Landschap Jaargang 2 - nummer 4 - oktober – november – december 2012 Driemaandelijks tijdschrift van Landschap vzw. Verschijnt in januari, april, juli en oktober. Erkenning P 913043
Ontdek De Meinweg Otter in opmars
Grenzeloos genieten in de Kalmthoutse Heide Avontuur langs de Ourthe
COLOFON Landschap is het driemaandelijkse tijdschrift voor leden van Landschap vzw.
VORMGEVING www.ramdesign.be
REDACTie Jan Loos
Oplage 4 000 ex.
Coverfoto Helmmycena’s - foto: Swa Bouvé www.swanatuurfotografie.be De lidmaatschapsbijdrage van Landschap vzw bedraagt 22 euro per jaar voor het hele gezin. Het abonnement op Landschap is inbegrepen. Lid worden kan door overschrijving van 22 euro op rekening BE70 0688 9316 6125 (BIC = GKCC BEBB) met vermelding ‘nieuw lid via Landschap’.
Verantwoordelijke uitgever Jan Loos p/a Landschap vzw Doornstraat 29 3370 Boutersem +32(0)495-32 53 30 info@landschapvzw.be www.landschapvzw.be
ondernemingsnummer 0837.482.657
COPYRIGHT Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaandelijke toestemming.
Pizzameeuw De voorbije zomer verzorgde Landschap vzw dagelijks geleide wandelingen in natuurgebieden aan de Vlaamse kust. Ons hoofdkwartier was een studio vlakbij de havengeul in Nieuwpoort-Bad. Als je een zomer lang in een badstad verblijft, dan leer je er stilaan de plaatselijke gebruiken kennen. Bijvoorbeeld dat de uitbater van het Italiaans restaurant aan de overkant van de straat elke dag een paar zakken huisvuil komt droppen op onze stoep. Eigenaardig, want voor zijn eigen deur is evenveel plaats… De reden voor het sympathieke gedrag van onze overbuur wordt al snel duidelijk: elke ochtend ligt onze stoep bezaaid met vuilnis, hoofdzakelijk stukken pizza, pasta en mosselschelpen, het werk van zilvermeeuwen die gulzig de huisvuilzakken hebben opengepikt. Zilvermeeuwen zijn alleseters. Jonge meeuwen zouden veel vuilnis eten, maar later, naarmate ze ouder worden, zouden ze meer natuurlijke voedselbronnen aanboren, zoals krabben en ander lekkers dat de zee te bieden heeft. Regelmatige observatie van ‘onze’ zilvermeeuw kan die bewering bevestigen noch tegenspreken: onze meeuw eet zich dagelijks, hoewel reeds volwassen, nog steeds te pletter aan afval, maar ze heeft wel een voorkeur voor ‘frutti di mare’ ontwikkeld… Hoe we zeker weten dat ‘onze’ zilvermeeuw elke dag dezelfde vogel is? Heel simpel: het dier draagt een opvallende kleurring met een lettercombinatie. Helemaal interessant wordt het als we na de zomer op het internet op zoek gaan naar meer nieuws over de pizzameeuw. Meeuw FZ.AB – dat is de lettercombinatie op de kleurring – blijkt in 2006 als jong geringd in de Zeebrugse voorhaven door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). Bij het INBO
wordt FZ.AB wel vaker gemeld door vogelkijkers die de ring hebben afgelezen; ze houden er zelfs een Life History Rapport van hem of haar bij. Blijkt dat de vogel regelmatig ook in andere havens langs de Vlaamse kust te zien is én zichzelf af en toe trakteert op een midweek naar een huisvuilstort in Noord-Frankrijk of de Zeeuwse delta. Om vervolgens altijd weer terug te keren naar Nieuwpoort, want blijkbaar hebben ook meeuwen een hoofdkwartier. Nog intrigerender dan de pizzameeuw zelf, is de dagelijkse observatie van verantwoordelijke burgers die zich uitsloven om de pizzameeuw weg te houden van de vuilniszakken. Hilarische taferelen! Alsof de meeuw het probleem is, en niet de Italiaan die zijn afval aan de overkant dropt, en al zeker niet het stadsbestuur dat elke dag opnieuw zijn personeel de stoep laat schrobben in plaats van zich te buigen over een sorteerbeleid, ook voor toeristen, en een simpele afscherming van het overgebleven restafval met gaas of ingegraven containers. Helemaal achterlijk is het voorstel van een politicus uit Oostende die denkt het meeuwenprobleem te kunnen oplossen door er een beetje op te gaan schieten. Het is niet de pizzameeuw die het probleem is, maar een middeleeuws afvalbeleid in sommige kustgemeenten dat mensen het signaal geeft dat ze à volonté afval kunnen produceren en dat vervolgens gewoon op straat mogen droppen. Ongesorteerd en niet afgeschermd. Ik heb de voorbije zomer ontzettend veel respect gekregen voor zilvermeeuwen. Toegegeven, ze kunnen behoorlijk arrogant zijn, maar ze zijn bovenal bijzonder snugger. Als sommige politici niet alleen de arrogantie maar ook het inzicht van een zilvermeeuw hadden, was het ‘meeuwenprobleem’ al lang opgelost. Jan Loos, afgevaardigd bestuurder
IN DIT NUMMER | oktober 2012 Foto’s: Bart Heirweg (zilvermeeuw) - Johan van de Watering (spinnenweb) - Marc Slootmaekers (ven in heide) - Bob Luijks (beenbreek)
4
Avontuurlijk wandelen langs de Ourthe Le Hérou en Le Cheslé zijn twee imposante rotsformaties tussen Houffalize en La Rocheen-Ardenne. Om ze te ronden, wringt de Ourthe zich letterlijk in bochten. Drieduizend jaar geleden genoten de Kelten hier al van het unieke uitzicht, 90 meter boven het Ourthedal.
12 Fotograaf Johan van de Watering Altijd op zoek naar een origineel standpunt, naar een manier om het alledaagse uit de natuur zo in beeld te brengen dat het plots héél bijzonder wordt. Een gedreven mens die natuurfotografie naadloos doet overgaan in kunst. Dat is Johan van de Watering.
18 De Kalmthoutse Heide Groots en grenzeloos Natuurfotograaf Marc Slootmaekers en auteur Hedwig Lauriks pakken uit met het ultieme boek over het Grenspark De Zoom - Kalmthoutse Heide. Aanleiding voor een reportage over het gebied, mét een wandelkaart en een selectie van de mooiste foto’s uit het boek.
26 Otter komt thuis Nadat hij eerder al in Nederland werd geherintroduceerd, laat de otter zich nu ook in Vlaamse wateren opmerken. In deel 2 van het otterportret ontsluieren we het seksleven van dit speelse zoogdier en bespreken we zijn succesvolle comeback.
36 Wandelsafari door De Meinweg Verscholen in een uitstulping van Nederlands Limburg, helemaal omgeven door Duitsland, ligt het Nationaal Park De Meinweg. Fotograaf Bob Luijks neemt ons mee op een verrassende ontdekkingstocht langs adders en everzwijnen.
46 De natuur in! Het najaar van Landschap vzw zit vol natuurbeleving: gewoon wandelen in knappe natuurgebieden of oog in oog staan met wisenten of everzwijnen. Aan jou de keuze!
4
WALLONIË tekst Jan Loos foto’s Swa Bouvé (swanatuurfotografie.be) Bart Heirweg (bartheirweg.com) David Pattyn (dpwildlife.com) Tom Linster (tomlinster.be) kaart Bob Luijks
Grote bonte specht Foto: Bart Heirweg
Site du Hérou Foto: Swa Bouvé
Avontuurlijk wandelen langs de Ourthe
Van Hérou tot Cheslé Van alle Ardense waterlopen is de Ourthe één van de langste. Bovenlopen inbegrepen doorkruist deze prachtige rivier het Ardennenmassief over een totale lengte van maar liefst 230 km. De allermooiste kronkels maakt de Ourthe tussen Nadrin en Bérismenil, deelgemeenten van respectievelijk Houffalize en La Roche-en-Ardenne. De rivier wringt er zich letterlijk in bochten om de indrukwekkende rotsformaties van Le Hérou en Le Cheslé te ronden.
Les 6 Ourthes Het natuurschoon van Le Hérou laat zich slechts vatten in superlatieven. Maar als we toch één minpuntje mogen aanhalen: de bewegwijzerde wandelingen zijn niet erg doordacht gekozen. Ze starten en eindigen in het centrum van Nadrin; daardoor lopen de eerste en de laatste kilometer van elke wandeling door saaie woonwijken. Wij raden je aan te starten aan de ‘Belvédère des 6 Ourthes’ en hotel ‘Les 5 Ourthes’, verwijzend naar de verschillende bochten van de Ourthe die je vanop dit hoge uitkijkpunt kan overschouwen. De forse kijktoren van Les 6 Ourthes is helaas gesloten, maar die heb je eigenlijk ook niet nodig om van het landschap
te kunnen genieten. Op verschillende plaatsen langs de wandeling ontvouwen zich immers schitterende panorama’s! Voorbij de hotels duik je meteen de woeste natuur in. Door hier te starten, moet je straks wel van de ene op de andere bewegwijzerde route overschakelen om de allermooiste wandeling te maken.
Site du Hérou Le Hérou is een schiereiland omringd door de Ourthe. Deze rotskam van leisteen strekt zich uit over een lengte van 1 400 meter. De Ourthe moet een flinke omweg maken om er omheen te kunnen stromen. Uiteindelijk sleet de rivier hier een smalle bedding uit, omgeven
LANDSCHAP
5
6
door steile hellingen en rotspartijen. Bovenop de kam sta je 90 meter hoger dan de Ourthe, met de rivier zowel links als rechts in de diepte. Waar je uitzicht hebt op de beboste vallei, kan je haar grillige loop volgen. De bijna loodrechte flank van de grote rots is erg kaal, op de vlakkere delen groeien bosbessen, varens, brem en andere struiken. Aan de steile rotswand hangen vaak amateurklimmers te bengelen. Dit is ongetwijfeld ook één van de populairste wandelgebieden van de Ardennen. ‘s Zomers kan het zelfs af en toe druk zijn, met behalve veel wandelaars ook flink wat kajakkers op de Ourthe.
Loodrechte rotswand Voorbij de hotels is er aanvankelijk maar
één pad, dat meteen fors begint te dalen. Wat verder kan je ofwel een paadje langs de rotspunten volgen, ofwel het eerste pad aanhouden. De route op de kam is moeilijker maar meer spectaculair, dankzij de fantastische vergezichten. Hou kinderen aan de hand! Op een bepaald punt kan je – volg de rood-witte GR-markeringen – links afslaan en afdalen naar de Ourthe via kettingen in de rotsen. ‘s Winters en bij regenweer is het hier zeer glibberig, en uitglijden is echt géén optie; het ravijn is dodelijk diep! Toch hoef je heus geen alpinist te zijn; het blijft bij voorzichtig wandelen. Mensen met hoogtevrees verwijzen we niettemin naar de veilige variant (wandelroute 6, groene rechthoek).
LANDSCHAP
Avontuurlijke Ourthe Beneden aan de Ourthe volgen we de rivier naar rechts. Je begeeft je in een nog ongerepte brok natuur. Nu eens is het pad wat ruiger door knoestige boomwortels, omgewaaide bomen of grote rotsblokken waar je over of zelfs langs moet klauteren, dan weer loop je door een woud van varens of groot hoefblad, de ‘wilde rabarber’. Uiteindelijk wordt het pad breder. Aan de volgende splitsing kan je ofwel rechts de steile klim aanvatten naar het startpunt (wandeling 6 in tegenrichting), ofwel de Ourthe verder stroomafwaarts volgen. Bij ‘Les Ondes’ klimt wandeling 6 langs een bosweg omhoog, weg van de rivier. Volg je die bosweg, dan kan je een eind verderop rechtsaf een mooi
bospad inslaan (wandeling FR in tegenrichting) dat na een flinke klim pal op de vertrekplaats uitkomt. Nog verder langs de Ourthe (wandeling 9 in tegenrichting, groen kruisje) kom je bij Le Cheslé.
Le Cheslé Le Cheslé is een woest stukje natuur op een schiereiland in een meander van de Ourthe bij Bérismenil in La Roche-en-Ardenne. Op de top heb je een adembenemend mooi uitzicht over het landschap van de Hoge Ardennen. Eindeloze wouden worden slechts onderbroken door steile rotspartijen en de grillig meanderende rivier diep in het dal. Drieduizend jaar geleden genoten de Kelten hier al van hetzelfde uitzicht…
Acrobatische eekhoorn Foto: David Pattyn
7
8
Keltisch fort Le Cheslé is een oude Keltische site die van de 13de tot de 3de eeuw vóór Christus bewoond werd; een hoog arendsnest temidden van een scherpe Ourthemeander, 80 meter boven de rivier uitstekend. Het Keltisch fort was 12 hectare groot, met een dubbele verdedigingsmuur van 1 750 meter lengte eromheen. Het pad naar de site is uitgesleten als karrenspoor. Al sinds 1960 wordt hier – aan een Ardeens tempo – archeologisch onderzoek gevoerd en worden delen van de site gerestaureerd. De meest in het oog springende reconstructie is een stuk vestingmuur, op de plaats waar die 6 meter hoog was. Dit illustreert de bouwkunst van de Kelten en geeft een idee van het afschrikeffect tegenover mogelijke indringers. Je zou
wel twee keer nadenken alvorens deze vesting aan te vallen!
Gevaarlijke schat Volgens de volkslegende zou dit moeilijk bereikbare oord de schuilplaats van alle elfen zijn. De overlevering wil ook dat in een put gelegen in het centrum van Le Cheslé een fabelachtige schat ligt, die elk jaar aan de oppervlakte komt op Kerstdag, op het moment van de middernachtmis. Wie er zich meester van wil maken, moet een zwarte kip offeren aan de helse geest die in de put huist, en de schatkoffer meenemen zonder ook maar één woord te wisselen. Op een dag besloten 3 stoere boeren van Bérismenil om te proberen de schat binnen te halen. Met een zwarte kip als offerande hadden ze de kist al
LANDSCHAP
bij de hengsels, toen één van hen uitriep ‘We houden de schat!’. Plots veranderde de schat in een gloeiend beest. Van de 3 mannen is nooit nog een spoor teruggevonden… Wees echter gerust; behalve wat pijn in de kuiten – gevolg van de steile klim – zal je niks overkomen!
Muurhagedis Op zomerse dagen zie je soms muurhagedissen zonnebaden op de warme leisteen; bij de minste verstoring duiken ze weg in rotsspleten of onder stenen. De normale lichaamstemperatuur van dit koudbloedig reptiel is 15 graden, maar na een zonnebad kan die oplopen tot 30 graden. Eénmaal opgewarmd, is de hagedis veel sneller en kan ze beter jagen op prooien en vluchten voor vijanden. Van oktober tot maart houdt de hagedis een winterslaap, goed weggestoken in een veilige schuilplaats. In die periode zijn er immers geen insecten waarmee ze zich kan voeden. De winter wordt overbrugd in een nagenoeg comateuze toestand.
Wilde natuur Een flink stuk van onze wandelroute rond Le Hérou en Le Cheslé loopt za-
lig kuierend langs de oevers van de Ourthe. In de zomer is de rivier ondiep en bijna overal goed doorwaadbaar; in de winter en na hevige regen stijgt het water en worden de oeverzones – dus ook het wandelpad – regelmatig overstroomd. Hier en daar is het pad rotsig en loopt het hobbelend langs de Ourthe, over boomstronken en rotsblokken. Een enkele keer moet je als een gekko langs een uitstekende rots boven het water kruipen. Hier kunnen sportieve papa’s en mama’s zich bewijzen tegenover hun kinderen (of afgaan als een gieter)… Hoger op de valleiflanken loop je soms over smalle rotsrichels langs diepe afgronden. Er moet af en toe flink geklommen en afgedaald, met hoogteverschillen tot 90 meter. Ja, dit zijn de échte Ardennen! Laat je echter niet teveel afschrikken, want deze wandeling is te mooi om over te slaan. Je moet heus geen ervaren klimmer zijn om ze tot een goed einde te brengen. Een gezonde portie voorzichtigheid en aandacht voor meewandelende kinderen zorgen ervoor dat je aan deze avontuurlijke tocht alleen maar fijne herinneringen overhoudt.
Le Hérou herbergt een geïsoleerde populatie muurhagedissen. Op zomerse dagen zie je ze zonnebaden op de leisteen.
Muurhagedis Foto: Tom Linster
Wildernisnatuur Foto: Swa Bouvé
IJsvogel met buit Foto: Swa Bouvé
Mos brengt sfeer Foto: Swa Bouvé
9
Ourthe
Les Hatilles
Les Ondes
Le Cheslé
Nadrin Belvédère
Rue du Hérou P
Le Hérou
Inkorting
N8
43
Ourthe
LANDSCHAP
Op stap!
Foto: Tom Linster
Van Hérou tot Cheslé Start
Openbaar vervoer
Op de parking bij de belvédère ‘Les 6 Ourthes’ (voormalig hotel) en het achterliggend hotel ‘Les 5 Ourthes’, Rue du Hérou 72 in 6660 Nadrin, deelgemeente van Houffalize. Nadrin is gelegen langs de N860 van La Roche-en-Ardenne naar Houffalize. Vanuit Luik te bereiken vanaf de afrit 50 (Baraque de Fraiture) of afrit 51 (Houffalize) op de E25 Luik-Neufchâteau. Vanaf afrit 50 neem je de N89 naar La Roche. Vervolgens, net voor Samrée, linksaf naar Bérismenil; die weg brengt je uiteindelijk op de N860 vlakbij Nadrin. Vanuit Namen de N4 volgen tot voorbij Marcheen-Famenne, vervolgens via de combinatie N888/833 of de N89 tot La Roche, en vanuit La Roche de N860 tot Nadrin (= richting Houffalize). Vanop het centrale pleintje in Nadrin, bij het toerismekantoor, de Rue du Hérou volgen tot het doodlopend einde.
Raadpleeg vooraf www.nmbs.be en www.infotec.be • NMBS: station Luik Guillemins • Op weekdagen : TEC – bus 1011 (Liège – Athus) van NMBS-station Luik Guillemins tot halte Dinez N30. Vervolgens TEC – bus 15/3 (Houffalize – Wibrin) van halte Dinez N30 tot halte Nadrin Belvédère (= startplaats). • Op weekdagen : TEC – bus 1011 (Liège – Athus) van NMBS-station Luik Guillemins tot halte Houffalize Aux Cheras. Vervolgens TEC – bus 15/2 (Houffalize – La Roche) van halte Houffalize Aux Cheras tot halte Nadrin Place. Van hieruit 25 minuten wandelen langs de Rue du Hérou tot startpunt. • NMBS: station Marloie • Op weekdagen : TEC – bus 15 (Marloie – La Roche) van NMBS-station Marloie tot halte La Roche Quai de l’Ourthe. Vervolgens TEC – bus 15/2 (La Roche – Houffalize) van halte La Roche Quai de l’Ourthe tot halte Nadrin Place. Van hieruit 25 minuten wandelen langs de Rue du Hérou tot startpunt.
Afstanden Onze avontuurlijke wandeling is een combinatie van verschillende bewegwijzerde routes (delen ook in omgekeerde richting). Kaartlezen is de boodschap! De volledige wandeling is 10,4 km. De lus van Le Hérou tot Les Ondes en terug naar de vertrekplaats, dus zonder de lus naar Le Cheslé, is 4,7 km.
Wandelkaart Toegankelijkheid Laarzen of stevige stapschoenen aanbevolen. Ruw terrein, met veel rotsen, boomwortels en enkele stevige hellingen. Niet geschikt voor kinderwagens of rolstoelen. Honden welkom, aan de leiband.
Onthaal • Bureau Ourthe Supérieure, VVV Nadrin-leHérou, Place du Centre 4, 6660 Nadrin, +32(0)84-44 46 20, contact@nadrinle-herou.be, www.nadrin-le-herou.be. • Syndicat d’Initiative de Houffalize, Place janvier ‘45 n° 2, 6660 Houffalize, +32(0)61-28 81 16, info@houffalize.be, www.houffalize.be
Toeristische wandelkaart “Ourthe Supérieure”, te koop bij de Dienst Toerisme in Houffalize of Nadrin.
Uw steun voor de natuur Giften zijn welkom op rekening BE53 0682 1403 3153 (BIC = GKCCBEBB) van Natagora met vermelding ‘soutien zone 6’ (Ourthe & Aisne) of ‘soutien zone 7’ (Plateau des Tailles). Vanaf 40 euro wordt een fiscaal attest afgeleverd.
Meer info • Parc Naturel des Deux Ourthes, www.pndo.be • Landschap vzw, +32(0)495-32 53 30, info@landschapvzw.be
11
12
MENS VOOR DE LENS tekst Jan Loos foto’s Johan van de Watering
Het zalige minimalisme van Johan van de Watering
Iets van niets Een windstille ochtend met een laagstaande zon, aardig wat ochtenddauw en een lading vogels met indrukwekkende zangsolo’s: meer is er niet nodig om van natuurfotograaf Johan van de Watering een gelukkig mens te maken. En hij hoeft er niet voor naar IJsland, Polen of Finland: zijn achtertuin is zijn speelterrein.
De kracht van de eenvoud
Kattenstaart bij valavond
Nog meer van Johan op www.johanvandewatering.nl
Een bomenrij, een spinnenweb, wat bloeiende kattenstaart: als geen ander weet Johan van de Watering het ogenschijnlijk gewone vast te leggen in uitzonderlijke beelden. Geen Bialowieza oerbos, papegaaiduikers op de Farne Islands of muskusossen in Noorwegen voor hem, maar onopvallende bossen, doordeweekse tuintjes en verlaten industriegebieden boordevol bloeiende planten. Alles binnen een straal van pakweg 25 kilometer rond zijn uitvalsbasis Roosendaal, vlakbij de BelgischNederlandse grens. Daar gaat geen weldoordachte keuze achter schuil, maar pure noodzaak. Ben je geen fulltime beroepsfotograaf, dan word je bijna als vanzelf verplicht om het dicht bij huis te zoeken. ‘Opvallend genoeg maak ik mijn beste foto’s bij mij in de buurt, wellicht omdat ik de omgeving zo goed ken’, zegt Johan. ‘Veelal ga ik ’s ochtends heel vroeg of in de vooravond op pad, dat is de best mogelijke combinatie met werk en gezin. Ik ben vooral op zoek naar bijzondere landschappen, maar ook macrofotografie vind ik erg leuk’. Spectaculaire vogels of wildlife – ‘daar moet je voor reizen’ – zal je bij hem niet veel
vinden. Als er al eens een ree opduikt in één van zijn landschappen, dan is dat helemaal toevallig. ‘Het is heerlijk om op een klein stukje natuur een uur rond te dolen op zoek naar een fotogeniek onderwerp. Als ik ’s ochtends met één geslaagde foto op zak richting werk kan vertrekken, dan kan mijn dag écht niet meer stuk.’ Is er wél even wat meer tijd beschikbaar, dan vind je Johan ook wel eens verder van huis, in de Nederlandse heidegebieden, het Hallerbos of de Belgische Ardennen bijvoorbeeld.
Not in my backyard? Onlangs heeft Johan in samenwerking met een regionale afdeling van Natuurmonumenten het natuurfotografieproject ‘Natuur dichtbij’ opgezet. ‘Vreemd hoe iedereen als vanzelf naar pakweg Italië, Ierland of Schotland trekt, maar vaak de natuur in eigen land links laat liggen. Natuurfotografen moeten echt gemotiveerd worden om dichtbij de eigen woonomgeving foto’s te maken. Nochtans is het zoveel uitdagender om van iets gewoons een bijzondere foto te maken dan om van iets bijzonders een mooi plaatje te schieten. Zo kan een saai bos dat je doorgaans aan 70 km
LANDSCHAP
13
14
per uur voorbijraast richting huis, op het juiste moment en met het mooiste licht ineens een prachtig bos blijken te zijn. Als je daar dan een heerlijke foto van toont, is de reactie steevast “Na, nee toch, die foto is vast ergens anders gemaakt”…’ ‘We lopen ook allemaal op dezelfde manier door een bos hé, waarbij we alles doorgaans vanop gemiddeld 1m75 schuin naar beneden bekijken. Alles verandert evenwel wanneer je op zoek gaat naar een ander standpunt. Zelf maak ik vooral veel gebruik van een goede macrolens (150mm), een 70200mm en een groothoek voor de landschapsfoto’s. Ik probeer in mijn foto’s ook altijd het tegenlicht op te zoeken en een bepaalde rust te vinden, die ik bewust creëer door te werken met een grote diafragmaopening. Het resultaat is een beperkte scherptediepte waardoor er een mooie rustige achtergrond ontstaat.’
Prijsbeest Collega-natuurfotografen durven al eens de wenkbrauwen fronsen als ze Johan uit de biecht horen klappen over hoe zijn allerbeste foto’s tot stand komen. Alle ‘tips and tricks’ uitvoerig uit de doeken doen (lees er zijn weblog maar eens op na), het is een beetje not done in het wereldje. Zeker als je al een legertje ‘prize winning’-foto’s op je conto hebt van prestigieuze natuurfotografiewedstrijden als Nature’s Best Photography, Glanzlichter en Asferico. Dat Johan zich daar niets van aantrekt, maakt hem tot een buitenbeentje. ‘Samen met Pieter Dhaeze heb ik onlangs het boek “Compositie & Licht” uitgebracht, boordevol concrete tips voor (natuur)fotografen. Heel wat natuurfotografen hebben er moeite mee om info te geven bij de totstandkoming van hun beelden. Samen met Pieter ben ik er echter van overtuigd dat je natuurfotografie nooit kan promoten als je te beschermend bent. Zo probeer ik tijdens mijn workshops natuurfotografie altijd weer zowel de kennis als de passie door te geven aan de cursisten.
‘Inspiratie overbrengen is één van mijn grote drijfveren. Zelf krijg ik ook weer inspiratie van andere natuurfotografen wiens werk of werkwijze ik heel erg bewonder. Sommigen volg ik van op een afstand en met anderen heb ik regelmatig contact waarbij we elkaar feedback geven op gemaakte foto’s.’ ‘In mijn fotografie doe ik helemaal mijn zin. Wordt het niet mooi gevonden, dan is dat maar zo. En ook dat is weer relatief. Zo maakte ik ooit een hele speciale macrofoto die behoorlijk wazigartistiek was. Toen ik hem instuurde voor wedstrijden, meende iemand dat de jury wel héél erg dronken zou moeten zijn om uitgerekend die foto te weerhouden. Tot ik er een belangrijke internationale prijs mee won, toen vond iedereen hem ineens unaniem gewééééldig.’
Fotografische ramadan Al meer dan 35 jaar is Johan van de Watering fotograaf. Uiteraard kruipt dat in de kleren. ‘Ik ben altijd en overal aan het “kijken”, op zoek naar fotogenieke plaatsen. Af en toe probeer ik mezelf te verplichten om het fototoestel thuis te laten. Dat geeft niet alleen veel rust, het is ook wel leuk voor mijn vrouw en de kinderen als ik tijdens een wandeling gewoon eens wandel en niet fotografeer. Het toeval wil dat ik gelukkig een bijzonder slecht fotograaf ben op vakantie, dan ben ik “het” gewoon even kwijt.’ ‘Met uitzondering dan van de voorbije vakantie in Bretagne waar ik het al na één week ‘fotografisch vasten’ lastig kreeg. De kuststrook vlakbij ons vakantiehuis was dan ook adembenemend! Een dramatisch rood-grijze avondlucht, enkele rotsblokken in zee, woeste schuimkoppen en de gedachte aan wat een sluitertijd van 6 seconden kan doen met zo’n landschap waren genoeg om mijn vasten af te zwakken tot een ‘fotografische ramadan’ waarbij ik na zonsondergang het strand opstormde om toch maar enkele foto’s te kunnen maken…’
LANDSCHAP
15
16
Slechtvalken bij de boterham In het ‘echte leven’ is Johan 4 dagen per week ambulant begeleider en freelance docent. Het mag niet verbazen dat hij tot op het werk toe collega’s warm krijgt voor natuur en natuurfotografie in het bijzonder. Behalve rust straalt hij immers ook een begeestering uit die behoorlijk aanstekelijk is. Beeld je eens in dat je op kantoor een collega hebt die in zijn vrije tijd natuurfotograaf is en dat die collega ineens opmerkt dat
‘Het is zoveel uitdagender om van iets gewoons een bijzondere foto te maken.’
er op de TV-toren van Roosendaal – waar het kantoor op uitkijkt – enkele slechtvalken zitten. So far so good. Maar dat die collega-natuurfotograaf zo vreselijk enthousiast is dat jij en enkele van je collega’s voortaan behalve de brooddoos ook de verrekijker meenemen naar kantoor? Dàt is Johan van de Watering ten voeten uit. Een indrukwekkend natuurfotograaf én een aanstekelijk pleitbezorger voor de natuur.
LANDSCHAP
WORKSHOPS NATUURFOTOGRAFIE Van ‘Strand’ over ‘Macro’ tot ‘Heide’ en ‘Ardennen’, de workshops natuurfotografie door Johan van de Watering zijn razend populair. Alle info over deze workshops evenals zijn bijzonder boeiende weblog natuurfotografie kan je nalezen op www.johanvandewatering.nl Foto: Giséla in ’t Veld
COMPOSITIE & LICHT Johan van de Watering & Pieter Dhaeze Van Duuren Media - 170 pag. 29,95 euro Te koop bij AltiplanoBooks, www.altiplanobooks.be. Leden van Landschap vzw genieten 10 % korting.
Kleine zonnedauw in avondzon De Hoge Venen ontwaken Canadese ganzen op mistig ven Impressie van klokjesgentiaan
17
18
WANDELING tekst foto’s kaart
Jan Loos Marc Slootmaekers Grenspark
Nieuw boek toont heide van haar mooiste kant
Grenspark De Zoom Kalmthoutse Heide Uithoeken creëren kansen voor natuur. Ook het bekende Grenspark De ZoomKalmthoutse Heide dankt zijn bestaan aan de bijzondere ligging, ver weg van steden en industrie. Zopas verscheen het ultieme boek over deze ferme lap grensnatuur, die goed is voor dik 6 000 hectare puur genieten. Wie vandaag door het woeste heidelandschap met open zandvlaktes, vennen en bossen wandelt, heeft niet veel verbeelding nodig om zich het niemandsland van weleer voor de geest te halen. Hangen de nevelslierten laag over de vennen, dan denk je er in geen tijd louche struikrovers, smokkelaars en veenspoken bij…
Je zou het zo op het eerste zicht niet vermoeden, maar het Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide is allerminst het authentieke landschap waarvoor men het doorgaans aanziet. Het natuurgebied is weliswaar eeuwenoud, maar niettemin grotendeels mensenwerk. Een cultuurlandschap boordevol uiterst zeldzame biotopen waarop de mens onafgebroken zijn stempel heeft gedrukt.
Dopheide De heide ontwaakt
Sinds 8 mei 1964 is de Kalmthoutse Heide een staatsnatuurreservaat, resultaat van een legendarische actie van de Vereniging voor Natuur- en Stedenschoon die maar liefst 127 000 handtekeningen verzamelde. De natuur in het grenspark wordt vandaag beheerd door verschillende Vlaamse én Nederlandse instanties, onder meer het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), Natuurpunt, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de Bosgroep Zuid-Nederland.
Brabantse Wal Wie al eens het traject van Antwerpen naar
Bergen-op-Zoom reed, herinnert ze zich misschien wel, de toeristische infoborden met ‘Brabantse Wal’ erop. Een verwijzing naar het ‘geologische wonder’ dat hier, op de grens van het laaggelegen zeekleigebied van Zeeland en de hogere zandgronden van de Kempen, een half miljoen jaar geleden geschiedde. Indrukwekkende, kantelende bodembewegingen zorgden er toen voor dat het zogenaamde Massief van Brabant opgeheven werd, terwijl delen van Noord-Brabant en MiddenNederland net daalden. Eén en ander had tot gevolg dat klei- en zandafzettingen uit het begin van de IJstijd nu relatief dicht aan de oppervlakte te vinden zijn. De aanwezigheid van deze robuuste kleibanken zorgde ervoor dat de noordelijke loop van de Schelde maar geen vat kreeg op de Brabantse Wal. De Schelde boog noodgedwongen af naar het westen en schuurde op haar weg de kleilagen zo diep in dat de markante, steile rand van de Brabantse Wal ontstond.
LANDSCHAP
Het zou evenwel tot het einde van de laatste IJstijd duren vooraleer het grote duinmassief, met toppen tot wel 40 meter hoog, tot stand kwam door krachtige westenwinden die gigantische hoeveelheden zand over de steile rand van de Brabantse Wal tot in de Kalmthoutse Heide voerden. Soms blies de forse wind zelfs grote duinpannes uit tot op de grondwatertafel of tot op de ondoordringbare klei. Pannes waarin in warmere periodes regenwater bleef staan, zodat ontelbaar veel, in grootte variërende vennen gevormd werden. Tot op vandaag zorgen die voor de zo karakteristieke charme en variatie van de Kalmthoutse Heide.
snel uitgeput dat de boeren voortdurend moesten ontbossen om nieuwe akkers te maken. Bos na bos sneuvelde, zodat de duinen gingen verstuiven en zo het landschap hertekenden. Vanaf de 12de eeuw brachten onder meer de abdij van Tongerlo en het klooster van Huijbergen schot in de zaak door zowel de samenleving als de landbouw grondig te organiseren. Hoeves werden gesticht op de rand van beekdalen en ‘woeste gronden’ werden aan een razend tempo omgezet naar landbouwgrond. Rond de kleine woonkernen graasde het vee op de uitgestrekte heide.
Heide in de maak Vanaf de Steentijd, zo’n 4 500 jaar geleden, werd er duchtig getimmerd aan het uitzicht van de Kalmthoutse Heide. De allereerste rondtrekkende boeren kapten de bossen om ze te vervangen door akkertjes. De arme, zure grond raakte telkens zo
In de Middeleeuwen groeide het besef dat de schrale, droge zandgrond waardeloos was zonder een goede bemesting. Het zogenaamde ‘heidepotstalsysteem’ bracht redding... Overdag graasden grote schaapskuddes op de heide, ’s nachts stonden de
De heide is het resultaat van hard labeur door vorige generaties.
19
20
dieren op stal. Door de bodem van de stal diep uit te graven, zorgde men ervoor dat er in de stal veel mest kon opgeslagen worden. Afgemaaide heide en afgestoken zoden – zogenaamde ‘heideplaggen’ – werden aangevoerd als strooisel en bodembedekking voor de stal. Eens de strooisel- en zodenlaag doordrenkt met mest, werd er nieuw materiaal aangevoerd. Pas als de dieren bijna het dak raakten, werd de stal geleegd en belandde de mest op de akkers. Per hectare akker moest maar liefst de tienvoudige oppervlakte gereserveerd worden aan heide. Een oppervlakte die niet alleen nodig was voor het maaien en afplaggen van de heidestruiken voor de aanmaak van stalstrooisel, maar ook als graasgrond voor de schaapskuddes die de mest produceerden.
Parende bonte dikkopjes Boomvalk met prooi Bosruiter op doortrek Klokjesgentiaan
Zo ontstond een unieke wisselwerking tussen akkerbouw en heidebeheer waarbij het ene het andere eeuwenlang in stand hield. Voor de landbouw was de heide cruciaal want de grazende schaapskuddes leverden de enige bron van mest voor de schrale akkers. Het systematisch plaggen en maaien van de heide zorgde ervoor dat het uitzicht van de heide gevrijwaard werd en dat de voedselarme situatie bestendigd werd. Tegelijk verhinderde het graasbeheer met schapen het opschieten van jonge boompjes; zo werd verbossing van de heide voorkomen. De uitgestrekte heidevlaktes leverden verder ook nog een flinke opbrengst van pijpenstrootje – gebruikt in manden en als dakbedekking – , grote hoeveelheden honing, heidetakken voor gebruik in bezems, en turf – gedroogd veen – als brandstof voor de haard. Grote vennen als het Stappersven en de Putse Moer ontstonden overigens door eeuwenlange turfwinning. De gemeenschappelijk gebruikte heidegronden – doorgaans eigendom van een abt, hertog of heer – werden aangeduid als ‘vroonten’ of ‘vroenten’. De huidige toegangspoort tot de Kalmthoutse Heide, het Natuureducatiecentrum ‘De Vroente’, verwijst nog naar deze aloude benaming.
naar financiële middelen om de schatkist te spijzen. Geld dat ondermeer kwam van de verkoop van heidegronden aan particulieren. In de nasleep van de Franse Revolutie waren nogal wat heidevelden aan kerkelijke instanties onttrokken en aan de overheid overgedragen. De Staat verdiende een flinke cent aan de verkoop ervan. Het waren vooral kapitaalkrachtigen uit Antwerpen en Bergen-op-Zoom die honderden hectaren ineens aankochten om er vervolgens een landgoed met bijhorend bos neer te poten. Ook het kelderen van de wolprijzen en de opkomst van de kunstmest droegen bij tot de verdere bebossing van de heide en tot een evolutie naar een meer gesloten landschap. De kunstmest zorgde er immers voor dat de schapen niet langer de enige mestleveranciers waren. Langzaam maar zeker verdwenen dan ook de schaapskuddes, met als gevolg dat de heide niet langer gemaaid en begraasd werd en dat jonge boompjes voortaan konden opschieten. Bovendien werd in 1854 ook de spoorlijn Antwerpen-Rotterdam in gebruik genomen. De betere spoorverbinding gaf extra kansen aan de industrie, meer bepaald aan zand- en kleiwinning en steenbakkerijen. Uiteraard haalde de spoorlijn ook heel wat mensen uit hun isolement. Waar ze vroeger steeds zelfvoorzienend en afhankelijk van de heide waren geweest, verlieten ze voortaan dagelijks hun dorpen om te pendelen naar de stad of de haven waar ze een pak meer konden verdienen dan in de landbouw. Zo verdween vrij abrupt, in minder dan honderd jaar, een landbouwsysteem dat eeuwenlang standhield. Met de teloorgang van het potstalsysteem verdween ook het typische heidelandschap. Bovendien op een wel erg drastische manier: in een eeuw tijd ging 90% van de heideoppervlakte in Europa verloren. Slechts enkele restanten, zoals de Kalmthoutse Heide, getuigen nog van de unieke combinatie van natuurlijk en cultureel erfgoed.
Droge heide Kapitaal en kunstmest Bij de oprichting van de Belgische Staat in 1830 ontstond een intense zoektocht
Open zandvlaktes met onbegroeide stuifduinen en weidse vergezichten vol paarsbloeiende struikheide bepalen het uitzicht
van de droge heide. Het is een zeldzaam biotoop met een extreem microklimaat. De bodem is er voedselarm en kan nauwelijks water vasthouden. Hier overleven is dan ook specialistenwerk. Op plekken waar de aanvoer van stuivend zand afneemt, tref je pionierplanten als zandzegge, heidespurrie, ruig haarmos en buntgras. De pioniers maken het terrein geschikt voor begroeiing door andere planten en organismen zoals korstmossen, schapengras, schapenzuring, zandstruisgras en vroeghaver. Eens het stuifzand helemaal gefixeerd is, verschijnt de struikheide. Waar het zand vrij spel heeft, gedijen tal van insecten zoals zandbijen, rupsendoders, graafwespen, spinnendoders en zandloopkevers. Die graven lange tunnels met broedkamertjes op het einde waarin ze hun eitjes en wat voedsel achterlaten. De tunnel wordt dichtgemaakt zodat de larven zich in alle rust kunnen ontwikkelen. Ook dol op het zand zijn de heidesabelsprinkhaan en diverse spinnen, die op hun beurt ten prooi vallen aan de levendbarende hagedis
die het liefst vertoeft in structuurrijke heide. Ook de rugstreeppad heeft het zand broodnodig, om zich overdag en tijdens zijn winterslaap in schuil te houden. De laatste jaren zorgt de grote stikstoftoevoer vanuit de lucht – door zure regen en luchtvervuiling – er echter voor dat dit bijzondere biotoop in een ijltempo dichtgroeit zodat het stuifzandlandschap dreigt te verdwijnen. Om de dynamiek van stuivend zand te behouden, wordt plaatselijk de vegetatie verwijderd. Ook begrazing door schapen en runderen voorkomt het dichtgroeien van het landschap. Tegelijk moet het kappen van omringend bos de windwerking een duwtje in de rug geven.
Natte heide Op laaggelegen plaatsen in de heide, waar het grondwater tot aan het maaiveld reikt of waar het regenwater op een ondoordoordringbare kleilaag botst, vinden we een bijzonder soortenrijk biotoop: de natte heide. Van juni tot augustus kleurt de dopheide er het landschap rozig. In de natte
22
Mannetje blauwe kiekendief Kleine zonnedauw Bastaardgrazer bij een ven
heide duiken ook andere fraaie planten op zoals de felgele beenbreek, veenbies, veenpluis, witte en bruine snavelbies en de diepblauwe klokjesgentiaan. Die laatste is de waardplant van het gentiaanblauwtje, een kleine blauwe vlinder die even karakteristiek als zeldzaam is in de vochtige heide. Tijdens een wandeling door het grenspark zal het je beslist niet ontgaan: de vennen oefenen een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit. Vooral dan ’s ochtends wanneer nevelslierten over de vennen hangen en de talrijke libellen zich nog makkelijk laten waarnemen, bevroren als ze zijn door de ochtendlijke kilte. De vennen variëren sterk in grootte en vorm. Ze ontstonden eeuwen geleden waar de wind duinpannes heeft uitgeblazen, waar putten achterbleven na turfwinning of waar bommen insloegen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De vennen worden enkel gevoed door hemelwater en ondiepe grondwaterstromen. Ze hebben dan ook af te rekenen met een sterk schommelend waterpeil. Op de oevers vormen veenmos, ronde en kleine zonnedauw en witte en bruine snavelbies een botanisch hoogst interessante overgang naar de omringende natte heide. Voor vissen mag het water van de vennen dan wel véél te zuur zijn, voor waterdiertjes als veenzwemmertje, waterspin en geelgerande watertor vormen ze een waar para-
dijs! Ook de heikikker voelt zich hier thuis.
Rijk vogelleven De wulp is met stip de meest typische vogel op de heide. Hij broedt op de grond en is makkelijk te herkennen aan zijn omlaag gebogen snavel en de opvallende, jodelende roep. Zomergasten als de nachtzwaluw en de boomleeuwerik verkiezen steevast de ‘boomheide’ – heide met verspreide bomen erin – en geleidelijke overgangen van hei naar bos. Ook roodborsttapuit, boompieper en fitis voelen zich prima thuis in een uitgestrekt heidelandschap waarin spichtige boompjes en ‘vliegdennen’ – doorgaans zaailingen van grove den – dienst doen als zang- of uitkijkpost. In de zomer zie je de boomvalk jacht maken op libellen boven de vennen. Onder ornithologen staat het grenspark ook bekend om de grote concentraties regenwulpen die er tijdens de trek een tussenstop houden. In de winter is de heide een uitgelezen jachtgebied voor blauwe kiekendief en klapekster.
Grenzeloos genieten Het Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide telt een schat een bewegwijzerde wandel- en fietspaden. Op de kaart vind je een volledig overzicht. Bezoekerscentrum De Vroente in Kalmthout is de meest evidente vertrekplaats, maar ook de andere toegangspoorten zijn een bezoekje waard!
LANDSCHAP
De Kalmthoutse Heide – Groots en grenzeloos Zopas verscheen het ultieme boek over de Kalmthoutse Heide. Als geen ander brengt topfotograaf Marc Slootmaekers het gebied in beeld, met aandacht voor al wat er leeft en groeit. Marc woont aan de rand van de heide en kent het gebied als zijn broekzak. De foto’s bij dit artikel zijn slechts enkele van de vele tientallen kwaliteitsbeelden uit dit prachtige boek. Hedwig Lauriks, al even vertrouwd met de heide en ruim 20 jaar gids in het gebied, vult de beelden aan met informatie over fauna en flora, het schilderachtige Stappersven, kasteelpark Ravenhof-Moretusbos… ‘De Kalmthoutse Heide – Groots en grenzeloos’ is een prachtig boek voor een breed publiek van natuur- en cultuurliefhebbers. Mét uitneembare wandelkaart! Marc Slootmaekers & Hedwig Lauriks - Davidsfonds Uitgeverij - 144 pag. 39,95 euro Leden van Landschap vzw kunnen dit boek bestellen mét 10% ledenkorting bij AltiplanoBooks - www.altiplanobooks.be
23
��
���
��
� �� � � �
�
E
��
We g na ar Wo uw
���
��
N289
���
�� �� ��
�� ��
Zand -duinen
Water
Niet toegankelijk, privé eigendom
Hollandseweg
an
t
ba w ou W
St
Eiland
aa
�
rt
HUIJBERGEN
-grazers niet benaderen of voederen
se
st
ra
at
aa t
Veeraster
km 1 ,5
eg
ts ew
��
re ch
e nd
Oss
��
500
m.
��
�� �� ��
Vo l k s abdij
��
Overige weg
��
Kleine Meer jla di
��
Ab
Sch ape ndr
.
�� ��
Groote Meer
89
N2
Steertse Heide
�� �� ��
aa
n
��
nl
BEWEGWIJZERDE PADEN D
��
ui
ne
��
C a lf ven
Tramb aan
Abdijbossen
m
eef
an
��
Calfven
1k
- Natuureducatiecentrum De Vroente Begrazings- en rustgebied Kalmthoutse Heide: Spoorlijn met station - Secretariaat Grenspark -toegang enkel op bewegwijzerde paden De Zoom - Kalmthoutse Heide - Bijenteeltmuseum-geen honden, ruiters of fietsers + + + Staatsgrens - Dienst Toerisme Kalmthout -grazers niet benaderen of voederen Veeraster
��
Staartse Heide
Lokale weg
Steertse Duinen
��
Te
Zwaluwmoer Zwarte Duin Meersche Duinen
�� ��
Rauwvelde
s
��
ps
t
��
Molendreef
8,5 km Mo
str
aa
t
Puts
at
P
Lange weg
2,1 km g Laa
Wandelpad Haas BEWEGWIJZERDE PADEN Bos, heide en open duin. (mul zand in droge periodes)
u
ts
1,7 km
Wandelpad Uil
Aansluitend op wandelroute Muis.
m.
�
tra
str
aat
P
an
n
en
h
o
ew
m.
M id
ls de
eg
ef
Kraaienberg
Hazenduine
4,6 km
Wandelpad Vlinder/Heideleerpad Ruud Rups
Bieduinen 2,5 km 2,5 km Pa
Wandelpad Bos
Wandelpad Hagedis Gemeentebos, ven Putse Moer, droge en Vennen, heide. bos, grachten en dreven zandige in voormalig landgoed ‘Mont Noir’.
� ���������������������������
� � � ��
1,7 km 2,3 km
Wandelpad Uil
Aansluitend op wandelroute Muis.
2,1 km
Wandelpad Haas
Bos, heide en open duin. (mul zand in droge periodes)
ng
sd
re
ef
eg
rd w
Ee
el
in
gs
w
eg
te
m
����
ew
eg
rs
rd
o
m
Joodse
Stoppelbergen
Tw
ee
de
Ve
rd
el
in
gs
w
eg
Leuvense Heide
89
N2
Koude Heide Reeberg
�� �
�� � � � �
�� � ���
���
������
��
��
�� � � �
�� � � �� � � � ����
��
�� �����
�� � � � ��
���
��
���� � �� � � �
�
��� ��� � �� ��
��
��
��
O
k
��
ie
oe
� �� �
2
PUTTE
aat
2,5 km
str
Raven-
A1
hof
BERENDRECHT
Wandelpad Fazant
Polder, steilrand Brabantse Wal.
aa
Br
��
Kr
ud
tse
Lanen, cultuurhistorische elementen, rododendrons, uitzichtpunten.
rg
��
5,0 km
Wandelpad Gloriëtte
e nb
Ravenhof/ Moretusbos
Pu
Bos, vennen, uitzicht noordpolder.
Huzarenberg
32 km
��
Fietsroute Grensparkroute Wandelpad Pauw
Den Craeyenbergh
Keutelheide Steenovenstraat
2,5 km
Moretusbos
t
6,5 km
Ruiterpad Wandelpad Abdij
Parkbos, bos, heide, vennen.
Wildernissen
��
Ruige Heide
st ra a
Bos, heide, open zand.
Kli
N11
4,7 km D an
oe
k
600
800
1000m
Verbindingswandelpad
Antwerpen
k
t
11
Rolstoelpad
oe
aa
400
eh
str
200
N1
0
Antwerpen / Stabroek
ri
nd
D
bra
Br
eg
d
W
Ou
se
2,3 km
Ert
er
Parkbos, dreven, oude kasteeltuin met fruitmuur
ck
Wandelpad Kasteel
��
2,7 km
Verbindingswandelpad, niet toegankelijk van 15 maart t.e.m. 30 juni Wandelpad Mier
��
2,5 km
rp se
Vennen, bos, grachten en dreven in voormalig landgoed ‘Mont Noir’.
we
ZANDVLIET
Verbindingswandelpad Wandelpad Hagedis
��
Bos, dreven, parklandschap.
��
RolstoelpadBosbes Wandelpad
��
����
�
4,6 km
Noo
����
Wandelpad Muis
Wandelpad Kasteel Droge en natte heide, bos en weiland. Parkbos, dreven, oude kasteeltuin met fruitmuur
di
Ve
Begraafplaats
����
3,3 km 4,7 km
in
Joodse
To o v e r b e r g
��� ����
Wandelpad Vos
rb
Begraafplaats
Galgenberg
����
seb erp tw
7,6 km 2,5 km
An
Lanen, cultuurhistorische elementen, rododendrons, uitzichtpunten.
Ve
Kr
8,5 km 5,0 km
�� ����
7,5 km 2,5 km
luis
aan
��������������� Wandelpad Gloriëtte Ree Wandelpad Bos, weilanden en heide.
Plaats
Ant
�����������
31 (0)113-556088
4,7 km 6,5 km
g
Kalmthout
MTHOUT
on e
A12
Bebost duinlandschap Wandelpad Fazant met heide. Polder, steilrand Brabantse Wal.
Station Kalmthout
3,5 km 2,7 km
we
Bos, vennen, uitzicht noordpolder.
on e
ef
tse
Wandelpad Duin Uitgestrekte heidevlaktes, waardevolle Wandelpad Abdij duinmassieven, natte heide en weilanden.
Wandelpad Schaap Heide, bos, vennen, duinen, ven Putse Moer en Wandelpad Pauw uitkijktoren.
ut
nho
Wandelpad Libel
Ven Putse Moer, Wandelpad Mieruitgestrekte heidevlaktes, uitkijktoren, bos en duintjes. Bos, heide, open zand.
Parkbos, bos, heide, vennen.
m
nne
Pu
Kalmthout
A4
Kri laar
��
Staatsgrens
Droge en natte heide, bos en weiland.
Kriekelareduinen 350
3,3 km -+-+-+
je
��
M o l e n ei nd
nt
��
OSSENDRECHT
Spoorlijn met station
le Mo
500
Goes/Bergen op Zoom
len
��
Overige weg 7,6 km
��
Hondenlosloopzone Wandelpad Ree
- Natuureducatiecentrum De Vroente - Wandelpad SecretariaatVos Grenspark Bebost duinlandschap met heide. De Zoom - Kalmthoutse Heide - Bijenteeltmuseum - Dienst Toerisme Kalmthout Wandelpad Muis
��
Houtduinen
Lokale weg Bos, weilanden en heide.
��
as
Hoofdweg D o r
��
Groote Meer
7,5 km Uitkijk-, Brandtoren a tra
Mont Noir
��
Aanw
Peeberg Uitgestrekte heidevlaktes, waardevolle duinmassieven, natte heide en weilanden.
��
Kasteel
4,7 km
Wandelpad Duin Gastheren van het Grenspark
(Familiezoektocht, vooraf reserveren). Educatief Wandelpad Bosbes pad, gemengd bos, droge en natte heide. Bos, natuurlijk dreven, parklandschap.
aat
��
Meiduinen
ze
Ven Putse Moer, uitgestrekte heidevlaktes,
uitkijktoren, en duintjes. Infopaneel enbos picknick
Kalmthout
MTHOUT
oude Meerbaan
w
e
��
Wandelpad Libel
ou
��
Kalmthout Station Kalmthout
On
P oCamping ttenbergen
Wandelpad Schaap Heide, bos, vennen, duinen, ven Putse Moer en Eeten drinkgelegenheid uitkijktoren.
ut
Vr v Lie
3,5 km
Infopaneel
Hotel
m
2,5 km
��
Manege
��
Schuilhut
Wandelpad Bos Parkeerplaats
Gemeentebos, ven Putse Moer, droge en zandige heide.
aat
r
Wandelpad Vlinder/Heideleerpad Ruud Rups (Familiezoektocht, vooraf reserveren). Educatief
Toegangspoort tot het Grenspark pad, natuurlijk gemengd bos, droge en natte heide.
��
Ba an
��
Ou de
��
Groenendries
��
Bronven
Hondenlosloopzone
Polder
.
Staartse Duinen
Hoofdweg
en drinkgelegenheid N o oEet-r d
0m
��
50
Wa s v e n
Kasteel Niet toegankelijk, privé eigendom Uitkijk-, Brandtoren
Moeras, drassig terrein
m.
��
700
h o e ff
��
Korten-
Zand -duinen
Water Gastheren van het Grenspark Hotel
seweg
��
Essen / Roosendaal
Cultuurland Infopaneel en picknick
Akkerenven
�
Heide Camping
�
Manege
Bos Infopaneel
Zuidhoef
eg
�����
Parkeerplaats
Huijberg
se w
��
Schuilhut
b e rg
��
Toegangspoort tot het Grenspark
H u ij
�
�� � � � �
HOOGERHEIDE
natuurgebied
��
��
WOENSD RECHT grensoverschrijdend
��
eg
��
o iw
���� ����
Ko
-geen honden, ruiters of fietsers
sebaan
���
N289
-toegang enkel op bewegwijzerde paden
ss tr
n
�� �
Pilberg
Begrazings- en rustgebied Kalmthoutse Heide:
D o rp
aa
aat
eg
� �
en
eb
Huijberg
��� ��
aa
jz
ts
Oude Postbaan
Goes
str
fo rt
��
����
se
Ri
an
Verb indin gsstr
Schoelieberg
rg
Za nd
� � �� �� � � � ��
Moeras, drassig terrein
w de
M
rk
�
Ou de
��
Ba an
��
Heide
Cultuurland
Be
Essen / Roosendaal
Bos
oe
Kapellen
nk
aa
rds
tra
at
��
Goes
��
A58 A4
��
grensoverschrijdend natuurgebied
O
Essen / Roosendaal
ESSEN-HOEK
N122
Cultuurland
Zand -duinen
Water
Niet toegankelijk, privé eigendom
Moeras, drassig terrein
LANDSCHAP
25
Op stap! Begrazings- en rustgebied Kalmthoutse Heide:
-toegang enkel op bewegwijzerde paden
te en we
g
-geen honden, ruiters of fietsers
ou ts es
-grazers niet benaderen of voederen
Ka lm th
Veeraster
De Zoom - Kalmthoutse Heide
WILDERT (ESSEN)
Start H u ij
b e rg
se b
aa n
2 km.
Bewegwijzerde wandelroutes - Natuureducatiecentrum De Vroente
De Boterbergen
Toegankelijkheid
Ve rb
Stevige wandelschoenen aanbevolen. De meeste paden zijn geschikt voor BEWEGWIJZERDE PADEN kinderwagens met grote wielen. Honden welkom, maar aangelijnd.
in di ng ss tr aa t
Ve r b o d e n t u s s e n 15/3 en 30/06
1,5 km
Kalmthoutse Heide
Wandelpad Vlinder/Heideleerpad Ruud Rups (Familiezoektocht, vooraf reserveren). Educatief pad, natuurlijk gemengd bos, droge en natte heide.
.
Personen met een handicap
.
Gemeentebos, ven Putse Moer, droge en zandige heide.
F ra n
De Ster
Langven
.
m. 1k
0m .
dr ee
Markgraaf
Kalmthout
f
Ve r b o d e n t u s s e n 15/3 en 30/06
Arboretum Kalmthout
Oude Gemeentebossen 0
Heuvel
.
�� ��
50
Hazenduinen
�� ��
He
uv
el
Ve r b o d e n t u s s e n 15/3 en 30/06
Ko rte
He uv els
Station Kalmthout
tra at
g
KALMTHOUT
we
�� ��
Pu
��
Putse Moer
Heide, bos, vennen, duinen, ven Putse Moer en uitkijktoren.
8,5 km Natuureducatiecentrum De Vroente, Putsesteenweg 131, 2920 KalmtWandelpad Ree hout, +32(0)3-620 18 30, devroente@lne.vlaanderen.be. Alle weekdagen 7,6 km geopend vanWandelpad 9u tot 17u, op zaterdag en zondag van 14u tot 17u. Vos Bos, weilanden en heide.
�� ��
Wandelpad Muis
Droge en natte heide, bos en weiland.
Aansluitend op wandelroute Muis.
�� �� �� ��
Nieuwe Gemeentebossen
Openbaar vervoer
Vennen, bos, grachten en dreven in voormalig landgoed ‘Mont Noir’.
��
DH e Vr o e n t e ei
bl
��
oe
m
la
�
�
NMBS-station Kalmthout-Heide (lijn Antwerpen-Roosendaal) bevindt 6,5 km zich op loopafstand (1,5 km) van het NEC De Vroente. Vanaf het station Wandelpad Abdij 2,5 km kan je eveneens de belbus (mét plaats voor rolwagens) nemen naar De Vroente. Die Wandelpad moetPauw je wel vooraf reserveren op +32(0)3-218 14 94. 5,0 km Bos, heide, open zand.
an
��
��
Parkbos, bos, heide, vennen.
��
��
��
��
Bos, vennen, uitzicht noordpolder.
1,5 .
��
��
km
��
Withoefse Heide
��
��
�� ��
t
en
w
Wandelpad Gloriëtte
eg
11 N
Lanen, cultuurhistorische elementen, rododendrons, uitzichtpunten.
Wandelkaart HEIDE
1
� �� � �
P
u
se
e st
Station Heide
��� �
���
ra
Grenspark De Zoom – Kalmthoutse Heide, verkrijgbaar in NEC De 4,7 km Vroente en bij AltiplanoBooks, www.altiplanobooks.be Wandelpad Kasteel Polder, steilrand Brabantse Wal.
2,3 km
JOUw steun voor dit gebied
at
Jouw gift voor het Stappersven is welkom op rekening BE56 2930 2120 7588 (BIC = GEBABEBB) van Natuurpunt, met mededeling ‘gift project Rolstoelpad 7795, Stappersven’. Giften vanaf 40 euro zijn fiscaal aftrekbaar.
���
���
Kl
in
ka
ar
st
2,5 km
Wandelpad Fazant
Parkbos, dreven, oude kasteeltuin met fruitmuur
� � � � ��
��
��
�� aat
d
2,7 km
Wandelpad Mier
��
Canadezenlaan
str
2,5 km
Wandelpad Hagedis
��
��
�
G
s ren
3,3 km
In De Vroente kan je terecht voor educatieve spelen, excursies en in1,7 km teractieve natuuractiviteiten voor het hele gezin. In hetzelfde gebouw Wandelpad Uil 2,1 km zijn ook nog het Bijenteeltmuseum Kalmthout en Toerisme Kalmthout Wandelpad Haas gevestigd. Voor het NEC vind je een knus tuintje met picknicktafels, 4,6 km een ruime parking en een horecazaak. Wandelpad Bosbes Bos, dreven, parklandschap.
��
7,5 km
Wandelpad Schaap
Bos, heide en open duin. (mul zand in droge periodes)
tse
��
ste
��
en
��
Va n Ganzenven
Uitgestrekte heidevlaktes, waardevolle duinmassieven, natte heide en weilanden.
Bebost duinlandschap met heide.
.
��
en
800 m
. 0m
Wandelpad Duin
1
��
Paalberg
Ven Putse Moer, uitgestrekte heidevlaktes, uitkijktoren, bos en duintjes.
N11
��
50
m
3,5 km
Toerisme Kalmthout stelt gratis ‘wombats’, robuuste rolstoelen geschikt Wandelpad Libel 4,7 km voor zandpaden, ter beschikking. Voor reservatie: zie rubriek ‘meer info’.
Onthaal
an je
Vo s s e n b e r g e n
Raatsstraat
Ka st
30
Kambuusduinen
ekersven
s
Kalmthout
Wilgenduinen
km
2,5 km
Wandelpad Bos
600 m
Keetheuvel Muggepiske
1,1
Overige weg
Spoorlijn met station - Secretariaat Grenspark De talloze wandelmogelijkheden, met afstanden variërend van 1,7 tot De Zoom - Kalmthoutse Heide - Bijenteeltmuseum + + + Staatsgrens Dienst Toerisme Kalmthout 8,5 km, zijn -weergegeven in de legende bij de kaart.
Stappersven
Drielingvennen
Manege
Lokale weg
Nolse Duinen
m.
Parkeerplaats
Hondenlosloopzone
Stappersven
1k
Schuilhut
Natuureducatiecentrum De Vroente, Putsesteenweg 131 in 2920 Kalmthout. Infopaneel Andere toegangspoorten tot het Camping grenspark: Infopaneel en picknick Kasteel • Volksabdij, OLV ter Duinenlaan 199, 4641 RM Ossendrecht (NL) Gastheren van het Grenspark Uitkijk-, Brandtoren • Kasteelpark Ravenhof-Moretusbos, Oud Broek 4, 2940 Stabroek Hotel Hoofdweg • Hemelrijk, Moerkantsebaan 50, 2910 Essen Eet- en drinkgelegenheid
De Nol
Biezenkuilen
Toegangspoort tot het Grenspark
Verbindingswandelpad
Meer info
© AnyWay Productions / tel. 0031 (0)113-556088
Verbindingswandelpad, niet toegankelijk van 15 maart t.e.m. 30 juni
• Grenspark De Zoom - Kalmthoutse Heide, www.grensparkzk.be, Ruiterpad info@grensparkzk.be, +32(0)3-667 64 98 Grensparkroute 32 km • ToerismeFietsroute Kalmthout, Putsesteenweg 131, 2920 Kalmthout, +32(0)3-666 61 01, toerisme@kalmthout.be
26
DOSSIER tekst foto’s
Jan Loos m.m.v. Ark Natuurontwikkeling Tom Linster (tomlinster.be) Han Bouwmeester (hanbouwmeester.nl) Yves Adams (vildaphoto.net) Rollin Verlinde (vildaphoto.net) Bob Luijks (natuurportret.nl) Naill Benvie - met dank aan Ark
De ‘big five’ van bij ons (deel 3)
Portret van de Europese otter (vervolg) In het vorige nummer van LANDSCHAP kwam je al flink wat te weten over de levenswijze van onze inheemse ‘visotter’. In dit tweede en laatste deel van het otterportret gaan we dieper in op de voortplanting en bespreken we de belangrijkste bedreigingen en zijn opgemerkte comeback in Europa en de Lage Landen.
Zwemmende otter Foto: Naill Benvie
Ottervriendelijk Kempen-Broek Foto: Bob Luijks
Seks in waterland Otters hebben het hele jaar door momenten waarop ze paringsbereid zijn. Binnen het territorium van een mannetje leven in de regel twee of meer vrouwtjes. Zodra zij paringsbereid zijn, zoekt het mannetje hen op. De paring zelf gebeurt in het water, na een vrolijk ritueel met allerhande capriolen, achtervolgingen, schijngevechten en verbluffende acrobatenkunsten. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes paren met meerdere partners, een gebruikelijk verschijnsel bij marterachtigen. Het merendeel van de jongen wordt in het voorjaar en de zomer geboren, maar in principe kunnen ze dus het hele jaar door jongen krijgen. Het moment van de bevalling is afhankelijk van de beschikbaarheid van voedsel. De gemiddelde leeftijd waarop vrouwtjes voor het eerst jongen krijgen, is 2 jaar. Na een zwangerschap van ongeveer negen weken worden de jongen geboren in een met gras of mos gevoerd kraamnest. De otterburcht bevindt zich meestal in een rustig gedeelte van het territorium van het wijfje, bijvoorbeeld in een overstromingsvrije oeverholte, die onder de wortels van een grote boom dichtbij het water gegraven is. Maar ook een boven-
gronds leger in een afgelegen gebied met dichte vegetatie kan dienst doen als kraamkamer. De pasgeboren ottertjes zijn blind, tandeloos en zo’n 12 tot 15 cm lang. Ze hebben een korte vaalgrijze vacht en weten moeiteloos de tepels van hun moeder te vinden. Hoewel 2-3 jongen de regel is, zijn ook grotere nesten, tot wel 5 pups, bekend. In gebieden met een hoge sterfte door het verkeer of jacht ligt de gemiddelde worpgrootte hoger dan in gebieden met een lagere druk op de populatie. Voor de geboorte trekt het vrouwtje meestal een eind landinwaarts om interacties met andere otters te vermijden. Dit uitwijkgedrag maakt haarzelf en haar jongen kwetsbaar voor vijanden en verkeer. De moeder verplaatst de jongen regelmatig tussen verschillende schuilplaatsen.
Eén-oudergezin De ottermoeder staat helemaal in haar eentje in voor de opvoeding van de jongen. Vader bemoeit zich niet met de pedagogische aspecten en is na de bevruchting alweer snel vertrokken. Als hij zich toch nog laat zien, is hij eerder een bedreiging voor de jonge otters dan een hulp bij de opvoeding.
LANDSCHAP
De eerste twee maanden na de geboorte zijn de jonge ottertjes volkomen hulpeloos en volledig afhankelijk van de moedermelk. Gedurende die periode blijven ze ook in het nest. Als ze 35 dagen oud zijn, openen ze hun ogen. Het eerste vaste voedsel krijgen ze na een zoogtijd van 7-8 weken. Na twee tot drie maanden, zodra ze hun eerste waterdichte vacht hebben, gaan ze naar buiten om – onder strenge leiding van hun moeder – hun watervrees te overwinnen. Gewend aan het water, leren de jongen na een maand of vier zelf voedsel te vangen. Nadien rest hen nog een leertijd van goed een half jaar onder de hoede van de mama. Na gemiddeld tien maanden tot een jaar worden de jonge dieren aan hun lot overgelaten. Ze moeten dan volledig op eigen pootjes staan en zelfstandig vissen en overleven. Vaak blijven de jongen nog enkele maanden in het territorium
27
28
Otter in
van de moeder tot ze uiteindelijk door de moeder verjaagd worden.
maar een tweetal worpen kunnen grootbrengen.
Het onbekende tegemoet
Speeltijd
Jonge mannetjes beginnen op een leeftijd van negen maanden al zwerfgedrag te vertonen. Het merendeel trekt uiteindelijk weg, waarbij grote afstanden kunnen worden afgelegd. De jonge vrouwtjes proberen in eerste instantie ruimte te vinden in of nabij het ouderlijk territorium. Sommige trekken toch ook verder weg.
Hoewel otters van nature solitair zijn, zijn het tegelijk ook bijzonder speelse dieren. Zeker jonge otters rennen en zwemmen graag achter elkaar aan, en springen over elkaar heen. Ze houden ook schijngevechten, waarbij ze een scherp fluitend geluid maken. Een steile, besneeuwde of modderige oever gebruiken ze graag als glijbaan. Op hun buik glijden de dieren dan het water in, een spelletje dat ze eindeloos kunnen herhalen. Zelfs de meest solitaire dieren spelen graag met soortgenoten.
oevervegetatie Foto: Yves Adams
Otterbiotoop in De Wieden Foto: Bob Luijks
Trekkende dieren of otters die uitstapjes maken, kunnen grote afstanden over land afleggen, waarbij hogergelegen gronden op waterscheidingslijnen en zelfs tussenliggende bergketens gepasseerd worden. Uiteindelijk zal het tot bijna aan hun tweede verjaardag duren vooraleer de jonge otters echt volleerde vissers zijn. Ze zijn dan ook geslachtsrijp en op hun beurt klaar voor de voortplanting. Mannetjes kunnen zich soms al na een jaar voortplanten, terwijl de geslachtsrijpe leeftijd bij de vrouwtjes anderhalf à twee jaar is. Hoewel otters in gevangenschap tot 18 jaar oud kunnen worden, is de reële gemiddelde levensverwachting in de wilde natuur nauwelijks 3-4 jaar. In de boze buitenwereld halen maar weinig dieren de leeftijd van tien jaar. Tijdens haar korte otterleven zal een vrouwtje doorgaans
Verbale communicatie De contactroep van otters is een opvallend geluid met hoge toon, tussen keffen en fluiten in. Deze roep is onder meer te horen bij aanwezigheid van jonge dieren. De paringsroep van een mannetje eindigt trillend. Bij onderlinge gevechten klinkt een hees, katachtig geblaas, en spelende otters kunnen schreeuwen of krijsen. Wanneer otters elkaar vriendschappelijk ontmoeten, maken ze regelmatige knorgeluidjes.
Loop- en glijsporen De otter zelf is moeilijk waar te nemen. Vaak zijn alleen zijn sporen te vinden. Loopsporen van de otter variëren afhankelijk van de ondergrond en de manier van voortbewegen. De voorvoet is 55 mm
LANDSCHAP
Otters verlangen zuiver water met een gezonde visstand en structuurrijke oevers die lekker veel dekking geven. breed en 60-65 mm lang. De achtervoet is 55-60 mm breed en 60-90 mm lang. Van de vijf tenen zijn er vaak maar drie duidelijk te zien. De nagels zijn goed herkenbaar, maar de zwemvliezen zijn alleen bij een dun laagje sneeuw of zeer zachte ondergrond te zien. Soms is een sleepspoor van de staart te bespeuren.
uitgesleten raken. De opgangen zijn dan zeer goed herkenbaar. Op de oever zelf maken otters graag kleine tunneltjes onder de opgaande vegetatie door. Glijbanen van spelende otters hebben dezelfde diameter als wissels en zijn te vinden op hellende oevers die bedekt zijn met sneeuw of modder.
De otter verplaatst zich maar weinig al stappend; hij schakelt meestal naar een afwisseling van draf en galop. Bij galopsprongen staan de vier prenten los van elkaar in een schuine lijn – de zogenaamde viersprong – met een paslengte van 40 tot 80 cm. Prenten zijn vooral te vinden op zandige en modderige oevers en zandbanken, en soms op molshopen. In de winter vind je ze ook op sneeuw en ijs.
Daarnaast verraden uiteraard ook de spraints en krabheuveltjes de aanwezigheid van een otter of een otterburcht.
De prenten van de otter kunnen verward worden met die van kleinere marterachtigen, zoals boom- en steenmarter en bunzing. De pootafdrukken van otters zijn vooral groter en breder met bijna ronde, duidelijk zichtbare teenkussentjes en dikwijls ook een lichte afdruk van de nagels. De kleinere prenten van jongen tref je samen met die van de moeder aan. Wissels van otters zijn te vinden op de plek waar het dier steeds het water in- en uitgaat, vooral tussen de oeverbegroeiing en in rietzomen. De breedte van wissels is 15-30 cm. Ze worden soms door hele generaties benut, waardoor de oevers echt
Bedreigingen en remedies De visotter werd vroeger voor zijn pels bejaagd en soms ook gedood of uit zijn territorium verjaagd door vissers die hem als een concurrent zagen. In het 16deeeuwse Visboeck staat te lezen dat in die tijd volgens een pauselijk gebod de otter tot de vissen mocht worden gerekend, net als de bever trouwens. Op vrijdagen en in vastenperiodes werden otters – nog steeds volgens het Visboeck - “in korsten gebakken” en als vis geserveerd. Voor de Tweede Wereldoorlog was de actieve, genadeloze vervolging door de mens ongetwijfeld de belangrijkste oorzaak van de achteruitgang van de otter in Europa. Overtuigd van het feit dat otters alle vis wegroofden, werden tussen 1850 en 1950 op tal van plaatsen premies verstrekt voor elke gedode otter. Ook na de Tweede Wereldoorlog kostten jacht, visnetten en palingfuiken nog menige
29
30
De vacht van een otter bestaat uit een waterdichte bovenlaag van lange dekharen met daaronder zachte wolharen. De lucht in de donsvacht zorgt voor isolatie. De waterdichting is zo perfect dat de huid nooit nat wordt.
otter het leven. Wat overbleef van de otterpopulatie, kon zich niet meer herstellen, want inmiddels lag een nog grotere bedreiging op de loer: watervervuiling en pesticidengebruik als gevolg van de snelle industrialisatie en verstedelijking. Uiteindelijk bleken verstoring, habitatvernietiging, waterverontreiniging en het ongebreideld gebruik van sproeistoffen de doorslaggevende factoren die het uitsterven van de otter zouden bespoedigen in de tweede helft van de vorige eeuw. Als roofdieren staan otters immers aan de top van de voedselketen. Ze leven van dieren die op hun beurt weer van kleinere dieren of van planten leven. De otter krijgt daardoor binnen wat zijn prooidieren aten, inclusief de gifstoffen. Het gif stapelt zich op in de organen en de vetlaag en dat schaadt de gezondheid en de vruchtbaarheid van de otter. In laagland-waterecosystemen is één van de belangrijkste prooisoorten de paling, een bodemlevende en dus relatief gemakkelijk te vangen vis. Deze vet- en energierijke vissoort kan in zijn lichaam helaas tal van polluenten – onder meer PCB’s – accumuleren, die zich vervolgens opstapelen in het lichaam van de otter en tot een vermin-
derde vitaliteit en vruchtbaarheid leiden. Overigens is de paling de laatste decennia ook zélf spectaculair achteruitgegaan als gevolg van de watervervuiling. In heel wat landen, waaronder Nederland, ging de otterpopulatie tegen het einde van de 20ste eeuw helemaal ten onder. Ook in Vlaanderen moest de otter de duimen leggen. Nationale wetgevingen, de conventie van Bern in 1982 en de Europese habitatrichtlijn konden niet meer verhinderen dat het steil bergaf ging met de otter. In de Belgische Ardennen wisten kleine maar geïsoleerde relictpopulaties stand te houden, maar op termijn leken ook die ten dode opgeschreven omdat de populatiegrootte onder een kritisch niveau was gezakt. Gelukkig is de waterkwaliteit van de grote rivieren en beken inmiddels weer een stuk verbeterd. Een belangrijke impuls sinds 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water. Die moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Europa in 2015 aan de beterhand is. Via deze richtlijn nemen de verantwoordelijke autoriteiten maatregelen om de hoge gehaltes aan bestrijdingsmiddelen en nutriënten in het water terug te dringen. De terugkeer
LANDSCHAP
Otters zijn in principe solitaire dieren. Toch staan ze open voor een stoeipartij met soortgenoten. Vooral jonge dieren zijn bijzonder speels. van de otter staat dan ook symbool voor het succes van deze maatregelen. Ook de visstand in beken en rivieren – het hoofdvoedsel van de otter – is inmiddels verbeterd. Behalve aan de betere waterkwaliteit is dat te danken aan de bouw van vistrappen op rivieren en zijbeken, waardoor barrières voor vismigratie zijn weggewerkt, en aan de aanleg van paaiplaatsen, het gebruik van natuurlijke oeverbeschoeiingen en grootschalige natuurontwikkeling in beekdalen en uiterwaarden. Een punt van aandacht is het gebruik van fuiken, waar otters in kunnen verdrinken. Dit kan gemakkelijk voorkomen worden door er een zogenaamd stopgrid in te plaatsen. Behalve fuiken vormen ook sommige klemmen voor de muskus- en beverrattenbestrijding een gevaar voor otters (en bevers). Die kunnen zonder meer vervangen worden door levendvangkooien. In België en Nederland heeft de otter nauwelijks natuurlijke vijanden. In andere landen lusten zeearend, wolf, beer en lynx af en toe wel een otter. Verdrinking in fuiken, maar ook watervervuiling, verstoring en habitatverlies zijn nog
steeds actuele bedreigingen voor de otter. Maar dé grote doodsoorzaak is tegenwoordig het autoverkeer. Vooral mannetjes die ‘op patrouille’ gaan, lopen bijzonder veel gevaar. Om nieuwe leefgebieden te bereiken of de bestaande te doorkruisen, moet een otter soms tal van wegen oversteken, met een hoge kans op aanrijding.
Verbindingswegen ‘otterproof’ Om de otters te helpen, zullen we iets moeten doen aan de versnippering van otterbiotopen door verkeerswegen. Otters hebben namelijk de gewoonte om zich te verplaatsen via de oevers van waterlopen. Waar die een weg kruisen, kiest een otter vaak voor een oversteek over de weg, in plaats van er zwemmend of duikend onderdoor te gaan. Zo loopt hij het risico overreden te worden. Otters zwemmen wel onder brede bruggen en duikers door, zeker als de oevers onder de brug toegankelijk zijn, maar kleinere duikers met een hoge waterstand worden gemeden. Ze passeren dergelijke barrières liever bovengronds door de weg over te steken. Droge duikers en speciaal aangelegde faunabuizen met een doorsnede van minimaal 40 cm worden door otters snel geaccepteerd. Draadrasters, zoals we die kennen voor dassen, kunnen daarbij voor geleiding zorgen.
Otter schudt zich uit Foto: Yves Adams
Spelende otters in de sneeuw Foto: Han Bouwmeester
Detail van ottervacht Foto: Rollin Verlinde
31
32
Uit monitoringonderzoek in zowel Nederland (Weerribben-Wieden) als Frankrijk (Loire) blijkt dat maar liefst 80% van de ottersterfte door aanrijdingen wordt veroorzaakt. Daarom wordt in Nederland werk gemaakt van ontsnipperingsmaatregelen in toekomstige otterleefgebieden. Het betreft vooral de aanleg van loopplanken onder bruggen, in combinatie met een geleidend raster. Zo kunnen otters én andere dieren veilig onder de weg door passeren.
Otter neemt poolshoogte Foto: Yves Adams
Otterbiotoop in De Weerribben Foto: Bob Luijks
Eerste vereiste voor de otter blijft uiteraard de aanwezigheid van grote eenheden wilde natuur, die met elkaar verbonden zijn via brede, groene corridors. De milieubeweging pleit ook voor zogenaamde ‘microreservaten’, die verspreid langsheen onze waterlopen moeten worden aangelegd. “Het zijn kleine maar ongestoorde en dekkingsrijke plekjes waar otters onopgemerkt, voor korte of lange tijd, kunnen vertoeven en waarlangs ze zich veilig en ongedwongen tussen de grotere natuurgebieden kunnen verplaatsen. Ze zijn
het bindmiddel tussen de natuurkernen en vormen de mazen van het ecologisch netwerk”, aldus de zoogdierenwerkgroep. Als aan alle potentiële bedreigingen is verholpen, zijn de natuurgebieden klaar om de eerste otters een warm welkom te bieden.
Otters in Europa Vandaag lijkt het tij dus gekeerd. In heel wat landen en gebieden is de otter al aan een opgemerkte comeback bezig, al dan niet na herintroductie. De belangrijkste otterpopulaties in westelijk Europa situeren zich momenteel in Groot-Brittannië (ongeveer 8 000 dieren!), in Zweden en Noorwegen, in Spanje en Portugal en in Griekenland en Albanië. Ook in CentraalEuropa zijn otters goed vertegenwoordigd, onder meer in Hongarije.
Otters in Nederland In 1988 werd een otter doodgereden in Friesland; men neemt aan dat dit de laatste was in Nederland. Datzelfde jaar nog
LANDSCHAP
werd de soort uitgestorven verklaard. Men schrok erg en plannen werden gemaakt om Nederland weer leefbaar te maken voor de otter. Hij werd op de Nederlandse Rode Lijst geplaatst en er werden allerlei aanpassingen gedaan aan zijn vroegere leefgebied om het weer geschikt en veilig te maken voor de otter. Tal van organisaties sloegen de handen ineen, vastbesloten om de otter terug te halen.
otterpopulaties in Wit-Rusland en Letland overgebracht. Momenteel is er sprake van een kleine maar groeiende populatie van 50 à 60 dieren. Het herintroductiegebied is stilaan verzadigd met otterterritoria. Vanuit de uitzetgebieden – onder meer De Wieden, De Weerribben en Rottige Meenthe – gaan de dieren nu op zoek naar nieuwe territoria; via rivieren en beken prospecteren ze de verdere omgeving.
Zodra uit onderzoek duidelijk werd dat een potentieel uitzetbiotoop weer geschikt was voor otters, maar dat het onwaarschijnlijk was dat zich op korte termijn – in dit geval binnen de 50 jaar – op eigen kracht een levensvatbare populatie zou vestigen in Nederland, is besloten tot een herintroductie.
Bijzonder is de vestiging van otters bij Doesburg langs de Oude IJssel, op zo’n 80 km van de uitzetlocatie. Hoewel het moederdier daar in 2008 is gesneuveld in het verkeer, bleven haar jongen ter plaatse actief. In april 2012 werd hier nog een mannelijke otter uitgezet in de hoop dat die samen met het enige nog overgebleven wijfje voor nakomelingen zal gaan zorgen.
De uitzetting van otters startte in 2002 in de laagveenmoerassen in de Kop van Overijssel en Zuidoost-Friesland. Voor de herintroductie werden onder meer otters uit florerende
In navolging van Overijssel en Friesland werken Gelderland en Limburg nu ook aan de terugkeer van de otter langs hun
33
34
rivieren. In de afgelopen decennia is hard gewerkt om de waterkwaliteit van beken en rivieren te verbeteren en de natuur in uiterwaarden en beekdalen te herstellen. Met nog wat extra inspanningen kunnen op korte termijn langs de Rijntakken en de Maas nieuwe otterpopulaties tot ontwikkeling komen. Hiertoe is in 2010 het project ‘Otters in rivierenland’ van start gegaan. Het otterproject investeert allereerst in het oplossen van migratieknelpunten om de natuurlijke uitbreiding te faciliteren. Niettemin herbergt Nederland momenteel maar één otterpopulatie van ruim vijftig dieren. De genetische basis van deze kleine populatie is smal en inteelt ligt op de loer, zo is uit DNA-analyses gebleken. Iedereen hoopt op een spoedige uitwisseling met de Duitse otterpopulatie. Omdat die wellicht nog te lang op zich zal laten wachten, kan voorlopig alleen het bijplaatsen van onverwante dieren uit andere gebieden in Europa zorgen voor voldoende genetische diversiteit en dus voor betere overlevingskansen van de otters in Nederland.
De verwachting is dat mede dankzij allerlei ottervriendelijke maatregelen in het IJsseldal en in de Gelderse Poort een tweede populatie van 50 otters tot ontwikkeling kan komen. Ontsnipperingsmaatregelen in de grotere beekdalen van Midden-Limburg zullen ook dit gebied geschikt maken voor de otter. Wanneer de verbindingswegen veilig zijn, kan een toekomstige populatie in Limburg contact houden met de Gelderse en Overijsselse populaties. Ook van belang zijn de verbindingen naar de Ardennen en de Eifel, twee voormalige kerngebieden van de otter.
Nieuw Ardennenoffensief? Daarmee zijn we in België aanbeland. Op het einde van de jaren ’80 schatte men de otterpopulatie in de Ardennen op nog maar een 20-tal exemplaren. In de periode 2000-2007 was de otter in Wallonië nog aanwezig langs de Haute-Sûre, de Our, de Ourthe en de Semois, allemaal in of rondom de provincie Luxemburg. Ook in het Groothertogdom Luxemburg kwamen
LANDSCHAP
nog enkele otters voor. Maar de situatie was uiterst zorgwekkend: de geïsoleerd voorkomende otters markeerden zelfs hun territorium niet meer, simpelweg bij gebrek aan concurrentie van otters van hetzelfde geslacht binnen hun leefomgeving. Via het Europees Life-project ‘Loutre’ zijn inmiddels maatregelen genomen om leefgebieden van otters te verbeteren en potentiële leefgebieden aantrekkelijker te maken, maar voorlopig blijft de otter een zeldzame verschijning in de Ardennen. Niettemin is er hoop, want in de directe omgeving van de Belgisch-Luxemburgse Ardennen, op Frans grondgebied, is een gestage herkolonisatie aan de gang.
Frankrijk en Duitsland heroverd Zowel in Frankrijk als in Duitsland nemen otters hun voormalige, geschikte leefgebieden opnieuw in gebruik. Terwijl er in de jaren ’80 stabiele otterpopulaties aanwezig waren in 10 van de 94 Franse departementen, waren in 2000 al 23 departementen ‘bezet’. In Frankrijk is de otter nu ook terug in het bekken van de Loire, in de Dordogne, de Ardèche en de Drôme. Hij is geherintroduceerd in de Elzas en ook al gesignaleerd in de Maas. Wetend dat otters behoorlijk mobiel zijn, groeit dus de hoop dat ook de Ardennen aan de vooravond staan van een herkolonisatie. In Duitsland en Frankrijk verloopt de herovering op nagenoeg hetzelfde tempo. Vanuit de kerngebieden palmen de otters beek- of riviervalleien in à rato van 8 km waterloop per jaar. De kolonisatie van Duitsland betreft vooral het noorden; de otters zijn er afkom-
stig uit het oosten van het land, het voormalige Oost-Duitsland.
Otters in Vlaanderen? De otter verdween eind vorige eeuw – op een zwervend exemplaar na – volledig uit Vlaanderen. Maar nu restpopulaties overal in Europa herleven en de otter in de buurlanden aan een opmars bezig is, lijkt het waarschijnlijk dat vroeg of laat ook geschikte leefgebieden in Vlaanderen door otters worden ontdekt of herontdekt. Ook in Vlaanderen gaat de kwaliteit van de waterlopen erop vooruit en herstelt de visfauna zich langzaam. Als deze trend zich verder zet, mogen we beginnen dromen dat de otter opnieuw onze waterlopen gaat bevolken. De recente otterwaarnemingen in het Broek De Naeyer in Willebroek (april 2012) en in natuurgebied Smeetshof in Bocholt (mei 2012) zijn alleszins een mooie voorbode van de langverwachte terugkeer.
Symboolsoort Alleen als de kwaliteit van het zoetwatermilieu in een gebied erg goed is, kan de otter er overleven. De uiterst kieskeurige otter is de ultieme indicator voor de milieukwaliteit van zijn omgeving. Niet voor niets wordt de otter ook wel ‘de ambassadeur van het zoetwatermilieu’ genoemd. De terugkeer van dit mooie dier in onze natuur is dan ook de kroon op het werk voor al wie de voorbije decennia heeft gevochten voor het natuurbehoud en voor de verbetering van de ecologische kwaliteit van onze waterlopen. Laten we de otter een warm welkom voorbereiden door de inspanningen op het vlak van waterzuivering en -beheer onverminderd voort te zetten!
Foto’s v.l.n.r.: Bob Luijks - Yves Adams - Tom Linster - Yves Adams - Tom Linster - Bob Luijks
Vandaag is het autoverkeer de belangrijkste doodsoorzaak van otters in Europa.
35
36
NEDERLAND tekst en foto’s Bob Luijks (natuurportret.nl) kaart Bob Luijks
Van adder tot zwijn… wegdromen bij het Elfenmeer
Nationaal Park De Meinweg Ten oosten van Roermond, in een uithoek van Nederland die bijna helemaal omsloten wordt door Duitsland, vind je het Nationaal Park De Meinweg. Van de twintig Nationale Parken in Nederland is De Meinweg wellicht het minst bekend bij het grote publiek.
Vlonderpad langs
Het gebied zelf mag met zijn 1 800 hectare misschien wat aan de kleine kant zijn,
de Roode Beek
De Meinweg maakt wel deel uit van het veel grotere, 10 000 hectaren tellende Duits-
Het Elfenmeer,
Nederlandse grenspark Maas-Swalm-Nette. Bossen, heidevelden, vennen, beekdalen
publiekslieveling
en flinke hoogteverschillen zorgen er voor een eindeloze variatie van landschappen!
De Meinweg is één groot geschiedenisboek. Ooit bestond De Meinweg uit uitgestrekte eiken- en beukenbossen. Door een eeuwenlange, intensieve begrazing en houtkap verdwenen de wouden om plaats te maken voor heide. Het zou tot de 19de en 20ste eeuw duren vooraleer het bos beetje bij beetje terugkeerde in het landschapsbeeld. Geen eiken of beuken maar naaldbomen deden hun intrede. Vooral grove dennen waren in trek, bestemd als stuthout voor de gangenstelsels in Limburgse kolenmijnen. Het hout van grove dennen kraakt namelijk alvorens te breken – een levensbelangrijke waarschuwing voor de kompels…
Getekend door de mens Toch kan je vandaag nog imposante, eeuwenoude eiken bespeuren. Geen metersdikke exemplaren, maar wel bijzonder indrukwekkende eikenstoven met een diameter van ettelijke meters. Op de heidevelden vallen ze op als een groepje eiken dat in een cirkel staat. Een typische groeivorm veroorzaakt door langdurig hakhoutbe-
heer waarbij de eiken in perioden van 10 tot 20 jaar, afhankelijk van de houtbehoefte, afgezet werden bij de grond. De stobben met wortels bleven leven zodat net op deze stobben nieuwe eikenstammen konden ontspruiten, almaar verder van de moederstam. Langzaam ontstonden zo impressionante eikenclusters. Ook een flink deel van de talloze vennen is door mensenhand gevormd. Toen onze voorouders ontdekten dat gedroogd veen of turf prima te gebruiken is als brandstof in kachels, werd ook in De Meinweg gestart met de ontginning van turf. Laaggelegen, venige terreindelen werden ‘uitgeturfd’; ondiepe plassen met open water bleven achter als getuigen. Daarenboven werden nog niet zo lang geleden ook vennen en poelen speciaal (her)aangelegd om de amfibieën een duwtje in de rug te geven. Voor hen staan de vennen niet alleen voor voortplantingswater, maar eveneens voor extra migratiemogelijkheden doorheen het Meinweggebied. Zo zorgt het ruime stelsel van poelen en
LANDSCHAP
37
38
In De Meinweg gaan verschillende biotopen naadloos in elkaar over. Zoveel variatie in het landschap trekt uiteraard ook een rijke flora en fauna aan.
vennen ervoor dat populaties met elkaar in verbinding staan én duurzaam behouden worden.
De IJzeren Rijn Hoewel een bekend verhaal, werd het toch nooit een succes... De ambities waren nochtans groot toen in 1879 deze goederenspoorlijn voor het eerst het Duitse Ruhrgebied met de Antwerpse haven verbond, dwars door De Meinweg. In 1991 reed de laatste trein over de IJzeren Rijn door het gebied. Tal van relicten herinneren nog aan de spoorwegexploitatie. Zo vind je hier nog Station Herkenbosch en – veel markanter – Vlodrop-Station. Dit piepkleine dorpje vol typerende witte huisjes werd destijds gebouwd voor het spoorwegpersoneel. In De Meinweg zijn ook opvallende sporen uit de Tweede Wereldoorlog aanwezig. Zo kan je in de zigzaggende, begroeide greppels makkelijk loopgraven herkennen. Veel indrukwekken-
der nog zijn de tankgrachten, door de Duitse bezetter (lees: door burgers en Russische en Poolse dwangarbeiders) aangelegd als onderdeel van de MaasRur-Stellung en bedoeld om de opmars van de geallieerden vanuit het westen te stoppen. Hier en daar werd zo’n tankgracht zelfs versterkt met verticale metalen balken, onder andere bij de Duitse grens nabij Sankt Ludwig.
Staatsmijn Beatrix Aan het begin van de 20ste eeuw was de vraag naar steenkool groot, ook in Nederland. Toen na proefboringen in De Meinweg bleek dat er daadwerkelijk steenkool werd aangetroffen, bovendien in rendabele hoeveelheden en op bereikbare diepte, werd in 1954 begonnen met de aanleg van wat de Staatsmijn Beatrix zou worden. Een zware ingreep met grote gevolgen voor de aangrenzende delen van De Meinweg. Niet alleen werd een groot gedeelte omgevormd tot mijnbouwterrein, na een aantal dambreuken stroomde ook een combinatie van water, opgeloste zouten en steen-
LANDSCHAP
koolgruis vrijelijk De Meinweg in. Plekken die tot op vandaag nog altijd te herkennen zijn aan een opmerkelijk afwijkende vegetatie. Tot een echte exploitatie van de mijn kwam het evenwel nooit. Nog voor de mijn voltooid was, werd ze in 1962 alweer gesloten wegens import van goedkope steenkool uit het buitenland. De naam ‘Meinweg’ heeft overigens niets te maken met de voormalige mijnbouw. Meinweg verwijst naar ‘gemeynte’ wat ‘gemeenschappelijke grond’ of ‘gemeengoed’ betekent. Eeuwen geleden maakten de inwoners van de omringende dorpen en steden immers gezamenlijk gebruik van De Meinweg. Tot het einde van de 18de eeuw liet men er schapen grazen en kapte men er hout.
Landschap in trapjes De Meinweg is een uniek terrassenlandschap, met bijzonder steile overgangen tussen de terrassen. De terrassen zijn in de loop van tienduizenden jaren ontstaan door inschuringen van de Maas
en verschuivingen in de aardkorst langs de drie breuklijnen die door het gebied lopen. Eén van deze breuklijnen is de bekende Peelrandbreuk. Dwars op de terrassen voeren twee beken – de Roode Beek en de Boschbeek – het water af van het bovenste plateau naar de Roer.
Alpenwatersalamander Wild zwijn met big Herkenboscherven Schotse Hooglander
Wandelaars in De Meinweg zien meteen de forse hoogteverschillen van soms wel 30 meter, veroorzaakt door de Peelrandbreuk. Ten noorden van de breuk stijgt het land, ten zuiden ervan daalt het juist. Bovendien zorgden alle stijgende en dalende bewegingen samen ook nog eens voor een aantal kleinere breuken, storingen genoemd. De forse hoogteverschillen in het landschap tonen de plaatsen van deze breuken en storingen. Zo ontstonden als het ware ‘traptreden’ van het Roerdal naar het Duitse hoogterras, goed voor een totaal hoogteverschil van ruim 50 meter. Het is vandaag nauwelijks denkbaar dat de Maas en de Rijn de basis hebben ge-
Beenbreek Mannetje van de bosbeekjuffer Berk op heide
39
40
vormd van De Meinweg. Door de bewegingen in de aardkorst zijn Maas en Rijn van elkaar gescheiden geraakt, waarbij de Rijn naar het oosten is ‘afgegleden’ en de Maas naar het westen. Vandaag ligt de Maas tientallen meters lager dan het hoogste punt van De Meinweg. Grind van verschillende herkomst verraadt nog het woelige waterverleden. Het is de Maas die met zijn eroderende werking de terrasranden nog eens extra heeft gepolijst, waardoor de overgangen tamelijk abrupt zijn.
Beken vol libellen Behalve grind vind je in De Meinweg ook dekzandruggen en lĂśss uit de laatste IJstijd, afgewisseld met veentjes op natte plekken. In combinatie met de hoogteverschillen en het grotendeels door de mens bepaalde landgebruik, leidt dat tot een enorme variatie aan landschappen, met een al even grote diversiteit in fauna en flora. Maar liefst 6 000 planten- en diersoorten worden in De Meinweg ge-
LANDSCHAP
teld, een aantal dat binnen eenzelfde oppervlakte nergens anders in Nederland gehaald wordt! Bovendien tref je hier tal van zeldzaamheden die elders in Limburg of Nederland nauwelijks voorkomen. Er valt dus heel wat te ontdekken! Vrijwel nergens in Nederland zijn nog ongeschonden beken aanwezig. Beken die vrij hun weg door het landschap mogen banen, bovendien niet beïnvloed door mest of bestrijdingsmiddelen uit de landbouw. De Meinweg kan pronken met maar liefst drie kraakheldere beekjes. Iedere beek is totaal anders, maar één ding hebben ze gemeen: ze herbergen uiterst zeldzame planten en dieren. Zo zijn er de beroemde libellen van De Meinweg: met 48 van de 71 in Nederland voorkomende soorten, is De Meinweg een ware libellen-hotspot! Absolute blikvanger is de gewone bronlibel, een zeer grote, vervaarlijk uitziende soort. Andere pareltjes zijn de bosbeekjuffer en de beekoeverlibel.
Over planken door het moeras In het Duitse Dalheim ontspringt de grootste beek van De Meinweg, de Roode Beek. De beek dankt haar naam aan de roestbruine bedding, veroorzaakt door opgelost ijzer in het bronwater. In contact met zuurstof vormt het ijzer oxides die als een roestige drab neerslaan op bodem en oevers. Niettemin is het water zéér zuiver. Pal op de grens met Duitsland kan je de Dalheimer Mühle bewonderen, een fraaie watermolen waar nu een gezellige horecagelegenheid in gevestigd is. Langs de Roode Beek kronkelt een vlonderpad dat je de kans geeft om de mooiste plekjes van het beekdal van dichtbij te bekijken. Behalve libellen vind je er ook een uitbundige voorjaarsflora van dotterbloem en witte klaverzuring. Kleine broer de Boschbeek ontspringt binnen De Meinweg maar is een pak moeilijker te zien door de weelderige moeraszeggen die de beek aan het zicht
Adder Seizoenen in het bos
41
42
Heikikker Speelbos Gagelstruweel kleurt winters Elfenmeer
onttrekken. Het Nartheciumbeekje is de allerkleinste van de drie waterlopen; als enige stroomt die door het open heidelandschap. Haar voortdurend watervoerende bron wordt gesierd door een heerlijk geurend gagelstruweel. De beek is genoemd naar het voorkomen van Narthecium ossifragum oftewel beenbreek in haar brongebied; van juni tot augustus geeft deze zeldzame veenplant met haar prachtige gele bloemen een feestelijk tintje aan het veen.
partner. Ook ’s nachts is het er dan allerminst rustig. Zodra het laatste streepje schemerlicht achter de horizon verdwenen is, zorgen rugstreeppadden voor flink wat kabaal – een ratelend geluid dat tot een kilometer afstand te horen is. Veel minder opvallend zijn de fraai ontwikkelde oevers met soms een bijzondere hoogveenvegetatie. Het is de uitgelezen plek voor ronde zonnedauw, witte en bruine snavelbies, kleine veenbes en verschillende veenmossoorten.
Kabaal bij het Elfenmeer
Op zoek naar adders!
De absolute aantrekkingspolen van De Meinweg zijn de glooiende heidevelden met daarin de vele prachtige vennen. Naast de paarsbloeiende heide springen de witte waterlelies van onder meer de Rolvennen en het Elfenmeer in het oog. Vanaf de waterleliebladeren proberen groene kikkers waterjuffers en andere insecten uit de lucht te plukken. In de zomer heerst er een oorverdovend kwaakconcert. Eerder in het jaar is het eveneens een drukte van jewelste, wanneer padden en naar smurfenblauw neigende heikikkers op zoek gaan naar een
Rond de vennen vind je vochtige heideterreinen met dopheide, afgewisseld met gagelstruwelen. Iets hogerop gaat de vegetatie over in droge heide, met daarin struikheide, pijpenstrootje en bochtige smele. Net in die overgangszone leeft hĂŠt symbool van De Meinweg: de adder. De adder is de enige gifslang van de Lage Landen. Hij is te herkennen aan de zigzagstreep op zijn rug. Echt bang hoef je niet te zijn, want van zodra je in de buurt komt, zoeken adders dekking in de dichte vegetatie. Een ontmoeting met een adder is beslist bijzonder. In tegenstel-
LANDSCHAP
ling tot wat veel plaatjes doen geloven, liggen adders maar zelden op een echt open plek. Vaak steken ze nog half onder een overhangende pol pijpenstrootje. De heide herbergt nog meer leven. Op uitstekende struikjes zitten roodborsttapuiten uit te kijken over de omgeving. Wat verderop laten boompiepers zich in een typische parachutevlucht vanuit de hoogte naar beneden glijden. Geritsel in de vegetatie verraadt dan weer de aanwezigheid van zand- en levendbarende hagedissen, terwijl solitaire graafbijtjes hun holletjes graven in open, zandige stukjes.
Gedoogzone voor evers Eén van de meest verrassende bewoners van De Meinweg is het everzwijn. Het voorkomen van wilde zwijnen doet bij nogal wat mensen de wenkbrauwen fronsen. Wilde zwijnen zijn prachtige dieren, die zich nog niet zo lang geleden overdag echt niet makkelijk lieten zien. Tegenwoordig kan je ze in De Meinweg op rustige momenten ook overdag tegenkomen. Hun kwalijke reputatie danken ze aan het vermogen om in geen
tijd hele vierkante meters bodem om te woelen, op zoek naar wat lekkers. Om de landbouw hiervan te sparen, staat rond De Meinweg een elektrisch zwijnenraster. Daardoor zitten de evers als het ware ‘gevangen’ in het Nationaal Park. Op papier worden everzwijnen in Nederland maar op twee plaatsen ‘gedoogd’: in de Veluwe en in De Meinweg. Overal elders zijn ze vogelvrij. Het lijkt er echter op dat de zwijnen hun bestrijders te slim af zijn, want inmiddels zijn ze ook buiten het Nationaal Park aan een stevige opmars bezig… Je zou het misschien niet verwachten, maar het wild zwijn is misschien wel dé bijzonderheid van De Meinweg. Terwijl het everzwijn op de Veluwe op een bepaald ogenblik door overbejaging is uitgestorven en nadien opnieuw uitgezet, zijn er in De Meinweg altijd zwijnen aanwezig gebleven. Daardoor is de everzwijnenpopulatie van De Meinweg de enige autochtone van heel Nederland. Neem het van ons aan: dit Nationaal Park is een parel, en beslist niet alleen voor de zwijnen… We verwachten je!
Verder lezen en vooral kijken kan ook in het mooie fotoboek ‘De Meinweg, onbegrensde verrassingen’ van Bob Luijks. Speciaal voor leden van Landschap vzw is het boek verkrijgbaar voor 15 euro (inclusief verzendkosten) in plaats van 19,95 euro (exclusief verzendkosten). Interesse? Stuur dan een mail naar info@natuurportret.nl of kijk op www.natuurportret.nl
43
LANDSCHAP
45
Op stap! Nationaal Park De Meinweg Start • Bezoekerscentrum De Meinweg, Meinweg 2, 6075 NA Herkenbosch. Vanop de E25 (A2) tussen Eindhoven en Maastricht neem je de A73 richting Roermond. Op de A73, ter hoogte van Roermond, neem je afrit 20. Je volgt eerst de N293 (= Oosttangent Roermond) en vervolgens de N570 (= Keulsebaan) naar Herkenbosch. Voorbij Herkenbosch volg je de borden ‘Bezoekerscentrum De Meinweg’. Bij kilometerpaal 5.0 sla je linksaf de Meinweg in. Even verderop vind je het bezoekerscentrum. • Parking spoorovergang op de Meinweg (voorbij camping Elfenmeer) • Café-restaurant Rijstal Venhof, Venhof 2, 6075 NE Herkenbosch (startpunt rolstoelvriendelijk familiepad). Routebeschrijving op www.venhof.nl • Parkeerplaats in Vlodrop-Station, gelegen langs de Boslaan.
Afstanden Op de kaart is een ‘mooiste route-marathon’ van 26 km aangegeven met rode bolletjes. Deze is niet bewegwijzerd op het terrein. Je kan de route ook gedeeltelijk lopen door een stuk af te snijden langs de gele bolletjes op de kaart: • Vanaf parking Rijstal Venhof tot aan de ‘inkorting’ : 7,5 km • Vanaf parking spoorovergang Meinweg tot aan de 2 ‘inkortingen’ : 13,5 km • Vanaf parking Vlodrop-Station tot aan de ‘inkorting’ : 9 km
Onthaal Bezoekerscentrum De Meinweg, adres zie start, +31(0)475-52 85 00, info@np-demeinweg.nl, www.np-demeinweg.nl Wandel- en fietskaarten verkrijgbaar. In de expositieruimte wordt het verhaal van De Meinweg toegelicht. Voor een lekkernij kan je terecht in Bosbrasserie IJgenweis. Van 1 april tot en met 31 oktober iedere dag geopend van 10u tot 17u, behalve op maandag. Van 1 november tot en met 31 maart enkel op woensdag, zaterdag en zondag van 10u tot 16u. Het bezoekerscentrum vormt het vertrekpunt voor tal van georganiseerde activiteiten (zie website).
Toegankelijkheid Laarzen of stevige wandelschoenen aanbevolen. Het terrein is behoorlijk ruw en reliëfrijk. Het rolstoelvriendelijke wandelpad (zie hieronder) is uiteraard ook geschikt voor kinderwagens. Honden zijn welkom, maar aan de leiband.
Personen met een handicap De Meinweg heeft een rolstoelvriendelijk familiepad van 2,5 km. Start bij de spoorovergang nabij Rijstal Venhof te Herkenbosch. Aan de rand van de heide is een grote picknicktafel geplaatst, waar 4 rolstoelen kunnen aanschuiven.
Openbaar vervoer Het bezoekerscentrum is bereikbaar met het openbaar vervoer. Alle info op de website.
Meer info • Bezoekerscentrum Nationaal Park De Meinweg, zie onthaal • Bob Luijks, +31(0)6-43700094, +31(0)475-332109, info@natuurportret.nl
46
foto’s Swa Bouvé Bob Luijks
Contact voor alle activiteiten: info@landschapvzw.be of +32(0)495-32 53 30 (Jan Loos) Met uitzondering van de fotoworkshop op 24 november, zijn alle activiteiten gratis voor leden van Landschap vzw. Nietleden betalen 2,50 euro per persoon of 5 euro per gezin.
De natuur in! Zondag 21 oktober Wandeling in De Ronde Put In het uitgestrekte bosgebied van MolPostel ligt het natuurreservaat De Ronde Put, beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het gebied is bekend als vogelparadijs en groeiplaats van zeldzame veenvegetaties. Het graasbeheer wordt verzorgd door Poolse koniks en Gallowayrunderen. Delen van het terrein zijn afgesloten voor het publiek, maar vandaag verkennen we het hart van het natuurgebied! Afspraak: zondag 21 oktober om 14u op de parking van restaurant/taverne Postel Ter Heyde, Postelsebaan 74 in 2470 Retie, bij de ophaalbrug over het kanaal op de N123 van Retie naar MolPostel. Einde rond 16u30.
Zondag 28 oktober Beversafari in de Dijlevallei We gaan op zoek naar loop- en knaagsporen van bevers langs de Dijle. Onderweg kom je alles te weten over de levenswijze van ons grootste knaagdier. Alle kinderen krijgen een heerlijke beverkoek en een beverbrevet. Afspraak: zondag 28 oktober om 10u of om 14u (naar keuze) aan het kasteel
van Neerijse, Lindenhoflaan 3 in 3040 Neerijse-Huldenberg. Duur: 2,5 uur.
Zaterdag 24 november Fotoworkshop in De Meinweg Speciaal voor onze lezers verzorgt natuurfotograaf Bob Luijks een boeiende fotoworkshop in De Meinweg (zie reportage elders in dit blad). Tijdens een wandeling kom je alles te weten over camera-instellingen, compositie en het leren kijken. Onderweg passeren we de mooiste plekjes van De Meinweg. Afspraak: zaterdag 24 november om 9u bij de spoorovergang van de verharde Meinweg in Herkenbosch (bezoekerscentrum en camping Elfenmeer voorbij rijden, zie kaart in dit blad). Einde rond 13u30. Deelname: normaal kost een fotoworkshop € 75,00. Leden van Landschap vzw betalen slechts € 30,00. Dat is inclusief koffie of thee. Vooraf inschrijven is een must (max. 15 deelnemers). Graag via info@landschapvzw.be of +32(0)495-32 53 30
Zaterdag 24 november Zwijnensafari in De Meinweg Aansluitend op de fotoworkshop, maar verder helemaal los ervan, organise-
LANDSCHAP
ren we een spannende zwijnensafari. De Meinweg is het enige gebied van Nederland waar een autochtone zwijnenpopulatie voorkomt. Met een beetje geluk... Afspraak: zaterdag 24 november om 15u bij de spoorovergang van de verharde Meinweg in Herkenbosch (bezoekerscentrum en camping Elfenmeer voorbij rijden, zie kaart in dit blad). Einde rond 18u.
Zondag 25 november Beversafari rond de vijver van Pécrot
2051 EC Overveen (NL). Neem vanuit Haarlem en Overveen de Zeeweg richting Zandvoort en Bloemendaal aan Zee; het bezoekerscentrum ligt schuin tegenover de ingang Koevlak van de Kennemerduinen/’t Wed. Carpoolmogelijkheden worden later bekeken in functie van de woonplaats van de ingeschreven deelnemers. Vertrek huiswaarts rond 17u. Picknick meebrengen! Deelname: exclusief én gratis voor leden van Landschap vzw. Vooraf inschrijven is een must! Dat kan via info@landschapvzw. be of +32(0)495-32 53 30.
Net over de taalgrens in Waals-Brabant heeft een stel bevers de visvijver van Pécrot gekoloniseerd. In geen tijd bouwden de bevers hier indrukwekkende dammen en burchten. Deze ‘beversite’ is met stip de meest verrassende van de Dijlevallei en uitermate geschikt voor een safari met jonge kinderen (beperkte wandelafstand). Afspraak: zondag 25 november om 14u op de parking van de Etang de Pécrot, op het einde van de Rue Georges Pensis in 1390 Pécrot, deelgemeente van Grez-Doiceau. Einde rond 16u30. De vijver ligt op 5 min. wandelen van het NMBS-station van Pécrot (lijn Leuven Ottignies - Louvain-la-Neuve).
Het Broek De Naeyer is een waterrijk natuurgebied in Willebroek. Dankzij natuurinrichting is het de nieuwe thuis van een stel bevers én het eerste gebied in Vlaanderen waar de otter opnieuw werd gespot. Onze wandeling langs de vogelrijke plassen wordt dus meteen ook een safari naar bever- en ottersporen! Afspraak: zondag 9 december om 10u of om 14u (naar keuze) aan de ingang van het Provinciaal Groendomein Broek De Naeyer langs de Stuyvenbergbaan in 2830 Heindonk-Willebroek. Duur: telkens 2,5 uur.
Zondag 2 december Wisenten kijken in de Kennemerduinen
Zondag 30 december Diersporenwandeling in het Orveytbos
In het immense duinmassief van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland doet Ark Natuurontwikkeling ervaring op met begrazing door wisenten. De wisent is de Europese bizon. In het waterwingebied van het Kraansvlak kom je oog in oog met een kudde van deze ‘oerbeesten’. In de namiddag maken we als toetje een duinenwandeling tussen de Schotse Hooglanders. Afspraak: zondag 2 december om 10u aan Bezoekerscentrum De Zandwaaier ter hoogte van Zeeweg 12 in
Onder leiding van gids Mario Manhaeve gaan we op zoek naar diersporen in het Orveytbos, een zeer gevarieerd natuurgebied met jong bos en veel poelen langs het kanaal Kortrijk-Bossuit in Moen, deelgemeente van Zwevegem. Afspraak: zondag 30 december om 14u op de parking bij het Sint-Pietersbrugje, vlakbij Hoeve Sint-Pietershof, Kraaibosstraat 6 in 8552 Moen. Einde rond 16u30. Exacte wegbeschrijving op www.landschapvzw. be/activiteiten of bel +32(0)495-32 53 30.
Bever Foto: Swa Bouvé
Zondag 9 december Beversafari in Broek De Naeyer
Diersporen in de sneeuw Foto: Bob Luijks
Everzwijnen Foto: Bob Luijks
Bever was here! Foto: Swa Bouvé
47
www. countryside. be
-2€
korting via website ACTIECODE: COU29
HOME & INSPIRATIONS GREEN & GARDEN TRIPS & TRAVEL COOK & TASTE HEALTH & HAPPINESS HANDMADE & HOMEMADE CASUAL & OUTDOOR WEAR
01 » 04 NOV 2012 FLANDERS EXPO GENT 10 » 18 UUR
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
COUNTRYSIDE the authentic way of living FOTO WWW.WOONTHEATER.BE
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx