Donotdisturb artikel rodeyns (def)

Page 1

Studiedag Do [not] disturb | 8 juni 2015

Tieners en cultuur; do (not) disturb! Hoe maak je jongeren tussen twaalf en vijftien warm voor kunst en cultuur? Evident is dat zeker niet. ‘DO NOT DISTURB’ is vaak van hun gezicht af te lezen. Wat als we ons hier niet door laten afschrikken? Dat was het uitgangspunt van de studiedag die Lasso op 8 juni in Zinnema (Anderlecht) organiseerde. Lasso vroeg aan journaliste Julie Rodeyns om deze dag bij te wonen. Op basis van wat ze te horen en te zien kreeg tijdens de presentaties en workshops ontwaarde ze enkele terugkerende vragen en thema’s.

Wie zijn ze, die tieners? Een beetje inzicht in de doelgroep die je voor ogen houdt, kan nooit kwaad. Wie zijn ze, die jongeren tussen twaalf en vijftien? Een erg diverse groep, is het vaak terugkerende antwoord. Er is een groot verschil tussen twaalf- en vijftienjarigen, tussen jongens en meisjes van dezelfde leeftijd en tussen meer ‘bevoorrechte’ en kwetsbare jongeren, die tegelijk als groep op zich ook weer uiterst divers is. Kunnen we niettemin enkele algemene kenmerken uitlijnen? Sarah Storme (JES, Jeugd en Stad) nodigt de deelnemers aan haar workshop ‘Ik vraag het aan’ uit om deze oefening samen te maken. Ze stuurt ons op pad met enkele prikkelende vragen die peilen naar het verschil in interesses en kenmerken tussen twaalf- en vijftienjarigen. De groep ervaart dat twaalfjarigen nog fel gestuurd en ondersteund worden door de ouders, tegen wie ze zich misschien wel feller afzetten dan vijftienjarigen. Ze zijn geen kind meer en willen dit erg graag bewijzen. Zakdoekje leggen spelen is voor deze leeftijdsgroep dus géén goede activiteit. Met vijftienjarigen lukt dat wél, ervaart Storme. Op die leeftijd kunnen jongeren al meer relativeren. Ze zijn een stuk zelfstandiger en krijgen gemakkelijker verantwoordelijkheid toevertrouwd. Ze zoeken nu vooral hun eigen pad. Tegelijk zijn ze minder actief: daar waar twaalfjarigen (en jongens meer dan meisjes) nog speels kunnen zijn en je hen kan verleiden met doeactiviteiten waaruit ze iets kunnen bijleren, lijken vijftienjarigen vooral te willen ‘chillen’. Muziek en kledingstijl worden in groeiende mate belangrijk en de vriendenkring wordt erg bepalend en stuurt in grote mate de interesses: ‘volgers’ sluiten zich aan bij ‘koplopers’.


Studiedag Do [not] disturb | 8 juni 2015

Bezint eer ge begint! Hoe bereiken we deze jongeren? Wat leeft bij hen, wat prikkelt of interesseert hen? Hoe bouw je het best een activiteit voor deze doelgroep op? Het zijn slechts enkele van de vele vragen die de deelnemers aan de workshop ‘Ik vraag het aan’ hadden. Het mag duidelijk zijn: rond werken met en voor jongeren van twaalf tot vijftien heerst nog erg veel onzekerheid. Dat is ook de ervaring van Lasso. Zij deden een bevraging binnen hun netwerk. Ook organisaties die specifiek een jongerenwerking hebben, richten zich vaak niet tot deze leeftijdsgroep. “We verliezen ze even”, horen we bevestigend bij tal van deelnemers bij wie we ons oor te luister leggen. De zeer ruime opkomst voor deze studiedag bewijst dat er veel goesting is om hierin verandering te brengen. Wie jongeren wil bereiken, last echter best eerst een moment van zelfreflectie in. Tijdens het panelgesprek spreekt Lies Verhoeven (wmkj Chambéry) klare taal: “Tieners vragen zich altijd af: wat zal ik er aan hebben? Ze hebben het zéér snel door wanneer ze enkel gebruikt worden om stoelen te vullen. Wie vanuit deze motivatie vertrekt, zal zeker niet in zijn of haar missie slagen.”

Hoe spreek je deze jongeren aan? Hoe spreek je deze erg diverse groep aan; met welke activiteiten prikkel je hen? Benader je ze beter via school of in hun vrije tijd? Heb je meer succes met breakdance of met ballet? Betrek je hen van bij de start of niet? Tijdens de studiedag blijkt de praktijk niet zelden het algemene buikgevoel tegen te spreken…

Vrije tijd of school? Voor hun festival Bruxelles Babel, dat jongeren tussen twaalf en eenentwintig jaar onder begeleiding van professionele kunstenaars een artistiek eindresultaat laat uitwerken, rekent Tremplins vzw sinds jaar en dag op tal van partnerorganisaties, waaronder ook scholen. Ook in Gent gaat theaterhuis De Kopergietery voor hun werking in de volkse buurt Rabot via scholen en ook brugfiguren uit de wijk. Bij de collega’s van BRONKS vormen scholen het hart van de werking, hoewel men ook een vrijetijdsaanbod heeft. Allen zijn het er over eens: jongeren buiten de schooluren bereiken is een hele uitdaging. Tegelijk zijn scholen vaak vragende partij voor een aanvulling op hun curriculum. Via scholen werken is dus zeker geen schande, integendeel. Je bereikt op die manier ook een zeer brede groep jongeren. Wie toch buiten de schooluren met jongeren aan de slag wil, is bij voorkeur een crack in sociale media, leren we tijdens het panelgesprek met Amber Vansintjan (Mooss), Dominique Collet (Kopergietery) en Lies Verhoeven (wmkj Chambéry). Flyers hebben geen aantrekkingskracht meer en ook mailen is uit de oude doos: communiceren doe je het best via Facebook. Jan Wallyn (Zinnema) getuigt later die dag hoe je met een prikkelend beeld dat viraal gaat, een extra streepje voor hebt. Meer kwetsbare jongeren spreek je het best persoonlijk aan, leren we van Lies Verhoeven. Met hen werk je van dag tot dag. Deze jongeren hebben vaak kopzorgen en kunnen afhankelijk van hun privésituatie plots afhaken of even afwezig blijven. Belangrijk is in dit geval om in de eerste plaats een sterke vertrouwensband met hen op te bouwen.

Breakdance of ballet? Jongeren spreek je het liefst aan met activiteiten die zij cool vinden, niet? Zo dacht Zinnema toen ze onder andere grafitti- en DJ-workshops programmeerde. Andersom was de aanpak van theatermaker Geert Vandyck, die in opdracht van BRONKS met jongeren de productie ‘AchteRAFbekeken’ maakte. Vandyck koos het thema (namelijk de tegenstelling tussen goed en kwaad) op basis van zijn eigen achtergrond en interesses als maker. Hij volgde de suggestie van de jongeren om rond Charlie Hebdo te werken niet, maar liet hen kennismaken met de activiteiten van de Rote Armee Fraktion: allesbehalve evidente materie! Het laatste project werd een groot succes, het eerste moest wegens gebrek aan interesse afgelast worden. “‘Hippe’ activiteiten vormen dus niet altijd de magische formule. Zinnema ondervond aan den lijve dat je jongeren niet bereikt wanneer je ze niet betrekt, getuigt Jan Wallyn. Een activiteit op een verkeerd moment organiseren of iets aanbieden waar al een aanbod voor is; uit een doelgroepbevraging achteraf leerde hij dat het al op zulke kleine of praktische dingen fout kan lopen. Nu betrekt Zinnema, met succes jongeren bij de organisatie van hun activiteiten. Wallyn vertelt met trots over een groep meisjes die nu zelf in nauw overleg met de organisatie dansworkshops


Studiedag Do [not] disturb | 8 juni 2015

organiseren. Bij Vandyck vormden wederzijds respect en dialoog van bij de start een hoeksteen. “Hij nam de jongeren ernstig en daardoor namen ze ook zichzelf ernstig”, getuigt artistiek leider Marij De Nijs (BRONKS). De theatermaker liet de jongeren doorwrochte filosofische teksten lezen die ze naar hun klasgenoten toe moesten verdedigen. Zware koek, maar ook interessante lectuur voor jongeren die op deze leeftijd erg zoekende zijn rond hun identiteit en hun plaats in de wereld! Onder andere op die manier haakte Vandyck in op wat bij de jongeren leefde. Aansluiting vinden bij hun leefwereld is immers absoluut een must. Onder welke vorm je dit doet - of je dus kiest voor pakweg breakdance of ballet - lijkt minder doorslaggevend. Niet elke jongere is trouwens wild van breakdance. Mogelijk is het interessanter om een breder kader voor je activiteit te kiezen. Onder bijvoorbeeld ‘street art’ kunnen zeer diverse activiteiten en uitdrukkingsvormen vallen. Het allerbelangrijkste is echter dat je de jongeren respecteert, ernstig neemt en verantwoordelijkheid geeft. Daadwerkelijk, want aan ‘schijnparticipatie’, dat ze van ver ruiken, hebben ze een gloeiende hekel, onthielden we al uit het panelgesprek.

Proces of resultaat? Jongeren als gelijkwaardige partner behandelen, dat betekent: hen van bij de opstart bij alle facetten van de organisatie betrekken, lijkt een populaire opvatting. BRONKS werkt met ambassadeurs die hun werking inhoudelijk en soms ook organisatorisch versterken; Zinnema biedt onder andere een ‘thuis’ aan voor jongeren die op eigen initiatief workshops willen organiseren. Er valt veel voor een dergelijke aanpak te zeggen. Tijdens de workshop ‘Ik vraag het aan’ concludeert de groep dat je op die manier jongeren met verschillende interesses of leerstijlen kan aanspreken. Wie bijvoorbeeld liever organiseert dan creatief bezig is, kan zo ook zijn of haar steentje bijdragen. Bovendien bereik je jongeren het makkelijkst via andere jongeren, klinkt het eensgezind. Toch worden ook kanttekeningen gemaakt. De doelgroep van twaalf- tot vijftienjarigen is overbevraagd, horen we hier en daar. Niet alle jongeren willen of kunnen zich langdurig engageren. Deze waarschuwing geldt ook voor procesmatige projecten, waarbij je bijvoorbeeld samen met jongeren een theaterstuk maakt zoals bij BRONKS en het festival Bruxelles Babel. Wie slim is creëert daarom verschillende instapniveaus. Neem nu Zinnema. Hun deur staat open voor jongeren die zich sterk en langdurig willen engageren, maar hun publieke activiteiten houden ze anderzijds doelbewust kort en krachtig. Jan Wallyn: “We beperken ons festival momenteel tot één dag. Inschrijven is niet nodig. Jongeren willen een vrijblijvend vooruitzicht: ze willen de garantie dat ze ergens flexibel in of uit kunnen stappen. Doordat we een laag engagement vragen, creëren we een lage drempel.” Ook op korte tijd kan je een prikkelende ervaring creëren die lang


Studiedag Do [not] disturb | 8 juni 2015

bijblijft, wordt later die dag in de workshop ‘Ik vraag het aan’ beaamd. Wil je toch procesmatig werken of jongeren nauw bij je werking betrekken, werk dan steeds ook naar concrete output toe. “Jongeren willen resultaat, ze leven op van een succeservaring die bijblijft”, horen we bij Mehdi Beduin van Bruxelles Babel.

Een succesvolle samenwerking Vertrouwenspersonen en idolen Eens je weet wat te doen, is het goed om even stil te staan bij hoe dit aan te pakken. Jongeren willen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Betekent dit dat je hen alle vrijheid moet geven, vraagt het publiek van het panelgesprek ‘Festival!’ zich af. Met een te rigide kader jaag je jongeren weg maar te veel vrijheid maakt hen onzeker, blijkt uit talrijke getuigenissen gedurende de dag. “Ze willen wel verantwoordelijkheid maar niets brengt hen meer in paniek dan wanneer ze geen feedback krijgen op de ideeën die ze spuien”, klinkt het in de workshop ‘Ik vraag het aan’. Gert Walravens, directeur van het Sint-Niklaas Instituut dat dit jaar aan Bruxelles Babel participeerde, illustreert met een praktijkvoorbeeld: “Van de twee gevormde groepjes haakte de muziekgroep snel af omdat ze in tegenstelling tot de succesvolle theatergroep niet op de ondersteuning van enthousiaste leerkrachten kon rekenen.” Een goede begeleiding is dus erg belangrijk. Begeleiders fungeren niet enkel als klankbord, ze spelen ook een belangrijke rol in het creëren van een veilige omgeving. Ze scheppen tegelijk een helder kader én ruimte voor zelfstandig initiatief. Idealiter ben je als begeleider een vertrouwenspersoon. Dat bereik je natuurlijk niet op één dag. Werken met kwetsbare jongeren is al helemaal een werk van lange adem. “Wij krijgen vele vragen van organisaties die iets aan onze jongeren willen aanbieden of iets met hen willen doen, maar zo werkt het niet. Wij denken altijd vanuit de groep en groeien samen met hen”, aldus Lies Verhoeven van wmkj Chambéry. Personen waarmee jongeren zich kunnen identificeren, hebben als begeleider maar ook bij artistieke en culturele activiteiten een streepje voor. Wanneer bijvoorbeeld jongeren met een Marokkaanse achtergrond een Marokkaanse acteur op het podium zien staan, voelen ze zich meteen meer welkom. Dat komt omdat jongeren op deze leeftijd sterk nadenken over hun identiteit en wie ze zijn. Ze zijn gevoelig voor idolen. Ook iets oudere jongeren kunnen een voorbeeldrol vervullen…

En de jongeren zelf…. Wie een culturele of artistieke activiteit met en/of voor jongeren organiseert, heeft vaak nobele ambities. Misschien wil je hen laten kennismaken met kunst of hun creativiteit aanspreken. Als je dit als antwoord geeft aan een jongere die je vraagt wat hij of zij aan jouw activiteit zal hebben, is de kans groot dat je hem of haar niét overtuigt. De Gentse Kopergietery bereikt deels jongeren die oprecht interesse hebben om in hun vrije tijd theater te maken, maar zij vormen een bevoorrechte minderheid en uitzondering, geeft ook Dominique Collet van Kopergietery toe. Gert Walravens, directeur van het Sint-Niklaas Instituut getuigt: “van de jongeren die meestapten in het festival Bruxelles Babel, deed slechts een minderheid dat vanuit een interesse in theater of muziek. De meesten volgden vooral hun vrienden. Voor hen primeerde het sociale aspect.” Jongeren hebben minstens evenveel en vaak veel meer interesse om kennis te maken met elkaar als om kennis te maken met kunst. Een bij organisaties populaire formule die daarop inspeelt is het samenbrengen van verschillende klassen of scholen binnen één project. Bij Bruxelles Babel werken de jongeren in verschillende ateliers, die minstens één keer per trimester samenkomen. “Belangrijk is dat we benadrukken dat het artistieke eindresultaat een gedeeld resultaat is van iedereen”, vertelt Mehdi Beduin. Bracht de activiteit jongeren dichter bij kunst? Participeren ze nadien vaker uit eigen beweging aan cultuur? Op dergelijke vragen worden kunsteducatieve en -participatieve activiteiten voor jongeren vaak geëvalueerd. “Wellicht niet”, meent directeur Gert Walravens. “Maar misschien moeten we ons daar niet blind op staren. Ook al gaan ze nu niet vaker naar het theater, ze hebben samen een reis afgelegd en er zijn vriendschappen gesmeed voor het leven.” Daar ligt ook de kracht van kunst: het artistieke schept een uitdagend kader waarbinnen jongeren samen kunnen groeien.

Meer informatie & programma van de studiedag op www.lasso.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.