1 minute read

Fietsen, vloggen en volgen

Auteur: Vrouwke Klapwijk

‘Wie er het eerst is?’ Jaron draait zich om. Zijn zus Nienke loopt achter hem. Hij zet één voet naar voren. Klaar om hard weg te rennen. ‘Ho! Dat is niet eerlijk.’ Nienke grijpt Jaron bij zijn rugtas. ‘Gelijk starten. Anders heb jij een voorsprong.’ ‘Maar ik ben jonger. Laat me los, Nien.’ ‘Ja, ja. Dat zeg je nu. Als het jou uitkomt. JIJ wilt een wedstrijdje doen.’ ‘Laat maar,’ bromt Jaron. ‘Het hoeft al niet meer.’

Jaron sloft over de stoep verder naar huis. Het is kwart voor drie geweest. Dan gaat hun school uit. Mama haalt hem niet meer op. ‘Je bent nu al zo groot. Je loopt met Nienke mee naar huis. Elin slaapt nog vaak om die tijd.’ Jaron kijkt op. Nog een paar meter.

Dan is hij bij het rood-witte paaltje. Daar wordt de weg smaller. En de stoep breder. Vandaar is het dertien stappen naar huis. Dertien even grote stappen. Dan sta je voor het hek van de tuin. Maar neem je te grote passen… Dan zijn het er twaalf. Of elf. Hij heeft het één keer in acht stappen gehaald. Je kunt ook kleine stappen nemen. Dan kom je op vijftien of zestien. Eén keer had hij er 64. Toen deed hij voet tegen voet. Vandaag wil hij er weer dertien halen. ‘Eén, twee, drie…,’ zegt hij zacht. Bij elke tel zet hij een stap. ‘Acht, negen…’ Vanuit zijn ooghoek ziet hij hun huis. ‘…twaalf, DERTIEN!’

Jaron eindigt pal voor het hek. ‘Wat doe je toch?’ Nienke duwt het hek open. ‘Ik moest dertien halen. Vanaf het paaltje tot het hek.’ ‘Je bent niet lekker. Wie doet dat nou? Waarom geen twaalf of veertien?’ ‘Daarom niet.’

This article is from: