5 minute read
Riek Bakker: ‘Wat is nou helemaal 25 jaar!’
25 Jaar Leidsche Rijn
STEDENBOUWKUNDIGE RIEK BAKKER (79) IS DE BEDENKER VAN ONZE WIJK: HAAR MASTERPLAN LEIDSCHE RIJN UIT 1995 VORMDE DE BASIS VOOR DE BOUW. ZE NOEMT HET EEN VAN HAAR ‘LEVENSWERKEN’. HOE GING DAT, EN WAT VINDT ZE VAN LEIDSCHE RIJN NU?
‘Toen ik Utrecht leerde kennen, was het een kleine stad waar niemand weg wilde. Daar zaten ze dan, ingeklemd tussen al die rijkswegen, met z’n allen te mopperen op Hoog Catharijne. Verknocht aan hun oude stad.
Dus toen ik een paar jaar geleden in Leidsche Rijn was, dacht ik: waarom zijn al deze mensen dan toch hier komen wonen? De wijk bestond toen twintig jaar en ik reed op een duofiets, met telkens een andere Leidsche Rijner naast me. Heel leuk. Ik vroeg telkens: waarom Leidsche Rijn? Ze vertelden dat de huizen, vergeleken met de oude stad, redelijk te betalen zijn en redelijk groot, dat ze geld overhielden. Maar ook: kinderen kunnen hier vrij rondlopen, mensen kijken naar elkaar om, ze hebben een gevoel van ‘we doen het samen’.
Ik was onder de indruk van hoe blij de mensen waren hier. Het was destijds een moeilijke opgave hoor. We wilden veel erfgoed bewaren, maar er moest ook veel gebouwd worden. Telde je alles bij elkaar op, dan paste het gewoon niet. Toen hebben we zitten plussen en minnen en kwam Rients Dijkstra, het hoofd van het ontwerpatelier, met het idee om de A2 te overkappen. Dat was een doorbraak. Vanaf dat moment konden we verder.
Ik hechtte sterk aan participatie. En dan bedoel ik échte participatie. Niet een inspraakavond en dan een plan indienen en zeggen: zo wordt het. Zo ben ik niet. De oplossing voor de A2 en echte participatie zie ik als dé twee succesfactoren van Leidsche Rijn. Daarna volgde druk op de juiste politici. Ik kreeg de ministers Margreet de Boer en Annemarie Jorritsma over de streep. Zij stonden ervoor open. Toen hadden we alle randvoorwaarden om een goede wijk te maken.
Bij het maken van een nieuwe wijk is er altijd rivaliteit tussen de mensen met het geld en degenen die bedenken hoe het eruit moet komen te zien. De mensen met het geld vinden zichzelf de baas. De creatieve mensen vinden dat hun ideeën uitgevoerd moeten worden. Op een gegeven moment moet dan de politiek zeggen: en nu geen gedonder meer, als wij een goed Leidsche Rijn willen dan moeten wij ook daarnaar handelen.
De gemeente Utrecht deed dat goed. Zij snapten: als wij dit goed doen, worden we daar letterlijk en figuurlijk rijker van. Je krijgt zeggenschap over nieuwe wijken waar van alles kan gaan bloeien als je het goed aanpakt. We hebben het ook niet over een wijkje hè. Leidsche Rijn is de grootste Vinexwijk van Nederland. En een van mijn levenswerken.
Leidsche Rijn is een geslaagde wijk geworden, waar mensen blij zijn. Als je nagaat hoe moeilijk het was in het begin! Vloeken in de kerk als je zei dat je in Leidsche Rijn ging wonen. Alle Vinex-bouw werd veroordeeld, en dat gebeurt nog steeds wel hoor. Maar die mensen weten niet waar ze het over hebben, want je kunt hier geweldig wonen en er is heel veel te beleven. Je kan zó naar de stad, maar als je daar moet wonen wordt het een duur appartement. Kun je je dat niet veroorloven of zoek je ruimte, dan is Leidsche Rijn honderd keer beter.
Dat negatieve beeld is gekanteld. Een woonwijk heeft tijd nodig om tot leven te komen. Er moeten mensen komen en kinderen en winkels en groen en dan gaat alles groeien en bloeien. Dat ging hier heel snel. Wat is nou helemaal 25 jaar!
De Vlinderhof in het Máximapark is een wonder. Zo mooi! Niet te geloven dat dit helemaal door particulieren is aangelegd. Heel professioneel. En het wordt ook fantastisch onderhouden door de vrijwilligers.
Ik hoop dat Leidsche Rijn blijft zoals het is. Dat het goed wordt onderhouden. Blijf eraan werken! Het is nooit af. Je moet organiseren dat mensen er trots op zijn. Dan houdt het zijn waarde. Wordt het nog groter? Prima. Als je maar niet autoritair wordt. Als je het maar doet zoals wij het deden: samen met alle mensen die hier wonen.’
Het Masterplan
De eerste zinnen van het ‘ten geleide’ van de wethouders van Utrecht en Vleuten-De Meern: ‘In april 1994 is door de gemeentebesturen van Utrecht en Vleuten-De Meem opdracht gegeven tot het opstellen van een masterplan voor het gebied Leidsche Rijn. In de daarop volgende periode is ongelooflijk veel werk verzet door Riek Bakker en haar medewerkers in het Projectbureau Leidsche Rijn. Mede door hun deskundigheid, inzet, enthousiasme en inventiviteit ligt nu het Masterplan Leidsche Rijn voor u, waarmee de raden van beide gemeenten in juni 1995 van harte hebben ingestemd.’
Riek Bakker
Riek Bakker (1944) is niet alleen stedenbouwkundige maar ook landschapsarchitect. Na haar opleiding ging zij aan de slag bij Bureau Zandvoort, waar de kiem werd gelegd voor integraal werken tussen verschillende vakdisciplines. Naast Leidsche Rijn is zij vooral bekend van de Kop van Zuid in Rotterdam.
Riek Bakker werd bekend vanwege haar betrokkenheid, inzet, overtuigingskracht en unieke wijze van aanpak. Zij werd hoogleraar in Eindhoven om studenten te onderwijzen in haar integrale manier van project- en gebiedsontwikkeling. Tegenwoordig werkt zij vanuit haar bureau Riek Bakker Advies aan projecten, nooit alleen, altijd samen met medewerkers, collega’s, bewoners en overheid. Haar uitgangspunt blijft het verzamelen van een groep. Bouwen op vertrouwen. Bouwen met een visie.
TEKST: ANNEKE PAUL | BEELD: HISTORISCHE VERENIGING, TENZIJ ANDERS VERMELD