cv vermeldt! Het is ook aan te raden om de datum van de laatste aanpassingen aan je cv te vermelden, zodat de persoon die jouw portfolio doorneemt meteen weet of de informatie up-to-date is.
- 16 -
product: tekeningen, ontwerpen, concepten, enz. impressies: fotomateriaal, videobeelden, enz.
Zorg dat je niet te veel werk presenteert. Selecteer wat je zelf representatief vindt. Een portfolio moet overzichtelijk zijn en snel een beeld geven van je werk en wie je bent. Let erop dat je enkel goede foto’s van je werk toont. Het samenstellen van een portfolio helpt je niet alleen om met je werk naar buiten te komen, maar ook in het omgaan met je eigen werk. Een portfolio samenstellen verplicht je immers om keuzes te maken en na te denken over je eigen creaties. Een goede oefening bestaat erin een selectie van je 10 meest representatieve werken te maken. Belangrijk: Voorzie elke afbeelding van beschrijvende gegevens zoals: • • • •
titel afmetingen materiaal datum
Vermeld duidelijk per afbeelding wat er te zien is. Bijvoorbeeld: een still uit een film ziet er op papier misschien uit als een onscherpe foto. Vermelden dat het om een beeldfragment gaat en hoe lang de film duurt, werpt een duidelijker beeld op de creatie.
DERDE LUIK: BESCHOUWINGEN Je kan je visie en reflectie op je werk zelf schrijven. Het is een pluspunt als je als kunstenaar een duidelijke visie op je werk en de evolutie ervan weet te verwoorden. Indien je een eigen tekst wil opnemen in je portfolio, vermijd dan zeker een overdadig gebruik van de ik-vorm. Wat steeds goed werkt, is een goed geformuleerd artist statement. Dat kan je opvatten als een bondige en krachtige verklaring van je werk en je kijk op kunst. In een gebalde tekst laat je de lezer kennismaken met je werk door een antwoord te bieden op vragen als: waarom maak je kunst en wat betekent ze? Wat inspireert je? Wat is er uniek in de manier waarop je jouw kunst maakt? Ligt het schrijven van teksten je moeilijk, dan kan je uiteraard hulp inroepen. Er zijn tal van kunstcritici, afgestudeerde kunstwetenschappers en studenten die ervaring hebben met het schrijven over kunstenaars, hun werk en traject. Voor studenten en kunstwetenschappers is het vaak interessant een dergelijke opdracht op hun cv te kunnen vermelden. Een beschouwing geschreven door een kunstcriticus is altijd een interessante aanvulling, omdat ze een dosis objectiviteit aan je portfolio verleent. Maar ook hier geldt de boodschap: hou dit onderdeel beperkt. Nodeloze uitweidingen zijn hier niet op hun plaats. Vermeld het hoogstnodige en laat je werk voor zich spreken. De persoon die jouw portfolio zal bekijken, heeft vaak weinig tijd en uitgebreide teksten schrikken af.
- 17 -
Curator aan het woord FRANKY MICHIELSEN - 18 -
Tentoonstellingsruimte De Bijl in Zoersel toont zowel gevestigde namen uit de hedendaagse Belgische kunst als lokale kunstenaars. Cultuurcoรถrdinator Franky Michielsen laat zich voor de samenstelling van het programma bijstaan door een ploeg van tien vrijwilligers. Hoe gebeurt de selectie en welke tips heeft hij voor kunstenaars die in De Bijl hun werk willen presenteren?
De adviesgroep die de kunstenaars voor de exposities in De Bijl selecteert bestaat uit vrijwilligers. Waarom eigenlijk? Bij de oprichting van De Bijl plaatsten we een oproep om mee te werken aan de uitbouw van de werking van deze tentoonstellingsruimte. Mensen uit heel diverse hoeken reageerden. Zo bestaat de adviescommissie op dit ogenblik onder meer uit 6 kunstenaars, een architect, een leraar Nederlands en een kapper. Dat zorgt er voor dat de groep die beslist welke kunstenaars we in De Bijl tonen niet louter uit mensen met een professionele artistieke achtergrond bestaat. Van bij de start in 2000 was ons opzet om het programma niet te hoogdrempelig te maken. We wilden, naast bekendere namen uit de hedendaagse kunst, ook veel lokale kunstenaars aan bod laten komen. De verhouding lokale/niet-lokale kunst is momenteel 70/30. Voor de tentoonstellingen met niet-lokale kunst neemt de commissie zelf contact op met kunstenaars. Zo hebben mensen als Stephan Vanfleteren en Fred Bervoets hier tentoongesteld. Benaderen beginnende of lokale kunstenaars jullie vaak? Elk jaar krijgen wij een 20-tal projectaanvragen binnen, van kunstenaars of kunstgroepen. Zowat de helft van de aanvragen keuren we goed. Dat is geen heel strenge selectie. De kwaliteit van het werk staat uiteraard centraal. Originaliteit, technische kwaliteiten zijn vereisten.
‘Als een kunstenaar onder de kerktoren uit wil geraken, moet hij een tandje bijsteken’ Krijg je vaak digitale portfolio’s toegestuurd? Ja, toch wel regelmatig. Dat zorgt voor praktische beslommeringen. Ik moet de voorstellen voorleggen aan de leden van de adviescommissie, die liever iets concreet in handen hebben en liever niet naar een website kijken of een bijlage openen. Dus print ik die portfolio’s af op het secretariaat van de cultuurdienst, waar de slechte kwaliteit van de printer de afbeeldingen niet goed laat uitkomen. Kortom, een gedrukt voorstel indienen bij ons is handiger.
Waar let jij op als je een kunstenaarswebsite bezoekt? Ik probeer een paar duidelijke, representatieve foto’s te vinden van het werk. Ik kijk ook of er een samenhang is in het oeuvre. Ik denk dat een website best eenvoudig in elkaar zit, zodat je meteen een goed beeld krijgt van het werk. Introfilmpjes hoeven zeker niet, het moet vooruit gaan. En het is ook handig als je rechtsreeks afbeeldingen van de website kan afprinten. Bij sommige websites is het moeilijk om een afbeelding te kopiëren. Als jullie zelf op zoek gaan naar kunstenaars voor een tentoonstelling, kiezen jullie dan via een bezoek aan hun website? Of liever na een atelierbezoek? Als ik zelf een voorstel doe, ga ik meestal op atelierbezoek. Ter plaatse kunnen kijken en een goed gesprek hebben met de kunstenaar is een belangrijk startpunt voor een goede tentoonstelling. Als ik een publicatie samenstel en een verklarende tekst nodig heb, praat ik zelf even met de kunstenaar. Bij sommigen merk ik dat ze beter zijn in schilderen en beeldhouwen dan in schrijven. Gebeurt het vaak dat je aanvoelt dat mensen helemaal niet op de hoogte zijn van de werking van De Bijl, maar toch een portfolio sturen? Sommige kunstenaars kennen noch de ruimte, noch de tentoonstellingsvoorwaarden. Als mensen de ruimte nog niet gezien hebben en toch al een tentoonstellingsaanvraag doen, komt dat heel vreemd over. Ik heb de indruk dat sommige kunstenaars een aantal adressen op het internet vinden en dan een mail naar al die adressen sturen in de hoop dat er iemand positief reageert. Zijn er volgens jou nog andere interessante mogelijkheden voor beginnende kunstenaars of amateurkunstenaars die een eerste stap zetten naar professionalisering? Ik denk dat het voor kunstenaars interessant is om aan allerlei selecties mee te doen, omdat een behoorlijk professionele jury daarbij de keuzes maakt. Als je echt nooit wordt geselecteerd, dan moet je jezelf wat vragen stellen: ben ik goed bezig? Kan ik niet beter nog wat les volgen? Moet ik ergens wat raad vragen aan mensen die er al wat langer mee bezig zijn? Er zijn heel wat mogelijkheden. Als een kunstenaar ‘onder de kerktoren’ uit wil geraken, moet hij een tandje bijsteken.
- 19 -
Papieren portfolio Nu je weet wat een portfolio inhoudelijk moet bevatten, bekijken we even de mogelijkheden om de presentatie ervan te verzorgen. Een originele insteek geeft je portfolio een uniek en bijzonder karakter en vertelt op die manier iets over je aanpak en intenties als kunstenaar.
PRESENTATIE
Een paar tips: •
• •
•
•
•
- 20 -
Je hoeft niet meteen van start te gaan met een ingebonden portfolio. Als eerste oefening kan je vertrekken van een map met insteekmapjes. Zo kan je snel bladen toevoegen met nieuw werk of afbeeldingen van plaats verwisselen. Laat je je portfolio afprinten in een speciaalzaak, kies dan meteen voor inbinden. Hou het sober en functioneel. Beschik je al over een mooie digitale portfolio en wil je een papieren versie maken? Er zijn nogal wat onlinediensten die de mogelijkheid bieden om je document in boekvorm om te zetten. Consulteer de voorwaarden en je zal merken dat het niet echt duur hoeft te zijn. Ben je handig met het inbinden van boeken, dan moet je daar uiteraard gebruik van maken. Het geeft je portfolio een extra touch. Overdrijf echter niet met papiersoorten of kleuren. Hou de focus op je werk. Maak je een portfolio om deel te nemen aan een wedstrijd, dan kies je als presentatie misschien beter voor een map met losse bladen. Zo kunnen de verschillende leden van de jury je fotomateriaal sneller en gemakkelijker bekijken. Een boek van persoon tot persoon doorgeven, kost nogal wat tijd en daar ontbreekt het de jury tijdens een selectie wel eens aan. Vergeet niet je pagina’s te nummeren.
Ingebonden met nietjes en daarover een fluo plakbandje, mooi in zijn eenvoud. (Portfolio Delphine Deguislage)
Ingebonden met een hardcover in textiel. (Portfolio Sara De Vos)
Een verzorgde portfolio kan ook een softcover krijgen. (Portfolio Denie Put)
- 21 -
Eens je ervaring hebt met het maken van een portfolio kan je een stap verder gaan en een heus kunstenaarsboek ontwerpen. Een dergelijke publicatie tast dikwijls de grenzen af van het begrip ‘boek’ en betrekt de lezer dieper in de denkwereld van de kunstenaar. Bij een kunstenaarsboek is het tekstuele gedeelte vaak erg beperkt. (Kunstenaarsboek Boy & Erik Stappaerts, uitgegeven door Galerie Ronny Van De Velde)
- 22 -
Een portfolio als kunstenaarsboek in magazinevorm. (Portfolio Nikolaas Demoen i.s.m. Posture Editions)
- 23 -
FOTOMATERIAAL De kwaliteit van het fotomateriaal dat je in je portfolio presenteert, zal sterk bepalen hoe iemand naar je werk kijkt. Hoe verzorgder je foto’s, hoe duidelijker het beeld dat de lezer krijgt. Goede foto’s zijn dus een must! Ook hier een paar tips: • • •
• •
•
- 24 -
Maak je zelf foto’s van je werk, zorg er dan voor dat de achtergrond niet teveel aandacht opeist (muren, storende elementen, …) Foto’s gekleefd op gekleurd papier beïnvloeden te veel de kleur van het eigenlijke werk. Maak een goede selectie en beperk het beeldmateriaal. Bij een kleiner aantal afbeeldingen krijgt de lezer meer tijd om elk werk individueel te bekijken. Een vuistdikke portfolio is dus echt niet nodig. Plaats geen te kleine foto’s en verzorg je bladspiegel. Vooral belangrijk bij beeldmateriaal van installaties of sculpturen: om een correct beeld te geven van een werk, is het nuttig zowel algemene als meer gedetailleerde foto’s, vanuit verschillende standpunten, te tonen. Een atelierfoto of een beeld van hoe een werk tot stand is gekomen, kan meer zicht bieden op je werkwijzen en techniek.
Mooie plaatsing van de foto en het onderschrift. (Portfolio Karina Beumer)
- 25 -
Mooie afdrukken van foto’s met onderaan afmetingen en een duidelijke omschrijving van het materiaal. (Portfolio Denie Put)
- 26 -
Een mooie en evenwichtige bladspiegel. (Portfolio Sarah De Vos)
- 27 -
Afmetingen en materialen worden niet bij elke foto apart vermeld, maar achteraan het boek opgelijst. (Portfolio Nikolaas Demoen)
- 28 -
De gegevens van de werken, achteraan het boek opgelijst. (Portfolio Nikolaas Demoen)
- 29 -
Animismus , 2014, stop motion animatie video werk( Loop 1min30sec)
Mooie bladschikking van videostills. (Portfolio Mathias Mu)
- 30 -
Foto’s geven een goed beeld van hoe het werk tijdens een expositie werd gepresenteerd. (Portfolio Sarah De Vos)
- 31 -
Nog één belangrijke tip! Als kunstenaar wil je je werk zo goed mogelijk presenteren. Niet enkel op tentoonstellingen, maar ook via beeldmateriaal. Zorg voor goede reproductiefoto’s. Een portfolio, website of uitnodiging voor een tentoonstelling met goed gemaakte foto’s zijn absoluut een meerwaarde. Fotograaf en docent Reinhart De Grendel maakte in samenwerking met KUNSTWERKT een handleiding die je met een eenvoudig, compact digitaal toestel een perfecte reproductiefoto leert maken. De publicatie bevat een checklist om je camera correct in te stellen en focust daarna op het echte werk: het opstellen van je camera en kunstwerk en het uiteindelijke fotograferen. De reflectietest, het gebruik van een statief, het fotograferen van 3D of installaties en werken achter glas: het HOE komt allemaal aan bod. Na FOTOGRAFEER IK MIJN KUNSTWERK? het toepassen van een 20 stappen-handleiding ben je niet enkel de kunstenaar, maar ook de ideale reproductiefotograaf van je eigen werken. H A NDL E IDING VOO R DE KU NSTE NA A R
52 blz, te bestellen via KUNSTWERKT
- 32 -
EXTRA MATERIAAL Naast je fotomateriaal kan je ook illustraties en schetsen toevoegen aan je portfolio. •
• • •
Misschien verscheen er in de pers een artikel naar aanleiding van een tentoonstelling waarin je exposeerde? Dat kan je zeker opnemen bij het tekstgedeelte van je portfolio. Kies bij voorkeur een artikel over een solotentoonstelling. Is er een mooie foto bij het artikel geplaatst, dat kan je er voor kiezen om het stuk uit de krant of het magazine in te scannen en zo te tonen. Gescande pagina’s van een gastenboek horen niet thuis in een portfolio. Kopieën van schoolrapporten evenmin. Je kan ook een uitnodiging van een recente tentoonstelling in je portfolio stoppen. Soms volstaat het niet om een voorstel voor een project enkel te omschrijven in een tekst. Je kan er dan voor kiezen om een projectschets op te nemen in je portfolio. Bij een installatie of werk in situ bijvoorbeeld, is het voorbereidend werk van groot belang.
Een uitnodiging van een recente tentoonstelling in een portfolio. (Portfolio Sarah De Vos)
Een projectschets als onderdeel van een portfolio. (Portfolio Katleen Vinck)
- 33 -
Curator aan het woord ANNELIES NAGELS - 34 -
Annelies Nagels is curator bij cultuurcentrum De Warande, waar ze de tentoonstellingen plant en organiseert. Uit de stroom van portfolio’s, websites en Facebookpagina’s probeert ze die kunstenaars er uit te pikken die passen in het tentoonstellingscircuit van De Warande. Waar let ze op? En wat raadt ze startende kunstenaars aan?
Geloof je in het gebruik van een portfolio om je als kunstenaar te profileren? Ja, zeker. Misschien heeft het geen directe impact, maar onrechtstreeks kan het zeker bijdragen. Wanneer je een portfolio bekijkt, maak je kennis met het werk. Als je dat later in de realiteit terugziet, valt het misschien op omdat beelden in je hoofd zijn blijven hangen. Ik bekijk ook altijd de portfolio’s die kunstenaars naar De Warande sturen, in de hoop dat ik interessante nieuwe namen ontdek. Verkies je een geprint portfolio of eerder een website? Ik bekijk liever een website. Papier kan je niet blijven verzamelen. Je gooit het na een tijdje weg. Een website kan je gemakkelijker opnieuw raadplegen. Als ik toch iets tastbaars nodig heb, kan ik altijd foto’s of informatie van een website printen.
‘Kies voor een goed gestructureerde, uitgepuurde website’ Wat stoort je bij papieren portfolio’s? Het vraagt nogal wat om iets behoorlijks af te leveren. De afbeeldingen in een portfolio zijn meestal niet goed genoeg, tenzij ze op fotopapier zijn gedrukt. Maar je kan een cv moeilijk ook op fotopapier drukken. Dat leidt vaak tot een slordig knutselwerk. Een boekje dat je mooi vormgeeft, biedt dan een oplossing. Tja, eigenlijk zijn wij, curatoren, heel veeleisend. Tegelijkertijd merk ik dat veel jonge kunstenaars weinig energie stoppen in een verzorgde publicatie. Of er een website op nahouden die jaren niet is aangevuld of ‘under construction’ blijft. Het is me een raadsel waarom ze dat niet in orde brengen. Ik ben ervan overtuigd dat ze op die manier echt kansen missen.
Nog tips om met een goede website voor de dag te komen? Het design moet doeltreffend gekozen zijn. Geen zware achtergronden, geen lelijke lettertypes. Slechte foto’s geven dan weer blijk van onzorgvuldigheid en een gebrek aan een professionele houding. Zelf heb ik een voorkeur voor een goed gestructureerde, uitgepuurde website. Een eenvoudig keuzemenu met cv, inhoudelijke tekst en werken per jaar of per soort gerangschikt, dat werkt volgens mij nog altijd het best. Wat zou je startende kunstenaars aanraden? Waar moeten ze rekening mee houden? Je informatie up-to-date houden is heel belangrijk. Het actualiteitsgehalte van de inhoud en van het medium moeten goed zijn. Zo mag je zeker ook informatie geven over de projecten waar je op dat moment aan werkt. Je wil als tentoonstellingsmaker immers nieuwe ideeën tonen, werk brengen dat nog nergens anders te zien is geweest. In de webgalerie op www.kunstwerkt.be kunnen kunstenaars hun werk voorstellen. Welk andere kanalen vind je interessant voor startende kunstenaars? Het gebeurt vaak dat ik toevallig, via een link op Facebook een ontdekking doe. Facebook is niet dwingend: heb je zin om iets te bekijken, dan doe je dat. Heb je geen zin, dan niet. Niemand die je dat kwalijk neemt. Ik ga ook regelmatig op zoek op www.bamart.be. Hoe zorg je er voor dat je als kunstenaar geen opdringerige indruk maakt? Als kunstenaar moet je gevraagd worden: dat is nog altijd het idee. Je wil als tentoonstellingsmaker het gevoel hebben dat je zelf iemand gevonden hebt, dat je een ontdekking hebt gedaan. Dat is geen gemakkelijk positie voor een kunstenaar. Ook kunstenaars die al wat verder staan, worstelen nog heel erg met de vraag hoe ze kunsthuizen best benaderen zonder opdringerig te zijn. De oefening is: een zekere terughoudendheid combineren met een duidelijke en professionele zichtbaarheid.
- 35 -
Digitale portfolio of website Over het gebruik van een digitale portfolio lopen de meningen uiteen. Een papieren versie blijft voor veel curatoren gemakkelijker hanteerbaar. Anderen hebben een voorkeur voor een portfolio die via internet overal en snel raadpleegbaar is. Kies je ervoor om je digitaal te presenteren, dan kan dat onder verschillende vormen. De opmaak van een portfolio wordt vaak omgezet in een pdf-bestand, zodat je het gemakkelijk via e-mail kan verzenden. Een digitale voorstelling via een eigen website biedt diverse multimediale mogelijkheden, zoals het gebruik van geluid en animatie, bijvoorbeeld. Bovendien is een digitale portfolio ook een handige oplossing als je niet over de middelen beschikt om telkens hoogwaardige foto’s af te drukken. Je kan ook gebruik maken van sociale netwerksites zoals Facebook en Twitter, om je activiteiten zichtbaar te maken. Heel wat websites en sociale netwerken evolueren zeer snel. Daarom hebben we er in deze editie van dit handboek voor gekozen om dit hoofdstuk uitvoerig op onze website te beschrijven. Bezoek onze website www.kunstwerkt.be en je vindt er naast de informatie over digitale portfolio’s ook onze eigen webgalerie, waar kunstenaars gratis hun werk kunnen voorstellen aan de hand van een bio, foto's van hun werken en een link naar hun website.
- 36 -
Nog even samengevat • • •
•
•
•
Hou je portfolio overzichtelijk: probeer niet teveel te tonen. Hou het sober: niet jouw portfolio zélf, maar jouw werk en kwaliteiten moeten alle aandacht krijgen. Elke keer als je denkt te beschikken over beter bewijsmateriaal van je capaciteiten als kunstenaar, kan je dat materiaal in je portfolio aanvullen of vervangen. Zorg er dus voor dat je portfolio gemakkelijk aanpasbaar is. Geef je portfolio een persoonlijke touch. Probeer een sfeer te creëren, vergelijkbaar met deze in je werk. Zorg ervoor dat jouw karakter als kunstenaar uit de portfolio spreekt. De interessantste ontmoetingen gebeuren vaak op het meest onverwachte moment. Het kan dan ook erg handig zijn om een beknopte versie van je portfolio te maken en die ‘miniversie’ altijd bij je te hebben. Beschik je niet over het budget om een professionele fotograaf in te huren, ruil dan diensten. Bijvoorbeeld: ben jij geen begenadigd fotograaf of beschik je niet over de juiste apparatuur, maar heb je wel een scherpe pen? Probeer diensten uit te wisselen. Je kan ook contact opnemen met studenten van kunsthogescholen of van academies van het deeltijds kunstonderwijs. Misschien kunnen zij voor één van hun opdrachten jouw werk professioneel in beeld brengen.
• •
• •
Maak een ‘eerlijk’ portfolio. Je mag je werk in de verf zetten, maar je portfolio moet een juist beeld geven van je kunst. Vaak werk je al zo lang aan de samenstelling van je portfolio, dat je zelfs opvallende fouten niet meer opmerkt. Laat je portfolio zien aan iemand van wie je de mening respecteert, vóór je er mee naar buiten komt. Je bent niet altijd de beste beoordelaar van eigen werk. Denk eraan dat je portfolio geen einddoel op zich is, maar een medium. Het gaat om jouw oeuvre, een portfolio is geen kunstwerk. Een portfolio is een hulpmiddel en biedt geen garantie tot succes!
- 37 -
‘Vogels zwaaien ook’, tekening van een visueel netwerk binnen het eigen oeuvre (Timo van Grinsven, 2014)
- 38 -
NETWERKEN Na je zelfanalyse en het samenstellen van je portfolio, volgt de volgende belangrijke stap: het effectief ‘naar buiten komen’ met je werk. In dit hoofdstuk bekijken we hoe je het best te werk gaat bij het uitbouwen van een netwerk, hoe je gemakkelijk en doeltreffend communiceert over je werk en je achteraf je contacten kan onderhouden.
- 40 -
Contacten leggen Mensen in je naaste omgeving als aanspreekpunt gebruiken, doe je elke dag. Netwerken is daar eigenlijk een gestructureerde, wat formele vorm van, maar draait uiteindelijk om niets anders dan contacten leggen, communiceren. Netwerken onder kunstenaars is niet nieuw: ‘In 1866 kwamen een 7-tal jonge kunstschilders die elkaar kenden vanuit deels gemeenschappelijke opleidingsateliers, zoals dat van Gustave Courbet, regelmatig samen in het Café Guerbois aan de Rue des Batignolles, vlak bij het Parijse Montmartre. In deze groep, die een tijdlang de 'Batignolles-groep' werd genoemd, zaten Camille Pissarro, Claude Monet, PierreAuguste Renoir, Edgar Degas, Alfred Sisley, Frédéric Bazille en Armand Guillaumin. Ze kwamen samen om te praten, te drinken hun plannen en kunstwerken te bespreken. Kortom om te netwerken. Geleidelijk aan vonden ze zich in een gezamenlijke visie op schilderkunst. Op het ‘Salon de Paris’, de belangrijkste tentoonstelling binnen de Parijse kunstwereld in die tijd, was er voor de vernieuwende ideeën van deze jonge garde weinig plaats. De geweigerden van het Salon vormden de ‘Société anonyme des artistes peintres, sculpteurs et graveurs’. De ‘Batignolles-groep’ sloot zich aan bij deze Société en opende in 1874 een eigen expositie. In het tijdschrift ‘Le Charivari’ van 25 april 1874 noemt journalist Leroy de tentoonstellende kunstenaars impressionisten, naar het doek van Monet ‘Impression, soleil levant’. Zo groeide de naam van dit netwerk van jonge kunstenaars van scheldwoord uit tot een officiële naam: impressionisme, één van de belangrijkste stromingen uit de kunstgeschiedenis.’
(Corinne Graber- Jean-François Guillon, De Impressionisten. Colour Library Books LTD, England, 1990. Pag 23-24 en Wikipedia.)
Denk eraan: netwerken-om-het-netwerken levert weinig op. Stel jezelf een doel. Inventariseer je contacten en durf ze te gebruiken. Het kan gaan om: • • • • • • • • •
vrienden familie ‘klanten’ andere kunstenaars opdrachtgevers galeriehouders musea curatoren pers
Je kan je netwerk indelen in ‘warme connecties’, wanneer je rechtstreeks contact hebt en ‘koude connecties’, wanneer je de persoon in kwestie enkel ‘via via’ bereikt. Overal kan je mensen ontmoeten, maar zeker bij de start van je netwerkactiviteiten is het slim om lokaal en laagdrempelig te beginnen. Maak geen misbruik van je contacten; het is een kwestie van geven en nemen. Zorg dus dat jij voor hén ook aanspreekbaar bent. Contacten moeten onderhouden worden, je kan mensen niet enkel benaderen wanneer je aan promotie wil doen. Onthoud vooral dat netwerken een middel is en geen doel. Veel mensen spreken wel over netwerken, maar doen het niet. Je hoeft nochtans geen drempelvrees te hebben om op een receptie of vernissage iemand aan te spreken met een plan of een project. Het bezorgt je een eerste gespreksonderwerp.
De impressionisten bouwden een netwerk uit om het over hun ideeën en visie te hebben, maar je kan net zo goed een netwerk uitbouwen om je kunst naar buiten te brengen.
- 41 -
Elevator pitch Om succesvol te netwerken moet je een helder profiel hebben en een goede voorstelling van waar je als kunstenaar naar toe wil (zoals we reeds behandelden). Natuurlijk is het van groot belang dat je je doel daarna ook goed onder woorden kan brengen. Een goede oefening daarvoor is de elevator pitch, waarbij je kort en duidelijk kan formuleren wat je doet en wat je plannen zijn. De term is geïnspireerd op de tijdsduur waarin een lift van de onderste naar de bovenste verdieping gaat, variërend van 30 seconden tot 2 minuten. Die tijd zou moeten volstaan om met een vlot praatje een product, service of project aan een nieuw publiek voor te stellen. De techniek werd in eerste instantie gebruikt bij ondernemers die een idee voor een nieuw product of dienst presenteerden aan mogelijke investeerders. De elevator pitch wordt tegenwoordig voor allerlei doelen gebruikt. Voor de verkoop van een product, het zoeken naar werk, speeddating of gewoon om een punt snel duidelijk te maken in een gesprek. Een efficiënte elevator pitch moet de volgende vragen beantwoorden: • • • •
- 42 -
Wie ben je? Wat is het product/jouw werk? Wat heeft de toeschouwer/de mogelijke koper er aan? Waardoor onderscheidt je werk zich van het werk van andere kunstenaars/de concurrentie?
Verder is het belangrijk dat je rekening houdt met: • • •
de inhoud van de pitch: eenvoud siert. verbale communicatie: spreek helder en duidelijk. non-verbale communicatie: let op je houding. Wees zeker van je stuk en van jezelf.
Erg belangrijk is dat je de aandacht weet te houden van diegene die je toespreekt. Hoe korter de tijd die je neemt, hoe frisser de aandacht van de luisteraar. Wijs hem/haar op de positieve dingen die je doet: een expo die eraan komt, een publicatie die je gaat maken,… Probeer niet alles over je werk te willen vertellen, maar een verlangen op te wekken om meer te weten te komen over je werk. Geef ook de gelegenheid daartoe. Bezorg de persoon in kwestie een visitekaartje met je contactgegevens en een link naar je website, of een flyer voor je eerstvolgende tentoonstelling. Ga na een netwerkgesprek voor jezelf even na wat goed was, wat beter kon, welke tips je kreeg, en welke verwijzingen. Zo’n korte analyse helpt je te concretiseren en je verder in dit soort gesprekken te bekwamen.
Nazorg? Onderhoud je netwerk! Nu het ijs gebroken is en een eerste contact is gelegd, is het ook aan jou om ervoor te zorgen dat het niet bij die ene ontmoeting blijft. Houd de ander geprikkeld. Enkele tips: •
•
•
Voerde je een fijn gesprek en kreeg je contactgegevens, stuur dan de volgende dag even een passend berichtje via e-mail. Zo kan je die persoon even bedanken voor het fijne gesprek en kan je verder informatie uitwisselen. Heb je informatie waarvan je denkt dat die interessant kan zijn voor iemand uit je netwerk (bijvoorbeeld een artikel uit een tijdschrift op zijn/ haar vakgebied), maak hem of haar daar dan attent op. Het is een fijne manier om in contact te blijven. Dergelijke kleine attenties worden bijzonder op prijs gesteld en zorgen er in veel gevallen voor dat je bij andere mensen fris in het geheugen blijft zitten. Gebruik je creativiteit en stuur een eenvoudige, persoonlijke attentie.
Ondanks alle sociale media als LinkedIn of Facebook blijft persoonlijk contact een onmisbare schakel voor je netwerk. Door regelmatig tentoonstellingen en musea te bezoeken op vernissages, vergroot je de kans mensen uit het kunstcircuit te ontmoeten.
- 43 -
© Donald Woodrow
Kunstenaar aan het woord PAUL VAN HOEYDONCK - 44 -
Gerenommeerd kunstenaar Paul Van Hoeydonck startte zijn carrière in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Zijn werken prijken niet allen in belangrijke musea als het MOMA en het Guggenheim in New York, hij is ook de enige kunstenaar met een beeldhouwwerkje op de maan. Hoe bouwde je als kunstenaar, vóór het bestaan van internet, portfolio’s, kunstmanagers of steunpunten, een carrière op? Een gesprek met een netwerker avant la lettre.
Paul, je startte je kunstenaarscarrière in een heel andere tijd. Gebruikte je in de jaren vijftig een portfolio om je werk voor te stellen bij galeries? Nee, ik werkte wel met een fotograaf, Filip Tas. Hij maakte regelmatig foto’s van mijn werk en bezorgde me grote afdrukken. Zo beschikte ik over goed beeldmateriaal. Maar galeries binnenstappen met een portfolio onder de arm, dat heb ik nooit gedaan. Destijds verhuurde een fotograaf een exporuimte achter zijn studio op de Meir in Antwerpen: Galerie Buyle. Het kostte 8000 frank om daar te mogen exposeren. Dat was in die tijd meer geld dan mijn vrouw en ik hadden. Verschrikkelijk! We hebben dat aanbod toen toch aangenomen, maar dat heeft helaas niets opgeleverd. Dat was mijn debuut.
‘Galeries binnenstappen met een portfolio onder de arm, dat heb ik nooit gedaan’ Zijn daar dan weer andere contacten uit gekomen? Zeker, ik kwam in contact met Galerie Saint-Laurent in Brussel: de enige galerie die toen in Brussel op moderne kunst focuste. Bovendien had Philippe d’Oultremont, de grootste verzamelaar van die tijd, een dertigtal van mijn werken in zijn collectie. Hij stuurde me naar Parijs naar galeriste Iris Clert met een briefje met de vraag: ‘Kun je hem opnemen in je galerie? Ik steun hem.’ Ik had een wit op wit schilderijtje bij. Iris zei ‘Okay, you’re in’. De week nadien heeft ze dat schilderijtje verkocht aan het MOMA in New York.
Je maakte ook deel uit van kunstenaarsgroepen als Zero, G 58 en Formes. Was het belangrijk om als startende kunstenaars in groep naar buiten te komen? We hadden veel ruzie met elkaar, hoor. Ik heb zelfs met Tinguely gevochten in het Hessenhuis tijdens de G 58. Voor Vic Gentils heb ik veel gedaan bij de start van zijn carrière. Ik maakte promotie voor hem in het Palais des Beaux Arts, waar ik al goed gekend was. Zo legde ik ook contacten voor anderen, dikwijls zonder het te beseffen. Verliepen die contacten, zonder het bestaan van internet bijvoorbeeld, vlot of gingen daar maanden over? Het liep toch moeilijk. Ik kon in Antwerpen niet blijven en ging dus regelmatig weg. Ik had contacten in Amerika. De anderen niet. Dat was te ver. Ik sprak toen al goed Engels en voelde mij thuis in New York. Maar ook in Venetië. Daar ontmoette ik dezelfde mensen als in Amerika en ik leerde er mijn twee New Yorkse galeristen kennen. Ten tijde van mijn deelname aan de Biënnale logeerde ik, samen met een tiental Amerikanen, in een groot 19e eeuws hotel aan het Lido. We waren er aan het zwemmen en toen ik uit het water klom, vroeg Robert Elkon: ‘Paul, wil je exposeren in mijn galerie?’. Zo ben ik bij Elkon Gallery in New York terechtgekomen. Het contact met mijn tweede galerie ontstond in de beroemde Harry’s Bar in Venetië. Ik was er met Jeanine de Goldschmidt, de echtgenote van Pierre Restany, een heel belangrijk kunstcriticus in die tijd. Aan de toog stond een Amerikaan, die vertelde dat hij net een expositie had gezien en die kunstenaar bij zijn galerie wilde. ‘Maar verdorie, waar zou die zitten?’, vroeg hij zich af. ‘Die zit hier naast mij’, zei Jeanine. Dat was Dick Waddell, die een vriend voor jaren werd en die mijn beeldje op de maan heeft gekregen.
- 45 -
Kunstenaar aan het woord COLLECTIEF FASE - 46 -
Ze leerden elkaar kennen aan het KASK (Koninklijke Academie voor Schone Kunsten) te Gent en vormen sinds 2011 Collectief Fase. Kasper De Vos, Roeland Van Trigt, Sven Boel, Maarten Serpentier en Thomas Lesaffre over de voordelen van het werken in groepsverband: ‘Het uitbouwen van een eigen collectief en bijhorende werkplaats is een onvervangbare ervaring’.
Waarom besluit een bende jonge beeldhouwers te gaan samenwerken? Om samen dingen te realiseren, vooral. Al aan het KASK was het duidelijk dat we op dezelfde golflengte zaten. In 2011 wilden we samen één groot werk maken, dat de titel ‘Fase 00’ droeg. Die samenwerking is ons zo goed bevallen, dat we Fase als werkelijk collectief hebben opgericht. Wat is het voordeel van werken in een collectief? Als je samenwerkt, word je aangestoken door elkaars energie. Je leert elkaar ook op een andere manier kennen. Daarnaast heeft werken in collectief het voor ons zeker makkelijker gemaakt om subsidies los te peuteren voor grote projecten. En het heeft ons geholpen om via de organisatie Nucleo te Gent een groot atelier vast te krijgen.
‘Door alles zelf uit te zoeken, leren we veel bij’ Hoe hebben jullie het aangepakt? We hebben met vallen en opstaan moeten leren, met veel improviseren ook. Want bij de start was ons collectief een chaotisch gegeven. We zijn het gaandeweg meer gestructureerd gaan aanpakken. Zo ligt er elke maandag een vergadering vast. We overlopen er praktische afspraken en volgen ook de evolutie van een project op. Ook de structuur van ons collectief is geëvolueerd. We hadden ons eerst gegroepeerd als een feitelijke vereniging. Die hebben we intussen omgevormd tot een vzw, omdat dit voor ons een beter wettelijk kader is. We zoeken alles zelf uit. Wat soms traag gaat, maar ons ook ontzettend veel leert. Met de oprichting van een collectief hebben we het gevoel meer en diepgaander te leren dan op school.
Helpt het collectief jullie promotioneel vooruit? Dat houdt ons eigenlijk minder bezig. Het gaat er ons vooral om goede projecten in de wacht slepen en de mogelijkheid te vinden om die uit te voeren. Bovendien leggen we ons hier toe op het organiseren van tentoonstellingen. We willen ons niet profileren als curatoren of een bepaalde visie opdringen. We vinden het verrijkend om mensen hier een platform te bieden. Onze keuze gaat naar mensen die werken vanuit een gedrevenheid, enthousiasme. Dat is ook hetgeen ons typeert. Ontmoetingen met andere kunstenaars bezorgen ons een andere kijk op onze ruimte en onze kunst. Hoe presenteren jullie het werk van het collectief? Wij hebben eigen portfolio’s met fotomateriaal. Over eigen websites beschikken we nog niet. Een website van het collectief is er ook niet. We willen de tijd nemen om die te ontwikkelen en bij te schaven tot het helemaal goed zit. We communiceren wel via Facebook (www.facebook.com/fasecollectief). Waarom zou je kunstenaars aanraden om een collectief te vormen? Voor ons is het collectief onze leerschool ‘in het echte leven’. Door alles zelf uit te zoeken, leren we veel bij. Dankzij het collectief beschikken we over een ruim atelier en kunnen we grote projecten uitwerken. Bovendien zorgt het voor een creatieve energie en biedt de mogelijkheid om elkaars visie en werk te bevragen. Anderzijds zijn de projecten voor het collectief zo tijdrovend dat er op dit moment weinig ruimte is om aan een eigen individueel parcours te werken.
- 47 -
TENTOONSTELLEN Zo, je bent klaar om naar buiten te komen met je werk en hebt tips voor netwerkvaardigheden op zak. Tijd om na te gaan welke tentoonstellingsmogelijkheden er bestaan. Bij het zoeken naar een plaats om te exposeren, kan je best nagaan of je er je werk kan tonen zoals jij dat wil. Een tentoonstellingsplek bekijk je ook vanuit het doel dat je wil bereiken. Ga na of de ruimte wel past in het parcours dat je wil afleggen. Een goede keuze van tentoonstellingslocaties kan cruciaal zijn voor het verdere verloop van je loopbaan en betekent in sommige gevallen een grote stap vooruit. Sommige locaties verhogen namelijk de erkenning die je als kunstenaar krijgt. Als beginnend kunstenaar help je jezelf niet door al te kieskeurig te zijn. Neem dus ook ‘kleine’ kansen aan. Het is belangrijk dat je werk wordt gezien.
- 48 -
Niet-commerciĂŤle kanalen
Cultuurcentra en gemeenschapscentra Cultuur- en gemeenschapscentra zijn vaak erg toegankelijk. Zoek uit welk centrum er zich in jouw buurt bevindt en ga er eens langs. De voorwaarden en mogelijkheden om tentoon te stellen in een cultuurcentrum verschillen sterk van plaats tot plaats. Vraag na wat het cultuurcentrum bij jou in de buurt te bieden heeft en of je je werk mag komen voorstellen. Een portfolio is ook hier een geschikt medium om je werk te presenteren. www.cultuurcentra.be Kunstencentra Kunstencentra zijn een stuk minder toegankelijk dan cultuurcentra. Alvorens je in dit circuit voor te stellen, kan je best een gelijkaardig onderzoek doen als voor een presentatie in een galerie. (zie volgend hoofdstuk) Kunstenaarsverenigingen / collectieven Zowat overal worden er kunstenaarsverenigingen opgericht. Je kan lid worden van een dergelijke vereniging, soms zonder toetredingsvoorwaarden, maar meestal na overleg met de raad van bestuur. Doorgaans organiseren de aangesloten kunstenaars regelmatig groepstentoonstellingen. Die vormen een ideaal startpunt voor de meeste amateurkunstenaars. Je kan met een paar bevriende kunstenaars ook gemakkelijk zelf een kunstenaarsvereniging of collectief opstarten. De gemakkelijkste vorm om dit te doen is onder de vorm van een vzw. Via een vzw-structuur kan je onkosten zoals de huur van een ruimte delen. Je kan via verkoop van werken ook kosten recupereren. Meer info over het oprichten van een vzw vind je via www.kunstenloket.be
Academies Academies beschikken in de meeste gevallen over een eigen expositieruimte. Aan het einde van elk schooljaar organiseert een academie een eindtentoonstelling, waaraan de leerlingen kunnen deelnemen. Ook doorheen het jaar kunnen er zich aanbiedingen voordoen om deel uit te maken van een project of expositie. Een academie is ook een ideale plek om contact te leggen met collega-kunstenaars. Projecten en wedstrijden Het hele jaar door worden er over het hele land wedstrijden en andere projecten georganiseerd. Je hoeft daarom niet te winnen, enkel en alleen deelnemen kan er al voor zorgen dat je je werk kan tentoonstellen. Je vindt oproepen onder meer op www.kunstwerkt.be en www.bamart.be Kunst in Huis Kunst in Huis maakt promotie voor kunstenaars door het verhuren van kunstwerken aan particulieren en bedrijven en door het organiseren van tentoonstellingen en projecten. Op bladzijde 49 doet Claudine Hellweg, artistiek leider van Kunst in Huis het opzet en de visie van de organisatie uit de doeken. www.kunstinhuis.be
- 49 -
Curatoren Curatoren nodigen kunstenaars uit voor tentoonstellingen. Galeries en privé-verzamelaars doen vaak een beroep op hun kennis. Je kan curatoren dus best op de hoogte houden van je werk door ze uit te nodigen op een expositie of door ze info over jouw werk te bezorgen. Meteen een uitgebreide portfolio opsturen heeft weinig zin. Als je een curator ontmoet, kan je hem of haar alsnog voorstellen dat te doen. Een lijst van curatoren is te vinden op www.bamart.be Kunstenwerkplaatsen Deze portaalsite maakt kunstenaars wegwijs in het netwerk van ondersteuningsmogelijkheden die de Belgische kunstenwerkplaatsen bieden. Je kan selecteren op locatie, discipline of ondersteuningsmodaliteit. www.kunstenwerkplaats.be Internationale kunstenaarsverblijven Zie je het iets groter, dan kan je ook een werkplaats of residentieplek zoeken in het buitenland. De website van Resartis geeft een duidelijk overzicht van meer dan 400 verschillende kunstenaarsverblijven uit 70 verschillende landen, die deel uit maken van dit wereldwijde netwerk. www.resartis.org Kunst en bedrijven Bedrijven stellen soms een ruimte ter beschikking aan kunstenaars om tentoonstellingen te organiseren. Er zijn ook bedrijven die een eigen kunstcollectie opbouwen of optreden als mecenas. Hun bijdrage kan bestaan uit financiële steun, expertise of materiaal dat ze ter beschikking stellen. Je kan contact opnemen met de marketingverantwoordelijke of de directeur en hem of haar met een voorstel overtuigen.
- 50 -
Beurzen en subsidies Zowel bij fondsen als Cera (www.cera.be), Vocatio (www.vocatio.be) of Spes (www.spes.be) als bij de Vlaamse Gemeenschap kan je als kunstenaar een aanvraag voor een beurs of subsidie indienen. Meer informatie over het Kunstendecreet, aanvraagformulieren en subsidieoverzichten vind je op www.cjsm.be Het Forum voor Amateurkunsten biedt een handig overzicht van alle subsidiemogelijkheden voor amateurkunstenaars bij verschillende organisaties en overheden: www.amateurkunsten.be Online galeries Er zijn nogal wat websites waarop je afbeeldingen van je werk kunt plaatsen met een woordje uitleg en je contactgegevens erbij. Een uitgebreide webgalerie vind je op www.kunstwerkt.be. Snel én gratis kan je een eigen pagina aanmaken met een bio, foto's van je werken en een link naar je website. Je kan er ook meteen je exposities of projecten aankondigen. Overzicht exporuimtes Je zoekt een tentoonstellingsruimte? Alvast één goede tip: op www.kunstwerkt.be vind je een overzicht van exporuimtes uit elke streek in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zo kan je, in eigen regio of verder weg een tentoonstellingslocatie vinden die aan je wensen en behoeften voldoet. Bovendien vind je er een checklist die je helpt niets over het hoofd te zien bij je zoektocht naar een exporuimte.
Curator aan het woord CLAUDINE HELLWEG
Reeds 35 jaar brengt Kunst in Huis mensen rechtstreeks in contact met hedendaagse beeldende kunst door kunstwerken uit te lenen aan democratische prijzen of ze te verkopen. Zo biedt de organisatie een platform voor beginnende kunstenaars aan. Kent de formule na al die tijd nog succes? En is het zinvol om als kunstenaar in het circuit te stappen? We vroegen het aan Claudine Hellweg, sinds ruim een jaar artistiek leider van Kunst in Huis.
- 51 -
In het zog van het idee van cultuurspreiding en de oprichting van cultuurcentra kwam het concept van de kunstuitleen in de jaren zeventig uit Nederland overgewaaid. Heeft het idee standgehouden? Het opzet van Kunst in Huis, kunst aan een democratische prijs toegankelijk maken voor iedereen, is nog steeds erg relevant. De organisatie werd in 1978 opgestart en aan de formule is sindsdien weinig veranderd. We bieden kunstwerken te huur aan en vragen er een huurvergoeding voor. Dat kan volgens 2 formules: een kale huurvergoeding of een hoger bedrag met aankooptegoed. Dat tegoed wordt in mindering gebracht wanneer je beslist een kunstwerk - om het even welk werk uit de collectie - aan te kopen. In 2013 hadden we 4500 ontleningen en verkochten we 250 werken.
‘Het is voor een beginnend kunstenaar belangrijk om een netwerk uit te bouwen. Kunst in Huis wil daar graag een element in zijn’ Hoe word je abonnee? Je betaalt 25 euro inschrijvingsgeld om abonnee te worden, behalve op de Dag van de Kunstuitleen. Dan is het gratis. Je abonnement kost je vervolgens 9 euro per maand. Daarvoor kan je eender welk kunstwerk ontlenen tot een waarde van 4000 euro. Sinds kort betaal je meer voor duurdere en vaak grote werken. Alle werken die te huur zijn hangen in een filiaal. Elk filiaal heeft een kleine stockageruimte. De mensen kunnen dus kiezen op basis van het echte werk of ze kunnen een werk reserveren en laten overbrengen. In Brussel zit er een grotere stockageruimte, een technische dienst en een werkplaats waarin kleine herstellingen worden gedaan. Aanvankelijk waren er filialen in alle culturele centra. Maar omdat dit niet voldoende rendeerde, werken we nu met pop-up filialen. Elke zaterdag hebben we een filiaal op een andere locatie, meestal in cultuurcentra. - 52 -
Stel: ik wil als kunstenaar mijn werk laten opnemen in de collectie van Kunst in Huis. Hoe ga ik dan te werk? De selectie van kunstenaars gebeurt op verschillende manieren. We hebben een rits kunstenaars waar we al lang mee samenwerken. Van een aantal van hen hebben we vorig jaar afscheid genomen, om plaats te maken voor jongere generaties, die bij Kunst in Huis wat onderbelicht zijn gebleven. Als artistiek leider sta ik in voor het selecteren van de kunstenaars. Ik trek daarvoor naar tentoonstellingen, bekijk afstudeerprojecten aan kunsthogescholen en academies van het deeltijds kunstonderwijs. Daarnaast bezoek ik kunstenaarsateliers en hou websites in het oog. Kunstenaars kunnen bovendien aan digitale selecties deelnemen. Vier maal per jaar worden de dossiers geëvalueerd. Op basis hiervan doe ik vaak nog een atelierbezoek, vooraleer we beslissen om werk van de kunstenaar op te nemen in ons bestand. Als je nieuw bent, moet je jezelf voorstellen aan de hand van minstens vijf werken die je voor de collectie wil afstaan. Eenmaal je in de collectie zit, kan je nieuwe werken rechtstreeks aan mij voorstellen. Ons bestand bevat hoofdzakelijk werk van semiprofessionele en professionele kunstenaars. Maar er is zeker ook werk te vinden van (ex-)studenten uit het deeltijds kunstonderwijs. We proberen een mix te maken tussen gevestigde waarden en aankomend talent. Dus zowel startende kunstenaars als grotere namen als Berlinde de Buyckere en Jan Van Riet hebben werk in de collectie. Zijn alle werken te koop? Bijna alle werken zijn te koop, al kunnen kunstenaars ervoor kiezen om niet te verkopen. Eenmaal per jaar krijg je als kunstenaar een afrekening. Je kan dan ook de prijs van een werk aanpassen, als die niet meer correct zou zijn. Bij verkoop gaat 34% van de opbrengst naar Kunst in Huis. Bovendien krijg je als kunstenaar een vergoeding als je werk wordt uitgeleend. Je kan tot 45 euro per jaar per kunstwerk ontvangen als je werk continu is uitgeleend.
Geven de kunstenaars een bepaalde duiding bij hun werk wanneer ze het ter beschikking stellen? We maken een contract op. Daarin staat wat wij van de kunstenaar en wat hij van ons kan verwachten. En daarbij vragen we een cv en een korte biografie. Op onze website plaatsen we een toelichting bij het oeuvre van elke kunstenaar om geïnteresseerden een leidraad te geven en een eerste ingang te geven bij het werk. Welke werken staan de kunstenaars af voor uitleen? Het gaat hoofdzakelijk om 2D-werken. Het is één van onze doelstellingen om het aantal 3D-werken in de collectie uit te breiden. Ook illustraties moeten een belangrijke plaats krijgen in de collectie. Meestal stellen kunstenaars niet hun meest recente werk ter beschikking, maar eerder werken die 2 à 3 jaar oud zijn. Ik vind dit ook vrij logisch. Het meest recente werk heeft een plaats in het professionele circuit. Kunstenaars kunnen een werk ook altijd terug intrekken. Als het is uitgeleend, krijgen ze het pas terug als de klant het geeft ingeleverd. Waarom vind je het zinvol voor een kunstenaar om in het circuit van de kunstuitleen te stappen? Omdat je er een nieuw, breed publiek mee bereikt. Je kan het opvatten als een aanvulling op andere kanalen. Kunst in Huis vormt een platform voor beginnende carrières, los van de leeftijd. Zo zetten we het oeuvre van onze kunstenaars in de schijnwerpers tijdens tijdelijke tentoonstellingen in onze filialen. Voor heel wat kunstenaars is het vaak één van de eerste keren dat ze tentoonstellen. Op die manier vormt het een leermoment. Het is voor een beginnend kunstenaar belangrijk om een netwerk uit te bouwen. Kunst in Huis wil daar graag een element in zijn.
- 53 -
Galeries, een verhaal apart Galeries kan je niet zomaar binnenstappen zonder voorbereiding. Maak vooraf een afspraak en hou rekening met de volgende tips. Bedenk voor je een galerie contacteert of je klaar bent voor een dergelijke confrontatie: • • •
Is dit het juiste moment in je loopbaan? Sta je sterk genoeg in je schoenen? Ben je voorbereid op een mogelijke afwijzing of op kritiek?
Ga bedachtzaam om met de kritiek die je krijgt. Als de galerist punten aanhaalt waar je zelf al mee worstelde, dan kan er zeker een grond van waarheid in zitten. Haal uit het gesprek wat je kan helpen bij het verbeteren van je werk en laat de overige kritiek aan je voorbij gaan. Om je kans op een positief contact te vergroten, is het noodzakelijk onderzoek te doen naar het profiel van een galerie: • • • • • •
- 54 -
Welk soort werken stelt ze tentoon? Is de galerie gericht op jonge/beginnende of net op al gevestigde kunstenaars? Licht je in over de geschiedenis, lopende tentoonstellingen en toekomstplannen van de galerie. Laat zien dat je geïnteresseerd bent. Bezoek regelmatig galeries om kunstenaars te ontdekken. Ga na of jouw werk binnen de prijsklasse van een galerie thuis hoort. Informeer je over de prijzenpolitiek van een galerie.
Hoewel je best vooraf een afspraak maakt, kan je soms ook resultaat bereiken met een informeel bezoek. Het gaat er dan vaak meer ontspannen aan toe. Bezoek ook kunstbeurzen zoals Art Brussels. Ga er niet heen om je eigen werk te laten zien. Daar zitten de galeriehouders op dat moment echt niet op te wachten. Kijk goed rond naar wat de galeries brengen op een kunstbeurs en welke commerciële keuzes ze maken. Kijk ook welke galeries risico’s durven nemen door werk te tonen dat bijna niet verkoopbaar is. Anderzijds moet je nagaan of een galerie tegemoet komt aan jouw noden: •
• •
Heeft de galerie de mogelijkheden om jouw werk te presenteren? (Vooral voor kunstenaars die ruimtelijk werk maken is dit een belangrijke vraag. Veel galeries zijn enkel geschikt voor tweedimensionaal werk.) Is de ligging van de galerie interessant voor jou? Past de uitstraling van de galerie bij die van je werk?
Als kunstenaar ben je autonoom in het samenstellen van je portfolio. Maar de galerieuitbater, op zoek naar kunstenaars, heeft ook zo zijn voorkeuren. De exposities moeten binnen de stijl van het huis kaderen. Het is dan aan jou om te bepalen in welke mate jij aan die stijl van het huis tegemoet wil komen en wat de overtuigingskracht van je portfolio is. Zoek uit wie de portfolio’s van kandidaat-tentoonstellers beoordeelt. Dit kan van belang zijn bij de verdere onderhandelingen en communicatie met de galerie. Als je van de beoordelaars verwacht dat ze jou (her)kennen, wees dan even correct en zorg er voor dat jij hen bij naam kent.
Galeriehouder aan het woord BART VANDERBIESEN
Sinds haar oprichting in 2007 heeft BaseAlpha Gallery een heel eigen plaats veroverd in het Antwerpse galeriewezen. Bezieler Bart Vanderbiesen richt zijn pijlen voornamelijk op jonge, gedurfde kunst en weet de galerie op de kaart te zetten door een goede selectie en begeleiding van kunstenaars en deelnames aan toonaangevende kunstbeurzen. Zijn tip voor beginnende kunstenaars: contacteer enkel galeries die binnen de lijn van je kunst werken.
- 55 -
Base-Alpha Gallery is een promotiegalerie. Wat houdt je werk als galerist precies in? We tonen niet alleen werk van kunstenaars, maar vertegenwoordigen en ondersteunen ze ook actief. We stellen de galerie als ruimte ter beschikking voor hun tentoonstellingen en promoten onze kunstenaars ook op nationale en internationale kunstbeurzen. Daarnaast voorzien we een parcoursbegeleiding om hen in contact te brengen met curatoren en verzamelaars. De focus ligt hoofdzakelijk op wat er op dit moment in België leeft. De kunstenaars die wij vertegenwoordigen zijn meestal Belgisch. Er zijn ook buitenlandse kunstenaars bij, die een sterke artistieke link hebben met België. Concreet houdt dit in dat ze hier wonen, werken en/of opgeleid zijn. Vaak krijgen we ook de vraag of de galerie te huur is voor een expositie. Dat doen we dus niet.
Wat verwacht je van de kunstenaars bij het maken van een tentoonstelling? Bij solotentoonstellingen is het belangrijk dat de kunstenaar een eigen verhaal kan brengen. Hiervoor krijgt hij de volledige ruimte ter beschikking. We gaan redelijk ver mee in de scenografie van de tentoonstelling en moeten bijgevolg erg vaak schilderen, verduisteren of wanden plaatsen om de ruimte mee in het verhaal te laten functioneren. Als bezoeker brengt je dat meteen in een context, waarbij je de tentoonstelling meer door de ogen van de kunstenaar kan benaderen. Een droge ophanging in een cleane ruimte werkt niet altijd voor onze kunstenaars. Doordat de tentoonstellingen elkaar redelijk consequent opvolgen is het een evidentie dat de kunstenaars zich, bij het opzetten van een scenografie, door elkaar laten inspireren om hun eigen verhaal kracht bij te zetten.
‘Schrijf enkel galeries aan die in de lijn van je werk actief zijn’
Is een portfolio het meest geschikte middel voor een kunstenaar om zich bij jullie voor te stellen? Er komen dagelijks portfolio’s binnen in de galerie. In het begin nam ik bij elke aanvraag beleefd de tijd om een reactie te geven. Sinds kort kies ik voor een selectievere aanpak. Ik erger me er namelijk aan dat kunstenaars van over de hele wereld portfolio’s doorsturen, met een standaardmail erbij, waaruit blijkt dat ze duidelijk géén research hebben verricht. Nochtans krijg je bij een eenvoudig bezoek aan de website van de meeste galeries een duidelijk beeld van de artistieke of inhoudelijke normen die ze hanteren. Een landschapsschilder die foto’s van zijn aquarellen naar een galerie met een duidelijk conceptueel programma stuurt, heeft duidelijk geen notie van het parcours van de aangeschreven galerie. Vandaar dat ik enkel nog reageer op vragen van kunstenaars die bij hun aanvraag wél blijk van onderzoek geven. Als ik er zelf niet iets mee kan, zal ik ook steeds doorverwijzen naar collega’s of relevante kunstinstellingen. Dit is één van de belangrijkste dingen die je als kunstenaar zelf in handen hebt bij het vinden van een geschikte vertegenwoordiger: schrijf enkel galeries aan die in de lijn van je werk actief zijn en doe grondig onderzoek naar hun programma, parcours en naar andere vertegenwoordigde kunstenaars. Hou er ook rekening mee dat de mogelijkheden van een galerie
Hoe kiest de galerie de kunstenaars waarmee ze wil samenwerken? De kunstenaars die de galerie vertegenwoordigt, kies ik zelf. Daarbij kijk ik niet enkel naar de kwaliteit van het werk of hun parcours, maar ook naar de consequente samenhang van de groep. Het is namelijk belangrijk dat een galerie een duidelijk verhaal naar buiten brengt en niet willekeurig kunst gaat tonen. De keuze voor een individuele kunstenaar heeft vooral te maken met zijn artistieke beeldtaal en hoe hij invloeden verwerkt tot een eigen verhaal. In dit internettijdperk is het onmogelijk om te ontkomen aan de beïnvloeding door werken van andere kunstenaars. Het gaat er alleen om hoe je die invloeden verwerkt en gebruikt. Kunstenaars die binnen bepaalde commerciële trends werken, zullen daardoor weinig kans maken binnen Base-Alpha.
- 56 -
beperkt zijn. Vaak kan een galerie slechts een twaalftal kunstenaars onder de vleugels nemen. Omdat nieuwe of jonge kunstenaars ontdekken een fijn gegeven is, ga je als galeriehouder op pad om tentoonstellingen en afstudeerprojecten op kunstscholen te bezoeken. Vaak is er dan een langere periode waarin je het werk en de evolutie van de kunstenaar opvolgt om na te gaan of hij in het profiel past. Wie bepaalt de prijs van een kunstwerk voor de galerie? Hoe gebeurt dat? De prijs van een werk moet correct zijn. Hierbij spelen verschillende factoren een rol. In eerste instantie de productiekost en het parcours van de kunstenaar. Hoe verder die staat, hoe hoger de prijs van een werk kan liggen. Wat voor mij vooral belangrijk is, is dat die nooit exuberant hoog of laag is of door speculatie wordt bepaald. Koop je zelf ook werken aan? Uiteraard is dat iets waar je als galerist niet onderuit kan. Je werkt met mensen waarin je gelooft en staat mee aan de bron van nieuw werk of artistieke wendingen. Het is af en toe onmogelijk om te weerstaan aan de drang om het ‘van jou’ te noemen. We kopen ook regelmatig werk bij andere galeries. Steeds om persoonlijke redenen, nooit op basis van speculatie. Base-Alpha Gallery neemt ook deel aan prestigieuze kunstbeurzen. Hoe bepaal je aan welke beurzen je deelneemt? Net zoals het voor een kunstenaar belangrijk is om goede research te doen, is het als galerie ook zeer belangrijk dat je grondige research doet naar presentatie op nationaal en internationaal vlak. Voor Base-Alpha houdt dat in dat we zowat alle belangrijke kunstbeurzen ter wereld hebben bezocht om na te gaan welk beursprofiel het meest geschikt is. De grote bekende beurzen zijn niet steeds de beste keuze voor een jonge eigenzinnige galerie. Ook omgekeerd is een nieuw avant-garde beursconcept niet automatisch interessant om op vertegenwoordigd te zijn. Het heeft allemaal te maken met de ziel van de beurs en het publiek dat je hier hoopt te bereiken. Er kruipt enorm veel tijd in, maar het is van cruciaal belang om een juiste representatie te garanderen.
- 57 -
Curator aan het woord ELS WUYTS
- 58 -
In de schaduw van kunstinstituten als musea en het galeriewezen zijn kleinere spelers actief die in alternatieve tentoonstellingsmogelijkheden voorzien. In zogenaamde ‘off-spaces’ krijgen kunstenaars de kans om te experimenteren. In Oostende stellen Els Wuyts en Yves Velter de deuren van hun ‘Salon blanc’ open voor kunstenaars die er gedurende één dag de resultaten van een project tonen.
Jullie richtten in 2007 ‘Salon blanc’ op. Waarom besloot je een kleine tentoonstellingsruimte in te richten in jullie woonhuis? Je hebt in Oostende wel grote kunsthuizen als Mu.ZEE of Vrijstaat 0, maar geen circuit dat kleinschaligheid toelaat. Er zijn ook weinig galeries. Wij wilden een andere stem laten horen. Met dit initiatief zetten we bovendien een traditie in Oostende verder. De Vrienden van het Kunstmuseum aan Zee hebben lange tijd een kunsthuis gehad waar tentoonstellingen plaatsvonden. Ook James Ensor hield er een kleine tentoonstellingsruimte op na. Hoe pakken jullie het aan? We houden ons aan 4 projecten per jaar, met een toonmoment dat maar één dag duurt. Dat geeft het project een feestelijk karakter. De kunstenaar is tijdens dat toonmoment aanwezig, waardoor dialoog of discussie mogelijk is. Zo is het ook een verwijzing naar de saloncultuur uit de 19e eeuw. We proberen de sfeer huiselijk en feestelijk te houden en zorgen telkens voor drank of taart.
‘Off-spaces zijn plaatsen die echte verandering mogelijk maken’ Slaat de formule voor één dag aan? Ja, we hebben per toonmoment zowat 100 à 150 mensen die komen en gaan. Sommige mensen houden het na 2 minuten voor bekeken, anderen blijven hier 4 uur. Sociaal contact is belangrijk, maar niet het voornaamste doel van Salon blanc. Wel dat mensen de kans krijgen om met elkaar een dialoog aan te gaan over kunst.
Je verwijst naar de saloncultuur. Betekent dat dat jullie ook muzikanten, filosofen, schrijvers uitnodigen, zoals destijds het geval was? De klemtoon ligt op beeldende kunst, maar de samenstelling van de gasten is heel divers. We hadden ook al performancekunstenaars over de vloer. Of een beeldend kunstenaar nodigt zelf een muzikant uit die tijdens het evenement optreedt. Hoe kies je kunstenaars? We bezoeken veel tentoonstellingen, trekken naar ateliers. De selectie doen Yves en ik samen. Het gaat om werk van kunstenaars die we niet kennen. We willen geen vriendendiensten. We vinden het ook interessant als het om een vorm van kunst gaat die in Oostende nog niet vaak is getoond. We kunnen onmiddellijk onder de indruk zijn van het werk of het niet meteen fantastisch vinden. Maar als het ons toch blijft intrigeren, nodigen we de kunstenaar uit. We organiseren bijna altijd solotentoonstellingen. In de zomer pakken we soms uit met een groepsexpo, die we rond een thema opbouwen. Verkoop je hier ook werken? Ons doel is werken tonen, we verkopen niets. Als iemand interesse heeft om een werk te kopen verwijzen we door naar de galerie of naar de kunstenaar zelf. Wat maakt het voor een kunstenaar interessant om in een projectruimte aan de slag te gaan? Het is voor een kunstenaar altijd fijn om met werk naar buiten te kunnen komen. Een off-space biedt het voordeel dat een curator je ondersteunt, maar je kan er ook volop nieuwe ideeën uitproberen. Af en toe steken Yves en ik een handje toe, maar sommige kunstenaars leggen het hele project liever helemaal zelf vast. Ons publiek weet dat er hier vrij wordt geëxperimenteerd. Onze bezoekers zijn vaak ook kritisch en gaan de discussie of het stellen van vragen aan de kunstenaar niet uit de weg.
- 59 -
Off-spaces en galeries buiten de grote steden duiken steeds vaker op. Waaraan zou je dit wijten? Er zijn heel veel kunstenaars en veel goeie ideeën maar er zijn niet zoveel plekken om beeldend werk te tonen. Off-spaces zijn plaatsen die echte verandering mogelijk maken. Bovendien leeft er een tendens om onafhankelijk te kunnen functioneren, buiten de bestaande structuren. Zo vind je steeds vaker kunstenaars die zich in collectieven verzamelen, hun atelier openstellen voor anderen of andere initiatieven uitproberen. De tendens om van onderuit met projecten op de proppen te komen heeft volgens mij ook te maken met een verandering binnen de kunstsector. Misschien is het ook een reactie van onvrede ten aanzien van het galeriewezen, waar vaak dezelfde kunstenaars aan bod komen. Daarnaast worden projectruimtes ook opgericht uit puur enthousiasme en de zin om iets nieuws te ondernemen. Welk doel heb jij voor ogen? Wat is jouw rol? Ik zou willen dat mensen leren begrijpen dat hedendaagse kunst belangrijk is, waardoor kunst kansen krijgt. Een oeuvre is een verhaal op zich en is ook een verhaal over onszelf. Hedendaagse kunst leert ons veel. Het neemt niet weg dat we kritisch moeten blijven. Kritiek op beeldende kunst mag blijven bestaan, het is aan de kunstwereld om inspanningen te leveren en bruggen te slaan.
- 60 -
Kunstenaars worden steeds vaker al heel vroeg in hun carrière ‘opgepikt’. Wat vind je van die tendens? Ik denk dat dit voor kunstenaars zelf niet altijd een voordeel is. Er zijn genoeg gevallen bekend van jonge kunstenaars die opgehemeld worden, maar daarna snel van het toneel verdwijnen. Vaak zijn ze minder mondig dan hun collega’s die al wat meer ervaring hebben met de gang van zaken in de kunstwereld. Je moet jonge mensen goed omringen. Hun frisse kijk is boeiend, ze stellen dingen in vraag, maar kunnen ook eendagsvliegen zijn. Voor een curator is een kunstenaar die volop een oeuvre aan het opbouwen is, het interessantst.
- 61 -
ANDERE PROMOTIEMIDDELEN Naast portfolio en website zijn er nog andere handige middelen die je kan gebruiken om over je werk en je activiteiten te berichten. Een visitekaartje, flyer, affiche en zelfs een persmap zijn hulpmiddelen om informatie te verspreiden en aandacht te vestigen op je werk. In dit hoofdstuk bekijken we waar je moet op letten en welke informatie ze zeker moeten bevatten.
- 62 -
Visitekaartjes / naamkaartjes
Postkaart
Je ontmoet iemand, al dan niet toevallig en je wil hem of haar je contactgegevens bezorgen? Dan kan een visitekaartje of naamkaartje heel handig zijn. Behalve evidente informatie als je naam (+ eventuele artiestennaam), adres, telefoonnummer, e-mailadres, website en accounts op sociale netwerksites, kan je eventueel als opvallend extraatje een slogan of eigen logo toevoegen. In elk geval: vermijd een overdosis aan informatie. Hou het zo simpel en duidelijk mogelijk. Maak, net zoals bij een portfolio, ook hier een goede selectie.
Postkaarten met een afbeelding van een kunstwerk vind je wel vaker. In museumshops, bijvoorbeeld. Je kan ze kopen als documentatie, of ze gewoon als kaartje opsturen naar vrienden en familie. Maar ook voor jou kan dit een geschikt medium zijn om je werk bekend te maken. Kies voor de voorzijde van de kaart een foto van één van je meest representatieve werken. Let erop dat de beeldkwaliteit van je foto optimaal is. Op de achterzijde gebruik je de klassieke indeling van een postkaart. Voorzie heel kort informatie over het werk op de achterzijde: beperk je tot de titel, uitvoerder en jaar van creatie. Plaats er wel je e-mailadres of link naar je website bij. Zorg dat de gebruiker zelf nog ruimte heeft om een boodschap te schrijven. Hou de rechterhelft van de achterzijde leeg voor een postzegel en adresgegevens. Het fijne aan een postkaart is dat mensen ze echt kunnen versturen. Dat bezorgt je extra promotie. Postkaarten kunnen ook veel langer worden gebruikt dan flyers, die vaak tijdsgebonden zijn en vaak gekoppeld aan een tentoonstelling of project.
Zorg ervoor dat je kaartje past bij de stijl van je werk. Besteed voldoende aandacht aan het lettertype en het kleurgebruik op je kaartje. Zorg er ook voor dat het ontwerp van je visitekaartje mooi aansluit bij dat van je andere tools, zoals je portfolio, briefpapier of website. Je kan je visitekaartje doen opvallen door het gebruik van een niet voor de hand liggende papiersoort of een speciaal materiaal. Hou er wel rekening mee dat het gemakkelijk hanteerbaar moet zijn. Speel met het ontwerp: zo valtn een kaartje met een formaat buiten de standaardafmetingen/-vormen meer op. Maak je visitekaartje persoonlijker door er bijvoorbeeld een foto van één van je beste werken op te plaatsen. Kies een duidelijk beeld (foto, illustratie of logo) en zet op de andere kant je praktische informatie. Je kan een visitekaartje zelf ontwerpen of een beroep doen op een vormgever. Wil je de kosten drukken, ontwerp dan zelf een kaartje en laat het drukken. Online vind je gemakkelijk verschillende aanbieders en kan je snel prijzen vergelijken. Vermijd websites die gratis kaartjes aanbieden. Meestal geven ze enkel een standaard lay-out met op de achterkant het logo van de drukkerij. Dat maakt geen beste indruk. Staat er toevallig een fout op je kaartje of verander je van adres, laat dan nieuwe kaartjes drukken. Doorhalen en aanpassen met balpen of potlood staat slordig en geeft een foute indruk.
- 63 -
Flyer/uitnodiging
Poster/affiche
Een expositie in het vooruitzicht? Dan kan het handig zijn om uit te pakken met een flyer of uitnodigingskaart. Die kan je, net als een visitekaartje, meenemen als je op stap gaat. Of je kan ze via de post versturen.
Net zoals een flyer kan ook een goede affiche wonderen doen voor je tentoonstelling. Hang de affiche op strategische plaatsen en spreek zo het publiek aan dat je wil bereiken. Een affiche is een blikvanger! De kunst is dan ook om je affiche te laten opvallen.
Voorzie je uitnodiging van de juiste informatie: • • • • • • •
titel van de tentoonstelling deelnemende kunstenaars locatie datum en uur van de vernissage openingstijden contactgegevens van de organisator sponsors
Zorg er ook hier voor dat de flyer bij de stijl van je werk past. Besteed opnieuw voldoende aandacht aan de vormgeving en zorg dat alle informatie duidelijk leesbaar is. Hou het sober en stijlvol. Mooie en verzorgde uitnodigingskaarten worden vaak bijgehouden en zelfs verzameld. Leg je flyers op verschillende strategische plaatsen zoals musea, cafés en winkels. Vraag wel steeds toestemming. Een digitaal ontworpen flyer kan je ook gemakkelijk omzetten naar een pdf-formaat. Zo kan je via e-mail je contacten op de hoogte brengen. Het kan je heel wat kosten besparen. En misschien sturen je vrienden je digitale uitnodiging door naar andere contacten, zodat je nog meer mensen bereikt. Uiteraard kan je die uitnodiging ook op je website plaatsen of via sociale netwerksites verspreiden.
- 64 -
Hier is het dan ook nog een stuk belangrijker om aandacht te besteden aan de opmaak van je affiche en de keuze van je beeld. Zoek een vorm die er uitspringt. Speel met een sterk kleurgebruik, of een woord dat de AANDACHT trekt. Gebruik ook hier niet te veel tekst. Less is more. Laat de belangrijkste informatie eruit springen. Werk aan de vormgeving van je tekst: • • • •
kies voor een mooi lettertype. gebruik geen hoOfdLeTters en kleine letters door elkaar. pas op met vet en cursief beperk het aantal gebruikte lettertypes
Maak je affiche niet te chaotisch. Onderschat niet hoe moeilijk het is een sterke affiche/flyer/uitnodiging te ontwerpen. Durf dus ook een beroep doen op een vormgever. Vraag bij het ophangen van affiches steeds de toestemming van de eigenaar of verantwoordelijke van de ruimte. Hang affiches in de openbare ruimte enkel op plaatsen waar het is toegestaan. Voorzie op je evenement enkele exemplaren van je affiche om mee te geven aan geïnteresseerde bezoekers. Vermeld op je affiche steeds een verantwoordelijke uitgever.
Pers Organiseer je een groot evenement zoals een kunstbeurs, open atelierroute of grote expositie? Overweeg zeker om de pers in te lichten, want het is de ideale manier om een groot aantal mensen te bereiken. Daarbij is het belangrijk dat je dat op het juiste moment en op de juiste manier doet. Je kan werken met een persbericht, een persuitnodiging en een persmap. Bedenk op voorhand goed wie je wil bereiken, aan welke media je je informatie wil bezorgen en wat je precies wil vertellen. Persbestand Zoek in je netwerk en online naar mensen van (cultuur-) redacties. Die vind je doorgaans terug op de websites van kranten, radiozenders en televisieprogramma’s. Heeft je evenement eerder een lokaal karakter, concentreer je dan op de lokale pers. Het kan ook interessant zijn om actieve bloggers of Facebookgebruikers te contacteren. Persbericht Wil je nationale of lokale pers informeren over een evenement, dan kan je hen een persbericht sturen. In zo een bericht licht je je evenement helder en bondig toe. Datum, plaats, thema, bedoeling en andere praktische informatie zijn natuurlijk onontbeerlijk. Probeer je bericht tot maximum 1 à 2 pagina’s te beperken. Bedenk op voorhand wat de nieuwswaarde van je activiteit is: vindt het evenement voor de eerste keer plaats? Welke kunstenaars, curatoren, … werken mee en willen zij interviews geven? Vermeld ook zeker wie organiseert. Je stuurt het best enkele weken op voorhand je persbericht uit. Persuitnodiging Wil je journalisten en fotografen uitnodigen voor een persmoment bij je activiteit, bezorg hen dan een persuitnodiging met alle praktische informatie. Geef ook duidelijk mee waar ze zich aan kunnen verwachten: krijgen ze toegang tot alle activiteiten? Mogen ze overal foto’s maken? Zijn er mensen die ze kunnen interviewen? Geef duidelijk je contactgegevens mee zodat geïnteresseerde pers je kan bereiken om een eventueel bezoek voor te bereiden. Een persuitnodiging verstuur je best ongeveer twee weken op voorhand.
Persmap Voor geïnteresseerde journalisten bereid je best een persmap voor. Waar je in een persbericht of persuitnodiging de informatie beperkt houdt en focust op de nieuwswaarde, kan je in een persmap een evenement wat diepgaander toelichten. Wat kan er allemaal in een persmap? • programma en informatie over het thema • informatie over de deelnemers • informatie over de organisator • (indien relevant) informatie over de locatie • praktische informatie (adres, openingsuren, plattegrond, contactgegevens organisator) • beeldmateriaal en een link waar pers dit beeldmateriaal kan downloaden (geef duidelijk aan of er copyright moet worden vermeld) • vermelding van partners en sponsors • link naar website en sociale media • drukwerk (poster, flyer, …) Maak je persmap ten laatste enkele dagen voor het evenement op, en stuur ze eventueel op voorhand via mail naar perscontacten van wie je weet dat ze geïnteresseerd zijn. Dat doe je best samen met een korte begeleidende mail waarin je duidelijk de contactgegevens van de persverantwoordelijke opneemt. Zo hoeven ze op de redactie niet de hele persmap uit te vlooien om te vinden wie ze kunnen contacteren. Aan de aanwezige pers kan je ter plaatse een persmap meegeven. Het is belangrijk dat de map aansluit bij de stijl van je flyers en website en verzorgd oogt. Je kan voorstellen om hen de persmap ook digitaal door te sturen. Zorg er in dat geval voor dat je dat ook snel kan doen via een computer of smartphone. Contact met de pers Komen er journalisten of fotografen langs? Zorg dat iemand van de organisatie hen verwelkomt en wegwijs maakt. Hou er rekening mee dat journalisten misschien iemand van de organisatie of deelnemers willen interviewen. Spreek op voorhand duidelijk af wie als woordvoerder optreedt en wat de boodschap is aan de pers. Vraag wanneer een verslag gepubliceerd of uitgezonden wordt, en hou de contactgegevens van de pers bij zodat je hen bij een volgend evenement gericht kan aanschrijven.
- 65 -
Tot slot Jezelf profileren en een plaats veroveren in de kunstwereld is absoluut niet het belangrijkste aspect van bezig zijn met je kunst. Het artistieke traject dat je aflegt, wat je in je werk zoekt en legt, blijft uiteraard veruit het voornaamste. Vooraleer je stappen onderneemt om de buitenwereld kennis te laten maken met je beeldend werk, kan je dus best de vraag voor ogen houden wat je precies wil bereiken en of je er klaar voor bent. Maar acht je het moment rijp om naar buiten te treden, dan hopen we dat je gebruik maakt van de tips die je hier vond. We wensen je in elk geval veel succes!
- 66 -
COLOFON Een publicatie van KUNSTWERKT Teksten: Petja Gekiere, Geoffrey De Beer, Sofie Dewulf, Katrien Boogaerts en Ankelien Kindekens Foto’s: Joris Luyten Vormgeving: Heartwork.be Druk: Stevens Print Depotnummer: D/2014/11.044/1. ISBN-nummer: 9789081403467 Verantwoordelijke uitgever: Katrien Boogaerts - Bijlokekaai 7c - 9000 Gent
Met dank aan: Greet Van Autgaerden, Stef Van Bellingen, Franky Michielsen, Delphine Deguislage, Karin Borghouts, Wouter De Bruycker, Frederik Van Laere, Sarah De Vos, Denie Put, Els Wuyts, Nikolaas Demoen, Posture Editions, Karina Beumer, Mathias Mu, Katleen Vinck, Boy & Erik Stappaerts, Ronny Van de Velde, Timo van Grinsven, Paul Van Hoeydonck, Annelies Nagels, Claudine Hellweg, Bart Vanderbiesen, Collectief Fase
KUNSTWERKT is er voor elke actieve kunstbeoefenaar in Vlaanderen met atelierbezoeken, feedbacksessies, workshops en projecten. Wie tentoonstellingsplannen heeft, kan bij KUNSTWERKT terecht voor een tentoonstellingspolis, betaalbare sokkels, een checklist tentoonstellen en een praktijkboek. Het tweemaandelijks tijdschrift KUNSTLETTERS toont nieuwe tentoonstellingen, verrassende technieken, projecten en boeken en laat het werk zien van inspirerende kunstenaars. Op www.kunstwerkt.be kan iedere beeldende kunstbeoefenaar eigen tentoonstellingen aankondigen, zoekertjes plaatsen of werk tentoonstellen in de webgalerie. KUNSTWERKT vzw is erkend op het decreet amateurkunsten van 22 december 2000.
de
KUNST van het
PRESENTEREN Je maakt kunst en bent klaar om naar buiten te treden met je werk? Of je wil je kunst nog uitgebreider op de kaart zetten? Dit boek helpt je mee op weg. Hoe leren cultuurcentra, galeries, curatoren en kunstorganisaties je kennen? Hoe kan een portfolio je werk op een aantrekkelijke manier presenteren? En welke andere middelen kan je inzetten om jezelf en je beeldend werk helder en efficiĂŤnt voor te stellen? Aan de hand van heel wat voorbeelden uit de praktijk doet dit boek je tal van bruikbare tips aan de hand. Kunstenaars tonen hun portfolio, spreken over hun ervaringen met netwerken en vertellen op welke manier zij promotie voeren voor hun werk. Je vindt in het boek boeiende interviews met galeriehouders, curatoren en kunstenaars die elk hun kijk geven op de kunstpraktijk in Vlaanderen. Verschillende meningen, vaak botsende visies waar je heel wat van opsteekt, maar die ook goed aantonen dat er geen algemeen geldende regels zijn, geen grote waarheden. Elke kunstenaar legt een eigen, specifiek parcours af. Dit boek is dan ook geen kant-en-klaar stappenplan dat je gegarandeerd succes brengt. Maar de vele tips, informatie van insiders en praktijkvoorbeelden helpen je zeker in je spannende zoektocht naar een publiek.
een uitgave van