Ons Recht Februari 2009

Page 1

ONs recht

113DE JAARGANG NUMMER 2 FEBRUARI 2009

maandblad van de landelijke bediendencentrale · nationaal verbond voor kaderpersoneel

¬ Op De WeRKVLOeR IN De DIStRIButIe ¬ HOGe RAAD VOOR FINANCIeN IS NODIG ¬ DOSSIeR WOON- WeRKVeRKeeR ¬ “StRAFFe mADAmmeN” IN De BLOemetjeS

VOOrAl GeeN PANieKVOetBAl

© FOtO: BELGA

SLim DE RECESSiE DOOR

or-feb09.indd 1

02-02-2009 12:01:21


inhoud

Ons Recht

Liliane Kemps vertelt over ‘vroeger’ en ‘nu’ bij Carrefour. Geen fraai verhaal. In de wereld van tapijten en behangpapier is het al niet veel beter. ·  p. 6

3 een beetje fatsoen graag Werkgevers moeten hun grenzen kennen.

4 hugo vander elst: “Vooral geen paniekvoetbal spelen” Nieuw sectorbarema is van cruciaal belang in diensten.

6 ‘vooruitgang’ bij carrefour: management met de voorhamer

Het blijft onheilsberichten regenen in de financiële sector. De LBC-NVK breekt een lans voor een Hoge Raad voor Financiën. ·  p. 11

24 werknemers petroleumsector steunen projecten in het zuiden Centen voor Wereldsolidariteit en FOS.

25 jobkorting voor al wie in vlaams gewest woont Extraatje van minstens 250 euro.

25 In de marge

Hogere werkdruk in de supermarkt.

26 Film

8 “jong of oud, iedereen moet almaar flexibeler werken”

27 Boek

Klanten die je uitkafferen, en toch graag je werk blijven doen.

10 Arbeids-Gericht

28 Inbox 28 vlaams belang schiet in eigen voet Extreemrechts hoort niet thuis bij de vakbond.

11 zoveel mogelijk jobs redden bij fortis bank is de boodschap

29 witte woede krijgt synartes op de knieën Waarom de deal met BNP Paribas moet doorgaan. ZNA-ziekenhuizen voeren onzalig plan af.

11 lbc-nvk pleit voor hoge raad voor financiën Bijsturen na de kater.

Veel werknemers gaan met trein, tram of bus naar het werk. Wanneer moet de werkgever bijdragen tot de kosten en hoeveel? Ons Recht geeft uitleg. ·  p. 13

12 extra overheidssteun voor commerciële kinderopvang LBC-NVK uit bedenkingen.

13 dossier woon-werkverkeer De werkgever moet in een aantal gevallen mee betalen.

21 crisis: het moeilijkste moet nog komen

29 De lezer schrijft 30 coca-cola kan het reorganiseren niet laten Menselijke kant is van weinig tel.

30 Uitbetaling vakbondspremie 30 Indexaanpassingen 31 Achterklap 32 Papaver

Maatschappelijk belang moet primeren.

22 Over de grenzen Op 8 maart 2009 is het de Internationale Vrouwendag. Het ACV is trots op de talloze ‘straffe madammen’ die zich inzetten voor waardig werk. ·  p. 23

23 acv geeft zoen aan ‘straffe madammen’ met engagement Vakbondsvrouwen dwingen respect af.

2 ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

or-feb09.indd 2

02-02-2009 12:01:24


standpunt Ferre wyckmAns · AlGemeen secretArIs

De snelheid, hoeveelheid en omvang van aangekondigde, besliste en uitgevoerde reorganisaties en ontslagen is niet meer bij te houden. De financiële en economische debacles stapelen zich op, gewenning dreigt en de nieuwswaarde wordt er minder door. De sociale gevolgen van deze maatregelen krijgen al bij al weinig aandacht. Maar dat zijn net de ingrijpendste effecten. Werknemers worden uitkeringtrekkers en geloof ons, slechts weinigen zijn daarmee gediend. Zo’n verandering van ‘statuut’ heeft verstrekkende gevolgen. En laten we niet rond de pot draaien, de financiële gevolgen zijn niet min.

een beetje fatsoen graag D

oor het Generatiepact is het sinds begin 2008 moeilijker om met brugpensioen te gaan. De gevolgen daarvan zullen zich bij de komende ontslagrondes laten voelen. Er moet een behoorlijk langere loopbaan kunnen worden bewezen voor er na een ontslag brugpensioenrechten ontstaan. Het zal blijken dat werknemers wel een hogere leeftijd hebben (58 en ouder), maar als gevolg van te weinig beroepsverleden (35 jaar voor mannen en 30 jaar voor vrouwen) niet meer in aanmerking komen voor het brugpensioenregime. Geen aanvullende vergoeding als bruggepensioneerde is een eerste fors zwaar inkomensverlies.

Reddingsboei Acties van de vakbonden in 2007 maakten de reddingsboei van het brugpensioen een stuk steviger dan de toenmalige regering-Verhofstadt II plande. Maar uitgerekend in deze tijden van herstructureringen zal blijken dat die reddingsboei minder zekerheid geeft dan voor het Generatiepact het geval was. En er moet geen tekening worden bij gemaakt: oudere werknemers die aan de deur worden gezet, zullen niet vooraan staan wanneer er her en der toch opnieuw zal worden aangeworven. Er bestaat ook nog een systeem van brugpensioen bij herstructurering en collectief ontslag. Maar dit systeem bevat in de huidige omstandigheden een eigenaardige perversiteit. Minstens 10 procent van de werknemers moet worden ontslagen. In bedrijven met minder dan 12 werknemers moet het zelfs over de helft van de werknemers gaan. Er moet dus vooral flink worden afgedankt voor het brugpensioen kan worden aangesproken. Dit is een weinig ‘werkbewarende’ maatregel. Deze aanpak dreigt eerder ontslagen te versnellen. Dat geldt ook voor de voorwaarde om in het voorafgaande jaar minstens 20 procent van de door de arbeiders gepresteerde tijd omgezet te hebben in economische werkloosheid. Nog anders uitgedrukt: nu veel economische werkloosheid invoeren kan de deur openzetten voor een verlaagde brugpensioenleeftijd volgend jaar. De baas van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) riep recent op om even snel economische werkloosheid voor bedienden mogelijk te maken. De vakbonden lieten meteen weten dat ze dat idee niet genegen zijn. En wel om drie redenen.

De eerste reden heeft te maken met het feit dat er inderdaad verschillen zijn tussen arbeiders en bedienden. Hierover hebben we een gefundeerd, weloverlegd en voorbereid standpunt (zie in het decembernummer van Ons Recht). Het geeft geen pas om vlug een voorstel te lanceren dat de discussie over het verschil tussen arbeiders en bedienden herleidt tot een one-shot-maatregel die de werkgevers goed uitkomt. Zo’n maatregel veroorzaakt extra kosten voor de RVA. De stelling dat ‘de staat’ dit dan maar moet regelen is tergend simplistisch. De tweede reden hangt samen met het inkomensprobleem voor de getroffen werknemers. Wie economisch werkloos wordt, valt terug op de solidair gedragen kosten van de werkloosheid, maar verliest zelf een stuk inkomen. De werkgever heeft geen kosten. Alleen als er volledige netto-inkomenszekerheid voor de economisch werkloze wordt geboden door een aanvullende vergoeding, zijn we bereid over dit specifieke punt te praten. Risico’s mogen worden verdeeld, maar ze moeten niet alleen op de schouders van de werknemers worden gelegd. Ondernemen is verworden tot het doorschuiven van elke kostenfactor naar de werknemers of de gemeenschap. Innovatief ondernemen beoordelen we toch licht anders.

nieuwe zware eisen De derde reden waarom het voorstel van het VBO niet bespreekbaar is, heeft alles te maken met fatsoen. Minder dan een maand geleden werd een complex en financieel zwaar interprofessioneel akkoord afgesloten. Als verantwoordelijke organisatie kan je nu niet plotseling met nieuwe zware eisen komen aandraven. Er zal de komende weken en maanden enorm veel werk nodig zijn om de afspraken van december rond te krijgen. Die last nu nog snel wat verzwaren is gewoon niet correct. Maar het VBO stond niet alleen met deze aantasting van het fatsoen. Financiële denkers pleitten er zelfs onomwonden voor om opnieuw te onderhandelen over het interprofessionele akkoord. Hoe ver weg van de sociale realiteit kan je staan met zo’n voorstel? Financiële experts die op hun eigen gebied niet in staat zijn om enig steekhoudend en consistent verhaal bij elkaar te schrijven over bancaire activiteiten, zouden de bescheidenheid mogen opbrengen om zich niet met het sociaal overleg te bemoeien. n

Ondernemen is verworden tot het doorschuiven van elke kostenfactor naar de werknemers of de gemeenschap.

FeBrUArI 2009 | 113de jaargang | ons recht 3

or-feb09.indd 3

02-02-2009 12:01:25


Hugo Vander Elst: “Vooral geen paniekvoetbal spelen” Gesprekken over nieuw sectorbarema cruciaal in dienstensector

Denis Bouwen

“De belabberde economische toestand mag geen reden zijn om paniekvoetbal te spelen. Laten we zo slim mogelijk de recessie trachten door te komen.” Dat zegt Hugo Vander Elst, nationaal secretaris voor de dienstensector bij de LBC-NVK. “In een aantal bedrijven moeten we nog altijd werk maken van een indexering van de lonen. En de onderhandelingen over een nieuw sectorbarema zijn van cruciaal belang.”

V

oor werknemers uit de financiële sector, de winkels en de non-profit zijn er aparte paritaire comités. De rest van de ‘diensten’ zit bij de LBC-NVK in de verzamelsector diensten, goed voor meer dan 550.000 bediendenjobs. Een uitzondering zijn de bedienden

uit de horeca, de sportwereld, toeristische attracties, kappers- en schoonheidssalons en de bewakingssector: zij behartigen hun belangen al samen met de arbeiders uit andere ACV-centrales. “Ook in de dienstensector sneuvelen banen en trachten de werkgevers hier en daar inleveringen door te drukken”, ervaart Hugo Vander Elst. “Tot nu toe is het allemaal minder dramatisch dan in de industrie. Een uitzondering is de mediasector: nogal wat mediabedrijven begonnen snel, zeg maar te snel, te reorganiseren als reactie op de teruggelopen reclameinkomsten. Kijk naar wat er gebeurde bij Corelio (De Standaard, Het Nieuwsblad, De Gentenaar) en De Persgroep (De Morgen en Het Laatste Nieuws).” In de voorbije maanden viel het nog betrekkelijk mee met de jobverliezen in de diensten. Bij

Atos Wordline (het bedrijf achter Bancontact) bijvoorbeeld vielen 24 ontslagen. De elektronicagroothandel van Pioneer in Melsele wil 34 jobs schrappen. Bij de uitgeverij Lannoo zette de directie bedienden onder druk om tijdskrediet te nemen of met brugpensioen te gaan.

ICT “Als we de voorspellingen uit de logistiek en de ICT (informatie- en communicatietechnologie) mogen geloven, moeten de woelige maanden nog komen.” Bij een softwarebedrijf als RealDolmen bijvoorbeeld rijst de vraag of de fusie tussen Real Software en Dolmen geen jobs zal kosten. In de luchtvaart zullen firma’s als Aviapartner, Flightcare, DHL, TNT, Abelag en Jet Airways lijden onder de verminderde passagiers- en vrachtvolumes. Vander Elst waarschuwt voor te veel somber-

Als we de voorspellingen uit de logistiek en de ICT mogen geloven, moeten de woelige maanden nog komen.

4 ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

or-feb09.indd 4

02-02-2009 12:01:26


© foto: photonews

diensten

ANPCB weegt zwaar door De 395.000 bedienden van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor Bedienden (ANPCB) wegen zwaar door in de verzamelsector diensten. Ook de bedienden uit de logistiek (opslag en distributie), de uitzendkrachten en de audiovisuele sector vallen onder deze verzamelsector. Wie of wat valt er nog meer onder de diensten? De casinobedienden, de filmproductie en –distributie, de farmagroothandel en de begrafenisondernemingen. Voor werknemers bij sociale organisaties (bijvoorbeeld sociaal secretariaten) en vrije beroepen (bijvoorbeeld advocaten- en boekhoudkantoren) zijn nieuwe paritaire comités in oprichting. In het ANPCB zitten alle bedienden die geen eigen paritair comité hebben. Het gaat onder meer om ICT’ers en bedienden uit de groothandel, de dagbladpers en de drukkerijen. In tien jaar

heid. “In de afgelopen 20 jaar noteerde België een gemiddelde economische groei van 2 procent. Toch slaagden de werkgevers er vaak in een economisch crisisgevoel te laten overheersen. Laten we niet opnieuw in die val trappen: een crisissfeer opkloppen maakt het makkelijker om crisismaatregelen op te leggen.”

Krapte op arbeidsmarkt De nationaal secretaris ziet zelfs ruimte voor een optimistische noot. “Zodra de economie heropleeft, zal de krapte op de arbeidsmarkt weer pijnlijk voelbaar worden. De werknemers komen dan opnieuw aan zet. Op zo’n moment wordt het zaak om zo gunstig mogelijke loonen arbeidsvoorwaarden af te dwingen.” De bonden moeten alles op alles zetten om zoveel mogelijk jobs uit de wind te zetten, vindt Vander Elst. “De werkgevers kunnen ook maar best twee keer nadenken. Wat voor zin heeft het om nu bekwaam personeel aan de deur te zetten, om dan na de recessie weer alle hens aan dek te roepen om extra volk aan te werven? De krapte op de arbeidsmarkt zal sowieso verscherpen tussen 2010 en 2015. Het ziet ernaar uit dat de werkgevers in die jaren zwaar zullen knokken om nieuwe werknemers. Zo bekeken hoeven we dus zeker niet te panikeren.” Het nieuwe interprofessionele akkoord (IPA) maakt een beperkte loonsverhoging in 2009 en 2010 mogelijk. “In de dienstensector zijn we nog volop de werkvloer aan het raadplegen.”

tijd groeide dit PC 218 met zo’n 100.000 bedienden aan. Dat hangt vooral samen met de toenemende uitbesteding van activiteiten (outsourcing). Zowat 15.000 bedienden verhuisden van de financiële sector naar PC 218. Bij de warenhuisketen Colruyt gingen 1.400 bedienden van de algemene diensten over naar dit paritair comité. “Werkgevers zoeken graag naar het goedkoopste paritair comité”, zegt Hugo Vander Elst. “Er zijn plannen om tot één statuut voor arbeiders en bedienden te komen. Laten we hopen dat die evolutie een aantal vormen van sociale dumping zal bemoeilijken.” Het ACV, waarvan de LBC-NVK deel uitmaakt, won bij de jongste sociale verkiezingen 60 procent van de stemmen in PC 218. In de kleinere geledingen van de verzamelsector diensten was de score van het ACV vergelijkbaar.

eens te meer. “Tot voor kort vielen 80.000 bedienden bij sociale organisaties en werkgevers met een vrij beroep onder het niet-actieve paritair comité 200. Dit jaar komt daar verandering in. Sociale organisaties zoals Partena worden ondergebracht bij een nieuw PC 335. De bedienden bij de vrije beroepen (bijvoorbeeld boekhoud- of advocatenkantoren) komen terecht in het nieuwe PC 336. Een aantal van de werkgevers in deze sectoren indexeert de lonen al. Maar dat gebeurt nog niet overal. Een probleem waar we zeker over willen onderhandelen.” Een heel belangrijke kwestie is de overschakeling van leeftijdsbarema’s naar ervaringsbarema’s. In het aanvullend PC voor de bedienden (ANPCB) bestaan sinds 1 januari 2009 geen leeftijdsbarema’s meer omdat een Europese richtlijn bepaalt dat je niet mag ‘discrimineren’ op grond van leeftijd. Maar de werkgevers doen er verstandig aan om nieuwe werknemers vanaf 1 januari het loonbarema van december 2008 te geven, verhoogd met 4,51 procent indexering. In afwachting van een nieuw sectorbarema waarover we aan het onderhandelen zijn.”

Ervaringsbarema

Bonusplannen Opmerkelijk is dat er al rond de 3.500 ondernemingen zijn die een vorm van resultaatsgebonden verloning (bonusplannen) kennen. “Voor de vakbond is de discussie over deze vorm van loon erg heikel. Op jaarbasis gaat het om een maximaal nettobedrag van 2.200 euro. De werkgever betaalt op dat bedrag 30 procent sociale bijdragen. Als een werkgever via het gewone loon hetzelfde wil doen, kost hem dat alles bij elkaar zo’n 6.600 euro. Wij zetten veel vraagtekens bij deze fiscaal vriendelijke maatregel. Samen met andere lastenverlagingen voor bedrijven dreigt dit als een boemerang terug te keren bij de komende besparingen in de overheidsfinanciën.” “Over de eisen voor de nieuwe cao 2009-2010 kunnen we nu nog niet veel vertellen”, stelt Vander Elst. “Daarvoor zijn we nu de werkvloer aan het raadplegen. Maar we hebben sowieso diverse belangrijke actiepunten in petto. Die actiepunten hebben te maken met de loonindexering, de barema’s, de flexibiliteit en de strijd tegen kwetsbare jobs.”

In het ANPCB of PC 218 vind je circa 395.000 bedienden. Naar schatting 50 procent van deze werknemers wordt betaald volgens het sectorbarema. “De overgang naar een ervaringsbarema is van cruciaal belang. Ook in de diensten vind je de onderkant van de arbeidsmarkt: werknemers met precaire werkomstandigheden en lage lonen. Een voorbeeld: de meeste bedienden bij callcenters verdienen op 21-jarige leeftijd 1.450 euro bruto per maand. Aan het eind van hun loopbaan moeten ze het stellen met een schamele 1.850 euro bruto.” Voor de LBC-NVK zijn er, ook in de diensten, grenzen aan de flexibiliteit. “Sommige sociaal secretariaten en advocatenkantoren promoten wel erg soepele arbeidsregelingen voor bedrijven. Ze mikken op dagen van 11 uur, weken van 60 uur, zaterdag- en zondagwerk naar believen enzovoort. In de paritaire comités kunnen we deze praktijken gelukkig blokkeren.” Samen met de andere bonden ijvert de LBCNVK voor méér vaste en minder kwetsbare of precaire contracten. “Onze militanten voeren deze strijd bijvoorbeeld bij bedrijven in Zaventem à la Aviapartner en Flightcare. In de callcenters houden de bonden elk jaar een actieweek. Een initiatief dat aansluit bij de internationale campagne van Union Netwerk International (UNI). Nogal wat callcenters maken te pas en te onpas gebruik van allerlei tijdelijke en atypische contracten. En daar willen wij iets tegen ondernemen.” n

Zodra de economie heropleeft, zal de krapte op de arbeidsmarkt weer pijnlijk voelbaar worden. De werknemers komen dan opnieuw aan zet.

Indexering De indexering van de lonen is een kostbaar goed voor de vakbonden. Het belang van de automatische loonindexering bleek in 2008

FEBRUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 5

or-feb09.indd 5

02-02-2009 12:01:26


distributie Werken in de distributie is geen pretje. Vakbondsmilitante Liliane Kemps (LBCNVK) vertelt over de teloorgang van tradities en van het sociaal overleg bij Carrefour. “Vroeger ging iedereen met

plezier naar zijn werk”, vertelt ze. “Nu is het motto: alles moet, niks kan.” In de wereld van tapijten en behangpapier is het al niet veel beter, zo blijkt op blz. 8 en 9. “Jonge collega’s vertrekken soms even

vlug als ze gekomen zijn”, merkt verkoopster Vera Peumans. “Niet iedereen is gediend van zwaar werk, wisselende uren en lage lonen.”

‘Vooruitgang’ bij Carrefour: management met de voorhamer Armoede op de werkvloer is geen zeldzaamheid in distributie

Denis Bouwen

De stakingsacties bij de warenhuisgroep Carrefour liggen nog redelijk vers in het geheugen. Ondanks terechte eisen vielen de acties niet bij iedereen even goed in de smaak. Liliane Kemps werkt al 31 jaar lang bij de onderneming die tegenwoordig Carrefour heet. Zij weet als geen ander wat er allemaal teloorging. “Vroeger kregen we nog ’s een schouderklopje. Tegenwoordig slaan ze met een voorhamer.”

L

iliane is bij Carrefour hoofdafgevaardigde van de LBC-NVK voor de provincie Antwerpen. Ze was nauw betrokken bij de acties in 2008. Kemps werkte in diverse winkels van de groep in de Antwerpse regio. Ze maakte ook de sluiting van de Antwerpse ‘Grand Bazar’ (1990) en van de vestiging in Ekeren (2007) mee. In de jaren 1960 en 1970 was de Grand Bazar nog een kopersparadijs met alle luxe. Toen de Grand Bazar verdween, ging een waar monument verloren. De winkel in Ekeren maakte plaats voor een franchisezaak. “Die sluiting draag ik mijn hele leven mee. Als ik eraan terugdenk, krijg ik nog de tranen in mijn ogen”, vertelt de militante. In de jaren 1990 werd het toenmalige GIB in stukken uiteengereten. Activiteiten als Brico, Inno, Auto 5 en Resto (Lunch Garden) werden allemaal in aparte juridische entiteiten gestoken. Het depot van GB in Edegem werd opgedoekt.

Stakingen De stakingsacties deden veel stof opwaaien. Hoe kijk jij erop terug? Liliane Kemps: “Vroeger probeerden we altijd alles zoveel mogelijk via overleg op te lossen. Maar nu moeten we veel vlugger tot harde acties overgaan. Vroeger lieten we bij acties altijd de werkwilligen in de winkels binnen. ONS RECHT:

Onze houding sloeg om toen de directie een hypermarkt met welgeteld acht mensen opendeed. De discussie over het ‘tegenhouden van werkwilligen’ maakt me razend. In feite willen alle werknemers bij Carrefour gewoon hun werk doen. Maar als we actie voeren, doen we dat om de rechten van het hele personeel te verdedigen. Carrefour verkondigde graag dat de werknemers in de nieuwe hypermarkt in Brugge toch ‘zo happy waren dat ze konden werken’. De werkelijkheid is anders: de RVA stuurde mensen naar de winkel. Die sollicitanten konden niet anders dan de job te aanvaarden.” O N S R EC H T:

Hoe veranderde de manier van

werken?

“De zaakvoerders waren vroeger dikwijls winkelbedienden die waren doorgegroeid. Mensen die het klappen van de zweep kenden en met wie te praten viel. Nu zijn de winkelmanagers bijna uitsluitend universitairen zonder ervaring. Zij hebben een heel andere aanpak en runnen hun winkels met de chronometer in de hand.” “Terwijl je vroeger nog ’s een schouderklopje kreeg, moet je nu uitkijken om geen voorhamer op je hoofd te krijgen. Wie een fout maakt, krijgt een nota aan zijn broek. Na drie nota’s kan je om dringende reden worden ontslagen.”

Povere beloning Wat valt er over de lonen te vertellen? “De lonen in de distributie zijn aan de povere kant. Veel mensen denken dat kassiersters vrouwen zijn die ‘voor de luxe’ even snel wat willen bijverdienen. Dat beeld klopt al lang niet meer. Veel van de werknemers zijn alleenstaanden. Mensen die tegen hun wil deeltijds werken en met hun schamel loon trachten te overleven. Wie 20 uur per week werkt, heeft een maandelijks nettoloon van 636 euro. Met veel uren kom je misschien aan 800 tot 900 euro netto. Geef toe, een vetpot kan je dat niet noemen. Niet voor niets zijn veel jonge collega’s gedwongen lang in Hotel Mama te blijven resideren.” “De vroegere Super GB’s gingen in 2000 van paritair comité 312 naar PC 202. Met als gevolg dat nieuwkomers daar 25 tot 30 procent minder verdienen dan mensen die al lang in dienst zijn. Een kind begrijpt dat zoiets tot wrijvingen moet leiden. Oudere werknemers wil Carrefour trouwens graag kwijt omdat die toch ‘te duur’ zijn. Voor medewerkers met veel ervaring is er geen respect meer. Vaste contracten werden een zeldzaamheid. De directie heeft liever tijdelijke contracten en studentenjobs. Ik ken collega’s die twee tot vijf jaar lang

ONS RECHT:

Liliane Kemps:

Liliane Kemps: “Er bestond een tijd dat we met genoeg volk in vrolijk ogende winkels werkten. Iedereen ging toen met plezier naar zijn werk. We hadden nog tijd om bejaarden, gehandicapten of andere klanten extra behulpzaam te zijn. Jubilarissen werden uitgebreid in de bloemetjes gezet, en er waren geregeld mooie feestjes met alle toeters en bellen. Dat hoofdstuk werd definitief afgesloten toen we in 2000 werden overgenomen door Carrefour. Feesten voor jubilarissen geven ze nu op een zondag; van een dag klein verlet is geen sprake meer.” “Aanvankelijk gaven we de Fransen het voordeel van de twijfel. Maar al gauw bleek dat ze de druk op het personeel wilden opvoeren. De tijd voor koffiepauzes bijvoorbeeld wordt nu heel stipt aangehouden. Op tijd stoppen is er voor een kassierster niet meer bij: ze moet en zal eerst haar klant afwerken.” “Ik herinner me hoe de klanten in de Priba van Burcht een koninklijke behandeling kregen. Winkeldirecties hielden destijds in hun uurroosters zelfs rekening met de werktijden van partners. Nu is zoiets ondenkbaar. Alles moet, niks kan nog.”

Niet voor niets zijn veel jonge collega’s gedwongen lang in Hotel Mama te blijven resideren.

6 ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

or-feb09.indd 6

02-02-2009 12:01:27


met tijdelijke contracten in dienst zijn. Carrefour zorgt er wel altijd voor dat het netjes binnen de krijtlijnen van de wet blijft.” De vakbonden luidden de noodklok toen Carrefour de nieuwe hypermarkt ‘Blauwe Toren’ in Brugge in een ander paritair comité zette om zo flink op de loon- en arbeidsvoorwaarden te kunnen besparen? L i l i a ne K e m ps : “Blauwe Toren zit in PC 202.01 en is daarmee een zelfstandige levensmiddelenwinkel. Na onze acties sloten we een sociaal akkoord dat de nadelen voor de werknemers daar toch een stuk beperkt. De gesplitste uurroosters bijvoorbeeld werden afgevoerd.” “Maar als een werknemer van Blauwe Toren uit pure noodzaak een tweede job wil aanvaarden, moet hij nog altijd eerst de toestemming krijgen van de directie. Carrefour houdt er liever geen rekening mee dat sommige mensen twee jobs moeten doen. Ze hebben zich maar aan te passen, is het motto.” “De winkel in Brugge ging van start met zo’n 150 medewerkers. Maar een aantal van hen hield het al voor bekeken. Er is daar veel te weinig volk om zo’n grote winkel open te houden. De werknemers hebben er nog altijd weinig te vertellen.”

Hogere werkdruk Even terug naar de winkels in het algemeen. De stress nam aanzienlijk toe bij het winkelpersoneel? Liliane Kemps: “De werkdruk steeg gevoelig, ja. Na de Carrefour-vestigingen pakten ook de Supers uit met een systeem waarbij goederen uit vrachtwagens worden afgeladen op speciale karren. Alles tot en met het plaatsen van de producten in de winkelrekken wordt exact getimed. Op de werkvloer moeten mensen voor drie of vier zien te werken, terwijl het aantal managers en kaderleden blijft aandikken. Elke dag maken we het mee dat vrijgekomen jobs niet meer worden ingevuld. Onder druk van concurrenten als Aldi en Lidl tracht Carrefour almaar goedkoper te werken.” “De werknemers worden continu aangepord om sneller te werken. Ouderen vindt het management niet alleen te duur maar ook te traag. ‘Ze passen zich niet genoeg aan’. En ‘ze hebben te veel moeite met de computer’. Zulke dingen. Veel oudere werknemers gingen met brugpensioen, anderen tellen af.” “Denk niet dat jongeren het veel gemakkelijker hebben. Zij worden zonder veel opleiding meteen voor de wolven gegooid. Met een halftijds contract moeten ze zien te overleven. Geen wonder dat veel jongeren snel naar ander werk uitkijken.” “Het zal evenmin verbazen dat we erg veel zieken onder het personeel hebben. In sommige winkels kan dat oplopen tot 30 procent van het personeel. De mensen kunnen de hoge werkdruk vaak niet meer aan.” ONS RECHT:

© foto: daniël rys

ONS RECHT:

Het sociaal overleg is nog een schaduw van wat het vroeger was? L i l i a ne K e m p s : “Er zijn aparte ondernemingsraden voor de hypermarkten, de supermarkten en de centrale diensten. De NV Brugge Retail (Blauwe Toren) valt daarbuiten. Gelukkig mogen we in Brugge ook een vakbondswerking uitbouwen. Gemakkelijk wordt dat niet want veel jonge mensen zijn bang om te worden ontslagen als ze hun nek uitsteken. In het arbeidsreglement in Brugge staan niet minder dan 28 punten die kunnen dienen om iemand dringend te ontslaan. Het zijn daar allemaal tijdelijke contracten. Veel werk aan de winkel dus.” “In het algemeen kan je niet meer spreken van een ernstig sociaal overleg bij Carrefour. Als de bonden vragen stellen, reageert de directie arrogant en tyranniek. Voor de bespreking van de jongste kwartaalbalans zaten we met 150 mensen samengepakt in een veel te kleine zaal. Het was er benauwd, een tafel om te schrijven stond er niet, en er was welgeteld één micro aanwezig. De bonden verlieten die vergadering en eisten een nieuwe meeting. Die kwam er nooit.” ONS RECHT:

GB Express ONS RECHT: Voor de klanten zijn alle winkels van Carrefour één pot nat?

“Inderdaad, maar dat klopt dus niet. De vestigingen van GB Express zijn zelfstandige zaken die worden uitgebaat door franchisenemers. Die winkels snoepen veel omzet af van de traditionele Carrefours. De klanten beseffen te weinig dat ze bij een GB Express meer betalen. Veelzeggend is dat nogal wat directeurs van het bedrijf allemaal hun eigen GB Express openden.” “In 2007 sloot Carrefour 16 Super GB’s om ze meteen daarna te heropenen als franchisewinkels. Het zogenaamde Copperfield-plan. Nu spreekt Carrefour van een vervolg op Copperfield. We houden ons hart vast.”

Liliane Kemps:

Carrefour zwaait nu met de slogan ‘Specialist in het vers!’, maar dat is een lachtertje? Liliane Kemps: “Klopt. Neem nu de slagerijen, die uitbesteed zijn. Aanvankelijk lagen die er prachtig bij en hadden ze genoeg personeel. Nu verkopen die alleen nog voorverpakte vleeswaren in zelfbediening. Onze eigen vleeswarenstands waren veel beter verzorgd. Voor de verkoop van gsm’s en goud koos Carrefour ook voor uitbesteding. Telkens opnieuw leidde dat tot een verlies aan kwaliteit en service. Moet je je dan nog afvragen waarom concurrenten het beter doen? Eén ding staat vast: bij Carrefour tellen niet de werknemers, maar de centen.” n ONS RECHT:

FEBRUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 7

or-feb09.indd 7

02-02-2009 12:01:29


distributie

“Jong of oud, iedereen moet almaar flexibeler werken” Een getuigenis van tussen de tapijten en het behangpapier

Denis Bouwen

Carpetright, Home Market, Heytens, Kwantum: allemaal bekende ketens uit de branche van de woninginrichting. Vera Peumans (*) werkt als verkoopster in een winkel van één van deze ketens. “Ons bedrijf probeert de werknemers zoveel mogelijk uren tegen zo weinig mogelijk loon te laten presteren”, vertelt ze aan Ons Recht. “Jong of oud, iedereen moet almaar flexibeler werken. En de klanten, die kafferen je geregeld uit. Maar toch doe ik mijn werk nog altijd graag.” Vera Peumans is een 63-jarige gescheiden vrouw met een volwassen dochter en twee kleindochters. Haar vader is overleden. En moeder, die aan dementie lijdt, is in een rusthuis opgenomen. “Voor mijn moeder nam ik tijdskrediet en ben ik viervijfde gaan werken. Mijn broer helpt wel wat, maar die heeft ook nog zijn gezin.” Onze verkoopster bleef niet gespaard van gezondheidsproblemen. Ze lijdt aan artrose en artritis. “Ik loop een beetje scheef, maar blijf toch aan de slag. Als ik te veel tapijten moet snijden, heb ik de dag daarna moeite om te lopen. Gelukkig kan ik voor dat werk vaak een beroep doen op jongere collega’s.” Peumans deed in haar leven eigenlijk nooit ‘licht werk’. Toen ze 54 was, werd de winkel waar ze toen werkte – een zaak in kopieermachines – gesloten. “Ik moest dus opnieuw solliciteren. Gelukkig kon ik op diverse plaatsen aan de slag: bij Brantano, bij Pecotex, in een keuken van een cateringbedrijf en bij de winkelketen waar ik nu werk. Ik koos voor de woninginrichting. Op zich was het wel fijn te kunnen vaststellen dat ik als vijftigplusser nog een kans kreeg.” Bij de keten waar Vera Peumans nu werkt, is ze aan haar tweede winkel toe. De keten heeft zowel eigen vestigingen als franchisewinkels. “Jonge collega’s vertrekken soms even vlug als

ze gekomen zijn. Niet iedereen is gediend van zwaar werk, wisselende uren en lage lonen. Het zal geen toeval zijn dat onze keten ook kansen geeft aan oudere mensen: die lopen minder snel weg.”

Duizendpoten De winkelketen verkoopt tapijten en andere vloerbekleding, gordijnen, verf, behang en aanverwante artikelen. “Wij moeten niet alleen verkopen maar ook facturen opstellen, bestellingen opnemen en opvolgen, leveranciers en plaatsers bellen of e-mailen, de winkel, de keuken en de wc’s schoonmaken en zorgen dat de winkelruiten proper blijven. En er is nog meer: we moeten de winkel decoreren, stalen behang installeren, vinyl en vast tapijt snijden, klanten helpen bij het inladen van producten, lampen vervangen, vrachtwagens laden en lossen en ga zo maar door. Kortom, we zijn ware duizendpoten, en dat voor een bescheiden loon. We moeten heel veel kennis opbouwen zonder dat we een echte opleiding van de keten krijgen. Als we klussen in de winkel moeten uitvoeren, brengen we soms noodgedwongen eigen materiaal mee. Thuis doe ik ook nog soms retouches.” Een jonge kracht verdient in de keten naar verluidt rond de 1.100 euro netto per maand. “Met mijn viervijfde kom ik als oudere werknemer ook aan 1.100 euro. Gelukkig past de RVA nog zo’n 200 euro bij in het kader van mijn tijdskrediet. Met 1.300 euro kom ik rond, maar 250 euro extra per maand zou ik met beide handen aanpakken. Als ik nu met pensioen zou gaan, krijg ik 750 euro per maand. Daarom wacht ik liever nog twee jaar. Tegen die tijd kan ik 950 euro pensioen ontvangen.” “Van maaltijdcheques, pensioenspaarplannen of hospitalisatieverzekeringen is bij ons geen sprake. Maar als we bepaalde stoffen verkopen of streefcijfers overschrijden, krijgen we van de directie wel een percentje. Als er een bonus is, beland je soms in een hogere belastingschijf, met als gevolg dat je aan het eind van de maand netto minder overhoudt dan gewoonlijk. Voor 2009 geldt de regel dat we met de hele winkel een bepaald omzetcijfer moeten halen om een bonus binnen te halen.

Niet iedereen is gediend van zwaar werk, wisselende uren en lage lonen. Het zal geen toeval zijn dat onze keten ook kansen geeft aan oudere mensen: die lopen minder snel weg.

Er is nog wel een ander extraatje: twee keer per jaar krijgen we aankoopbonnen om in onze eigen winkels producten aan te kopen. Maar je kan niet blijven behangen of tapijten kopen. Op den duur geef ik zulke bonnen dan maar weg aan vrienden of familie.”

Herkenning De vakbondsacties bij de warenhuisketen Carrefour en bij Ikea riepen bij Vera Peumans gevoelens van herkenning op. “Die acties leken mij meer dan gerechtvaardigd. Maar bij ons is het nog erger dan bij een keten als Ikea. Bij Ikea vroegen de werknemers stoelen om ’s te kunnen zitten. In onze keten is zitten op een stoel uit den boze. Speciale kledij krijgen we niet, behalve dan een hemd met het bedrijfslogo. Omdat we vaak op de grond moeten zitten om tapijt te snijden, gaan onze broeken geregeld kapot. Het bedrijf doet daar niets voor terug. En als er bijvoorbeeld verf op je kleren terechtkomt, hoef je ook geen geste te verwachten.” Peumans voelt zich grotendeels in de steek gelaten door de directie van de keten. “Aan ons hoofdkantoor moeten we niet te veel vragen. Als we een vraag hebben, mogen we niet bellen maar moeten we e-mailen, want anders hebben ze te veel last.” Met inbegrip van de gerant(e) zijn er in een doorsnee winkel vijf personeelsleden. De winkels zijn van maandag tot zaterdag elke dag van 9.30u tot 18.30u open. “Elke medewerker heeft een vaste dag in de week. Als er iemand ziek wordt, zitten we sowieso in de puree. Eigenlijk zitten we constant met te weinig personeel. Onze klanten hebben nu eenmaal de nodige uitleg nodig. Een vaste kassier(ster) is er in onze winkels niet. Tegen de klanten trachten we altijd vriendelijk te blijven, ook al reageren ze soms bitsig. Een zuur gezicht opzetten tegen een klant heeft geen zin. En aan ons lage loon heeft zo’n klant ook geen boodschap. Onder de collega’s in de winkel heerst doorgaans wel een fijne sfeer, toch een opsteker.” In december werden in Peumans’ winkel twee extra mensen aangeworven zodat de bezetting steeg naar zeven personeelsleden. “Maar het feest was van korte duur. We hadden te veel volk in dienst, oordeelde het management. Er is nu een nieuwe, jonge baas bij de keten. Die beweert zelfs dat we een winkel met twee mensen moeten kunnen open houden. Gekkenwerk, natuurlijk!”

8 ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

or-feb09.indd 8

02-02-2009 12:01:29


Veeleisende klanten Het cliënteel wordt almaar veeleisender en moeilijker, zo blijkt. “Als een gordijn verkeerd gemaakt is, reageert de klant zich soms af op de verkoper. Het gebeurt zelden dat een klant toegeeft dat hij zelf foute informatie gaf. Sommige mensen kunnen je erg kleineren en uitschelden.” Middagpauzes (één uur) worden dikwijls vroegtijdig afgebroken omdat er een klant is die bediend moet worden. “De directie vindt het heel normaal dat we een deel van onze middagpauze opofferen”, zucht Peumans. “Op vijf of zes avonden per jaar is er een koopavond, en dan krijgen we de vraag om van 9.30u tot 21.00u te werken. Persoonlijk maakte ik bezwaar tegen die werkuren, en daarmee hielden ze toch rekening. Als je overuren weigert, krijg je soms de rekening gepresenteerd wanneer je vakantie wil opnemen, weet ik uit ervaring. Zelf heb ik nog altijd 30 overuren en twee verlofdagen uit 2008 die ik nog moet recupereren.” Over de geranten en de ‘district managers’ bij de keten is Vera Peumans niet erg te spreken. “Eigenlijk moeten dat mensen zijn die niet vies zijn om een handje toe te steken. Maar de praktijk is dikwijls heel anders. Onze gerante zit geregeld thuis maar blaft ons wel af wanneer er iets niet in orde is. In december moesten we niet alleen onze klanten voorthelpen maar ook

de koopjes voorbereiden. Beide taken combineren is niet eenvoudig. De district manager was op een aantal punten niet tevreden, en dat hebben we ook geweten.” Peumans ervaart dat geranten met name jonge medewerkers voor alles en nog wat optrommelen. Jongeren die meestal niet durven tegen te spreken. “Ikzelf kan niet dezelfde mate van flexibiliteit opbrengen en ik stel mijn grenzen. Onze gerante vindt me daarom een koppigaard. Ze eist van haar mensen heel veel, maar doet zelf gewoon haar uren.”

teit van sommige stoffen nog te zwijgen.” In het algemeen vindt onze gesprekspartner dat een betere, vlottere communicatie met de directie veel problemen zou oplossen. “Onze directie moet van haar troon af komen en beseffen dat de verkopers in de winkels ook hun salaris mogelijk maken. Het fundamentele probleem is dat de directie veel te weinig luistert. Ze vraagt te weinig aan de medewerkers of nieuwe ideeën wel uitvoerbaar zijn in de praktijk.”

Confectie in Turkije

Over de vakbonden is Peumans ook kritisch. “In 2008 bekroop me even de goesting om me kandidaat te stellen voor de sociale verkiezingen. Maar uiteindelijk deed ik het toch niet. Ik heb nog maar een paar jaar te werken en heb geen zin om me veel extra miserie op de hals te halen. Toch verdienen mijn jongere collega’s beter, vind ik. Onze huidige vakbondsafgevaardigden zijn geen slechte mensen, maar ze lopen te veel de bazen achterna. De vakbondsdelegatie bereikt bij ons bitter weinig. Bij mijn vorige werkgever was dat heel anders.” “Toch denk ik dat vakbonden een heel nuttige rol te vervullen hebben. In een bedrijf als het onze worden de belangen van de werknemers te weinig verdedigd. Op de geranten hoeven we niet te rekenen want die horen in mijn ogen bij de leiding. Een sterke vakbondsdelegatie zou kunnen bemiddelen in geschillen met de directie.” n

Vera Peumans heeft ook oog voor de situatie bij de toeleveranciers. Die situatie is verre van rooskleurig. “Vroeger werkten we prima samen met een confectieatelier in België. Maar op zeker ogenblik ging dat atelier werken met personeel in Polen. En nu gebeurt onze confectie in Turkije. Op de foto’s ziet het er ginder allemaal heel netjes en modern uit. Maar in de praktijk zijn de werkomstandigheden er schandalig. De werknemers in Turkije moeten van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat werken en verdienen maar een schijntje. Door het snelle werk maken ze ook makkelijker fouten natuurlijk, wat wil je. Om over de kwali-

Vakbonden

(*) De geïnterviewde kreeg op haar eigen verzoek een schuilnaam.

FEBRUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 9

or-feb09.indd 9

02-02-2009 12:01:30


arbeids-gericht marc weyns

Werknemers zijn niemands eigendom Een profvoetballer heeft een contract met een makelaar waarin bepaald wordt dat hij de ‘exclusieve eigendom’ is van die makelaar. Als hij van club verandert zonder het akkoord van zijn makelaar, moet hij een schadevergoeding betalen. Bij het einde van het contract met de makelaar staat het de voetballer vrij een andere club te zoeken, maar die vrijheid krijgt hij pas na de betaling van 8.675 euro. In een striemend arrest van 29 september 2008 keurde het Hof van Cassatie die praktijk af. Enkel de wet kan een beperking opleggen voor de vrijheid om een bezoldigde beroepsactiviteit uit te oefenen. Een overeenkomst die tot doel heeft dat iemand de andere partij kan verhinderen vrij zijn beroepsactiviteit uit te oefenen, heeft een ongeoorloofde oorzaak en is absoluut nietig. Een heel terechte en duidelijke uitspraak van het hoogste rechtscollege.

sche proef af te leggen. Daarbij mag het niet gaan om productieve arbeid; er mag geen loon worden betaald (wel een vergoeding voor gemaakte kosten) en de test mag niet langer duren dan strikt nodig. Om de werkgever en de werknemer te laten beoordelen of ze werkelijk aan elkaars verwachtingen beantwoorden, kan in een arbeidsovereenkomst een proefperiode worden afgesproken. De sollicitant was dus werknemer geworden in het bedrijf. Door hem na 2,5 dagen naar huis te sturen, verbrak de werkgever de arbeidsovereenkomst.

Aansprakelijkheid werknemer Het gebeurt wel eens dat een werknemer een fout maakt bij de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst. Voor de schade die mo-

Sollicitatietest of productieve arbeid? Een sollicitant moet een praktische proef afleggen van 2,5 dagen, waarbij hij ingeschakeld wordt bij het onthaal van het cliënteel. Het bedrijf betaalt een vergoeding van 170 euro. Na die 2,5 dagen laat de werkgever weten dat het resultaat van de proef niet goed genoeg is. De sollicitant kan dit niet aanvaarden. Door meer dan twee dagen productieve arbeid uit te voeren, ontstond immers een arbeidsovereenkomst. Het arbeidshof in Bergen steunt in een arrest van 1 september 2008 h et s t a n d p u n t van de sollicitant. De rechter bevestigt dat een sollicitant de vraag kan krijgen om een prakti-

gelijk daaruit voortvloeit, is hij in de regel niet aansprakelijk. Alleen bij bedrog, een zware fout of een regelmatig terugkerende lichte fout kan de werknemer aansprakelijk gesteld worden. Een werknemer moet zijn werkgever op een beurs vertegenwoordigen. Daar krijgt hij wijn aangeboden. Hij drinkt een paar glazen en veroorzaakt daarna helaas een verkeersongeval. De boete is helemaal ten laste van de werknemer. Als de zaak ook nog een staartje krijgt voor de strafrechter, zal hij voor die gevolgen moeten opdraaien. De schade aan de bedrijfsauto moet hij niet vergoeden. Volgens het arbeidshof in Brussel is het rijden onder invloed van alcohol in dit geval geen zware fout in de zin van de arbeidsovereenkomstenwet. Hoewel het niet de werkgever zelf was die de wijn aanbood, was het gebruik van alcohol wel aan de werkomstandigheden toe te schrijven. Daarom besloot de rechter op 18 februari 2008 dat de werkgever de schade zelf moest dragen.

Overdracht van onderneming: geen wijziging van arbeidsvoorwaarden In het bedrijfsleven is het schering en inslag dat ondernemingen of afdelingen ervan worden verkocht en overgedragen aan een ander bedrijf. De werknemers van een (afdeling van een) onderneming moeten bij een overdracht mee worden overgenomen met het behoud van hun loon- en arbeidsvoorwaarden. Die bescherming staat in een Europese richtlijn die in België een concrete uitvoering kreeg met de cao 32bis. Een winkel werd overgenomen door een andere vennootschap. De nieuwe werkgever meende de cao 32bis te kunnen omzeilen. Uitgerekend op de dag van de overdracht van de onderneming, sloot hij met een kassierster die al ruim vier jaar in de winkel werkte, een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd. Het arbeidshof in Brussel floot die werkgever op 24 juni 2008 terug. De rechter zei dat een werkgever en een werknemer in beginsel wel kunnen afspreken om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in onderling akkoord stop te zetten en te vervangen door een contract van bepaalde duur. Maar zoiets mag niet gebeuren bij een overdracht van de onderneming. n

10 ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

or-feb09.indd 10

02-02-2009 12:01:31


financiën ??

Zoveel mogelijk jobs redden bij Fortis Bank is de boodschap

LBC-NVK pleit voor Hoge Raad voor Financiën Financiële crisis vraagt om initiatief van vakbonden en werkgevers

Juridisch steekspel verhindert overname door BNP Paribas

Vakbonden mengen zich maar zelden in de debatten op aandeelhoudersvergaderingen. Maar in het Fortisverhaal moeten ze wel hun stem laten horen. Als we zoveel mogelijk banen bij Fortis Bank willen redden, moet de deal met BNP Paribas doorgaan, zeggen de LBC-NVK, zijn Franstalige tegenhanger CNE en het ACLVB.

D

e Fortis Bank en haar werknemers werden de speelbal van aandeelhoudersgroepen die nog enkel denken aan de waarde van hun aandelen. Wat de sociale gevolgen van bepaalde keuzes zijn, is voor hen van weinig of geen tel. Sinds maanden kan de Fortis Bank geen kant meer op. Dit ‘immobilisme’ dreigt voort te duren als er niet snel een duurzaam industrieel project op poten wordt gezet. Elk toekomstscenario zal rekening moeten houden met de financiële crisis. Diverse spelers tekenen eigen scenario’s uit, telkens op basis van eigen belang. De overname van de Fortis Bank door BNP Paribas is één optie. Anderen willen de Fortis Bank zelfstandig houden of dringen aan op de vorming van nieuwe Belgische grootbank.

Belgische grootbank? Als de plannen voor een nieuwe Belgische grootbank werkelijkheid worden, leidt dit alleszins tot een massale slachtpartij voor de werkgelegenheid. Wanneer diverse Belgische banken samengaan, zal het management uiteraard niet alle kantorennetten intact houden. De Fortis Bank op eigen houtje laten voortboeren is ook een hachelijke onderneming. Niemand kan een snelle realisatie van zo’n scenario garanderen. Laat staan dat het succes zeker zou zijn. Als de Fortis Bank zelfstandig

blijft, valt een nog drastischer verlies van jobs te vrezen.

Concrete uitweg De geplande deal met BNP Paribas is concreet. En de bonden konden de Franse partner al een beetje leren kennen. BNP Paribas is een grote speler in de financiële sector die in zijn bedrijfscultuur enig respect opbrengt voor lokale markten. Is BNP Paribas dé ideale partner? Ook met deze groep zullen er klappen vallen. Een Franse eigenaar zal ook inkrimpen bij de Fortis Bank. En BNP Paribas is niet immuun voor de financiële crisis. Ook met BNP Paribas zullen de vakbonden een duchtig robbertje moeten uitvechten. Toch kiezen de bonden voor BNP Paribas. De Fortis Bank moet zo vlug mogelijk de impasse doorbreken. Er is dringend nood aan een industrieel scenario dat vooruitzichten biedt voor de werkgelegenheid. De bonden zijn het kotsbeu dat ‘derden’ zich de luxe veroorloven om het bedrijf in een wurggreep te houden via gerechtelijke procedures. Zo zal zonder enige twijfel tewerkstelling verloren gaan. De oplossing van de problemen bij de Fortis Bank zal pijn doen, beseffen de vakbonden. “Maar we kiezen liever voor een context die we kennen dan een sprong in het ongewisse te maken. In het scenario met BNP Paribas zullen meer mensen nog hun brood verdienen bij de Fortis Bank dan in andere draaiboeken. Geen enkel scenario biedt absolute zekerheid. Maar de keuze voor BNP Paribas geeft toch meer garanties voor een goede afloop.” Bij de Belgische afdeling van de noodlijdende Kauphting Bank werd op 19 januari een sociaal akkoord bereikt. Er worden 33 personeelsleden ontslagen. En tien andere werknemers worden overgenomen door Landbouwkrediet. Door het sociaal plan krijgen de ontslagen mensen een licht verbeterde ‘formule Claeys’. Ze behouden ook tijdelijk bepaalde extralegale voordelen. De Kauphting Bank had geen vakbondsafvaardiging. Er was dan ook geen gestructureerd sociaal overleg. n

B

ankiers en verzekeraars werden allebei zwaar getroffen door de financiële crisis. De bonden willen al het mogelijke doen om de belangen en inkomens van de werknemers in de sector te verdedigen. “Wij houden een flinke kater over aan de crisis”, zegt Stefaan Decock, nationaal secretaris financiën bij de LBC-NVK. “Dit maken we liever geen tweede keer mee.” De financiële crisis vraagt om Europese en wereldwijde ingrepen. Maar ook in eigen land is een bundeling van krachten noodzakelijk, luidt het. Meer dan ooit hebben banken en verzekeraars er belang bij om hun geschonden blazoen op te poetsen. “Als we willen vermijden dat de politici cavalier seul spelen, moeten we zelf initiatieven nemen”, stelt de LBC-NVK. De federale regering pakte uit met een ‘Hoog Comité voor een nieuwe financiële architectuur’. Maar vakbonden en werkgevers kregen geen vertegenwoordigers in die nieuwe structuur. “Laten we daarom met de werkgevers een Hoge Raad voor Financiën in het leven roepen”, zegt Decock. Op diverse vlakken kan een Hoge Raad voor Financiën nuttige adviezen uitbrengen. Denk aan de herwerking van het koninklijk besluit over de economische en financiële informatie in de sector (1973) en de aanpassing van de boekhoudregels. “En we kunnen ook zinnige dingen zeggen over de bescherming van consumenten, de transparantie in de sector en het financiële toezicht.” n

© foto: daniël rys

Stefaan Decock

Vakbonden en werkgevers moeten samen werk maken van een nieuwe Hoge Raad voor Financiën. Dat vindt de LBC-NVK. Een Hoge Raad voor Financiën kan helpen om antwoorden te vinden op de crisis in de financiële sector, denkt de bediendevakbond. Ook experts verdienen mogelijk een plaatsje in zo’n Hoge Raad.

FEBRUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 11

or-feb09.indd 11

02-02-2009 12:01:32


onthaalouders Jan Deceunynck

© foto: daniël rys

De Vlaamse overheid kondigde eind vorig jaar aan 78,8 miljoen euro te investeren in kinderopvang. Goed nieuws, denk je dan. Maar het optimistische cijfer krijgt al gauw een wrang randje: 42,5 miljoen wordt besteed aan de commerciële opvang, die nu goed is voor zowat een derde van de opvangplaatsen. En daar passen toch bedenkingen bij, vindt Fatiha Dahmani, die namens de LBC-NVK de kinderopvangsector opvolgt.

Extra overheidssteun voor commerciële kinderopvang Maar geen garanties op betere kwaliteit

“D

e Vlaamse overheid kiest veel te snel en veel te veel voor de zelfstandige kinderopvang”, zegt Dahmani. “Want het is voor haar een goedkopere oplossing dan de erkende sector.”

Is het niet logisch dat de overheid naar de goedkoopste oplossing zoekt? Fatiha Dahmani: “Het kostprijsverschil is er niet zomaar. De erkende sector legt de lat hoger. Zo ligt de personeelsnorm daar hoger. Een onthaalouder van een erkende dienst mag 4 kinderen bijhouden, in de privé-sector zijn dat er 7. Verder worden in erkende kribbes hogere kwaliteitseisen gesteld aan het personeel. Die kribbes schakelen gekwalificeerd en beter betaald personeel in. Er moet een minimumaantal kinderverzorgsters zijn en er wordt regelmatig bijscholing voorzien. Die keuze voor kwaliteit maakt het duurder. Louter op basis van de kostprijs kiezen voor meer plaatsen in de zelfstandige sector, is geen goede politieke keuze. Zo verlies je aan kwaliteit. Kiezen voor die sector betekent kiezen voor een systeem waarin nog amper kwaliteitstoezicht bestaat of ondersteuning voorzien is voor de onthaalouders.” “Bovendien liggen in de zelfstandige sector de lonen lager en Ons Recht:

werken ze daar veel met schijnzelfstandigen. Een vakbond heeft het daar moeilijk mee, nog los van de overtuiging dat kinderopvang veel te belangrijk is om zoiets over te laten aan de zelfstandige sector.”

Fiscaal attest Kind en Gezin controleert de kwaliteit van de zelfstandige initiatieven toch ook? Fat i h a Da h m a n i : “Niet altijd. Zelfstandige onthaalouders en privé-kribbes kunnen bij Kind en Gezin een attest van toezicht vragen. Dat is niet verplicht en het is vooral promotioneel interessant, want het geeft ze de kans om de ouders een fiscaal attest te geven. Zo kunnen ouders de kosten voor kinderopvang fiscaal aftrekken. In de praktijk betekent het dat de onthaalouder of kribbe om de drie jaar gecontroleerd wordt. Bovendien kennen veel ouders het verschil niet tussen een erkende kribbe of onthaalouder en een voorziening met een attest van toezicht.” Ons Recht:

Wat wil de overheid met de 42,5 miljoen euro doen? Fatiha Dahmani: “Het geld zou de zelfstandige sector in staat moeten stellen ook daar sociale tarieven toe te passen. In de erkende sector betalen ouders in Ons Recht:

verhouding tot hun inkomen. In de zelfstandige sector was dat nog niet zo. Met de extra overheidssteun zou dit ook daar mogelijk worden. Eigenlijk bepalen de zelfstandigen nog altijd de prijzen maar de overheid past dan de verschillen bij. Bovendien zal Kind en Gezin de extra administratieve rompslomp opvangen.” “De invoering van sociale tarieven in de privé-sector is op zich een goede zaak. Maar het is wel een gemiste kans dat de overheid geen kwaliteitseisen koppelt aan die steun. De zelfstandige sector klaagt geregeld dat de branche niet leefbaar is. Het lijkt nooit genoeg: meer geld, minder inmenging, minder regels, minder kwaliteitseisen, ... Ze willen wel de lusten, maar niet de lasten. Dat kan niet. Wij hebben niks tegen een privé-sector in de kinderopvang. Maar het is niet de rol van de overheid om die zo zwaar te ondersteunen. Zeker niet als daar niets tegenover staat. Iedereen heeft recht op betaalbare kinderopvang. Als de Vlaamse regering écht iets voor de ouders had willen doen, had ze dat geld beter gebruikt voor meer plaatsen in de erkende sector.” “Deze maatregel heeft bovendien een pervers effect: in de praktijk betekent het dat zelfstandige onthaalouders een stuk meer kunnen

verdienen. Door de bijpassing ontvangen ze een hogere vergoeding, ze vangen meer kinderen op dan de erkende onthaalouders, moeten geen opleiding volgen en worden niet door een bevoegde dienst gecontroleerd en opgevolgd. Nu kunnen ze ook nog hun diensten aanbieden tegen dezelfde prijzen als de erkende sector. Sommige kandidaat-onthaalouders worden door een dienst geweigerd omdat ze niet geschikt zijn, en starten dan gewoon als zelfstandige.”

Leegloop Ons Recht: Wat betekent dit voor de erkende kinderopvang? Fat i h a Da h m a n i : “We vrezen voor een leegloop in de erkende sector. Voor de kribben is het probleem niet zo nijpend, maar vooral de onthaalouders zouden massaal kunnen overstappen naar de privé-sector. Daarom zullen we, samen met de werkgevers uit de erkende sector, dringend overleggen met de overheid. Wij willen dat de onkostenvergoeding naar omhoog gaat. En dat de overheid de beloofde 10 miljoen snel investeert in een volwaardig werknemersstatuut waarvoor we nu al jaren ijveren. Op 13 maart voeren we opnieuw actie in Brussel. Iedereen is uiteraard van harte welkom die dag aan het Centraal Station in Brussel!” n

12 ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

or-feb09.indd 12

02-02-2009 12:01:35


dossier woon-werkverkeer ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

© foto: daniël rys

WOON-WERKVERKEER

FEBRUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 13

or-feb09.indd 13

02-02-2009 12:01:37


dossier WOON-WERKVERKEER ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

Ivo Verreyt

Een werknemer gaat naar zijn werk met eigen vervoer of met trein, tram of bus. In principe moet de werknemer zelf opdraaien voor de kosten van dit vervoer. Maar soms moet de werkgever volledig of gedeeltelijk bijdragen tot de kosten.

A

ls de werknemer bijvoorbeeld een treinkaart van de NMBS of een bus- of tramabonnement van De Lijn of de MIVB koopt, moet de werkgever een deel van deze kosten betalen. In nogal wat paritaire comités en ondernemingen zijn bovendien afspraken gemaakt die de werkgeverstussenkomst voor woon-werkverkeer uitbreiden naar werknemers die met de eigen auto, fiets of motorfiets naar het werk gaan. Voor men zich de vraag stelt hoeveel de werkgever eventueel moet bijdragen tot de kosten voor woon-werkverkeer, zal men eerst moeten nagaan of, en zo ja welke sectorale of ondernemingsakkoorden er zijn over de verplaatsingskosten bij woon-werkverkeer. In dit dossier bespreken we eerst de regels die gelden voor werknemers waarvoor er géén sectorale of ondernemingsafspraken bestaan. We geven ook een overzicht van de sectorale afspraken waarbij de LBC-NVK betrokken is. Ten slotte geven we een overzicht van de nieuwe bedragen voor de werkgeverstussenkomst in de treinkaarten vanaf 1 februari 2009.

Algemene regeling De algemene regeling vinden we terug in de cao 19ter van de Nationale Arbeidsraad. Deze cao is er voor alle werknemers waarvoor geen afwijkende (en voordeligere) collectieve sectorale of ondernemingsakkoorden gelden. Het akkoord bepaalt enkel dat de werkgever verplicht is tussenbeide te komen in de verplaatsingskosten van de werknemer als deze het openbaar vervoer gebruikt. Naargelang het geval geldt deze regeling dus enkel als de werknemer zich daadwerkelijk naar zijn werk verplaatst per trein, met de bus, tram of metro, of met een combinatie van deze openbare vervoermiddelen. Bovendien moet de afgelegde afstand voor andere vervoermiddelen dan de trein minstens vijf kilometer bedragen voor er recht is op een terugbetaling. In tabel 1 vindt u een overzicht van de paritaire comités die de minimumafstand van vijf kilometer verminderden of afschaften.

© foto: daniël rys

Gratis via de NMBS? Voor werkgevers uit de zogenaamde ‘private’ sector (de ondernemingen die onder het toepassingsgebied van de cao-wet van 5 december 1968 vallen) is het mogelijk een regeling te

14 ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

or-feb09.indd 14

02-02-2009 12:01:38


Wie betaalt de veerman? treffen waardoor hun werknemers niets moeten betalen als zij met de trein van en naar het werk rijden. De nieuwe regeling gebeurt op aanvraag van de werkgever via het afsluiten van een ‘derdebetalercontract’ met de NMBS. De werkgever beslist zelf of hij aan dit systeem wil meedoen. Via een derdebetalercontract betaalt de werkgever 80 procent van de treinkaart in tweede klas aan de NMBS; de (federale) overheid past het verschil bij. Op het webadres http://www.brail.be/nat/N/enterprises/commuter/index.php wordt de derdebetalersregeling verder toegelicht. Wanneer een werknemer het gebruik van de trein combineert met de Brusselse trams, metro of bussen van de MIVB, kan dezelfde derdebetalersregeling toegepast worden. Voor trajecten van De Lijn (Vlaanderen) of de TEC (Wallonië) is er geen tegemoetkoming van de federale overheid. In dit laatste geval zal er dus enkel voor het deel van de verplaatsing met de trein een tegemoetkoming zijn. De werkgever kan wel vrij beslissen om ook dit deel nog ten laste te nemen. Hetzelfde geldt eventueel voor het prijsverschil tussen eerste en tweede klas in de trein.

Met de trein Werknemers waarvoor de werkgever geen derdebetalersovereenkomst met de NMBS afsloot, hebben via de cao 19ter toch recht op terugbetaling van een deel van de kosten die zij moeten maken als zij een treinkaart kopen. Al in 1962 werden werkgevers verplicht tussenbeide te komen als hun werknemers een ‘sociaal abonnement’ kochten. Sinds 1991 gebruikt de NMBS een nieuw type abonnement, de treinkaart. Die kaart verving de vroegere sociale en gewone abonnementen. Wanneer de werknemer gebruik maakt van door de NMBS georganiseerd vervoer, zal de werkgever bijdragen in de prijs van deze treinkaart. De tegemoetkoming van de werkgever staat in tabellen die elk jaar opnieuw bekendgemaakt worden. De tabellen die vanaf 1 februari 2009 gebruikt worden, vindt u in bijlage achteraan dit artikel. De bijdrage van de werkgever is dus een percentage van de kostprijs van de treinkaart.

Naargelang het type treinkaart waarmee de werknemer zich verplaatst, varieert ook de werkgeversbijdrage (per week, per maand, per 3 maanden of per jaar). De bijdrage hangt ook af van het aantal kilometers. De tabel vertrekt van de afstand van een enkele reis, maar de tarieven gelden voor de heen- en terugreis. Om de tegemoetkoming te berekenen moet men dus vertrekken van het aantal kilometer voor een enkele reis. Het daarbij horende bedrag geeft dan de kostprijs en werkgeversbijdrage aan voor de heen- en terugreis. Voor deeltijdse werknemers bestaat sinds 1 februari 1996 nog een afzonderlijke treinkaart, de Railflex-kaart of ‘treinkaart voor deeltijds werkenden’. Met die Railflex-kaart kunnen werknemers die zich niet elke dag verplaatsen, zoals mensen met een deeltijds contract, vijf identieke heen- en terugreizen maken. Die kaart staat ook op naam en bevat een valideringsbiljet voor 10 reizen, dus vijf keer heen en vijf keer terug. Ook voor deze treinkaart zal de werkgever een financiële bijdrage leveren.

Bus, tram, metro Als de werknemer zich met andere vormen van openbaar vervoer dan de trein verplaatst, voorziet de cao 19ter voor de werkgever verschillende mogelijkheden om bij te dragen tot de vervoerkosten. Als de prijs van het vervoer in verhouding staat tot de afgelegde afstand, dan is de tegemoetkoming van de werkgever gelijk aan de prijs van de tegemoetkoming van de werkgever in de treinkaart voor de overeenstemmende afstand (zie tabel in bijlage). Maar de tussenkomst van de werkgever op basis van deze tabel mag niet meer bedragen dan 60 procent van de werkelijke kosten die de werknemer betaalde. Men zal dus de werkelijke vervoerskosten aan 60 procent vergelijken met de prijs van de tegemoetkoming in de treinkaart. De werkgeverstegemoetkoming zal dan beperkt worden tot het laagste van deze twee bedragen. Tegenwoordig wordt deze regeling niet zo vaak meer toegepast. Bij de meeste vervoersmaatschappijen zijn de vervoerskosten immers vast, ongeacht de afstand (bijvoorbeeld bij de Buzzy Pazz voor -25 jarigen of de Omnipas van De Lijn). In dat geval zal de tegemoetkoming van

Tabel 1. Combinatie openbare vervoermiddelen Leeftijd werknemer -25 jaar 25 tot 59 jaar 60 tot 64 jaar

Werkgeverstegemoetkoming voor de volgende abonnementen wekelijks maandelijks driemaandelijks 7 2,00 7 6,40 7 17,60 7 3,00 7 10,00 7 27,50 7 2,50 7 8,30 7 22,70

jaarlijks 7 45,00 7 73,00 7 60,00

de werkgever forfaitair vastgesteld worden op 60 procent van de prijs die door de werknemer effectief betaald is.

Combinatie van openbare vervoermiddelen Als de werknemer de trein combineert met één of meerdere andere openbare vervoermiddelen, kan het zijn dat er slechts één enkel reisbewijs afgeleverd wordt. Dit reisbewijs dekt dus de volledige afstand, en de bijdrage van de werkgever zal dan overeenkomen met de tegemoetkoming voorzien voor de treinkaart voor deze volledige afstand. Wanneer iemand een gecombineerd abonnement NMBS - De Lijn heeft, is sinds 1 juli 2002 door het KB van 26 november 2002 een aanvullende werkgeverstegemoetkoming bovenop de treinkaart verschuldigd. Het huidig bedrag van deze tegemoetkoming vindt u in tabel 1. Als het reisbewijs is opgedeeld per vervoermiddel of als de werknemer per vervoermiddel een ander reisbewijs heeft, dan voorziet de cao 19ter dat er per vervoermiddel een tegemoetkoming berekend moet worden volgens al de hierboven uitgelegde regels. De werkgeverstegemoetkoming is dan de optelsom van elke apart berekende bijdrage.

Terugbetaling door de werkgever Elke maand betaalt de werkgever de tegemoetkoming in de maandelijkse abonnementen. Voor werknemers die meer dan eens per maand betaald worden (en die eventueel met weekkaarten reizen) kan de terugbetaling bij de gewoonlijke uitbetaling van het loon gebeuren. De werknemer die de terugbetaling door zijn werkgever wenst, moet ofwel zijn reisbewijzen of abonnement tonen, ofwel een attest van de NMBS op naam, of een door hem ondertekende verklaring dat hij regelmatig een openbaar vervoermiddel (bus, metro of tram) gebruikt voor een afstand van minstens vijf kilometer. Indien mogelijk zal dit laatste attest het werkelijk afgelegde aantal kilometers vermelden. Als de situatie verandert, moet de werknemer zijn werkgever hiervan zo snel mogelijk op de hoogte brengen. Uiteraard mag de werkgever altijd de echtheid van deze verklaring controleren. Er is geen duidelijkheid, noch in de wetgeving, noch in de rechtspraak, of de tegemoetkoming van de werkgever mag afhangen van de werkelijk gepresteerde dagen. Maar één zaak is duidelijk: als de werknemer een treinkaart of abonnement gebruikt, moet de werkgever de tegemoetkoming volledig betalen voor de looptijd van dit abonnement, ongeacht de FEBRUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 15

or-feb09.indd 15

02-02-2009 12:01:39


dossier WOON-WERKVERKEER ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

PC 209 Metaalfabrikatennijverheid

Geen minimum

PC 211 Petroleumnijverheid en -handel

Minimumafstand 1 km

PC 218 Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor bedienden

Minimumafstand 3 km

PC 219 Erkende controleorganismen

Geen minimum

PC 221 Papiernijverheid

Minimumafstand 1 km

eventuele schorsingen die er kunnen optreden en die uiteraard niet voorzien kunnen worden op het moment dat de werknemer zijn treinkaart of abonnement betaalde. De werkelijke kosten die de werknemer voor zijn vervoer maakte, moeten dus ook (gedeeltelijk) terugbetaald worden. We trekken de redenering door: als de werknemer zich met zijn eigen auto verplaatst, en de werkgever op basis van een akkoord hiervoor ook een tegemoetkoming betaalt, moet er voor de niet gewerkte dagen geen tegemoetkoming betaald worden. Kosten die de werknemer niet maakte, moeten niet terugbetaald worden.

PC 222 Papier- en kartonbewerking

Minimumafstand 3 km

Deeltijdse werknemers

PC 224 Non-ferro

Minimumafstand 3 km

PC 226 Internationale handel, het vervoer en aanverwante bedrijfstakken

Minimumafstand 1 km

PC 303.03 Exploitatie bioscoopzalen

Minimumafstand 1 km

PC 306 Verzekeringen

Minimumafstand 2 km

PC 308 Spaarbanken

Minimumafstand 2 km

PC 310 Banken

Minimumafstand 2 km

PC 311 Grote kleinhandelszaken

Minimumafstand 2 km

PC 312 Warenhuizen

Minimumafstand 2 km

PC 320 Begrafenisondernemingen

Minimumafstand 4 km

PC 321 Groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen

Deeltijdse werknemers hebben tegen exact dezelfde voorwaarden recht op terugbetaling van hun vervoerskosten als voltijdse werknemers. De werkgever mag dus nooit de tegemoetkoming die hij normaal moet betalen a rato de tewerkstellingsbreuk verminderen. Deeltijdse werknemers die zich niet alle dagen verplaatsen, kunnen de ‘Railflex’-treinkaarten gebruiken. Hiervoor zijn ook terugbetalingtarieven voorzien (zie tabel in bijlage). Een bijzonder probleem ontstaat

Minimumafstand 4 km

PC 322 Uitzendarbeid en buurtdiensten

Minimumafstand 2 km

PC 329 Socio-culturele sector

Minimumafstand 3 km

PC 330 Gezondheidsdiensten

Minimumafstand 4 km

Tabel 2. Paritaire comités waar de minimumafstand van 5 km bij een ander openbaar vervoermiddel dan de trein verminderd of afgeschaft werd PC 201 Zelfstandige kleinhandel

Minimumafstand 2 km

PC 202 Kleinhandel in voedingswaren

Minimumafstand 2 km

PC 202.01 Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven Minimumafstand 2 km

als een deeltijdse werknemer verschillende werkgevers heeft, maar voor de verplaatsing naar deze werkgevers hetzelfde traject of een gedeeltelijk samenvallend traject gebruikt. De Nationale Arbeidsraad beveelt voor deze situaties aan dat elke werkgever het deel van de totale werkgeverstegemoetkoming voor zijn rekening neemt, a rato de arbeidsduur bij elk van de werkgevers. Bovendien mag de tegemoetkoming in dat geval niet meer bedragen dan het bedrag dat elke werkgever zou moeten betalen als de werknemer alleen bij hem zou werken. De werknemer moet aan elk van zijn werkgevers de bewijzen bezorgen die nodig zijn voor de tegemoetkoming.

Sectorale afwijkingen Als er in het paritair comité waaronder de werkgever valt geen afwijkende regelingen bij cao zijn overeengekomen of als het paritair comité niet werkt (bijvoorbeeld PC 200), dan gelden al de hierboven vermelde regels. Toch zijn in heel wat PC’s afwijkingen afgesproken in cao’s. In de tabel-

Tabel 3. Paritaire comités waar de tegemoetkoming door de werkgever verhoogd werd

© foto: daniël rys

PC 331 Vlaamse welzijns- en gezondheidssector Minimumafstand 4 km

Paritair comité

Gewijzigde voorwaarde

PC 202 Kleinhandel in voedingswaren

66% van de treinkaart

PC 210 IJzernijverheid

100% van de treinkaart

PC 211 Petroleumnijverheid en -handel

100% van de treinkaart

PC 214 Textiel en breiwerk

100% voor bedienden die met overbruggingsploegen werken – 64,9% voor de anderen

PC 215 Kleding en confectie

Aanvullende vergoeding (7 0,2479) per gepresteerde dag

PC 221 Papiernijverheid

80% van de treinkaart

PC 303.03 Bioscoopzalen

100% van de treinkaart

PC 306 Verzekeringen

80% van de treinkaart

PC 308 Spaarbanken

90% van de treinkaart

PC 310 Banken

100% van de treinkaart

PC 311 Grote kleinhandelszaken

66% van de treinkaart

PC 312 Warenhuizen

66% van de treinkaart

PC 313 Apothekers en tarificatiediensten

70% van de treinkaart

16 ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

or-feb09.indd 16

02-02-2009 12:01:41


len 2 en 3 geven we een overzicht van de sectorale afwijkingen in de paritaire comités die de LBC-NVK opvolgt. Voor meer details over de sectorale regelingen neemt men best contact op met het plaatselijke LBC-NVK-secretariaat.

Gebruik eigen auto Als de werknemer voor zijn woonwerkverkeer gebruik maakt van zijn eigen auto, zal hij hiervoor van de werkgever geen tegemoetkoming krijgen. Toch kan in sommige gevallen de werkgever verplicht worden om tussenbeide te komen, ook als de werknemer geen gebruik maakt van het openbaar vervoer. Werkgever en werknemer kunnen bijvoorbeeld in hun arbeidsovereenkomst afspreken dat de werkgever een vergoeding betaalt voor het woon-werkverkeer, ongeacht de middelen waarmee de werknemer zich verplaatst. Ook kan een cao op het niveau van de onderneming zo’n tegemoetkoming mogelijk maken. Verder zijn in nogal wat paritaire comité’s hierover cao’s afgesloten. Op welke basis de terugbetaling dan gebeurt, zal afhangen van de inhoud van deze overeenkomsten. Meestal zal men de tegemoetkoming berekenen op basis van de werkelijk afgelegde kilometers, en dikwijls wordt hiervoor verwezen naar de werkgeverstegemoetkoming in de prijs van de treinkaart (zie tabel in bijlage). In andere gevallen berekent men de tegemoetkoming dan weer op basis van de kilometervergoeding die door de staat aan rijksambtenaren toegekend wordt. Als de werknemer voor zijn woonwerkverkeer een bedrijfswagen gebruikt, dan is uiteraard geen werkgeverstegemoetkoming verschuldigd: de werknemer heeft immers geen kosten die de werkgever kan terugbetalen. In tabel 4 staat een overzicht van de paritaire comités die de LBCNVK opvolgt en waar ook voor het vervoer met de eigen auto een tegemoetkoming voorzien wordt. Voor meer details over de sectorale regelingen neemt men best contact op met het plaatselijke LBC-NVK-secretariaat.

Met de fiets naar het werk

Tabel 4. Uitbreiding van de werkgeverstegemoetkoming tot het gebruik van eigen voertuigen Paritair comité bijkomende voorwaarde PC 202 Kleinhandel in voedingswaren

Minimumafstand 5 km

PC 207 Scheikunde

Minimumafstand 5 km, indien de bediende onmogelijk gebruik kan maken van het openbaar vervoer

PC 209 Metaal

Minimumafstand 1 km heen/terug

PC 211 Petroleumnijverheid en –handel

Geen minimum, 100% van de tegemoetkoming voor de trein per schijf van 5 km waarin de werkelijke afgelegde afstand gelegen is, voor het hogere bedrag.

PC 214 Textiel en breiwerk

Minimumafstand 5 km

PC 215 Kleding en confectie

Minimumafstand 10 km (en met loongrens)

PC 216 Notarisbedienden

Minimumafstand 5 km, berekend per schijf van 5 km

PC 217 Casinobedienden

Minimumafstand 5 km

PC 218 Aanvullend nationaal paritair comité

Minimumafstand 3 km (en met loongrens)

PC 219 Erkende controleorganismen

Minimumafstand 500 m

PC 220 Voedingsnijverheid

Minimumafstand 5 km en met loongrens voor niet-FEVIA, geen minimum en geen loongrens voor FEVIA

PC 221 Papiernijverheid

Geen minimum

Werkgeversbijdrage: fiscaal en parafiscaal

PC 222 Papier- en kartonbewerking

Minimumafstand 5 km

PC 224 Non ferro

Geen minimum, en met loongrens

PC 226 Internationale handel, vervoer en aanverwante bedrijfstakken

Minimumafstand 1 km

PC 303.02 Verdeling van film

Geen minimum

PC 303.03 Exploitatie van bioscoopzalen

Minimumafstand 1 km

Sociale zekerheid

PC 306 Verzekeringen

Minimumafstand 2 km

Op de verplichte werkgeverstegemoetkoming wanneer de werknemer het openbaar vervoer gebruikt, worden geen socialezekerheidsbijdragen afgehouden. Wanneer de werknemer zijn eigen auto gebruikt voor het woonwerkverkeer, zijn evenmin sociale bijdragen verschuldigd. Maar let op: als de door de werkgever betaalde som overdreven hoog is, zal de RSZ dit beschouwen als een verdoken loon. De tegemoetkomingen zullen dan aan de werkgevers- en werknemersbijdragen onderworpen worden. Het gebruik van een bedrijfsvoertuig voor woon-werkverkeer is sinds 1997 geen aanleiding om sociale bijdragen in te houden, maar de werkgever moet wel een

PC 308 Spaarbanken

Geen minimum

PC 310 Banken

Verhoogde tussenkomst op treinkaart vanaf 7km

PC 311 Grote kleinhandelszaken

Minimumafstand 2 km

PC 312 Warenhuizen

Minimumafstand 2 km

PC 313 Apotheken

Minimumafstand 5 km

PC 319 Opvoedingsinstellingen

Minimumafstand 5 km

PC 320 Begrafenisondernemingen

Minimumafstand 5 km

PC 321 Farmaceutische groothandel

Minimumafstand 4 km en met loongrens

PC 329 Socio-cultureel werk

Minimumafstand 3 km

PC 330 Gezondheidsdiensten

Minimumafstand 4 km

Als de werknemer met de fiets naar het werk gaat, is de werkgeverstussenkomst niet verplicht. Nochtans wil men deze wijze van woon-werkverkeer wel degelijk promoten, bijvoorbeeld om het milieu te ontzien en de gezondheid te stimuleren. Daarom worden in heel wat paritaire comités en ondernemingen overeenkomsten afgesloten die ook een werkgeverstegemoetkoming voorzien voor werknemers die naar hun werk fietsen. Het bedrag en de voorwaarden worden in de overeenkomsten zelf bepaald, maar dikwijls wordt verwezen naar de maximumbedragen per kilometer die de RSZ en de fiscus hanteren om de tegemoetkoming niet te onderwerpen aan bijdragen en belastingen (zie hierna). In tabel 5 staat een overzicht van de paritaire comités die de LBCNVK opvolgt en waar voor het vervoer met de fiets een aparte tegemoetkoming voorzien is.

PC 331 Vlaamse welzijns- en gezondheidssector Minimumafstand 4 km Voor meer details over de sectorale regelingen neemt men best contact op met het plaatselijk LBC-NVK-secretariaat. FEBRUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 17

or-feb09.indd 17

02-02-2009 12:01:42


dossier WOON-WERKVERKEER ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

Tabel 5. Fietsvergoeding Paritair comité bedrag en eventuele voorwaarden PC 201 Zelfstandige kleinhandel

7 0,10 per km tot max. 20 km

PC 202 Kleinhandel in voedingswaren 7 0,10 per km PC 202.01 Middelgrote levensmiddelenbedrijven

7 0,10 per km tot max. 20 km

PC 209 Metaal

Volgens tabel in cao per km, minimum 1 km

PC 211 Petroleumnijverheid en -handel Zelfde vergoeding als eigen vervoer (zie aldaar: 100% treinkaart per schijf van 5 km) PC 214 Textiel en breiwerk

7 0,15 per km

PC 219 Erkende controleorganismen Volgens tabel treinkaart PC 220 Voedingsnijverheid Treinkaart +25%, met minstens 7 0,1653 per km vanaf 1 km PC 224 Non ferro

140% treinkaart vanaf 3 km, forfait onder de 3 km

PC 308 Spaarbanken

90% treinkaart (geldt ook voor voetgangers!)

PC 311 Grote kleinhandelszaken

7 0,10 per km

PC 312 Warenhuizen

7 0,10 per km

PC 313 Apotheken

60 % treinkaart tot max. 10 km

PC 320 Begrafenisondernemingen

7 0,15 per km

PC 321 Farmaceutische groothandel

7 0,10 per km vanaf 4 km

PC 322 Uitzendarbeid

Zoals werkgeverstussenkomst op treinkaart

solidariteitsbijdrage betalen aan de RSZ die vanaf 1 januari 2005 berekend wordt op basis van de CO2-uitstoot van de wagen. Voor de fietsvergoeding zijn geen sociale bijdragen voorzien als ze maximaal 0,15 euro per kilometer bedraagt. Als de werkgever meer dan 0,15 euro per kilometer betaalt, dan zijn er bijdragen verschuldigd op het deel dat deze som overschrijdt.

Fiscaal Tegemoetkomingen van de werkgever in het woon-werkverkeer van werknemers kunnen vrijgesteld worden van inkomstenbelasting. Deze fiscale vrijstelling is er alleen voor werknemers die in hun belastingaangifte gebruik maken van de forfaitaire beroepskosten. Als de werknemer ervoor kiest om zijn werkelijke beroepskosten aan te geven, dan zal de werkgeversbijdrage beschouwd worden als belastbaar beroepsinkomen. Wanneer de werknemer gebruik maakt van het openbaar vervoer (met of zonder abonnement, op regelmatige of onregelmatige ba-

sis), is er een vrijstelling van belastingen op het totale bedrag van de werkgeverstegemoetkoming voor de verplaatsingen met het openbaar vervoer. Deze tegemoetkoming mag wel niet groter zijn dan de werkelijke kostprijs die de werknemer betaalde. Als de werknemer gebruik maakt van gemeenschappelijk werknemersvervoer dat door de werkgever of een groep van werkgevers wordt georganiseerd, dan is de werkgeverstegemoetkoming vrijgesteld tot een bedrag dat overeenstemt met maximaal de prijs van een treinkaart eerste klasse voor de afgelegde afstand. Gebruikt de werknemer zijn eigen auto voor het woon-werkverkeer, dan zal de tegemoetkoming die de werkgever hiervoor betaalt vrijgesteld zijn met een beperking tot 170 euro per jaar voor inkomsten 2008, aanslagjaar 2009. Dit bedrag wordt opgetrokken tot 350 euro per jaar voor de inkomsten van 2009, aanslagjaar 2010. Fietsende werknemers die een fietsvergoeding krijgen van hun werkgever, moeten hierop geen belasting betalen als de vergoeding niet meer

© foto: daniël rys

Voor meer details over de sectorale regelingen neemt men best contact op met het plaatselijk LBC-NVK-secretariaat.

bedraagt dan 0,15 euro per kilometer. Betaalt de werkgever meer, dan zal het bedrag boven de 0,15 euro per kilometer als belastbaar inkomen beschouwd worden. Als de werknemer verschillende vervoermiddelen combineert, dan zal de vrijstelling per vervoermiddel apart bepaald worden volgens deze regels. Voor meer details verwijzen we naar de Belastinggids die de LBC-NVK jaarlijks uitgeeft. Hierin wordt dieper ingegaan op specifieke situaties, zoals de aangifte van de werkgeverstegemoetkoming op de fiscale fiche 281.10 en de belastingaangifte. In deze gids komen nog andere thema’s aan bod: carpooling, de fiscale raming van de bedrijfswagen en de vrijstelling voor de extra verplaatsingsvergoeding die een werkgever betaalt wanneer een werknemer extra verplaatsingskosten heeft als gevolg van een verplaatsing van de exploitatiezetel van het bedrijf. n

18 ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

or-feb09.indd 18

02-02-2009 12:01:44


Werkgeverstussenkomst in treinkaart

© foto: daniël rys

WEEKTREINKAART (*) 1

2

3

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31-33 34-36 37-39 40-42 43-45 46-48 49-51 52-54 55-57 58-60 61-65 66-70 71-75 76-80 81-85 86-90 91-95 96-100 101-105

9,40 9,40 9,40 10,20 11,00 11,70 12,40 13,10 13,80 14,50 15,20 15,90 16,60 17,30 18,00 18,70 19,40 20,10 20,90 21,60 22,30 23,00 23,70 24,40 25,00 26,00 26,50 27,00 28,00 28,50 29,50 31,50 33,00 35,00 36,50 38,50 40,00 41,50 42,50 44,00 45,50 47,50 49,50 52,00 54,00 56,00 58,00 60,00 62,00

4,30 4,80 5,30 5,70 6,20 6,60 6,90 7,30 7,70 8,10 8,60 9,00 9,40 9,80 10,20 10,70 11,10 11,50 12,00 12,40 12,80 13,20 13,70 14,10 14,40 15,00 15,30 15,60 16,20 16,50 17,20 18,60 19,70 21,00 22,20 23,60 24,70 25,50 26,50 27,50 28,50 30,00 31,00 33,00 34,00 35,50 37,00 38,00 39,50

106-110 111-115 116-120 121-125 126-130 131-135 136-140 141-145 146-150 151-155 156-160 161-165 166-170 171-175 176-180 181-185 186-190 191-195 196-200

64,00 66,00 68,00 70,00 72,00 74,00 76,00 78,00 81,00 82,00 84,00 86,00 88,00 91,00 93,00 95,00 97,00 99,00 101,00

41,00 42,50 44,00 45,00 46,50 48,00 49,00 51,00 53,00 53,00 55,00 56,00 57,00 59,00 60,00 62,00 63,00 64,00 66,00

MAANDTREINKAART (*) 1

2

3

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28

31,00 31,00 31,00 34,00 36,50 39,00 41,50 43,50 46,00 48,50 51,00 53,00 55,00 58,00 60,00 62,00 65,00 67,00 70,00 72,00 74,00 77,00 79,00 81,00 84,00 86,00 88,00 91,00

14,30 16,00 17,40 19,00 20,40 21,80 23,20 24,40 26,00 27,00 29,00 30,00 31,00 33,00 34,00 35,50 37,00 38,00 40,00 41,00 42,50 44,00 45,50 46,50 48,50 49,50 51,00 53,00

AFSTAND PRIJS VANAF 1/2/2009 WERKGEVERSBIJDRAGE VANAF 1/2/2009

© foto: daniël rys

1 2 3

29 30 31-33 34-36 37-39 40-42 43-45 46-48 49-51 52-54 55-57 58-60 61-65 66-70 71-75 76-80 81-85 86-90 91-95 96-100 101-105 106-110 111-115 116-120 121-125 126-130 131-135 136-140 141-145 146-150 151-155 156-160

93,00 95,00 99,00 105,00 111,00 116,00 122,00 128,00 134,00 138,00 142,00 146,00 151,00 158,00 165,00 172,00 179,00 186,00 192,00 199,00 206,00 213,00 220,00 227,00 233,00 240,00 247,00 254,00 261,00 270,00 274,00 281,00

54,00 55,00 58,00 62,00 66,00 70,00 74,00 78,00 83,00 86,00 88,00 91,00 94,00 99,00 104,00 108,00 113,00 118,00 122,00 127,00 132,00 137,00 141,00 146,00 150,00 155,00 160,00 165,00 169,00 175,00 178,00 182,00

161-165 166-170 171-175 176-180 181-185 186-190 191-195 196-200

288,00 295,00 302,00 309,00 315,00 322,00 329,00 336,00

187,00 191,00 196,00 201,00 204,00 209,00 214,00 218,00

TREINKAART VOOR 3 MAANDEN (*) 1

2

3

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

87,00 87,00 87,00 95,00 103,00 109,00 116,00 122,00 129,00 136,00 142,00 149,00 155,00 162,00 168,00 175,00 181,00 188,00

40,50 45,00 48,50 53,00 58,00 61,00 65,00 68,00 72,00 76,00 80,00 84,00 88,00 92,00 95,00 100,00 103,00 107,00

FEBRUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 19

or-feb09.indd 19

02-02-2009 12:01:47


dossier WOON-WERKVERKEER ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

195,00 201,00 208,00 214,00 221,00 227,00 234,00 241,00 247,00 254,00 260,00 267,00 278,00 294,00 310,00 326,00 342,00 358,00 374,00 386,00 397,00 409,00 424,00 443,00 462,00 481,00 500,00 520,00 539,00 558,00 577,00 596,00 615,00 634,00 654,00 673,00 692,00 711,00 730,00 757,00 768,00 787,00 807,00 826,00 845,00 864,00 883,00 902,00 921,00 940,00

112,00 115,00 119,00 123,00 127,00 131,00 135,00 139,00 143,00 147,00 150,00 154,00 162,00 173,00 185,00 196,00 208,00 219,00 231,00 239,00 246,00 255,00 265,00 278,00 291,00 303,00 317,00 330,00 343,00 355,00 369,00 382,00 395,00 409,00 422,00 435,00 448,00 461,00 473,00 491,00 498,00 511,00 524,00 536,00 548,00 561,00 573,00 585,00 598,00 610,00

TREINKAART VOOR 12 MAANDEN (*) 1

2

3

1 2 3 4 5 6 7

312,00 312,00 312,00 339,00 367,00 390,00 414,00

144,00 159,00 175,00 190,00 206,00 218,00 232,00

8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31-33 34-36 37-39 40-42 43-45 46-48 49-51 52-54 55-57 58-60 61-65 66-70 71-75 76-80 81-85 86-90 91-95 96-100 101-105 106-110 111-115 116-120 121-125 126-130 131-135 136-140 141-145 146-150 151-155 156-160 161-165 166-170 171-175 176-180 181-185 186-190 191-195 196-200

437,00 461,00 484,00 507,00 531,00 554,00 578,00 601,00 625,00 648,00 672,00 695,00 718,00 742,00 765,00 789,00 812,00 836,00 859,00 883,00 906,00 930,00 953,00 991,00 1.049,00 1.106,00 1.164,00 1.222,00 1.279,00 1.337,00 1.378,00 1.419,00 1.460,00 1.514,00 1.583,00 1.651,00 1.719,00 1.787,00 1.856,00 1.924,00 1.992,00 2.061,00 2.129,00 2.197,00 2.266,00 2.334,00 2.402,00 2.471,00 2.539,00 2.607,00 2.703,00 2.744,00 2.812,00 2.880,00 2.949,00 3.017,00 3.085,00 3.154,00 3.222,00 3.290,00 3.359,00

245,00 258,00 271,00 286,00 299,00 315,00 328,00 341,00 356,00 369,00 383,00 398,00 411,00 424,00 439,00 454,00 468,00 482,00 497,00 510,00 524,00 538,00 551,00 577,00 619,00 659,00 700,00 743,00 783,00 825,00 854,00 880,00 911,00 945,00 993,00 1038,00 1083,00 1131,00 1177,00 1226,00 1269,00 1317,00 1365,00 1410,00 1462,00 1505,00 1552,00 1601,00 1645,00 1689,00 1754,00 1781,00 1825,00 1869,00 1914,00 1958,00 2002,00 2047,00 2091,00 2135,00 2180,00

TREINKAART VOOR DEELTIJDS WERKENDEN (*) 1

2

3

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31-33 34-36 37-39

10,30 10,30 10,30 12,00 13,30 14,30 15,30 16,10 16,80 17,50 18,20 18,80 19,50 20,10 20,70 21,30 21,90 22,50 23,10 23,70 24,30 24,90 25,50 26,00 26,50 27,50 28,00 28,50 29,00 29,50 30,50 32,50 34,00

5,80 6,70 7,40 8,00 8,60 9,00 9,40 9,80 10,30 10,60 11,10 11,40 11,80 12,10 12,50 12,80 13,20 13,60 13,90 14,30 14,70 15,00 15,30 15,90 16,20 16,50 16,80 17,10 17,80 19,20 20,30

40-42 43-45 46-48 49-51 52-54 55-57 58-60 61-65 66-70 71-75 76-80 81-85 86-90 91-95 96-100 101-105 106-110 111-115 116-120 121-125 126-130 131-135 136-140 141-145 146-150 151-155 156-160 161-165 166-170 171-175 176-180 181-185 186-190 191-195 196-200

36,00 37,50 39,00 41,00 42,50 44,00 45,50 47,50 50,00 53,00 55,00 58,00 60,00 62,00 65,00 67,00 69,00 71,00 73,00 76,00 78,00 80,00 81,00 83,00 86,00 -

21,60 22,80 23,90 25,50 26,50 27,50 28,50 29,50 31,50 33,50 34,50 36,50 38,00 39,50 41,50 43,00 44,00 45,50 47,00 49,00 50,00 52,00 52,00 54,00 56,00 -

(*) Eveneens geldig voor treinkaarten in gemengd verkeer NMBS/TEC. Bij het ter perse gaan waren de terugbetalingstarieven nog niet verschenen in het Belgisch Staatsblad.

© foto: daniël rys

19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31-33 34-36 37-39 40-42 43-45 46-48 49-51 52-54 55-57 58-60 61-65 66-70 71-75 76-80 81-85 86-90 91-95 96-100 101-105 106-110 111-115 116-120 121-125 126-130 131-135 136-140 141-145 146-150 151-155 156-160 161-165 166-170 171-175 176-180 181-185 186-190 191-195 196-200

20 ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

or-feb09.indd 20

02-02-2009 12:01:49


analyse

“We beleven één van de drie of vier ergste crisissen in 200 jaar tijd. En het ergste moet nog komen.” Dat verklaart Frans Buelens van de Universiteit Antwerpen. Vakbondsvrouw Bernadette Ségol (UNI-Europa) spreekt van ‘de implosie van het financieel kapitalisme’. “Ondanks alle reële miserie moeten de vakbonden op alle niveaus de crisis tot een voordeel ombuigen”, pleit de felle Française.

B

uelens en Ségol werkten mee aan een studiedag over de economische crisis die de LBCNVK in januari hield. Frans Buelens doet onderzoek bij het Studiecentrum voor Onderneming en Beurs (SCOB) van de UA. Bernadette Ségol is de secretaris van UNI-Europa, een Europese koepel waarvan ook de LBC-NVK lid is. Ook Stephen Bouquin sprak op de studiedag. Deze arbeidssocioloog werkt aan de Universiteit van Amiens. Het gaat niet goed met de economie. Citigroup en Deutsche Bank kampen met financiële problemen. Veel bedrijven schrappen banen. De Europese autoverkoop zakte met 8 procent in 2008. In de VS krijgen de detailhandelsverkopen gevoelige klappen. En heel wat landen, waaronder België, zitten met serieuze begrotingstekorten. “In een kapitalistisch systeem zal je altijd crisissen hebben”, relativeert Frans Buelens. “Tijdens de jaren 1980 waaide een sterke neoliberale wind. Ook in ons land werd het ‘volkskapitalisme’ aangemoedigd en werden mensen aangespoord om op de beurs te beleggen. Overheidsinterventie werd meer en meer taboe.”

© foto: daniël rys

Schuldenberg In Amerika pompte de centrale bank, de Federal Reserve, jaren aan een stuk goedkoop geld in de economie om de motor op gang te houden. De Amerikanen staken zich op grote schaal in de schulden. En de Amerikaanse bankiers kenden vlotjes kredieten

Crisis: het moeilijkste moet nog komen

“Zonder overheid rest alleen economische jungle”

toe en verkochten hun leningen wereldwijd door. Veel kredieten toestaan was de boodschap want zo verdienden de bankiers hogere bonussen. “Jarenlang groeide de economie dus sterk door de massale kredietverstrekking.” De voorbije jaren kochten veel banken ‘giftige producten’. Riskant dus. Rijke lieden verenigden zich in hefboomfondsen om lustig te speculeren. Landen als IJsland en Hongarije waagden zich op financieel glad ijs. En ook pensioenfondsen toonden zich ijverige speculanten. “Ik zie de crisis niet zo vlug overwaaien”, zegt Buelens. “De reële economie zal nog zware klappen moeten incasseren. In tijden van onzekerheid trachten mensen zoveel mogelijk te sparen voor de toekomst.” Nu het minder goed gaat, kunnen landen in de verleiding komen om protectionistische maatregelen te nemen. “Maar protectionisme is kwalijk en dreigt de wereldhandel te doen verschrompelen.”

maar eens is bewezen dat we de overheid nodig hebben”, stelt Bouquin. “Zonder staat rest ons alleen de economische jungle. De crisis is een kans om de economie grondig om te bouwen. Of die kans ook wordt benut, is een andere vraag. We moeten ons ook ‘s afvragen of sommige beurzen wel maatschappelijk nuttig zijn. Moeten we bepaalde casino’s niet gewoon afschaffen?” Een deel van de werkende bevolking bezweek ook voor de sirenenzang van de beurs. “Toch is dit niet de crisis van de vakbonden”, dixit Bouquin. “Je kan niet beweren dat de lonen of sociale uitkeringen sterk stegen. Wie op de beurs speelt, moet wel beseffen dat er altijd iemand anders is die het kind van de rekening is.”

Maatschappelijk belang De socioloog vraagt zich af of de overheden in Europa niet gedwongen zullen worden opnieuw meer bedrijven te nationaliseren. “De vakbonden en de linkerzijde kunnen nu eisen dat het maatschappelijk belang weer voorrang krijgt. Maar het neoliberalisme laat zich niet zomaar aan de kant schuiven.” “Als we een veel socialer Europa willen, moeten de vakbonden

Zotte speculatie Stephen Bouquin stelt ‘de waanzin van de speculatie’ aan de kaak. “In de jaren 1990 leefde de economie op omdat de bevolking offers bracht. De winsten en dividenden veerden op. Er werd veel rijkdom opgestapeld zonder genoeg geld te herinvesteren in productie. Nog altijd is een aanzienlijk deel van de wereldbevolking verpauperd.” “De Wereldbank hoopt nu een regelrechte depressie te vermijden. Overheden pompen extra geld in de economie, trachten de consumptie aan te zwengelen en ‘socialiseren’ de verliezen. We beleven een ware systeemcrisis. Maar dat geeft ons ook de kans fundamenteel te discussiëren over de richting die we moeten inslaan.” In heel wat landen zie je hoe de overheid ‘het hachje van het systeem’ moet redden. “Nog

misschien radicaler worden. De bonden kunnen ook proberen via de politiek hun sociale agenda door te drukken. Maar in de politiek is er veel populisme en verrechtsing.” “De politici weten best dat ze ernstige blunders maakten”, onderstreept vakbondsvrouw Bernadette Ségol (UNI-Europa). “Heel wat politici vragen tegenwoordig zelfs raad aan de vakbonden. De media, die vroeger vaak de bonden aanvielen, lijken ook een andere toon aan te slaan.”

Duurzame economie UNI-Europa pleit voor een méér duurzame economie, met genoeg oog voor het milieu. In de financiële sector wil de vakbondskoepel mee nadenken over een betere controle van de spelers en over de vraag hoe je de verkoop van onbetrouwbare financiële producten kan tegengaan. Uitgerekend nu moeten we aandringen op méér Europa, vindt de Française. “Via UNI-Europa kunnen we invloed uitoefenen op de Europese instellingen. Zeker als we steun krijgen van de bonden in de lidstaten. Gelukkig zijn er in België sterke, goed georganiseerde vakbonden die de politici niet kunnen negeren.” n

© foto: belga

Denis Bouwen

FEBRUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 21

or-feb09.indd 21

02-02-2009 12:01:51


OveR de gRenzen

AnnIck Aerts

Ananas uit costa rica, vergiftigde vrucht? In Costa Rica wonen vijf miljoen mensen, onder wie 700.000 migranten; 76% van deze migranten komt uit Nicaragua. De belangrijkste redenen om te migreren zijn de sociale status van de bevolking en het niveau van sociale zekerheid. Bovendien is er in de landbouw constant vraag naar werknemers. Ook in de bewakingssector en de informele sector (bijvoorbeeld auto’s wassen of fietsen oplappen) werken heel wat migranten. Sommige werkgevers trekken zelf naar de grens om te zoeken naar werknemers zonder papieren. Zulke werknemers bevinden zich in een kwetsbare positie en zijn makkelijker uit te buiten. Op de ananasplantages die kweken voor export, bestaat 60 procent van de werknemers uit migranten. De arbeidsomstandigheden zijn er zeer penibel. Werknemers verdienen er 45 tot 60 euro per week. Normaal gezien stopt de dag om 13.00u maar in het hoogseizoen werken de mensen vaak door tot ‘s avonds; het inpakpersoneel zelfs tot diep in de nacht. Vroeger mochten ze op de plantage wonen maar omdat de eigenaars hun landbouwgrond terug wilden, gooide men de huizen plat. Hun woningen liggen nu ver van hun werk. Sommige werkgevers zorgen voor busvervoer maar veel werknemers moeten te voet naar het werk komen. Op de plantages zelf is er geen drinkwater. Bij warm weer storten geregeld werknemers in door uitdroging. Schei-

kundige producten worden dikwijls gebruikt om de ananas voor export te kunnen verkopen. Slecht voor het milieu en voor de werknemers. Hoofdpijn, huid-, oog- en longirritaties en vruchtbaarheidsproblemen komen vaak voor. Vakbonden proberen de werknemers te organiseren maar Costa Rica staat bekend om zijn agressieve anti-vakbondscultuur. Bovendien zijn migranten erg bang om teruggestuurd te worden naar hun thuisland. Werknemers die zich voor de vakbond willen inzetten, worden ontslagen en komen op een zwarte lijst die gedeeld wordt met eigenaars van andere plantages. Bij vakbonden aankloppen ligt dan ook niet voor de hand. Maar de bonden geven de moed niet op en trachten de werknemers te informeren over hun rechten en plichten. Wil je een uitgebreid rapport lezen over migranten in Costa Rica? Surf dan naar www.ituc.org.

waar koop je schone kleren? De Schoneklerencampagne is een platform van ngo’s, vakbonden, jeugdbewegingen en consumentenorganisaties. Het platform wil een ethische productie en consumptie bevorderen in de Belgische kledingdistributie. De jongste 15 jaar lukte het om honderdduizenden mensen – in België en andere landen – op de been te krijgen om modeketens en sportmerken op hun verantwoordelijkheid te wijzen op het gebied van arbeidsomstandigheden en het respect voor de arbeidsrechten in hun bevoorradingsketens. Maar waar kan je nu die schone kleren kopen? Dat is niet zo simpel te beantwoorden. Geen enkele

kledingketen of merk heeft voor 100 procent vuile of schone kleding. Met steun van de Belgische overheid liet de campagne in 2007 onderzoek doen bij 33 ondernemingen die op de Belgische markt aanwezig zijn. Daaronder namen als C&A, E5, JBC, Nike en Zara. De 33 bedrijven zijn erg verschillend. Sportschoenen van Nike of ASICS worden alleen verkocht in winkels die een licentie hebben of via een circuit van zelfstandigen. De productie gebeurt vooral in China of Vietnam. Daar heb je vaak onleefbare lonen, onzekere jobs en onderdrukking van vakbonden. Modeketens als Zara werken helemaal anders. Zara kan erg snel op vragen van de markt inspelen en in twee weken tijd een nieuw product lanceren. Voor de productie van die nieuwe producten doet de keten een beroep op ateliers in Europa of in aangrenzende landen. Zara’s productie is voor 40 procent in handen van onderaannemers in lageloonlanden. In bijna alle 33 bedrijven voerde het management een gedragscode in voor de hele toeleveringsketen. In die gedragscodes wordt in diverse bewoordingen over de lonen gesproken; 24 codes verwijzen naar het recht op collectieve onderhandelingen en het recht op organisatie. De gedragscode geldt alleen voor iets meer dan de helft van de bedrijven in de contracten met leveranciers. Worden zulke codes echt bekendgemaakt en nageleefd? Dat is zeer de vraag. Sommige bedrijven richtten daarom teams op die dit moeten controleren. Anderen maken gebruik van commerciele bedrijven. Uit het onderzoek is moeilijk af te leiden wat de interne audits echt opleveren. In veel

bedrijven zijn er ook klachtenprocedures. Bij Springfield worden klachten opgevolgd door vakbonden of de personeelsdienst, bij Mango door privé-auditors. Het spel wordt pas echt serieus gespeeld als een initiatief met allerlei belanghebbenden de naleving van de codes onafhankelijk kan controleren. Bij weinig bedrijven is dit het geval. In het algemeen tonen de Belgische bedrijven een zwak engagement. Meer info op www.schonekleren.be. Ons Recht komt in een volgend nummer terug op dit thema.

veel jobs weg in tsjechische autosector De Tsjechische federatie van werkgevers uit de autosector schat dat tussen 2008 en begin dit jaar 10.000 jobs sneuvelden bij de bedrijven uit de branche. Momenteel werken er 128.000 mensen in de sector. De financiële crisis weegt zwaar op de trots van de Tsjechische industrie en export. Sinds geruime tijd klaagt de sector over de sterke Tsjechische munt en de hoge energieprijzen. Onderzoek wijst uit dat bedrijven niet op langere termijn willen plannen omdat er onzekerheid is over de deadline voor de invoering van de euro. In oktober 2008 riepen de werkgevers samen met OSKOVO, de Tsjechische metaalvakbond, de regering op om snel in te spelen op de economische recessie. Onrechtstreeks vroegen ze ook om strengere EU-milieunormen niet om te zetten in nationale regels. Dit zou namelijk extra kosten voor de bedrijven creëren, luidde het. De werkgevers willen bij de collectieve onderhandelingen in 2009 liever geen loonsverhogingen toestaan. De meningen over de toekomst van de sector verschillen. Sommigen denken dat de crisis vooral effect zal hebben op toeleveranciers van de autofabrieken. Anderen voorspellen dat grote multinationals hun productie in Tsjechië zullen opdoeken om ze terug te brengen naar het land waar hun hoofdkwartier ligt. Optimisten beweren dan weer dat Tsjechië zijn voordelige positie kan behouden. n

22 ons recht | 113de jaargang | FeBrUArI 2009

or-feb09.indd 22

02-02-2009 12:01:53


vrouwendag

Sandra Vercammen

Zich engageren bij de vakbond is niet zo vanzelfsprekend voor vrouwen. Hoeveel wordt er ook niet verwacht van vrouwen? Thuis en op het werk de boel draaiende houden, een goede moeder zijn, zorg dragen voor de familie. Toch zetten vele duizenden vakbondsvrouwen zich, samen met het ACV, elke dag in voor waardig werk. Het ACV is daar bijzonder trots op. Er is dan ook geen beter moment om alle vakbondsvrouwen voor hun engagement te danken dan op 8 maart, de Internationale Vrouwendag. Het ACV doet dat met een zoen. Voor alle ‘straffe madammen’ in de hele wereld.

ACV geeft zoen aan ‘straffe madammen’ met engagement Internationale vrouwendag op 8 maart

O

veral ter wereld maken vrouwen een vuist voor meer rechtvaardigheid en gelijkheid. Want er is werk aan de winkel: 1,4 miljard mensen werken voor minder dan 1,50 euro per dag; 70 procent van alle armen zijn vrouwen. Een kledingwerkster in China verdient amper 5 eurocent per dag; om een jeansbroek te kopen die ze zelf stikte, zou ze 700 uur moeten werken. Op 8 maart leggen we wereldwijd de vinger op de wonde. Het ACV komt dan op voor veiligheid en gezondheid op het werk, een betere afstemming van werk en gezin, een gelijk loon voor mannen en vrouwen en zwangerschapsbescherming voor alle vrouwen. Kortom, voor gelijke kansen voor mannen én vrouwen wereldwijd.

Verwenmomenten In tal van ACV-verbonden vinden op en rond 8 maart trefmomen-

ten plaats voor vrouwelijke militanten. De datum van 8 maart wordt dankbaar aangegrepen om vakbondsvrouwen in de watten te leggen. De bijeenkomsten dienen ook om dieper in te gaan op de

Een kledingwerkster in China verdient amper 5 eurocent per dag; om een jeansbroek te kopen die ze zelf stikte, zou ze 700 uur moeten werken.

vrouwen evenveel kans om vorming te volgen? Krijgt iedereen evenveel promotiekansen? Wat verstaan vrouwen persoonlijk onder waardig werk? Bedoeling is zoveel mogelijk uitspraken en verhalen van vakbondsvrouwen te verzamelen en solidariteitsacties uit te werken met vrouwen uit het Zuiden. We nemen al het materiaal mee en geven de campagne voor waardig werk een vrouwelijk tintje. Een mooie aanzet tot de volgende internationale vrouwendag, editie 2010.

Waardig werk? lopende campagne waardig werk van vakbonden en ngo’s. Vrouwelijke militanten kunnen hun mening kwijt over hoe het op hun werkplek gesteld is met waardig werk. In welke mate is gelijk loon voor mannen en vrouwen al een feit? Hebben mannen en

Ook bij ons is waardig werk nog niet overal werkelijkheid. Wist je bijvoorbeeld dat: - de loonkloof nog altijd niet is weggewerkt? Het ACV roept maart uit tot maand van het gelijke loon (het januarinummer van Ons Recht berichtte al over

de loonkloof tussen mannen en vrouwen, nvdr)? - vrouwen twee keer zo vaak als mannen in een tijdelijk dienstverband werken? Dat geldt in het bijzonder vaak voor alleenstaande moeders; - alleenstaande moeders in een heel kwetsbare positie zitten? Dat heeft te maken met het gebrek aan kinderopvang, de werkloosheidsval en het kostwinnersgezin; - vrouwen na een periode van niet werken veel vaker terechtkomen in een deeltijdse job dan mannen? - vrouwen met kinderen minder vaak aan het werk zijn dan mannen in dezelfde gezinssituatie? De man/vrouw-kloof is het grootst bij paren met 3 of meer kinderen. n

FEBRUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 23

or-feb09.indd 23

02-02-2009 12:01:55


internationaal

Werknemers petroleumsector steunen projecten in het Zuiden Samenwerking met Wereldsolidariteit en FOS

Rik Van Reeth

De petroleumsector ondertekende eind november een overeenkomst met Wereldsolidariteit en de Federatie voor Ontwikkelingssamenwerking (FOS). Internationale projecten in Afrika en Latijns Amerika krijgen op grond van de sectorale cao voor 2007 en 2008 financiële steun. Het gaat om projecten die draaien rond energie en duurzame ontwikkeling. In het voorjaar van 2007 zetten de vakbondsmilitanten van de petroleumsector het eisenprogramma voor de sectoronderhandelingen op papier. Eén van de eisen was dat de sector internationale ontwikkelingsprojecten moest steunen. Er zijn twee paritaire comités, één voor arbeiders en één voor bedienden. Maar sinds een aantal jaar gebeuren de cao-onderhandelingen gemeenschappelijk voor de twee pc’s. De LBC-NVK is een belangrijke speler in de sector. De onderhandelingen leverden voor de periode 2007-2008 een akkoord op dat 0,05 procent van de loonmassa reserveerde voor internationale projecten op het vlak van energie. In klinkende munt uitgedrukt gaat het om 350.000 euro die de werknemers bijeenbrengen. De raad van bestuur van het Fonds voor Bestaanszekerheid, waarin werknemers en werkgevers paritair vertegenwoordigd zijn, kreeg de opdracht om de geplande ontwikkelingssamenwerking verder in te vullen.

Ngo’s Bonden en werkgevers mikten op samenwerking met één of twee grote niet-gouvernementele orga-

nisaties (ngo’s) om de centen zo min mogelijk te versnipperen. Het Fonds zocht naar ngo’s die qua besteding van middelen en kwaliteitscontrole onder toezicht van de Belgische overheid stonden. De centen uit de petroleumsector gaan naar projecten op het vlak van energie, infrastructuur, drinkwatervoorziening, onderwijs enzovoorts. Projecten die helpen de armoede terug te dringen. De mensen in ontwikkelingslanden hebben energie nodig als ze willen kans maken op waardig werk en een fatsoenlijk bestaan. De petroleumsector mikt ook op projecten die draaien rond duurzame energie. Wereldsolidariteit, de ngo van de christelijke arbeidersbeweging, en het socialistisch geïnspireerde FOS kregen de vraag een samenwerkingsverband op te richten. Beide ngo’s moesten samen een dossier indienen bij het Fonds voor Bestaanszekerheid van de petroleumsector.

Klemtonen De ngo’s legden uit hoe zij een rol konden spelen op het vlak van energie en ontwikkelingssamenwerking. Ze beschreven concrete projecten die in de komende twee jaar konden worden ondersteund. Het dossier gaf ook aan hoe Wereldsolidariteit en FOS het thema energie wilden integreren in hun toekomstige activiteiten. De samenwerking met de petroleumsector geeft beide organisaties extra armslag. Voordien waren Wereldsolidariteit en FOS niet zo sterk bezig met (duurzame) energie. Alleen al door het dossier voor te bereiden nam de interesse voor het thema toe.

Millenniumdoelstellingen Wereldsolidariteit en FOS denken door hun samenwerking met de petroleumsector te kunnen helpen om de millenniumdoelstellingen te verwezenlijken. Het ultieme doel is de armoede in de wereld te halveren tegen 2015. Wereldsolidariteit en FOS kozen ervoor de millenniumdoelstellingen ‘kritisch’ te onderschrijven. Velen in het Zuiden moeten het zonder elektriciteit, aardgas of stookolie stellen. Wie te arm is om energie te kopen, ligt niet wakker van de vraag waar er energie te vinden is die ecologisch verantwoord is. Ngo’s uit het Noorden kunnen mensen in ontwikkelingslanden helpen kennis te maken met alternatieve vormen van energievoorziening. Duurzame energie en duurzame ontwikkeling gaan hand in hand.

Resultaten Beide organisaties willen in samenwerking met de werknemers van de petroleumsector een aantal resultaten bereiken. Om te beginnen moet duurzame energie geïntegreerd worden in

de projecten van partners in het Zuiden; het moet een vanzelfsprekend onderdeel worden van hun duurzame ontwikkeling. Elk project gaat gepaard met vorming, opleiding, voorlichting. Bedoeling is mensen meer mogelijkheden te geven en ze anders te laten denken. De ngo’s willen hun partners in de diverse landen ervan overtuigen dat duurzame energie belangrijk is in het kader van duurzame ontwikkeling. Bij de Belgische ontwikkelingssamenwerking en andere ngo’s hopen ze de interesse voor duurzame energie aan te wakkeren. De gesteunde projecten moeten ook resulteren in een beter leven voor mensen in het Zuiden. Energie is een basisbehoefte, duurzame energie is een garantie voor de toekomst. Als er energievoorziening is, kunnen mensen zelf inkomsten realiseren en werk maken van sociale bescherming. De werknemers van de petroleumsector willen niet alleen dat Wereldsolidariteit en FOS meer armslag krijgen, maar ook dat vrouwen en mannen uit het Zuiden een beter leven krijgen en een betere toekomst kunnen geven aan hun kinderen. De bonden hopen dat ze de inspanningen voor het Zuiden kunnen voortzetten in de sectorale cao voor 2009-2010. In 2008 en 2009 gaat er steun naar projecten in El Salvador (groene energie uit suikerrietafval), Bolivia (zonne-energie), Mozambique (biodiesel), Togo (energie voor een opleidingscentrum voor laaggeschoolden), Benin (productie van palmolie en economische projecten van vrouwen)en Mali (economische projecten van vrouwen). n

24 ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

or-feb09.indd 24

02-02-2009 12:01:56


in de maRge ??

jobkorting voor al wie in Vlaams gewest woont

Minstens 250 euro nettoloon meer in februari 2009

renIlDe De BUsschoP

Het Vlaamse Gewest maakt sinds enkele jaren gebruik van de mogelijkheid om kortingen op de personenbelasting toe te staan. Die ‘Vlaamse jobkorting’ wordt nu uitgebreid. Vanaf het aanslagjaar 2010 (inkomsten van 2009) zullen alle inwoners van het Vlaamse Gewest die aan de personenbelasting onderworpen zijn en een minimum aan activiteitsinkomsten hebben, recht hebben op een vermindering van die belasting. De Vlaamse forfaitaire vermindering bedraagt minstens 250 euro per jaar. Voor belastingplichtigen met een bescheiden inkomen (activiteitsinkomen niet hoger dan 22.000 euro per jaar) bedraagt de korting zelfs 300 euro per jaar. In een gezin waar beide partners een activiteitsinkomen hebben, kan het bedrag oplopen tot 500 of zelfs 600 euro. Om de korting te krijgen, hoef je niet te wachten tot het aanslagbiljet voor het aanslagjaar 2010 in de bus valt. Net als in de vorige jaren wordt de korting in 2009 toegestaan via een vermindering van de bedrijfsvoorheffing. Maar er verandert ook iets. In de vorige jaren moest elke maand één twaalfde van de korting worden afgetrokken van de bedrijfsvoorheffing. In 2009 moet de werkgever het hele bedrag in één keer aftrekken van de bedrijfsvoorheffing op het loon van februari. Gevolg: het nettoloon van de werkende Vlaming zal voor februari 2009 eenmalig minstens 250 euro hoger uitvallen dan het normale nettomaandloon dit jaar.

voorwaarden De ‘Vlaamse jobkorting’ is er alleen voor mensen die een job hebben. Je hebt pas

Belastbaar jaarbedrag van de bezoldigingen: Minder dan 6.980 euro tussen 6.980 en 24.375 euro Meer dan 24.375 euro

recht op de korting als het jaarlijkse activiteitsinkomen minstens 5.500 euro bedraagt. Dit activiteitsinkomen is het nettoinkomen uit effectieve arbeid na aftrek van de sociale zekerheidsbijdragen en de forfaitaire of werkelijke beroepskosten. Bij een gemeenschappelijke belastingaanslag - voor gehuwden en wettelijk samenwonenden - wordt het minimumbedrag per echtgenoot bepaald voordat het huwelijksquotiënt wordt berekend. Afzonderlijk belastbare inkomsten (achterstallen, opzeggingsvergoedingen, vervroegd vakantiegeld) worden niet meegeteld. Voor de jobkorting kom je ook alleen in aanmerking als je onder de personenbelasting valt en in een gemeente van het Vlaamse Gewest woont.

bedrijfsvoorheffing Op het vlak van de bedrijfsvoorheffing wordt de korting bepaald op basis van het belastbaar jaarbedrag van de bezoldigingen (vóór aftrek van de beroepskosten dus). De werkgever moet het belastbaar jaarbedrag van de bezoldigingen berekenen op basis van het loon van februari 2009. Hij moet ook checken of de werknemer op 1 februari 2009 in een gemeente van het Vlaamse Gewest woont. Afhankelijk van het belastbaar jaarbedrag van de bezoldigingen zal de vermindering van de bedrijfsvoorheffing 0 euro, 250 euro of 300 euro bedragen (zie tabel). Valt de bedrijfsvoorheffing op het loon van februari 2009 lager uit dan de korting waarop de werknemer recht heeft? Dan mag de werkgever de rest van de korting aftrekken van de bedrijfsvoorheffing op het loon van maart en eventueel april 2009. Als om een of andere reden geen, te weinig of teveel korting werd gegeven via de bedrijfsvoorheffing, dan zal dit worden gecorrigeerd via de aanslag voor het aanslagjaar 2010. n

Forfaitaire vermindering van de bedrijfsvoorheffing in februari 2009: 0 euro 300 euro 250 euro

guantanamo wF

De effectieve sluiting van de Amerikaanse uitzonderingsgevangenis op Cuba zal nog niet voor de komende weken zijn. Maar het mag en moet gezegd: toen president Barack Obama de dag na zijn eedaflegging het besluit ondertekende om Guantanamo op te doeken, maakte hij een ‘statement’ van formaat. De VS gebruikten sinds 2002 de site in Guantanamo Bay om terroristen van Al Qaida en taliban-strijders vast te houden. Een juridisch weloverwogen zet. De Amerikanen pachten de marinebasis van Cuba op grond van overeenkomsten die tot ver in de vorige eeuw teruggaan. De regering-Bush verkondigde steevast de stelling dat ze wel volledige controle heeft over deze 117 km2, maar dat het toch om grond ging die onder de soevereiniteit van Cuba viel. Anders gezegd, de gedetineerden verbleven niet op Amerikaans grondgebied en konden zich dus ook niet beroepen op Amerikaanse wetten. De martelpraktijken op Guantanamo konden niet be- of veroordeeld worden volgens Amerikaans recht. Al in 2004 maakte het Amerikaanse Hooggerechtshof brandhout van deze redelijk kromme redenering. Geen probleem, reageerde Bush, we maken dan maar een wet die folteren in bepaalde omstandigheden wel toelaat. Bush en Co omzeilden zo de stelling van het Hooggerechtshof en brachten de VS een stuk dichter bij de feitelijke wetteloosheid. Het is op zijn minst een hoopgevend signaal dat Obama zo snel het besluit nam om een eind te maken aan de rechteloosheid van de gevangenneming zonder proces. Meteen zette hij ook een kruis over de mogelijkheid om te folteren. Obama’s signaal is ontegensprekelijk van belang voor intern gebruik. Maar het is van nog kapitaler belang voor de buitenwereld, zeg maar Europa. Een uitzondering als tony Blair – die de terugkeer van negen Britse gevangenen in 2006 nog van de hand wees – niet te na gesproken, heerst in Europese regeringskringen én bij de publieke opinie de opvatting dat zulke uitzonderingen en methoden een rechtstaat onwaardig zijn. Hoe moet het nu verder? De landen van Europa – België mee op kop – pleitten haast zonder uitzondering sinds lang ervoor om de gevangenis te sluiten en de gedetineerden vrij te laten of ze een eerlijk proces te geven. Sommige van de gevangenen riskeren bij repatriëring naar hun land van herkomst – bijvoorbeeld tsjaad of China - een regime dat nog erger is dan Guantanamo. in Amerika verblijven is om redelijk voor de hand liggende redenen ook niet vanzelfsprekend. Wil iemand van die gedetineerden dat überhaupt? Kortom, de Europese beleidsvoerders kunnen best een handje toesteken om ook deze zaak tot een ‘goed’ einde te brengen. De Amerikanen veroorzaakten het probleem en moeten het dus maar zelf oplossen, zeggen sommigen. Maar die redenering gaat nogal kort door de bocht, rekening houdend met de politieke wissel in Washington DC. Wie a zegt, moet ook b zeggen. n

FeBrUArI 2009 | 113de jaargang | ons recht 25

or-feb09.indd 25

02-02-2009 12:01:57


film

the curious case of benjamin button kArIn seBerechts

In The Curious Case of Benjamin Button doet David Fincher de lange levensloop uit de doeken van een vondeling uit New Orleans. Kleine bijzonderheid: Benjamin Buttons bestaan gaat, in tegenstelling tot dat van u en mij, tegen de klok in…

T

he Big Easy. Aan de vooravond van Hurricane Katrina haalt een stervende vrouw in een ziekenhuis lang verzwegen herinneringen op. Over een jongen die in 1918 als grijsaard wordt geboren en onder de vleugels van zijn zwarte pleegmoeder opgroeit in een deftig bejaardentehuis. Terwijl geliefde huisgenoten hem ontvallen, ziet Benjamin zijn eigen jaren slinken en zijn lichaam opbloeien. Bij de eerste kennis-

making met Daisy Fuller gaat het hart van dit jongetje van 70 (!) sneller kloppen. Pas 30 jaar later – in het midden van hun leven – vallen hun wegen echt samen… Het is het eerste uurtje met open mond staren naar deze inderdaad curieuze fabel over de ongewenste erfgenaam van een knopengigant. Naar hoe men dat ouwe kopje van Brad Pitt op dat anonieme bejaarde lijfje heeft neergepoot bijvoorbeeld. De grandioze digitale tovenarij leidt soms de aandacht wat af van het verhaal en de structuur waaraan Fincher en Co hun drama ophingen is déjà vu. Fincher is bovendien zo beducht om in Forrest Gump-stroop uit te glijden, dat hij zijn fabel koeltjes en afstandelijk serveert. Maar hoe je het ook draait of keert, deze langzame, zéér vrijelijk aan F. Scott Fitzgeralds luchtige kortverhaal uit 1921 ontleende vertelling, laat je thuiskomen in een wereld die geruisloos fasci-

the wrestler kArIn seBerechts

Er zit tegenwoordig meer botox dan Rourke achter de tronie van de man die naam maakte met mooi filmwerk in de vroege jaren ’80 en roemrucht werd met 9 ½ Weeks, een flutfilm met aardbeien. Die roemruchtheid was niet bepaald een zegen voor Mickey Rourke. Hij ging aan het zwalpen en liet vervolgens zo vaak zijn gezicht bijvijlen dat het zowat een leven op zich begon te leiden.

D

arren Aronofsky, maker van intrigerende, doorgaans neerslachtige films over – indeed – zwalpende, obsessieve mensen, richt met The Wrestler voor het eerst in bijna twee decennia de

schijnwerpers weer uniek op hem. Een terechte geste, zo blijkt. Rourke stapt met ingehouden overgave in de zorgvuldig uitgegroeide peroxidelokken en het gehavende, getrainde, gebronsde lijf van Randy ‘The Ram’ Robinson, een eenzame, verkommerde worstelaar. Een kwarteeuw na zijn glorietijd moet Randy het stellen met klussen in de supermarkt en gevechten in gymzaaltjes om de huur voor zijn stacaravan bijeen te schrapen. Wanneer zijn hart het in de ring begeeft en hij plots oog in oog staat met zijn eigen eindigheid, zoekt hij toenadering tot een bevriende prostituee. En tot zijn dochter die hij als kind in de steek liet. Aronofsky laat zijn intense drama met immens vertrouwen rusten op de schouders van Rourke. Hij vertelt franjeloos en direct, en kleeft Dardenne-gewijs dicht op de huid van zijn personages. Af en toe schuurt The Wrestler gevaar-

neert. De maker van The Game, Seven en Fight Club aardt misschien beter in taaie, donkere thrillers, maar misrekend heeft hij zich allerminst aan deze melancholische bespiegeling over oud zijn en jong worden. De tragische idee over de vergankelijkheid van het leven, in welke richting het ook verloopt, glimt aangrijpend door zijn beheerste beelden door. Brad Pitt, de schat, doet ondertussen waar hij feilloos in is: zich ongedwongen laten meedrijven op de mood van de film.

Jezelf oud zien worden in het groot en het breed, je jeugd en schoonheid zien tanen: het is per definitie het lot van filmacteurs met een lange carrière. Met The Curious Case of Benjamin Button valt Brad Pitt de bizarre eer te beurt om het omgekeerde mee te maken. Een belevenis die we graag met hem delen. The Curious Case of Benjamin Button is te zien in de Belgische zalen vanaf 4 februari 2009.

Meeting in the middle: Brad Pitt en Cate Blanchett in een melancholische bespiegeling over vergankelijkheid. lijk tegen het cliché aan. Maar het smoezelige portret dat hij aan de hand van timide vignetjes bij elkaar filmt, is desondanks authentiek én ontroerend. Aronofsky’s personages exposeren en exploiteren hun lichaam tot in het extreme, maar buiten de ring zien we vooral minzame, bedeesde figuren die weliswaar in de maatschappelijke marge laveren, maar moreel en menselijk redelijk ongeschonden uit de strijd kwamen.

De manier waarop Rourke zijn kans op rehabilitatie waarmaakt is innemend. Jezelf kleinmaken om groots te wezen: een krachttoer om U tegen te zeggen. Rourkes gezicht mag dan al voor altijd op de operatievloer zijn beland, zijn charisma is met geen scalpel weg te snijden. Amazing grace. The Wrestler is vanaf 11 februari 2009 te zien in de Belgische zalen.

Verwaaid maar wel opnieuw in de spotlights: Mickey rourke in een innemende krachttoer.

26 ons recht | 113de jaargang | FeBrUArI 2009

or-feb09.indd 26

02-02-2009 12:01:59


bOek

verontwaardiging Philip roth

GUtenBerG

Net zoals bij ons Hugo Claus jarenlang werd voorgedragen voor de Nobelprijs literatuur, staat in de Verenigde Staten Philip Roth ieder jaar op de lijst van kanshebbers. Roth wordt dit jaar 76 en sukkelt - als we zijn jongste romans tenminste als dunnetjes vermomde autobiografieën mogen lezen - al een poos met zijn gezondheid. Het zou passend en rechtvaardig zijn, mochten de hoge heren in Stockholm zich willen haasten om hem alsnog officieel uit te roepen tot een van de beste romanschrijvers van zijn tijd. Fans van Philip Roth werden de jongste jaren wat ongerust. Zowel in The Dying Animal (2001, nu prachtig verfilmd als Elegy), als in zijn romans Everyman (2006) en Exit Ghost (2007) wordt er geleden en gestorven dat het niet mooi meer is. Schrijft Philip Roth stilaan zijn testament, vroegen zijn trouwe lezers zich af, zet hij met zijn laatste krachten zijn opvattingen over leven en (vooral) dood op papier? Daar leek het op, maar zie, alsof de schrijver herrezen was uit zijn as, zelfs alsof hij een manuscript in zijn la had gevonden dat daar al lag van in zijn jonge, vitale jaren, is nu Indignation verschenen, Verontwaardiging, een stevige roman vol jeugd, humor en energie, die dit keer niet over aftakelende oude mannen gaat, maar bijna naadloos aansluit bij zijn debuutbundel Goodbye, Columbus en het hilarische en baldadige Portnoy’s Complaint uit 1969.

joodse slager Omdat Roth zijn leven lang literatuur en creative writing doceerde aan diverse Amerikaanse

universiteiten, spelen veel van zijn romans zich af in dat milieu. Ook Verontwaardiging is een zogeheten campusroman. De achttienjarige Marcus Messner, een verstandige, hardwerkende, toegewijde zoon van een joodse slager, vlucht vanuit New Jersey naar een universiteit in het verre Ohio omdat hij wil ontsnappen aan de irritante bezorgdheid van zijn overbeschermende pa, die het al benauwd krijgt als zijn modelzoon op een avond een uur later thuiskomt dan afgesproken. Roth situeert zijn verhaal in september 1950, enkele maanden nadat de Verenigde Staten verwikkeld waren geraakt in de Koreaanse oorlog. Marcus Messner wil het risico niet lopen dat hij als dienstplichtige zal worden opgeroepen en concentreert zich volledig op zijn studies, die hem een voorlopige vrijstelling kunnen garanderen. Die ijver brengt hem in conflict met zijn kamergenoot, de cynische Bertram Flusser (die later verliefd op Marcus blijkt te zijn) én met de decaan van de universiteit, professor Caudwell, het prototype van een sportieve, hypercorrecte, fantasieloze all-American antiintellectueel, die zich ergert aan Messners individualisme en het feit dat hij het bestaan van God in twijfel trekt. Roth wijdt bijna dertig geweldige bladzijden aan een discussie tussen Messner en de decaan, waarbij de student zich beroept op zijn lijfboek, “Waarom ik geen christen ben” van Bertrand Russell en professor Caudwell hem erop wijst dat hij wekelijks de kerkdienst van de universiteit moet bijwonen. Intussen maakte Marcus kennis met een medestudente, Olivia (“bleek en slank, met donkerbruin haar en een intimiderend afstandelijke, zelfverzekerde manier van doen”). Tot zijn eigen verbazing is zij seksueel bijzonder

vroege dood

vroege dood zal sterven. In de laatste dertig bladzijden van de roman lijkt het of de schrijver een tandje bijsteekt, of hij gehaast en ongeduldig een eind wil maken aan zijn Bildungsroman. De onverwachte gebeurtenissen volgen elkaar in een hoog tempo op en er komt een dramatisch einde aan de genuanceerde, subtiele ontwikkelingsgeschiedenis van de hoofdfiguur. Het is een groot compliment voor een schrijver als zijn lezers zijn roman liever twee keer zo dik hadden gezien. Maar ook na 252 bladzijden was Roth al royaal in zijn opzet geslaagd. Net zoals Marcus’ overbezorgde vader het zijn zoon vergeefs had proberen bij te brengen, laat hij de lezer zien “via welke verschrikkelijke, onbegrijpelijke wegen iemands meest alledaagse, onbeduidende, zelfs komische keuzes (...) kunnen leiden tot het meest buitenproportionele resultaat.” n

Ik bederf niets van uw leesplezier als ik vertel dat het al gauw in Verontwaardiging duidelijk wordt dat Marcus Messner een

VERONTWAARDIGING Philip Roth De Bezige Bij, 254 blz.

inschikkelijk, zelfs in die mate dat hij (1950, joods, beschermd opgevoed) meteen daarna afstand van haar neemt. Meteen komen alle typische Roth-elementen weer eens samen in dit nieuwe boek: het joodse milieu en zijn vérstrekkende gevolgen, obsessieve seksualiteit (“(Olivia) ging op in haar werk en ik, met mijn preoccupaties van een achttienjarige jongen, ging op in het verlangen mijn hand onder haar rok te steken”), religie en het verzet daartegen, de burgermoraal tegenover het revolterende individu. En het thema van de dood natuurlijk, de onvermijdelijke helft van het duo eros-thanatos, dit alles als altijd beschreven met verbaasde, cynische, afstandelijke en tegelijk empatische humor en in een volmaakte stijl, met lange maar altijd glasheldere Philip Roth-zinnen.

FeBrUArI 2009 | 113de jaargang | ons recht 27

or-feb09.indd 27

02-02-2009 12:02:01


inb x monIQUe BrAAm

Op www.lbc-nvk.be kan je terecht voor nogal wat online-diensten. Een overzichtje.

centrum voor loopbaanontwikkeling Het Centrum voor Loopbaanontwikkeling is al een aantal jaar aan de slag binnen de vakbond LBC-NVK. Via dit Centrum kan je professionele begeleiding krijgen als je wil nadenken over thema’s als je job, je loopbaan, opleidingen, de plaats van werk in je leven... De dienstverlening van het CLO steunt op een team van 4 loopbaanbegeleiders en een netwerk van ervaren freelancers. Medewerkers die professioneel en zorgvuldig omgaan met mensen en hun loopbaanvraag. Surf eens naar de website voor meer informatie over de aanpak en de inhoud van een loopbaantraject. Wie wil, kan zich online inschrijven. Een aantrekkelijke service die voor LBC-NVK-leden gratis is. Het CLO is digitaal te bereiken via www.lbc-nvk.be of rechtstreeks via www.loopbaanontwikkeling.be.

salarisadvies Je studies zijn afgerond en de eerste job lonkt... Of je bent je aan het heroriënteren op de arbeidsmarkt... Welk loon mag je vragen tijdens je sollicit atiegesprek? Op basis van enkele gegevens kan de LBC-NVK een oriënterend advies geven. Hiervoor vul je online een aantal basisgegevens in. Wij bezorgen je kort nadien een simulatie. Een handig en nuttig instrument.

berekeningsmodules Op www.lbc-nvk.be vind je nog een flink aantal andere berekeningsmodules. Deze modules bieden je online direct resultaat. Voorbeelden van deze simulaties zijn de berekening van de formule Claeys, de omzetting van je bruto- naar je nettoloon, de berekening van het aantal vakantiedagen, de hoogte van de vergoeding bij opname van tijdskrediet en de ontslagvergoeding. Voor sommige modules moet je inloggen. Dus best even registreren als lid voor je aan de slag gaat. De registratieprocedure vind je rechtsbovenaan de website.

vlaams belang schiet in eigen voet

Grondwettelijk Hof geeft vakbonden gelijk

mArc weyns

Het Grondwettelijk Hof deed op 15 januari 2009 uitspraak in de zaak die de extreemrechtse partij Vlaams Belang had ingesteld tegen de wet op de sociale verkiezingen. Vlaams Belang vroeg de vernietiging van verschillende bepalingen van die wet omdat alleen de drie representatieve vakbonden, ACV, ABVV en ACLVB, de kandidaten voor de ondernemingsraden en de preventiecomités kunnen voordragen. Maar de partij beet in het zand.

D

e representatieve vakbonden vertegenwoordigen alle categorieën van werknemers, uit alle bedrijfstakken en in het hele land. Het Grondwettelijk Hof beschouwt dat als een waarborg voor de stabiliteit en de efficiëntie van het sociaal overleg en het behoud van de sociale vrede. Volgens het Hof is het zelfs wenselijk dat de representatieve vakbonden de kandida-

ten voordragen bij de sociale verkiezingen. Dat die vakbonden alle werknemerscategorieën vertegenwoordigen en ook in het hele land in alle sectoren aanwezig zijn, waarborgt in zekere mate dat bij het formuleren van eisen van een categorie van het personeel, rekening gehouden wordt met de belangen van de andere werknemers, oordeelden de rechters. Het Grondwettelijk Hof erkent zeer uitdrukkelijk het recht van de vakbonden om leden uit te sluiten volgens de eigen regels die de bonden vastlegden. Het Hof verwijst hierbij naar de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. In het arrest klinkt het zo: “De vakorganisaties kunnen niet worden verplicht om elkeen die wil toetreden, ook toe te laten, noch staat het artikel 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens eraan in de weg dat zij leden uitsluiten met toepassing van de regels die door de vakorganisaties zijn vastgesteld.” Artikel 11 van dit Europees Verdrag waarborgt de vrijheid van vereniging. Besluit: het ACV en de LBC-NVK hebben wel degelijk het recht om leden uit te sluiten die militant zijn in extreemrechtse organisaties. n

en verder

Veel surfplezier.

© FOtO: ACV

- LBC-NVK-leden schrijven zich best in voor de digitale LBC-NVK-nieuwsbrief; - Bestellen en downloaden van een breed scala aan publicaties (surf naar de rubriek publicaties en documentatie); - Online consulteren van ons maandblad Ons Recht.

28 ons recht | 113de jaargang | FeBrUArI 2009

or-feb09.indd 28

02-02-2009 12:02:03


actie

de lezer schrijft Lezersbrieven dienen te worden gestuurd aan: redactie Ons Recht Sudermanstraat 5 2000 Antwerpen lbc-nvk.persdienst@acv-csc.be Anonieme brieven worden niet gepubliceerd. Naam en adres van de steller moeten ons bekend zijn. De brieven worden in de regel gepubliceerd met vermelding van de initialen en de woonplaats van de schrijver, hoewel die op uitdrukkelijk verzoek kunnen worden weggelaten. De redactie behoudt zich het recht voor, te lange lezersbrieven eventueel in te korten zonder aan de essentie ervan te raken. De publicatie van lezersbrieven betekent niet dat de redactie in alle opzichten akkoord gaat met de inhoud ervan.

Witte woede krijgt Synartes op de knieën Strijd tegen sociale dumping in zorgsector

Mark Selleslach

ZNA, een grote ziekenhuisgroep in Antwerpen, richtte vorig jaar de commerciële vennootschap Synartes op. De groep wilde bij Synartes de werknemers van de ‘zorgondersteunende diensten’ onderbrengen. Een slechte zaak voor het personeel. Maar de vakbonden konden het tij keren.

© foto: acv

O

ns Recht schreef vorig jaar al over Synartes. ZNA beweerde dat de komst van Synartes voor de werknemers niet veel zou veranderen. Maar de betrokken werknemers dreigden wel offers te moeten brengen. In een groot bedrijf als ZNA ging het al gauw om vele honderden mensen. De loon- en arbeidsvoorwaarden van de non-profitsector en die van de ziekenhuizen zouden de werknemers in rook zien opgaan. Maar zodra de rook om het hoofd zou verdwenen zijn, zouden ze nog lang en gelukkig leven met die sociale dumping. Dat beweerden de sprookjesvertellers van ZNA alleszins. Als de werknemers niet mee wilden, zou de hele zaak worden uitverkocht, klonk het dreigement.

Olievlek De vakbonden waren klaarwakker en voelden er niets voor om de duur bevochten non-profitakkoorden door Synartes onderuit te laten halen. De olievlek zou bovendien kunnen uitdeinen naar de rest van de sector. Synartes wilde op termijn, en tegen betaling welteverstaan, ook diensten verkopen aan andere zorginstellingen. De commerciële constructie en het ‘kassa-kassa’-denken riskeerden navolging te krijgen. Reden te over voor grote bezorgdheid. Voor de LBC-NVK en het ACV werd het een dossier van sectoraal belang. De ZNA-acties in november 2008 gingen niet onopgemerkt voorbij. Delegaties van ziekenhuizen uit zowat heel Vlaanderen deden mee aan een betoging. In alle ziekenhuizen in Vlaanderen werd informatie verspreid over wat in Antwerpen op het spel stond. Na de betoging werd Synartes tijdelijk in de koelkast gestoken.

Overheid De LBC-NVK confronteerde ook de overheid met haar verantwoordelijkheid. Zou de minister van Volksgezondheid toestaan dat de centen van de gemeenschap in de zorgsector op om het even welke manier gebruikt worden? Dat er zonder controle winst mee gemaakt wordt? Dat de werknemers daarvan de dupe zijn? Dat de sec-

tor zo ontwricht wordt? Die boodschap viel niet in dovemansoren. De LBC-NVK blijft eisen dat de overheid criteria oplegt die willekeur uitsluiten en die ervoor zorgen dat het geld gebruikt wordt waarvoor het dient: voor een kwalitatieve zorg mét respect voor alle werknemers die daaraan bijdragen. Na talrijke onderhandelingen met het management van ZNA en na nog heel wat schijnbewegingen werd net voor Kerstmis een doorbraak bereikt: Synartes werd definitief opgedoekt per 31 december 2008. Alle werknemers behielden de ZNA-werkvoorwaarden. De definitieve stopzetting van Synartes is een overwinning van formaat. Een overwinning van werknemers die niet bij de pakken bleven zitten, maar zich organiseerden. Als mensen samen een solidaire vuist maken kunnen ze heel veel bereiken. Zelfs in wat sommigen een strijd noemen die je toch nooit kan winnen. Dit mag nooit een drogreden zijn om niet eens meer te protesteren en alles op zijn beloop te laten. Het einde van Synartes is klare taal én een waarschuwing aan al wie de sector ontwricht op grond van commerciële motieven. Aan de non-profitakkoorden werd al heel lang getimmerd. Er werd heel lang voor gevochten. Wie ze wil ondermijnen, zal ons op zijn pad tegenkomen. n

zaventem k.v. - diest

De flexibele contracten en uurroosters zijn in opmars op de luchthaven van Zaventem. Dat blijkt uit het artikel dat Jan Deceunyck in december publiceerde in Ons Recht. Als werknemer stel ik dit ook vast. Maar gelukkig is er de vakbond, hoop je dan. Als de werkgevers op de luchthaven met zoveel succes hun agenda doordrukken, komt dit ook doordat de vakbond zo zwak staat. Een vakbond die opgesloten zit in zijn eigen cocon, ondanks de goede intenties van de militanten. Waar het gezellig vergaderen is, in een ‘ons kent ons’-sfeer. Met af en toe een symbolische actie of dito personeelsvergadering. Deze cocon wordt vooral in stand gehouden door de lokale vakbondsleiding. Die zo hoopt op gemotiveerde uitvoerders van zijn goede boodschap. Maar mee door een gebrek aan terreinkennis mist de vakbond zijn doel. Werknemers die niet tot de cocon behoren, vragen zich af wat de vakbond voor hen doet? Een meer transparante besluitvorming en meer controle van werknemers op zijn vertegenwoordigers zijn gepaste middelen om die kerktorenmentaliteit te doorbreken. Web 2.0 toepassingen kunnen hierbij helpen.

FEBRUARI 2009 | 113de jaargang | ons recht 29

or-feb09.indd 29

02-02-2009 12:02:05


Coca-Cola kan het reorganiseren niet laten Vergoedingen zijn doekje voor het bloeden

Karin Schaerlaekens

Coca-Cola herstructureert lustig voort in ons land. Nog meer besparen is de boodschap, ook al stijgt de winst. De gedupeerde werknemers krijgen ‘borrelnootjes’.

I

n juni 2008 kondigde CocaCola een reorganisatie van de financiële activiteiten aan. Door outsourcing zouden in Europa 185 jobs verloren gaan. De onderhandelingen hierover zijn nog volop bezig als het frisdrankenbedrijf op 23 september 2008 een tweede reorganisatie in België meldt; de ‘sales’ wordt in Anderlecht samengetrokken. De nieuwe operatie heeft zware gevolgen voor het personeel. Vooral voor de 41 medewerkers van de binnendienst in Oostkamp, Hasselt en Gosselies. In Anderlecht werken is voor velen onhaalbaar. Voor veel families is de situatie een menselijk drama. De 600 werknemers in buitendienst hoeven niet elke dag in Anderlecht te passeren. Ze verliezen wel het directe contact met de collega’s in de oude vestigingen. Op 15 januari 2009 viel het doek in Oostkamp. In Hasselt en Gosselies is er voorlopig nog logistiek.

Vereende krachten Ondanks sociaal overleg blijken de maatregelen niet terug te draaien. Maar de vakbonden bundelen de

krachten om de gevolgen te verzachten. Coca-Cola zal vertrekkende werknemers vergoeden en ook financiële inspanningen doen voor werknemers die extra moeite leveren om naar Anderlecht te komen. De bedienden krijgen een verbeterde ‘formule Claeys’ uitgekeerd, en premies tot ruim 1.250 euro bruto per jaar dienst. Voor de betrokken arbeiders worden de al eerder toegepaste opzegvergoedingen nog opgetrokken. Een belangrijk resultaat, want wie weet volgen er nog meer reorganisaties. Vergoedingen of niet, het menselijke drama blijft. Ander werk zoeken is in deze tijd verre van simpel. Met de vergoedingen doet CocaCola zichzelf geen zeer. Het jaar 2007 leverde in België 36 miljoen euro winst op en in 2008 was de winst nog aanzienlijk groter. Toch kondigde Coke in december 2009 nog een derde reorganisatie aan, deze keer in de personeelsdiensten. Door een verregaande automatisering en centralisering in GrootBrittannië zouden in Europa meer dan 200 jobs sneuvelen. Eigenlijk sneuvelt zo ook de letter H in HR (human resources). De menselijke kant van het verhaal telt blijkbaar niet. Personeelsmensen moeten de problemen in een bedrijf oplossen. Zulke mensen kan je niet inruilen voor een computer of een callcenter over het Kanaal. Gelukkig werkt de Europese ondernemingsraad bij Coca-Cola goed. De Europese vakbondskoepel EFFAT nam ook al initiatieven. Het personeel zal in Europees verband reageren, want aan deze opeenvolging van saneringen moet een eind komen. n

uitbetaling vakbondspremie Verzekeringswezen In het verzekeringswezen (paritair comité 306) wordt de vakbondspremie uitbetaald van 1 december 2008 tot 28 februari 2009. De premie bedraagt 40 euro. Om de premie te kunnen krijgen moet je in 2007 minstens zes maanden in de sector gewerkt hebben. Voor bruggepensioneerden volstaat één maand. Ook zieken en loopbaanonderbrekers hebben recht op de premie. Wat het lidmaatschap van de LBC-NVK betreft, moet je op het moment van de uitbetaling minstens lid geweest zijn sinds 1 juni 2008. De premie wordt gestort op de rekening van de rechthebbende. Het attest voor de vakbondspremie moet je ingevuld en ondertekend terugsturen naar het plaatselijke LBC-NVK-secretariaat. Het adres vind je op de achterkant van het attest.

Staalsector In de staalsector wordt de jaarlijkse vakbondspremie uitgekeerd tussen 1 december 2008 en 1 maart 2009. De premie bedraagt 105 euro voor actieven en 35 euro voor bruggepensioneerden. Om de premie te kunnen krijgen moeten actieven aan diverse voorwaarden voldoen. Ze moeten een bediendecontract hebben en op de loonlijst van het bedrijf staan. Verder moeten ze op zijn minst sinds 1 mei 2008 lid zijn van de vakbond, en moeten ze in orde zijn met hun bijdragen op het moment van de betaling.

Wie in de loop van 2008 met brugpensioen gaat, ontvangt nog altijd een premie van 105 euro. Wie het hele jaar lang in brugpensioen is, ontvangt tot en met 65 jaar een premie van 35 euro. Het attest moet je ingevuld en ondertekend bezorgen aan de vakbondsafgevaardigde in je onderneming.

Textielnijverheid en breiwerk In de periode van 1 februari tot 15 juli 2009 wordt aan de gesyndiceerde bedienden uit de textielnijverheid en het breiwerk (PC 214) een vakbondspremie van 100 euro uitbetaald. Om recht te hebben op de premie, moet de werknemer minstens sinds 1 november 2008 in orde zijn met de betaling van de ledenbijdrage. Het lid moet in 2008 minstens één dag in de textielsector hebben gewerkt. De persoon behoudt het recht op de premie als hij in 2008 minstens één maand in de sector werkte en daarna werkloos werd, in voltijds tijdskrediet ging of met (brug-) pensioen vertrok. Langdurig zieken hebben ook recht op de premie. De attesten om de premie te krijgen, werden inmiddels bezorgd. Het attest moet volledig ingevuld worden terugbezorgd aan het plaatselijke LBC-NVK-secretariaat. LBC-NVK-leden uit de sector die geen attest kregen, kunnen best contact opnemen met hun LBC-NVK-secretariaat.

indexaanpassingen vanaf januari 2009 202.00 Kleinhandel in voedingswaren 216.00 Notarisbedienden 218.00 Aanvullend Paritair Comité 220.00 Voedingsnijverheid 222.00 Papier- en kartonbewerking 306.00 Verzekeringswezen 308.00 Maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie 309.00 Beursvennootschappen 310.00 Banken

vorige lonen x 1,01 vorige lonen x 1,009 vorige lonen x 1,0451 vorige lonen x 1,0468 vorige lonen x 1,0116 vorige lonen x 1,0433518 vorige lonen x 1,0004 vorige lonen x 1,00045 vorige lonen x 1,0004

30 ons recht | 113de jaargang | FEBRUARI 2009

or-feb09.indd 30

02-02-2009 12:02:06


Ons Recht VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: marc WEYNS

Sudermanstraat 5 • 2000 Antwerpen HOOFDREDACTEUR: Denis BOUWEN REDACTIESECRETARIS: jan DECEUNYNCK VORMGEVING: peer DE MAEYER DRUKKERIJ: Corelio printing REDACTIE EN ADMINISTRATIE: Sudermanstraat 5- 2000 Antwerpen tel. 03/220.87.11 • Fax 03/220.89.83 lbc-nvk.persdienst@acv-csc.be www.lbc-nvk.be

lbc-nvk-secRetaRiaten • 9300 AAlst, Hopmarkt 45 tel. 053/73.45.20, Fax 03/220.88.01 lbc-nvk.aalst@acv-csc.be • 2000 AntwerPen, Nationalestraat 111-113, tel. 03/222.70.00, Fax 03/220.88.02 lbc-nvk.antwerpen@acv-csc.be • 8000 BrUGGe, Oude Burg 17 tel. 050/44.41.66, Fax 03/220.88.04 lbc-nvk.brugge@acv-csc.be • 1000 BrUssel, pletinckxstraat 19 tel. 02/508.87.20/25/30, Fax 03/220.88.05 lbc-nvk.brussel@acv-csc.be • 9200 DenDermonDe, Oude Vest 146 tel. 052/25.95.60, Fax 03/220.88.19 lbc-nvk.dendermonde@acv-csc.be • 9000 Gent-eeklo-zelzAte, poel 7 tel. 09/265.43.00, Fax 03/220.88.08 lbc-nvk.gent@acv-csc.be • 1500 hAlle, Vanden eeckhoudtstraat 11 tel. 02/356.06.70, Fax 03/220.88.06 lbc-nvk.halle@acv-csc.be • 3500 hAsselt, mgr. Broekxplein 6 tel. 011/29.09.61, Fax 03/220.88.09 lbc-nvk.hasselt@acv-csc.be • 8900 IePer, St. jacobsstraat 34 tel. 059/34.26.40, Fax 03/220.88.10 lbc-nvk.ieper@acv-csc.be • 8500 kortrIJk, president Kennedypark 16D tel. 056/23.55.61, Fax 03/220.88.12 lbc-nvk.kortrijk@acv-csc.be • 3000 leUven, L. Vanderkelenstraat 32 tel. 016/21.94.30, Fax 03/220.88.13 lbc-nvk.leuven@acv-csc.be • 2800 mechelen-rUPel, Onder den toren 5 tel. 015/28.85.65, Fax 03/220.88.14 lbc-nvk.mechelen@acv-csc.be • 8400 oostenDe, Kan. dr. L. Colensstraat 7 tel. 059/55.25.54, Fax 03/220.88.15 lbc-nvk.oostende@acv-csc.be • 9700 oUDenAArDe, Burgschelde 5 tel. 053/73.45.25, Fax 03/220.88.03 lbc-nvk.oudenaarde@acv-csc.be • 8800 roeselAre, H. Horriestraat 31 tel. 051/26.55.44, Fax 03/220.88.17 lbc-nvk.roeselare@acv-csc.be • 9100 sInt-nIklAAs, H. Heymanplein 7 tel. 03/760.13.40, Fax 03/220.88.18 lbc-nvk.sint-niklaas@acv-csc.be • 2300 tUrnhoUt, Korte Begijnenstraat 20 tel. 014/44.61.55, Fax 03/220.88.20 lbc-nvk.turnhout@acv-csc.be • 1800 vIlvoorDe, toekomststraat 17 tel: 02/254.31.70, Fax: 03/220.88.07 lbc-nvk.vilvoorde@acv-csc.be AlGemeen secretArIAAt 2000 AntwerPen, Sudermanstraat 5 tel. 03/220.87.11, Fax 03/220.89.83 e-mail: lbc-nvk@acv-csc.be www.lbc-nvk.be

ju wAlter

Het gebeurde vorige week op radio Klara. Een juffrouw die nooit aan mij werd voorgesteld, maakte mij attent op een sonate van Haydn. Het werkstuk was geschreven na 1770, vertelde ze, en “je zal er van genieten, zeker als je ook van Mozart houdt”. En toen kwam de muziek en ik luisterde maar half. “Je”, had ze gezegd. “Je zal ervan genieten.” Haar woordgebruik deed me denken aan de beroemde Hugo Clausanekdote, over die journalist die hem aansprak met ‘jij’. “Kennen wij elkaar?” vroeg de Meester. “Gingen wij misschien samen naar de hoeren dan?” ‘Je’ op Klara. Was dit een teken aan de wand? Stonden de Barbaren voor de poort? Tot nu toe had de zender altijd keurig ‘u’ gebruikt om de luisteraars toe te spreken. “U luistert naar...”, “U kan de tekst vinden op onze site”. Die u’s gaven me een prettig gevoel, alsof de programmamakers en ik tot dezelfde vriendelijk-beschaafde club behoorden, mensen die wel wisten dat er in de boze buitenwereld verkeersagressie bestond en winden werden gelaten, maar die samen even de illusie in stand wilden houden dat het ook mooier en beter kon. En nu was er dus ineens ‘jij’. Ik hoorde de juffrouw nadien nooit meer, dus neem ik aan dat ze naar KetNet is overgeplaatst of duizend keer moest schrijven: “Ik zal niet jij zeggen tegen mensen die ik

nooit heb ontmoet”. Maar ik probeerde me in te leven in de hele jijen u-problematiek. Wanneer zeg je ‘jij’ en wanneer zeg je ‘u’, in een - hoe heet dat? - snel veranderende maatschappij? In de beleefdheidsboekjes zullen wel concrete regels staan, maar naar mijn gevoel is het zo: ‘u’ tegen al wie ouder, belangrijker, eerbiedwaardiger is, plus tegen mensen die je niet kent en die dus wel eens ouder, belangrijker en eerbiedwaardiger zouden kunnen zijn. ‘Jij’ tegen gelijken: de meeste collega’s, familieleden van dezelfde generatie, vrienden en iedereen van wie je de toelating krijgt om ‘je’ tegen hen te zeggen. Zelfs Erik Van Looy heeft het er moeilijk mee in ‘De slimste mens’. Goedele: jij. De professor: u. Bart De Wever: jij. Minister Vanackere? Wat zeggen we in godsnaam tegen minister Vanackere? Hij lijkt niet veel ouder dan Van Looy, maar is wel minister en heeft dus recht op ‘u’. Gaan we dan zo’n ene plechtige ‘u’ gebruiken, tussen al die vlotte ‘jij’s’? Neen, dat is lelijk. Erik kan maar beter meteen vragen: “Mag ik ‘jij’ zeggen en ‘Stefaan’?” Waarop de minister natuurlijk meteen ‘ja’ zegt en klaar is kees. Nog een moeilijk voorbeeld. Koen Wauters wordt geïnterviewd op radio MNM. De interviewer is een jonkie voor wie Koen al jaren een ontzagwekkend monument is, een idool van zijn ouders. Wat zegt hij? ‘Jij’, natuurlijk, want in radioland zijn al die mediamieke showboebels toch vrienden-on-

der-elkaar, of zo wil de luisteraar het tenminste graag denken. “Koen Wauters, u treedt op in het Sportpaleis”: het zou belachelijk klinken. Wat zeggen mannen tegen onbekende vrouwen? Altijd ‘u’, of toch vanaf een jaar of 22, wanneer ze al getrouwd kunnen zijn of hun masterdiploma behaalden. Tegen schoolmeisjes: ‘jij’. Tegen kinderen: ‘jij’. Mijn huisarts, die twintig jaar jonger is dan ik, zegt ‘je’ tegen mij. En verpleegsters zeggen ‘we’. “Hebben we lekker geslapen?” Zou dat therapeutisch bedoeld zijn, om een vorm van gelijkheid te suggereren? Koning, keizer, admiraal, doodgaan doen we allemaal? “Je hebt nog twee maanden te leven”: het klinkt afschuwelijk, om meer redenen dan één. Ik ken heel wat getrouwde mannen en vrouwen die ‘u’ tegen elkaar zeggen. Geen probleem, net zoals elke vorm van seks moet kunnen tussen consenting adults. (Zouden ze in bed ook ‘u’ tegen elkaar blijven zeggen, vraag ik me dan af. “Bent u klaargekomen, schat?”) De Engelsen hebben het natuurlijk makkelijk. Ze kunnen ‘you’ zeggen tegen een dakloze bedelaar en tegen de koningin. Misschien is dat wel de ideale vorm van samenleven: een maatschappij waarin iedereen ‘u’ zegt tegen elkaar. Of allemaal ‘je’, dat mag ook. En als ze dan toch nog twijfelen: ‘Ju’. Alstjublieft. Dankjuwel. n

FeBrUArI 2009 | 113de jaargang | ons recht 31

or-feb09.indd 31

02-02-2009 12:02:07


BLOEDVERGIETEN IN GAZA IS VER-VAN-ONS-BED-SHOW

or-feb09.indd 32

02-02-2009 12:02:09


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.