Void magazine

Page 1

#1

/ DECEMBER 2010

ANNELIES VANYCKEN

EDELWEISS

TITI + THE GERMAN KIND

ERWIN VANMOL

DOOREMAN


EN UITGAVE VAN

HOOFDREDACTEUR Valeriya Borisova

VORMGEVING Valeriya Borisova

LETTERTYPE'S Familie Univers

DRUKKERIJ Qualicopy Maaltebruggestraat 169 B- 9000 Gent Tel.: 09/222 40 18 Fax: 09/220 25 99

VOID ARTIKELS Valeriya Borisova Rosaline Fiems Naomi Van Hauwermeiren Van Assche Sofie

IN OPRDRACHT VAN: Marc Popelier Bieke Deuydt

2  VOID MAGAZINE

December, traditioneel de feestmaand van het jaar. Voor mij is het ook elk jaar een beetje de feestmaand voor de grafisch ontwerper. Overal in het straatbeeld ontspruiten her en der grafische ontwerpen, van versierde kerstbomen tot raambeschilderingen. Als ik ‘s morgens de brievenbus ga ledigen heeft onze postbode deze ook alweer gevuld boordevol grafisch sterke en minder sterke kerstkaartjes.

EDITORIAL

Hogeschool Gent KASK Jozef Kluyskensstraat 2 BE-9000 Gent T 32(9) 267 01 00 www.kask.be

Deze maand zit ons magazine dan ook vol met interviews van bruisende persoonlijkheden, nog bruisender dan de allerbeste fles “bubbels” die 31 december omstreeks 00:00 u zal ontkurkt worden. Grafisch ontwerpers, fotograven, cartoonisten, typograven, modeontwerpers; ze passeren allen de revue. De grafische wereld is heel breed en ons feestnummer is dan ook breder dan anders. We kozen deze maand bewust voor een diversiteit aan mensen, daarmee willen we nog maar eens benadrukken dat onze grootste verlangens en wensen voor het jaar 2011 zijn dat iedereen meer in harmonie zal leven met elkaar, dat we niet opnieuw zullen moeten lezen in onze dagbladen welke gruwelijke dingen er die dag weeral gebeurd zijn. Dat is wat we dan ook iedereen wensen: een harmonieus en zalig kerstfeest en een gelukkig Nieuwjaar!


INHOUD

TRANS-ID

EDELWEISS

4

12

+FORSEARCH TALENT

EXPERIMENT

20

23

TITI + THE GERMAN KIND

ERWIN VANMOL

27

33

GERT DOREMAN

+TYPOGRAPHY SPOT ON

Grafisch ontwerpster Annelies Vanyecken

Jan Matthys & Mich Van Den Berghe

Ondek je eigen fantasie

Dmitry Ligay

Van krabbeltjes en eigenzinnigheid tot een eigen kledinglijn

Typograaf

Vlaamse cartoonist doet spraakmakende ontdekking

House of holland

38

46 VOID MAGAZINE 3


GRAFISCH ONTWERP

Visueel communicator

of visueel reporter? Annelies Vaneycken vervolledigde haar studies aan de Hogeschool Sint-Lukas Brussel met een post-graduaat in 'Nieuwe Media' aan het Sandberg Instituut te Amsterdam. In 1999 richtte ze het grafisch

TRANS-ID

bureau Trans-ID op, waar ze tot op heden werkt als grafisch ontwerpster. Naast haar vormgevingswerk voor klanten, is ze geïnteresseerd in het auteurschap van haar beroep, daar waar het raakvlakken heeft met andere disciplines en met maatschappelijke bekommernissen. Dit verwerkte ze in zelfgeïnitieerde projecten als Julie & Mélissa (W139, Amsterdam,

Een grote witte ruimte met hier en daar attribu-

1999), Expedition Francka (CC

ten rondslingerend op de grond, enkele foto’s en

Strombeek, 2008, i.s.m. Filip Van

projecten hangend aan de muren. Een werktafel

Dingenen), Beautiful Dirt (CC De

met daarachter grafisch ontwerpster Annelies Va-

Markten, Brussel, 2009) en Erasing Intimacy (Koninklijk Museum voor

neyken die klaar was mijn spervuur aan vragen

Kunst & Geschiedenis, Brussel, 2010).

te beantwoorden. Dit beeld kreeg ik na een lange

interview door borisova valeriya

treinreis en een slopende zoektocht naar Recycleart te Brussel uiteindelijk dan toch te zien.

4  VOID MAGAZINE


moesten we normaal gezien een basic website maken, maar ik was tijdens die periode drie maanden in Milaan voor mijn scriptie over grafisch ontwerp en mode. Voor m'n eindwerk verzorgde ik de grafische vormgeving voor modeontwerper Bernard Willhelm. Ik voelde dat ik van webdesign, interaction design en andere nieuwe media nog niet zoveel afwist, en wilde dit gemis invullen. Ik heb toen besloten om een post-graduaat te doen in Nieuwe Media in het Sandberg instituut in Amsterdam. Ik denk vooral dat ik het ook deed om een andere cultuur te exploreren. Ik vond het ook heel interessant omdat er een mix van internationale studenten aanwezig was. Waarom ging jou keuze naar Amsterdam? Zijn er verschillen in de opleiding tussen België en Nederland? Wat doe je hier precies in Recyclart? Recyclart biedt mij een residentie aan, een plek waar ik kan werken aan mijn 'Repórter sem Beiras' project. Repórter sem beiras is een zelf geïnitieerd project over de eenzijdige negatieve perceptie over de bewoners van de Braziliaanse sloppenwijken. Het project 'Repórter sem Beiras' wil een mogelijk antwoord geven op de vraag naar de rol van de grafisch ontwerper bij het ombuigen van dit negatief beeld naar een meer ruime interpretatie van de bewoners en hun leefwereld. Als 'Social Designer' heb ik een intermediaire rol tussen de Favela en de buitenwerelden, ik treed op als een soort (visuele) tolk van de favelabewoners naar de buitenwereld toe. Hiermee hoop ik bij te dragen tot een meer open beeldvorming over de favela, bij de Braziliaanse middenklassen en de rest van de wereld. Elke maand heb ik een presentatie waar ik mijn artikels per thema publiceer;

ele verhalen over het dagelijks leven van de mensen in de Favela's (Braziliaanse sloppenwijken). Deze muurkranten zal ik ophangen in de straten van Rio de Janeiro. Daarnaast komen er ook kranten op kleiner formaat die ik aan de midden-

en dit in verschillende vormen van het medium 'de krant'. Deze maandelijkse presentaties zijn publiek en aan de hand van mensen hun reactie op mijn work-inprocess kan ik mijn werk nog bijschaven. Het de bedoeling dat er kranten op groot formaat maak met persoonlijke en visu-

Eigenlijk heb ik op Sint-Lukas Brussel een master behaald, het was vier jaar. Ik studeerde af als master in de Beeldende Kunsten, in de opleiding 'grafisch ontwerp', hetgeen toen nog 'Toegepaste Grafiek' heette. Toen ik afstudeerde deed internet zijn opmars. In mijn afstudeerjaar

Grafisch ontwerp is een passie voor mij // klasse op het strand zal verdelen. Ook in Brussel komt er een tentoonstelling, dit zal pas voor Oktober 2011 zijn. Het is een project dat ik zelf geïnitieerd heb, ik werk er nu al 2 jaar aan, pas achteraf hebben de mensen van Recyclart mij deze plek aangeboden. Je hebt in 1998 BA gehaald in SintLukas. Wat was de reden om nog multimedia er bij te doen?

Andere instellingen waren zeker een optie zoals The Royal College in London of Fabrica bij Venetië. Zwitserland was ook een mogelijkheid omdat zij — net zoals Nederland — een lange traditie in grafisch ontwerp hebben. Omdat het Sandberg Instituut in Amsterdam een postgraduaat in “nieuwe media” aanbod, dat toen (1998) innoverend was — en ik daar nog geen kaas van gegeten had — ben ik uiteindelijk daarvoor gegaan. Je was nog aan het studeren in nieuwe media en grafisch ontwerp, ook had je jou eigen bureau opgericht en in die tijd gaf je al les aan de Hogeschool SintLukas Brussel. Kan je dat even verduidelijken hoe je dat gecombineerd hebt? Ik volgde een post master om mij specifiek in iets te verdiepen, gelijktijdig nam ik hier en daar kleine grafische projecten aan om mijn studies en verblijf te kunnen vergoeden. Het was een logische groei naar een eigen grafisch bureau. Plots kwam de vraag vanuit Hogeschool SintLukas Brussel om een docent tijdelijk te vervangen. Omdat het lesgeven me beviel heb ik achteraf gesolliciteerd op een open betrekking. Het lesgeven was maar een dag per week maar lesvoorbereidingen vragen inderdaad extra tijd. Het VOID MAGAZINE 5


Sint-Lukas Info 2010

Booklet

t

Zoom Bookle

10 Days Indonesia poster

was hard werken, en ik had weinig vrije tijd. Dat is nu nog steeds zo. Omdat ik grafisch ontwerp graag doe, vind ik het helemaal niet erg om er zoveel tijd in te steken. Ik kijk geen TV en spijtig genoeg neem ik veel te weinig een goed boek vast. Grafisch ontwerp is een passie voor mij.

Ik ben een persoon die eigen ding wil doen op mijn eigen manier // Heb je nog voor je je eigen grafisch bureau oprichtte gewerkt voor privé bedrijven? Nee, ik heb enkel stage gedaan van twee weken. Na die stage wou ik niet in een grafisch bureau gaan werken omdat ik daar moest luisteren naar een overste. En ik ben een persoon die eigen ding wil doen op mijn eigen manier. Dus je bent direct zelfstandig begonnen en vond je dat geen groot risico als net afgestudeerde?

6  VOID MAGAZINE

Dat was een risico en ook geen risico. Ik denk dat als je het wil, je dat gewoon moet proberen. In het begin deed ik kleinere jobs en dan volgde de rest. Dat maakt deel uit van het natuurlijke proces. Toen je juist zelfstandig begon hoe heb je het aangepakt om jou bekend te maken? Heb je reclame gemaakt? In het begin heb ik gedacht om reclame te maken voor m'n activiteiten als grafisch ontwerper maar er was veel werk en ik nam er geen tijd voor. Als grafisch ontwerper ben je vaak bezig met promotie te maken voor andere bedrijven en hecht je te weinig belang aan die van je eigen bedrijf. Grafisch ontwerpers zijn te weinig bezig met hun eigen identiteit naar buiten toe te profileren. De eerste drie jaar ben ik daar weinig mee bezig geweest. Maar op het moment dat ik ben gaan samenwerken met de familie van Ian Borcic — mijn toenmalige werk

in Zagreb; Vanessa Borcic — zijn zus — was net gestart met freelance werk in Londen en zijn jongere broer, Luka Borcic, startte net de opleiding grafisch ontwerp aan de Rietveld academie te Amsterdam. Zijn vader was gespecialiseerd in branding en marketing. Zijn zus werkte in interaction design en wij waren een mix van interaction design en drukwerk. Toen zijn we beginnen spelen met het idee om de drie locaties te verbinden en samen te werken. Aan de hand van een workshop probeerden we te bepalen wat onze visie en missie is, waar we naartoe wilden, welk soort klanten willen we wilde aanspreken. Dat hebben we dan vertaald in onze huisstijl. We hebben lang gezocht achter een goede naam en uiteindelijk besloten om 'Trans-ID', de naam van het grafisch bureau dat Ian en ik in Brussel hadden, te behouden als naam voor de drie studio locaties samen. 'Trans-ID' staat voor identiteiten in transfer of trans-

- en privé-partner — die in London en Zagreb gevestigd waren, zijn we bewust over de identiteit van ons grafisch bureau gaan nadenken. Ian Borcic is afkomstig uit Kroatië, uit een familie van grafische ontwerpers. Zeljko Borcic — zijn vader — was reeds lange tijd grafisch ontwerper

formatie; voor het verrijken van je identiteit (ID) door aanraking van andere culturen en andere vormen van perceptie. Dat was eigenlijk de titel van mijn afstudeerproject aan het Sandberg Instituut, een interactieve installatie waar ik een nieuw virtueel land had ontworpen, be-


agazine

Hiawatha M

Kwintessens Ma

gazine

staande uit Nederland, Kroatië en België. Het was een kaart waar de karakteristieken op een interactieve manier ontdekt konden worden. De karakteristieken van het nieuw virtueel land was een mix van de eigenheid van elk van de drie andere landen, zoals bv. meertaligheid in België. De samenwerking is gestopt in 2006 toen de relatie stopte met mijn toenmalige vriend. Sindsdien werk ik alleen. Er is werk genoeg dus neem ik geen tijd om aan promotie te doen, vaak is er te weinig tijd om de website met regelmaat te updaten. Hoe werd je bekend bij de klanten? Kwam het pas later? Het was eigenlijk een vrij spontaan proces. In Nederland had ik al opdrachten voor mensen die mij kenden, je doet een job en het wordt doorverteld aan anderen; van het een komt het ander. Zo werkte ik bvb. samen met een bevriende tekenaar, Wouter Krockaert, aan een eerste project voor het muziekinstrumentenmuseum hier in Brussel. Ze waren tevreden en dus bleven ze mij terugvragen, zo we hebben jaren lang samengewerkt. Waaruit haal je je inspiratie? Uit vele diverse zaken, maar indrukken

uit andere culturen zijn voor mij toch wel heel belangrijk. Ik reis graag en, dat laat me toe om met andere ogen naar dingen te kijken. Ik probeer die bril hier in België ook op te houden; om met andere ogen naar de realiteit te kijken. Natuurlijk haal ik ook inspiratie uit de grafische wereld. Hoe verwerk je jou ideeën? Zet je die eerst op papier of maak je een soort van collage in je schetsboek of begin je direct met de computer te werken? Ik heb een schetsboek. Het is belangrijk voor mij om eerst een gesprek te hebben met de klant, om af te tasten wie zijn en waar willen ze naartoe; wat hun vraag of nood is. Ik vind het belangrijk dat ik even stil sta bij hun vraag: klopt het wel of hebben ze misschien nood aan iets anders dan dat ze vragen? Dan komt een fase van documentatie en research en een zoektocht naar ideeën. Vervolgens schrijf en teken ik in mijn schetsboek, maar voor ik het uitwerk op de computer maak ik wel eerst een schets ter visualisatie.

Trans-ID staat voor identiteiten in transfer of transformatie //

Wat zijn belangrijke invloeden op jou grafisch werk? Wie is je grote voorbeeld? Ik denk Tibor Kalman. Omdat hij heel VOID MAGAZINE 7


hard bezig was met sociale belangen. Elk jaar gaf hij voor zijn klanten een relatiegeschenk en dat was altijd gerelateerd aan het goede doel. Het feit dat hij zijn eigen stempel van zijn persoonlijkheid kon meedragen, vind ik belangrijk. Ook de visual essays die hij gerealiseerd heeft voor de columns voor het Colors magazine van Benetton. Daarnaast haal ik invloeden uit mensen die hun ding doen, maar dat kan ruim zijn en andere disciplines betrekken. Ik heb geleerd om buiten de grafische wereld te kijken. Ik vind het bvb. belangrijk om naar modeontwerper — zoals Martin Margiela, architecten — zoals Rem Koolhaas, of fotografen te kijken. Als je momenten zonder inspiratie hebt. Hoe pak je deze aan? Gewoon iets anders doen. Ik voel vaak dat ik niet genoeg voedsel in mijn hoofd heb. Ik laat het gewoon los en ga tentoonstellingen bezoeken of eens wandelen in het bos. Dan kan je het vanuit een ander inzicht bekijken. Werk je uitsluitend met computer of gebruik je andere media, tekenen, schilderen, foto’s als je opdrachten van klanten krijgt? Ik heb op jou site maar weinig tekeningen gezien. Nee. Maar ik doe het graag hoor. Het is een feit dat ik weinig illustreer en dat is waarschijnlijk omdat het veel tijd in beslag neemt. Dus soms moet je een beetje afwegen; passie tegenover inkomen. Als je 3 dagen aan een tekening zit en je wordt er maar een halve dag voor betaald dan moet je economische beslissingen maken. Op de site Trans-ID heb ik veel schone werken gezien van jou. Hoe ga je te werk om bijvoorbeeld deze folder te maken, als je zo een opdracht krijgt? Dit boek draagt de titel “Salle des pas perdus” en gaat over 'sans-papiers'; over mensen zonder papieren die hier officieel niet kunnen verblijven. Het gaat over bewegingsvrijheid van bepaalde mensen. Het is een project van kunstenares Ann Van de Vyvere die onder het naam Irma Firma werkt. Ze heeft, samen met Pablo

8  VOID MAGAZINE

Salle des pas perdus

Castilla een Spaanse fotograaf, een reeks van wandelingen gemaakt als onderzoek naar de grenzen van bewegingsvrijheid. Deze wandelingen werden gefotografeerd en in het boek opgenomen. Achteraan het boek zit een audio-CD; een muziekcompilatie van Wim Lots rond hetzelfde thema. Hoe ga ik te werk? Ik heb geprobeerd om het thema bewegingsvrijheid en grenzen te vertalen in de grafische vormgeving. Vooral in de cover — tevens de aandachtstrekker van het boek — is het thema voelbaar: de uitsneden van de letters van de titel functioneren als grens. Wanneer is een tekst of een titel leesbaar? Wat zijn de grenzen van leesbaarheid? Het feit dat je er kan doorkijken door de letters en hierdoor slechts voor een deel van de fotoreeks in tumbnail patroon kan zien, heeft ook een begrenzing in zich. Het is tevens een doorkijk naar de wereld (inhoud) van het boek, en relateert naar

anderen, maar dat is daarom niet mediumgebonden. Of het nu een boek of een ruimte is, maakt weinig uit... als de inhoud van het project op zich me maar interesseert. Er zijn projecten die ik liever doe dan anderen, maar in principe neem ik enkel de projecten aan die ik graag doe, dus ik doe ze eigenlijk allemaal graag! Ik doe zelden projecten omdat ik het geld nodig heb. Vaak steek ik meer tijd in een project dan dat ik ervoor betaald ben en vaak kies ik ervoor om een project aan te nemen dat minder goed betaald is maar waar ik me toe aangetrokken voel, en laat ik een beter betaalde job hiervoor staan. Ik ben dan ook geen goede zaakvoerder, eerder een gepassioneerde idealist. Ik maak liever boeken dan huisstijlen; webdesign heb ik afgebouwd, het is mij vaak te technisch; het evolueert te snel. Maar uiteindelijk kan alles leuk zijn, het is maar hoe je het zelf benadert of inkleedt.

de 'sans-papiers' die hier al dan niet een toegang krijgen tot een andere wereld.

Buiten Trans-ID heb je zelf uitgegeven werk. Kan je daar meer over vertellen? Ik heb inderdaad zelfgeïnitieerde projecten en die gaan meestal over andere culturen; over perceptie van 'het andere', imagovorming, en persoonlijke blikken. Af en toe heb ik de noodzaak minder

Zijn er opdrachten die je liever doet dan andere? Zoals het ontwerpen van een poster, een boek lay-out, een logo? Er zijn projecten die ik liever doe dan


projecten voor klanten aan te nemen en te verademen in m'n zelfgeïnitieerde projecten. Mijn expeditie met Francka was zo een project en nu ben ik bezig met “Réporter sem Beiras”. De bedoelingen van die projecten zijn zowel via woord en/of beeld eigen berichten de wereld in te sturen.

Fotos van recente reizen naar Albanie (2007), Brazilie (2008), Georgie (2009) and India (2010).

Ik reis graag en dat laat me toe om met andere ogen naar dingen te kijken //

Wat is jou beste werk waar je het meest trots op bent? Oei daar heb ik nog niet over nagedacht. Het zal nog moeten komen vermoed ik. Ga je dan alleen of werk je samen met andere kunstenaars? Zoals jou Expeditie met Francka? Omdat ik mij interesseer in andere culturen, reis ik heel vaak. Maar reizen zijn iets anders dan mijn zelfgeïnitieerde projecten. Ik reis graag alleen omdat je dan zoveel meer interactie hebt met je omgeving, ook al ken je de taal niet. Ik loop dan geconcentreerder rond en je observeer veel mee. Je bent minder met andere mensen aan het praten en daarom heb je meer tijd voor het land of de cultuur zelf. Maar inderdaad voor het project “Expedition Francka” heb ik met beeldend kunstenaar Filip Van Dingenen hij is beeldend kunstenaar dus hij kijkt anders op de zaken en communiceert anders dan grafische ontwerpers. We hadden heel interessante discussies, verschillende meningen om van daar een soort visie

veranderen of hij moest soms iets veranderen en daar worden wij beiden rijker van in onze ontwerpen. Ik wil eigenlijk ook graag eens met een schrijver en een fotograaf samenwerken. Heb je er ooit aan gedacht om naar Rusland te gaan? Ja eigenlijk wel. Ik probeer al drie jaar naar

Odessa (Oekraïne) te gaan, maar dat is niet echt Rusland. Er is misschien een plan dat ik ergens in de winter in Siberië zou kunnen zijn voor een project, maar het ligt nog niet vast. Misschien een plek die nog niet op de toeristische kaart van Rusland staat. Welke advies kan je me nog geven als leerling in grafische sector. Enerzijds doen waar je zin in hebt, je zal merken dat de fusie van nieuwigheden in combinatie met je eigen input heel rijk kan zijn. Anderzijds veel uitproberen, veel invloeden gebruiken en gewoon niet teveel denken maar doen. Doen waar je zin in hebt.

te maken. Omdat ik soms iets moest

VOID MAGAZINE 9


www.fontstruct.com

ALL YOUR FONTS BELONG TO US 10  VOID MAGAZINE


Build and share fonts for free FontStruct lets you quickly and easily create fonts constructed out of geometrical shapes, which are arranged in a grid pattern, like tiles or bricks. Once you’re done building, FontStruct generates high-quality TrueType fonts, ready to use in any Mac or Windows application. You can keep your creations to yourself, and you can check the other user’s “FontStructions”. Explore the Gallery of fonts made by other FontStruct users and download them or even copy them and make your own variations.

http://fontstruct.com/gallery

Top downloads:

structurosa struktur TFa SquareSans

xtude LETRA libre FOLDSTRUCT STRUCTUROSA SCRIPT

MUNNI TAALL PLUMP

fs the i

Boxy 1 Queen Mab Legorama KAPUTT

Strata Dots

Scratch VOID MAGAZINE 11


FOTOGRAFIE

EDELWEISS Jan Matthys & Mich Van Den Berghe

Nog maar enkele jaren een echt fotocollectief, maar al meer dan twintig jaar vrienden, de jodelaars van edelweiss. Een betere basis voor twee nauw samenwerkende fotografen is haast niet in te beelden. Tenzij dan

Met mijn stalen ros rijd ik door de poort die uitgeeft op het huis waar Jan Matthys, een van de twee fotografen, in woont. Achter mij hoor ik kin-

de liefde voor kitsch. deren die op straat spelen verwonderd vragen of intervieuw door rosaline fiems

ik hier woon. Even later zit ik in de woonkamer, waar de kat des huizes zich installeert op mijn jas. Ook de twee heren van Edelweiss nemen plaats en nu iedereen à l’aise.

12  VOID MAGAZINE


Hoe zoeken jullie modellen? Mich: Dat zijn meestal mensen in onze omgeving die een goeie kop hebben. Gaan jullie mensen op straat gaan aanspreken? Mich: Een enkele keer, we moeten dan al met iets zeer specifiek type in ons hoofd zitten. Meestal zijn het vrienden, of vrienden van vrienden. Dat werkt dan ook helemaal anders. Voor de reeks Insomnia in de Goedele bijvoorbeeld, hebben we Kamiel genomen, een buurman. Hij doet dat met veel plezier. Jan: Vaak inspireren we ons ook een beetje op de mensen zelf. Soms vragen we mensen, soms werken we ons idee uit aan de hand van die mensen. Je geeft een draai aan een situatie waardoor ze iets bevreemdends krijgt, en door een paar elementen toe te voegen bij die modellen of ze een bezigheid te geven die niet alledaags is, komt dat vreemde bij mensen naar boven. Vaak gaat de foto over die mensen.

Wat hebben jullie precies gestudeerd? Jan Matthys: Mich heeft filosofie gestudeerd en is nu leraar zedenleer op de Ottogracht in Gent. We waren al een tijdje geïnteresseerd in fotografie en rond ons zevenentwintigste hebben we in avondonderwijs fotografie gestudeerd op het KASK.

De saaiste modellen zijn misschien mensen van onze leeftijd

Hoe vullen jullie elkaar aan in het samenwerken? Jan: Eigenlijk vullen we elkaar niet aan. (lacht) Het probleem is dat we alletwee net hetzelfde kunnen. Meestal doen mensen die samenwerken iets verschillend, de ene is fotograaf, de andere grafisch ontwerper. We zijn alletwee geen grote photoshoppers. Maar op een set kun je gewoon niet alles zelf doen, daarmee dat we elkaar beginnen vragen zijn voor hulp tijdens projecten. We zijn niet elkaars assistenten, we doen de dingen gewoon vaak samen. Dat kristaliseert

Edelweiss. Het zijn steeds ensceneringen waarin magie en banaliteit centraal staan. De magie in de beelden zie ik, de banaliteit iets minder. Mich Van Den Berghe: Het is vaak een soort magisch realistisch gegeven. Het werk van de Kopergietery bijvoorbeeld: gewone mensen worden haast surreëel door het gebruik van dat flitslicht. We werken ook vaak op locatie en de banale werkelijkheid wordt uitgelicht door een paar speciale elementen die een gevoel van vervreemding creëren. Jan: Dat geldt zeker voor die foto’s uit de

Was het dan moeilijker om foto’s in opdracht voor De Standaard te maken, toen jullie een Romeins buffet met allemaal bekende Gentenaars uitbeeldden? Jan: Goh. Bruno Matthys, voorzitter van de socialisten in Oost-Vlaanderen, staat er op. Luc De Vos ook, hij is een goeie vriend van Bruno, die ook een restaurant in Gent open houdt. We moesten de 69 dingen die je eet voor je sterft tonen. We hadden een mini budget maar een groots idee. Eigenlijk hebben we geld verloren aan die foto. Jan: Een veel te grote opzet, we vergeten dan ook hoe weinig geld we maar hebben. Alle producten zijn wel gesponsord, de modellen hebben enkel een foto gekregen, we hadden geen budget meer over. Vaak doe die mensen dat uit goodwill, ze vinden een foto ook wel eens tof.

een bepaalde stijl uit en na verloop van tijd doe je gewoon alles samen.

Canvascollectie. Op die foto’s heb je een twee keer een ouder koppel, een homoseksueel koppel, Mich zijn grootouders die met vreemde activiteiten bezig zijn… Mich: Die zijn allemaal bezig met banale bezigheden, maar door er een draai aan te geven krijgen ze wel iets poëtisch.

Emilie Vercruysse, een Gentse fotografe, zei in een interview dat ze zeer graag met kinderen werkt omdat deze nog niet bewust zijn van hun houding. Is dit ook een reden waarom jullie vaak met kinderen werken, of is dat omwille

De omschrijving bij jullie deelname aan de Canvascollectie luidde als volgt: Mich Van Den Berghe en Jan Matthys maken samen foto’s onder de naam

VOID MAGAZINE 13


Foto: Closing time

van compleet andere redenen? Jan: Compleet andere redenen denk ik. Mich: Dat is ook een mythe hè, de ongedwongen foto en het niet-bewustzijn van de eigen capaciteiten. Dat is ook niet onze filosofie. Alles is sterk in scène gezet, het concept is op voorhand uitgewerkt, iedereen wordt geregiseerd, het licht staat heel precies. Het heeft dus niets met ongedwongenheid of spontaniteit te maken. Als we geen professionele modellen gebruiken is dat meestal omdat we er het geld niet voor hebben. (lacht) Maar het is ook van de nood een deugd maken. Het zijn vaak veel interessantere koppen die op een onverwachte manier even goed acteren als mensen die er professioneel mee bezig zijn. Jan: Soms zit er een heel klein beetje spontaniteit in, maar dat is dan meestal een flits die niet afgaat, of iemand die niet voorbereid is. Je ziet iets gebeuren, en je trekt dan toch een foto. Maar dat is maar een heel klein percentage. Mich: De reden waarom we vaak met kinderen werken is au fond omdat die je meenemen naar een andere wereld. Jan: Dat komt ook omdat we lang voor de Kopergietery gewerkt hebben. Mich: Het is wel iets dat we kunnen. Dat is iets waar andere mensen schrik voor zouden hebben om aan te beginnen, en wat ons wel lukt. Jan: We willen ons zeker niet profileren

14  VOID MAGAZINE

als de kinderfotografen. We werken wel graag met kinderen maar we houden ook altijd ons hart vast. Concentratiepannes van twee minuten, en als het een te moeilijke scène is, denken we “Oei, wat gaat dit hier worden?”. Maar het zijn wel onze vrienden natuurlijk. Was het werk voor de Kopergietery één van jullie eerste opdrachten? Mich: Voor mij wel. Toen ik afgestudeerd was heb ik dat even alleen gedaan, en toen is Jan erbij gekomen. Creatief gezien was dat heel dankbaar werk. Heeft dat voor een groot deel bepaald hoe jullie foto’s er nu uitzien? Jan: Mensen kennen ons vooral van die foto’s van de Kopergietery, en ze gaan

ons dan soortgelijke dingen vragen, en daar zitten dan weer kinderen bij. Maar we werken even graag met naakte vrouwen. Als er maar mensen op staan. Mich: Het gaat ons over een soort fantasiewereld, en die wordt evengoed bevolkt door oude heksjes als door kleine kinderen of dwergen en knappe matrozen, mooie en lelijke vrouwen. Het doet er niet toe, als het maar mensen zijn die tot de verbeelding spreken, die uit een sprookje kunnen komen. De gemiddelde zestienjarige, kan je daar dan bijvoorbeeld veel mee aan? Jan: Dat hangt ervan af hé. Eerst is het idee er, en dan zoek je voor een invulling daarvoor. Wie onze opdrachtgever is


Het gaat ons over een soort fantasiewereld, en die wordt evengoed bevolkt door oude heksjes als door kleine kinderen of dwergen en knappe matrozen, mooie en lelijke vrouwen.

die mensen ook nooit alleen. (lacht) Als het klikt, is dat heel fijn. Dus kleren en accessoires doen jullie ook niet zelf? Mich: We hebben zeer lang alles zelf gedaan. Wat niet weg neemt dat het plezant is als we iemand vinden die goed zijn.

NIET DE GROOTSTE COMMERCANTEN speelt ook mee. Meestal laten we alles los en proberen we zo aan een idee te komen en dan pas de invulling. Maar zestienjarigen gebruiken we weinig eigenlijk. Mich: Maar de leeftijdsklasse speelt echt geen rol. Het saaitste zijn misschien mensen van onze leeftijd. De charme van de jeugd is eruit en het karakter van een oudere mens zit er nog niet in. Als jullie zin hebben om dat idee eens te doen, doen jullie dat dan gewoon? Jan: Dit is niet het soort fotografie waar je dat kan doen. Er zijn veel voorbereidingen. We hebben ook vaak te weinig budget om iets te laten doen, wij moeten echt alles zelf doen. Als je een idee hebt

kruipt er echt veel werk in om alles samen te krijgen. Dus iets spontaans doen zit er niet echt in. Toykyo heeft al decors gemaakt voor jullie. Hebben jullie nooit zin om dat zelf te doen? Jan: We kunnen dat niet. Benji van Toykyo werkt snel en goedkoop, hij heeft zelf veel ideeën. We werken graag samen met mensen, iemand die iets kan dat wij niet kunnen. In het begin is het moeilijk iemand te vertrouwen, we blijven er altijd bij om te zien of het wel is waar we naar op zoek zijn, maar eenmaal dat we iemand hebben gevonden om mee samen te werken werken we zeer graag samen. Mich: Het is tof om te leren van anderen. Meestal zijn we wel betrokken, we laten

Hoe zit het qua naambekendheid hier in Vlaanderen? Jan: Het is een moeilijke sector. Het probleem is dat er in de reclame grote budgetten zitten, maar dat het een kleine groep is die zulke opdrachten krijgen. Tijdschriften verdient quasi niets, daar eet je niet van ’s avonds. Soms veel werken en weinig verdienen. Het zijn vaak de saaie opdrachten die het meeste verdienen. Als je een paar grote opdrachten op een jaar doet, zit je financieel veilig, maar ze moeten wel komen. We zijn nu een beetje promotie aan het doen, we hebben sinds kort ook een website. (lacht) We zijn niet de grootste commercanten. Je kunt er niet van leven? VOID MAGAZINE 15


Jan: Dat lukt me wel, maar ik heb geen vrouw en kind te onderhouden. Op mijn zoektocht naar informatie over jullie op het internet kwam ik nochtans iemand tegen uit Nice die jullie kende en de foto’s echt goed vond. Jan: Echt? We kunnen wel zien wie onze website bezoekt, en zo zagen we dat ze onze foto’s ergens in één of ander hol in

16  VOID MAGAZINE

India hebben bekeken via een supertrage internetverbinding. Dan vraag je je af wat die mensen daarvan denken. Het is duidelijk te zien dat jullie lang en veel nadenken over jullie werk. Mich: Ik vind het nooit goed genoeg. Jan: Een uur ben je tevreden over een werk, en daarna zie je alleen de foto en moet het opnieuw. Je voelt die kick dat je

iets tof gedaan hebt, maar dat is zeer vlug weer over. Er zijn zeer weinig beelden die voor ons de tand des tijds doorstaan. Je zit zolang op een beeld te kijken, je moet het photoshoppen, je moet de verschillende foto’s geselecteerd. Na een tijd zie je het beeld dus niet meer, je verveemdt er haast van.


SPORTBEKERS & OUDE LAMPEN

Kunnen jullie even meten hoe lang het haar van die cactus is?

Mich moet vroeger weg, en Jan neemt me mee naar het atelier van Edelweiss dat best vergelijkbaar is met een grote garage, waar zich de bonte verzameling van een hamsteraar bevindt. Aan de lift hangt een pop van Jommeke en een schepersbel, recht daarvoor staan twee speelautomaten. In de ruimte daarnaast staan een paar muren met retrobehang rechtop, die moeten fungeren als kamer.

Ik meen het tafereel te herkennen uit een van hun foto’s. Voor de reeks Insomnia in Goedele werd een kaartenhuis gebouwd dat nu op de grond ligt. ‘Niemand realiseert zich natuurlijk dat het gelijmd was!’ Als ik vraag hoe lang ze er ongeveer over gedaan hebben, antwoordt Jan dat hij het niet zou willen uitrekenen. Wat verder staan spots gericht op een effen achtergrond. ‘Hier hebben we ook ons portret gemaakt. De achtergrond op die foto bestaat uit drie niveau’s, vandaar het gevoel van diepte. De bloemen zijn allemaal handmatig door ons vastgemaakt. Elke keer opnieuw kijken, de bloemen ergens anders plaatsen omdat ze daar niet goed hangen… De ene dag zijn we aan het bloemschikken, de andere dag maken we kartonnen huisjes.’ Verschillende dingen die misschien ooit nog eens van pas kunnen komen, staan in de rekken gestockeerd. Zoals bijvoorbeeld de verzameling sportbekers en oude lampen. ‘Het is niet altijd makkelijk iets te vinden. Die foto van een cactus met krulspelden, hoe begin je aan zoiets? We hebben gebeld naar een paar tuincentra waaraan we dan vroegen of ze cactussen met lang haar hebben. “Goh ik weet dat niet” “Ja maar kun je eens gaan kijken, het is voor een foto”. Even later komen ze dan terug met het antwoord dat ze dat inderdaad hebben. “En hoe lang zou dat haar zijn? Kunnen jullie dat even meten?” Om vervolgens twee centimeter te horen te krijgen. “Ja sorry dat is te kort. Toch bedankt!”’ ‘Een van de foto’s van Kamiel in de Goedele is genomen in een tuin in WestVlaanderen. Die eigenaar heeft een hele tuin vol met allemaal opgezette dieren. We doen er dan uren over om alles goed te krijgen, al de kleine details te laten kloppen. Die mensen staan dan toe te kijken wat we daar allemaal aan het doen zijn. Op de duur zetten ze zich al klaar aan een tafeltje met iets om te drinken tegen dat we komen! (lacht).’

VOID MAGAZINE 17


GRAFISCHE NIEUWS

GRAPHIC DESIGN

Phonoaesthetics

COMMUNICATION Wij van Void Magazine vinden dit een heel tof concept. Het boek is dan ook heel goed grafisch vormgegeven en speelt ook met de mogelijkheden van de technologie. Het boek onderzoekt de relatie tussen geluid, typografie en beeld. Daarom verdiend dit boek een plaatsje in onze grafische nieuwsrubriek.

Experimental binding for Thomas James on a book containing conductive inkprinted pages. The book reacts to the touch of the reader by playing a sound when certain areas of the pages are touched. Phono aesthetics; an investigation into the complex and dialects relationship between sound, image and the semantic implications of both. Using the possibilities of interactive, live and self generative elements that transcend accepted graphic paradigms, the project and its outcome is focussed specifically upon the consumption of typography and graphic language. Involving the notion of phono aesthetics, the project aims to research and explore the relationship between perceived sound, type and image within contemporary practice in terms of perception and visual consumption.

http://vimeo.com/user4006487

Redesign logo

old

new

Na enkele magere economische jaren besloot textielreus Hemtex om hun activiteiten grondig te herzien en een nieuwe economische strategie uit te dokteren. Hierbij was een nieuwe profilering van de identiteit van het bedrijf nodig. EĂŠn van die veranderingen vond plaats in het logo. Onze mening is dat het logo grondig verbeterd is, het is gemoderniseerd en drukt textiel uit, waardoor het tastbaarder wordt.

18  VOID MAGAZINE

HEMTEX LOGO

Having suffered through several years of losses, Hemtex decided to relaunch the chain. This included a new visual identity. It was first presented in May 2010 and was created with help from Stockholm Design Lab. The formal relaunch of the chain happened on August 26 when a Hemtex store was reopened and an ad campaign was started.


Hat-Trick's illuminated letters tell a London story

Hat-Trick Design has unveiled a series of large scale illuminated letters on a hoarding site in London's Victoria. Each letter evokes a story particular to the area... "We decided to design a typeface of illuminated letters, with each letter telling a different story for passers by to discover," says HatTrick's Tim Donaldson of the project for Land Securities. "For example 'B' for Busby bearskin hats, ‘P' for Pelicans – informed by the famous story of a pelican eating a pigeon whole in St James' Park (illustrated by Becky Sutherland) – and ‘W' for Westminster, etc. We then used the typeface to spell out words and sentences so it could be read from further back. "We wanted to end up with a visually rich and eclectic set of letters to sum up the area," he continues, "the mix of past, present and future, heritage (royalty, architecture, famous residents), culture, art, green space, wildlife and so on. The style of each individual letter was inspired by the particular story it was telling. We decided the execution could be photographic, illustrative or graphic, depending on what best communicated it, and in a visually engaging way. Each letter became a project in itself." To avoid repeating letters the typeface also includes alternative variations. A couple of letters were also based on, or redrawn from found letters, such as a found gothic style 'W' for Westminster. The use of purple and silver refers to Land Securities' colour palette. Some more examples of the thinking behind the letter choices: the 'D' for deckchairs in St James' Park was informed by the stripes on

De verrassing van de m a a n d o p g r a f i s ch gebied bereikte ons ditmaal vanuit Londen. We stonden perplex wanneer we dit grafische hoogstandje te zien kregen. Alle letters van het alfabet werden er afgebeeld en dienen tot het vertellen van de historie van Londen aan alle voorbijgangers. Elke letter staat voor een typische associatie naar Londen, zo staat de B bijvoorbeeld voor de bekende Busbyhats. Een leuk detail is dat achter de letters een grootschalige renovatie plaatsvindt. We kunnen alleen maar hopen dat dit idee in ons land ook overgenomen wordt.

the fabric; the 'F' for the local farmer's market (famous for it's fish) uses a 'fishy' F combined with a close-up of scales texture; the 'O' refers to the Olympics as Victoria will be hosting the beach volleyball events. Here are a few of the individual letters, plus a complete set of 26 characters.

VOID MAGAZINE 19


SEARCH FOR TALENT

Dmitry Ligay A talented designer from Uzbekistan, Dmitry Ligay, paints traditional illustrations that’ll inspire you for sure. His designs will take you back to the days when illustrator used to paint directly on canvas rather than having a luxury of a computer to do so. Enjoy his designs and stay tuned for more.

20  VOID MAGAZINE


http://d-planshet.livejournal.com/ VOID MAGAZINE 21


22  VOID MAGAZINE





DE TEST IS GEBASEERD OP DE MENSELIJKE NEIGING INTERPRETATIES EN GEVOELENS TE PROJECTEREN OP GEKLEURDE VLEKKEN. jetski vogel kip nerven strand zand zee huismijt tennisbal pingpong racket zwangere vrouw takken blad brand bobslee wortel auto insect bloed meisje met rood haar mannelijke vos uil puit mens met grote rugzak schedel van een paard vleesmes oog tulpen stempel voor brieven van vroeger steak alien vs predator neus van varken champignon kalmar staart van scampi oorlog olifant zonnebril

ijsman stempel vlinder geweer fles champagne meteoriet vingers zomer in rusland 2010 wolf noot skyline grijptang verfborstel gezicht meisje bizon penis slank tunnel zetel zeehond paddenstoel pinguin mannetje boog trein draad paraplu vulkaan uitbarsting leeuwenkop mammoet boos eiland vissen op jacht huizen oorlog mensen aan het vechten bloemstukken oesters giraf

kapotte boot vis ruimteschip vleugels stier ribben lippenstift

stukje opgeplakte balk dinosaurus pompoen auto boom vrouw op de brommer met grote muts skelet met blonde haar

kop van koe duikende mens soort kapstok limo geest toreador inktvis meisje zonnebril arend fakkel flamingo patrick uit spongebob met das maiskolf menselijke gezicht met kapot oog en bloed wolf kop van koe vogel zittend op een kruis alien ropend voor hulp cockpit vliegtuig rups kakkende mens in de bos weerspiegeling russische letter cheneese hiroglifi lopende kalkoen gesloten rozen klavertje-vier skelet van een vis hamster zuid en westkant van middelandse zee cartoon ogen hart met vleugels staande kale man die boek leest aders hart met wings staat kale mens met lezende boek poten van een paard kop van havik


TITI+THE GERMAN KID Met de trein rijd ik naar Hasselt. Langs talloze achtertuinen, weilanden en velden. Meer dan twee uur lang probeer ik me haar voor de geest te halen. Af en toe kijk ik op om te kijken waar ik al ben, om vervolgens op mijn hor-

MODE

loge te kijken en te merken dat ik nog lang geen twee uur onderweg ben en

VAN KRABBELTJES EN EIGENZINNIGHEID

TOT EEN EIGEN KLEDINGLIJN

dus nog een hele rit voor de boeg heb. De hele tijd zit ik op hetzelfde stoeletje langs het raam. En met de tijd die voorbij strijkt, wisselen ook de mensen op de trein steeds. Soms zijn ze na één

treinhalte alweer weg, anderen blijven langer zitten. Om me min of meer bewust te worden van de spoorlijn die Gent en Hasselt verbind, probeer ik de stops te tellen. Maar na de tiende moet ik mijn tel kwijt geraakt zijn. Ondertussen probeer ik me nog steeds een beeld te vormen bij de trip naar Kristien Follon. Een jonge limburgse mode-ontwerpster die ondanks ze niet van de modeacademie droomde toch mode-ontwerpster is. “Ik wil me amuseren in wat ik doe, daarvoor heb ik geen wereldfaam nodig.” Vierentwintig jaar en ze weet wat ze wil, daar ben ik zeker van. En dat zal ook blijken uit het interview dat ik met haar deed. Ze is een kind van haar tijd, werd bekend via het internet en wil haar nu eens

TITI is je bijnaam, maar van waar komt ‘The German Kid’? Ik wou in geen geval mijn eigen naam gebruiken, dat klinkt zo serieus en dan gaan mensen direct bepaalde verwachtingen van je gaan hebben. Vandaar mijn bijnaam TITI, een bijnaam die ik jaren geleden terug kreeg doordat mijn neefjes Kristien niet konden uitspreken en daar Titi van gemaakt hadden. Maar Titi is enkelvoudig, en ook dat vond ik maar niets. Als je over jezelf praat in het meervoud klinkt het indrukwekkender, alsof er meerdere mensen achter het label zitten. Daarom koos ik The German Kid. Het klinkt best bizar en mensen willen dan direct weten wie dat Duitse kind is dat met mij werkt. Maar The German Kid slaat dus op de jongeren in Duitsland. Als je daar heen gaat en daar even verblijft merk je een heel grote underground scene die zich net zo kleed als mijn label, maar ook de normale mens is daar best grappig om aan zien. Alsof ze blijven steken zijn in hun tijd. Ze dragen zo’n bizarre bijna ouderwetse kledij. Ook de modescene is er niet zo heel groot. De berlijnse modeweek stelt daar echt niet zoveel voor maar daar tegenover staan dan wel Duitse mode-ontwerpers zoals Karl Lagerfeld die dan wel sublieme dingen maken en wereldberoemd zijn. Vandaar dus het alter-ego ‘The German Kid’.

in de “echte” wereld gaan bewijzen. intervieuw door naomi van hauwermeiren VOID MAGAZINE 27


Waarom droomde je - met een vooropleiding mode­& realisatie - niet van de mode-academie? Nadat ik van de schoolbanken kwam wou ik graag naast de technieken ook het tekenen beter onder de knie gaan krijgen. Iets wat je op de mode-academie niet leert en wel in een vierde graad. Dus koos ik daarvoor. In tegenstelling tot de academie, waar alles draait om creativiteit, leerde ik in die vierde graad mode meer over tekentechnieken, hoe je het best inspiratie opdoet en ook wat design precies is, in de ruime zin van het woord. Daarbij kwam dat ik het echt niet zag zitten om nog vier jaar te studeren en hopen geld te betalen. Ik had toch geen internationale ambities. Nee, ik wou direct ontwerpen doen. Doen waar ik zin in had. Ik deed wel enkele stages bij Dries Van Noten en Walter Van Beirendonck om ervaring op te doen. Ik wou namelijk niet ter plaatse blijven trappelen. Het was nu dat ik moest beginnen, gezien ik een aanloop nodig had. Dat moet je geen tien jaar uitstellen, zeker als je toch wel enige naambekendheid wil verwerven. Waarom maakte je in het begin eigenlijk prints op shirts en niet zozeer kleding op zichzelf? Ik tekende al heel erg lang verschillende krabbeltjes, en ik had niet meteen geld om stoffen te kopen. In het begin deed ik het enkel voor mezelf, lekker onnozel. Maar ook anderen wouden de kleding die ik maakte. Of toch de prints die ik erop zette. Op die reactie maakte ik een myspace aan en bood enkele tops en t-shirts te koop aan. Ik kocht de tops en tshirts en tekende er met de hand de print op. Maar met dat mijn naambekendheid groeide, groeide ook de vraag naar kledij. Een vriend stelde voor om de tekeningen te laten drukken. Die kledingstukken verkocht ik dan en met de opbrengst daarvan kon ik nieuwe shirts en tops aankopen. Vanwaar de steeds terugkerende diertjes op je kledij? Als kind tekende ik dieren met menselijke gewoonten. Bijvoorbeeld een paard op twee poten, of een paard dat op een stoel zat. En dat is altijd gebleven. Nu kan je zeggen dat het mijn eigen stijl is. Misschien uit ik zo mijn liefde voor dieren, ook al heb ik geen enkel huisdier. En ik vind het fijn de verschillende dieren een eigen (menselijk) karakter te geven. Wat inspireert je om prints en kledij te ontwerpen? Inspiratie komt van overal rondom me. Zowel in magazines als in de modewereld zoals shows. Maar net die invloeden probeer ik links te laten liggen. Net die invloeden wil ik niet gebruiken voor het label. Ik hou wel van trends, maar pas ze niet perse toe. Ook vraag ik - zeker nu het label aan het groeien is - vaak

28  VOID MAGAZINE

de mening van anderen, maar toch probeer ik wel mijn eigen zin te doen. Ik wil dat het tijdloos blijft; geen seizoensgebonden trends in mijn kleding. Ook qua kleurgebruik ga ik niet blindelings de grote modekleuren achterna. De geest achter het label is eigenzinnig en zo ook de kledij. Hoe lang duurt het eer een idee voor een ontwerp uitgewerkt raakt en verkoopsklaar is? Binnen de drie weken kan mijn kledij in de winkel liggen. Dat komt doordat ik nog steeds alles zelf doe. Behalve de t-shirts. Die geef ik uit handen. Drie weken is dan ook de tijd dat er nodig is om de tshirts verkoopsklaar te maken. Wanneer ik de prints afgeef moet ik daar drie weken op wachten. De kledij die ik zelf maak kan ik zelfs de dag erop al in de winkel verkopen. ‘Paplou’ is hier maar enkele straten verderop en wanneer een kledingstuk klaar is breng ik het er gewoon heen. Dertig oktober open ik mijn eigen Store-in-store. Dat is een concept waarbij je een winkel binnen in een winkel hebt. Zelf vestig ik mijn winkel bij ‘Paplou’, een winkel in Hasselt waar ik nu al


Ik wou namelijk niet ter plaatse blijven trappelen. Het was nu dat ik moest beginnen een klein plekje heb voor mezelf, maar dat wordt dus uitgebreider. Ik krijg een vierde van de winkel voor mijzelf, krijg mijn eigen meubels, kapstokken, ...Het wordt echt een TITI hoekje. Ook zullen er tekeningen te koop zijn van mijzelf. Het is mijn eerste eigen winkel omdat ik merk dat de vraag naar TGK groeit. Je wordt steeds bekender. Reageer je als verkopers je aanspreken met de vraag of ze jouw kledij mogen verkopen in hun winkel? Als winkels vragen of ze mijn label mogen verkopen zal ik zeker geen ‘neen’ zeggen. Maar dan moet ik wel iemand aannemen die de productie zal gaan regelen. Dat betekend dat ik het naaiwerk uit handen zal moeten geven waardoor het natuurlijk prijziger wordt gezien ik dan mensen onder me moet gaan aannemen en ik die ook moet betalen. Voor de moment is het eigenlijk uit noodzaak dat ik zo exclusief werk, omdat ik gewoon het geld er niet voor heb om te gaan uitbreiden. Naast TGK - dat ik eigen doe in bijberoep - heb ik ook gewoon een baantje bij de H&M om comfortabel te kunnen leven. Dat maakt het wel extra vermoeiend omdat ik de kledij van TGK dan naast mijn werkuren nog doe. Merk je een stijging van verkoop bekendheid na het geven van een interview? Momenteel ben ik echt heel erg exclusief met een sterk gelimiteerde oplage van al mijn stuks. Van T-shirts maak ik er een dertig tal, van andere stukken heb ik maar enkele maten perreeks van. Het verschilt zowat van kledingstuk tot kledingstuk. Mensen willen dat ook wel, ze betalen er dan ook voor. Naast twee locaties in Hasselt ben

ik ook nog in Gent en Amsterdam te koop en natuurlijk heb ik ook nog de online-shop, maar ik kan niet zeggen hoe de verkoopcijfers zitten. Ik merk wel elke keer een groeiende interesse na een interview en ook bijvoorbeeld als een blad in Nederland me gaat vragen wil dat toch zeggen dat ze ook daar van me gehoord hebben. De winkel in Amsterdam die mijn label verkoopt contacteerde me nadat ik op de Amsterdamse modebeurs aanwezig was. Dankzij de kans die ik van JBC kreeg merk ik ook dat er een groeiende interesse is. Mailtjes en andere leuke reacties tonen me dat mensen me toch beginnen kennen, en waarderen. Onder welk genre zou je je kunnen plaatsen; verkoopsgericht of excentriek? Ik vind het leuk om te balanceren op de grens van de draagbaarheid. Zelf zou ik nog uitbundiger willen gaan dan wat ik nu al doe, maar het moet verkoopbaar blijven. In de prints kan ik me heel erg uitleven maar ik kan moeilijk hele volumineuze body’s of gigantische pofmouwen gaan maken, wie zal dat dragen? Ik voel de druk om te verkopen, om dus zeg maar commercieel te zijn. Maar evengoed voel ik de druk om me te bewijzen, om te tonen wat ik allemaal kan. Het is namelijk zo dat je ofwel draagbare kledij maakt ofwel design, maar ik wil beide. En zolang ik kan blijven combineren zal ik dat ook doen. Langs welke wegen merk je de snelste stijging van bekendheid? Interviews met kranten en magazines of het internet? Dankzij Elle - ondertussen anderhalf jaar terug - voel VOID MAGAZINE 29


ik echt dat het goed met het label gaat. Ze benoemden me - of zal ik zeggen ons - tot één van de beloften van het jaar. Hierdoor kwam ik echt in een leuke draaimolen terecht met tal van interviews, maar ook oud bekenden kwam plots kijken of het echt ik was dat achter het label zat. Want ja, ik liep - buiten dan op het internet - niet te koop met mijn kledij. Nu kent “iedereen” me en dat vind ik fijn. Ik vind het ook best fijn dat doordat ik niet mijn echte naam gebruik voor het label ik quasi onbekend blijf, maar door het veelvuldige gebruik van communitiesites onder jongeren krijg je wel een zekere bekendheid. Applicaties als “vind ik leuk” en “tags” zijn handig als mond-totmond reclame. Jongeren communiceren zo vaak via internet dat je vandaag de dag heel erg snel actiereactie-kettingen ziet opduiken. Iemand post een foto van hem of haar met jouw t-shirt aan, doordat hij fan is van jouw pagina kan hij of zij je taggen en iedereen in de vriendelijst weet dat het een kledingstuk van jou is. Dankzij deze technieken ben je gewoon veel sneller bekend op het internet dan in real life. Je bracht een collectie uit in samenwerking met JBC, hoe is dat verlopen? Dankzij mijn samenwerking met JBC heb ik geleerd waarom het noodzakelijk is om commercieel te denken. Samen met hen heb ik een collectie uitgebracht. Ik kreeg volledige vrijheid in het tekenen, maar ik merkte wel heel erg fel de wetten van het commerciele als we samen rond tafel zaten. Bijvoorbeeld; wat vorig seizoen niet werkte (de kleur rood) wordt jaar niet meer gedaan. Dus er werd in het geheel geen rood gebruikt. Daar schrok ik toch wat van. Zelf gooi ik alles samen zoals ik het gedacht heb, zonder rekening te houden met trendgevoeligheden. Ondanks die strenge selectienormen ben ik toch tevreden met wat er uiteindelijk in de winkel lag. Het is een mooie mix van TITI en JBC. Je kan het zien als ‘TGK for JBC’. Ook voor hen was het een verassende samenwerking. Ik denk dat we beiden heel enthousiast waren over het resultaat. En hoe sta je tegenover samenwerkingen met andere ketens of grote namen? Ik sta open voor andere samenwerkingen, ik kan er enkel uit leren. Zelf zou ik niet op hen afstappen, maar ik zal ook geen neen zeggen als ze het me komen vragen, mits ze over de juiste doelgroep en stroming beschikken. Neem nu bijvoorbeeld JBC; zij zijn ook Limburgs. Niet dat ik Limburger in hart en nieren ben hoor, maar het schept een band. Voor mij is het een ervaring rijker en ik vind het ook heel erg boeiend om te zien hoe de interne werking van zo’n keten werkt en het is een duwtje in de rug voor me.

30  VOID MAGAZINE

Ik vind het leuk om te balanceren op de grens van de draagbaarheid

Je hebt een hele lijn ‘limited edition’ frisco’s en uilen uitbracht naast je sowieso al erg exclusieve kledij, staan ze voor een bepaalde herkenbaarheid van het label? (Foto: boven rechts )

De frisco’s op mijn prijskaartjes bestaan in het echt in 60 unieke stukken. Wat begon als een grap groeide uit tot een handelskenmerk. Enige tijd terug vond ik het fijn om een frisco te breien. Waarom een frisco? Omdat ik op die moment al heel erg lang dat woord niet meer gehoord had. Het deed me denken aan mijn kindertijd. Eigenlijk was het meer bedoeld als een ludiek grapje, maar het sloeg aan. En al gauw


waren er dus zestig hand gebreide frisco’s geboren. Allen zijn ze uniek en allen hebben ze een menselijk eigenschap toegewezen gekregen. Nu staan ze ook als print op de prijskaartjes, maar dat gaat weer over gaan. Nu vind ik het leuk, maar ik wil niet herkend worden als ‘dat meisje van de frisco’s.’ Hetzelfde geld voor de uilen. Deze kwamen tot leven toen ik een foto wou maken van allemaal zelfgemaakte beesten in een boom. Na het maken van die eerste uil voelde het alsof ik er zo nog wel een paar kon maken, en uiteindelijk werden het er dertig. Ze zijn vooral erg populair bij baby’s. Maar wanneer deze dertig allemaal verkocht zijn zullen er ook geen nieuwe komen. Want ook hier weer wil ik niet aanzien worden als “het meisje van de uilen.” Het moet in de eerste plaats om de kleding blijven gaan. De accessoires zijn grappig en horen erbij, maar zijn niet voor niets accessoires. Ze moeten aanvullend werken. Je bent begonnen met vooral het bedenken van prints op kledij, nu maak je ook de kledij zelf. Blijven deze gecombineerd in te toekomst? Zoeken op vormen en kleurcombinaties boeit me erg. Meer dan het bedenken en uittekenen van prints. Dat zoeken is nu heel erg belangrijk aangezien ik mijn eerste eigen collectie ga uitbrengen. Niet langer

Het moet in de eerste plaats om de kleding blijven gaan. De accessoires zijn grappig en horen erbij, maar zijn niet voor niets accessoires. Ze moeten aanvullend werken meer bedrukte t-shirts op hoodies, maar volwaardige kledingstukken van mijn had. Mijn eerste collectie zal een zomercollectie zijn die ik bij de opening van de winkel (dertig oktober) zal voorstellen aan de pers. De stukken zullen niet te koop zijn gezien het best experimenteel is. Het is de bedoeling om te tonen naar de buitenwereld wat ik allemaal kan. De collectie moet komende zaterdag (drieentwintig oktober) af zijn, normaal heb ik lang - twee maand, waarvan een week prints tekenen en nadien de kledingstukken maken. Maar doordat alles klaar moet zijn voor de persvoorstelling en opening van de winkel zit er nu dus wat meer haast achter. Bij de lancering van de winkel en de collectie wil ik ook gelijk omschakelen

van ritme en volgens de modeseizoenen gaan werken. Dat is belangrijk omdat bijvoorbeeld magazines ook met de modeseizoenen meegaan en als ze dan bij jou kledij komen lenen, je toch een seizoensgebonden kledingstuk moet kunnen voorstellen. Na de zomercollectie komt er dan wel weer een verkoopbare wintercollectie - en ook tijdens de zomer zullen er enkele nieuwe stuks al reeds verschijnen zodat de winkels niet leeg komen te staan, maar het is moeilijk om een middenweg te vinden tussen wat ik wil en wat het publiek wil.

VOID MAGAZINE 31


EXHIBITION

"Nature sculptures" Valeriya Borisova

2/02/10-2/04/10 Mon-Sat 10:00am-8:00pm Sun 1:00pm-5:00pm


Vakantie

is stress Vlaamse cartoonist doet

spraakmakende ontdekking!!! Erwin Vanmol

is zeker

CARTONIST

geen onbekende in de Belgische cartoonwereld. Als huistekenaar van Ché brengt hij met zijn

Erwin, de klassieke openingsvraag:

werk elke week een lach hoe ben je cartoonist geworden? op het gezicht van veel Mijn middelbare school heb ik aan de mensen. De medemens die zichzelf liever een wat meer intellectueel imago aanmeet kan echter ook zeggen dat hij het werk van Vanmol in Knack heeft gezien, alwaar dit vriendelijk heerschap eveneens huistekenaar is. Een gesprek aan een keukentafel, met een glas wijn. Want dat hoort zo. intervieuw door van assche sofie

Academie van Aalst afgewerkt en daarna ben ik schilderkunst gaan studeren aan het KASK in Gent. Na mijn schooltijd ben ik echter het leger ingegaan. Geen slechte tijd eigenlijk. Al snel kreeg ik een post toegewezen waar ik niets meer moest doen dan een bareel laten open- en dichtgaan. Niet veel later gebruikte ik al een stok om op die knop te drukken, kwestie van me zelfs niet meer te moeten uitrekken bij het uitoefenen van mijn job. Een hervorming van het leger zorgde echter voor een carrièreverandering en ik kwam onder meer terecht in een fabriek waar men kaders schilderde. Dan begon ik toch te denken dat ik misschien beter iets met tekenen zou proberen. Toen

VOID MAGAZINE 33


Aquiris

ik door een werkongeval 3 maanden thuiszat ben ik dan cartoons beginnen tekenen. Het was de tijd dat Red Attack, de computerhacker die België op stelten zette. Ik maakte daarover cartoons en zond ze naar het blad Computer magazine. Je moet weten, in die tijd zat er bitter weinig variatie in de cartoons in computermagazines. Dus ik begon meer computermoppen te tekenen die ik dan aan verschillende magazines sleet. Toen viel mijn oog op Ché en ik heb dan een aantal tekeningen naar hen gestuurd. Daarvan hebben ze er een aantal gepubliceerd. Zo ben ik beginnen werken bij Ché, waar ik dan uiteindelijk huiscartoonist ben geworden. Toen de toenmalige art director van Ché naar Knack vertrok heb ik samen met hem de overstap gemaakt. Tot op dat moment had ik tekenen steeds in bijberoep gedaan. Maar met de opdrachten van Knack erbij werd het te moeilijk om dat te combineren met een gewone job. Daarom heb ik 3 jaar geleden besloten om enkel en alleen nog maar te tekenen. Het was een sprong in het duister maar gelukkig is alles goed uitgedraaid. Heb je naast je werk voor Knack en Ché nog andere activiteiten? Zeker. Ik ben ook cartoonist voor de stad Aalst en de Vlaamse volksbeweging. Verder heb ik ook al gewerkt voor Oxfam, onder meer een reclamecampagne en het ontwerpen van verpakkingen. Ook voor Le vif, zeg maar de Waalse Knack, heb ik al getekend. Daarnaast heb ik mijn eigen project genaamd Krapunzel. Dat is een reeks cartoons die ik op internet plaats en waarvan de hoofdgedachte is: 'achter elk geslaagd sprookjesfiguur zitten losers die het niet gehaald hebben'. En die figuren, daar teken ik over. Het idee en de naam

34  VOID MAGAZINE

Glazen plafond

Deadlines zijn altijd zweten heb ik van mijn dochter gehaald. Een nieuw project waar ik aan werk is 'Vlasti'. Vlasti is eigenlijk mijn Siamese kat, en die heeft besloten om aan het tekenen te slaan. Die tekeningen kwamen eerst gewoon op internet, maar ze waren zo'n instant succes dat ze nu waarschijnlijk ook effectief in gedrukte vorm gaan verschijnen. Mijn kat krijgt meer respons dan ikzelf! Een grote verscheidenheid in mijn werk zoals je ziet, nu eens doe ik dit, dan weer dat. Maar dat heb ik ook echt nodig. Hoe begin je aan een tekening? Welke technieken gebruik je? Allereerst moet er natuurlijk een idee

wel moeilijk. Indien ik geen inspiratie heb wendt ik mij tot de welbekende trucen, zoals in een warm bad gaan zitten. (aquiris.tif) Wanneer die hindernis genomen is schets ik het idee uit. Daarna werk ik aan de compositie. Dat schetsen gebeurt trouwens digitaal, in Photoshop. Daana stuur ik de schets door naar Painter. Dit programma laat me toe om op een heel natuurlijke wijze de tekening te bewerken. Je kan er alle effecten die je met de klassieke werkmiddelen als verf en potlood kan bekomen, digitaal in terugvinden. Alles wordt dan ook puur digitaal gecreëerd, er komt geen pen of papier meer aan te pas. Technisch heb ik trouwens veel geleerd

zijn. En dat kan soms lang op zich laten wachten. Voor Knack krijg ik absolute vrijheid, wat ook wil zeggen dat ze mij nooit zeggen over wat ik moet tekenen. Vooral in de komkommertijd, wanneer er weinig politiek nieuws is, is dat soms

van de mensen die in de kaderfabriek werkten. Het waren geen grote artistieke talenten maar ze hadden wel een enorme kennis van techniek. Hadden ze in de middeleeuwen geleefd, het waren de achtergrondschilders van de Vlaamse


Beeld:Stress

Primitieven geweest. En het zijn hun

eerlijk gezegd is dat meer in de hoop dat

trucen die ik ben beginnen nabootsen in Painter.

mijn kinderen die zouden lezen. Eigenlijk volg ik een hele dag de actualiteit, vooral op internet dan. Ik lees natuurlijk de verschillende krantensites, maar ik heb bijvoorbeeld ook veel journalisten op mijn Facebook-pagina staan. Die zijn al van hun oren aan het maken vooraleer ze

Als cartoonist moet je natuurlijk snel op de actualiteit inspelen. Hoe pak je dat aan? Elke morgen ligt de krant op tafel, maar

VOID MAGAZINE 35


Mijn kat krijgt meer respons dan ikzelf hun artikels schrijven, dus daar verneem je alles als eerste. Ook als ik een karikatuur van iemand moet maken gebruik ik het internet, op enkele seconden heb je een foto gevonden waarop je je kan baseren. Verder heb ik ook een Ipad, een geniale uitvinding. Daar ben ik ingeschreven op allerlei magazine-feeds. Hoe combineer je dat met je familieleven? Kan je bijvoorbeeld op vakantie gaan en een week geen krant of Ipad openslaan? De avonden probeer ik toch voor mijn familie te reserveren. Ook programma's als Terzake bekijk ik meestal via internet om hen er niet te veel mee lastig te vallen. Vakantie is een andere zaak. Van Knack krijg ik één week per jaar waarin ik geen tekeningen moet afleveren. Maar het is goed mogelijk dat er andere deadlines vallen binnen die week 'vakantie' die ik dan krijg. Lang op reis gaan is dus geen

36  VOID MAGAZINE

optie voor mij. Maar eigenlijk vind ik dat niet zo erg, want ik ga toch niet graag op vakantie. Soms ga ik natuurlijk wel even weg met de familie, maar de actualiteit blijf ik volgen, altijd. Mijn werk reist dan mee, zo heb ik in Turkije een hele week op een hotelkamer zitten tekenen met de airco op. En in de Ardennen moest ik met mijn laptop op het terras van het plaatselijk café gaan zitten omdat er daar WiFi-verbinding was, zo kon ik tenminste mijn mails downloaden. Ik volg elke dag het nieuws, dan kan ik dat geen week gewoon links laten liggen. Nee, vakantie is stress voor mij.

maat, of worden de schetsen stuk voor stuk afgekeurd. Dan kan het soms gebeuren dat je een uur voor alles binnen gestuurd moet worden nog aan een volledig nieuwe cartoon moet beginnen. Maar deadlines zijn nu eenmaal deadlines, en dat is altijd zweten.

Ik kan me voorstellen dat het werken met deadlines ook enige stress teweegbrengt? De deadline voor Knack is maandagnamiddag. In principe werk ik het hele weekend daarvoor. Maar zoals eerder gezegd komt de inspiratie soms maar met mondjes-

Leterme heeft het mogen gaan uitleggen tijdens zijn bezoek aan Rusland. Ik ben een tekenende columnist, en dan moet je beseffen dat je veel 'slechte' reacties kan ver wachten. Een schrijvende columnist zal daar minder last van hebben omdat het beeld veel sterker is

Een tijdje geleden was je nog verantwoordelijk voor een diplomatieke rel tussen Rusland en België. Zijn er eigenlijk onderwerpen die je vermijdt of grenzen waar je niet wil overgaan? Die rel met Rusland kwam er na een cartoon in Knack met Poetin over de aanslagen in de Russische metro. Er zijn toen dreigbrieven bij Knack aangekomen en


Haaien Vlasti Vetter politiekers Obama koekje

dan het woord. Je moet er als cartoonist altijd rekening mee houden dat er altijd wel iemand gekwetst wordt. Toch zijn er enkele criteria waar ik mezelf aan houdt. Ik zal nooit met onschuldigen lachen of mensen die zich niet kunnen verdedigen, mensen zonder enige macht. Ik zal bijvoorbeeld wel een cartoon maken over Dutroux, maar nooit over Ann en Eefje. Ook mensen die er niet zelf voor gekozen hebben om in de schijnwerpers te staan teken ik niet, hoewel het niet altijd gemakkelijk is om te bepalen of iemand daar al dan niet zelf voor gekozen heeft. Religie ga ik niet specifiek ontwijken, maar ik vind het vaak zo'n voor de hand liggend onderwerp dat ik er niet vaak over teken. Uiteindelijk krijg ik meestal volledige vrijheid van tekenen, maar Knack kiest

Het beeld is veel sterker dan het woord

bijvoorbeeld wel zelf welke cartoons er gepubliceerd worden. Ik beslis dus niet op mijn eentje wat kan en wat niet. Enige afsluitende woorden? Toen ik op het KASK zat hadden we een leraar genaamd Marc Maet, die een tijdje geleden jammer genoeg zelfmoord heeft gepleegd.. Maet produceerde zelf monumentale schilder werken die hij dan namen gaf als 'Ik leef in de schilderkunst'. Op een dag is hij dan tijdens het schilderen van zo'n reusacthig schilderij van zijn trapladdertje tegen zijn schilderij gevallen. Niet veel later hing er op de prikborden van het KASK een blad met een cartoon over hem 'Ik kleef in de schilderkunst I'. De tekenaar was echter zo listig om al zijn sporen uit te wissen en werd dus nooit ontmaskerd. Twintig jaar later lijkt het mij veilig genoeg om op te biechten dat ik daarvoor verantwoordelijk was.

VOID MAGAZINE 37


TYPOGR AFIE

Dooreman, letterman

Wie ‘Dooreman hoort, denkt wellicht aan het gigantisch spandoek op de boerentoren met het gedicht van Tom Lanoye. Misschien is Gert Dooreman wel de vertegenwoordiger van grafische vormgeving in Vlaanderen, en status die hij

zonder twijfel verdient en die hem toelaat om zijn achternaam als merk te gebruiken. Hij heeft vorig jaar ook een boek uitgebracht Dooreman naar de letter, met een uitgebreide selectie van zijn ontwerpen en zijn tekeningen. Doore-

Welke richting heb je gevolgd? Ik studeerde vrije Grafiek, maar mijn eerste liefde lag vooral bij strip en illustratie, maar gaandeweg werd ik her en der gevraagd om functioneel drukwerk te verzorgen. Dat was niet uitzonderlijk in mijn tijd: iedereen in het Gentse artistieke milieu trok zich interdisciplinair uit de slag. Ik kon eigenlijk via allerlei opdrachten uitbloeien tot de vormgever die ik nu ben. Ook al blijft mijn interesse voor illustratie heel groot.

man is altijd onzichtbaar aanwezig, op affiches of in de boekhandel, maar in dit artikel helemaal onontkoombaar. intervieuw door eva mestdagh

Kan je ons iets meer vertellen over je tentoonstelling vorig jaar? Het moment van de tentoonstelling in het letterhuis was er eerder toevallig gekomen. Het letterhuis vroeg me naar affiches voor hun permanente collectie. Ik heb dan beloofd om van elke affiche in mijn archief een exemplaar over te maken en van het een kwam het ander. Het is niet zo dat ik per se een ei kwijt moest. Zoals met de meeste dingen, is het idee spontaan gegroeid. Enkele jaren gelden rees al wel een idee omtrent een tentoonstelling in het Caermersklooster, maar dan zou het thema opengetrokken worden tot de creatieve geest die door Gent waaide tijdens de jaren 80. Die tijd-

38  VOID MAGAZINE


Je bent belangrijk in de wereld van de boekomslagen kan je daar meer uitleg over geven. Is er een soort succes formule? Men zegt vaak in het Engels' Don't judge a book by its cover, dan leert het koopgedrag ons iets anders. Ik heb een hele goeie verhouding met Meulenhoff|Manteau en daardoor loopt ook alles goed gesmeerd. Ik denk dat ik weet wat zal werken, maar ik vraag van de uitgever om me nooit verantwoordelijk te stellen voor de verkoop van een boek. Daarop zou ik blokkeren. Wat ik doe is geen exacte wetenschap. Ik kan niks ve-

cover speelt daarin de grootste rol. Dat wil zeggen dat de cover moet schreeuwen, want je kan de rest toch niet altijd overstemmen. Cheap effects werken minzaam. Alle middelen kunnen ingezet worden om de lezer te prikkelen: bij een duffe figuur laat je de auteursfoto beter weg, maar je kan hem wel gebruiken als het gaat om een charismatische persoonlijkheid. Als de koper het boek oppikt, dan moet je hem in tweede instantie nieuwsgierig maken naar de inhoud. Flapteksten zijn dan bijvoorbeeld belangrijk en ik doe wel eens een suggestie om die aantrekkelijker te maken. Ten laatste

Er lopen te veel mensen rond die denken er iets van te weten. geest is ontzettend bepalend geweest voor wat wij gedaan hebben en wat we later zouden doen. Wat wij toen meemaakten is, nu haast niet meer mogelijk. Dat gevoel heb ik althans. Ik heb allerlei dingen kunnen uitproberen, omdat veel nog braakliggend terrein was in Vlaanderen, inclusief grafisch vormgeving. Er is een sterke generatie uit die jaren voortgekomen. in onze jeugdige overmoed hielden we ons met van alles bezig en overschreden we zonder schroom het vak waarvoor we gestudeerd hadden. Alles ging vanzelf, en dat is niet alleen mijn persoonlijke indruk. Je kreeg werkelijk veel meer kansen. Het was toen bijvoorbeeld gemakkelijk om een zaal vast te krijgen om iets experimenteel te brengen. In de jaren 80 ligt ook de kiem van de vele samenwerkingsverbanden tussen de fotografen, de uitgevers en auteurs heel dicht bij mij. Er moet wel een wederzijds vertrouwen zijn. Ik ben altijd een bindende factor geweest tussen verschillende mensen, maar dan is er wel een verstandhouding, een impliciete afspraak tussen mijzelf en de mensen waarmee ik werk dat we alles uit de kast zullen halen.

rifiĂŤren. Je kan geen garanties geven op grafische interventies. Ik kan alleen maar beroep doen op mijn expertise en talent en hopen dat het publiek mijn bedoelingen zal snappen. Daarvoor heb je wel het vertrouwen van de uitgever nodig. Ik heb de indruk dat je dat vroeger gemakkelijker kreeg dan nu; de opkomst van marketing zit daar zeker voor een deel tussen. Marketeers zijn onderricht om in te schatten wat zal aanslaan en wat niet. Spijtig genoeg verschilt hun inschatting vaak van die van de ontwerper. Dat maakt het werk moeilijk, vooral voor jonge ontwerpers. De druk vanuit de opdrachtgevers wordt te groot, te dwingend, omdat er te veel mensen rondlopen die denken er iets van te weten. Op een gegeven moment voelde ik die druk ook en toen heb ik een opwelling eens gesuggereerd dat al mijn kaften voortaan blote vrouwen zouden tonen. Want dat werkt toch altijd?! Als gratis naakt geen optie is , wat dan wel? Een cover moet wervend zijn. De omslag moet ervoor zorgen dat het boek er uitschiet in de rekken, dat het boek roept:"hier ben ik"! Er moet een zekere vorm van aantrekking zijn. ik houd altijd

moet je zorgen dat je binnenwerk goed zit. Ik wil dat het binnenwerk zo goed mogelijk aansluit op de kaft. Dat hoeft niet heel expliciet te zijn, maar ergens moet er toch een verband bestaan. Het valt mij trouwens op dat dat vooral een Vlaamse bekommernis is. In Nederland staan kaft en binnenwerk van een roman vaak los van elkaar.

drie stadia in het achterhoofd. Eerst moet het boek in staat zijn om te prikkelen. De

nog inderhaast in elkaar wordt gebokst terwijl de oorlog voor de deur staat. Ik

Geldt dat ook voor ander werk. Die communicatie tussen verschillende media? Ja zeker! Niet alleen een boekcovers staan ten dienste van de overkoepelende boodschap of het maximale visuele effect. Zo versterkt de affiche voor ten oorlog enkele betekeniselementen van het toneelstuk. Via spaarzame typografie weet ik uit te drukken hoe drukwerk eruit ziet in oorlogstijd, wanneer er geen geld, geen tijd, geen schoonheidsideaal meer is. Aanvankelijk zou er gewerkt worden met een beeld van Dirk Braeckman. Maar letters over die foto zouden het beeld alleen maar verknoeid hebben. Ik heb dan een zuiver typografische poster voorgesteld die naast het beeld van Braeckman zou komen te hangen. Voor de affiche die

VOID MAGAZINE 39


heb die pamfletachtige, achteloze stijl zo ver mogelijk proberen door te trekken, want te veel bricoleren en esthetiseren zouden afbreuk gedaan hebben aan de dringendheid en directheid van de boodschap. Ik heb dat principe ook toegepast op de tekst: de acteurs worden alleen bij achternaam genoemd, alsof hun namen afgeroepen worden in een militair appel: DECLEIR! DOOREMAN!

Gaat er veel tijd over je schetsen of

gedurigheid die ervoor zorgt dat ik heel snel het juiste idee wil hebben. Sommige vormgevers hebben behoefte aan een uitgebreid, gefaseerd werkproces. Ik heb dat niet. Neem nu de cover voor de debuut roman van Thomas Claus. Het beeld van het schilderij van Michaël Borremans werd mij aangeleverd en naar mijn gevoel had de omslag niet veel meer nodig. Mij restte niet meer dan er de titel en de auteursnaam op te zetten. Maar ik vond dat de typografie toch nog wat extra kon gebruiken. omdat de titel, luxas somath een anegram is van thomas Claus, heb ik die letters gespiegeld onder de auteursnaam, zodat het woordenspel ook voor de lezer in een oogopslag duidelijk wordt. Daarna was ik klaar. het kan dus heel snel gaan. Enfin, het basisidee moer er snel zijn, maar ik kan wel lang finetunen. Ik houd de evolutie in het proces ook bij. Ik overschrijf nooit een bestand en bewaar al mijn kladjes. Zo kan ik altijd teruggaan naar een idee dat beter was, een stap terugzetten als ik te ver ben gaan zoeken. Ik kan heel kritisch tegenover mijn eigen werk en ik kan er naar kijken alsof ik het

komen ze zo uit je hoofd? Er zit een zekere urge in mij, een on-

voor de eerste keer zie. Veranderingen breng ik daarna vooral aan uit ergernis

Voel je soms geen verplichting tegenover de auteur? Ik was bijvoorbeeld bezig aan het verzameld werk van Jotie T'Hooft en dan wil ik wel dat Jotie het goed gevonden zou hebben. De uitgever vertelde me dat Jotie T'Hoofd helemaal geen zwartgallige mistroostige figuur was voor wie hij vaak versleten wordt. Integendeel, hij hield van wilde fantasieën, glam rock en heftige kleuren. In tegenstelling tot voorgaande uitgaven, wilde ik die elementen dan ook verwerken in de omslag. Het is een cover geworden met veel glitter, zoals een seventies rock platenhoes.

40  VOID MAGAZINE

Tegenwoordig wordt er in de opleidingen ook te veel klemtoon gelegd op het oriënteren van het 'ego' van de studenten


of wrevel. het eindresultaat komt zelden voort ui een blij aha-gevoel, maar eerder uit het rechtzetten van wat fout is. Dat wil niet zeggen dat ik geen plezier heb in mijn werk. Integendeel: ik vind het amusant om een muziekje op te zetten, wat lettertypes op te laden en daar dan een zitten te spelen tot alles in zijn plooi valt.

zoals weinig tegenspraak en een goede verloning! (lacht)

Je doet niet alleen de covers van de boeken maar ook het binnen werk? Vormgevers hebben vaak geen voeling met het verzorgen van binnenwerk. Dat vinden ze doorgaans een vervelend werkje. Ik doe het wel graag gelukkig kan ik beschikken over verschillende gemoedstoestanden tijdens het ontwerpen: het binnenwerk vereist een attitude die meer zen is. Het is nochtans en belangrijk aspect, want de manier waarop pagina's gezet worden, kan ook betekenis versterkend werken. De omslag van tom Lanoye laatste roman,

geen hoofdletters en ook dat wilde we doortrekken nar de romantekst, maar dan zit je op een gegeven moment met de vraag of je de eerste letter van d e eerste zin van een roman werkelijk in onderkast kan zetten. Nee toch? Ik breng vaak zulke ideeĂŤn aan, maar het blijft een kwestie van schipperen, van compromissen sluiten zo wilde men bij Meulenhoff|manteau op een bepaald moment een soort van sjabloon voor het binnenwerk. kwestie van de productie wat te stroomlijnen. Al snel bleek dat niet te werken. De Baskerville is wel zowat de 'huisletter' van de uitgeverij en ik wijk zelden of van mijn vooropgestelde zetspiegel, maar de rest wil ik zelf kunnen bepalen. het is en soort maatwerk, maar op een standaardleest geschoeid. Ik probeer altijd zo veel mogelijk inspraak te hebben in de totstandkoming van een boek, maar dat lukt niet altijd. voor humo heb ik samen met herman houbrechts in

sprakeloos is opzettelijk leeg gehouden. Die suggestie van spraakloosheid, van woordloosheid wilde ik doortrekken naar het binnenwerk, maar uitgesproken grote marges van wit rond de tekst; Maar we hadden uitgeteld dat het boek dan veel te dik zou worden. De kaft heeft ook

snel tempo een aantal covers moeten produceren Dat is dan geen boekproject meer, maar een mediaproject en het is moeilijk om daarover volledig controle te hebben. Zulke overhaaste projecten doe ik niet graag. Enfin, ik doe ze wel, maar dan moet er wel iets tegenover staan,

ik net een natuurlijk reflex heb om in te gaan tegen alles wat modieus is. Als je iets trendy maakt, geef je toch al impliciet toe dat het kort erna waardeloos zal zijn? Ik snap dat niet. Ik streef er eerder na om tijdloze ontwerpen af te leveren, waarbij je 'Tijdloos' niet mag verwarren

Ga je veel naar anderen hun werk kijken, of ga je naar colleges? Ik heb de indruk dat daar een discours heerst waar ik me niet noodzakelijk in kan vinden. Onze hogescholen Houden dat intellectuele discours in stand en schrijven het voor. Ik heb vaak de indruk dat het bijhorende onderzoek hermetisch is en alleen collega-ontwerpers kan behagen. Ik ga toch al een tijdje mee en toch ken ik een groot deel van de sprekers op die conferenties helemaal niet. Als zij zo belangrijk zijn, dan zou ik toch wel van hen gehoord hebben? Rond dat academisch discours wordt dan een weinig toegankelijk vormgeving gedrapeerd, die bepaald worden door vormkenmerken die op dat moment in zwang zijn. Iedereen lijkt de trend of de hype van het moment te volgen, terwijl

VOID MAGAZINE 41


van snoeverij, van ontwerpers die elkaar proberen te overtreffen. Steek jij nooit een knipoog in je werk? Ja dat wel bijvoorbeeld in de poster voor de munt. van 1999. Ach zo'n spelletjes kunnen best. Het belangrijkste is dat ze het ontwerp niet in de weg zitten of er afbreuk aan doen. Wie de inhoudelijke toespeling begrijpt, wordt extra geprikkeld. Wiet het niet begrijpt, heeft niets verloren. Zulke vondsten kunnen alleen maar iets toevoegen, niet wegnemen. En het gaat hier ook niet om een knipoog naar grafisch vormgevers, maar naar het doelpubliek, de muziekliefhebbers.

met 'klassiek' . Vroeger bestudeerde je de typografie vanuit een ambachtelijke

onderlijnde Times italic opduiken, als een soort van typografische ironie. Maar de

Mogen foute lettertypes dan nooit gebruikt worden volgens jou? of heb je ze dan gekozen omdat ze niet zo FOUT zijn? Mijn keuze van lettertypes is altijd serieus te nemen. Als ik gedemodeerde letters kies, dan is dat omdat ze vandaag

impuls, maar nu verloopt dat onderzoek volgens voor geëffende paden en is het helemaal geïnstitutionaliseerd. Zo zie je bij studenten en jonge ontwerpers dat het op een gegeven moment trendy is om bepaalde 'foute' lettertypes te gebruiken. Plots zie je dan overal een

relevantie daarvan beperkt zich volgens mij tot een incrowd die die knipoog begrijpt. Het grote publiek blijft gewoon zitten met een lelijk gezet drukwerkje. Ik snap niet waarom een lettertype de ene keer not done is en de andere keer done. Ik denk dat het ook een kwestie is

nog waarde hebben. Ze kunnen een interessante vorm hebben, elementen van de inhoud benadrukken of een sfeer evoceren. Bij Terug naar walden zocht ik naar iets seventies, post-hippie, met wat vegetale allures. Ik steek niet de draak met de lettertypes, ik vind dat ze

42  VOID MAGAZINE


op die cover een gemeende plaats verdienen. Trouwens:Fout en lelijk is een esthetisch oordeel, en esthetica is slecht één element in de mix van wat een ontwerp goed of slecht maakt. Soms laat de inhoud bijvoorbeeld niet toe om iets esthetisch te maken. Grafiek die bewust lelijk is, kan ook een uitstraling hebben. Was je dan niet te kritisch op je studenten toen je nog les gaf? Het dominante discours is een van de redenen waarom ik uit het onderwijs gestapt ben. Zo heb ik ooit een workshop typografie gevolgd, maar dat was zodanig conceptueel en experimenteel dat de typografie volledig losgekoppeld werd van enige inhoud. Het ging alleen maar over het discours, terwijl tekst voor mij nog altijd inhoud is. Na en tijd wilde ik daarom alleen nog maar lesgeven in de afdeling illustratie , omdat die opleiding meer basic en minder hoogdravend is. Tegenwoordig wordt er in de opleidingen ook te veel klemtoon gelegd op het oriënteren van het 'ego' van de studenten. Ze moeten een eigen idioom leren ontwikkelen, terwijl ze nauwelijks enige vat hebben op de materie! Op jou leeftijd kan je hooguit schelpen helpen openen, VOID MAGAZINE 43


Een blote vrouw dat werkt toch altijd?! je stimuleren. Trouwens, wie koppig aan een eigen idioom blijft vasthouden, heeft het later moeilijk als professionele vormgever.

oorlog en ik zal hem nietsnel voor iets anders inzetten. Een mens evolueert ook in zijn kennis en voorkeuren en ik kan iet uitsluiten dat mijn keuzes nu anders gebeuren dan een tiental jaar geleden.

Je was illustrator waarom dan die aantrekkingskracht tot de typografie? Vaak volstaat de sprekende kracht die uitgaat van letters. Ik heb het gevoel dat ik alles wat ik wil vertellen, kan uitdrukken met behulp van typografie. Ik werk daarbij volgens een vast stramien. Na een opdracht maak ik een lijstje van dozijn mogelijke lettertypes. Enkele daarvan komen rechtstreeks uit mijn hoofd en voor de andere ga ik op zoek naar letters met een zeker potentieel. Ik probeer die letters dan uit met een stukje tekst en ik zie dan snel of er potentieel in zit of niet. Uiteindelijk houd ik een drietal valabele lettertypes over. Dan probeer je wat te spelen met de letters om te kijken welke letters spanning kunnen creëren in het

Dus je bent zelf opzoek gegaan naar de typografie. Mijn enige leidraad is altijd mijn leergierigheid en nieuwsgierigheid geweest. Mijn dagelijks werk staat in het eken van autodidactische onderzoek. als ik me interesseer voor een ontwerp, dan kan ik dat bestuderen tot het maniakale toe. Aan dogmatische theorieën heb ik niks. Ik moet mezelf eerst overtuigen van hun waarde. Zo heb ik me ooit verdiept in het standaardwerk van Huib van Krimpen over boekontwerp. Dat is oersaaie en dwingende materie, waarvan ik aanvankelijk niks wilde aanvaarden. Maar via een individueel leerproces ontdekte ik dan later dat zijn voorschriften toch waar-

'veld' en waar ze dan moeten staan. Ik maak een ontwerp eerst in zwart-wit met een steunkleur, als het dan overeind blijft, dan weet ik zeker dat het ook in kleur zal werken. Lettertypes zijn vaak ook exclusief voor een bepaalde opdracht. De poplar is voor mij nu 'opgebruikt' aan ten

devol zijn. Veel van de recente letters zijn voor mij te volmaakt en daarom 'zielloos' . Als je erop inzoomt, dan zie je dat de contouren overal mooi aansluiten en elk lijntje op zijn wiskundige plaats staat. Met de computer kan je tegenwoordig alles perfect

44  VOID MAGAZINE

maken, maar dat is niet wat mij boeit. Ik mis onvolkomenheid en de uitstraling die daarvan uitgaat. Neem bijvoorbeeld de lettercollectie van de Tjech Rantisek Storm: die laat zijn letters altijd bougeren. Ze zijn wat grilliger en dat is veel interessanter dan te gladde letters. Ik prijs me gelukkig dat ik de Storm-collectie ooit voor weinig geld heb kunnen kopen want ik put er nog vaak uit. Ook wat ITC voortbracht in de jaren 60 en 70 kan me behagen. Hoe voelt het om terug te kijken op je carrière? Ik zit nu met een soort van postnataal gevoel. De tentoonstelling in het Letterthuis heb ik eigenlijk niet erg graag gemaakt. Dingen in een ruimte plaatsen daar ben ik niet meteen goed in. Het is een totaal ander medium dan een publicatie. In een expositie moet je de informatie bijvoorbeeld gedoseerd aanreiken, terwijl je in een boek geen 50 pagina's blanco moet laten om de lezer at rust te gunnen. Tot mijn eigen verrassing loopt de tentoonstelling nochtans goed. Mijn boeken liggen daar maar in vitrinekasten en hier en daar hangt een poster tegen de muur. willen mensen


dat echt zien? Nu, mensen komen uiteraard met verschillende motivaties naar de tentoonstelling; even goed voor mij als vormgever als voor de onderwerpen, auteurs en makers die er door mijn werk vertegenwoordigd zijn.

van een tekst, en daardoor kan ik bijvoorbeeld geen problemen hebben met ereaders. Ik vind het prima dat die dingen bestaan, maar zonder nostalgisch te zijn bedrukt papier blijft wel superieur.

Was het boek dan gemakkelijker? Allesbehalve. Het idee voor het boek bestaat al een tijdje, maar door het uit te stellen, is het er zeker niet makkelijker op geworden. Ik heb mezelf eigenlijk veel zorgen en ergernis op mijn hals gehaald. Het zou leuk zijn als je eerst een blauwdruk kon maken, en dan nog eens 'voor echt' maar zo werkt het natuurlijk niet. Als voor kunstenaars het motto kill your darlings geldt, dan voel ik me na het boek als een massamoordenaar. Ik heb veel achterwege moeten laten, er staan bijvoorbeeld nauwelijks achterflappen of binnenpagina's in, terwijl ik daar toch veel aandacht aan besteed. Maar een

stand zijn gekomen. Ik heb gen schroom om mijn probeersels te laten zien. In zo'n 'instructief' boek zouden dan beelden naast elkaar komen die met elkaar vloeken, maar dat zou ik niet erg gevonden hebben, want zo zit de werkelijkheid in elkaar. Nu staan de beelden mooi gesorteerd, vaak per kleurtint. Je krijgt dan wel een mooie, harmonische layout, maar het is eigenlijk een gemanipuleerde weergave. Dat vind ik dan een beetje flauw en wat leugenachtig. Als ontwerper vind ik waarachtigheid nochtans belangrijk. De dingen mogen niet gelogen zijn. Voor een cover voor Saskia de Coster heb ik bijvoorbeeld Grunge Fonts gebruikt. Ik had een kant-en-klare, gedigitaliseerde oude letter gebruikt, maar de eerlijkheid gebiedt mij dan toch om zelf houten letters te drukken. Dat waren trouwens letters die ik zelf ooit geproefdrukt heb in de drukkerij van mijn grootvader

mens moet nu eenmaal kiezen en sommige keuzes heb ik uit handen besteed. Zoals je weet heeft Stijn Dams me echt goed geholpen. En Jan Middendorp heeft voor mij enkele knopen doorgehakt. Ik had liever het proces laten zien, een oprecht beeld van hoe de dingen tot

Ik vind dat een boek wel goed in de hand moet liggen. Het moet een fijn tastbaar object zijn, vandaar dat ik hoogdruk toegepast heb voor de cover: Dat heeft een grote tactiliteit, het gevoel is veel aangenamer. Begrijp me goed: Het einddoel van elk boek blijft het verspreiden

rechtvrije romans te werken, maar dat zag ik anders. Als we dit gaan doen , dan moet het immers echt de moeite waard worden, met oorspronkelijke inhoud van hedendaagse auteurs.

Is er nog een project dat je echt zou willen realiseren? Ik heb er altijd van gedroomd om een tijdschrift te maken met mensen wiens werk ik apprecieer, zoals kamagurka, tom lanoye , michiel Hendryckx.... In de jaren 80 is dat er ooit even van gekomen. In het productieproces mag ik al meepraten, maar mijn wens is ook om zelf aan de wieg te staan van boeken, Het opzetten van monografieën over goede vormgevers zoals julian Key, zie ik bijvoorbeeld wel zitten. Ik spreek ook al lang met Harold Polis( uitgever van Meulenhoff|Manteau) over geïllustreerde romans, maar dat is niet evident. Het idee was om eerst met klassieke ,

VOID MAGAZINE 45


46  VOID MAGAZINE


SPOT ON TYPOGRAPHY

Elke maand werpen we onze blik op leuke typografie die we vonden op verschillende plaatsen. Deze keer ging onze voorkeur uit naar de super leuke t-shirts van het merk house of holland.

House of Holland began when Henry Holland started creating T-shirts on the side while he was a fashion editor. Since then, the collection has become more than just tees with slogans like “Wham Bam Jessica Stam,” and now includes both men’s and women’s readyto-wear. The line is known for cheeky tartans, club-ready hotpants, and purposely clashing nineties prints in zingy, upbeat colors. The designer’s big break began when Gareth Pugh and Giles Deacon wore House of Holland Tshirts with each other’s respective slogans at their spring 2007 shows. The shirts, which were initially being sold off Holland’s MySpace page, sold out immediately. He now has over 40 accounts with vendors like Harvey Nichols and Seven New York in the U.S. Agyness Deyn, a friend and muse of Holland’s, supports the label by serving as the house model.

www.houseofholland.co.uk

VOID MAGAZINE 47


é233DFEZfbdh345


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.