de beethoven belevenis programmaboek seizoen 2011– 2012
1
2
de Beethoven Belevenis uitvoering én live opname van alle symfonieën van Beethoven Met zijn negen symfonieën veroorzaakte Ludwig van Beethoven een muzikale revolutie die het pad naar de Romantiek effende. Hij componeerde muziek die benaderbaar én begrijpbaar bleef. Ook na twee eeuwen heeft dit repertoire nog steeds een enorme zeggingskracht. Het is die universele kracht die Frans Brüggen zo aanspreekt in het werk van Beethoven. Dat was 25 jaar geleden al zo toen hij ze voor het eerst op cd vastlegde. Die inspiratiebron blijkt nog steeds springlevend. In vijf concerten komen alle Beethoven-symfonieën aan bod. Een unieke samenwerking tussen Concert- en congresgebouw de Doelen, Frans Brüggen en zijn Orkest van de Achttiende Eeuw.
2
Voorwoord
4
Frans Brüggen door Roland de Beer
12
een en drie donderdag 6 oktober 2011, Grote Zaal 20.15 uur
18
twee en vier zondag 9 oktober 2011, Grote Zaal 20.15 uur
24
vijf en zes maandag 10 oktober 2011, Grote Zaal 20.15 uur
30
zeven en acht dinsdag 11 oktober 2011, Grote Zaal 20.15 uur
36
negen zondag 16 oktober 2011, Grote Zaal 20.15 uur
42
Biografieën
de Beethoven Belevenis op cd Beethoven, een biografie Jan Caeyers Foto-expositie ‘De geluksmachine op weg’ Annelies van der Vegt red sofa: Frans Brüggen geïnterviewd door Roland de Beer Frans Brüggen geeft openbare masterclass 47
48
Colofon
ORKEST VAN DE ACHTTIENDE EEUW FRANS BRÜGGEN · dirigent
1
voorwoord
D
e Doelen hecht groot belang aan het creëren van vaste samenwerkingsverbanden met ensembles en artiesten. Zo maken we spannende programma’s met een vijftal huisensem-
bles: het DoelenEnsemble, het DoelenKwartet, het Laurens Collegium, Sinfonia Rotterdam en Rietkwintet Calefax. Hoewel het Orkest van de Achttiende Eeuw geen formele status als huisorkest heeft, presenteert de Doelen jaarlijks met gepaste trots dit prachtige orkest in een reeks op maat bedachte, toonaangevende concerten en projecten voor Rotterdam. De meeste Grote Orkesten van de Wereld hebben een eigen basis, een eigen zaal, een eigen publiek. Het Orkest van de Achttiende Eeuw heeft dat echter niet. Inmiddels drie decennia onderweg, bezocht het orkest meer dan dertig landen in vier werelddelen en trad het op in 300 steden. In sommige van deze steden werd slechts eenmaal gespeeld, in de meeste steden natuurlijk vaker, maar naar een paar steden wordt met grote regelmaat teruggekeerd. De relatie met de Doelen is een prachtig voorbeeld van de dierbare band die in de loop van vele jaren kan ontstaan tussen een stad en een orkest. Na het eerste concert in Rotterdam op 7 juni 1982 groeide de Doelen uit tot een van de veilige thuishavens. En het was deze vriendschap die het Orkest van de Achttiende Eeuw de mogelijkheid bood om bijna elke parel uit het repertoire ten gehore te brengen, de werken van Bach, Rameau, Haydn, Mozart, Beethoven, Schubert en Mendelssohn. De fascinatie van Frans Brüggen en zijn orkest voor de Negen Symfonieën van Beethoven duurt dertig jaar en is in drie perioden te verdelen. Het kostte het orkest tien jaar om de negen meesterwerken op het repertoire te krijgen. Daarna volgde een periode waarin de symfonieën met grote regelmaat stuk
2
voor stuk en in combinatie met werken van andere componisten terugkeerden. En het is inmiddels ook alweer tien jaar dat het orkest zich van tijd tot tijd voor een wat langere periode in een stad terugtrekt om, als het ware in residentie, de volledige cyclus uit te voeren.
Wat eind 1999 in San Sebastian begon en werd voortgezet in Utrecht, Amsterdam, Tokio, Hong Kong, Warschau, Hamburg en Parijs, wordt nu voor de negende keer en onder ideale omstandigheden in tien dagen in Rotterdam herhaald en geregistreerd in de aanwezigheid van u, ons publiek. De vijftig leden van het orkest, afkomstig uit drieëntwintig landen, hebben naar dit project toegeleefd en verheugen zich op wat komen gaat. Samen met de Doelen is er een boeiende randprogrammering bedacht. Tijdens De Beethoven Belevenis geeft Beethovenkenner en dirigent Jan Caeyers een lezing; bij elk concert verzorgt Guido van Oorschot een bevlogen inleiding; voorafgaand aan de concerten treden de leerlingen van het Rotterdamse Hellendaal Muziekinstituut meerdere keren op in de foyers; Frans Brüggen en Roland de Beer gaan samen op zoek naar de geheimen van Beethoven in een openbare bespreking, en last but not least, geeft Frans Brüggen een zeldzame openbare masterclass voor jonge dirigenten van de opleiding orkestdirectie aan Codarts, Rotterdams Conservatorium. De Geluksmachine was de titel die Anna Enquist koos voor haar gedicht over het orkest, uitgesproken bij de aanbieding van de Prins Bernhard Cultuurprijs in november 2010. Dankzij deze prestigieuze prijs is De Beethoven Belevenis tot stand gekomen. De Geluksmachine op Weg is de voor de hand liggende titel van de fototentoonstelling die voor de duur van dit project in de Doelen werd samengesteld door fotografe Annelies van der Vegt, die als een van de violisten van het orkest bij uitstek in de positie was om dat wat zich achter de schermen afspeelt op welhaast tedere wijze vast te leggen. Namens de Doelen en het Orkest van de Achttiende Eeuw wensen wij u een bijzonder avontuurlijke Beethoven Belevenis.
3 Neil Wallace
Sieuwert Verster
hoofd programmering
directeur
Concert- en congresgebouw de Doelen
Orkest van de Achttiende Eeuw
Frans Brüggen door Roland de Beer
F
rans Brüggen laat zich niet graag een titanenzoon noemen. Ook is hij niet voor straf vastgebonden aan een rots. En mocht zijn lever dagelijks verdwijnen en weer aangroeien, dan komt dat niet doordat Zeus een hongerige adelaar op hem af heeft gestuurd. Toch kan Frans Brüggen, de blokfluitist die op zijn 47ste
besloot een ‘orkest voor de achttiende eeuw’ op te richten, worden vergeleken met Prometheus, de mythologische mensenvriend die bij de goden van de Olympus het vuur terugstal dat ze hadden weggenomen bij de gewone stervelingen. Een daad stellen die door iedereen onmogelijk wordt
daagse muziek. Brüggen zei het maar à l’improviste.
geacht. Zoiets flikte Frans Brüggen, geboren in 1934 in
Maar de opmerking is hem lang nagedragen. ‘Ik denk dat
Amsterdam, toen hij in 1981 een nieuw orkest oprichtte
ik in mijn hart al bezig was een antwoord te verzinnen,
van symfonische dimensies. In het Nederlandse muziek-
een eigen orkest voor achttiende-eeuwse muziek’, zei
bestel van die dagen leek dat onbestaanbaar. Lichtelijk
Brüggen later.
bizar bovendien, was dat de meester van de blokfluit er
4
als dirigent voor ging staan, terwijl hij nauwelijks ervaring
HET GEHEIM VAN DE TELEFOONKLAPPER
had met dirigeren, en er ook niet voor had doorgeleerd.
De essentie van Frans Brüggens eigen symfonische
Brüggen noemde het een ‘tegenaanval’.
avontuur ligt in het instrumentarium. En in de manier
Een tegenaanval tegen wat? Tegen de muziekcultuur
waarop dat wordt bespeeld. Het moet passen bij het
om hem heen. Tegen symfonieorkesten die zich niet
repertoire. Dat je zeer mooie resultaten kunt krijgen
meer bekommerden om hun eigen wortels. Tegen een
wanneer muziek van Bach uit 1730 wordt uitgevoerd
dirigentenpraktijk die zich even souverein als gedachten-
met instrumenten en strijkstokken uit die tijd (of met
loos van achttiende-eeuwse muziek bediende, zonder
kopieën van zulke instrumenten en strijkstokken) – die
zich druk te maken om haar oorsprong, of zelfs maar
gedachte was anno 1981 vrij algemeen aanvaard. Er
om haar klank. Tegen de hoeders van een ‘traditie’ die
waren al heel wat ensembles, van Brüggen onder meer,
voornamelijk inhield dat men dezelfde fouten maakte
en van zijn oudere collega’s Gustav Leonhardt en Niko-
als twintig of vijftig jaar geleden.
laus Harnoncourt, die daaraan hadden bijgedragen met
‘Iedere noot Mozart die het Concertgebouworkest speelt
muziek uit de barokperiode.
is een leugen’, riep de langharige blokfluitcoryfee in het
Maar dat zo’n praktijk niet alleen bij muziek past uit de
roerige jaar 1969 tijdens een openbaar debat dat eigen-
tijd tot pakweg 1750, maar dat het ook voor repertoire uit
lijk over een ander onderwerp ging, namelijk de (geringe)
de latere achttiende eeuw kan gelden, zoals voor Mozart,
interesse van gevestigde symfonieorkesten voor heden-
voor Haydn, eigenlijk voor alle muziek, die gedachte
bestond in 1981 alleen nog in gespecialiseerde kring.
tiende-eeuws instrument, en bereid waren de speelstijl
Brüggen, die als blokfluitist al een kwarteeuw studeer-
te zien als een voortdurend punt van experiment en
de op oude uitvoeringspraktijken, vond dat een symfonie
discussie.
van Mozart, gecomponeerd in 1780, ook om instrumen
Dat maakte de onderneming er niet eenvoudiger op.
ten uit die periode vraagt. Om andere instrumenten dus
In Nederland liepen wel experts rond als de violistes Lucy
dan die uit 1730, maar zeker andere dan de moderne
van Dael en Alda Stuurop en de altviolist Wim ten Have.
Frans Brüggen wilde een orkest waarvan de musici bijeenkwamen om expertise uit te wisselen uit 1980 waar het overgrote deel van de internationale
De cellist Wouter Möller was een internationaal befaamde
muziekwereld het mee deed, gedirigeerd door goden van
handelsreiziger in achttiende-eeuwse streektechnieken.
de Olympus als Herbert von Karajan, Bernard Haitink en
Er bestond een kleine oude muziek-houtblazersschool
Kurt Masur. Brüggen wilde zijn nieuwe Orkest van de
rond de hoboïst Ku Ebbinge en de fluitist Ricardo Kanji.
Achttiende Eeuw uitsluitend bemannen met collega’s
Maar met acht of tien uitmuntende strijkers en blazers
(m/v) die zich meester konden noemen op een acht-
heb je nog geen uitmuntend orkest. Brüggen en zijn
5
Frans Brüggen
toenmalige concertmeester Van Dael moesten hun
cert, de barokgroep die Hogwoods concurrent Trevor
teamgenoten uit heel West-Europa naar Amsterdam
Pinnock in 1972 in het leven riep. Maar dat zijn betrek-
zien te halen. Ook transatlantische nummers stonden
kelijk kleine gezelschappen, vergeleken met de veertig-
in de telefoonklapper. Zo kwam er bij de klarinetten al
koppige bezetting die Brüggen door het hoofd spookte.
gauw versterking van een fabuleuze Amerikaan, Eric
In die grotere dames- en herenmaten – groei van de
Hoeprich.
ensembles hing in de lucht – werd wel gedacht door de Brit Roger Norrington. Hij was in 1978 oprichter van
6
HET GEHEIM VAN UITWISSELING
The London Classical Players. Even ambitieus was zijn
In de ensemblewereld wordt op projectbasis gewerkt.
landgenoot John Eliot Gardiner, die in 1977 voor het
Musici bij elkaar roepen, repeteren, een concert geven
eerst The English Baroque Soloists bij elkaar belde. Maar
en nog een paar concerten: dan heb je een tournee,
hun Londense musici waren vaak wat losser aan de
met eventueel een plaat erbij. En dan weer: tot ziens.
groep en aan ’s maestro’s adressenbestand verbonden
Op die basis werkt ook de clavecinist Ton Koopman
dan Brüggen voor ogen stond. En de Londense musici
met zijn Amsterdam Baroque Orchestra, een groep die
waren, switchend tussen oude en nieuwe instrumenten,
Koopman in 1979 formeerde uit (vooral) Nederlandse
vaak ook geen onbekenden bij de tegenpartij: bij geves-
en Angelsaksische musici. Brüggen kon net als Koopman
tigde symfonieorkesten als The London Philharmonic of
naar Britse voorbeelden kijken. In Londen lopen musici
het Philharmonia Orchestra.
rond die elkaar nu eens tegenkomen in The Academy of
Brüggen wilde een studieus, werkplaatsachtig orkest.
Ancient Music (in 1973 opgericht door de clavecinist
Een orkest waarvan de musici niet alleen bijeenkwamen
Christopher Hogwood), en dan weer in The English Con-
om in korte tijd de noten netjes onder elkaar te krijgen,
maar ook om expertise uit te wisselen, van elkaar iets
Beethoven, door Brüggen in 1984 op de plaat gezet met
op te steken, orkestklank te boetseren in gezamenlijke
veertig musici, naar meer. Aan Brüggens umwerfend
arbeid, en zo hun meesterschap over muziek en instru-
genoemde uitvoering van Beethovens Derde, de ‘Eroica’,
menten te verdiepen. Wat het Orkest van de Achttiende
deden drie jaar later 44 musici mee. In 1992, bijna negen
Eeuw apart maakte, meteen al vanaf het begin, was de
jaar na het begin van het Beethoventraject, sloot Brüggen
homogeniteit van het ensemble, en de concentratie op
de cyclus af met een beklimming van het gebergte dat
het binnenwerk van de muziek.
Beethoven Negen heet. Hij riep er, naast koor en vocale solisten, 76 orkestvrienden voor op de been.
Bij Frans Brüggen is elke Beethovensymfonie een wereld apart. Elk stuk is een nieuw domein dat tot in alle uithoeken wordt verkend.
Toen Brüggen zijn eerste Beethovensymfonie had opgenomen, kon Roger Norrington in Londen niet achterblijven. Hij maakte een inhaalslag en nam tussen 1986 en 1988 niet drie, maar alle symfonieën van Beethoven op. Zijn landgenoot Gardiner mengde zich in de repertoirerace met weer een andere Beethovencyclus, opgenomen tussen 1991 en ’94. Het verschil tussen hun Beethovens en die van het Orkest van de Achttiende Eeuw, is dat bij Brüggen elke Beethovensymfonie een wereld apart is. Elk stuk is een
BEETHOVEN, UITROEPTEKEN!
nieuw domein dat tot in alle uithoeken wordt verkend,
Nog steeds frappeert de rijpheid van Brüggens vroege
met een humeur dat steeds varieert van uitgelaten-speels
orkestuitvoeringen. Veel werd vastgelegd op lp en cd,
tot oneindig ernstig. Seriewerk is er bij Brüggen niet bij.
altijd live want aan studiowerk heeft Brüggen een broertje dood. Elke noot doet ertoe. Ook de noten die
HET GEHEIM VAN DE VLIEGENDE START
ogenschijnlijk als ‘vulwerk’ verborgen zitten bij de tweede
Hoe kwam het dat Brüggen, die als dirigent een nage-
violen en de altviolen, bij de hobo’s of bij de hoorns.
noeg onbeschreven blad was, zo’n vliegende start kon
Steeds hoor je verrassingen, in allerlei orkestrale stem-
maken met zijn Orkest van de Achttiende Eeuw? Hij heeft
men en tegenstemmen. Nooit wordt een melodie voor
er zelf wel eens een boekje over open gedaan. Als reizen-
zoete koek geslikt. En de begeleiding van een melodie
de coryfee van de blokfluit was Brüggen in gedachten
nog minder. Transparantie staat voorop. Clichés van het
eigenlijk al bezig met het leiden van een orkest. Niet
‘authentieke’ musiceren worden gemeden. Geen over-
omdat hij droomde van de heldhaftige daad van het
dreven strijk- en blaasgezucht als er korte boogjes boven
dirigeren, maar omdat hij klanken hoorde bij het zien
een melodie staan. Maar aan Brüggens fraseringen van
van achttiende-eeuwse orkeststukken.
een melodie, en aan de manier van strijken van Brüggens
In welke steden de blokfluitist Brüggen ook kwam, als
spelers, hoor je Haydns afkomst uit de Barok. En aan
het even kon dook hij er tussen zijn concerten door een
sluwe wendingen en plotselinge opdonders bij Beethoven
muziekbibliotheek in, op zoek naar de waarheid achter
(en opnieuw: fraseringen) hoor je Beethovens afkomst
achttiende-eeuwse noten. Bibliotheken in Wenen, Berlijn,
uit de wereld van Haydn.
Londen, Parijs en Venetië werden zijn leeszaal en speel-
Beethoven, uitroepteken!
tuin. Hij spitte er in eeuwenoud, meestal handgeschreven
Aan hem werd nog amper gedacht, toen Brüggen aan
orkestmateriaal, in de hoop dat hij speelaanwijzingen zou
zijn symfonische missie begon. Was Beethoven niet te
vinden die musici op hun partijen hadden gekrabbeld.
veel een man van de negentiende eeuw, in plaats van
Aanwijzingen over het geheime ‘hoe’ van de muziek.
de achttiende? Toch smaakte de Eerste Symfonie van
Cues over tempi, dynamiek en frasering. Over streken
7
Frans Brüggen
van de strijkstok. Brüggen zocht naar reminders voor de
ze uit alle windstreken. De musicoloog Sieuwert Verster,
musicus. Krabbels die je nergens anders meer vindt, ook
die de dagelijkse leiding voert, becijferde onlangs dat het
niet in wetenschappelijke partituuruitgaven.
totaal van de orkestleden in het hele adressenbestand
Brüggen vond bijna nooit wat hij zocht. Want de meeste
afkomstig is uit 23 landen. Het neemt niet weg dat het
musici in de achttiende eeuw bleven netjes van hun par-
Orkest van de Achttiende Eeuw een eigen, herkenbaar
tijen af. Hard en zacht; een paar boogjes en accentjes;
kleurenpalet heeft. Vergelijk het met het Londense Or-
wat volgens een componist echt noodzakelijk was, stond
chestra of the Age of Enlightenment. Dan hoor je, wanneer
op last van de componist al bij de noten. Alles wat er níet bij kwam te staan, de hele rest van de speelstijl, hoorde tot de afdeling ‘algemeen bekend’. Net als bij onze moderne jazzorkesten. Maar behalve teleurstelling was er nog een effect. Uit losse orkestpartijen die Brüggen noot voor noot doorvlooide, rezen, samengevoegd onder Brüggens schedel-
Simon Rattle heeft nooit verhuld hoeveel hij inzake Beethoven van Brüggen heeft opgestoken.
dak, complete klankbeelden op. En die wilde hij maar al te graag in reële klank omzetten. Het wachten was alleen
Brüggen dit Londense orkest dirigeert, in tempi (niet te
nog op veertig musici die er ook iets van konden, en met
haastig) en streken (zangerig en licht geboetseerd) de
hem mee wilden doen.
signatuur van Brüggen, maar je hoort ook dat de klankcultuur van Brüggens Londense vrienden meer gericht
WAT ‘GEWOON’ LEEK, WORDT VERRASSEND
is op afzonderlijke, markante kleurtjes van bijvoorbeeld
Het Orkest van de Achttiende Eeuw werkt nog op dezelfde
fluiten en hobo’s.
basis als in de beginjaren. Het komt vier of vijf keer per
Het talent van Verster, Brüggens rechterhand sinds
seizoen bij elkaar voor een internationale tournee, die
1981, ligt niet alleen in het overleg met musici, sponsors
telkens met drie of vier concerten in Nederland eindigt.
en departementen, maar ook in het contact met zaal-
Dat de orkestklank toch zo consistent is, komt doordat
houders, impresario’s, kerkkosters en burgemeesters
veel musici van het begin nog van de partij zijn, al komen
in steden als Florence, Osaka, Sydney, Toronto, Kansas City, New York en Nijmegen. Hij is de expert van het orkest als het gaat over financiën, roosters en de leer der verplaatsingen. Van de inkomsten per tournee trekt hij de kosten af van vliegtuigen, hotels en maaltijden, waarna de rest door veertig of vijftig wordt gedeeld, afhankelijk van de orkestbezetting. Alle orkestleden verdienen hetzelfde, inclusief de dirigent. Brüggen verdient niet meer dan een orkestlid. Het repertoire van het Orkest van de Achttiende Eeuw strekt zich tegenwoordig uit van de vroege achttiendeeeuwer Rameau tot de in 1897 overleden Brahms. Het
8
gevolg is dat Brüggens orkest er nu vier instrumentaria op nahoudt. Voor Rameau worden instrumenten gebruikt met een A van 392 hertz, een volle toon lager dan onze moderne stemming, die een A heeft van 440 of iets Sieuwert Verster
hoger. Bach klinkt op instrumenten met een A van 415
hertz. Mozart en Beethoven zitten bij het orkest van
transparante, op elke nieuwe wending in het compone-
Brüggen op 430, en Brahms op 435.
ren gespitste uitvoeringen vaak een verrassende lading
Dit zou langzamerhand wel een verandering recht-
mee te dragen.
vaardigen in de benaming van het orkest. Maar diep de
Olympiërs van de huidige dirigententop hebben gezien
negentiende eeuw in duiken, zonder te prutsen aan de
hoe Brüggen er met dat muzikale vuur vandoor is gegaan.
orkestnaam, dat deden Brüggen & Co al in de jaren 1990.
Ze hebben hem er niet voor aan een rots geketend.
Toen de eerste Beethovenstorm geluwd was, begon Brüg-
Integendeel: Mariss Jansons, de huidige chef-dirigent
gen de symfonische oeuvres van de negentiende-eeuwers
van het Koninklijk Concertgebouworkest, zat ooit een
Mendelssohn en Schubert onder de loep te nemen.
week lang te luisteren bij Haydnrepetities van Brüggen
Ook hier leidde Brüggens weging van elke afzonder-
in de Amsterdamse Amstelkerk. Simon Rattle, chef van
lijke noot tot bijzondere conclusies. Akkoorden, melo-
de Berliner Philharmoniker en ex-gastdirigent van de
dieën en ritmen die je bij topuitvoeringen van een Con-
Wiener Philharmoniker voor alle symfonieën en piano-
certgebouworkest of Rotterdams Philharmonisch min
concerten van Beethoven, heeft nooit verhuld hoeveel
of meer ervaart als business as usual, bleken in Brüggens
hij inzake Beethoven van Brüggen heeft opgestoken.
9
10
11
6 oktober | een en drie
een en drie
‘J
e moet tot de tanden gewapend zijn en voor de rest doet het orkest het werk’, zo beschouwt Frans Brüggen zijn werk als dirigent in het oeuvre van Beethoven. ‘Ik ben er namelijk van overtuigd dat veel
repertoire dat wij spelen, mits ingezeept door een goed orkestleider, uitstekend zonder dirigent gespeeld kan worden. De dirigent is pas echt nodig vanaf de Derde Symfonie van Beethoven. Dat is het bijzondere van alle symfonieën kort na elkaar uitvoeren. Je hoort het gebeuren. Ik meende in eerste instantie altijd dat we met het orkest niet verder zouden gaan dan de Eerste Symfonie van Beethoven. Toen ik na de Eerste toch de Derde Symfonie op de lessenaar zette, ging er een nieuwe wereld voor ons open
‘We zijn begonnen als Monteverdianen en Bachianen.’ Frans Brüggen en veranderde mijn denken. Vooral op het gebied van dynamiek zorgt Beethoven in de Eroica voor een doorbraak. Het is de grote sprong vooruit die direct leidt naar Beethovens laatste symfonieën en de symfonieën van Schumann. Wat dat betreft is het zo mooi dat dit orkest bij het begin begonnen is. We zijn begonnen als Monteverdianen en Bachianen. Als je gedisciplineerd in de tijd vooruit gaat, begrijp je de zonen Bach, Haydn, Mozart en noem maar op, vele malen beter. En dan speel je ze navenant. Moderne orkesten spelen altijd naar achteren toe. Daardoor is Beethoven
12
op een rare manier verwrongen gaan klinken. En in sommige gevallen is dat nog steeds zo. De hele oude muziekbeweging heeft een grote invloed gehad en er is heel veel veranderd in het denken over en uitvoeren van de achttiende- en negentiende-eeuwse muziek, maar ik hoor nog geregeld hele merkwaardige Beethovens.’
donderdag 6 oktober 2011, Grote Zaal 20.15 uur
een en drie ORKEST VAN DE ACHTTIENDE EEUW FRANS BRÜGGEN · dirigent Ludwig van Beethoven 1770-1827
Symfonie nr.1 in C opus 21 1800
• Adagio molto - Allegro con brio
• Andante
• Allegro molto e vivace - Trio
• Finale: Allegro molto e vivace
pauze
Symfonie nr.3 in Es opus 55 ‘Eroica’ 1804
• Allegro con brio
• Marcia funebre: Adagio assai
• Scherzo: Allegro vivace
• Finale: Allegro molto
voorprogramma Hal Grote Zaal Vanaf 19.00 uur treedt jong talent van het Rotterdams Hellendaal Muziekinstituut op in de Hal Grote Zaal. Het Concerto Grosso Ensemble speelt onder leiding van Mikhail Zemtsov delen uit Beethovens Strijkkwartetten opus 18 in een bewerking voor strijkorkest.
lezing Om 19.00 uur geeft Jan Caeyers een lezing in de Jurriaanse Zaal. Na afloop van het concert signeert hij zijn boek Beethoven, een biografie (zie pagina 46).
13
6 oktober | een en drie
een In het najaar van 1783 voer een jonge componist met zijn moeder per boot vanuit Bonn over de Rijn en de Maas naar Rotterdam. De klaviervirtuoos van nog maar dertien jaar heette Ludwig van Beethoven. Hij had net zijn eerste klaviersonates laten uitgeven en had ze opgedragen aan de keurvorst van Bonn, zijn zogenaamde Kurfürstensonates. Hij zal ze zeker bij zich hebben gehad in zijn koffer aan boord en in Nederland hebben laten horen. De familie logeerde eerst bij verwanten in Rotterdam, en reisde van daar naar Den Haag voor een optreden met de hofkapel van stadhouder Willem V van Oranje. Dankzij een bewaard gebleven rekening van dit concert weten we de namen van de musici en de datum: 23 november 1783. Onbekend is wat de jonge Ludwig destijds met de Haagse musici gespeeld heeft. Het bleef zijn enige reis naar Nederland en überhaupt zijn
Ludwig van Beethoven geportretteerd in 1783
enige buitenlandse reis.
sici en publiek ooit hadden meegemaakt. Ze duurt met
Een kleine tien jaar later vestigde Beethoven zich voor-
haar circa vijftig minuten maar liefst twee maal zo lang
goed in Wenen, waar hij aanvankelijk furore maakte als
als de gemiddelde symfonie van Haydn of Mozart. Door
paleisvirtuoos en een tijd later ook van zich liet horen als
die enorme lengte, de grote orkestbezetting, de enorme
componist van turbulente muziek, zoals bijvoorbeeld in
dramatiek, de heftige dissonanten en de veelvuldige
zijn Eerste Symfonie uit 1800. Al meteen in het begin van
ritmische verwarring die Beethoven bij spelers en luis-
dit werk zaait Beethoven verwarring. Wat is dat voor
teraars zaaide, veroorzaakte de symfonie een ware
vragend beginakkoord? Voor de kenners: een dominant-
schokgolf in het Weense muziekleven. Zelfs zijn trouwste
septiemakkoord. Werkelijk een ongehoorde manier om
bewonderaars vonden het werk bizar en ver over de
Een symfonie over de revolutionaire idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap een werk te beginnen. Het Weense publiek was gewaar-
schreef. Beethoven vergrootte de vorm van de symfonie
schuwd voor deze nieuwkomer met zijn tomeloze talent.
door hem op alle fronten uit te breiden. Vreemd genoeg
Ook verderop zijn vele misleidende maten die de luiste-
bereikte hij dit door de thema’s van het stuk sterk te ver-
raar bij de neus nemen. En zelfs het beweeglijke slotdeel
eenvoudigen. Hoewel het eerste deel verbazingwekkend
begint met een langzame inleiding. Het lijkt alsof de strij-
complex en rijk is, is het basismateriaal waaruit het is
kers hier nog op een thema zitten te broeden. Beethoven
opgebouwd niet ingewikkeld. Het hoofdthema van het
was nog maar dertig en had nog acht symfonieën te gaan.
deel bestaat bij voorbeeld uit de tonica-drieklank en een
14
marcante ‘verkeerde’ noot. Door een dubbele doorwerking ontstaat echter een sonatevorm van nog nooit ver-
drie
toonde lengte. Met het tweede deel is het qua omvang
In Beethovens tijd was zijn Derde Symfonie, de ‘Eroica’,
al niet anders. Hier geen kort, ingetogen langzaam deel,
zeker de langste en meest imposante symfonie die mu-
maar een treurmars van een kwartier, met vele herha-
lingen, wisselende instrumentaties en contrapuntische
‘Ist der auch nichts anders
verwerkingen. Na twee lange, loodzware delen bieden
wie ein gewöhnlicher Mensch!
de overige twee slechts in schijn enige ontspanning.
Nun wird er auch alle Menschenrechte
Het korte Scherzo zit vol kleine ritmische verrassingen
mit Füßen treten,
en de Finale is een reeks variaties over een thema waar-
nur seinem Ehrgeiz fröhnen 1;
over Beethoven al eerder pianovariaties had geschreven.
er wird sich nun höher wie alle andern stellen,
Het thema ontleende hij aan zijn balletmuziek Die Ge-
ein Tyrann werden!’
schöpfe des Prometheus, over de Griekse god Prometheus die het vuur van de goden stal om het aan de mensen
Op een ander exemplaar van de symfonie kraste hij Na-
te geven. En over dit laatste gaat deze symfonie: over
poleons naam zo heftig weg, dat er een gat in het papier
strijdvaardigheid jegens goden en overheden, over de
kwam. Napoleon had afgedaan. Beethoven schaamde
revolutionaire idealen van vrijheid, gelijkheid en broe-
zich zelfs voor zijn aanvankelijke verering, maar bleef in
derschap. Daarom droeg Beethoven de symfonie aan-
de idealen van de revolutie geloven. Aan de symfonie
vankelijk op aan Napoleon. Toen deze zich in 1804 echter
veranderde hij geen noot.
tot keizer liet kronen, ontstak Beethoven in hevige woede en scheurde hij het titelblad van de symfonie met Napoleons naam aan flarden. In zijn ogen had Napoleon zich gedegradeerd tot een ordinaire machtswellusteling:
fröhnen = botvieren tekstbron: Biographische Notizen über Ludwig van Beethoven (Koblenz 1838) door Franz Gerhard Wegeler en Ferdinand Ries (herdruk: Hildesheim 2000)
1
15
Beethovens schets van de Marcia funebre uit de ‘Eroica’
16
17
9 oktober | twee en vier
twee en vier
‘D
at deze componist een individueel traject volgt in zijn werk is wederom duidelijk met deze symfonie’, schrijft een compleet verwarde criticus na het horen van de eerste uitvoering van
Beethovens Vierde Symfonie. De complexe grootsheid van de Eroica was nog nauwelijks bezonken, en bovendien liet Beethoven iedereen graag weten dat zijn uitgever niets zag in een publicatie van deze onbegrijpelijke symfonie, of hij komt met een relatief eenvoudig en schijnbaar klassiek
werk dat ook weer niet goed valt. ‘In hoeverre deze weg de juiste is en geen afwijking van het ingeslagen pad mag bepaald worden door anderen’, zo gaat de criticus in kwestie verder. ‘De grote meester lijkt hier zoals in verschillende van zijn recente werken nu en dan overdreven bizar en dus, zelfs voor goed geïnformeerde vrienden van de kunst, eenvoudigweg onbegrijpelijk en ontoegankelijk.’
‘een ontzaglijk monster dat zelfs heftig bloedend niet van opgeven wil weten.’ Johann Gottlieb Karl Spazier, recensent ‘Bizar’. Het is een woord dat recensenten uit de tijd van Beethoven graag in de mond nemen om de kunst van de grote symfonicus te omschrijven. Bizar is inderdaad de finale van de Tweede Symfonie die componist en criticus Johann Gottlieb Karl Spazier in zijn recensie omschreef als ‘een ontzaglijk monster dat zelfs heftig bloedend niet van opgeven wil weten’. Bizar zijn ook de schrijnende dissonanten in de introductie van de Vierde Symfonie. Het zijn ongetwijfeld deze noten die de geciteerde criticus tot wanhoop dreven. En dat terwijl zowel de Tweede als de vaak genegeerde Vierde Symfonie net als de Eerste beschouwd worden als het meest schatplichtig aan zijn ‘leermeester’ Joseph Haydn. Gelukkig keerde wat die Vierde Symfonie betreft het tij al tijdens Beethovens leven. In 1811 schrijft een
18
criticus: ‘Over het geheel genomen is het werk vrolijk, begrijpelijk en onderhoudend en staat het dichter bij de geliefde Eerste en Tweede Symfonie dan bij de Vijfde en Zesde.’ Er is hoop, moet Beethoven, die uiteraard stug zijn eigen pad bleef volgen, gedacht hebben.
zondag 9 oktober 2011, Grote Zaal 20.15 uur
twee en vier ORKEST VAN DE ACHTTIENDE EEUW FRANS BRÜGGEN · dirigent Ludwig van Beethoven 1770-1827 Symfonie nr.2 in D opus 36 1802
• Adagio molto - Allegro con brio
• Larghetto quasi andante
• Scherzo: Allegro
• Allegro molto pauze Symfonie nr.4 in Bes opus 60 1806 • Adagio - Allegro vivace • Adagio • Allegro vivace • Allegro ma non troppo
voorprogramma Hal Grote Zaal Vanaf 19.00 uur treedt jong talent van het Rotterdams Hellendaal Muziekinstituut op in de Hal Grote Zaal. Negen jonge musici spelen diverse korte werken van Beethoven, op piano begeleid door Renée Smeding.
inleiding Om 19.30 uur houdt Guido van Oorschot een inleiding in de Jurriaanse Zaal.
19
9 oktober | twee en vier
Twee
in d-klein dat de gulden snede van het Adagio vormt.
In 1802, het jaar dat Beethoven zijn Tweede Symfonie
De thematiek van het Allegro con brio verschijnt (óók
componeerde, was hij al volkomen doordrongen van de
zeer afwijkend) in de lagere strijkinstrumenten (altviolen
ernst van zijn doofheid. Dat blijkt onder meer uit het
en celli) tegen een beweging van achtsten in eerste en
testament dat hij in de zomer van dat jaar in het plaatsje
tweede violen en lange akkoorden in de blazers. Na een
Heiligenstadt bij Wenen schreef en opdroeg aan zijn
crescendo ontwikkelt zich een orkestraal tutti waarin
broers Caspar en Johann. Hij trok zich terug in afzon-
het simpele hoofdthema verder wordt uitgewerkt. Het
dering en schreef met zijn Tweede Symfonie een werk
hele deel is vol van een onstuimige en niet aflatende
waarin tragische accenten naar zijn persoonlijke onheil
activiteit.
lijken te wijzen. Een groot deel van het werk, met
Het tweede deel, Larghetto quasi andante, is een van
uitzondering van het Scherzo, neigt naar mineur, en de
de langste langzame delen die Beethoven ooit schreef.
hele teneur is veel meer doorwrocht en geladen dan de
In de 276 3/8-maten die het stuk telt, lijkt Beethoven zijn
Eerste Symfonie. De accenten zijn scherper en de
meest lyrische kanten te willen blootgeven. De timbres
crescendo’s en decrescendo’s van een ongekende
van klarinet, fluit en fagot overheersen de blazers en de
hevigheid. Adagio molto begint de langzame inleiding,
afwezigheid van trompetten en pauken zegt wel genoeg
die hier 33 maten bedraagt en een afgerond muzikaal
over de sfeer van dit melancholieke deel. Virtuoos en
‘verhaal’ op zich is. Deze inleiding is zeer rijk aan
vol humor is het Scherzo (hier door Beethoven zelf zo
harmonische en instrumentale invallen: in een steeds
genoemd). Met de instrumentatie van dit deel is niet
veranderend perspectief werken strijkers en blazers als
alleen in Beethovens werk, maar in de hele orkest
het ware onontkoombaar naar een unisono fortissimo
literatuur een mijlpaal bereikt. De zogenaamde ‘durch-
20
Zicht op Heiligenstadt aquarel door T.D. Raulino (ca.1820)
brochene Arbeit’ (het door verschillende instrumenten
De Beethoven-exegese heeft het maar moeilijk met deze
of groepen laten spelen van doorlopende thematiek) is
wat verwaarloosde symfonie: geen biografische aan-
hier tot stijlprincipe verheven. Ze bepaalt voor het grootste
knopingspunten of ethische waarden kunnen het werk
deel het kaleidoscopische karakter van dit razend knappe
een meerwaarde geven. De symfonie gaat alleen over
staaltje van orkestraal componeren. Het korte trio is voor
zichzelf. Voor een groot deel wordt het karakter van het
de hobo’s en de fagotten, maar de strijkers gooien voort-
werk bepaald door de twee Adagio’s. Het ene vormt de
durend ‘roet in het eten’ met ongebreidelde accenten en
langzame inleiding tot het eerste deel, het andere is
fortissimo’s. En ook de pauk laat zich niet onbetuigd.
het zelfstandige langzame deel van de symfonie. De inleiding kent niet de gebruikelijke plechtigheid, zoals
Met de instrumentatie van dit deel is niet alleen in Beethovens werk, maar in de hele orkest literatuur een mijlpaal bereikt.
de majestueuze klankpoorten van sommige symfonieën van Haydn. Nee, de sfeer is mysterieus en onheilspellend. Na een heftig crescendo maakt zich plotseling een thema los waarmee het snelle tempo losbarst. Dit Allegro vivace is licht, dansant, maar bij wijlen met een ondertoon van melancholie en dreiging. Vooral de felle accenten en de mineuraspiraties van het tweede thema wekken angst
De Finale heeft het publiek in Beethovens dagen voor
en onrust. Toch horen we hier bij lange na niet de mas-
raadsels gezet. Men kon op en na de première op 5 april
saliteit van de openingsdelen van de Derde of de Vijfde.
1803 kop noch staart ontdekken aan dit onorthodoxe
Hierna volgt een van de meest fraaie langzame delen
deel, met zelfs voor Beethovens begrippen een extra-
die Beethoven componeerde: we lijken hier zelfs bij de
vagante thematiek. Het deel begint al heel verrassend op
quintessens van de hele symfonie te zijn aangeland.
de dominant: het lijkt een vraagstelling van twee maten,
Maar toch ook weer een onvermijdelijk mineur. In het
forte gespeeld door houtblazers en strijkers en opvallend
volgende scherzo, Allegro vivace, een snel menuet met
door de grote intervalsprong. Het antwoord komt in een
allerlei flitsende ritmische vondsten en een prachtig trio
snelle violenpassage die weer naar het eerste gegeven
dat twee maal gespeeld wordt. De wervelende finale heeft
leidt en pas de tweede maal in een waardig D-groot
vele componisten verleid tot het schrijven van adem-
wordt omgezet, waarin dan het hele orkest deelt. Wat
benemende orkestrale hoogstandjes, zoals bijvoorbeeld
volgt is een mengsel van rondo- en sonatevorm met
Mendelssohn, Schumann en Dvorˇák. Ondanks het
twee hoofdthema’s. Beethoven bereikt hier een synthese
hoge metronoomcijfer van 160 voor de kwart schreef
tussen de geniale humor van Haydns finales en zijn
Beethoven voor: Allegro ma non troppo! En dat met de
eigen weerbarstige karakter.
razende zestienden in de strijkers en de verraderlijk syncopen. Ook al halen enkele fermates tegen het eind de snelheid uit de noten, toch zorgen de laatste zes
vier
maten voor een tomeloze afsluiting.
Beethoven componeerde zijn Vierde Symfonie in een rustpauze die hij nodig had tijdens het schrijven van de Vijfde Symfonie. welke pas na lang worstelen tot stand kwam. In deze Vierde geen heroïek of speculaties over Beethovens haat-liefde-verhouding met Napoleon zoals in de Derde (‘Eroica’), maar ook niet het kloppen van het noodlot zoals we dat sinds de uitleg van Beethovens leerling Anton Schindler in de Vijfde zijn gaan horen.
21
22
23
10 oktober | vijf en zes
vijf en zes
B
eethoven droeg zowel zijn Vijfde als zijn Zesde Symfonie, de Pastorale, in 1808 op aan prins Lobkowitz en graaf Rasumowski. Zo’n opdracht was niet alleen een vriendelijk gebaar, het was ook
een economische zet. Hoewel de componist zich vaak buitengewoon oneerbiedig uitliet over de adel die het in Wenen en omstreken voor het zeggen had, was hij er ook van afhankelijk. Ze vormden zijn belangrijkste opdrachtgevers en geldschieters. Niet onbelangrijk voor een man die doorlopend in geldnood zat. Al hield hij daar in de omgang vaak geen rekening mee. Iedereen die wat van hem wilde dat hem niet zinde of die zijn trots krenkte, kreeg er van langs, ongeacht het zakelijk belang of de sociale status. Zo schreef hij in 1806 na een woordenwisseling omdat hij weigerde voor Franse officieren te spelen aan prins Lichnowsky, een van Beethovens ‘sponsors’ in Wenen: ‘Wat u bent, bent u door toeval en geboorte. Wat ik ben, ben ik door mijzelf. Er zullen nog duizenden prinsen komen, zoals er ook al duizenden waren. Maar er is maar één Beethoven.’ Uiteraard stopte het bedrag van 600 dukaten dat Beethoven sinds 1800 jaarlijks van de prins kreeg direct na deze duidelijke boodschap.
‘Wat u bent, bent u door toeval en geboorte. Wat ik ben, ben ik door mijzelf.’ Ludwig van beethoven Het duurde tot kort na de première van de Vijfde en Zesde Symfonie op 22 december 1808 eer er weer enige rust komt in Beethovens financiële huishouding. In oktober van dat jaar wordt hij gevraagd Kapellmeister bij de koning van Westfalen in Kassel te worden, in ruil voor een riant jaarsalaris. Hoewel Johann Friedrich Reichart, op dat moment de Kapellmeister van dienst, bij een bezoek aan Wenen aangeeft niets te weten van een vacante
24
positie, besluit Beethoven de functie te accepteren. Ondertussen steekt een aantal adellijke fans van Beethoven, onder wie Prins Lobkowitz, de koppen bij elkaar en overleggen over een toelage voor de componist. Zij stellen hem een jaargeld van 4000 florijnen voor, op voorwaarde dat hij in Wenen blijft. De componist accepteert het voorstel en Kassel is van de baan.
maandag 10 oktober 2011, Grote Zaal 20.15 uur
vijf en zes ORKEST VAN DE ACHTTIENDE EEUW FRANS BRÜGGEN · dirigent Ludwig van Beethoven 1770-1827 Symfonie nr.5 in c opus 67 1808 • Allegro con brio • Andante con moto • Allegro • Allegro pauze Symfonie nr 6 in F opus 68 ‘Pastorale’ 1806-1808
• Allegro ma non troppo: ‘Erwachen heiterer
Empfindungen bei der Ankunft auf dem Lande’
• Andante molto mosso: ‘Szene am Bach’
• Allegro: ‘Lustiges Zusammensein der Landleute’
• Allegro: ‘Gewitter, Sturm’
• Allegretto: ‘Hirtensang, frohe und dankbare Gefühle
nach dem Sturm’
voorprogramma Hal Grote Zaal Vanaf 19.00 uur treedt jong talent van het Rotterdams Hellendaal Muziekinstituut op in de Hal Grote Zaal. Het Concerto Grosso Ensemble speelt onder leiding van Mikhail Zemtsov delen uit Beethovens Strijkkwartetten opus 18 in een bewerking voor strijkorkest.
inleiding Om 19.30 uur houdt Guido van Oorschot een inleiding in de Jurriaanse Zaal.
25
10 oktober | vijf en zes
Vijf
Om dit te kunnen begrijpen zou men moeten kunnen
Een ware uitputtingsslag leverde Beethoven met een
horen met de oren van weleer en zich opnieuw laten
ander werk: zijn Vijfde Symfonie in c opus 67, de ‘Nood-
verpletteren door dit machtige opus. Zoals in 1830. Toen
lotssymfonie’. De voltooiing daarvan kostte hem jaren.
Mendelssohn het eerste deel op de piano voorspeelde
Veel is geschreven en veel zal er nog geschreven en
aan Goethe, riep die uit: ‘Das ist sehr gross, ganz toll!
gediscussieerd worden over de beroemdste aller ope-
Man möchte sich fürchten das Haus fiele ein. Und wenn
ningsmaten. Het uit twee dalende tertsen bestaande
das nun alle die Menschen zusammen spielen?!’ Of zoals
openingsmotief heeft Beethoven ook de nodige zweet-
Hector Berlioz. Die reageerde hevig geëmotioneerd toen
druppels gekost, getuige de talloze schetsen die hij eraan
de Vijfde voor het eerste werd uitgevoerd in Parijs. Hij was
spendeerde eer hij de definitieve vorm vond. Volgens
verrast en geloofde zijn oren niet. Dat ongeloof maakte
Beethovens vriend en eerste biograaf Anton Schindler
plaats voor verafgoding en voor de wens om ooit zelf zoiets
staan die eerste maten voor het kloppen op de deur van
fascinerends te mogen componeren. Zijn Symphonie
het noodlot. Beethoven zou tegen hem gezegd hebben:
fantastique? En zijn conservatieve leraar Lesueur was na
‘Ik wil het noodlot bij de keel grijpen’. De opening is een
het aanhoren van de symfonie helemaal verhit en liep
regelrecht schokeffect. Zeker voor Beethovens tijd. De
met grote passen te ijsberen: ‘Ach! Ik moet naar buiten,
fortissimo en unisono spelende strijkers en klarinetten
in de frisse lucht. Het is werkelijk ongehoord. Maar
zaaien daar de kiem die met klassieke verwerkingsmid-
fantastisch. Het heeft me zo ontroerd, opgewonden en
delen tot een hecht muzikaal bouwsel zal uitgroeien.
gechoqueerd, dat ik bij het verlaten van de loge mijn
Vanuit het noodlotsthema dat eigenlijk ‘buiten het tempo’
hoed wilde opzetten en nauwelijks mijn hoofd kon vinden.
staat, ontwikkelt zich een relaas met een geweldige
Zulke muziek zou men eigenlijk niet moeten maken.
stuwing en vaart. Diverse latere componisten, onder wie
Laat me nu maar alleen. Tot morgen...’
Franck, d’Indy en Pijper, zijn voor hun kiemceltechniek
Maar met de mythe kwam ook het ont-mythologiseren
bij deze Vijfde van Beethoven te rade gegaan. Ook al
op gang. Charles Ives, die dol was op een confrontatie
zijn die eerste vier tonen onlosmakelijk met Beethoven
van diverse stijlen binnen één werk, laat het noodlots-
verbonden en vormen ze het meest Beethoveniaanse
motief in zijn Concord-Sonata toevallig even langskomen.
motief dat we kennen, sommige onderzoekers beweren
Wanneer in de opera El sombrero de tres picos van
dat de componist ze uit een revolutionair koorwerk van Luigi Cherubini haalde. Het zij zo. Beethoven verwerkte het motief niet alleen in zijn Vijfde Symfonie, maar ook in zijn Pianosonate opus 57 ‘Appassionata’ en in zijn Vierde Pianoconcert. Maar ook andere componisten gebruikten het. Met piëteit. Brahms citeerde het motief in zijn Pianosonate opus 5, Liszt in zijn tweede Étude d’execution transcendente en Alban Berg in zijn Drei Orchesterstücke. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was in de radio-uitzendingen van de BBC het begin van de symfonie een klinkend symbool
26
voor de strijd voor vrijheid. En het ritme van het motief kort-kort-kort-lang is in morsetaal het teken voor V, afkorting voor Victory. Dat zijn allemaal tekenen van de enorme uitstraling die de symfonie vanaf het begin heeft gehad. Maar ook van de mythologisering van het werk.
Theater an der Wien
Manuel de Falla iemand op de deur klopt, klinken Beet-
sloeg en vervolgens een jongen vloerde die de kaarsen
hovens vier tonen. En Monty Python heeft zelfs met veel
vasthield. Na het concert haastte het afgematte en totaal
Engels gevoel voor absurditeit verfilmd hoe Beethoven
verkleumde publiek zich naar huis om handen en voeten
op zijn noodlotsmotief zou zijn gekomen... humor van
te warmen. Het was drie dagen voor kerstmis en de zaal
anno nu over een noodlotsmotief in c-mineur uit 1808?
was onverwarmd!
Het ultieme bewijs van de onsterfelijkheid van Beethovens Vijfde. Kort-kort-kort-lang.
Ondanks deze beroerde omstandigheden is de ‘Pastorale’ in de negentiende en twintigste eeuw een van de meest besproken en populairste werken van Beethoven ge-
zes
bleven. Waarschijnlijk vanwege het aanschouwelijke
Op 22 december 1808 vond in het Weense Theater an
karakter en de begeleidende titels. Beethoven had zijn
der Wien de première plaats van Beethovens Zesde
‘Pastorale’ voltooid in de zomer van 1808 tijdens zijn
Symfonie, bijgenaamd ‘Pastorale’. Het werk klonk tijdens
verblijf in de destijds nog bosrijke omgeving van Wenen.
een monsterconcert met uitsluitend muziek van Beet-
De gedrukte uitgave van het werk door Breitkopf & Härtel
hoven en onder zijn leiding uitgevoerd. Tegelijk met de
uit 1809 gaf hij als titel mee: ‘Symphonie pastorale’ oder
Pastorale ging de Vijfde Symfonie in première en klonken
‘Erinnerung an das ländliche Leben, mehr Ausdruck der
nog het Vierde Pianoconcert met Beethoven als solist,
Empfindung als Malerei’. Met dit opschrift ‘meer uit-
de Koorfantasie opus 80 en enkele andere werken. Het
drukking van gevoelens dan toonschildering’ verdedigde
zou Beethovens laatste openbare optreden zijn. Zijn ver-
hij zich tegen het verwijt dat hij een portrettist zou zijn,
wachtingen van dit concert waren bijzonder hoog ge-
een soort muzikale landschapsschilder. Hij had de
spannen. Maanden lang had hij onderhandeld en steun
symfonie beslist niet bedoeld als programmamuziek,
gezocht bij invloedrijke edelen om dit druk bespeelde
muziek met een concreet verhaal als uitgangspunt.
theater te kunnen krijgen. Uiteindelijk wist hij zijn plan op eigen houtje door te drukken en werd een datum
Niettemin werd het werk overstelpt met speculaties en
gevonden aan het einde van het seizoen. Maar vanaf het
exegeses van schrijvers die volkomen aan Beethovens
begin van de repetities ging het stroef tussen Beethoven
bedoelingen voorbij gingen. Ze verminkten de symfonie
en het orkest, en het concert werd een kleine catastrofe.
met hun romantische omschrijvingen tot een soort
Vanwege Beethovens ondiplomatieke optreden en zijn
album met natuurfoto’s. De hoofdschuldigen aan dit
onbegrijpelijke dirigeren weigerde het orkest eerst onder
misdrijf waren nota bene Wagner en Berlioz!
zijn leiding te spelen en liep de componist tijdens de
Nee, Beethovens bedoelingen met zijn Pastorale zijn
repetities te ijsberen op de gang.
misschien het beste te begrijpen, wanneer men hem alle seizoenen zou kunnen zien struinen door bossen
Toen Beethoven toch de uitvoering leidde, waren de
in Bonn, Heiligenstadt of Wenen. Of wanneer men zijn
musici tegendraads. Zeker bij zo’n overladen programma
uitspraak leest, dat een boom een betere vriend is dan
met nieuwe muziek. Tijdens het concert ging zo ongeveer
een mens. Hij zocht de natuur vanuit innerlijke nood-
mis wat er maar mis kon gaan. Het orkest was van een
zaak, als troost, als krachtbron die de geest vernieuwt.
bedenkelijk niveau en er was op dit monsterprogramma
Vergelijkbaar liet Jean-Jacques Rousseau zich over de
veel te kort gerepeteerd. Een onervaren sopraan ver-
natuur uit. In een Duitse vertaling uit Beethovens dagen
prutste een aria, het orkest speelde een herhaling die
heet het: ‘Schicke deine Kinder hinaus, sich zu erneuern;
Beethoven onverwachts niet wilde, zodat men opnieuw
schicke sie hinaus, damit sie auf offenem Felde die Kraft
moest beginnen. En dan ontstond er hilariteit doordat
wiedererlangen, die sie in der schlechten Luft unserer
Beethoven al dirigerend de kandelaars van zijn piano
übervollen Städten verloren.’
27
28
29
11 oktober | zeven en acht
zeven en acht
D
e geest van muzikale revolutie die rond Beethoven hing, maakte hem gedurende zijn jaren in Wenen ook aantrekkelijk voor de dames.
‘Beethoven keek graag naar vrouwen’, schreef zijn pianostudent
Ferdinand Ries later. ‘Vooral naar mooie, jonge gezichten. Gewoonlijk, als wij een vrij aantrekkelijk meisje passeerden, draaide hij zich om, keek haar nog eens scherp aan en lachte of grijnsde als hij merkte dat ik het gezien had. Hij was heel vaak verliefd, maar meestal slechts kortstondig.’ Beethoven leefde voor zijn kunst. Zodra een vrouw te dichtbij kwam, stootte hij haar af. Vandaar ook dat hij zijn beroemdste en meest gepassioneerde brief nooit verstuurd heeft. In juli 1812 komt Beethoven aan in Teplitz. Hij had zijn Zevende Symfonie voltooid en was net begonnen om de schetsen voor een nieuw pianoconcert te bewerken tot wat zijn Achtste Symfonie zou
‘Verloochen nooit het meest trouwe hart van je minnaar…’ Ludwig van beethoven worden. Tijdens zijn verblijf schrijft hij de brief aan ‘meine unsterbliche Geliebte’. ‘Kunnen we elkaar liefhebben zonder al die offers en onvervulde verlangens? Kun jij het helpen dat je niet helemaal van mij bent en ik niet helemaal van jou?’ En hij besluit met ‘Maak je geen zorgen – hou van mij – vandaag – gisteren. Wat een schreiend verlangen naar jou – jou – jou – mijn leven – mijn alles. Het allerbeste. O, blijf van me houden. Verloochen nooit het meest trouwe hart van je minnaar… Eeuwig de jouwe, eeuwig de mijne, eeuwig van elkaar.’ Nog altijd wordt er volop gespeculeerd over deze onsterfelijke geliefde. Was het Thérèse Brunsvik, die enige tijd les van Beethoven had? Of toch Josephine Deym voor wie Beethoven het lied An die Hoffnung schreef en die hij ooit in een brief openlijk zijn ‘einzige Geliebte’ noemde? We weten
30
het niet. En Beethoven wilde het niet meer weten. Een week nadat hij uit Teplitz was teruggekeerd schreef hij aan een vriend: ‘Over Teplitz kan ik je niet veel vertellen. Weinig mensen. En onder de weinigen zijn er bijna geen die iets interessants te melden hebben. Daarom leef ik – alleen – alleen! Alleen! Alleen!’
dinsdag 11 oktober 2011, Grote Zaal 20.15 uur
zeven en acht ORKEST VAN DE ACHTTIENDE EEUW FRANS BRÜGGEN · dirigent Ludwig van Beethoven 1770-1827 Symfonie nr.7 in A opus 92 1812
• Poco sostenuto - Vivace
• Allegretto
• Presto-Assai meno presto
• Allegro con brio pauze Symfonie nr.8 in F opus 93 1812 • Allegro vivace e con brio • Allegretto scherzando • Tempo di menuetto e trio • Allegro vivace
31
inleiding Om 19.30 uur houdt Guido van Oorschot een inleiding in de Jurriaanse Zaal.
11 oktober | zeven en acht
Zeven
Ze is beduidend kleinschaliger dan de zeven voorgan-
Op 8 en 12 december 1813 vonden in Wenen twee lief-
gers, zeker in de eerste drie delen, is lichter van toon en
dadigheidsconcerten plaats waarin Ludwig van Beethoven
staat bol van de muzikale humor en spitsvondigheden.
enkele nieuwe orkestwerken dirigeerde. In de herfst van
Het eerste deel begint zonder veel omhaal of een lang-
dat jaar hadden namelijk de Oostenrijkse en Beierse
zame inleiding en lijkt terug te kijken naar de wereld van
legers in de slag bij Hanau de Franse troepen verslagen
Haydn en Mozart. In het tweede deel steekt Beethoven
en daarmee een lang verwacht begin ingeluid van het
de draak met een pas gedane uitvinding, die van de
einde van de Napoleontische oorlogen. Het was een
metronoom door zijn goede vriend Johann Maelzel, voor
vreselijk bloedige strijd geweest, met aan beide zijden
wie hij eerder al een canon schreef op de woorden ‘ta ta
vele slachtoffers. De opbrengsten van de twee concerten kwamen ten goede aan de weduwen en wezen van de gevallen Oostenrijkse soldaten. Het is begrijpelijk dat in de euforie van dat moment – de Oostenrijkse zege over de Fransen – de uitgevoerde werken van Beethoven als overwinningsmuziek werden gehoord. Met name was het publiek enthousiast over de Zevende Symfonie, die in vrijwel alle delen wordt voortgedreven door een ritmische puls. Zelfs in het deel in mineur, het tweede deel in a-klein, dat toch een echte treurmars is, blijft diezelfde veerkracht bewaard. Niet voor niets schreef Beethoven hier Allegretto voor en niet een of ander langzaam tempo, zoals in de werkelijk tragische treurmars uit de Eroica (Derde Symfonie). Volgens een criticus, die de première recenseerde in de Allgemeine Musikalische Zeitung, eiste het enthousiaste publiek een herhaling van dit deel en waren zowel kenners als liefhebbers verrukt van deze symfonie. Het na de oorlog opgeluchte Weense publiek heeft zich in zijn euforie kennelijk niet gestoord aan alle grensverleggende weerbarstigheid in dit werk. Want een volkomen verbijsterde Carl Maria von Weber verklaarde later, dat wie dit werk schreef, rijp was voor het gekkenhuis.
Acht Bij bovengenoemd liefdadigheidsconcert klonk ook Beethovens Achtste Symfonie. Maar de oren waren
32
eigenlijk al verzadigd met zo veel originele schoonheid, dat er voor dit werk wat lauwer geapplaudisseerd werd, zeer tot teleurstelling van Beethoven, die vond dat de Achtste van een hogere orde was dan de Zevende. Beethoven noemde zijn Achtste ‘een kleine symfonie’.
Bataille de Hanau door Emile-Jean-Horace Vernet (1824)
ta lieber lieber Maelzel’. Dat gevoel van humor zet door
vondsten en thema’s voor. Dankzij de buitelende humor,
in het volgende deel, dat hier een echte muzikale scherts
hinkende ritmes en haast onspeelbare technische hoog-
is en een vermomming van het statige menuet dat er-
standjes is de Achtste het vrolijke broertje onder de
achter schuilgaat. Het zwaartepunt ligt, zoals al eerder
Beethoven-symfonieën.
in de Vijfde Symfonie, in de eigenzinnig gebouwde Finale. Hier laat Beethoven de coda (de staart van de symfonie) zo vroeg inzetten, dat het publiek op het verkeerde been wordt gezet. En in plaats van op een slotakkoord af te stevenen, schotelt Beethoven weer compleet nieuwe
33
34
35
16 oktober | negen
negen
D
e kiemcellen voor Beethovens Negende Symfonie gaan terug tot 1815. In dat jaar ontmoet Beethoven de uit Engeland afkomstige musicus Charles Neate. Hij is een leerling van John Field en
oprichter van de Philharmonic Society in Londen. Hij verblijft lange tijd in Wenen en krijgt Beethoven zover dat hij overweegt naar Londen te komen. ‘Een paar concerten dirigeren met een nieuwe symfonie en de verdiensten zijn zo astronomisch hoog dat u jaren niet meer hoeft te werken’, zo meldt Neate. Beethoven noteert daadwerkelijk enige ideeën voor een nieuwe symfonie, maar het plan om naar Engeland te gaan wordt gedwarsboomd door de gezondheidstoestand van zijn broer Carl. Carl overlijdt op 15 november 1815 en Beethoven krijgt de voogdij over diens zoon Karl. De schetsen kwamen later terecht in zijn symfonische zwanenzang, de Negende Symfonie. Die symfonie kwam er vooral omdat de roep van de muzikale passie veel groter was dan het juk van zijn matige gezondheid en toenemende doofheid die vanaf 1802 hinderlijke vormen aannam. Beethoven
Beethoven hoorde die avond zijn eigen ideale symfonie… schreef sindsdien juist veel van zijn meest opmerkelijke werken en stelde alles in dienst van de muziek. Nog voor hij van de wereld verdween, verdween hij in zijn eigen wereld, zo veel is zeker. Het meest aandoenlijke en meest treffende voorbeeld hiervan is wel de première van die Negende Symfonie. Een wonderlijke symfonie met een hemels aangrijpend Adagio tussen een stormachtig Allegro ma non troppo, een bij vlagen grotesk Scherzo en die overdonderende finale compleet met koor en solisten. Het publiek dat deze
36
symfonie op 7 mei 1824 in het Kärntnertor Theater in Wenen voor het eerst hoorde, vond het allemaal overdonderend prachtig. En Beethoven? Hij hoorde die avond zijn eigen ideale symfonie. Volgens overleveringen stond hij geheel in trance doorlopend het juiste tempo aan te geven, zelfs nog nadat de laatste noten geklonken hadden.
zondag 16 oktober 2011, Grote Zaal 20.15 uur
negen ORKEST VAN DE ACHTTIENDE EEUW FRANS BRÜGGEN · dirigent Rebecca Nash · sopraan Wilke te Brummelstroete · mezzosopraan Marcel Beekman · tenor Michael Tews · bas Laurens Collegium en Laurenscantorij Ludwig van Beethoven 1770-1827 Symfonie nr. 9 in d opus 125 1824
• Allegro ma non troppo, un poco maestoso
• Molto vivace
• Adagio molto e cantabile
• Finale: Presto - ‘O Freunde, nicht diese Töne’ -
Allegro assai. ‘Ode an die Freude’
inleiding Om 19.30 uur houdt Guido van Oorschot een inleiding in de Jurriaanse Zaal. (dit concert maakt ook deel uit van de serie Meesterdirigenten)
37
16 oktober | negen
negen
letten. Die bleef namelijk na de laatste maat nog door
De Negende Symfonie van Schuberts Weense stad-
dirigeren! Zelfs de enorme ovaties na afloop kon Beet-
genoot Beethoven heeft een bijzonder lange ontstaans-
hoven niet horen. Pas toen de solosopraan hem hielp
geschiedenis gehad. Tientallen jaren liep Beethoven
met zich naar de zaal te wenden, werd Beethoven de
met het idee rond om Schillers Ode an die Freude op
applaudisserende en stampvoetende menigte gewaar
muziek te zetten. De tekst was al uitgegeven in 1785.
en was hij getuige van zijn enorme triomf.
En Beethoven voelde zich erin thuis, in de strekking
De opening met zijn thema van basale kwarten en
van de tekst, waar de krachten van vrijheid en revolutie
kwinten zonder tertsen wijst al vooruit naar gelijksoortige
leiden tot een rechtvaardige en klasseloze samenleving.
openingen van romantische symfonieën van Bruckner
Na diverse voorstudies als de Koorfantasie opus 80 en
en Mahler. En de gezongen Finale inspireerde Mahler
na jaren schetsen en schaven was Beethoven in maart
tot zijn vocale experimenten in de symfonie, zoals de
1824 pas tevreden met het resultaat.
Derde, Vierde en Achtste. Op de vorm en thematiek
De première vond plaats op 7 mei 1824 in Wenen, met
van deze Negende van Beethoven borduurden jaren
Beethoven gezeten rechts naast de dirigent. Hij was zo
later nog Berlioz, Brahms en Bruckner voort.
doof dat hij de streken van de violen in de gaten moest houden om het contact met de musici in de zachte
Het werk begint majestueus, gespannen en weerbarstig,
gedeelten niet te verliezen. De dirigent had de spelers
met voortdurende paukenroffels en trompetgeschetter:
nadrukkelijk verzocht niet op Beethovens gebaren te
een van de meest hechte symfonische gebouwen die Beethoven ooit ontwierp. Dan volgt een burlesk Scherzo, dat vooruitwijst naar de demonische scherzi van Mahler. Ook hier weer een hoofdrol voor de pauken, naast het eerste optreden van de machtige trombones. Als derde deel een rapsodisch vrij Adagio met prachtige cantilenen in de violen en op het eind een magnifieke hoornsolo. De Finale is een symfonie op zich. Ze vormt in feite een variatiecyclus op het ‘Alle Menschen werden Brüder’thema, dat het eerst in de celli en bassen verschijnt, na een beklemmende orkestinleiding. De scherp dissonante aanhef van dit deel werkt na het lyrische Adagio als een schokeffect. Na de inzet van de solobas op de tekst ‘O Freunde, nicht diese Töne, sondern lasst uns angenehmere anstimmen und freudenvollere’ laten het solokwartet en het koor zich voor het eerst horen. Het nu eens ingehouden, dan weer voluit zingende koor zorgt voor de meest indrukwekkende passages in de Finale, met name op de tekst ‘Ihr stürzt nieder, Millionen?’. Men kan
38
zich de enorme ovatie tijdens de première voorstellen, want na de machtige boodschap van tekst en muziek stevent de Finale in een briljante prestissimo-coda met Friedrich Schiller (1759-1805) portret uit 1808/1809 door Gerhard von Kügelgen
een stormachtige vaart op de slotmaat af.
Ode an die Freude naar Friedrich Schiller (1759-1805) Freude trinken alle Wesen O Freunde, nicht diese Töne!
an den Brüsten der Natur;
Sondern laßt uns angenehmere anstimmen
Alle Guten, alle Bösen
und freudenvollere. 1
folgen ihrer Rosenspur. Küsse gab sie uns und Reben,
Freude schöner Götterfunken,
einen Freund, geprüft im Tod;
Tochter aus Elysium,
Wollust ward dem Wurm gegeben,
wir betreten feuertrunken,
und der Cherub steht vor Gott.
himmlische, dein Heiligtum! Deine Zauber binden wieder,
Froh, wie seine Sonnen fliegen
was die Mode streng geteilt;
durch des Himmels prächt’gen Plan,
Alle Menschen werden Brüder,
laufet, Brüder, eure Bahn,
wo dein sanfter Flügel weilt.
freudig, wie ein Held zum Siegen!
Wem der große Wurf gelungen,
Seid umschlungen, Millionen!
eines Freundes Freund zu sein,
Diesen Kuß der ganzen Welt!
wer ein holdes Weib errungen,
Brüder, überm Sternenzelt
mische seinen Jubel ein!
muß ein lieber Vater wohnen.
Ja, wer auch nur eine Seele
Ihr stürzt nieder, Millionen?
sein nennt auf dem Erdenrund!
Ahnest du den Schöpfer, Welt?
Und wer’s nie gekonnt, der stehle
Such’ ihn über’m Sternenzelt!
weinend sich aus diesem Bund.
Über Sternen muß er wohnen.
Op de vorm en thematiek van Beethovens Negende borduurden jaren later nog Berlioz, Brahms en Bruckner voort. 39
1
eerste 3 regels door Beethoven in 1823 toegevoegd
40
41
biografieën
opnamen van het orkest hebben internationale prijzen
Frans Brüggen · dirigent
Orkest van de Achttiende Eeuw
Frans Brüggen is expert op het gebied van achttiende- en
Het Orkest van de Achttiende Eeuw werd in 1981 opge-
schappen in Europa, de Verenigde Staten en Japan.
vroeg-negentiende-eeuwse muziek. Hij studeerde dwars-
richt door Frans Brüggen en bestaat uit circa vijftig leden,
fluit, blokfluit en muziekwetenschap in zijn geboortestad
afkomstig uit de hele wereld. De musici, elk bekend als
Amsterdam. Hij verwierf internationale erkenning als
specialisten op het gebeid van de achttiende-eeuwse
blokfluitist en werd op zijn 21ste benoemd tot docent
muziek, spelen op instrumenten uit die tijd of kopieën
aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Nadien
daarvan. Zodoende streven zij het doel van het orkest
was hij Erasmus Professor aan Harvard University en
na: de klassieke meesterwerken van Haydn, Mozart en
Regent’s Professor aan de University of Berkeley.
Beethoven en werken uit de eerste helft van de achttiende
Frans Brüggen is al zo’n twintig jaar verbonden aan het
eeuw te laten klinken zoals de componisten het zich
Muziekcentrum van de Omroep, sinds 2007 als ere-
destijds moeten hebben voorgesteld.
dirigent van de Radio Kamer Filharmonie. In september
Het Orkest van de Achttiende Eeuw vormt qua grootte
2010 ontving Frans Brüggen uit handen van Koningin
en samenstelling een afspiegeling van de ‘klassieke’
Beatrix de Eremedaille voor Kunst en Wetenschap in
orkesten zoals die in Mannheim, Parijs en Wenen
de Huisorde van Oranje. In 1981 richtte hij het Orkest
bestonden. Het orkest komt drie tot vijf keer per jaar
van de Achttiende Eeuw op. Met dit orkest concentreert
bijeen voor internationale tournees en maakte talloze
hij zich op muziek van Purcell, Bach, Rameau, Haydn,
cd-opnamen.
Mozart, Beethoven, Schubert en Mendelssohn. Veel
42
gewonnen. Frans Brüggen vervult talloze gastdirigent-
bezetting
Rebecca Nash · sopraan
viool I
De Australische sopraan Rebecca Nash studeerde bij
Marc Destrubé (concertmeester), Rémy Baudet,
Joan Hammond aan de Monash University in haar ge-
Lorna Glover, Kees Koelmans, Franc Polman,
boorteplaats Melbourne. Tevens had ze les aan de
Irmgard Schaller, Annelies van der Vegt,
Australian National Academy of Music. Een beurs stelde
Natsumi Wakamatsu, Sayuri Yamagata
haar in de gelegenheid haar opleiding te vervolgen aan
viool II
het Royal College of Music in Londen, waar ze in 1999
Staas Swierstra, Hans Christian Euler,
afstudeerde. Rebecca Nash is winnares van de belang-
Anthony Martin, Guya Martinini, Marinette Troost,
rijkste onderscheiding voor vocalisten in Australië, de
Dirk Vermeulen, Richard Walz, Gustavo Zarba
Dame Joan Sutherland Award. Daarnaast vielen haar tal
altviool
van andere prijzen ten deel. Afgezien van engagemen-
Emilio Moreno, Marten Boeken, Antonio Clares,
ten bij Australische orkesten en operagezelschappen,
Else Krieg, Yoshiko Morita, Esther van der Eijk
waaronder Opera Australia en het Sydney Opera House,
cello
heeft Rebecca Nash opgetreden in het Royal Opera
Richte van der Meer, Emmanuel Balssa, Albert
House Covent Garden in Londen, de Opéra de Lyon en
Brüggen, Lidewij Scheifes, Rainer Zipperling
het Glyndebourne Festival. Concertaria’s en oratoria ver-
contrabas
tolkte zij met vooraanstaande orkesten als het London
Margaret Urquhart, Robert Franenberg,
Philharmonic Orchestra, het Scottish Chamber Orchestra
Christian Staude
en de London Mozart Players. Met het Orkest van de
fluit
Achttiende Eeuw heeft zij de Negende Symfonie van
Lisa Beznoziuk, Marten Root, Ricardo Kanji
Beethoven inmiddels uitgevoerd in onder meer Japan,
piccolo
Frankrijk, Spanje en Hong Kong.
Takashi Ogawa hobo Frank de Bruine, Alayne Leslie klarinet Eric Hoeprich, Guy van Waas fagot Danny Bond, Donna Agrell contrafagot Eckhard Lenzing hoorn Teunis van der Zwart, Gijs Laceulle, Stefan Blonk, Bart Aerbeydt trompet David Staff, Jonathan Impett, Graham Nicholson trombone
43
Sue Addison, Peter Thorley, Steve Saunders pauken Maarten van der Valk slagwerk Johan Faber, Troels Svendsen, Rob van der Sterren
Rebecca Nash
biografieën
Wilke te Brummelstroete · mezzosopraan
Marcel Beekman · tenor
Wilke te Brummelstroete studeerde aan het Koninklijk
De Nederlandse tenor Marcel Beekman zingt zowel het
Conservatorium in Den Haag. Na haar operadebuut als
barokke en klassieke, als het hedendaagse concert- en
Dido (Purcell) in 1991 verwierf zij al snel een grote inter-
operarepertoire. Hij heeft opgetreden met vooraanstaan-
nationale reputatie en werkte zij met dirigenten als Sir
de orkesten als het Koninklijk Concertgebouworkest,
John Eliot Gardiner, Christian Thielemann, Iván Fischer,
Les Arts Florissants en Asko | Schönberg, met dirigenten
Sir Roger Norrington, Sir Neville Marriner, Ton Koopman,
als William Christie, Reinbert de Leeuw, Iván Fischer
Roy Goodman, Thomas Zehetmaier en Kent Nagano.
en Frans Brüggen. Ook werkt hij zeer geregeld met het
Al meer dan tien jaar werkt zij samen met Brüggen en
Orkest van de Achttiende Eeuw.
het Orkest van de Achttiende Eeuw, in uitvoeringen van
Marcel Beekman bracht nieuw werk in première van
onder meer oratoria van Bach, het Requiem van Mozart,
componisten als Calliope Tsoupaki, Elmer Schönberger,
aria’s van Haydn en Beethovens Negende Symfonie.
Roderik de Man, Martijn Padding en Jeff Hamburg en
Daarnaast treedt Wilke te Brummelstroete geregeld op
was te gast op grote internationale festivals. Een aanzien-
met ensembles en orkesten als het Orchestra of the Age
lijke hoeveelheid cd-opnamen getuigt van zijn veelzijdig-
of Enlightenment, The English Baroque Soloists, het
heid. Onder zijn operarepertoire vallen rollen als Berenice
Koninklijk Concertgebouworkest, het Royal Liverpool
in l’Ipermestra van Cavalli, Valère/Damon in Les Indes
Philharmonic Orchestra, het Symphonieorchester des
galantes van Rameau, de titelrol in Willem Breukers Jona,
Bayerischen Rundfunks, de Academy of Ancient Music,
Arnalta in Monteverdi’s l’Incoronazione di Poppea, Casella
Northern Sinfonia, het Orchestre de Paris en het Phil-
in La Commedia van Louis Andriessen en Zamar in
harmonia Baroque Orchestra San Francisco.
Legende van Peter-Jan Wagemans.
Zij vertolkte vele operarollen en soleerde in werken als Schumanns Das Paradies und die Peri en Les nuits d’été van Berlioz. Haar cd-opname met Bachcantates onder leiding van Sir John Eliot Gardiner werd in 2005 uitgeroepen tot ‘Gramophone Record of the Year’.
44
Wilke te Brummelstroete
Marcel Beekman © Marco Borggreve
Michael Tews · bas
Laurens Collegium Rotterdam
Michael Tews studeerde aanvankelijk aan de toneel-
Het Laurens Collegium Rotterdam is Nederlands jongste
school in zijn geboorteplaats Hamburg. In 1990 begon
professionele koor. Het komt op projectbasis bijeen en
hij zijn zangstudie bij Antonis Constantino en Hara Savino
bestaat uit jonge professionele zangers en zangstuden-
aan de Hochschule für Musik in Frankfurt. Ook volgde
ten van de Nederlandse conservatoria. Het staat onder
hij privélessen bij Manfred Schenk.
leiding van Wiecher Mandemaker, artistiek leider van de
Van 1998 tot 2000 was Michael Tews solist bij het
Stichting Laurenscantorij. Barend Schuurman richtte het
Landestheater Coburg, waarna engagementen volgden
Collegium in 2002 op. De laatste jaren is het Laurens
bij theater- en operagezelschappen van Krefeld, Erfurt
Collegium Rotterdam onder Wiecher Mandemakers
en Gelsenkirchen, waar hem in 2009 de Theaterpreis
leiding uitgegroeid tot een ensemble dat jaarlijks vele
der Stadt Gelsenkirchen werd toegekend. Sinds seizoen
projecten uitvoert. Naast het realiseren van eigen produc-
2010/2011 is hij solist bij de Wuppertaler Bühnen.
ties werkt Collegium samen met orkesten zoals het Rot-
Michael Tews vertolkte vele operarollen, ook in modern
terdams Philharmonisch Orkest, Het Gelders Orkest, het
repertoire, zoals de rol van Mandel in Waiting For The
Residentie Orkest, Rotterdam Sinfonia en het Orkest
Barbarians (wereldpremière) van Philip Glass, met uit-
van de Achttiende Eeuw.
voeringen in Amsterdam en Londen, de rol van l’Usciere
Het repertoire van het Collegium omvat koorliteratuur
in La Porta Della Legge (wereldpremière) van Salvatore
van de zestiende tot de eenentwintigste eeuw.
Sciarrino (Wuppertal, Mannheim en New York). Als concertzanger is Michael Tews geliefd om zijn
sopraan
vertolkingen van werken als Händels Messiah, Bachs
Anna Majchrzak, Carla Veeningen, Emily Cheung,
Weihnachts-Oratorium, de requiems van Mozart en
Marije Wieringa, Isabel Delemarre, Gerdine Tuinstra,
Verdi, Rossini’s Stabat Mater en de Negende Symfonie
Elisabeth van Duijn, Rozemarijn Kalis, Nicole Fiselier,
van Beethoven.
Nelleke den Broeder alt Annette Vermeulen, Gemma Jansen, Raghna Wissink, Inge van Keulen, Rosalie Sloof, Pieter van Breugel, Esmee Schoones tenor Adrian Fernandes, Daan Verlaan, Leon van Liere, Niek van den Dool, Pieter de Goede, Ruben de Graauw, Scott Wellstead bas Andreas Goetze, Douwe Klinkenberg, Jan Douwes, Peter Scheele, Vincent Spoeltman, David Visser, Robert-Jan Agricola, Jonathan Bosman
45
biografieĂŤn
Laurenscantorij
Wiecher Mandemaker
De Laurenscantorij is een jong, semi-professioneel koor
Wiecher Mandemaker (1969) ontving zijn eerste orgel-
dat haar thuisbasis heeft in de Rotterdamse Grote of Sint
lessen op tienjarige leeftijd van Wim van der Panne. Hij
Laurenskerk. Het staat onder leiding van Wiecher Man-
vervolgde zijn orgelstudie aan het Rotterdams Conserva-
demaker, sinds 2005 artistiek leider van de Stichting
torium bij Arie J. Keyzer en Ben van Oosten. Gelijktijdig
Laurenscantorij. Vanaf de oprichting in 1966 door
studeerde hij koordirectie bij Barend Schuurman aan
Barend Schuurman ontwikkelde zich in de Laurenskerk
hetzelfde conservatorium. Voor beide studies behaalde
een rijke koorcultuur. De Laurenscantorij voert de maan-
hij het diploma Uitvoerend Musicus. Later volgde ook
delijkse cantatediensten uit, zingt in kerkdiensten en
het diploma Kerkmuziek.
geeft concerten binnen en buiten de Laurenskerk. In
Wiecher Mandemaker volgde masterclasses koordirectie
de afgelopen jaren verleende de Laurenscantorij steeds
bij Uwe Gronostay, Daniel Reuss en Jos van Veldhoven.
vaker haar medewerking aan producties van grote
In 2001 nam hij deel aan de Eric Ericson Masterclass
orkesten in Nederland en daarbuiten.
waar hij les kreeg van de oude meester zelf. Daarna werkte hij een jaar als assistentdirigent voor het Groot
sopraan
Omroepkoor.
Marjolein Dekker, Lisette van Delft, Linde Egberts,
Op 1 september 2005 nam Wiecher Mandemaker het
Tessa Maalcke, Annemarie Rosenbrand, Merit Verbeij,
artistiek leiderschap van de Stichting Laurenscantorij over
Gemma Vredeveldt,
van Barend Schuurman en werd daarmee dirigent van
alt
de Laurenscantorij, het Laurens Collegium Rotterdam
Femke van Driel, Joanna Endedijk, Christine de
en het Laurensorkest.
Graaf-Kruit, Marjolein Jongh, Hanna Kiewiet, Marta
Wiecher Mandemaker is als hoofdvakdocent koordirectie
MĂĄrmol Garcia, Marleen Quaak, Mariona Vilalta
verbonden aan het Rotterdams Conservatorium, waar
tenor
hij tevens dirigent is van het Codarts Kamerkoor.
Michael Aletrino, Christiaan Cooiman, Flip Noorman, Lex Vredeveldt, Matthijs van Wijhe, bas Bart Bliek, Ernstjan Cooiman, Thomas Hoogenboezem, Jan Korteweg, Dennis Kroeze, Joost de Nooijer, Johan Vermeer, Hessel Vredeveldt
46
De Beethoven Belevenis op Cd Van de concerten in de serie De Beethoven Belevenis worden live cd-opnamen gemaakt. In samenwerking met de Volkskrant verschijnt deze cd-box begin 2012. Abonnementhouders van de serie krijgen deze cd-box gratis thuisgestuurd (1 cd-box per bestelling). Voor andere geïnteresseerden is deze vanaf begin 2012 te bestellen via de internetwinkel van de Volkskrant (www.vkshop.nl).
Beethoven, een biografie
foto-expositie ‘De Geluksmachine op weg’
Met het boek Beethoven, een biografie schreef Jan
Van 6 t/m 16 oktober 2011 exposeert fotografe Annelies
Caeyers de eerste biografie in het Nederlands taalgebied
van der Vegt – tevens violiste van het Orkest van de
die het complete leven en werk van Beethoven omspant.
Achttiende Eeuw – in de Hal Grote Zaal. Zij toont een
Het is het verhaal van een kunstenaarscarrière: het be-
fotoselectie die een blik biedt achter de schermen van
schrijft Beethovens ontwikkeling als componist en de
het Orkest van de Achttiende Eeuw.
muziekwereld in zijn tijd. Jan Caeyers portretteert Beethoven als geniaal componist, maar gaat ook in op zijn
Red Sofa met Frans Brüggen
uiterst gecompliceerde en ge-
Roland de Beer in gesprek met Frans Brüggen over de
tourmenteerde persoonlijkheid.
geheimen van Ludwig van Beethoven.
Beethoven, een biografie is voor
woensdag 12 oktober Jurriaanse Zaal, 19.30 uur
€ 45 te koop tijdens De Beet-
Entree € 5. Vrij entree voor abonnementhouders van
hoven Belevenis.
De Beethoven Belevenis (zolang de voorraad strekt).
Op donderdag 6 oktober 2011 zal Jan Caeyers na afloop van
Frans Brüggen geeft Openbare MASTERCLASS
het concert zijn boek voor u
Roberto Bautista Rangel en Francesc Valldecabres
signeren.
Sanmartin, studenten orkestdirectie aan Codarts (Rotterdams Conservatorium), dirigeren het Orkest van de Acht-
‘Een monumentale Beethoven-biografie. Een geweldig
tiende Eeuw in een masterclass onder leiding van Frans
boek dat ik met buitengewoon veel genoegen gelezen
Brüggen, met op de lessenaar Beethovens Vioolconcert
heb. […] Een formidabele prestatie.’
en de eerste drie delen uit zijn Negende Symfonie.
Maarten ‘t Hart, Vrij Nederland
vrijdag 14 oktober Grote Zaal, 15.30-17.30 uur Vrij entree (ingang via entree Eduard Flipse Zaal (Karel Doormanstraat), deuren open vanaf 15.00 uur.
47
colofon Concert- en congresgebouw de Doelen Schouwburgplein 50 Postbus 972 3000 AZ Rotterdam Kassa 010 217 17 17 Algemeen 010 217 17 00 programmering Neil Wallace tekstbijdragen en toelichtingen Roland de Beer, Paul Janssen (pagina’s 12, 18, 24, 30, 36) en Clemens Romijn foto’s Annelies van der Vegt (pagina’s 5, 6, 8, 9, 10, 16, 22, 28, 34, 40, 42, 47) beeld voorzijde naar een portret van Ludwig van Beethoven uit 1820 door Joseph Karl Stieler (1781-1858) redactie en vormgeving Philip Leussink
48
lithografie en druk MediaCenter Rotterdam De Beethoven Belevenis wordt mede mogelijk gemaakt door het en komt tot stand in samenwerking met
.
49
50