2 minute read
Rijnvliet: een eetbare woonwijk
In Rijnvliet vind je een voedselbos, volledig geïntegreerd in de wijk en met bijzondere kunst: een boomkroonpad, waar kinderen overheen kunnen lopen. Gewoon naast hun eigen school.
Het nieuwe boomkroonpad in Rijnvliet heet ‘Dichter bij de boom’ en is ontworpen door Anouk Vogel. Het vormt de verbinding tussen het voedselbos en het naastgelegen Kindcentrum Rijnvliet. Het boomkroonpad bestaat uit een lusvormige loopbrug tussen de verschillende lagen van het voedselbos. Kinderen kunnen zo van dichtbij zien hoe de bomen en hun vruchten groeien en bloeien.
Proeven
Het voedselbos maakt ook deel uit van het projectonderwijs van de basisschool van het kindcentrum. ‘Kinderen kunnen hier zien, voelen en beleven waar hun voedsel vandaan komt. En het nog proeven ook. Gewoon naast hun eigen school’, vertelt Annelies van Rijn, vrijwilliger voedselbos-educatie bij het kindcentrum: ‘De kinderen vinden het tof om bijvoorbeeld peren te plukken. Of wormen te zoeken en te leren over eetbare planten. Ook groeien er nu al appels en ananasframbozen. De gemeente heeft veel soorten aangeplant, dus volgend jaar verwachten we meer oogst. Kinderen gaan in het voedselbos de verbinding aan met voedsel en natuur. Ze spelen in de natuur en gaan echt op ontdekking uit. Je leert namelijk niet alleen met je hoofd, maar ook met je ogen, je handen, je neus én je mond: dit zo samen kunnen doen is echt een verrijking.’
Primeur
Al het groen in Rijnvliet is gebaseerd op het voedselbosprincipe: overal komen planten, struiken en bomen die eetbaar zijn voor mens of dier. Zo ontstaat er meer evenwicht tussen woningen en natuur. Dit idee kwam van bewoners van de Rijksstraatweg en de Metaal Kathedraal. De gemeente verwerkte het idee in de plannen voor de nieuwe buurt. Het is een primeur voor Nederland, en zelfs voor Europa, dat een voedselbos volledig geïntegreerd is in een woonwijk. Het voedselbos is nu een plek voor bewoners, bezoekers en buren van Rijnvliet om te wandelen, spelen, leren en genieten van de natuur.
