4 minute read
Een kijkje achter de schermen Kennismaking met de makers van Kind op Zondag
Verschillende leeftijden in een groep – hoe doe je dat?
Het begeleiden van de kindernevendienst is leuk en inspirerend. Én het kan een uitdaging zijn, bijvoorbeeld als de kinderen verschillende leeftijden hebben. Hoe ga je daarmee om? In dit artikel vind je een paar tips en gedachten om mee te nemen.
Vertel het verhaal
Het begint vaak bij het vertellen van het (Bijbel-)verhaal. En dat verhaal hoeft niet vergemakkelijkt of juist uitgebreid te worden. Er hoeft ook niet van alles bij bedacht of uitgelegd te worden. Laat het verhaal ‘zijn verhaal doen’. En blijf daarin dicht bij jezelf. Misschien komen er beelden en gedachten op bij het vertellen. Deel die dan met de kinderen. Hoe meer het verhaal vanuit jou zelf verteld wordt, hoe meer de kinderen daarop aan zullen haken.
Het is niet snel te moeilijk of te makkelijk
Ook oudere kinderen zullen genieten van een verhaal met veel plaatjes en jongere kinderen hebben het echt niet nodig dat u met een hoge stem of verkleinwoorden praat. Als uw houding uitnodigend is, uw taalgebruik eenvoudig en direct, dan zullen kinderen betrokken zijn.
Laat de kinderen zelf hun vragen bedenken
Heeft u het verhaal verteld, vraag dan de kinderen welke vraag ze kunnen bedenken bij het verhaal. Dat kan een vraag over het verhaal zijn, maar ook een vraag aan een verhaalpersonage. Dit geeft meteen een goed beeld van wat bij elk kind is blijven hangen of wat misschien niet goed overgekomen is. Inventariseer de vragen en ga samen op zoek naar de antwoorden.
Geef kinderen de keuze op welke manier zij willen verwerken wat ze hebben gehoord
Na de vertelling en een aantal gespreksvragen kunnen de kinderen zelf nadenken over hoe zij verder willen gaan. Daar kunt u suggesties voor geven. Misschien willen ze het verhaal tekenen of een deel ervan uitspelen. Of bedenken ze een passend spel of bouwwerk. Ieder maakt zijn/haar eigen keuze, gaat aan de slag en laat het resultaat aan de rest zien.
Laat jong en oud samenwerken
Geef opdrachten en maak maatjes van jong en oud om samen aan de slag te gaan. Zorg ervoor dat ook het jongste kind iets in te brengen heeft. Geeft u bijvoorbeeld de opdracht om een woordveld bij het verhaal te maken, laat dan de jongste kinderen kiezen op welk papier en met welke kleuren dit gebeurt. Of laat het oudste kind de woorden die ze bedenken eerst op een apart blaadje schrijven zodat het jongste kind deze na kan schrijven en op het echte papier kan zetten.
En maak soms wel het onderscheid
Zorg bijvoorbeeld voor twee verwerkingsopdrachten waarvan de ene wat meer uitdaging biedt. Ook dan kunnen kinderen vrij kiezen. U zult zien dat ze automatisch kiezen voor de opdracht die het best past bij hun niveau. (En doen ze dit de eerste keer niet, dan zal de ervaring hen leren het de volgende keer wel te doen.)
Vraag om input
Dat is misschien wel de belangrijkste tip. Vraag kinderen zelf welke ideeën en wensen zij hebben. Benoem de verschillen in leeftijd en laat de kinderen hier zelf over meedenken. Zo maakt betrekt u hen bij het proces en werkt u samen aan een prettige en zinvolle bijeenkomst. Werkt u met een groep met verschillende leeftijden? En heeft u ideeën of tips? Deel ze met ons! U kunt mailen naar kindopzondag@kwintessens.nl.
Om te bewaren: Activiteiten voor in de kindernevendienst
De drie belangrijkste woorden
Vraag na het vertellen van het verhaal: Als je iets over dit verhaal zou vertellen, welke woorden zou je dan gebruiken? (Het hoeven niet per se woorden te zijn die letterlijk in het verhaal voorkwamen.) Verzamel samen zoveel mogelijk woorden en maak een top drie. Schrijf deze drie woorden op gekleurde vellen en neem ze mee als de kinderen teruggaan naar de kerkzaal.
Raad het verhaal
Noem het thema van deze zondag. Kennen de kinderen een Bijbelverhaal dat hierbij zou kunnen passen? Of kunnen ze zelf een verhaal verzinnen dat hierbij past?
Interview
Houd een interview met een persoon uit het verhaal. Een kind speelt deze persoon, de andere kinderen mogen vragen stellen.
Lego enzo
Zorg voor een grote bak met Lego, Playmobil of ander materiaal. Laat de kinderen het verhaal namaken met dit materiaal. Of laat hen een nieuw verhaal maken of een vervolg op het verhaal uitspelen. Film of fotografeer het resultaat en deel het met de rest van de gemeente.
Bedenk een vraag
Laat na het verhaal elk kind een vraag bedenken. Schrijf de vragen op aparte briefjes en stop ze in een doos. Maak op het eind groepjes en laat elk groepje één of meerdere vragen bespreken. Bespreek ook welke vragen al (deels) zijn beantwoord tijdens dit samenzijn.
Tentoonstelling
Laat de kinderen de voorwerpen in de ruimte goed bekijken en één voorwerp uitkiezen dat volgens hen het meest past bij het verhaal dat verteld is. Om de beurt vertellen ze elkaar wat ze hebben gekozen en waarom.
Doodle
Alle kinderen doen aan het begin hun ogen dicht en tekenen een aantal lijnen op hun papier. Op het eind bekijken ze hun tekening. Wat zien ze erin? En hoe past het bij wat ze gedaan hebben? Ze maken de tekening af en vertellen elkaar over het eindresultaat.