ONS RECHT
113 E JAARGANG NUMMER 1 JANUARI 2009
maandblad van de landelijke bediendencentrale · nationaal verbond voor kaderpersoneel
¬ IPa OnDankS HInDernISSen ¬ beteRe Regeling vOOR pleegOudeRs ¬ SOCIaLe verkIezIngen In COngO ¬ beLang van Het StakIngSreCHt
OOK VaSTE JOBS iN gEVaaR OR-JAN09.indd 1
© fOtO: BELgA
industRie kRijgt Rake klappen 12-01-2009 11:57:30
inhoud
Ons Recht 3 bundeling van krachten Samen sterk, zeker wanneer het economisch minder goed gaat.
4 saneringsdrift in industrie maakt werknemers woedend De LBC-NVK kijkt niet lijdzaam toe. De onderhandelingen over het nieuwe interprofessionele akkoord waren geen klein bier. Maar uiteindelijk kwam er toch een deal uit de bus. · p. 7
6 financiële crisis illustreert belang cbfa en nationale bank Hoe kan de controle in de financiële sector verbeteren?
7 interprofessioneel akkoord ondanks hindernissenparcours Positief oordeel over totaalpakket.
8 uitzendkracht verdient even veel loon als vaste werknemer Laat je niet ringeloren.
Pleeggezinnen vangen nu al zowat 6.000 kinderen op. SInds kort hebben pleegouders recht op betaald pleegzorgverlof. · p. 10
9 het begint te nijpen voor de uitzendconsulenten Economische teruggang weegt zwaar.
10 wetgever maakt betere regeling voor pleegouders Betaald pleegzorgverlof is een feit.
11 Arbeids-Gericht 12 “vrouwen kunnen bergen verzetten in congo” Niet alleen fatalisme maar ook hoop.
Het is niet alleen maar kommer en kwel in Congo. Ook ginder timmert de vakbond flink aan de weg. Congolese vrouwen blijken veel in hun mars te hebben. · p. 12
20 loonkloof tussen mannen en vrouwen wordt gaandeweg kleiner ACV brengt de evolutie in kaart.
22 indexverhoging van 4,51 procent in anpcb - paritair comité 218 Bonden volgen verhaal werkgevers niet.
22 lbc-nvk geeft onderhandelingen bij Avaya nog alle kansen Directie wil 65 jobs schrappen.
23 cao schetst kader voor beleid rond alcohol en drugs Overmaat schaadt, ook op het werk.
24 het rommelt in de media Platform gaat malaise in de sector te lijf.
25 De lezer schrijft 25 Erratum 25 In de marge 26 Film 27 Boek 28 Inbox 28 bestel gratis de lbc-nvk-belastinggids 2009 Versie op papier of op CD-rom.
29 middaggesprekken op dinsdag Praten over grote religieuze stromingen.
14 Over de grenzen
30 Uitbetaling vakbondspremie
15 bonden verdedigen visie op arbeidstijd met groot succes
31 Achterklap
Europa luistert naar werknemers.
32 Papaver
16 zonder stakingsrecht zijn werknemers bedelaars Belgen staken helemaal niet zo vaak.
17 nieuwe jaarloongrenzen voor 2009 Belangrijk voor bepalingen in de arbeidsovereenkomstenwet.
18 almaar meer mensen kloppen aan bij voedselbanken De kritiek op stakers is vaak niet uit de lucht. Maar zonder stakingsrecht kunnen werknemers enkel ‘collectief bedelen’. · p. 16
Armoede dreigt nog toe te nemen.
2 ons recht | 113de jaargang | JANUARI 2009
OR-JAN09.indd 2
12-01-2009 11:57:32
standpunt Ferre wyckmAns · AlGemeen secretArIs
© fOtO: PHOtO NEwS
In naam van de hele LBC-NVK mag ik u en allen die u lief zijn – laat dat er aub velen zijn – een voorspoedig 2009 toewensen. Meer dan ooit mag voorspoed onze wensen kruiden. Het is niet onze gewoonte en nog veel minder onze wens om de zaken al te somber voor te stellen, maar de tweede helft van 2008 kon zeker beter. Uit de pan swingende voedsel- en energieprijzen, nadien een financieel debacle zonder veel voorgaande en eind 2008 dreigende onweerswolken voor de werkgelegenheid. We geven toe: enkel een rasoptimist blijft dan overeind.
bundeling van krachten M
aar we willen dat u samen met ons overeind blijft. In geen geval leggen wij ons neer bij voorspellingen van doemdenkers of ergere vormen van zwartgalligheid. Laten we vooral niet vergeten dat de bedrijfsresultaten nauwelijks een jaar geleden ronduit schitterend waren. Met de slogan ‘Yes we can’ oogstte Barack Obama een overwinning in de race naar het Witte Huis. Al onze persoonlijke ambities zijn wat bescheidener, maar we hechten wel blijvend geloof aan de overtuiging dat het anders kan, dat we het anders willen en dat we samen ook in staat zijn om het inderdaad anders te laten lopen. Ook, om niet te zeggen juist, in moeilijke tijden willen we alert blijven. Een opdracht die ons als actieve vakbond goed afgaat. Het is onze tweede natuur. We staan verder in dit nummer nog stil bij de resultaten van het interprofessioneel overleg. Op 22 december 2008 keurden de drie vakbonden de resultaten goed. Resultaten die veel bloed, zweet en tranen vergden. Niet alles wat op tafel ligt verdient meteen een schoonheidsprijs. Maar praktische en principiële bezwaren legden het uiteindelijk af tegen de solidaire verworvenheden voor de eerste slachtoffers van een tanende economie: de sociaal verzekerden.
litieke overwegingen zullen we daarbij geen last hebben. Wel houden we een aantal sociale prioriteiten voor ogen.
populisten
hardnekkige graaicultuur
Eind december kwamen nieuwe politieke mankementen naar boven. Dat leidde tot enkele persoonlijke drama’s. Er zijn ook pijnlijke beoordelingen te geven over het niet altijd vlekkeloos gelopen parcours van magistraten en ander juridisch schoon volk. Populisten van allerlei slag zien nu hun kans schoon om alle antipolitiek op het hoopje van de verrotting te laten gedijen en dan flink te oogsten in juni. Als grote ledenorganisatie die actief en dicht ‘bij de mensen staat’ - een formulering die tegenwoordig een vieze smaak in de mond dreigt te geven - zullen we niet twijfelen om onverbloemd te zeggen waar het voor ons op staat en welke kant het niet moet opgaan. Van partijpo-
Volgens sommigen wordt het na deze financiële crisis nooit meer als vroeger. We doen er goed aan om de economische hardnekkigheid van de graaicultuur en het snelle gewin niet te onderschatten. We willen erg graag en met zeer veel overtuiging meewerken aan fundamentele bijsturingen van een economisch systeem dat niet automatisch gericht is op een rechtvaardige verdeling. Maar typerend voor fundamentele veranderingen is dat ze nooit vanzelf gebeuren. Er zijn krachten nodig om één en ander in gang te steken. Laten we in 2009 voortwerken aan het bundelen en versterken van die krachten. Elke dag weer, zonder versagen. We wensen het u en ons allen van harte toe. n
sterk draagvlak Gelukkig kunnen wij rekenen op een draagvlak waar menigeen jaloers mag op zijn. Ons ledenaantal, om maar meteen sterk uit te pakken: 308.000 LBC-NVK-leden en bijna 1,6 miljoen ACV-leden. Wie zoveel mensen wil negeren, speelt met vuur. Bij de sociale verkiezingen in 2008 bleek eens te meer dat het ACV veruit de sterkste speler is met 57,41 procent van de zitjes in de preventiecomités en 59,49 procent in de ondernemingsraden in België. De standpunten en verzuchtingen van zo’n sterke organisatie kan je gewoon niet aan de kant schuiven. In de komende weken en maanden zullen sectoren en ondernemingen onderhandelen om tot nieuwe afspraken over loon- en arbeidsvoorwaarden te komen. Er is niet zoveel marge, maar met een ongeschonden index zorgden de bonden in ieder geval voor een koopkrachtbehoud dat veel andere Europese werknemers ons benijden. Het is en blijft een mechanisme dat de werknemers en sociaal verzekerden behoedt voor de bokkensprongen van de aandelenkoersen.
De index is ongeschonden. Iets wat veel andere Europese werknemers ons benijden.
JAnUArI 2009 | 113de jaargang | ons recht 3
OR-JAN09.indd 3
12-01-2009 11:57:34
© foto: photo news
industrie
Saneringsdrift in industrie maakt werknemers woedend Zware druk op ondersteunende jobs
Denis Bouwen
Tal van spelers uit de industrie kondigden al economische werkloosheid, sluitingen of reorganisaties aan. “De toestand is dramatisch”, erkent Erik Van den Heede, nationaal secretaris voor de industrie bij de LBC-NVK. “Als vakbond willen we niet lijdzaam toekijken. De werknemers zijn woedend over de gevolgen van het casinokapitalisme. In de huidige crisis beseffen de bonden meer en meer dat ze ook de belangen van de uitzendkrachten en tijdelijke werknemers krachtig moeten verdedigen.”
W
ie de voorbije maanden de krantenkoppen las, werd er niet vrolijker van. Na een reeks saneringen in de textielsector hanteerden ook bedrijven als ArcelorMittal, Ford Genk, Volvo Europa Truck, DAF Westerlo, Nyrstar en Philips Turnhout duchtig de hakbijl. Bekaert besliste, na de vestiging in Lanklaar, ook zijn – winstgevende – filiaal in Hemiksem op te doeken. Veel KMO’s reorganiseren net zo goed, maar die miserie komt veel minder in de pers. In de textielindustrie is de aftakeling al tientallen jaren aan de gang. Veel textielfabrieken sloten hun deuren en brachten de productie over naar lageloonlanden. “De textielsector maakt al langer dramatische toestanden mee. Het gebeurt zelden of nooit dat textielbedrijven besluiten om productie terug te halen uit lageloongebieden.”
Dalende autoverkoop De auto- en vrachtwagenbouwers maken ook een malaise mee. Door de economische crisis zijn veel consumenten en bedrijfsleiders geneigd aankopen van nieuwe auto’s of trucks uit te stellen. Tijdens de eerste elf maanden van 2008 kelderde de Europese autoverkoop met ruim 7 procent, een teken aan de wand. In november waren er in Europa bijna 26 procent minder autoverkopen. “Als het slecht gaat in de autoindustrie, heeft dat ook zijn weerslag op de staalproducenten”, stelt Van den Heede. “Een staalleverancier als ArcelorMittal is niet alleen sterk afhankelijk van de autosector maar ook van de bouw. En in de bouw worden veel grote projecten stilgelegd of uitgesteld. Denk aan wat er gebeurde met het grote windmolenpark voor de Belgische kust.”
4 ons recht | 113de jaargang | januari 2009
OR-JAN09.indd 4
12-01-2009 11:57:36
© foto: photo news
industrie De malaise in de voertuigindustrie weegt ook op de resultaten van een zinkproducent als Nyrstar, een autolakkenmaker als DuPont en leveranciers van interieurtextiel als Johnson Controls. “Militanten bij Nyrstar vertelden dat de directie daar de economische crisis aangrijpt om makkelijker harde maatregelen door te drukken. Nyrstar besloot de vestiging in Balen – het vroegere Vieille Montagne – een half jaar lang stil te leggen. Een nooit geziene maatregel. Het management beloofde wel in Balen te blijven investeren.” Over de Belgische autofabrieken hoor je wel vaker onheilsverhalen. Hoelang zullen we die fabrieken nog kunnen houden, vragen velen zich af. Te meer daar grote multinationals in het buitenland over het lot van die fabrieken beslissen. “Het klopt dat de autoconstructeurs de concurrentie onder hun fabrieken graag aanwakkeren. Maar binnen de Europese Metaalbond (EMF) lukte het toch solidariteit op te bouwen. In vergelijking met 20 jaar geleden is er nu veel meer overleg tussen de bonden in Europa. Neem het voorbeeld van GM (Opel) in Antwerpen: voor die groep maken de bonden in Europees verband toch werk van de nodige coördinatie en overleg.” Van den Heede wil de situatie van onze autofabrieken ook weer niet te negatief voorstellen: “Er is altijd wel gevaar voor de autofabrieken in België. Maar dat betekent nog niet dat we aan doemdenken moeten doen. De productiviteit van onze werknemers en de kwaliteit van hun werk blijven serieuze troeven.”
2008 al ondermijnd door de stijgende inflatie. De toenemende economische werkloosheid en de jobverliezen verergerden het koopkrachtprobleem alleen maar. “En ik vrees dat er in 2009 nog meer geherstructureerd zal worden. Door wat we nu meemaken beseffen we almaar meer dat de LBC-NVK ook meer moet opkomen voor uitzendkrachten en tijdelijke werknemers. Bij werknemers in vast dienstverband moeten we de solidariteit met die groep versterken.”
Casinokapitalisme “Bij onze achterban merk ik uiteenlopende gevoelens”, vertelt de nationaal secretaris. “De werknemers zijn murw door de financiële crisis en alles wat daaruit voortvloeide. Maar er is ook veel opgekropte woede over de effecten van het casinokapitalisme. Jarenlang realiseerden vele bedrijven vette winsten. Wie hoor je daar nu nog over? Die grote winsten worden met de mantel der liefde bedekt. Bij de vorige loonsonderhandelingen in de industrie kon er voor de werknemers niet zoveel af, en dat ondanks het feit dat er veel geld was verdiend. Zoiets is onrechtvaardig.” Nogal wat arbeiders worden door de crisis met economische werkloosheid geconfronteerd. In sommige bedrijven leidt dat tot spanningen met de bedienden, die geen inkomensverlies lijden. “De bediendebonden kanten zich tegen de suggestie dat bedienden dan maar onbetaald verlof moeten nemen. We kunnen er wel mee leven dat bedienden overuren recupereren of andere vormen van verlof opnemen wanneer de arbeiders werkloos thuis zitten.” “De jongste jaren merken we gelukkig dat de communicatie met de arbeidersbonden over zulke spanningen verbetert. De bediendebonden hebben zeker begrip voor de houding van de arbeiders. Maar we mogen ons niet tegen elkaar laten uitspelen door de werkgevers. Samenwerken lukt steeds vaker, stel ik vast. Bij Nyrstar (Balen) onderhandelden de bonden gezamenlijk met de directie. Ondanks de besparingsmaatregelen lukte het daar ervoor te zorgen dat bijna niemand inkomen verliest.”
In veel huishoudens spelen zich financiële drama’s af. Nogal wat werknemers staken zich in schulden om hun consumptie op peil te kunnen houden.
Ook vaste jobs De saneringsdrang eiste in veel industriële bedrijven eerst slachtoffers bij de uitzendkrachten en tijdelijke contracten. Maar ook werknemers met een vast contract krijgen meer en meer met economische werkloosheid af te rekenen. En het wordt nog erger: er sneuvelen ook vaste banen, bijvoorbeeld bij ArcelorMittal. “Veel ondersteunende jobs staan nu onder druk. Slecht nieuws voor bedienden en kaderleden. In veel huishoudens spelen zich financiële drama’s af. Nogal wat werknemers staken zich in schulden om hun consumptie op peil te kunnen houden. Met de crisis komen ze in een lastig parket te zitten. Al helemaal wanneer ze loonbeslag hebben. Zeker nu is het belangrijk dat de bonden proberen de werkloosheidsuitkeringen op te krikken. Toch een punt dat aan bod kwam in het nieuw interprofessioneel akkoord (IPA). Als een arbeider in een autofabriek tijdelijk werkloos wordt, kan dat per maand al gauw 500 euro schelen.” De koopkracht van de werknemers werd in
Koopkracht Voor het sociaal overleg in de industrie wordt de koopkracht het grote thema voor de LBCNVK. “Wij willen de koopkracht beschermen, terwijl de werkgevers ‘in deze crisis’ zo min mogelijk willen doen. In de staalsector en in de scheikunde speelt de discussie over de koopkracht zich vooral op bedrijfsniveau af. En in de petroleumsector is er wel een algemeen loonakkoord, maar daar kunnen de werkgevers ruimer in hun portemonnee tas-
ten omdat de sector niet zo arbeidsintensief is. In andere delen van de industrie zullen de werkgevers druk uitoefenen om de afspraken uit het IPA niet volledig te moeten nakomen. Een bedrijf als Agfa durfde zelfs te eisen om de indexsprongen in 2009 te laten vallen. Zoiets kan niet natuurlijk.” Naast de koopkracht komen ook andere thema’s aan bod in het sectoraal overleg. Praten over het woon-werkverkeer is zeker zinvol in een periode met hoge brandstofprijzen. De bonden willen ook genoeg geld gereserveerd zien voor vorming & opleiding. “Voor de economie als geheel én voor de werknemers is het belangrijk dat er genoeg geïnvesteerd wordt in vorming en innovatie.” Ook het thema brugpensionering blijft een vaste waarde in het sectoraal overleg.
Toekomst Een prangende vraag is in welke mate industriële activiteiten in België en West-Europa nog een grote toekomst hebben. Sommigen voorspellen al langer dat de toekomst aan de dienstensector is en dat West-Europa zal moeten accepteren dat de industrie meer en meer uitwijkt naar Oost-Europa, China, India en andere delen van de wereld. “Ik vind dat een misleidend debat”, stelt Erik Van den Heede. “De omzetten van onze industriële bedrijven namen gestadig toe, terwijl de tewerkstelling verminderde. Met andere woorden: de productiviteit steeg nog gevoelig. Industriële bedrijven besteedden heel wat activiteiten uit aan onderaannemers. Door die outsourcing vallen veel activiteiten nu onder de dienstensector. Maar die jobs zijn niet weg.” Of België nog veel nieuwe industrie kan aantrekken, is lang niet zeker. “Bij ondernemingen als Volvo Cars, Volvo Europa Truck, Hansen Transmissions of Atlas Copco zagen we wel serieuze investeringen en nieuwe projecten. Veel Europese bedrijven kwamen in Aziatische handen. Een staalgroep als Arcelor werd ingelijfd bij het Indiase Mittal. De tandwielkastenmaker Hansen Transmissions kwam in handen van een andere Indiër, Suzlon Energy. De kans is reëel dat veel van onze kmo’s nog door buitenlanders zullen worden overgenomen.” “We mogen ons niet blindstaren op de traditionele industrie. Via Vlaanderen In Actie (VIA) wil de Vlaamse regering extra inspanningen doen in veelbelovende sleutelsectoren. Zo ontstonden er rondetafelconferenties voor de automobielsector, de scheikunde, de lichte industrie en de biochemie. Vlaanderen bekijkt hoe het bedrijven uit deze sectoren kan stimuleren zonder in aanvaring te komen met de EU-regels. De vakbonden vinden dat prima, op voorwaarde dat de deelnemers aan die rondetafels niet prutsen aan de loon- en arbeidsvoorwaarden. Voor het sociaal overleg hebben we paritaire comités en cao’s.” n JANUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 5
OR-JAN09.indd 5
12-01-2009 11:57:37
financiën
Filip Oosthuyse
© foto: photo news
De financiële crisis doet de economie op een recessie afstevenen. Heel wat kleine aandeelhouders en pensioenspaarders zagen hun kapitaal in rook opgaan. De crisis bewijst hoe belangrijk de rol van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) en de Nationale Bank wel is. Wat doen die instellingen eigenlijk? En hoe moeten ze evolueren om beter werk te leveren?
Financiële crisis illustreert belang CBFA en Nationale Bank Evalueren wat er fout liep is broodnodig
D
e Nationale Bank van België moet het algemeen belang dienen. Dit algemeen belang werd almaar meer bepaald door internationale afspraken. De invoering van het eurosysteem in 1999 was een sleutelmoment. Sinds 1999 stemmen de landen uit het eurosysteem hun muntpolitiek op elkaar af. Het beleid wordt bepaald door de Europese Centrale Bank in Frankfurt. Maar de Belgische Nationale Bank blijft een belangrijke verzamelaar, doorlichter en leverancier van economische en financiële informatie. Naar aanleiding van de financiële crisis rijst de vraag wat de Nationale Bank precies moet doen om de financiële stabiliteit te beschermen. Ze moet de marktmechanismen ten volle laten spelen. En grote verstoringen van het financiële stelsel vermijden omdat die de economie kunnen bedreigen. De NBB moet zorgen voor financieel toezicht, preventief werken en crisissituaties ontmijnen.
Dexia De recente kredietcrisis illustreerde goed wat de NBB doet in crisissituaties. Zo gaf de centrale bank kredieten aan Dexia, Ethias en KBC. Banken die geld teveel
hebben maar bang zijn om dit bij andere banken te beleggen, kunnen ook bij de NBB terecht. In dat geval incasseren ze wel een lagere vergoeding dan de zogenaamde interbancaire rentetarieven. Om spaardeposito’s te beschermen, ontstond al in 1935 de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. De rechtstreekse aanleiding was het faillissement van enkele financiële instellingen. Van een waarborg voor het spaargeld was toen geen sprake. Eerder dit jaar breidde de overheid de waarborg uit van 20.000 naar 100.000 euro. In 2004 fusioneerde de Commissie met de Controledienst voor de Verzekeringen (CDV) en werd de nieuwe naam CBFA. De CBFA moet waken over de belangen van spaarders en verzekerden. Ze moet het vertrouwen van het publiek in financiële producten en diensten beschermen. En de goede werking van de markten voor financiële instrumenten garanderen. Bij wet kreeg de CBFA een brede waaier aan opdrachten. Ze is verantwoordelijk voor het controlerend toezicht op de financiële instellingen, het toezicht op de informatieverstrekking en de werking van de financiële markten en
het toezicht op het statuut van makelaars, agenten en subagenten in de financiële sector.
Stabiel landschap De CBFA en de NBB moeten allebei bijdragen tot een stabiel financieel landschap in België. Door een grondige controle van banken en verzekeraars moet de CBFA het risico op een faillissement zo klein mogelijk houden. De NBB moet ervoor zorgen dat de Belgische economie niet als een kaartenhuisje ineenstuikt als er toch ‘ongelukken’ gebeuren. Sinds 2002 zochten beide instellingen toenadering tot elkaar. De Nationale Bank krijgt toezicht op de werking van de CBFA, de instellingen wisselen gegevens uit en er is ook een overkoepelend orgaan, de ‘Raad van toezicht van de overheid der financiële diensten’. De toenadering is een goede zaak: het is verstandig een link te maken tussen het micro-toezicht van de CBFA op financiële instellingen en de macro-controle door de Nationale Bank. De kredietcrisis bewijst dat een nog nauwere samenwerking essentieel is. Als financiële instellingen of markten ineenstorten, heeft dat te ernstige gevolgen voor andere delen van de economie.
Veel frustratie Bewijst de crisis dat de CBFA niet deugt? De LBC-NVK vindt van niet. De CBFA werkt nu eenmaal binnen het kader dat er is. Toch is er veel frustratie omdat de financiële crisis zulke rampzalige proporties kon aannemen. Niet alleen werknemers en vakbondsmilitanten maar ook de rest van de bevolking voelde zich veilig. Immers, de CBFA was er toch als waakhond voor de financiële sector? Hoe dan ook is het nodig de werking van de CBFA grondig te evalueren. Hetzelfde geldt voor het wettelijke kader waarin deze instelling werkt. De bevolking heeft recht op een evaluatie. Dat is geen oordeel over het personeel van de CBFA. Feit is en blijft dat de CBFA een belangrijk instrument is dat voor veiligheid moet zorgen. De sector financiën bij de LBCNVK pleit ervoor dat de CBFA en de NBB hun taken goed kunnen uitoefenen in het belang van de financiële stabiliteit. Financiële instellingen moeten klare wijn schenken over hun financiële risico’s zodat de controle vlotter kan gebeuren. Daarnaast is een internationaal controle-orgaan nodig. De regels die financiële instellingen moeten respecteren moeten overal dezelfde zijn. n
6 ons recht | 113de jaargang | januari 2009
OR-JAN09.indd 6
12-01-2009 11:57:39
sociaal overleg
Interprofessioneel akkoord ondanks hindernissenparcours © foto: photo news
Ferre Wyckmans
De onderhandelingen over het nieuwe interprofessionele akkoord startten onder een wel erg ongunstig gesternte. Het nieuwe IPA was van groot belang om voor 2009 en 2010 een kader te creëren voor verdere sociale gesprekken in sectoren en ondernemingen.
W
at maakte de onderhandelingen zo lastig? Sinds 1996 is wettelijk afgesproken dat de sociale partners bij IPA-gesprekken rekening moeten houden met de voorbije en verwachte loonevoluties in België, Frankrijk, Nederland, Luxemburg en Duitsland. De vergelijking van de cijfers speelde niet meteen in ons voordeel… of misschien juist wel. Zowel in Nederland als in Duitsland kwamen er de afgelopen jaren akkoorden die onder de inflatie bleven. België heeft gelukkig zijn systeem van indexkoppeling, waardoor de lonen bij ons iets vlugger stegen. Een goede zaak voor de werknemers, maar lastig wanneer je vergelijkt met buurlanden. Het probleem is zeker niet nieuw, maar toch was de discussie over de cijfers van bij de start een hindernis.
Inkomensprobleem De financiële crisis maakte veel brokken en werd naadloos gevolgd door allerhande economische averijen. Dat maakte het al evenmin gemakkelijk om over toekomstige loonsverhogingen te onderhandelen. Er rees een inkomensprobleem voor de vele werknemers die tijdelijk werkloos werden en voor mensen die hun tijdelijk contract niet verlengd zagen. Een andere belangrijke uitdaging was de Europese vraag om
een heus herstelbeleid met veel overheidsgeld op te zetten. Over de welvaartsvastheid van de uitkeringen werd op 14 september 2008 al een akkoord bereikt. Maar tot overmaat van ramp voor het IPA-overleg lieten de werkgevers weten dat dit akkoord opnieuw tegen het licht moest worden gehouden. Een onontwarbaar kluwen waardoor een IPA haast onmogelijk leek. Maar finaal kwam er dan toch een deal uit de bus. Enkele stukken van het IPA verdienen niet meteen een schoonheidsprijs. Andere onderdelen zijn wel erg positief.
Hogere uitkeringen Het mooiste resultaat eerst. De sociale uitkeringen gaan omhoog. Verhogingen die het nodige eisen van de begroting maar die ook en vooral belangrijk zijn voor de mensen met een uitkering. Op het vlak van pensioenen, ziekteverzekering, bestaanszekerheid, arbeidsongevallen en werkloosheid zorgt het nieuwe IPA voor kleine of grote verbeteringen. Vooral in de werkloosheid zijn er belangrijke aanpassingen. Er is ook een specifieke regeling rond tijdelijke werkloosheid uitgewerkt. Heel veel arbeiders worden nu met tijdelijke werkloosheid geconfronteerd. Het is dan ook zaak om hun inkomensverlies zoveel mogelijk te beperken. De genomen maatregelen zijn essentieel. Ze illustreren ook het grote belang van de ACV-eis om aan dit systeem een nettogarantie te koppelen. Het IPA geeft ook de mogelijkheid om de verlenging van een aantal brugpensioensystemen te bespreken. Een belangrijke piste omdat heel wat bedrijven driftig zullen willen herstructureren. De financiële bijdrage van de werkgever voor het gebruik van het openbaar vervoer gaat sterk omhoog,
© foto: belga
Bonden geven totaalpakket positieve beoordeling
een onrechtstreekse inkomensverhoging. Over dit punt zal om de twee jaar moeten worden onderhandeld. Of dat een verbetering is, kunnen we pas later beoordelen.
Niet alles op één hoopje Werkgevers willen graag afspraken maken over maximale loonsverhogingen waarover in sectoren of bedrijven kan worden onderhandeld. De vakbonden denken daar anders over. Niet alle sectoren ervaren dezelfde moeilijkheden. En niet alle ondernemingen hebben met internationale concurrentie af te rekenen. De distributie werkt voor de binnenlandse markt, de non-profitsector ontsnapt volledig aan buitenlandse concurrentie. Daar komt nu nog bij dat de afgesproken maximale loonsverhoging wordt uitgedrukt in nettobedragen: maximaal 125 euro in 2009 en maximaal 250 euro in 2010. De nettoverhoging - waarover dus nog moet worden onderhandeld - betekent dat noch de sociale zekerheid noch de fiscus hier ook maar één eurocent van zien. Maatregelen die een structurele aanslag plegen op de sociale zekerheid en haar toekomst ondermijnen. Waar zullen de middelen
voor de volgende welvaartsvastheid vandaan komen? Het ACV en de LBC-NVK vertrekken van de idee dat het geen trend mag worden om de sociale zekerheid verdere middelen te ontzeggen.
Correctie De lonen stijgen sneller in België dan in andere landen. De werkgevers vroegen en kregen een maatregel om dit te compenseren. Zo’n loonkostencorrectie stond al in het vorige interprofessioneel akkoord. De verlenging was niet helemaal een verrassing. Het bedrag wordt wel verhoogd en het geldt ook onvoorwaardelijk. Ook sectoren of ondernemingen zonder loonsoverschrijding zullen ervan genieten. De maatregel is niet gekoppeld aan het al dan niet sluiten van een loonakkoord voor 2009-2010. Alles bij elkaar beoordeelden de drie vakbonden het totaalpakket positief. Het is nu aan de bonden om in de sectoren en ondernemingen eisenprogramma’s in te dienen, gesprekken te voeren en afspraken te maken. Acties zullen zich misschien ook opdringen. De LBC-NVK houdt zijn leden uiteraard op de hoogte via Ons Recht en www.lbc-nvk.be. n
JANUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 7
OR-JAN09.indd 7
12-01-2009 11:57:41
uitzendwerk
De vraag naar uitzendkrachten staat flink onder druk, met name in het arbeiderssegment. Hopelijk vallen grote ontslagrondes onder de uitzendconsulenten te vermijden. Ook in periodes van laagconjunctuur moeten uitzendkrachten zich bewust zijn van hun rechten. Ons Recht zet een aantal punten op een rijtje.
Uitzendkracht verdient even veel loon als vaste werknemer Duurtijd contracten wordt almaar korter
Erika Lambert
Wie als uitzendkracht aan de slag gaat, komt terecht in een driehoeksrelatie. Je treedt in dienst van het uitzendkantoor, maar dit bureau stuurt je uit naar een andere onderneming, ‘de gebruiker’.
W
anneer je instemt met het uitzendwerk, onderteken je één keer een intentieverklaring. Weet dat uitzendbureaus je geen kosten mogen aanrekenen om je als uitzendkracht in te schrijven. Ons Recht zet een aantal rechten en regels op een rijtje. Kan je bij een gebruiker aan de slag, dan moet je binnen de 2 werkdagen een schriftelijke uitzendovereenkomst ondertekenen. In die overeenkomst staan de loon- en arbeidsvoorwaarden die voor jou gelden in het bedrijf waar je aan de slag gaat. Onthou dat de uitzendwet van 1987 verbiedt dat je als tijdelijke werknemer minder betaald wordt dan de vaste personeelsleden van de gebruikende onderneming. Je hebt dus dezelfde rechten op het vlak van basisloon, productiviteitspremie, groepsverzekering en maaltijdcheques. Het uitzendcontract beschrijft, naast je loon en extra voordelen, ook de arbeidsduur, de plaats van tewerkstelling, de functie, de naam van de gebruiker, het soort tijdelijk werk en de duur van de overeenkomst. Als je een verschil ziet tussen jouw loon en dat van een vaste collega met dezelfde job, laat dit dan nakijken door de vakbondsafgevaardigde in het bedrijf of loop langs bij je LBC-NVK-secretariaat. Als je het uitzendcontract niet op tijd krijgt, ontstaat een gewoon contract van onbepaalde duur bij de gebruiker. Uitzonderlijk is wel dat je zelf nog de overeenkomst kan stopzetten, zonder vergoeding of opzegging tijdens de eerste 7 dagen.
Sectorbarema Binnen de 7 dagen nadat je als uitzendkracht aan de slag bent gegaan, maken het uitzendkantoor en de gebruiker een commercieel
contract op. Ook hiervan moet je een afschrift krijgen, binnen de 2 werkdagen na de start van je uitzendwerk. Zo zie je of je recht hebt op inhaalrustdagen of een toeslag voor overuren. Je kan ook controleren of je loon niet onder het sectorbarema ligt. Kijk naar je brutobedrag, want netto hou je als uitzendkracht meer over omdat er minder bedrijfsvoorheffing afgehouden wordt. Dit voel je een jaartje later bij je belastingafrekening. Als uitzendkracht moet je ook weten dat een bedrijf enkel om tijdelijke redenen een beroep mag doen op uitzendarbeid. Je kan bijvoorbeeld worden ingehuurd om een vaste werknemer te vervangen. Op je uitzendcontract moet dan staan waarom de vaste werknemer afwezig is. Een bedrijf kan ook tijdelijk meer werk hebben zodat extra hulp nodig is. Als er geen vakbondsafvaardiging is, kan het bedrijf deze reden maximaal 6 maanden lang inroepen. Deze termijn is eventueel verlengbaar met 12 maanden. Er kan ook sprake zijn van uitzonderlijk werk, bijvoorbeeld voor een vakbeurs of de opstelling van de inventaris. Uitzonderlijk werk mag
maximaal 3 of 6 maanden duren.
Vaste job Als je te lang bij hetzelfde bedrijf aan de slag blijft zonder uitzicht op een vast contract, kan je de vakbondsafgevaardigde in de firma aanspreken of het LBC-NVK-secretariaat bezoeken. Zo kan je nagaan of het bedrijf alles volgens het boekje doet. Als dat niet het geval is, geldt de regel dat je bij de gebruiker in dienst bent met een contract van onbepaalde duur. Dit is ook het geval als je bij de gebruiker aan de slag blijft hoewel het uitzendkantoor je terugtrekt. Als je contract met het uitzendbureau afgelopen is, mag het kantoor je niet verbieden in dienst te gaan bij de gebruiker. Wie soms uitzendwerk doet en soms werkloos is, kruist best de wettelijke feestdagen op de kalender aan. Onder bepaalde voorwaarden heb je recht op loon voor wettelijke feestdagen. Wie op tijd zijn werkloosheidsgeld wil krijgen na een uitzendbaan, moet ervoor zorgen dat het uitzendkantoor de sociale documenten compleet en juist invult. Een kwalijke trend is dat de duurtijd van uitzendcontracten almaar korter wordt. Weekcontracten zijn schering en inslag. Dagcontracten zijn al lang geen uitzondering meer. Als je lang als uitzendkracht werkt, wordt het zo vaak moeilijk nog toekomstplannen te smeden. Word je nu werkloos om economische of technische redenen? Wil je een lening omdat je een auto nodig hebt voor je werk? Ben je langdurig ziek na een uitzendjob? Bij het sociaal fonds kan je een aanvraag indienen voor een extra vergoeding. Neem hiervoor contact op met de LBC-NVK of kijk de voorwaarden na op www.fondsinterim.be. Wie in 2007 lang genoeg werkte als uitzendkracht, kreeg normaal eind 2008 een eindejaarspremie van 8,22 procent op het verdiende loon. Via de LBC-NVK kan je daar bovenop nog 90 euro vakbondspremie krijgen. Meer info over je rechten als uitzendkracht vind je op www.acv-interim.be. Via deze site kan je ook vragen en klachten melden. n
8 ons recht | 113de jaargang | januari 2009
OR-JAN09.indd 8
12-01-2009 11:57:41
Het begint te nijpen voor de uitzendconsulenten Grote saneringen blijven tot nu toe uit
Robert Veekman
S
inds enkele maanden is de uitzendbranche langzaam maar zeker en bijna geruisloos dieper en dieper in het moeras aan het wegzinken. Veel ondernemingen beperken namelijk sinds het zomerverlof de verlenging van tijdelijke contracten en in het bijzonder het gebruik van uitzendkrachten. Die tendens overspoelt Europa als een ware vloedgolf. In Spanje liep het gebruik van uitzendarbeid met zo’n 30 procent terug. In Frankrijk bedraagt de inkrimping naar schatting 20 procent. De uitzendbedrijven in België trachten positief te denken en koesteren de hoop dat de daling volgend jaar beperkt kan blijven tot 10 procent.
Sociaal drama dreigt Achter de flinke dalingen zit een dreigend sociaal drama verscholen. De media vertellen er niet veel over maar de LBC-NVK merkt wel erg goed wat er aan de hand is. Jarenlang leefde de uitzendsector in een roes: er leken geen grenzen aan de groei te zijn en de diverse spelers wierven tegen hoog tempo extra uitzendconsulenten voor hun kantoren aan. In middelgrote en grote steden schoten de uitzendkantoren als paddenstoelen uit de grond. Vaak in dezelfde straat. De ineenstorting van de uitzendmarkt heeft als rechtstreeks gevolg dat bij alle grote uitzendkantoren het water aan de lippen staat. Is er op korte termijn nog werkzekerheid voor de talrijke uitzendconsulenten?
Buurlanden In de buurlanden werden al grootschalige ontslagrondes aangekondigd. Adecco Frankrijk kondigde aan 600 jobs te schrappen. Vedior UK denkt eraan om banen af te bouwen.
© foto: daniël rys
Er gaat geen dag voorbij of we worden met zijn allen geconfronteerd met de gevolgen van de economische crisis. De jongste maanden zijn er geregeld berichten over ontslagen in bedrijven van diverse aard. Het lijkt er meer en meer op dat geen enkele sector gespaard blijft. De uitzendsector is bijzonder gevoelig voor drastische kronkels in de economische conjunctuur.
De holding van Randstad in Amsterdam liet in een interne nota al weten dat besparingen noodzakelijk zullen zijn. In België werd een eerste saneringsronde grotendeels opgevangen door het laten afvloeien van de interne uitzendkrachten die al dan niet volgens de wettelijke regels waren terechtgekomen bij de uitzendkantoren. Maar meer en meer blijkt dat zo’n maatregel niet zal volstaan. De neerwaartse spiraal in de sector is zeker nog niet gestopt. Verschillende grote uitzendbedrijven zoeken via overleg met de vakbonden naar oplossingen. Door de sociale verkiezingen kreeg de LBCNVK een nog sterkere positie in de uitzendbranche. De LBC-NVK kan actief helpen te zoeken naar oplossingen voor de problemen, maar de mogelijkheden zijn niet onuitputtelijk. Deeltijds werk aanmoedigen is één van de pistes die de pijn kan verzachten. De kantorennetten ‘optimaliseren’ is een andere mogelijkheid.
Tempo Team Op de valreep werd nog net voor de kerstvakantie een protocolakkoord ondertekend bij Tempo Team, het vroegere Vedior. Het akkoord is een mix van maatregelen waarmee de vakbonden erger hopen te voorkomen. Zo mag tot 10 procent van de bedienden en kaderleden voortaan tijdskrediet vragen. De werknemers doen toegevingen op het vlak van mobiliteit zodat het mogelijk wordt kantoren zonder jobverliezen te sluiten; in ruil krijgen ze wel extra verlofdagen. Wie toch moet vertrekken maar binnen
de twee jaar opnieuw in dienst komt, behoudt zijn anciënniteit en krijgt een terugkeerpremie. Maar er zijn niet overal overlegorganen, toch een bron van bezorgdheid voor de vakbond. Voorlopig moest nog geen enkel grote naam uit de Belgische uitzendwereld een collectief ontslag aankondigen. Niemand lijkt te popelen om met zo’n onheilstijding de spits af te bijten. Zodra één speler een grote sanering bekendmaakt, dreigt een domino-effect in de sector op gang te komen. Zonder te spreken van de commerciële schade, die dan op haar beurt misschien nog zwaardere saneringsmaatregelen kan uitlokken. De vraag rijst wel hoe lang de huidige toestand nog vol te houden is. De LBC-NVK wil hoe dan ook zijn beloftes nakomen. Ook in deze moeilijke tijden zal de vakbond aan de uitzendconsulenten een stem geven.
Debat op hoger niveau De LBC-NVK vindt het belangrijk dat de uitzendconsulenten hun stem kunnen laten horen. Ook in bedrijven waar de bond nog niet aanwezig is. Daarom zijn er pogingen om het debat op een hoger niveau te voeren. Dat lijkt te lukken. Begin januari praatte de LBC-NVK met Federgon, de federatie van werkgevers uit de uitzendbranche. Het gesprek ging over de vraag wat er kan gebeuren om de recessie zo goed mogelijk door te komen. Volg de evolutie in de uitzendsector op de voet via http://uitzendkantoren.lbc-nvk.be. Consulenten met vragen of suggesties kunnen e-mailen naar rveekman@acv-csc.be. n JANUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 9
OR-JAN09.indd 9
12-01-2009 11:57:44
PLEEGZORG Ivo Verreyt
De regering wil het aantal pleegouders in ons land uitbreiden. Pleeggezinnen vangen nu al ongeveer 6.000 kinderen op die tijdelijk niet meer thuis kunnen wonen. Maar pleegouders hebben geen juridisch statuut en hebben ook geen rechten ten aanzien van het pleegkind. Sinds 23 november 2008 is er nu toch een beter juridisch kader voor pleegouderschap. Werknemers hebben nu recht op betaald pleegzorgverlof.
Wetgever maakt betere regeling voor pleegouders Recht op betaald verlof
Voor andere situaties is er geen recht op pleegzorgverlof, behalve wanneer de plaatsingsdienst een attest aflevert dat uitlegt waarom zo’n verlof toch nodig is.
Procedure
E
igenlijk stond dit recht al sinds 8 mei 2007 in de arbeidsovereenkomstenwet. Een werknemer die de rol van pleegouder vervulde, had sindsdien het recht om op het werk afwezig te zijn voor verplichtingen of opdrachten die met die taak te maken hadden. Maar in de praktijk bleek het onmogelijk pleegzorgverlof te nemen. Een koninklijk besluit moest nog een reeks punten regelen. Wat is de definitie van ‘pleegouder’ en ‘pleeggezin’? Volgens welke regels mag je afwezig blijven op het werk? Hoe en wanneer moet de werknemer zijn werkgever verwittigen? En ook, niet onbelangrijk, hoe zit het financieel? Wie afwezig was voor een pleegkind, had immers geen recht op een gewaarborgd loon dat de werkgever moest betalen. De werknemer kon wel een uitkering krijgen via de RVA, maar wat was het bedrag ervan en hoe en binnen welke termijnen moest die uitkering aangevraagd worden? Op 13 november 2008 verscheen in het Belgisch Staatsblad eindelijk het langverwachte pleegzorgKB dat op al die vragen een antwoord moest geven. Het KB is van kracht sinds 23 november 2008.
Definities Het KB verstaat onder ‘pleegouder’ de persoon die als pleegouder is aangesteld en vernoemd in een formele aanstellingsbeslissing. De aanstellingsbeslissing
moet komen van een door de gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, de diensten van l’Aide à la Jeunesse of het Comité Bijzondere Jeugdbijstand. Het gezin van de persoon of personen die als pleegouder(s) werd(en) aangesteld, is het ‘pleeggezin’. Een ‘plaatsing’ is elke vorm van plaatsing in het gezin waartoe de hierboven vermelde instellingen besluiten. Zowel een minderjarige als iemand met een handicap kan worden geplaatst.
Duur Het pleegzorgverlof bedroeg 5 dagen voor het jaar 2007. Maar in 2007 kon het niet toegepast worden omdat er nog geen uitvoerings-KB was. Het nieuwe KB verhoogt per 1 januari 2008 het aantal dagen van vijf naar zes dagen per kalenderjaar per gezin. Als er in het gezin meerdere pleegouders zijn, moeten ze de zes dagen onder elkaar verdelen. Als er in het gezin meerdere pleeggasten zijn, verandert het aantal dagen niet.
Waarvoor? Het pleegzorgverlof mag alleen dienen voor verplichtingen, opdrachten en situaties die specifiek verband houden met de pleegzorgsituatie, en waarbij de tussenkomst van de werknemer
De werknemer die zijn recht op pleegzorgverlof wil gebruiken, moet de werkgever hierover ten minste twee weken vooraf informeren.
De werknemer die zijn recht op pleegzorgverlof wil gebruiken, moet de werkgever hierover ten minste twee weken vooraf informeren. Als dat niet kan, moet de werkgever zo snel mogelijk verwittigd worden. Om te kunnen genieten van het verlof moet de werknemer bewijzen dat hij is aangesteld als pleegouder. Dit bewijs wordt geleverd op basis van de formele aanstellingsbeslissing van een door de gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, de diensten van l’Aide à la Jeunesse of het Comité Bijzondere Jeugdbijstand. Als er in het pleeggezin twee werknemers zijn die allebei zijn aangesteld als pleegouder, moet elk van hen aan de werkgever een verklaring op eer bezorgen waarin staat hoe ze het aantal dagen afwezigheid op het werk voor pleegzorg verdelen. Op vraag van de werkgever zal de werknemer het bewijs moeten leveren van de gebeurtenissen die zijn afwezigheid op het werk rechtvaardigen. Dit bewijs kan geleverd worden met de gepaste documenten, of als die er niet zijn, elk ander bewijsmiddel.
Uitkeringen vereist is tijdens de normale werktijd. Het kan gaan om alle soorten zittingen bij de gerechtelijke en administratieve autoriteiten die bevoegd zijn voor het pleeggezin; contacten van de pleegouder of het pleeggezin met de ouders of voor het pleegkind en de pleeggast belangrijke derden; en contacten met de dienst voor pleegzorg.
Wanneer een werknemer pleegzorgverlof opneemt, is er géén loonwaarborg van de werkgever. In het pleegzorg-KB is wel sprake van de betaling van een uitkering door de RVA. Die uitkering is forfaitair 94,40 euro per dag afwezigheid. De aanvraag voor uitkeringen moet gebeuren via speciale aanvraagformulieren van de RVA. Die formulieren zijn te vinden op www.rva.fgov.be. n
10 ons recht | 113de jaargang | januari 2009
OR-JAN09.indd 10
12-01-2009 11:57:44
arbeids-gericht marc weyns
Discriminatie kan ook onrechtstreeks Een werkneemster die ook de zorg heeft voor haar gehandicapte zoon, werd door haar werkgever minder goed behandeld dan andere werknemers. Toen ze uit moederschapsverlof terugkeerde, kreeg ze haar vroegere job niet terug. Glijdende werkuren kon ze evenmin krijgen. Toen ze een keertje te laat op het werk kwam, werd de vrouw de mantel uitgeveegd en werd ze met ontslag bedreigd. De andere werknemers met kinderen zonder handicap werden veel welwillender behandeld. De werkneemster werd dus gediscrimineerd op grond van haar persoonlijke band met een persoon met een handicap. Uiteindelijk werd de arbeidsovereenkomst beëindigd. Het Europees Hof van Justitie in Luxemburg oordeelde in een arrest van 17 juli 2008 dat de antidiscriminatiebeginselen werden met voeten getreden, ook al was de werknemer zelf niet gehandicapt.
Geen eenzijdige veranderingen Een werkgever verbreekt de arbeidsovereenkomst met een werknemer. Hij schrijft dat hij een ontslagvergoeding zal betalen van 24 maanden loon. De werknemer ondertekent die brief ‘voor akkoord’. Even later heeft de werkgever spijt van zijn onbesuisde beslissing en beweert hij zich te hebben vergist: hij wilde naar eigen zeggen geen 24 maanden loon uitkeren maar slechts 17. De werkgever houdt koppig vast aan de betaling van 17 maanden loon, maar de werknemer gaat niet akkoord. Uiteindelijk moet het arbeidshof in Gent de knoop doorhakken. Het hof stelt in een arrest van 12 januari 2007 vast dat
er een akkoord gesloten werd. Er was geen dwaling of bedrog in het spel en de werkgever kan dan ook niet op zijn vermeende ‘rekenfout’ terugkomen.
Ongeval bij opdracht in buitenland Een werknemer verblijft een week in Tunesië om daar een seminarie bij te wonen dat zijn werkgever organiseert. Tijdens zijn vrije tijd ter plaatse maakt de werknemer een rit met een jeep in de woestijn en bezoekt hij een kruidenmarkt. Jammer genoeg raakt hij betrokken bij een ongeval. Het arbeidshof in Brussel oordeelde op 2 juni 2008 dat het om een arbeidsongeval ging. De vrije tijd tijdens zo’n meerdaagse opdracht in het buitenland valt ook onder de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Als de werknemer ech-
ter de grenzen van de normale vrijetijdsbesteding te buiten zou gaan – door bijvoorbeeld gevaarlijke dingen uit te halen – en zo betrokken raakt bij een ongeval, dan betreft het niet langer een arbeidsongeval. Maar een rit maken in de woestijn met een touroperator is een normale vorm van vrijetijdsbesteding; het ongeval was dus een arbeidsongeval.
Nevenactiviteiten van werknemers Bedrijven willen hun werknemers vaak zoveel mogelijk aan zich binden, maar zelf de handen zoveel mogelijk vrij houden. Het komt wel vaker voor dat in een arbeidsovereenkomst een exclusiviteitsbeding opgenomen wordt. Door zo’n beding mag de werknemer buiten zijn arbeidsovereenkomst geen andere beroepsactiviteit uitvoeren.
De arbeidsrechtbank in Turnhout moest het geval beoordelen van een werknemer die ontslagen was wegens dringende reden omdat hij een nevenactiviteit uitoefende terwijl zijn contract bepaalde dat hij ”zijn beroepsactiviteit uitsluitend aan de uitvoering van de arbeidsovereenkomst moet wijden en noch voor eigen rekening noch voor derden mag werken zonder voorafgaand schriftelijk akkoord van de werkgever”. De rechtbank besliste op 13 oktober 2008 dat die bepaling een ontoelaatbare beperking inhield van de grondwettelijke vrijheid van handel en nijverheid. De overtreding van een ongeldig beding kan geen dringende reden voor ontslag zijn.
Tegenopzegging doet recht op aanvullende opzeggingsvergoeding niet verdwijnen Een werkgever zegt de arbeidsovereenkomst met een werknemer op. Maar hij geeft een te korte opzeggingstermijn. Voor de werknemer ontstaat al op dat moment een recht op een aanvullende opzeggingsvergoeding. Latere gebeurtenissen beïnvloeden het recht op die aanvullende vergoeding niet. Alleen wanneer beide partijen afspreken om de opzeggingstermijn te verlengen of wanneer de werknemer ontslagen wordt om een dringende reden, vervalt het recht op de aanvullende opzeggingsvergoeding. Een werknemer die in de loop van de opzeggingstermijn een andere baan vindt en een tegenopzegging geeft, behoudt dus wel degelijk het recht op de aanvullende opzeggingsvergoeding. Dat besliste het arbeidshof in Brussel op 10 juni 2008 in een goed doortimmerd arrest. n
JANUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 11
OR-JAN09.indd 11
12-01-2009 11:57:45
“Vrouwen kunnen bergen verzetten in Congo” Vakbond CSC moet nog veel méér structuur krijgen
Denis Bouwen
Energieke vrouwen die een maatschappij kunnen veranderen. Dat zagen de LBCNVK’ers die in oktober de sociale verkiezingen in de Congolese koperprovincie Katanga meemaakten. “Bij veel Congolese mannen merkte je een gevoel van fatalisme”, vertellen Michel Bemong en Leo Lauwerysen. “Maar Congolese vrouwen bij de vakbond komen heel fel uit de hoek. Ze weten wat ze willen, nemen vaker initiatief en durven afwijkende standpunten in te nemen.”
M
ichel Bemong, adjunct-algemeen secretaris bij de LBC-NVK, en Leo Lauwerysen, secretariaatsverantwoordelijke van de
LBC-NVK in de Kempen, verbleven in oktober een week lang in Katanga. Ze waren er samen met Pierre Peirens en Italo Rodomonti, allebei van ACV/CSC-scheikunde. De Conféderation Syndicale du Congo (CSC) had een Belgische delegatie gevraagd om de campagne voor de sociale verkiezingen te komen steunen. Die verkiezingen lopen van 13 oktober 2008 tot 31 maart 2009. De CSC heeft vertakkingen in alle elf provincies van Congo, en moet het rooien met nog geen 160 vrijgestelden. Terwijl het land wel 80 keer groter is dan België. ONS RECHT: Hoe belandden jullie in Congo? Michel Bemong en Leo Lauwerysen: “Er zijn
sinds vele jaren contacten tussen het ACV en de CSC in Congo. ACV-scheikunde heeft daar een heel verleden. De ACV-centrales voeding, metaal en onderwijs en de ACV-verbonden in de Kempen en in Limburg hebben ook heel wat banden met de Congolese vakbondswereld.” “Onze reis kwam er omdat de Congolese colle-
ga’s er graag een Belgische delegatie bij wilden. Wij moesten in zekere zin ‘de blanke uithangen’, om de campagne van de CSC kracht bij te zetten. Als je tijdens de campagne blanken en zeker Belgen kan uitspelen, beteken je iets meer in Congo.” ONS RECHT: Wie waren de gastheren? Michel Bemong en Leo Lauwerysen: “De be-
langrijkste gastheer was Jean de Dieu Ilunga, de secrétaire provincial interprofessionnel van de CSC. Jean is een hoger kaderlid bij het staatsbedrijf Gécamines, maar hij werd gedetacheerd naar de vakbond. Het is een integere, krachtige figuur die met strakke hand zijn organisatie runt en veel respect afdwingt. Maar hij moet wel het puin ruimen dat zijn voorgangers achterlieten. Zijn syndicale kaderleden hebben niet altijd de kwaliteiten die je zou verwachten. Van de meeste leden krijgt de vakbond ook geen lidgeld omdat de mensen het niet kunnen betalen.”
12 ons recht | 113de jaargang | januari 2009
OR-JAN09.indd 12
12-01-2009 11:57:46
internationaal Fanfares en ‘motards’ ONS RECHT: Hoe zag jullie reis eruit?
“Elke dag deden we bedrijfsbezoeken in het gezelschap van CSCkandidaten. Aanvankelijk trokken we te voet door bedrijven, maar al snel werden het snelle rondritten met de auto, meestal dwars door en over de fabrieksterreinen. ’s Namiddags zaten we op meetings waarop makkelijk 150 of 200 vakbondsleden opdaagden. Alles bij elkaar bezochten we minstens 25 ondernemingen in Lubumbashi, Likasi, Kipushi, Kambove en Kolwezi. Vaak uit de mijnbouw, maar er waren ook ziekenhuizen en scholen bij. Ik werd zelfs op een plaatselijke radio geïnterviewd. Overal waar we passeerden, zelfs in de ziekenhuizen, mochten we alles zien. We werden ontvangen met fanfares, auto’s met grote luidsprekers en zelfs motards die in de CSC-kleuren uitgedost waren.”
Leo Lauwerysen:
ONS RECHT: Wat bleef jullie vooral bij? Michel Bemong: “We zagen ginder pure industriële archeologie. De klok bleef er 50 jaar stilstaan. Maar de CSC lijkt er toch iets te betekenen. We namen deel aan vakbondsmeetings die heel levendig verliepen en waar veel enthousiasme vanuit ging. Vrouwen zagen we meestal niet veel, maar in onze toespraken onderstreepten we wel het belang van vrouwen in het vakbondswerk.” Leo Lauwerysen: “Onze ogen vielen wijd open toen we de slechte arbeidsomstandigheden van de werknemers te zien kregen. Qua veiligheid en gezondheid zijn daar nog bergen te verzetten. In de ziekenhuizen hebben ze een verouderde infrastructuur en veel te weinig middelen.”
ONS RECHT: Wat kregen jullie mee van de leefomstandigheden? Michel Bemong: “Wij bezochten vooral activiteiten die te maken hadden met het mijnbouwbedrijf Gécamines, de vroegere Union Minière du Haut Katanga (UMHK). De meeste Congolezen trachten geld te verdienen in de grijze of informele economie, goed voor 90 procent van alle economische activiteiten. In dat stuk economie is de CSC niet echt actief. Bij Gécamines wonen de werknemers in simpele huizen, zeg maar veredelde hutten. Infrastructuur is er niet, en het wegennet is zo goed als onbestaande. De meeste Congolezen, zeker buiten de cités, moeten genoegen nemen met onvervalste hutjes.”
Verdeel-en-heers De Congolese sociale verkiezingen zijn heel anders dan de Belgische? Leo Lauwerysen: “Vergelijken is moeilijk. In Congo heb je pakweg 500 vakbonden, met de CSC als op één na grootste speler. Alleen al bij Gécamines zijn meer dan 30 vakbonden actief. Door de versnippering is het voor werkgevers een koud kunstje om een verdeel-en-heers-tactiek toe te passen. Congolese vakbonden bewegen tot gezamenlijke actie is een hachelijke onderneming.” “Bij de sociale verkiezingen kan je niet op individuen stemmen, er bestaan alleen lijststemmen. Vakbonden voeren hun campagnes met veel toeters en bellen. Ze zetten fanfares en autokaravanen in en delen goedkope gadgets uit.” “Dikwijls ontbreekt het bij de Congolese collega’s aan centrale programmapunten. De actiepunten zijn meestal sterk geïnspireerd door plaatselijke verzuchtingen.” Michel Bemong: “Italo Rodomonti, één van onze medereizigers, maakte de CSC’ers erop attent dat ze amateuristische affiches zonder boodschap verspreidden. De dag daarop kwamen de Congolezen al meteen voor de pinnen met aangepaste affiches waarin ze spraken over thema’s als veiligheid, gelijkheid, inspraak en democratie. Voor de meeste vakbonden is het onbegonnen werk om veel volk naar hun meetings te krijgen. De CSC heeft zo zijn methodes om toch volk te lokken. Maar in een ontwricht land als Congo is het niet eenvoudig om werknemers naar bijeenkomsten te lokken, tenzij er voor hen een voordeel aan verbonden is.” ONS RECHT:
Onze ogen vielen wijd open toen we de slechte arbeidsomstandigheden van de werknemers te zien kregen.
Programma ONS RECHT: Hoe zoeken ze kandidaten voor de sociale verkiezingen? M i che l B emon g : “In de gezondheidszorg vragen directies aan werknemers of ze op de vakbondslijst willen staan. Anderen krijgen de vraag van een secretaris. Etnische afkomst speelt soms een rol. Wij kregen de indruk dat secretarissen eigen pionnen uitzetten. Wie in Congo verkozen raakt, krijgt ook soms voordelen zoals een auto van het bedrijf of de kans om vooral vakbondswerk te doen. Geen enkele kandidaat kon ons vertellen wat hij of zij wilde realiseren na de sociale verkiezingen. De CSC wil vooral de sterkste vakbond worden en zo respect afdwingen bij de werkgevers.” “Onder de Congolese militanten zie je ook mensen die er uitspringen. Zo herinner ik me een vrouw die zo sterk overtuigd was dat ze overal mee op campagne trok. Een rivaliserende vakbond had 3.000 dollar veil – in Congo een fortuin, nvdr – om haar mandaat te kunnen inpikken. Maar de vrouw weigerde zich te laten omkopen.”
ONS RECHT:
Was er ook interactie met de Congole-
zen? “Zeer zeker. Wij hielden niet alleen speeches maar babbelden ook met talloze Congolese militanten. We gaven ze tips over de rol van vrouwen, vorming en de samenstelling van programma’s.”
Leo Lauwerysen:
“Vooral mijn contacten met militanten uit de non-profit bleven aan de ribben plakken. Als propagandist kan je daar nog prachtig werk realiseren. Ik praatte met verpleegkundigen die voortdurend patiënten zagen sterven, maar tegelijk met zijn allen een enorme boost kregen als ze iemand konden redden. Tijdens de gesprekken probeerde ik uit te leggen hoe je met prikborden en bijeenkomsten efficiënter kan werken. Die babbels waren voor alle partijen heel uitdagend, maar ik hield er ook een wrang gevoel aan over: na ons vertrek zaten de Congolezen weer midden in hun eigen harde realiteit.”
Michel Bemong:
School in Lubumbashi Naar analogie met de sociale school in Heverlee willen ze in Lubumbashi nu een eigen sociale school uit de grond stampen? Michel Bemong: “Een boeiend project. De Aalmoezeniers van de Arbeid hebben in Lubumbashi een school voor filosofie, die ze willen uitbreiden met een sociale school voor mensen uit de vakbond. Als die school er komt, zal de CSC veel beter geschoolde kaderleden krijgen. Maar de bond is bang dat de afgestudeerden naar andere bonden zullen weglopen.” “Het project in Lubumbashi vertrekt van een plaatselijke dynamiek. Maar Heverlee zal er wel inhoudelijke inbreng voor leveren. En de Congolezen krijgen voor hun sociale school ook steun van het volwassenenonderwijs van de LBC-NVK.” Leo Lauwerysen: “Het ACV-Kempen steunt in Lubumbashi een atelier van fietsenherstellers. Met Belgische steun willen de Congolezen een hal voor de fietsenherstellers optrekken. Een erg zinvol initiatief in de informele economie.” Michel Bemong: “De Congolese realiteit is zo triest dat de mensen daar zeker onze steun verdienen. Of we ze moeten steunen via officiële structuren, is een andere vraag. Tijdens mijn reis kreeg ik veel respect voor het werk dat onder meer paters en nonnen nog altijd in Congo verzetten. Van de Chinezen, die nu massaal in Katanga actief zijn, moeten de Congolezen niet veel verwachten. Die bouwen vooral wegen die ze voor hun eigen mijnen en het plunderen van grondstoffen kunnen gebruiken. De geschiedenis herhaalt zich, maar deze keer zijn het geen blanken die de Congolezen uitbuiten. Opnieuw zijn er maar een handjevol Congolezen die er beter van worden, terwijl het land en zijn bevolking de dupe zijn.” Leo Lauwerysen: “De blanke paters en nonnen in Congo waarover Michel sprak, hebben uiteraard niet het eeuwige leven. Uiteindelijk zullen we toch manieren moeten vinden om met puur Congolese structuren samen te werken.” ONS RECHT:
Alles over de Conféderation Syndicale du Congo vind je op www.csc.cd. n JANUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 13
OR-JAN09.indd 13
12-01-2009 11:57:47
OveR de gRenzen Volgens IMFmetal moet er meteen een transparant en objectief onderzoek komen naar de aanslagen en doodsbedreigingen. Er is ook een oproep. Die kan je mee ondersteunen door te surfen naar www.labourstart.org www.labourstart.org.
AnnIck Aerts
Arcelormittal, multinational in crisis?! ArcelorMittal is wereldwijd de nummer één op het gebied van staalproductie. Meer dan 326.000 mensen werken voor het bedrijf in meer dan 60 landen. In 2007 realiseerde ArcelorMittal een winst van 78,83 miljard euro en een staalproductie van 116 miljoen ton, 10 procent van de wereldproductie. Gelijkaardige positieve resultaten bereikte het bedrijf ook in 2008. In zo’n context is het voor de Europese metaalvakbond (EMF) en zijn leden onaanvaardbaar dat de multinational eind november 2008 aankondigde dat er 9.000 banen zullen verdwijnen, waarvan 6.000 in Europa. De herstructurering zal vooral werknemers treffen die niet in de productie werken maar in de verkoop, de administratie en ondersteunende diensten. ArcelorMittal verbreekt de eerder gemaakte afspraken met de vakbonden over verdere investeringen, meer veiligheid en een goede sociale dialoog in het bedrijf. De directie moet dringend de werknemersvertegenwoordigers volwaardig informeren en raadplegen in plaats van eenzijdige maatregelen te treffen. Zolang dit niet gebeurd is, kunnen de besparingsmaatregelen niet uitgevoerd worden. Meer informatie vind je op www.emf-fem.org.
eerlijke handel breidt uit Fair Trade 2007 is een rapport over eerlijke handel in 33 landen met als invalshoek de consump-
tie van eerlijke producten. Het rapport is al aan zijn vijfde editie toe. Net als in de vorige jaren stellen de auteurs vast dat de verkoop in stijgende lijn gaat. Bovendien wordt het aanbod van producten flink groter. De belangrijkste markten voor de verkoop zijn het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De hoogste marktpenetratie haalt Fair Trade in Zwitserland waar de gemiddelde consument jaarlijks 21 euro besteedt aan producten die een certificaat van eerlijke handel hebben. Een andere positieve evolutie is de stijging van het aantal winkels waar je de producten kan kopen. Geschat wordt er wereldwijd 125.000 winkels zijn die Fair Trade-artikelen verkopen. Hiervan liggen er 75.000 in Europa. Daarnaast zijn er almaar meer horecazaken waar je de producten kan consumeren zonder dat dit in correcte cijfers kan vertaald worden. Grote namen als Nestlé, Starbucks en McDonalds doen inspanningen om eerlijke handelsproducten aan te bieden. Wereldwijd werken 2.700 werknemers in bedrijven die zich louter bezig houden met het importeren en labellen van deze producten en in de wereldwinkels. Daarnaast zijn 100.000 vrijwilligers actief bezig met de promotie van de producten. De opmars van Fair Trade ontgaat de politieke wereld niet. Het Europese Parlement en sommige Europese regeringen geven veel ondersteuning aan sensibiliseringcampagnes die hun weerklank vinden in de media. De Belgische campagne ‘Ik ben verkocht’, waarbij bekende Belgen hun inbreng leverden, is hiervan een goed voorbeeld.
Aanval op russische autovakbond De internationale metaalvakbond IMFmetal doet een dringende oproep om een transparant onderzoek te starten naar de recente aanvallen tegen en bedreigingen van vakbondsleiders en -vertegenwoordigers van de Russische vakbond ITUA. Begin november ontving IMFmetal het alarmerende nieuws dat Aleksej Etmanov, de vicevoorzitter van ITUA en een werknemer van Ford, aangevallen werd toen hij terugkwam na de avondshift op zijn bedrijf. Onderweg vielen drie personen de vakbondsman aan. De aanvallers waren gewapend met boksbeugels en begonnen op hun slachtoffer in te slaan zonder een woord te zeggen. Tijdens het gevecht kon Etmanov zijn wapen bovenhalen. Een wapen waarmee hij rubberen kogels kon afvuren. Etmanov schoot en zijn aanvallers renden hierna weg. In eerste instantie dacht de vakbondsman dat het om gewone overvallers ging. Maar de dag daarna bleek uit een telefoongesprek met de voorzitter van de vakbond het tegendeel. De voorzitter kreeg de boodschap dat de vakbond moest ophouden met de verdere ontwikkeling van haar activiteiten. Als dat niet gebeurde, zouden er volgens de anonieme beller doden vallen. In juli 2008 vonden gelijkaardige incidenten plaats. Aleksej Gramm en Sergej Bryzgalov, vakbondsvertegenwoordigers bij Hyundai Cars, werden aangevallen na een deelname aan stakingspiketten voor het bedrijf. Door de actie wilden ze meer informatie krijgen over lonen en andere compensaties in het bedrijf. Ze wilden ook dat hun vakbond erkend zou worden.
Geen hoge lonen in luxegoederen Prada, Louis Vuitton, Samsonite,… Allemaal bekende namen als het gaat over de verkoop van luxueuze handtassen en handschoenen. Zulke producten zou je niet direct in verband brengen met lage lonen en een gebrek aan elementaire rechten van arbeiders. Nochtans is dat wel de realiteit bij de Turkse werknemers van DESA die zorgen voor de productie van deze goederen. Honderden werknemers van DESA sloten zich in april 2008 aan bij de vakbond Deri Is. De reactie van het management was verbijsterend. Niet minder dan 44 vakbondsleden werden onmiddellijk ontslagen. En 50 anderen kregen te horen dat ze maar best de vakbond konden verlaten als ze hun baan wilden houden. Voor de poorten van het bedrijf voerde Deri Is direct actie om dit onrecht aan te klagen. Dat leidde tot de aanhouding van vakbondsmensen en een poging van het management om hen om te kopen. De zaak escaleerde toen de elfjarige dochter van een vakbondsvrouw bijna ontvoerd werd. Eerder ontving deze vakbondsvrouw doodsbedreigingen nadat ze de chantage van het bedrijf had afgewimpeld. Bij DESA is er dringend nood aan goed sociaal overleg tussen management en vakbondsvertegenwoordigers. In het verleden nam de Internationale Textielvakbond samen met de Schoneklerencampagne al tal van initiatieven om aan deze situatie iets te doen. De resultaten waren ontgoochelend. Vakbondsrechten respecteren in de sector van de luxeartikelen? Vanzelfsprekend is het niet. Steun de solidariteitscampagne op www.labourstart.org. n
14 ons recht | 113de jaargang | JAnUArI 2009
OR-JAN09.indd 14
12-01-2009 11:57:49
europa
Bonden verdedigen visie op arbeidstijd met groot succes Europees Parlement stuurt belangrijke richtlijn bij
Ferre Wyckmans
Europa maakt niet altijd even sociale keuzes. Toch lukte het door vakbondsacties om het Europees Parlement de richtlijn over de arbeidstijden fundamenteel te laten bijsturen. De europarlementariërs bleken bereid de visies en teksten van de Europese Commissie en de Europese Ministerraad grondig aan te passen. Een flinke opsteker voor de vakbonden.
H
et Europees Parlement greep op 17 december 2008 in. De dag voordien maakten 12.000 vakbondsmensen uit diverse Europese landen hun eisen kenbaar in Straatsburg. De vakbondsacties schudden de democratische structuren van Europa wakker. De europarlementariërs maakten van hun manoeuvreerruimte gebruik om het tij te doen keren. En zo hoort het ook. Het Europees Vakverbond (EVV), waarbij de drie Belgische bonden aangesloten zijn, betoogde in Straatsburg rond vijf sleuteldossiers. Voor elk van die dossiers bleek er een ruime meerderheid in het Europees Parlement. Welke overwinningen behaalden de bonden? We lopen even het rijtje af.
Wachttijd blijft werktijd In sommige jobs staan werknemers ter beschikking van de werkgever maar zijn ze niet altijd werk aan het presteren. Wachtperiodes kunnen zich op de werkplaats afspelen; denk maar aan de prestaties van verpleegkundigen of verzorg(st)ers die ’s nachts ter beschikking staan. Je hebt ook vrachtwagenchauffeurs die soms niet thuis zitten maar ook niet aan het rijden zijn. Of technici op
verplaatsing die moeten wachten op wisselstukken. De oorspronkelijke tekst van de richtlijn beschouwde alleen ‘actieve werktijd’ als arbeidstijd. Het Europees Parlement floot die benadering terug. Wanneer iemand meertijd compenseert, moet dit aansluitend op de prestatie gebeuren.
Geen individuele afspraken De Europese ministerraad vond dat werkgevers met individuele werknemers afspraken moesten kunnen blijven maken om af te wijken van de collectieve of wettelijke regels rond arbeidsduur. Er was sprake van een uitstapregeling (‘opting out’), waardoor de grens van 48 uur per week zelfs kon worden opgetrokken tot 65 uur. Vooral in Groot-Brittannië waren er op dit vlak schandalige misbruiken in sommige sectoren. Het Europees Parlement zette een kruis over deze afwijkingsmogelijkheid. Hierdoor kunnen werkgevers geen druk zetten op individuele werknemers. De regels gelden voor iedereen.
Berekening arbeidsduur op jaarbasis Werkgevers gebruiken systemen die de arbeidsduur gemiddeld op jaarbasis berekenen om werknemers superflexibel in te schakelen. Zo staan alleen economische belangen voorop. De werknemers hangen in zulke systemen als marionetten aan een touwtje en zien niet goed meer welke prestaties ze wanneer zullen leveren. In België is het ook mogelijk de arbeidsduur op jaarbasis te becijferen, maar dan wel binnen bepaalde voorwaarden en op basis van overleg. De Europese ministerraad zag dat overleg liever sneuvelen. Maar het Europees Parlement besliste met een ruime meerderheid dat de arbeidsduur niet alleen een kwestie is van wat de werkgevers verlangen.
Combinatie werk en gezin of vrije tijd Meer dan ooit bestaan er regimes die werknemers de kans trachten te geven om werktijden en gezinstijd of vrije tijd beter op elkaar af te stemmen. Tegelijkertijd constateren de vakbonden dat er ook meer en meer flexibele systemen zijn in bijna alle sectoren. Twee tegengestelde oriëntaties dus. Om die te kunnen verzoenen heb je overleg en planning nodig. De werkgevers, daarin gesteund door de Europese ministerraad, wilden zoveel mogelijk de handen vrijhouden op het vlak van flexibiliteit. Ze wilden de werknemers alleen informeren over grondige veranderingen van arbeidsregimes of uurroosters. Voor hen was het ook genoeg om de discussie over vragen van werknemers ‘aan te moedigen’. “Vergeet het maar”, reageerden de LBC-NVK en het EVV unisono. Ook op dit punt kregen de bonden hun zin. Werkgevers moeten iedere verandering vooraf meedelen aan het personeel. En werknemers hebben altijd het recht om een aanpassing van hun werkrooster aan te vragen. Of de werkgever de werknemers altijd volgt in hun wensen, is natuurlijk een
ander paar mouwen. Maar rechten beginnen wel bij de kans om voor die rechten op te komen.
Leidinggevenden en kaderleden? En wat doen we met leidinggevenden en kaderleden? Een kwestie die ook in België speelt. Sommigen houden vol dat de regels rond arbeidsduur niet gelden wanneer iemands arbeidsduur niet gemeten wordt of wanneer de persoon deze duur zelf kan bepalen. Het Europees Parlement veegde die kijk van tafel. Zijn leidinggevenden en kaderleden nu wel of niet uitgesloten? Het debat hierover zal zeker nog voor discussie zorgen wanneer de Europese richtlijn in nationale wetgeving wordt omgezet. Ook in ons land. Door nationale campagnes bij europarlementariërs en de betoging van het EVV in Straatsburg stuurden de werknemers hoe dan ook een krachtig signaal. Het Europees Parlement begreep de boodschap maar al te goed. Een hoopvol teken als je weet dat we in juni 2009 onze nieuwe europarlementariërs mogen verkiezen. n
JANUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 15
OR-JAN09.indd 15
12-01-2009 11:57:50
belangenverdediging Marc Weyns
De discussie over het stakingsrecht laaide weer hoog op in het najaar van 2008. Als je de media mocht geloven, liep het land onnoemelijk zwaar te kreunen onder al het stakingsgeweld. Het is goed om alles even in het juiste perspectief te zetten. Kurt Vandaele, een politieke wetenschapper aan de Universiteit van Gent, bestudeert de stakingen in ons land sinds een aantal jaar. Zijn onderzoek wijst uit dat België in de internationale statistieken onderaan bengelt. Het beeld dat de media schetsen klopt niet met de werkelijkheid. Net als in Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zwitserland zijn er bij ons betrekkelijk weinig stakingen. De jongste jaren gaat het aantal stakingen in België iets de hoogte in, maar de acties zijn kleiner van omvang en korter van duur. Het algemene besluit van Vandaele liegt er niet om: stakingen zijn uitzonderlijk. Voor werknemers is het hoe dan ook ontzettend belangrijk om het werk te kunnen neerleggen. Tussen de werknemers en hun werkgevers bestaat een erg groot sociaaleconomisch onevenwicht. Bij collectieve onderhandelingen valt die ongelijkheid een beetje te corrigeren doordat de werknemers kunnen staken. Zo kunnen ze hun belangen iets beter verdedigen. Zonder het stakingsrecht zouden de werknemers de dominantie van de werkgever lijdzaam moeten ondergaan.
Zonder stakingsrecht zijn werknemers bedelaars Media geven vertekend beeld van de feiten
onderneming of bedrijfstak een nieuw evenwicht. Sociale rust, zeg maar. Dat is ook in het belang van de werkgevers. In een bedrijf met ontevreden werknemers en veel onderhuids ongenoegen draait het niet goed. De gevolgen daaraan zal je ook merken aan de productie en de kwaliteit van het werk. Het stakingsrecht wordt algemeen als zo belangrijk erkend dat er Europese en internationale verdragen zijn gesloten om dat recht te beschermen. Veel werkgevers hebben het moeilijk met stakingen in hun onderneming. In plaats van de zaken uit te praten aan de onderhandelingstafel, stappen ze de jongste jaren al te vaak naar de rechter. Meestal gebruiken de bedrijven daarbij de truc van het ‘eenzijdig verzoekschrift’.
Eenzijdig verzoekschrift Hoe werkt zoiets? Bij een gewone gerechtelijke procedure staan twee partijen voor de rechtbank: een eiser en
Collectief bedelen ‘Collectief bedelen’. Zo noemde het Duitse Hooggerechtshof collectief onderhandelen zonder de stok van de staking achter de deur. Het beeld spreekt voor zich. In landen die het stakingsrecht sterk aan banden leggen is het meestal erg pover gesteld met de werk- en inkomenssituatie van werknemers. En het gaat daarbij zeker niet alleen over dictaturen of derdewereldlanden. Door collectieve onderhandelingen, al dan niet ondersteund door een staking, ontstaat in een
een verweerder. Allebei kunnen ze hun versie van de feiten schetsen – wat ze beweren moeten ze ook nog bewijzen – en hun juridische argumenten geven. Maar bij een procedure met een eenzijdig verzoekschrift staat alleen een eiser voor de rechter. Er is niemand die kan tegenspreken en van echte bewijzen is nauwelijks of geen sprake. De werkgevers beweren dat ze niet anders kunnen dan met een eenzijdig verzoek naar de rechter te stappen omdat hun zaak heel dringend is en ze niet eens weten wie ze als tegenpartij zouden kunnen dagvaarden. Niet zelden trappen rechters in het verhaaltje dat de werkgevers opdissen en leggen ze zware dwangsommen op aan elke staker die het
aandurft iemand tegen te houden aan de winkelingang of bedrijfspoort. Op die manier mengt de rechter zich in een sociaal conflict, wat meestal compleet buiten zijn bevoegdheid valt. Werknemers die staken voor meer loon, tegen grote loonsinleveringen of tegen een collectief ontslag, verdedigen hun belangen. Het komt niet toe aan de rechter om te beslissen hoe groot het rechtvaardig loon is waarop de werknemers recht hebben of hoe het collectief ontslag kan worden vermeden of verzacht. Zulke dingen moeten werkgevers en vakbonden onderling afspreken. Precies om van de gesprekken échte onderhandelingen te maken, moeten de werknemers indien nodig een beroep kunnen doen op het stakingsmiddel.
Stakersposten Tot het recht om te staken hoort ook de mogelijkheid om stakersposten te vormen. Het Hof van Cassatie erkende dit recht in een arrest van 31 januari 1997 voor zover de stakers geen geweld tegen personen of goederen plegen. Die rechtspraak van het hoogste rechtscollege zien de rechters van Eerste Aanleg wel eens over het hoofd. Bovendien verliezen ze uit het oog dat België al enkele keren door Europese of internationale commissies op de vingers werd getikt omdat de rechtspraak van de rechters van Eerste Aanleg botst met internationale verdragen. Het comité van experts dat toeziet op de naleving van het Europees Sociaal Handvest veroordeelde ons land al enkele keren omdat de rechterlijke verboden van stakingen of stakingsposten niet strookten met dat Handvest. Eind
16 ons recht | 113de jaargang | januari 2009
OR-JAN09.indd 16
12-01-2009 11:57:51
s
loongrenzen 2007 nog toonde de VN-commissie zich ongerust ‘over de ernstige inbreuken ten aanzien van het stakingsrecht, voortvloeiend uit de praktijk van werkgevers om systematisch naar juridische procedures te grijpen voor het bekomen van een verbod op bepaalde aan de stakingen gelieerde activiteiten’. Die rechtspraak druist in tegen het Verdrag dat de Verenigde Naties sloten over de sociaaleconomische rechten.
Politiegeweld Een ander heikel punt bij de jongste stakingen was het gewelddadige optreden van de politie. De handhaving van de openbare orde valt niet onder de opdracht van de rechtbanken. Als de openbare orde verstoord wordt, kunnen de ordediensten optreden. Maar ze hebben niet het recht om vreedzame stakersposten uiteen te ranselen, zelfs niet wanneer een deurwaarder daarom vraagt. Politieagenten mogen alleen ingrijpen als de openbare orde echt wordt verstoord. Ze mogen hoe dan ook geen onnodig geweld gebruiken. Die fundamentele spelregels werden bij verschillende stakingen met voeten getreden. In een democratische rechtsstaat is dat een bijzonder bedenkelijke evolutie. Gelukkig is het niet allemaal kommer en kwel. De rechtbank in Mechelen wees op 7 november 2008 de eenzijdige vordering van Carrefour af, precies omdat een rechter niet vooraf kan bepalen of de normale grenzen van het stakingsrecht zullen worden overschreden en omdat de rechtbank niet de taak heeft de openbare orde te handhaven. Op woensdag 3 december 2008 kwam de rechtbank in Veurne op haar stappen terug en draaide ze een eerdere beslissing terug waarbij een dwangsom opgelegd was aan de stakersposten. Carrefour ging in hoger beroep tegen dat vonnis. Het valt af te wachten hoe het Hof van Beroep in Gent zal oordelen. De vakbonden zullen zich flink verweren in die procedure. Het liefst van al voeren de bonden zulke procedures helemaal niet. Sociale conflicten horen niet thuis in de rechtbank. Als er belangenconflicten zijn, moeten de betrokken partijen hierover met elkaar onderhandelen. n
Nieuwe jaarloongrenzen voor 2009 Ivo Verreyt
Voor heel wat bepalingen in de arbeidsovereenkomstenwet speelt de hoogte van het jaarloon een belangrijke rol. Hiervoor worden elk jaar opnieuw jaarloongrenzen bepaald en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Voor 2009 gebeurde dit in het Belgisch Staatsblad van 12 november 2008. De nieuwe jaarloongrenzen voor het jaar 2009 zijn respectievelijk 29.729 euro, 35.638 euro en 59.460 euro. In de tabel vindt u een overzicht van deze loongrenzen tijdens de afgelopen tien jaar. Op welke punten spelen deze loongrenzen nu eigenlijk een rol? Een eerste bepaling uit de arbeidsovereenkomstenwet gaat over de proeftijd voor bedienden. De maximale proeftijd bedraagt 6 of 12 maanden, al naargelang het theoretische jaarloon bij de start van de arbeidsovereenkomst al dan niet hoger is dan 35.638 euro. Een tweede regeling waar de hoogte van het jaarloon een rol speelt is het concurrentiebeding. Voor handelsvertegenwoordigers is een concurrentiebeding alleen toegelaten als het jaarloon hoger is dan 29.729 euro. Voor gewone arbeiders en bedienden is een concurrentiebeding pas toegelaten als hun jaarloon boven de 59.460 euro ligt.
Opzegtermijn Jaarloongrenzen zijn ook van belang voor de berekening van de duur van de opzegtermijn. Bedienden met een loon van maximaal 29.729 euro hebben, wanneer de werkgever het contract opzegt, recht op een opzegtermijn van 3 maanden per begonnen schijf van 5 jaar anciënniteit bij de werkgever. Als de bediende
zelf opzegt, gaat het om anderhalve maand, en om 3 maanden van zodra de bediende minstens 5 jaar anciënniteit heeft. Voor bedienden met een loon tussen 29.730 en 59.460 euro die hun opzeg krijgen, moeten werknemer en werkgever een akkoord sluiten over de duur van de opzegtermijn. Zo’n akkoord kan nooit gesloten worden voor de opzegging daadwerkelijk betekend is. Vaak wordt voor het sluiten van zo’n akkoord gewerkt met de ‘formule Claeys’. Als er geen akkoord mogelijk is, bepaalt de arbeidsrechtbank de duur van de opzegtermijn. De rechtbank moet hierbij minstens de opzegtermijn voor de bedienden met een laag loon respecteren. Als de bediende uit deze loongroep zelf opzegt, moet hij ook met de werkgever een akkoord sluiten. De opzeg mag dan wel niet langer duren dan 4,5 maanden. Tenslotte kan voor bedienden met een loon hoger dan 59.460 euro wél een voorafgaandelijk akkoord worden gesloten over de duur van de opzegtermijn. Uiterlijk op het moment dat de bediende daadwerkelijk in dienst treedt, moet dit akkoord er zijn. Wanneer de bediende zelf opzegt, moet opnieuw met de werkgever een akkoord gesloten worden; de opzeg mag dan niet langer duren dan 6 maanden.
Sollicitatieverlof Wanneer een bediende zijn opzeg
aan het uitdoen is, heeft hij recht op sollicitatieverlof met behoud van loon. Voor bedienden met een loon lager dan 29.729 euro bedraagt dit sollicitatieverlof een volle dag of twee halve dagen per week. Voor bedienden met een hoger loon bedraagt dit verlof enkel één volle dag of twee halve dagen per week tijdens de laatste zes maanden van de opzegtermijn. Voordien hebben zij maar recht op één halve dag. Maar het is wel opletten geblazen. Voor bedienden die hun opzeg uitdoen in het vooruitzicht van brugpensioen bestaat er sinds vorig jaar alleen een recht op sollicitatieverlof als zij outplacementbegeleiding vragen bij hun werkgever.
Tegenopzegging Wanneer de bediende een tegenopzegging wil geven, speelt het jaarloon eens te meer een rol. De tegenopzegging is de korte opzegtermijn die een bediende kan gebruiken wanneer hij eerder zijn opzeg kreeg en hij ander werk vindt voor de opzegtermijn afgelopen is. Voor bedienden met een loon van maximaal 29.729 euro bedraagt de tegenopzegging één maand. Bij bedienden met een loon dat niet hoger is dan 59.460 euro wordt dit twee maanden. En voor bedienden met een nog hoger loon is er opnieuw een overeenkomst met de werkgever nodig. In dit laatste geval kan de tegenopzegging maximaal vier maanden duren. n
Loongrenzen van toepassing vanaf 1 januari van het jaar 1999 BEF 947.000 BEF 1.136.000 BEF 1.893.000 2000 BEF 956.000 BEF 1.147.000 BEF 1.912.000 2001 BEF 988.000 BEF 1.186.000 BEF 1.976.000 e 25.277 e 30.301 e 50.554 2002 e e e 51.842 25.921 31.073 2003 e 26.418 e 31.669 e 52.836 2004 e 26.912 e 32.261 e 53.825 2005 e e e 55.193 27.597 33.082 2006 e 28.093 e 33.677 e 56.187 2007 e 28.580 e 34.261 e 57.162 2008 e e e 29.729 35.638 59.460 2009 JANUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 17
OR-JAN09.indd 17
12-01-2009 11:57:51
sociaal
Cijfers uit het Jaarboek armoede en sociale uitsluiting • 4 op 10 werkloze huishoudens kan de woning niet genoeg verwarmen; • 4 op 10 allochtonen werkt het middelbaar onderwijs af met minstens twee jaar vertraging; • 4 op 10 vrouwen in België werkt deeltijds; • de helft van de gepensioneerde werkneemsters in België heeft minder dan 700 euro maandelijks pensioen; • midden 2008 was 44 procent van de werkzoekenden in Vlaanderen langer dan één jaar werkloos; • het aantal geplaatste budgetmeters groeide in 2007 met 30 procent.
Flexibele ??? jobs, een medaille met twee kanten
Almaar meer mensen kl Activering is geen wondermiddel in strijd tegen armoede Denis Bouwen
De financiële crisis en alle uitlopers ervan dreigen de armoede en de sociale uitsluiting te vergroten. Ook in ons land. Het aantal daklozen groeide al aan tot ruim 17.000. Uit cijfers van de federale staatssecretaris voor Armoedebestrijding blijkt dat bijna één op vier
van alle 65-plussers onder de armoedegrens leeft. Signalen genoeg dat het de foute kant opgaat dus. De Universiteit Antwerpen pakte in december uit met de jongste editie van het ‘Jaarboek armoede en sociale uitsluiting’. Met het huidige indexeringsmechanisme komen de laagste inkomens er bekaaid vanaf, zeggen de auteurs van het Jaarboek.
Leiden deeltijdse en tijdelijke jobs tot armoede bij de werkende bevolking? Dat is één van de vragen die de onderzoekers van het Jaarboek armoede en sociale uitsluiting bekeken. Deeltijds en tijdelijk werk resulteren inderdaad in een groter risico op armoede, stellen de researchers vast. Het percentage armen ligt hoger bij deeltijdse dan bij voltijdse werknemers. En het is ook hoger bij tijdelijke werknemers dan bij mensen met een vast contract. Deeltijds of tijdelijk werk levert vaak te weinig inkomsten op. Als deeltijdse werknemer presteer je minder uren dan als voltijdse medewerker. Tijdelijke werknemers worden vaker met periodes van werkloosheid geconfronteerd. Flexibele jobs veroorzaken een situatie die het Jaarboek omschrijft als ‘in-work poverty’. Ongeremd flexibel werk aanmoedigen kan een probleem zijn voor wie streeft naar een flexibele arbeidsmarkt zonder de sociale zekerheid te ondermijnen (‘flexicurity’ in vakjargon, nvdr). Maar ook dit dient genuanceerd. “Flexibele, laagbetaalde jobs kunnen ook helpen armoede te voorkomen”, zeggen de onderzoekers. “Ze kunnen namelijk huishoudens die arm zouden zijn zonder de flexibele job toch boven de armoedegrens tillen.” Het Jaarboek wijst op een opmerkelijke tweespalt. Sommige werknemers kiezen op basis van hun persoonlijke situatie voor een parttimejob. De minderinkomsten compenseren ze bijvoorbeeld door het inkomen van een partner. Dit geldt dikwijls voor vrouwelijke werknemers, mensen uit de middelste leeftijdsgroep en personen met een partner die ook werkt. Maar je hebt net zo goed mensen die geen voltijdse job vinden en het moeten stellen met een deeltijdse baan. Zij kunnen de minderinkomsten in veel gevallen niet genoeg compenseren en belanden zo in armoede. Dit geldt vaker voor mannen, jongeren en werknemers zonder partner die werkt. Opletten dus dat vrijwillig kiezen voor parttimewerk niet het voorrecht wordt van een beperkte groep huishoudens, waarschuwen de onderzoekers.
© foto: daniël rys
Tweespalt
18 ons recht | 113de jaargang | januari 2009
OR-JAN09.indd 18
12-01-2009 11:57:53
en kloppen aan bij voedselbanken
de
B
ij een indexering krijgen de mensen met de laagste inkomens nu de kleinste verhoging. Terwijl net zij het grootste stuk van hun inkomen aan basisproducten en –diensten besteden, onderstrepen de onderzoekers van de UA. Een voorbeeld. Bij een indexering met 2 procent krijgt een alleenstaande met een leefloon ongeveer 10 euro extra. Iemand met het minimumloon krijgt 11 euro extra. Maar met een nettoloon van 2.500 euro krijg je 43 euro meer. Bij het discours over ‘activering als wondermiddel’ kan je een kanttekening zetten. Ondoordacht almaar meer flexibele jobs creëren helpt niet noodzakelijk de armoede terug te dringen. De sociale zekerheid moet evolueren en meer rekening houden met wie geen ‘standaardlevensloop’ heeft. Bijvoorbeeld gescheiden vrouwen met kinderen. In het licht van de financiële crisis is het niet vreemd dat almaar meer mensen in Vlaanderen bij de voedselbanken aankloppen, hun schulden niet afbetaald krijgen of problemen ondervinden om geneesmiddelen te kopen. De ‘goedkope kredietkaarten’ van warenhui-
© foto: daniël rys
“Kijk naar de gekwetste binnenkant van mensen” Caro Brits getuigt over haar eigen strijd Caro Brits werkt nu bij Samenlevingsopbouw Brussel, maar groeide op in een gezin in armoede. “Van in de wieg moest ik opboksen tegen onrecht”, getuigt ze. “Ik moest voortdurend keuzes maken waarmee andere kinderen niet werden geconfronteerd. Over de armoede thuis voelde ik me beschaamd, maar ik hing dat niet aan de grote klok uit loyaliteit aan mijn ouders.” “Sommige mensen probeerden me vooruit te helpen, maar dat lukte niet altijd”, vertelt de vrouw. “Ik was lang vooral bezig met ‘overleven’. Uiteindelijk raakte ik toch uit de armoede.” Volgens Brits is het ontzettend belangrijk oog te hebben voor de gevoelens en emoties van mensen in armoede. “Ik noem dat de gekwetste binnenkant van de persoon. Toen mijn ouders uiteengingen of wanneer we nog maar ’s verhuisden, vroeg niemand ooit wat dat voor mij als kind betekende. Daarom moet je lang genoeg stilstaan bij de levensgeschiedenis van mensen als je ze wil helpen en steunen. Zonder te oordelen.”
zen en winkelketens brengen veel consumenten in een lastig parket.
Eén op tien Vlamingen Ruim één op tien Vlamingen (11,4 procent) heeft een inkomen dat onder de ‘armoederisicogrens’ ligt. In heel België loopt dit cijfer op tot 14,7 procent. Gespreid over een periode van vijf jaar duikt 23 procent wel eens onder de armoedegrens. Alleenstaanden, alleenstaande ouders en 65-plussers lopen een groter risico om in armoede te belanden. De armoedegrens lag in 2006 op 860 euro per maand voor een alleenstaande en 1.290 euro voor een koppel. De meeste minimumuitkeringen duiken onder deze armoedelimiet. Eén van de uitdagingen voor de overheid bestaat erin de laagste uitkeringen op te trekken en welvaartsvast te maken. Op de arbeidsmarkt sloeg de trend in de loop van 2008 om. In negatieve zin wel te verstaan. De economische problemen jagen de werkloosheid de hoogte in. Van alle volwassenen in België leeft bijna 13 procent in een huishouden waar niemand een job heeft. Een triest record in de Europese Unie. Vooral Wallonië en Brussel scoren erg slecht op dit punt. In Vlaanderen zit twee op drie werkloze huishoudens met kinderen onder de armoedegrens. En 63 procent van de armen tussen 18 en 65 jaar is ‘niet te activeren’. De reden? Ze zijn al aan het werk, te jong, te oud, met pensioen, ziek, invalide of bezig met een opleiding. De VDAB zal alle zeilen moeten bijzetten om de kansen van de kwetsbaarste groepen op de arbeidsmarkt te ondersteunen.
Sociale woningen Dat de Belg een baksteen in de maag heeft, is algemeen bekend. Drie op vier Vlaamse gezinnen is eigenaar van zijn woning. Maar niet iedereen kan een eigen woning kopen of bouwen. In Vlaanderen staan bijna 76.000 gezinnen aan te schuiven voor een sociale woning. Gemiddeld moet je nu 2 jaar en 4 maanden wachten op zo’n woning. Vlaanderen denkt tussen 2009 en 2020 zo’n 43.000 sociale huurwoningen en 21.000 sociale koopwoningen te creëren. Afwachten of die ambitie ook werkelijkheid wordt. De hoog oplopende energierekeningen eisen vooral bij de lagere inkomens een hoge tol. In 2007 leidden betalingsproblemen ertoe dat bij bijna 13.000 gezinnen in Vlaanderen een ‘budgetmeter’ geplaatst werd. Ruim 1.000 gezinnen werden afgesloten van het stroomnet. Meer dan 1.200 gezinnen werden zonder aardgas gezet. En die trend lijkt aan te houden. Bij de diverse overheden groeide het besef dat
er nood is aan een serieus beleid ter bestrijding van armoede. Maar op het niveau van steden en gemeenten ontbreekt het aan een visie en een strategie op dit vlak, constateren de researchers van de UA. Onderwerpen als diversiteit, leefbaarheid en duurzame ontwikkeling liggen op dat niveau beter in de markt. Er is wel een Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAP), maar ook daar gaat het om beleidsmaatregelen die te weinig steunen op een samenhangende visie, luidt de kritiek. n
“Niets doen tegen armoede is institutionele kindermishandeling” “Niet optreden tegen armoede in de samenleving is een vorm van institutionele kindermishandeling.” Een stevige uitspraak van dr. Peter Adriaenssens bij de voorstelling van het 17de Jaarboek armoede en sociale uitsluiting. “Veel kinderen die in armoede leven starten in het onderwijs met een tekort aan ontwikkeling op het vlak van taal, emoties en leerbaarheid”, stelt de bekende kinderpsychiater. Voor een kind 6 jaar oud is, hebben de hersenen het grootste vermogen om zich aan te passen, weet Adriaenssens. “Als je je baby veel knuffelt, aanspreekt en aankijkt, zal dat de ontwikkeling van het kind gunstig beïnvloeden. Ouders die het daar moeilijk mee hebben, horen begeleiding en ondersteuning te krijgen. Alle ouders hebben recht op opvoedingsondersteuning op een zeer elementair niveau. Eenvoudigweg omdat elke baby belangrijk is.”
Warme band Niet alle ouders beseffen even goed wat er zich allemaal afspeelt tussen hen en hun kinderen. “Veel mensen in armoede hebben nood aan steun van wijze mensen”, stelt Adriaenssens. “Als er een warme band met de ouders groeit, leren kinderen makkelijker om te gaan met stress-situaties.” “Armoede hoeft op zich niet schadelijk te zijn voor kinderen. Maar armoede vormt wel het kader voor een geheel van stressgebonden factoren. Als we vechten tegen armoede en sociale uitsluiting, doen we iets aan de primaire bescherming van de ontwikkeling van kinderen.” Volgens Adriaenssens leidt armoede tot het ‘verlies van competenties van medeburgers’. “Zo halen we nooit met zijn allen de eindmeet. En daar betalen we als samenleving uiteindelijk een prijs voor.”
JANUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 19
OR-JAN09.indd 19
12-01-2009 11:57:54
(F[PDIU . 7 .&5 (&-*+,& -00/ &/ "3#&*%470038""3%&/
Diane Pardon
De loonkloof tussen mannen en vrouwen is geleidelijk aan het verkleinen. Maar ze bedraagt toch nog altijd 22 procent, in het nadeel van de vrouwen. Een groot deel van de loonkloof is rationeel te verklaren. Wat niet betekent dat het verschil daarom maar moet worden aanvaard. Het ACV zoekt al langer naar manieren om de loonongelijkheid aan te pakken.
BD
W
CF
S
POMJOF
inds enkele jaren organiseert het ACV in december een studiedag over loonongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Een rechtstreeks gevolg van de beslissing van de vakbond om de loonkloof grondiger te onderzoeken en te analyseren. Het ACV wil de loonongelijkheid tegengaan en het thema zowel op de vakbondsagenda als op de agenda van het sociaal overleg krijgen. Tussen 2005 en 2008 onderzochten het ACV en het Hoger Instituut van de Arbeid (HIVA) samen hoe de loonkloof tussen mannen en vrouwen kan worden aangepakt. Ze verzamelden informatie over lonen en arbeidsomstandigheden via de website www.vrouwenloonwijzer.be. Op basis van de ingezamelde informatie ging het HIVA na hoe groot de loonkoof is en hoe ze te verklaren is. Ook de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO), het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen en een onderzoeker als Luc Sels (KU Leuven) deden op dit gebied onderzoek. Hun research wees op een loonkloof van zo’n 25 procent. Het gemiddeld maandloon van een vrouw ligt dus een kwart lager dan dat van een man. Als een man 100 euro per maand verdient, incasseert een vrouw maar 75 euro. Maar er is dus wel hoop: gaandeweg wordt de kloof kleiner. Momenteel zou ze nog zo’n 22 procent bedragen.
De loonkloof verklaard Loonongelijkheid m/v in de praktijk Dat vrouwen minder loon krijgen dan mannen is algemeen bekend. Maar er doet veel onzin de ronde over de loonkloof. Er zijn veel misverstanden, en er is ook onbegrip. Het ACV en het HIVA trachten in de brochure ‘De loonkloof verklaard. Loonongelijkheid m/v in de praktijk’ de kloof te verklaren. De brochure geeft niet alleen verklaringen, maar biedt ook oplossingen. Ze legt uit wat vakbondsafgevaardigden kunnen doen om de loonkloof te dichten. In de publicatie vertellen ACV-afgevaardigden hoe zij het probleem in hun onderneming aanpakten. Je kan de brochure krijgen bij je ACV-verbond of downloaden op www.vrouwenloonwijzer.be. Via de ‘loonkloofdetector’ op die website kan je ook snel uitvissen hoe het met de loonkloof in jouw onderneming is gesteld.
20 ons recht | 113de jaargang | januari 2009
OR-JAN09.indd 20
12-01-2009 11:57:56
Loonsverschillen
Loonkloof tussen mannen en vrouwen wordt gaandeweg kleiner Grotendeels verklaarbaar, maar daarom nog niet aanvaardbaar
Groter in jaarloon Hoe langer de periode waarop het loonverschil wordt berekend, des te groter blijkt de loonkloof. Zo is de ‘genderloonkloof’ berekend op basis van het maandloon groter dan die berekend op basis van het uurloon: 24 tegenover 17 procent. Vrouwen werken vaker deeltijds en presteren zo minder uren per week en per maand. Dat vormt een belangrijke verklaring voor de kloof op maandbasis. De kloof wordt nog breder als we het brutojaarloon als basis voor de berekening nemen (28 procent). De grotere afwijking in jaarloon is toe te schrijven aan verschillen op het vlak van eenmalige en periodieke premies, dubbel vakantiegeld en andere vergoedingen die op de jaarlijkse loonfiche bij het bruto belastbaar jaarloon worden verrekend. Je vindt in verhouding meer mannen dan vrouwen in sectoren en functies waar zulke extra vergoedingen het meest voorkomen. Als je nog langere periodes bekijkt (bijvoorbeeld een gemiddelde loopbaan van 40 jaar), wordt de loonkloof nog wijder. Vrouwen onderbreken namelijk vaker dan mannen hun loopbaan. Dat hangt samen met zwangerschappen, tijdskrediet en diverse vormen van thematisch verlof. Vermits werknemers hun pensioenrechten opbouwen tijdens hun loopbaan, houdt de ongelijkheid niet op wanneer mensen met pensioen gaan.
Minstens 80% verklaarbaar Een belangrijk deel van de loonkloof hangt samen met voor de hand liggende factoren. Vrouwen werken in andere sectoren en andere functies dan mannen. En ze behoren minder vaak dan mannen tot het topkader van bedrijven. Vrouwen werken ook meer deeltijds en maken meer gebruik van tijdskrediet en thematische verloven. Ze hechten meer belang dan mannen aan niet-financiële voordelen of aspecten van hun job. Vrouwen willen zich graag goed voelen in hun baan. Ze letten meer op het aantal mogelijke vakantiedagen en op de mogelijkheden om werk en gezin te combineren. Maar de allerbelangrijkste reden voor het loonverschil tussen mannen en vrouwen is deze: mannen hebben veel vaker jobs met een hoger brutomaandloon. Wie mannen en vrouwen in gelijkaardige functies met elkaar vergelijkt, houdt een loonverschil van 11 procent over. Als je ook rekening houdt met per-
soonskenmerken, de loopbaan, het bedrijf en de sector, dan krimpt het loonverschil tot zo’n 6 procent. Uiteraard is een ‘verklaarde’ of ‘gecorrigeerde’ loonkloof niet per definitie een aanvaardbare loonkloof. Is het rechtvaardig dat sectoren met veel vrouwen minder loon uitbetalen? Dat glazen plafonds verhinderen dat vrouwen doorgroeien naar de hogere echelons in het bedrijf? Dat een loopbaanonderbreking resulteert in een loonstraf? Of dat vrouwen vaker werken in bedrijven waar geen vakbond actief is en waar lagere lonen gelden?
Sociale partners in actie In het interprofessioneel akkoord van 20072008 beloofden de sociale partners in de bedrijfstakken acties te ondernemen om de verschillen tussen de gemiddelde lonen van mannen en vrouwen weg te werken. In sectoren en ondernemingen die nog geen acties ondernamen, zouden ze ‘de loonclassificaties toetsen aan de verplichting tot genderneutraliteit en in voorkomend geval de nodige correcties aanbrengen’. De cao 25 ter gaat over de gelijke behandeling van mannelijke en vrouwelijke werknemers. Deze cao kwam op 9 juli 2008 tot stand in de Nationale Arbeidsraad. Artikel 3 uit de cao zegt dat ‘de gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers moet worden verzekerd voor alle elementen en voorwaarden van het loon, met inbegrip van de systemen van functiewaardering’. Het systeem van functiewaardering en de daarin gebruikte criteria, de weging van die criteria en het systeem van omzetting van functiepunten in loonpunten moeten op zichzelf ook worden getoetst aan de eis van genderneutraliteit. Een instrument dat hierbij kan helpen is de ‘checklist sekseneutraliteit bij functiewaardering en –classificatie’. Deze checklist kwam er op vraag van de vorige federale minister van Werk, Peter Van Velthoven. De sociale partners en het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen werkten eraan mee. Je kan de checklist downloaden via www.meta.fgov.be of www.igvm.be. Op die websites vind je ook meer toelichting en uitleg bij de vragen die worden gesteld.
Maand van gelijk loon Het ACV maakt van maart 2009 ‘de maand van het gelijke loon’. Bedoeling is in die
maand werknemers te sensibiliseren rond de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen en de kennis van vakbondsafgevaardigden over de loonkloof te vergroten. De afgevaardigden krijgen de vraag om in maart het probleem van de loonkloof aan te kaarten in de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk. Het ACV zet zijn boodschap kracht bij via affiches, een folder, de website vrouwenloonwijzer.be, de brochure ‘De loonkloof verklaard’ en ander materiaal. n
Werkgevers houden van deeltijdse jobs Waarom is er almaar meer deeltijds werk? Niet zozeer omdat vrouwen steeds vaker een parttimejob willen. Wel omdat werkgevers massaal aandringen op meer flexibiliteit, met name in bedrijfstakken waarin veel vrouwen aan de slag zijn. Zowel in de distributie als in de non-profit gebruiken werkgevers wat graag tijdelijke en deeltijdse contracten om hun winkels open te houden en hun diensten te verstrekken. Voor en na de openingsuren is er ook werk te doen. Werkgevers willen ook kunnen inspelen op een onverwachte toestroom van klanten. Formules van tijdelijk of deeltijds werk geven de werkgevers heel wat voordelen: ze hebben meer handen om het werk te verrichten en kunnen werken met minimumprestaties van 3 tot 4 uur en overlappende uurroosters. Ook hebben ze zo werknemers die bereid zijn meer uren te presteren zonder dat daarvoor een overurentoeslag moet worden uitbetaald. Deeltijds werk is ook goedkoper dan voltijdse arbeid. Zo kost 1 uur deeltijds werk in de kleinhandel 20 euro, terwijl een uur voltijdse arbeid 21,30 euro kost. Voor de werknemers zijn er heel wat nadelen verbonden aan tijdelijke of deeltijdse jobs. Ze moeten meer beschikbaar zijn, hebben niet altijd een goed zicht op de uurroosters en krijgen lage basislonen. En er zijn nog meer nadelen: een toenemende werken inkomensonzekerheid, stress tijdens de werkuren en problemen om werk, gezin en vrije tijd in balans te houden.
JANUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 21
OR-JAN09.indd 21
12-01-2009 11:57:57
anpcb
Indexverhoging van 4,51 procent in ANPCB - paritair comité 218 Hugo Vander Elst
De LBC-NVK kreeg in de voorbije maanden heel wat e-mails en telefoontjes van verontruste leden uit het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor Bedienden (ANPCB), zeg maar paritair comité 218. De lonen van de ambtenaren werden al twee keer aangepast. “Waar blijft onze indexverhoging?”, vroegen de leden. “Waarom gebeurt er niks in het ANPCB?”
voorbije jaar veel ongenoegen, wat te begrijpen valt. Maar de vakbonden aanvaardden dit systeem na moeizame onderhandelingen, om erger te voorkomen. De werk-
gevers probeerden namelijk een ‘all-in’-formule af te dwingen, waardoor de groei van lonen en de indexverhogingen zouden worden afgetopt.
Ook in 2007 liepen de onderhandelingen een hele tijd vast op de all-in-formule. De bonden gingen niet mee in het verhaal van de werkgevers, die de loongroei voor 2007-2008 wilden beperken tot pakweg 5 procent. Anders zou je in januari 2009 ongeveer 2 procent minder indexverhoging opstrijken.
Rekensom
© foto: photo news
Het ANPCB is bevoegd voor 400.000 bedienden uit de groothandel, de informatie- en communicatietechnologie (ICT), de bouw en andere bedrijfstakken. Tot in 2005 werden de lonen met 2 procent opgetrokken, telkens wanneer de prijzen met 2 procent waren gestegen. In 2006 kwam er een periodieke indexering. Sindsdien worden de lonen elk jaar op 1 januari geïndexeerd. De jaarindexering wekte in het
Een kleine rekensom. De cao sprak van een loonsverhoging van 18 euro op 1 januari 2008. Tel daarbij de indexeringen op 1 januari 2008 (1,82%) en 1 januari 2009 (4,51%), en je komt aan een loongroei die de 5 procent ruim overschrijdt. Het zijn woelige tijden. Bedrijven maken enorme winsten en doen overnames terwijl andere firma’s kapot gaan omdat de koopkracht ineenstuikt. Een stabielere koopkracht is meer dan ooit nodig. De LBC-NVK maakt een vuist voor de koopkracht, ook in het ANPCB. Jouw mening, inbreng en lidmaatschap zijn dus belangrijk. n
LBC-NVK geeft onderhandelingen bij Avaya nog alle kansen Leverancier van callcenters denkt 65 jobs te schrappen Denis Bouwen
Bij Avaya België in Sint-Agatha-Berchem dreigt bijna de helft van alle banen te verdwijnen. De directie mikt op een collectief ontslag van 65 van de 150 bedienden en kaderleden. “We zitten nog volop in de informatiefase”, vertelt LBCNVK-militant Jozef Thys. “Momenteel willen we de onderhandelingen met de directie nog alle kansen geven. Als we er niet uit geraken, dringen zich mogelijk acties op.”
T
hys is secretaris van de ondernemingsraad bij Avaya België. Hij is ook lid van de Europese ondernemingsraad van Avaya. Avaya, met hoofdkantoor in het Amerikaanse Basking Ridge (New Jersey), is een leverancier van callcenters en telefonieoplossingen. In 2007 werd de Avaya-groep overgenomen door de Amerikaanse investeerders Silver Lake en TPG Capital. Avaya België draaide in dat jaar een omzet van 31,5 miljoen euro. Bekende klanten zijn onder meer KBC, ING, Belgacom en Deutsche Bank. Volgens de bonden wil Avaya België zich ontdoen van de divisie Tenovis – die eerder werd overgenomen van Bosch - en bepaalde producten. In het kader van de
Renault-wet loopt momenteel de informatiefase. “Die fase zal nog zeker tot eind januari duren”, zegt Jozef Thys. “Pas daarna zijn we aan onderhandelingen toe.”
Investeerders Avaya wil zich volgens Thys concentreren op grote klanten en andere activiteiten toevertrouwen aan partners. “Het management zegt dat een reorganisatie nodig is op grond van de wereldwijde economische crisis. Bedoeling is ook de winstgevendheid te verhogen. Onze aandeelhouders zijn twee investeringsmaatschappijen, en die zijn er vooral op uit om zoveel mogelijk te verdienen aan hun investering.”
“Er staan nu 65 jobs op de tocht”, aldus Thys. “Of de betrokken werknemers bij een partner aan de slag kunnen, valt nog af te wachten. Dat is nog verre van duidelijk. Avaya is alleszins naar een of meerdere partners aan het zoeken voor de activiteiten die het wil afstoten.” De bediendevakbonden willen de onderhandelingen met de directie een eerlijke kans geven. “Wij willen zo min mogelijk jobs verliezen, terwijl de directie vooral naar de winstgevendheid kijkt. Hopelijk lukt het tot een compromis te komen. Als we geen eensgezindheid over de reorganisatie kunnen bereiken, zullen we gedwongen worden acties te overwegen.” n
22 ons recht | 113de jaargang | januari 2009
OR-JAN09.indd 22
12-01-2009 11:58:00
alcohol en drugs
Cao schetst kader voor beleid rond alcohol en drugs Ook occasioneel gebruik kan probleem zijn
D
ONS RECHT:
Wat betekent dat con-
creet? “Het gaat dus niet alleen om iemand die elke dag zwaar beschonken aan zijn bureau zit. Ook occasioneel gebruik kan een probleem zijn. Als je ’s avonds stevig op stap bent geweest en je komt de volgende ochtend na een paar uurtjes slapen aan op je werk, ben je misschien niet meer dronken, maar toch kan je werk nog lijden onder wat je de vorige nacht uitspookte. Een ander voorbeeld. Iemand drinkt ’s middags even op café een paar pintjes; nadien komt die niet laveloos aan op het werk, maar hij kan wel meer dan 0,2 promille in zijn bloed hebben. En vanaf dat alcoholgehalte is er een effect op je gedrag.”
Marie-Claire Lambrechts:
gedaan. Er wordt wel eens vermoed dat het probleem groter is in de transportsector. Maar dat werd nooit echt aangetoond. Wel zijn er factoren die het risico verhogen. Zo is de beschikbaarheid van alcohol een belangrijke factor. Ook het gebrek aan controle speelt een rol. Als een chef je de hele dag op de vingers kijkt, heb je minder kans om alcohol of drugs te gebruiken.”
Jan Deceunynck
Alcohol op het werk is meer dan een collega met een stiekeme fles jenever, ergens in een diepe schuif verstopt. Het gebruik van alcohol heeft op een veel ruimere schaal gevolgen op je werk. Daarom sleutelden werkgevers en werknemers aan een cao over hoe je op de werkvloer moet omgaan met alcohol en drugs. met veiligheidsjobs kan ik me voorstellen dat de limiet strenger is dan voor anderen. Net als voor mensen met een vertegenwoordigende functie. Als ik met de bank ga praten over mijn spaargeld, babbel ik liever niet met iemand die naar alcohol ruikt. En daarvoor hoeft hij niet meer dan één pintje te hebben gedronken.” ONS RECHT:
Wat zegt de cao daar-
over? “De cao zit nog in de ontwerpfase. Er is een unaniem advies over de tekst, maar hij is nog niet getekend. Na goedkeuring zal de cao werkgevers verplichten om na te denken over het thema en een beleid uit te werken op maat van de onderneming. De cao is een raamwerk dat ze zelf verder moeten invullen. Het is alvast goed dat ze verplicht worden erover na te
Marie-Claire Lambrechts: ONS RECHT:
Pleit de cao dan voor
nultolerantie? Marie-Claire Lambrechts: “Zeker niet per definitie. Zoiets kan wel afgesproken worden in individuele bedrijven. Alcohol hoeft geen probleem te zijn. Maar de cao pleit ervoor dat elke onderneming nagaat hoe op de werkvloer wordt omgesprongen met alcohol. Dat kan verschillen. Voor mensen
“VAD heeft al veel ervaring met het thema. Hoe kan je deze kwestie concreet aanpakken? Marie-Claire Lambrechts: “Vier factoren zijn van belang. Eén factor is de regelgeving. En daar blijven de meeste bedrijven ook steken. Zo gaan ze voorbij aan preventieve aspecten. Wij pleiten voor een combinatie van voorlichting en vorming, procedures, hulpverlening en regels. Voorlichting is voor iedereen van belang, vorming is specifieker voor mensen die een actieve rol kunnen spelen in het beheersen van het probleem. In duidelijke procedures moet een bedrijf bepalen wie wat doet als iemand dronken arriveert of minder goed functioneert als gevolg van alcohol of drugs. Je mag ook niet vergeten dat iemand met een alcoholprobleem hulp nodig heeft. Op dat punt kunnen de bedrijfsarts of externe hulpverleners een rol spelen.” ONS RECHT:
denken. Vaak zien we dat bedrijven pas beginnen na te denken op het moment dat er zich een incident voordoet. Zo herinner ik me een bedrijf waar iemand zich na een nieuwjaarsfeest op het bedrijf dood reed op weg naar huis. Dat overlijden was in de eerste plaats heel erg voor de nabestaanden, maar qua aansprakelijkheid ook voor de onderneming. Alcohol en drugs zijn dus een belangrijk thema voor werkgever én werknemer. En voorkomen is beter dan genezen. Dat is toch ook zo voor andere preventiemaatregelen? Een bedrijf wacht toch niet op ongevallen om een veiligheidsplan te maken?” ONS RECHT: Zijn er beroepen of sectoren die gevoeliger zijn voor het probleem dan andere? M a r i e- C l a i re L a mbrechts :
© foto: daniël rys
e vereniging voor Alcoholen andere Drugproblemen (vzw VAD) werd bij de voorbereiding van de cao betrokken. Ons Recht peilde bij Marie-Claire Lambrechts van VAD naar de ambities van de cao. “Vaak wordt gedacht dat er alleen problemen zijn met zware verslaafden of mensen die drinken tijdens de werkuren. Maar dat is maar een klein facet van een groter verhaal. De nieuwe cao vertrekt van de gedachte dat het gebruik van alcohol en andere drugs op het werk, maar ook daarbuiten, gevolgen kan hebben op de manier waarop werknemers functioneren.”
ONS RECHT: Wat kan de rol van de vakbonden zijn? Marie-Claire Lambrechts: “Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) of de Ondernemingsraad bepalen mee het alcohol- en drugsbeleid in een onderneming. De werknemervertegenwoordigers kunnen mee zorgen voor een draagvlak voor het beleid. Anders wordt het een maat voor niets. En dat zou jammer zijn.” n
“Daar is weinig onderzoek naar JANUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 23
OR-JAN09.indd 23
12-01-2009 11:58:01
mediasector Jan Deceunynck
We hebben het een paar keer moeten herlezen toen we het op 9 december 2008 in een internetkrant zagen staan: de freelancemedewerkers van de Coreliokranten (De Standaard en Het Nieuwsblad) waren in staking. Zelfstandigen die staken, dat hadden we nog niet gezien…
D
e redenen waren dan ook niet minnetjes. De fotojournalisten – die de protestactie in gang hadden gezet – werden bedankt voor bewezen diensten of zagen de vergoeding voor hun werk met de helft verminderd. De vergoeding per foto van om en bij de 31 euro werd teruggeschroefd naar 16 euro, het bedrag dat ze voor datzelfde werk kregen in 1989. De schrijvende freelancers – die ook al geruime tijd ontstemd waren over de schabouwelijke vergoeding voor hun werk – volgden al snel
Het rommelt in de media Personeel en freelancers luiden samen de alarmbel
het voorbeeld van de fotografen en legden ook het werk neer.
dat de bedrijven wel erg drastische maatregelen nemen om een conjunctureel mindere periode op te vangen, terwijl ze door de winsten van de voorbije jaren genoeg buffers hadden kunnen opbouwen. Vanuit verschillende hoeken kwamen bezorgde spelers uit de sector samen in het Mediaplatform van de VVJ (de Vlaamse vereniging van beroepsjournalisten, nvdr) en de vakbonden. “Het platform brengt mensen samen van verschillende rangen en standen”, legt LBCNVK- vakbondssecretaris Lode Verschingel uit. “We werken er samen met vertegenwoordigers van de beroepsjournalisten, de freelancers en de vakbonden uit de privé-sector en de openbare sector. Die samenwerking verloopt dan nog eens over de taalgrenzen heen. Zo’n breed platform is uniek in het sociaal overleg.”
Ruimere protestbeweging De acties passen in een ruimere protestbeweging in de Vlaamse media. Honderden jobs zijn bedreigd. Bij de openbare omroep VRT moeten 150 mensen weg, bij Corelio 60 en bij De Morgen nog eens 26. De kwetsbare freelancers, die vaak zonder enige vorm van contract of bescherming exclusief verbonden zijn aan één werkgever, komen daar nog eens bovenop. En ook de overblijvers hebben weinig reden tot juichen. De werkdruk verhoogt en door de saneringen wordt het moeilijk om nog kwaliteit te kunnen leveren. Bovendien leeft het gevoel
Eisen Het Mediaplatform stelde een stevig eisenbundel samen om de malaise in de mediasector aan te pakken. Een eerste eis betreft een volledig overzicht van de financieel-economische situatie in de sector. Hoe zit het met de kosten en opbrengsten? Ook op sociaal vlak wil het platform duidelijke cijfers krijgen over het aantal contractuele en zelfstandige medewerkers. Op dit moment worden de aangekondigde maatregelen ingegeven door nattevingerwerk en paniekvoetbal. Het platform eist dat de tewerkstelling niet krimpt. De aangekondigde ontslagen en afvloeiingsoperaties moeten worden ingetrokken. Specifieke, bedreigde groepen (freelancers, persfotografen, vijftigplussers) moeten meer jobzekerheid krijgen. Ook de werkdruk mag niet verder stijgen.
© foto: daniël rys
Redactiestatuten Een ander thema dat het platform op de agenda zet is de autonomie en onafhankelijkheid van de redacties. Duidelijke redactiestatuten zijn nodig om de nieuwskwaliteit in Vlaanderen te garanderen. De eisen zijn in eerste plaats gericht aan de mediadirecties, maar ze werden ook bezorgd aan de Vlaamse overheid. Die ondersteunt de Vlaamse mediawereld. Het Mediaplatform suggereert om verdere steun te koppelen aan voorwaarden die de nieuwskwaliteit en de persvrijheid in België verder moeten waarborgen. Minister-president Kris Peeters, ook bevoegd voor mediabeleid, wil begin 2009 een forum organiseren over de toekomst van de Vlaamse pers, met alle betrokkenen. De voorstellen van het platform van de VVJ en de bonden heeft hij al meteen op zak. n
24 ons recht | 113de jaargang | januari 2009
OR-JAN09.indd 24
12-01-2009 11:58:03
in de maRge
de lezeR schRijft Lezersbrieven dienen te worden gestuurd aan: redactie Ons recht Sudermanstraat 5 • 2000 antwerpen lbc-nvk.persdienst@acv-csc.be Anonieme brieven worden niet gepubliceerd. Naam en adres van de steller moeten ons bekend zijn. De brieven worden in de regel gepubliceerd met vermelding van de initialen en de woonplaats van de schrijver, hoewel die op uitdrukkelijk verzoek kunnen worden weggelaten. De redactie behoudt zich het recht voor, te lange lezersbrieven eventueel in te korten zonder aan de essentie ervan te raken. De publicatie van lezersbrieven betekent niet dat de redactie in alle opzichten akkoord gaat met de inhoud ervan.
stAAtsherVormInG r.l.-lAUwe
Ik las met aandacht de recente artikels over de staatshervorming en de reacties van lezers hierop. Hoewel ik een Vlaming ben, kan ik niet zomaar aanvaarden wat H.D.V. uit Sinaai schrijft. Deze lezer zegt dat een minderheid de wil van een meerderheid blokkeert. Met dit soort democratie moeten wij Vlamingen opletten, want als alleen de wil van de meerderheid geldt, dan is Brussel en omgeving morgen Franstalig: 80 procent van de inwoners daar is Franstalig. Men kan daar geen andere democratie toepassen dan deze die H.D.V. wil doen gelden. Laten we liever verdraagzaam zijn en zoeken naar een oplossing die voor alle Belgen aanvaardbaar is. Brussel is een steeds weerkerend probleem en de faciliteiten bieden geen oplossing. Brussel als een volledig tweetalige regio erkennen zou vele problemen voor altijd oplossen. Ruzie maken bracht nog nooit aan iemand baat. Zoeken naar consensus en een beetje solidariteit is op termijn zeker de beste oplossing. In grensstreken begrijpen mensen zoiets veel beter omdat ze uit ondervinding weten dat elkaar proberen te begrijpen en desnoods te helpen op langere termijn het verstandigste is.
cArreFoUr p.t. - VosselAAr
Uit de lezersbrieven in Ons Recht van december 2008 leid ik af dat de recente vakbondsacties bij Carrefour meneer of mevrouw G.P. uit Halen flink storen. Mag ik daaruit concluderen dat het voor hem of haar geen probleem is om vanaf morgen te gaan werken tegen 80 procent van het huidige loon? Je mag blij zijn dat je werk hebt, en tenslotte ben je nog altijd beter af dan bij de hypermarkt ‘Blauwe Toren’ in Brugge, want daar dreigden ze 30 procent in te leveren. Volgens mij zijn de meeste werknemers best wel betrokken bij de onderneming waar ze werken, en zijn ze ook bereid een beetje in te leveren wanneer het voortbestaan van het bedrijf op het spel staat. Bij Carrefour is het geen kwestie van overleven, daar gaat het om een tegenvallend rendement van de overgenomen hypermarkten. Mensen die sterk staan op de arbeidsmarkt willen het belang van ‘de vrije wil’ bij het afsluiten van een arbeidsovereenkomst nog wel eens overdrijven. De werknemers bij Carrefour kunnen individueel niet veel eisen. Met een beetje sociaal engagement en solidariteit van ons allemaal daarentegen valt er wel iets te bereiken.
erratum eindejaarspremie In ons decembernummer slopen er enkele foutjes in de tabel met de eindejaarspremies, meer bepaald bij de nonprofitsector. Dit is de juiste informatie. In de paritaire comités 319.01 (opvoedingssector), 318 (gezinszorg), 331 (Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, bijvoorbeeld kinderopvang en geestelijke gezondheidszorg) geldt het algemeen principe dat de premie bestaat uit drie delen: - een jaarlijks geïndexeerd vast bedrag. In 2008 is dit 530,85 euro; - een onveranderlijk deel van 55,08 euro; - 3,10 procent van de jaarwedde. Het jaarloon is het brutomaandloon van oktober, inclusief haard- of stand-
plaatsvergoeding maar zonder andere premies, vermenigvuldigd met twaalf. In PC 318 (gezinszorg) geldt een aparte regeling voor werknemers dienstencheques: - variabel gedeelte: 2,5 procent van de brutojaarwedde; brutojaarwedde = brutoloon maand oktober inclusief haard- of standplaatstoelage x 12; - vast geïndexeerd gedeelte van 305,25 euro; - vast niet-geïndexeerd gedeelte van 55,08 euro. Voor de PC’s 319, 330 en 331 geldt: in dienst van 1 januari 2008 tot 30 september 2008 maar proportioneel als men minder gewerkt heeft.
echte wetgevende macht graag wF
De politiek heeft recht op meer dan een ‘in de marge’-beschouwing. Dat geldt zowel voor het nationale als voor het internationale niveau. Maar ook als het om de politiek gaat, moeten eervolle vermeldingen verdiend worden. Het weinig inspirerende spektakel dat de federale regering en het parlement in de donkere dagen voor Kerstmis opvoerde, verdient misschien enkel een marginale vermelding. De scheiding der (drie) machten, de ‘trias politica’, bleek plots gereduceerd tot een tweemachtenverhaal. Het leek nog enkel over de juridische macht en de uitvoerende macht - de regering - te gaan. De wetgevende macht, het parlement dus, stond erbij en keek ernaar. Zo ook met de nieuwe regering: zij oordeelde dat geen parlementaire maar een technische onderzoekscommissie de politiek-juridische fortisinterventies zal analyseren. Ook hier ringeloorde het parlement zichzelf tot amper een derde machtje. in een parlementaire democratie voert de regering uit wat het parlement beslist, en niet omgekeerd. Dat betekent, toegepast op het migratiedossier, dat een zichzelf respecterend parlement mevrouw turtelboom een enkele rit naar het Puurse thuisland geeft of oplegt wat ze wel dient te doen en dus uit te voeren. Daarover is, zo vrezen we, die laatste dagen bij de doorstart van de nieuwe regering met geen woord gerept. Ook Annemie turtelboom werd met glans en glitter en glunderend opnieuw benoemd tot minister van Asiel en Migratie. Ze verklaarde onder ede de wetten van het Belgisch volk uit te voeren… welaan parlementairen in het halfrond: maak die wet dan zelf. wie nog langer wacht op turtelbooms initiatief, vraagt om een klacht wegens schuldig verzuim ten aanzien van mensen in nood. in het privaatrecht is zoiets strafbaar. Sinds Annemie turtelboom aantrad als minister van Asiel en Migratie, voerde ze nog geen letter uit van wat er in het regeerakkoord stond. toch blijft ze onbekommerd op haar stoel zitten. Parlementsleden, hoe verzuimend zijn jullie ten aanzien van deze onkundige en hardvochtig onwillige minister? De website van mevrouw turtelboom vermeldde op 3 januari 2009 vier belangrijke wetenswaardigheden. De regeringsverklaring, waarin de woorden asiel of migratie met geen vergrootglas of geavanceerde zoekmachine terug te vinden zijn; een uitnodiging voor een nieuwjaarsbrunch in PuursBreendonk op 25 januari (om 9.00u); het feit dat Annemie minister blijft; en het ontwerp en de verkoop van een jasje van ontwerper gunhyo Kin voor ‘Music for Life’, op verzoek van de minister. Asielzoekers surfen waarschijnlijk weinig op de site van deze Klein-Brabantse politica. Ze mogen best weten dat ze even weinig digitale als menselijke aandacht krijgen van de bewindsvrouw die voor hen bevoegd is. Maar dat vermoedden ze natuurlijk ook zonder de door ons geciteerde bloemlezing. we herhalen onze vraag: parlementairen, forceer deze minister tot daden die asielzoekers helpen en leg zelf een wetsvoorstel neer. Zij die op 14 december 2008 in Antwerpen op de manifestatie ‘Belofte maakt schuld’ aanwezig waren, beschouwen we als eerste gegadigden. Ook hun acties zullen we op de voet volgen.
JAnUArI 2009 | 113de jaargang | ons recht 25
OR-JAN09.indd 25
12-01-2009 11:58:05
film
Revolutionary Road kArIn seBerechts
Voor het eerst sinds het zinken van de Titanic is Hollywoods droompaar Leonardo DiCaprio en Kate Winslet weer samen te zien. En spatten er opnieuw vonkjes van het scherm. Maar u weze gewaarschuwd: het zijn geen gensters van geluk.
D
iCaprio en Winslet verzeilen als echtpaar Frank en April Wheeler met hun kroost in een nette buitenwijk in Connecticut. “Kijk nou toch eens hoe knus dat witte huisje op dat hellinkje staat!”, kwettert de lokale weetal hen olijk toe. “En je zit hier op Revolutionary Road gelukkig een eindje af van de loodgieters en ander werkvolk”. Met hun stadse maniertjes en hun
sexy uitstraling loopt het stel in de ingedommelde ‘suburbs’ van de jaren vijftig moeiteloos in de kijker. Misschien daarom dat Frank en April zich al snel een maatje te groot wanen voor de duffe goegemeente die zonder morren conventioneel en oersaai zit te wezen. De Wheelers zullen zich niet zomaar laten inlijven door de ‘uitzichtloze leegheid’ van het burgerlijk bestaan. Parijs ligt op hen te wachten! En wie weet wat nog meer. Maar na een tijdje begint het te dagen dat hun beentjes te kort zijn om grote stappen te zetten in het leven. Dat ze eigenlijk in niets verschillen van hun brave tegenvoeters. Sam Mendes filmt dit tragisch ontwaken uit een illusie als een bikkelharde les in nederigheid. Revolutionary Road laat nauwelijks een spaander heel van zijn mooie, maar falende hoofdvertolkers. Het is schoorvoetend binnendringen in dit kil afstande-
lijke zedendrama dat zijn spelers zo meedogenloos een spiegel voorhoudt. Mendes doet er ook alles aan om de intussen wat afgezaagde ontmaskering van de belegen jaren ‘50 steriel en beklemmend in beeld te brengen. En toch groeit er gaandeweg affectie voor deze echtgenoten die wel de wil maar niet de wapens hebben om tegen middelmatigheid in het verweer te komen. Het lijken, als je goed kijkt, wel men-
Weinig regisseurs scheuren zo memorabel de filmgeschiedenis in als destijds Danny Boyle met zijn briljante, onbehouwen prent Trainspotting. Sindsdien leverde de man uit Manchester nog een aantal behoorlijke, innemende films af, die hoe dan ook in de schaduw van zijn hyperkinetische drugssaga bleven. Het zou mij niet verbazen als daar binnenkort verandering in zou komen.
S
lumdog Millionaire barst namelijk kleurrijk en fel de zaal in met de brute arrestatie van de 17-jarige Jamal Malik. De theejongen uit de sloppenwijken van Mumbai heeft zichzelf in het tv-
spel ‘Who wants to be a Millionaire’ tot op één vraag van de grote pot van 20 miljoen roepies gequizt. Nooit gezien in de geschiedenis van de format. Het kan dus bijna niet anders of de chaiwallah, zoals hij door de verwaande presentator wordt genoemd, heeft vals gespeeld. Aangepord door het ondertussen populaire ‘waterboarding’ en elektroshocks vertelt Malik hoe het komt dat hij alle antwoorden tot nog toe juist had. En duiken we binnen in het wervelende maar weinig benijdenswaardige bestaan van drie straatkinderen – de drie musketiers! – die tegen het lot opboksen. Het is altijd een beetje wikken en wegen wanneer filmmakers de ellende van de wereld binnensluizen in een film die in de eerste plaats als entertainment is bedoeld. Maar lang zeuren kan je niet over Slumdog Millionaire, dat Mumbais immense bidonvilles als levend decor ‘bezigt’. Daarvoor is deze
Revolutionary Road komt op 21 januari 2009 uit in België.
futiel verzet tegen de ‘uitzichtloze leegheid’ van het bestaan (Leonardo DiCaprio en Kate winslet).
slumdog millionaire kArIn seBerechts
sen van vlees en bloed… Revolutionary Road is een uitmuntend maar korzelig en intriest drama, dat naar mijn gevoel iets té netjes kleurt binnen de lijnen van de gelijknamige roman van Richard Yates uit 1961. De sombere chroniqueur schreef het benauwende conformisme van zijn tijd genadeloos precies neer. Maar in al zijn weerbarstigheid was hij er ook een wat akelige exponent van.
film te bruisend, te hartelijk én te bijdehand in elkaar gestoken. Boyle en zijn Indische co-regisseur Loveleen Tandan smokkelen hun in de sociale realiteit verankerd en in Bollywood-romantiek gedrenkt rags to riches-verhaal zo bloedstollend tussen de almaar ‘duurdere’ vragen, dat je dit alleen op het puntje van je stoel kan uitzitten. “Ik wil geen ernstige, pom-
peuze films maken”, zegt Boyle, “maar films die ja zeggen tegen het leven”. Dat is in het geval van Slumdog Millionaire niets teveel gezegd. Ongelooflijk aanstekelijke soundtrack, perfecte timing, geestige terzijdes, grandioos geregisseerde massascènes en energieke, authentieke vertolkingen van een piepjonge cast (de jongste ‘versie’ van Jamal is zes): het jaar kon veel slechter beginnen. Slumdog Millionaire is vanaf 14 januari 2009 te zien in de Belgische zalen.
wie wordt er multimiljonair? wervelende toer door een mensenleven en door de sloppen van Mumbai.
26 ons recht | 113de jaargang | JAnUArI 2009
OR-JAN09.indd 26
12-01-2009 11:58:07
bOek
niets te vrezen Julian Barnes
GUtenBerG
Het valt niet te bewijzen, maar het zou me niet verbazen dat de Engelse romanschrijver Julian Barnes (Flauberts papegaai, Arthur & George) meteen na het gigantische succes van het grote antiGodboek van zijn landgenoot Richard Dawkins (God als misvatting, 2006) enthousiast naar zijn uitgever zou hebben gebeld. Ik hoor het hem al zeggen: “Zo’n boek kan ik ook schrijven! Wat Dawkins heeft gedaan over God, doe ik over de dood.”
H
et moet zelfs niet eens zo moeilijk voor hem zijn geweest. Barnes is al zijn hele leven lang als de dood voor de dood. Hij leest over de dood, praat met vrienden over de dood en denkt dagelijks na over de dood. ’s Nachts schrikt hij gillend wakker: “Hulp, ik ben 62 jaar. Statistisch heb ik als Britse man nog 11 jaar te leven. Daarna verdwijn ik weer voor eeuwig in het grote niets en komt de verschrikking van het niet-bestaan.” En dan stapt hij uit bed en tikt zijn eerste regel: “Ik geloof niet in God, maar ik mis Hem.”
veel flegma Van dan af schrijft Barnes in Niets te vrezen 255 pagina’s lang zijn doodsangst van zich af. Hij doet dat als een beschaafde, intellectuele Engelsman: met relativerende grapjes, veel flegma en anekdotes over andere artiesten en hoe die omgingen met hun sterfelijkheid. (De componist Ravel dementeerde zo erg dat hij na een muziekopname van één van zijn eigen strijkkwartetten tegen de producer zei: “Dat was heel mooi. Wie was de componist ook weer?”) Barnes heeft zijn boek niet inge-
deeld in hoofdstukken, maar mijmert en badineert al maar door, een beetje zoals het hem uitkomt, met als rode draad de discussies met zijn oudere broer (een filosoof), het levens- (en sterf-) verhaal van zijn lieve vader en zijn kranige moeder en talrijke verwijzingen naar een Franse schrijver die hij bewondert om zijn heldere cynisme en met wie hij zich verwant voelt: de 19de eeuwer Jules Renard. Tussendoor zet hij zijn lezers via goedgekozen citaten aan het denken. Over God bijvoorbeeld, door een uitspraak van de schrijvende Franse broers Goncourt: “Zelfs als er een God zou zijn, legt de verwachting dat Hij ieder mens na zijn dood nog een bestaan verschaft, Hem boekhoudkundig een te grote last op.” En één van de romanschrijver Somerset Maugham: “Alledaagse mensen lijken me niet geschikt voor iets formidabels als het eeuwige leven. Met hun hartstochtjes, hun deugdjes en ondeugdjes passen ze uitstekend in het leven van alledag, maar het begrip onsterfelijkeid is veel te groot voor wezens die in zulke kleine mallen zijn gegoten.” Barnes komt er niet achter of hij banger moet zijn voor de dood zelf dan voor het sterven dat eraan voorafgaat. Hij is nogal fier op een uitspraak uit zijn eerste roman: “Ik zou het totaal geen punt vinden om te sterven, zolang ik daarna maar niet dood was.” Dat komt al behoorlijk dicht in de buurt van Woody Allen (die Barnes niet citeert): “Ik heb niks tegen sterven. Ik wil er alleen niet bij zijn als het gebeurt.”
schrale troost Sussende uitspraken van collega’s nemen zijn doodsangst niet weg. Als Richard Dawkins opmerkt dat ze allebei van geluk mogen spreken, omdat de allermeeste mensen gewoon niet eens geboren worden, schrijft Barnes: “Waarom vind ik dit zo’n schrale troost?” Als Jules Renard schrijft: “Stelt u zich het leven eens voor zonder de
dood. Dagelijks zouden mensen zich proberen van kant te maken, uit wanhoop”, reageert hij: “Ik zie waar je naartoe wilt. Een béétje onsterfelijkheid dan? Een halve? Oké, we maken het af op een kwart.” En als Renard later nog opwerpt: “De dood is zoet. Hij verlost ons van de doodsangst,” schrijft Barnes: “Dat is geen troost, dat is sofisterij.” Hij probeert zich voor te stellen hoe het zal zijn als hij sterft, maar hij heeft zijn collega Arthur Koestler gelezen die beweert dat “iemands ongeloof met betrekking tot de dood groeit naarmate de dood nader komt.” (Freud steunde hem daar trouwens in: “De eigen dood is onvoorstelbaar. Telkens wanneer wij ons een voorstelling ervan proberen te maken, valt het ons op dat wij eigenlijk als toeschouwer aanwezig blijven. Ons onderbewustzijn gedraagt zich als was het onsterfelijk.”) Hier en daar richt hij zich rechtstreeks tot de lezer(es) van zijn boek. “Tegen de tijd dat u deze zin leest, kan ik dood zijn,” zegt hij, “maar anderzijds kan het zijn dat u eerder doodgaat dan ik.”
Hij geeft toe dat hij als artiest in hoofdzaak schrijft om zijn leven te verlengen, misschien dan niet biologisch, maar omdat zijn boeken één of twee generaties na hem zullen voortleven. (“We doen het om te zeggen: ik was hier ook.”) Je ziet hem denken, terwijl hij schrijft: als ik na mijn dood nog gelezen word, komt er toch een dag dat ik een allerlaatste lezer zal hebben. En waarom raadt die allerlaatste lezer mijn boeken dan niet aan een vriend van hem aan? En daar gaat hij dan, in een wanhopige en tegelijk bijzonder komische uithaal: “Rotzak! Wat nou? Niet goed genoeg? Lees je liever die triviale rotzooi die in jouw oppervlakkige eeuw zo in zwang is? Ben je echt niet van plan om mijn boek aan een ander op te dringen? Ben je echt zo’n benepen, onoordeelkundig leeghoofd? Dan verdien je me niet. Rot maar op! Ga maar dood! Ja, jij!” NIETS TE VREZEN Julian Barnes Uitgeverij Atlas 255 blz. n
JAnUArI 2009 | 113de jaargang | ons recht 27
OR-JAN09.indd 27
12-01-2009 11:58:09
inb x monIQUe BrAAm
aanpassingen sociale wetgeving Met de start van het nieuwe jaar veranderde ook in de sociale wetgeving een en ander. Zo zijn de bedragen met betrekking tot de grenzen in de wet op de arbeidsovereenkomsten gewijzigd. Het gaat onder meer om het concurrentiebeding voor bedienden en handelsvertegenwoordigers en de opzeggingstermijnen voor bedienden of werkgevers. Ook lees je alles over de voorwaarden en de bedragen met betrekking tot het proefbeding, sollicitatieverlof en de tegenopzegging. Je vindt de info via www.lbc-nvk.be, onder het luik sociale wetgeving, loon.
nieuwsbrief Via www.lbc-nvk.be kan je je ook inschrijven op de LBCNVK-nieuwsbrief. Zo krijg je regelmatig vakbondsnieuws in je mailbox.
lbc-nvk-fotosite op picasa De LBC-NVK duikt geregeld op in de media: kranten, televisie, radio. Via de google-applicatie Picasa opende de vakbond voor bedienden en kaderleden een fotowebsite. Op deze site vind je fotoreportages van regionale en nationale vakbondsacties of solidariteitsacties en manifestaties die we als vakbond ondersteunen. Het geeft een mooi overzicht in beelden van waar we als vakbond mee bezig zijn. De startpagina vind je op http://picasaweb.google.nl/ LBCNVKfoto. Op de startsite zie je vooral de nationale acties. Via snellinks kan je naar de regionale pagina’s surfen. De moeite voor wie wil weten waar de vakbond zich echt mee bezig houdt.
http://militanten.lbc-nvk.be Voor militanten heeft de LBC-NVK een uitgebreide ‘militantensite’ online. Militanten kunnen daar de vakbondsberichten downloaden en vinden er een schat aan informatie over vakbondswerk, de overlegorganen en andere vakbondsthema’s. Veel aandacht gaat ook naar de Europese ondernemingsraden. Specifieke LBC-NVK-campagnes worden online extra in de verf gezet. - http://klimaatstrategie.lbc-nvk.be is een website voor vakbondsmensen die werk willen maken van een gezond milieu. Een gezond milieu is immers een serieuze zaak. Mobiliteit vormt hierbij een belangrijk ankerpunt, een thema waar je als militant zeker mee kunt uitpakken. Te bezoeken via de militantensite of rechtstreeks via http://klimaatstrategie.lbc-nvk.be - http://kadergezicht.lbc-nvk.be is een samenwerkingsproject van LBC-NVK-industrie en de kadervakbond NVK. LBC-NVK industrie wil kaderleden een gezicht geven. Vakbondswerk met en voor kaderleden is belangrijk én nodig. De goede uitslag van de voorbije sociale verkiezingen toont aan dat kaderleden zich willen laten vertegenwoordigen door de vakbonden. Met de campagne ‘Geef kaderwerking een gezicht’ (gericht op LBC-NVKmilitanten) willen we samen werk maken van een goede kaderwerking in ondernemingen.
ook VerkrIJGBAAr op cD-rom
bestel gRatis
de lbc-nvk-belastinggids 2009 ook VIA weBsIte www.lBc-nVk.Be De LBC-NVK-Belastinggids verwierf de voorbije jaren een stevige reputatie in de fiscale literatuur. Duizenden LBC-NVK-leden bestellen elk jaar hun gratis exemplaar. Ook nu weer kunnen geïnteresseerde leden hun bestelbon invullen. De Belastinggids is verkrijgbaar in boekvorm of op CD-rom. Je kan de Gids ook raadplegen of downloaden op www.lbc-nvk.be. Voor alle duidelijkheid: in de digitale versies van de Belastinggids (CD-rom of internet) vind je enkel de tekst van het boek. Hierin is dus geen berekeningsprogramma opgenomen. Via www.lbc-nvk.be kan je wel vlot naar een berekeningsprogramma surfen. Wie kiest voor de Belastinggids op CD, moet voldoen aan een aantal computervereisten. Hij/zij moet uiteraard beschikken over een pc met een CD Rom-lezer. Bovendien moet de pc voorzien zijn van een windowsversie en een internet-browser (internet explorer of netscape). En nog even dit. Belastingen zijn een ingewikkelde kwestie. De LBCNVK-gids tracht zo verstaanbaar mogelijk te zijn. Een helpende hand in jouw tocht door het belastinglabyrint. Wie de gids wil raadplegen, moet toch een iets grotere intellectuele inspanning doen dan wanneer hij een stripverhaal leest. Wie de gids alleen maar wil bestellen om zijn boekenkast op te fleuren of zijn collectie CD’s aan te vullen, kan het beter niet doen. Dit soort dingen kosten de LBC-NVK immers handen vol geld. Wie zich wil verdiepen in de belastingwetgeving en de LBC-NVK-Belastinggids bestelt, moet onderstaande bon uiterlijk tegen 31 januari 2009 volledig ingevuld (met duidelijke aanduiding van keuze voor boek of CD) en in een voldoende gefrankeerde omslag (priorzegel) terugsturen naar: LBC-NVK-Belastinggids, Sudermanstraat 5, 2000 Antwerpen. Je kunt ook een exemplaar bestellen via de website www.lbc-nvk.be. Telefonisch bestellen kan niet. De gids komt vermoedelijk begin mei uit. Nog even geduld dus. Vergeet zeker niet duidelijk de keuze voor boek of CD-rom aan te geven. Tegelijkertijd het boek en de CD bestellen is niet mogelijk. Het is één van de twee. Nog een belangrijk puntje. Alleen met originele bonnen kan je een geldige bestelling plaatsen. Fotokopieën aanvaarden we niet.
BestelBon lBc-nVk-BelAstInGGIDs 2009 Lidnummer ACV: ................................................................................................. Naam: ..................................................................................................................... Voornaam: ............................................................................................................. Geboortedatum: .................................................................................................. Adres (busnummer niet vergeten): ................................................................... Postnummer: ....................... Gemeente: ........................................................... Onderneming (naam + gemeente) + RSZ-nummer: .................................... ................................................................................................................................... Huidig beroep: ...................................................................................................... BESTELT HIERBIJ 1 GRATIS EXEMPLAAR VAN DE LBC-NVK-BELASTINGGIDS:
❏ in boekvorm ❏ op CD-Rom (Slechts één van de twee aankruisen!)
Persoonsgegevens Overeenkomstig de privacywet van 8 december 1992 heb je recht op inzage en correctie van de door de LBC-NVK opgevraagde persoonsgegevens. 28 ons recht | 113de jaargang | JAnUArI 2009
OR-JAN09.indd 28
12-01-2009 11:58:11
avOndschOlen
middaggesprekken op dinsdag Op zoek naar het grote gelijk
Het Centrum voor Volwassenenonderwijs CVO-LBC en de LBC-NVK organiseren opnieuw een aantal ‘middaggesprekken’. De middaggesprekken, die telkens op een dinsdag plaatsvinden, geven een beeld van de grote religieuze stromingen en godsdiensten.
en de islam ontstonden allemaal in de regio rond de Middellandse Zee. Christenen, joden en moslims geloven allemaal in één God. Maar de strijd voor het eigen gelijk leidde maar al te vaak tot waanzinnige en bloedige godsdienstoorlogen. Ook het boeddhisme drukte zijn stempel op de wereldgeschiedenis. Zonder te vergeten dat sommige mensen zich tot de vrijmetselarij bekennen. Almaar minder mensen gaan naar de kerk om hun godsdienst te beleven. Tegelijkertijd is er een groeiende vraag naar spiritualiteit. Mensen zoeken antwoorden op hun vragen in astrologie of oosterse denkstromingen. Kortom, stof genoeg voor de nieu-
D
e westerse samenleving is steeds multicultureler. Godsdienst is in België niet langer een synoniem van katholicisme. Mensen blijken diverse ‘waarheden’ te hebben. Dé waarheid bestaat niet langer. Het christendom, het jodendom
we reeks middaggesprekken. Op 9 december 2008 was er al een middaggesprek over ‘de katholieken’. De volgende middaggesprekken gaan over moslims (20 januari 2009), boeddhisten (17 februari), joden (17 maart) en vrijmetselaars
(28 april). Meer inlichtingen hierover krijg je bij CVO-LBC op het nummer 03/220.89.06. Surfen kan naar www.lbconderwijs.be. n
CENTRUM VOOR VOLWASSENENONDERWIJS LBC-NVK DAG- EN AVONDCURSUSSEN VOOR VOLWASSENEN NIEUW OPLEIDINGSAANBOD* VANAF JANUARI 2009 n
INFORMATICA: n n n n n n n n n n n n n n n n n n n
n
NEDERLANDS VOOR ANDERSTALIGEN KOKEN KLEDING - NAAIEN BOEKHOUDEN - INFORMATICA BUROTICA M ARKETING & VERKOOPSBELEID TOERISME & ONTHAAL M ARITIEM MEDEWERKER CAD-INVENTOR
n
HOGER ONDERWIJS:
n
Dactylo PC-Initiatie Internet Word Excel Acces Powerpoint Publisher Besturingssystemen EHBO voor de computer Netwerken Multimedia Adobe Photoshop Corel Paint Shop Pro Photo Flash Dreamweaver Illustrator InDesign Programmeren
n n n n n n n
n n
Graduaat Bedrijfsorganisatie Graduaat Fiscale Wetenschappen
* niet elke opleiding wordt in elke vestigingsplaats aangeboden!
VESTIGINGSPLAATSEN en INLICHTINGEN n
ANTWERPEN n
n
n
BORGERHOUT n
BERINGEN
n
n
n
n
n
Boom
Lummen Herk-de-stad
MORTSEL
n n
Brasschaat Kalmthout Kapellen Merksem Wuustwezel
n
SINT-NIKLAAS n n
n
Beveren Stekene
TURNHOUT n
Hoogstraten
w w w.lb co nd er w ijs.b e JAnUArI 2009 | 113de jaargang | ons recht 29
OR-JAN09.indd 29
12-01-2009 11:58:12
uitbetaling vakbondspremie Staalsector In de staalsector wordt de jaarlijkse vakbondspremie uitgekeerd tussen 1 december 2008 en 1 maart 2009. De premie bedraagt 105 euro voor actieven en 35 euro voor bruggepensioneerden. Om de premie te kunnen krijgen moeten actieven aan diverse voorwaarden voldoen. Ze moeten een bediendecontract hebben en op de loonlijst van het bedrijf staan. Verder moeten ze op zijn minst sinds 1 mei 2008 lid zijn van de vakbond, en moeten ze in orde zijn met hun bijdragen op het moment van de betaling. Wie in de loop van 2008 met brugpensioen gaat, ontvangt nog altijd een premie van 105 euro. Wie het hele jaar lang in brugpensioen is, ontvangt tot en met 65 jaar een premie van 35 euro. Het attest moet je ingevuld en ondertekend bezorgen aan de vakbondsafgevaardigde in je onderneming.
Scheikunde In de periode van 1 november 2008 tot 31 januari 2009 ontvangen de gesyndiceerde bedienden uit de sector scheikunde hun vakbondspremie. De premie bedraagt 75 euro. Om er recht op te hebben, dient aan een aantal voorwaarden te worden voldaan. Zo dient men in de loop van 2007 gedurende ten minste één maand gewerkt te hebben in een onderneming die valt onder de bevoegdheid van het paritair comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid (PC 207). Ook dient men uiterlijk vanaf 1 augustus 2008 gesyndiceerd te zijn en op het ogenblik van de uitbetaling in orde te zijn met de betaling van de ledenbijdrage. De betaling van de premie gebeurt door overschrijving op de rekening van de rechthebbenden. Uitbetaling in speciën of via circulaire cheque is niet mogelijk. De rechthebbenden moeten hun attest ingevuld en ondertekend
terugsturen naar het plaatselijke LBC-NVK-secretariaat. Op 31 januari 2009 stopt de uitbetalingsperiode. Voor attesten die niet op tijd binnen zijn, is het dan wachten tot de volgende uitbetalingstermijn.
Verzekeringswezen In het verzekeringswezen (paritair comité 306) wordt de vakbondspremie uitbetaald van 1 december 2008 tot 28 februari 2009. De premie bedraagt 40 euro. Om de premie te kunnen krijgen moet je in 2007 minstens zes maanden in de sector gewerkt hebben. Voor bruggepensioneerden volstaat één maand. Ook zieken en loopbaanonderbrekers hebben recht op de premie. Wat het lidmaatschap van de LBC-NVK betreft, moet je op het moment van de uitbetaling minstens lid geweest zijn sinds 1 juni 2008. De premie wordt gestort op de rekening van de rechthebbende. Het attest voor de vakbondspremie moet je ingevuld en ondertekend terugsturen naar het plaatselijke LBC-NVKsecretariaat. Het adres vind je op de achterkant van het attest.
Controle-organismen In de periode van 16 november 2008 tot 31 januari 2009 wordt aan de gesyndiceerde bedienden uit de sector van de erkende controle-organismen (paritair comité 219) de vakbondspremie uitbetaald. Die bedraagt 105 euro. Om recht te hebben op de premie moet je op het moment van de uitbetaling minstens lid van de vakbond zijn sinds 16 augustus 2008. Je moet ook werken in een onderneming die valt onder de sector van de erkende controle-organismen. Bedienden die in 2008 minstens een maand tewerkgesteld waren in de sector en aansluitend daarop werkloos werden of in voltijds tijdskrediet of met (brug)pensioen gingen, behouden hun recht op de vakbondspremie van 105 euro. Zieken zijn gelijkgesteld
met actieven. Om de premie te krijgen moet je het ingevulde en ondertekende attest bezorgen aan het plaatselijke LBC-NVKsecretariaat. Het adres vind je op de achterkant van het attest.
Voeding Elke bediende die in de periode van 1 april 2007 tot 31 maart 2008 werkte in de voedingsnijverheid (paritair comité 220) heeft recht op een vakbondspremie, na voorlegging van een werkgeversattest. De werkgeversattesten zijn eind oktober 2008 door het Sociaal Fonds naar alle bedienden gestuurd die in de referteperiode in de sector werkten. Wie in de referteperiode in de sector werkte maar geen attest kreeg, moet contact opnemen met het gewestelijke LBC-NVK-secretariaat. Aangesloten zijn bij de LBCNVK en nog altijd lid zijn op het ogenblik van de uitbetaling is de voorwaarde om de premie uitbetaald te krijgen. De premie bedraagt 104,12 euro of één twaalfde van dit bedrag per rechtgevende maand in de referteperiode. Om de vakbondspremie “volledige werkloze” of “bruggepensioneerde” te kunnen krijgen, moet de bediende een attest aanvragen bij het gewestelijke LBC-NVK-secretariaat. Dit attest moet ingevuld worden door de werkloosheidsdienst.
De bediende heeft alleen recht op de premie volledige werkloze of bruggepensioneerde voor de periode van werkloosheid of brugpensioen die volgt op zijn periode van tewerkstelling in de voedingsnijverheid. Het recht op de premie blijft behouden gedurende twee referteperioden waarin men volledig werkloos wordt en de hele periode van brugpensioen (nieuw vanaf 2008, voordien slechts twee jaar). De premie voor werklozen en bruggepensioneerden bedraagt 62,47 euro of één twaalfde van dit bedrag per maand werkloosheid of brugpensioen in de referteperiode. De premie wordt enkel uitbetaald langs de bankrekening van de rechthebbenden. Daarom moet op het attest naast het ACVlidnummer altijd het bankrekeningnummer vermeld worden. Attesten die te laat worden ingediend, kunnen tot maximum twee jaar met terugwerkende kracht uitbetaald worden. Momenteel kan de LBC-NVK dus ook nog uitbetalen voor de attesten 2006 en 2007. Wie zijn attest verloren is, kan via het gewestelijke LBC-NVKsecretariaat een dubbel laten aanvragen bij het Sociaal Fonds. De ingevulde en ondertekende attesten moeten worden teruggestuurd naar uw plaatselijke secretariaat. n
30 ons recht | 113de jaargang | januari 2009
OR-JAN09.indd 30
12-01-2009 11:58:13
Ons Recht verantwoordelijke uitgever: Marc WEYNS
Sudermanstraat 5 • 2000 antwerpen hoofdredacteur: Denis BOUWEN redactiesecretaris: jan DECEUNYNCK vormgeving: Peer DE MAEYER drukkerij: Corelio Printing redactie en administratie:
Sudermanstraat 5- 2000 antwerpen tel. 03/220.87.11 • fax 03/220.89.83 lbc-nvk.persdienst@acv-csc.be www.lbc-nvk.be
lbc-nvk-secRetaRiaten • 9300 AAlst, Hopmarkt 45 tel. 053/73.45.20, fax 03/220.88.01 lbc-nvk.aalst@acv-csc.be • 2000 Antwerpen, nationalestraat 111-113, tel. 03/222.70.00, fax 03/220.88.02 lbc-nvk.antwerpen@acv-csc.be • 8000 BrUGGe, Oude burg 17 tel. 050/44.41.66, fax 03/220.88.04 lbc-nvk.brugge@acv-csc.be • 1000 BrUssel, Pletinckxstraat 19 tel. 02/508.87.20/25/30, fax 03/220.88.05 lbc-nvk.brussel@acv-csc.be • 9200 DenDermonDe, Oude vest 146 tel. 052/25.95.60, fax 03/220.88.19 lbc-nvk.dendermonde@acv-csc.be • 9000 Gent-eeklo-ZelZAte, Poel 7 tel. 09/265.43.00, fax 03/220.88.08 lbc-nvk.gent@acv-csc.be • 1500 hAlle, vanden eeckhoudtstraat 11 tel. 02/356.06.70, fax 03/220.88.06 lbc-nvk.halle@acv-csc.be • 3500 hAsselt, Mgr. broekxplein 6 tel. 011/29.09.61, fax 03/220.88.09 lbc-nvk.hasselt@acv-csc.be • 8900 Ieper, St. jacobsstraat 34 tel. 059/34.26.40, fax 03/220.88.10 lbc-nvk.ieper@acv-csc.be • 8500 kortrIJk, President kennedypark 16D tel. 056/23.55.61, fax 03/220.88.12 lbc-nvk.kortrijk@acv-csc.be • 3000 leUVen, L. vanderkelenstraat 32 tel. 016/21.94.30, fax 03/220.88.13 lbc-nvk.leuven@acv-csc.be • 2800 mechelen-rUpel, Onder den toren 5 tel. 015/28.85.65, fax 03/220.88.14 lbc-nvk.mechelen@acv-csc.be • 8400 oostenDe, kan. dr. L. Colensstraat 7 tel. 059/55.25.54, fax 03/220.88.15 lbc-nvk.oostende@acv-csc.be • 9700 oUDenAArDe, burgschelde 5 tel. 053/73.45.25, fax 03/220.88.03 lbc-nvk.oudenaarde@acv-csc.be • 8800 roeselAre, H. Horriestraat 31 tel. 051/26.55.44, fax 03/220.88.17 lbc-nvk.roeselare@acv-csc.be • 9100 sInt-nIklAAs, H. Heymanplein 7 tel. 03/760.13.40, fax 03/220.88.18 lbc-nvk.sint-niklaas@acv-csc.be • 2300 tUrnhoUt, korte begijnenstraat 20 tel. 014/44.61.55, fax 03/220.88.20 lbc-nvk.turnhout@acv-csc.be • 1800 VIlVoorDe, toekomststraat 17 tel: 02/254.31.70, fax: 03/220.88.07 lbc-nvk.vilvoorde@acv-csc.be AlGemeen secretArIAAt 2000 Antwerpen, Sudermanstraat 5 tel. 03/220.87.11, fax 03/220.89.83 e-mail: lbc-nvk@acv-csc.be www.lbc-nvk.be
de hel wAlter
Ik zapte zondagavond een beetje verloren langs het televisie-aanbod en bleef hangen bij 2BE, het jongere reclamelokkertje van VTM. (Ik heb tegen het vroegere Kanaal Twee ooit nog “Twee Bee Ee” gezegd, tot een 14-jarige puber, nochtans geen Shakespearekenner, me terechtwees. “To Be” moest het zijn, van “To Be or not To Be” natuurlijk. Not To Be, vrees ik trouwens als ze overal de reclamebudgetten zo blijven inperken. Maar dit geheel terzijde.) Op 2BE dus belandde ik midden in een zonnige reportage over Marrakech, Marokko. Vier of vijf piepjonge Vlaamse meisjes, tussen 17 en 21, waren verwikkeld in een strijd om de titel van Topmodel 2008. Voor zover ik kon nagaan werden ze week na week onderworpen aan tests en proeven, waaronder enkele glamoureuze fotoshoots, onder meer op het legendarische plein van Djemaa elFna. Elke week viel één meisje af, na een strenge beoordeling door een professionele jury. De winnares werd een carrière als fotomodel voorgespiegeld. U kent het systeem. Deze zondag was de proef: koop voor zoveel dirham de mooiste kleren voor fotomodel Ingrid Seynaeve, net als de meisjes lijfelijk aanwezig in de stad. We zagen de meisjes op strooptocht in de soek. Ze hadden één uur de tijd.
De meeste would be-modellen brachten het er goed van af, maar ééntje, Virginie - volgens mij de mooiste van allemaal - raakte in paniek en had na een uur winkelen alleen nog maar een pantalon gekocht. En nu komt het: oog in oog met de jury, die haar mild terechtwees, sloeg ze de handen voor haar gezicht en sprak: “Het was de hel, het was de hel.” Kijk, voor een stukjesschrijver is zo’n uitspraak een geschenk. Je voelt: hier is iets mee te doen. Als je voor een knullig, rechts blaadje werkt, is je column zelfs zo goed als klaar, vooral omdat diezelfde avond, op een andere zender, een bejaarde Antwerpenaar ook al naar de hel verwees; de man was in de winter van 1944 getuige geweest van de vernieling van Cinéma Rex. Er was een Duitse bom op de zaal gevallen en 567 mensen kwamen om het leven. “Ik zie de hoofden nog op het balkon”, zei hij met een ingehouden snik, “allemaal op een rij, allemaal verpletterd door de ingestorte zoldering. Het was de hel.” Wat hebben oude, knorrige schrijvers het toch makkelijk! Ze lullen wat over de jeugd-van-tegenwoordig, al die goedgeklede, goedgekapte jongens en meisjes die in hun verwende leventjes nog nooit iets hebben meegemaakt. De hele dag naar hun iPod luisteren, of hoe schrijf je dat, dat kunnen ze wel, maar gewoon zorgen dat hun fietslamp brandt of op de tram
rechtstaan voor een zwangere vrouw: toemaar, daar beginnen ze niet aan. De hel! Het was de hel! Meiske, meiske, ik wens het u niet toe, maar gij gaat nog anders piepen in uw leven. Zo doen we het dus zeker niet. Voor Virginie, die in de soek van Marrakech haar droom als fotomodel zag verdampen, was de zoektocht naar een turkooiskleurig topje zonder twijfel onaangenaam. Zenuwslopend. Geen pretje. Ik wil zelfs zo ver gaan om het woord afschuwelijk te gebruiken. Even afschuwelijk als een bezoek aan de tandarts of een onvoorbereid examen, even eng als een tasjesdiefstal, even naar als een gemiste trein. Maar de hel was het zeker niet. Ja, laat ik er een stukje over taal van maken, een pleidooi voor het gebruik van het juiste woord op het juiste moment. Een ramp, schrijft van Dale, zeg je om een bloedbad aan te duiden, of het springen van een kruitschip. Een catastrofe wordt veroorzaakt door een dijkbreuk. Een cholera-epidemie noemen we een calamiteit. De hel, Virginie, is als je meedoet aan De slimste mens ter wereld en je kan niet op de Vogeltjesdans komen. Wik je woorden, meid. Anders kunnen we net zo lief beweren dat de Tweede Wereldoorlog een tikje onbehaaglijk was. n
JAnUArI 2009 | 113de jaargang | ons recht 31
OR-JAN09.indd 31
12-01-2009 11:58:14
WAT EEN VERKENNER LIJDEN KAN...
OR-JAN09.indd 32
12-01-2009 11:58:16