GROENE VERSTEDELIJKING EN GEZONDHEID
Kristian Vukadinovic
ARTIKEL
Een pleidooi voor het combineren van een verstedelijkingsbeleid met een groene verstedelijking
Groene verstedelijking gericht op gezondheid Een pleidooi voor het combineren van een verstedelijkingsbeleid met een groene verstedelijking Kristian Vukadinović vukakris@hotmail.com
April, 2011
Abstract – Het stedelijk groen in Nederland is in de laatste jaren in kwantiteit en kwaliteit afgenomen ten gevolge van een actief verstedelijkingsbeleid en bezuinigingen. In de steden bestaat een groot tekort aan groene recreatiemogelijkheden. Dit heeft als gevolg dat het gebruik van stedelijk groen is verminderd en dat de inwoners minder tevreden zijn over het groen in hun stad. Onderzoeken hebben uitgewezen dat het gebruik van stedelijk groen een positief effect heeft op de gezondheid van de mens. Om de gezondheid van de inwoners van steden te verbeteren is een vaker gebruik van stedelijk groen nodig. Het gebruik van stedelijk groen wordt bepaald door de bereikbaarheid, kwaliteit en kwantiteit. Het verbeteren van deze waarden zal lijden tot een hoger gebruik en daarmee tot een betere gezondheid van de inwoners van steden. Key words – verstedelijking, stedelijk groen, gezondheid, gebruik
1 Introductie De laatste jaren voert het rijk een actief verstedelijkingsbeleid. Hiermee wordt getracht krachtige steden te ontwikkelen en het platteland vitaal te houden. Dit beleid heeft echter nadelige punten. De kwantiteit en kwaliteit van het groen in en om de stad is de afgelopen tientallen jaren merkbaar verminderd. Mede door het beleid voor de compacte stad is veel groen verdwenen. Sportvelden en volkstuincomplexen zijn vaak naar de stadsrand verplaatst, groene plekken bebouwd. Door de hoge grondprijzen hebben nieuwe wijken vaak een hoge woningdichtheid en weinig groen. In en rond de steden bestaat door dit alles een groot tekort aan groene recreatiemogelijkheden. Bovendien voldoet het
aanwezige groen vaak niet aan de huidige kwaliteitseisen: in veel gevallen is het versnipperd en matig toegankelijk (NotaRuimte, 2006). Onderzoek toont aan dat er in Nederland recreatieve groentekorten zijn. Deze tekorten manifesteren zich met name in stedelijke netwerken met een grote ruimtedruk en lijken mede veroorzaakt door de beperkte realisatie van groene plannen (Kempenaar et al., 2009). In de stadskernen heeft één op de drie inwoners geen groene ruimte voor doordeweeks gebruik binnen bereik (Hermy et al., 2005). Niet alleen zijn de tekorten vooral aanwezig in de grote steden, ook de tevredenheid van bewoners in de vier grote steden over de groen in hun buurt ligt lager
1
dan het landelijk gemiddelde (de Boer and de Groot, 2010). Dit artikel onderzoekt het effect van het gebruik van groen op de gezondheid van de mens in een stedelijke omgeving. Dit wordt gedaan aan de hand van de aanwezige informatie in de bestaande literatuur. Hierdoor worden argumenten en advies gegeven voor het voeren voor een positief groenbeleid in grote steden. De effecten van stedelijk groen worden naast elkaar gelegd. Hierna wordt de kwaliteit, kwantiteit en bereikbaarheid van het groen, die het gebruik bepalen, aan de orde gesteld. Deze waarden hebben allen een verschillende uitkomst op het gebruik en dus op het effect op de stedeling. Hieruit wordt per waarde een conclusie getrokken en wordt de mate van invloed op de gezondheid van de mens bepaald en wordt tevens advies gegeven.
2 Effect op de gezondheid Stedelijk groen wordt hier aangeduid als ruimte binnen de grenzen van een stad dat openbaar toegankelijk is en een hoge vegetatiegraad heeft (Schipperijn et al., 2010b). Ruimten als de Vondelpark in Amsterdam en het Noorderplantsoen in Groningen zijn hier voorbeelden van. Meerdere onderzoeken wijzen uit dat gebruik of bezoek van stedelijk groen in een stedelijk gebied een positief effect heeft op de gezondheid. Het gebruik van stedelijk groen heeft een positief effect op het stressniveau en op het aantal gezondheidsklachten van bewoners (van den Berg et al., 2010) en op de mentale gezondheid (de Vries et al., 2003). De aanwezigheid van parken zorgt voor een toenemende fysische activiteit onder bewoners, wat een positief effect heeft op de gezondheid (McCormack et al., 2010). Het gebruik van groene ruimten geeft mogelijkheid tot sociale contacten, wat de psychologische gezondheid verbetert (8). Er zijn niet alleen effecten op de gezondheid op de mens van groen op grote schaal, zoals stedelijk groen. Zelfs op kleine schaal is er een effect zichtbaar. Patiënten in een ziekenhuis vertonen bijvoorbeeld minder stress en hebben een sneller herstel als ze kunnen gebruik maken van groene ruimten binnen het ziekenhuis (van den Berg and van
Winsum-Westra, 2006). Een positief effect is zelfs toonbaar bij het toepassen van niet levend groen, zoals afbeeldingen en videobeelden (Ulrich et al., 1991)
3 Gebruikswaarden Om het actief verstedelijkingsbeleid gepaard te laten gaan met een groene verstedelijking moeten de waarden bekend zijn die het gebruik van het groen bepalen. In de literatuur zijn de volgende drie waarden naar voren gekomen: bereikbaarheid, kwaliteit en kwantiteit.
3.1 Bereikbaarheid Het gebruik van stedelijk groen is afhankelijk van de bereikbaarheid, oftewel de afstand (McCormack et al., 2010). Als de afstand tot stedelijk groen groter wordt dan neemt het gebruik ook af (Schipperijn et al., 2010a). Het bezoeken van stedelijk groen met de auto vanwege de grote afstand schrikt mensen af. Een bezoek wordt vaker en liever lopend afgelegd (McCormack et al., 2010). De bereikbaarheid is één van de drie waarden die het gebruik bepalen. De dichtstbijzijnde groene ruimte wordt in gevallen niet altijd het vaakst gebruikt. Redenen hiervoor zijn een lage kwantiteit en kwaliteit (Schipperijn et al., 2010b). Een kleine stedelijke groene ruimte met een slechte afstemming op de wensen van de bewoners, is voor veel bewoners hierdoor niet de meest gebruikte groene ruimte, ongeacht de korte afstand. Zij zullen kiezen voor een ruimte die groter is en meer naar hun wensen voldoet, zolang ze een goede mobiliteit hebben. Voor groepen met een slechte mobiliteit is een korte afstand tot stedelijk groen van groter belang dan voor mensen die zich wel makkelijk kunnen verplaatsen (Schipperijn et al., 2010b). De categorieën van stedelijk groen zijn hiërarchisch opgebouwd. Als een categorie groter wordt in oppervlakte, dan zijn de bewoners bereid een grotere afstand af te leggen om deze te bereiken ( zie tabel 1). Om aan de minimale afstanden te voldoen moet het aantal buurtgroen ruimten in een stad vanzelfsprekend groter zijn dan het aantal stads(deel)parken.
3.2 kwaliteit Naast de bereikbaarheid is ook de kwaliteit van het stedelijk groen van belang voor het gebruik ervan (McCormack et al., 2010). Het gebruik van stedelijk groen is afhankelijk van de doelgroep die er gebruik van maakt (Schipperijn et al., 2010b). Ouderen hebben andere wensen wat betreft de inrichting van stedelijk groen dan bijvoorbeeld jongeren. Mensen met kinderen willen vooral gebruik maken van groene ruimten met kwalitatieve speelruimten. Ze zijn hiervoor bereid een verdere afstand af te leggen, als het stedelijk groen in hun buurt deze speelruimten niet heeft (McCormack et al., 2010). De aanwezigheid van sportvelden zorgt voor een toenemend gebruik bij actieve mensen (Floyd et al., 2008). Een slecht onderhoud met de aanwezigheid van afval en vandalisme zorgt daarentegen voor een afnemend gebruik (Gobster, 2002). Speelplekken in slechte staat, weinig grasvelden en oneven wandelpaden zorgen voor een ergernis bij bezoekers, wat het bezoek nadelig beïnvloedt (McCormack et al., 2010).
De esthetische waarde heeft ook een invloed op het gebruik. Bloemenbedden waterpartijen, tuinen en de soorten bomen hebben hier een positieve invloed op (McCormack et al., 2010). 3.3 kwantiteit Tabel 1 laat zien dat met een toenemende grootte van stedelijk groen, de hoeveelheid voorzieningen ook mee moet groeien. Een grote verscheidenheid aan voorzieningen vergroot de kwaliteit van het groen en hierdoor zal het gebruik toenemen, doordat het bezoekers uit een ruime omgeving trekt. Een stadspark van 10 ha heeft bijvoorbeeld een groot aantal voorzieningen en hierdoor kwaliteiten. Een categorie als buurtgroen zal voornamelijk alleen bedoeld zijn voor zijn buurtbewoners en heeft hierdoor een beperkt gebruik. Zoals aangegeven is de groenstructuur van een stad een hiërarchisch patroon. Het aanzienlijk verhogen van de kwantiteit van een stadspark(en) verstoort dit patroon en dit zal de efficiëntie van een park sterk verminderen (Van Herzele et al., 2000).
Voor het gebruik van groene ruimten zijn openplekken en hun grootten van belang. Voor passiefgebruik is een minimale radius van zes meter vereist en verdere grootten en vormen hebben verder weinig invloed. Voor actief gebruik, zoals het uitoefenen van een sport, moet er voldoende open plek aanwezig zijn om de activiteit te kunnen laten plaats vinden. Obstakels als bomen verminderen het gebruik voor sportieve doeleinden aanzienlijk (Golicnik and Thompson, 2010).
4 Beperkingen Er zijn een aantal beperkingen aanwezig in het literatuuronderzoek die genoemd moeten worden voordat de resultaten geïnterpreteerd kunnen worden. Een groot hoeveelheid van de bronnen heeft een subcategorie van stedelijk groen als onderzoeksonderwerp, zoals een park of een groenstrook Hier moet rekening mee worden gehouden voor het vertalen van de resultaten van deze subcategorieën naar de hoofdcategorie, namelijk stedelijk groen. Een groot aantal van de onderzoeken zijn niet verricht in Nederland en daarbij moet rekening worden gehouden voor het vertalen naar Nederlandse omstandigheden. Sociaaleconomische variabelen zoals geslacht, leeftijd en afkomst zijn niet of nauwelijks in het onderzoek opgenomen. De hoeveelheid literatuur dat de kwantiteit en het gebruik van groene ruimten onderzoekt is in een beperkte hoeveelheid aanwezig.
5 Conclusie Het gebruik van stedelijk groen heeft een positief effect op de gezondheid van de mens. Het vermindert onder andere het stressniveau en het aantal gezondheidsklachten. Er is een toenemende fysische activiteit en sociale contacten worden bevorderd. Het gebruik is afhankelijk van de bereikbaarheid, kwaliteit en kwantiteit. Door het verbeteren van deze waarden zal het gebruik toenemen en daarmee ook de gezondheid van de bewoners van een stad. Een korte afstand tot stedelijk groen heeft een positief effect op het gebruik. De afstand is van groter belang bij doelgroepen met een slechte
mobiliteit dan bij mensen die zich makkelijk kunnen verplaatsen. De kwaliteit van het stedelijk groen is af te lezen aan het onderhoud van het park, de esthetische waarde en het aantal en de diversiteit van de voorzieningen voor de verschillende doelgroepen. De kwaliteit is afhankelijk van de doelgroep. Elke doelgroep heeft andere wensen. De kwantiteit brengt een groter en diverse aanbod aan voorzieningen met zich mee. Dit verhoogt de kwaliteit van deze ruimten. Het verhogen van de kwantiteit heeft grenzen. De categorieën van stedelijk groen bevinden zich in een hiërarchisch patroon. Het is niet efficiënt om dit patroon te verstoren. De drie waarden vertonen een relatie met elkaar. Door het verhogen van een van de waarden, worden ook de andere waarden beïnvloed.
6 Advies De kwaliteit en hoeveelheid groen in een stedelijke omgeving is in de afgelopen tientallen jaren verminderd en inwoners van de vier grote steden zijn minder tevreden over de groen in hun stad dan het landelijk gemiddelde. Aangetoond is dat stedelijk groen een positief effect heeft op de gezondheid van de mens. Hierdoor moeten gemeenten meer gaan investeren in het stedelijk groen om voor een betere gezondheid en tevredenheid van hun burgers te zorgen. Om het gebruik te verhogen moet er worden geïnvesteerd in de kwaliteit, bereikbaarheid en kwantiteit van het stedelijk groennetwerk. Steden hebben baat bij een hiërarchische opbouw van hun groennetwerk. Voor een indicatie voor de grootten, soorten en afstanden voor het groen is tabel 1 een bruikbaar middel. Daar waar geen ruimte meer is om de kwantiteit te verhogen, moet er worden geïnvesteerd in de bereikbaarheid en kwaliteit van de bestaande groene ruimten om het gebruik te verhogen. De kwaliteit is afhankelijk van de doelgroep die er gebruik van maakt. Voor het afstemmen van de wensen van de doelgroepen op het stedelijk groen is het verstandig om een onderzoek te verrichten naar de wensen van die doelgroepen die er gebruik van maken.
Voor doelgroepen die een slechte mobiliteit hebben moet het stedelijk groen zich op een korte afstand bevinden. Dit kan bereikt worden door woningen voor deze doelgroepen te creëren die zich nabij groene ruimten bevinden.
7 Literatuur DE BOER, T. A. & DE GROOT, M. 2010. Belevingswaardenmonitor Nota Ruimte 2009. WOt rapporten. Wageningen. DE VRIES, S., VERHEIJ, R. A., GROENEWEGEN, P. P. & SPREEUWENBERG, P. 2003. Natural environmentsöhealthy environments? An exploratory analysis of the relationship between greenspace and health. Environment and Planning A, 35, pages 1717 ^ 1731. FLOYD, M. F., SPENGLER, J. O., MADDOCK, J. E., GOBSTER, P. H. & SUAU, L. J. 2008. Park-based physical activity in diverse communities of two U.S. cities An observational study. American Journal of Preventive Medicine 34, 299–305. GOBSTER, P. H. 2002. Managing urban parks for a racially and ethnically diverse clientele. Leisure Sciences, 24, 143–159. GOLICNIK, B. & THOMPSON, C. W. 2010. Emerging relationships between design and use of urban park spaces. Landscape and Urban Planning, 94, 38– 53. HERMY, M., HEYN, M., DECUYPERE, Y. & SCHAUVLIEGE, M. 2005. Groen, ruggengraat voor een hedendaagse maatschappij. Brussels. KEMPENAAR, A., VAN DE LAAR, S. & VAN RIJCKEVORSEL, P. 2009. Verkenning Verstedelijking en Groen. Wageningen: Alterra. MCCORMACK, G. R., ROCK, M., TOOHEY, A. M. & HIGNELL, D. 2010. Characteristics of urban parks associated with park use and physical activity. Health &Place, 16. NOTARUIMTE 2006. Nota Ruimte: ruimte voor ontwikkeling. In: VROM, M. V. (ed.). Den Haag. SCHIPPERIJN, J., EKHOLMB, O., STIGSDOTTERA, U. K., TOFTAGERB, M.,
BENTSENA, P., KAMPER-JØRGENSEN, F. & RANDRUPA, T. B. 2010a. Factors influencing the use of green space: Results from a Danish national representative survey. Landscape and Urban Planning, 95, 130–137. SCHIPPERIJN, J., STIGSDOTTER, U. K., RANDRUP, T. B. & TROELSEN, J. 2010b. Influences on the use of urban green space – A case study in Odense, Denmark. Urban Forestry & Urban Greening, 9. ULRICH, R. S., SIMON, R. F., LOSITO, B. D., FIORITO, E., MILES, M. A. & ZELSON, M. 1991. Stress recovery during exposure to natural an urban enviroments. Journal of enviromental psychology, 11. VAN DEN BERG, A. & VAN WINSUM-WESTRA, M. 2006. Ontwerpen met groen voor gezondheid. Wageningen: Alterra. VAN DEN BERG, A. E., MAAS, J., VERHEIJ, R. A. & GROENEWEGEN, P. P. 2010. Green space as a buffer between stressful life events and health. Social Science & Medicine, 70, 1203–1210. VAN HERZELE, A., WIEDEMANN, T., VAN OVERMEIRE, M., CLAES, J. & VAN WALSUM, E. 2000. Stedelijk milieu. Milieu- en natuurrapport Vlaanderen: scenario’s. Leuven.