3 minute read
Zoemen over oceanen
Advertisement
Klapwiek eens met je armen als een vogel. Is dat makkelijk? Probeer dat nu dan eens vijftig keer in één seconde. Dat is onmogelijk! Maar zo vliegt een roodkeelkolibrie. Hij klappert zo snel met zijn vleugels dat ze een zoemend geluid maken, als een insect. Hierdoor kan hij in de lucht stilhangen terwijl hij met zijn lange tong zoete nectar uit een bloem drinkt. Hij kan zelfs achteruit vliegen.
Het is ongelofelijk dat dit vogeltje, dat minder
weegt dan een suikerklontje, achthonderd kilometer over de oceaan kan vliegen. Moet je je voorstellen hoe vaak hij daarvoor moet klapwieken!
Ieder voorjaar verlaat hij zijn tropische winterhuis in Midden-Amerika om noordwaarts naar Noord-Amerika te vliegen. Om daar zo snel mogelijk te komen, neemt hij de meest rechtstreekse weg: dwars over de brede, blauwe Golf van Mexico.
Onderweg maakt deze onvermoeibare reiziger soms een snelle stop, misschien rust hij even op een vissersboot of een booreiland. Maar er is geen tijd te verliezen – hij moet de beste plek vinden om zijn kleine bekervormige nest te bouwen voordat een andere kolibrie zijn plaatsje inneemt.
Tegen april hebben de meeste roodkeelkolibries hun noordelijke woningen bereikt. Ze nestelen in bossen, parken en tuinen. Lentebloemen leveren
veel nectar, waar ze de kracht uit halen om hun gezin groot brengen. Ouders vangen daarnaast insecten om hun hongerige, groeiende jongen bij te voeden.
Tegen augustus hebben de jongen het nest verlaten en zoemen ze druk rond met hun nieuwe, vlug fladderende vleugels. Ze moeten snel leren, want in september vertrekken ze voor een lange reis naar het zuiden.
De roodkeelkolibrie is een klein vogeltje dat leeft van bloemennectar. Hij broedt in Noord-Amerika, tot in Canada, maar migreert in de winter zuidwaarts naar het tropische Midden-Amerika.
Uit: Mike Unwin en Jenni Desmond Migratie € 15,99 | 47 pag. Dieren in alle soorten en maten maken legendarische reizen over onze planeet, door woeste weersomstandigheden, hongerige roofdieren vermijdend, om maar te overleven. Stel je de trektochten eens voor van de keizerspinguïns, van de witte haai, van grote kuddes olifanten en van miljoenen rode krabben… Een boek vol ongelooflijke migratieverhalen!