6 minute read

‘Je moet zijnwissen’nummer

Hoe is het om als (ex-)verslaafde vrouw in een kliniek met vooral mannelijke cliënten te zitten? Onna, Loes, Erin, Ilona en Mary weten er alles van. Zij verblijven in De Wending, de verslavingskliniek van het Leger des Heils in de bossen bij Apeldoorn.

Momenteel verblijven tien vrouwen in De Wending. Dat is veel, vertellen therapeuten Bram en Marjanne, meestal zijn er niet meer dan vijf. Omdat vrouwen in de minderheid zijn, is er elke vrijdagochtend een speciale sessie voor hen: de vrouwengroep. Terwijl Marjanne de stoelen in een kring opstelt, zet Bram de thermoskannen met koffie en thee klaar. Deze groep biedt een veiligheid die ik in andere sessies niet vindt, vertelt Onna. ‘Daar zijn mannelijke deelnemers bij en mannen hebben mij veel ellende bezorgd. Hier zeg ik dingen die ik ergens anders niet zou zeggen.’

De Wending ligt middenin de bossen bij Apeldoorn, op landgoed Caesarea. Daar doen veertig mensen – meestal niet voor het eerst – een poging af te kicken en hun leven weer op de rit te krijgen. Verdeeld over zes huiskamers brengen cliënten hun dagen door: met therapiesessies, behandelgesprekken, dagbesteding en met het dagelijks leven zoals elk mens dat kent: eten, slapen, ruziemaken en liefhebben.

Babyslofjes

Tien minuten later dan gepland arriveren de vrouwen voor de sessie van vanochtend. Bram en Marjanne vertellen wat zij vandaag gaan doen: een rondje ‘hoe was je week’, gevolgd door pauze en een therapiesessie waarin het gaat om lichaamsbeleving, waarbij de vrouwen lekker gaan bewegen. Het thema is: je eigen grenzen aanvoelen en aangeven.

Onna mag als eerste over haar week vertellen. En ze staat te trappelen, want ze wordt oma.

Onna:

De vrouwen vallen over elkaar heen om haar te feliciteren. Onna wordt overladen met knuffels, kussen en felicitaties. ‘Mijn mentor wist het al’, vertelt ze, ‘maar mijn dochter had met haar overlegd dat het beter was om het mij niet meteen te vertellen. Ik moet het eigenlijk ook nog geheimhouden, maar dat kan ik niet hoor.’ Trots poseert ze voor een foto met de ansichtkaart, de positieve zwangerschapstest en de babyslofjes die haar dochter opstuurde. Dit is precies waar de vrouwengroep voor is, vertelt therapeut Marjanne later: om het leven te delen. In deze groep voelen vrouwelijke cliënten zich op hun gemak en na verloop van tijd gaan ze steeds meer delen, worden ze steeds opener.

Helemaal leeg

Na Onna is Loes aan de beurt. Ze vertelt dat ze een onrustige week had. ‘Ik kreeg een bericht van Joey. Hij wil dat ik hier wegga, hij vindt dat dit niet goed voor mij is.’ Ze valt stil. ‘Ik ben helemaal leeg’, zegt ze dan. Haar hoofd valt op haar borst, haar schouders schokken. ‘Je moet zijn nummer wissen’, adviseert een van de vrouwen. ‘Eerst blokkeren, dan wissen’, zegt een ander. Met trillende stem vertelt Loes over Joey, haar ex, over zijn berichten en dat ze ertegen op ziet dit weekend naar huis te gaan. De Wending is een veilige plek, thuis staat ze er alleen voor. Veel vrouwen herkennen Loes’ verhaal. ‘Mijn ex zit vast, dat is makkelijker’, deelt Onna.

Wanneer de gemoederen wat bedaard zijn, vraagt Bram: ‘Wat kan de vrouwengroep voor je betekenen?’ ‘Ze geven me steun’, zegt Loes onmiddellijk. Ze vertelt dat ze voor het aankomende verlofweekend al wat zekerheden heeft ingebouwd: ze gaat langs bij haar moeder en haar zoon en ze mag haar mentor bellen als ze bang is dat ze een terugval krijgt. ‘Goed zo’, zegt Bram, ‘zo bouw je veiligheid in.’ ‘Je bent nu heel sterk’, vult een van de vrouwen aan. ‘Heel anders dan toen je hier binnenkwam.’ Samen praten de vrouwen over lastige exen, een thema waar elk van de vrouwen ervaring mee lijkt te hebben. ‘Het is fijn als iemand je situatie begrijpt’, zegt Mary.

‘Eerst was ik sceptisch over De Wending. Ik heb veel meegemaakt, twijfelde of de behandeling zou helpen. Nu voel ik me op mijn plek. Dat komt door de begeleiders hier, er wordt naar me geluisterd. Voordat ik hier kwam, woonde ik in een opvang waar je verslavende middelen mocht gebruiken. Dat was niet goed voor mij. Ik at bijna niet meer en zonderde me af. Ik was alleen maar met gebruiken bezig, werd achterdochtig. Ik was geen fijn mens. Nu voel ik alles weer, ik heb weer emoties. Dat is wennen. Ik voel pijn en verdriet, maar ook blijdschap.

De vrouwengroep is top, ik kan er alles kwijt. In andere sessies praat ik niet over mishandeling en wat er vroeger allemaal is gebeurd, omdat er mannen bij zijn. Mannen hebben mij dat aangedaan. Na mijn behandeling hoop ik op een huis bij beschermd wonen, een huis waar mijn kinderen ook kunnen komen. En dan lekker werken in een kledingwinkel of in de schoonmaak en gezonde vrienden maken.’

‘Ik was 35 jaar verslaafd aan cocaïne en heroine. Ik ga niet vertellen waarom, dat kost te veel energie. Afgelopen november nam ik het besluit: genoeg is genoeg. Ik wilde niet meer de hele tijd achter bolletjes aanrennen en er verslaafd en kwijlend bijhangen. Het leven heeft andere dingen te bieden: op reis gaan, oma kunnen zijn, je huisje leuk aankleden.

Ik ben nu 54, heb nog een paar laatste jaren te leven. In die tijd wil ik een voorbeeld zijn voor anderen, zoals voor mijn kleinkinderen. Door een drugsvrij, stabiel en normaal leven te leiden. Om dat te bereiken moet ik clean blijven. Ik moet eerst mijn verslaving oplossen, dan kan ik vooruitkijken. Dat gaat met vallen en opstaan. De vrouwengroep geeft me een boost: ik mag er zijn, ik ben uniek. Ieder mens maakt fouten. De vrouwengroep geeft me kracht om door te gaan. Ik leer grenzen stellen en prioriteiten op een rijtje te krijgen. De vrouwengroep helpt me te doen wat ik beloof.’

Voor veel vrouwen is De Wending de eerste plek waar ze zich écht gezien voelen, ondanks dat ze veel andere trajecten hebben doorlopen. Onna: ‘Hier gaat alles op je eigen tempo.’ Erin vult aan: ‘In andere klinieken voelde ik me een nummer, hier kijken ze naar wat je persoonlijk nodig hebt.’

Bokshandschoenen

Tijd voor pauze; een paar vrouwen zijn toe aan een sigaret. Na de pauze leren de vrouwen hun grenzen aanvoelen en aangeven door – voorzichtig – tegen elkaar te boksen. Op het grasveld vormen de vrouwen tweetallen en legt Marjanne uit wat ze gaan doen. Ze beginnen zonder bokshandschoenen. De vrouwen moeten proberen elkaar omver te duwen. ‘Probeer aan te voelen wanneer je grens wordt bereikt en geef dit aan bij de ander. Die moet dan stoppen met duwen. En stevig staan’, zegt Marjanne, ‘zorg dat de ander je niet uit balans kan duwen.’ Giechelend en onwennig beginnen de vrouwen. Bij Onna en Mary eindigt de oefening in een klapspelletje: ‘Papegaaitje leef je nog, ieja deja.’

Lekker

Nu mogen de bokshandschoenen aan. Onna heft haar handen op, Loes en Mary mogen elk op een van haar handschoenen stoten. Ilona is afgehaakt, ze staat niet zo stevig op haar benen. Ze gaat op haar rollator zitten en moedigt de andere vrouwen aan. Na een paar minuten haakt ook Mary af, nu zijn alleen Onna en Loes nog aan het boksen. Loes gaat lekker, ze staat stevig en deelt een paar rake stoten uit op de handschoenen van Onna. ‘Sla ’m op z’n mieter’, roepen de andere vrouwen, ‘breek z’n neus!’ Ze lachen erom, maar het helpt wel, zegt Loes later. In de evaluatie vertelt ze: ‘Iedereen kwam altijd maar dichtbij me, ik liet over me heen lopen. Nu leer ik te zeggen: blijf uit m’n aura.’

Erin over Loes:

‘Thuis zeiden we altijd: “Heb je problemen, ga naar de kapper, veel goedkoper dan een psycholoog.” Ik kom uit Duitsland. Weet je wat Duitsers en Nederlanders met elkaar gemeen hebben? Ze klagen veel over niks. Ik maak foto’s van allerlei plekken, die zet ik op internet. Laatst van een mooie brug. Kreeg ik een comment van iemand: ik vind dit geen fijne brug, hij is altijd open als ik er ben. Dat is toch geen probleem? Ik ben ook een clown, zie je mijn neus? Net een clownsneus. Ik probeer ’m eraf te trekken, maar dat lukt niet. Kijk maar, auw dat doet pijn. Weet je trouwens welk dier het snelst is? De slak, want hij is het snelst thuis. Snap je ’m? Ik denk sneller dan ik praat. Geloof je het niet? Ja, ik praat ook snel, dat klopt. Hé Arie, ben je er nog? Weet je wat ik wel raar van jou vind? Jij zegt dat je me een nieuwe coupe geeft, maar als ik in de spiegel kijk, zie ik dezelfde coupe als toen je me de vorige keer knipte. Ik maak maar een grapje. I’m a crazy guy, dat weet je toch. Ben je klaar Arie? Heel mooi geworden weer. Ja, behalve die neus dan, maar daar kun jij ook niets aan doen. You made my day. Maar hoe gaat het eigenlijk met jou Arie, je bent zo stil?’

Ook vrijwilligerswerk doen? Kijk op legerdesheils.nl/vrijwilligerswerk.

This article is from: