Tijijds dsch chri rift ft vvan an H Heet Braba bantts Or Orke kest st • jaaarg r an ang g 32 • n nr. r. 4 jjan anua uaari / nr. r. 5 ffeb ebru uar a i 20 2010 10 • € 5
Portret Nathalie Stutzmann Jan Marijnissen feliciteert Giel Vleggaar en discomuziek Ronald Brautigam op fortepiano Het dagboek van de Mendelssohns Ralph van Raat over moderne muziek Fodor, Nederlands tijdgenoot van Beethoven
Van Carnaval tot Herman Brood
Adams and You, You and Adams Adams has a World reputation for their percussion and wind instruments. This is due to our commitment to our customers, our decisiveness in business, and innovation in our products. You, the customer who buy our products and services, always play an important role in Adams’ success. We are inspired by the individual wishes of our customers to constantly adjust and improve our range of products, and to keep searching for new opportunities. The New Adams Custom Series - Born from market demand and the passion of craftsmen and musicians. Passion in Sound…
Philharmonic Timpani
Custom Trumpet
Artist Classic Marimba
Adams Musical Instruments | Passion in Sound Adams Musical Instruments | Aziëstraat 17-19 | NL-6014 DA Ittervoort | The Netherlands | Phone +31 (0) 475 560700 | info@adams.nl | www.adams.nl
Colofon Uitgever deKlank, tijdschrift van Het Brabants Orkest, is een gezamenlijke uitgave van Het Brabants Orkest en de Stichting Vrienden van Het Brabants Orkest en uitgeverij BCM Redactie Ineke Kootstra, Philip Leussink (eindredactie), Adeline van Campen, Martijn Versteeg Tekst Henri Aarts, Thijs Bonger, Wolf Eekhof, Erik Fokke, Maartje van Houtert, Paul Janssen, Michel Khalifa, Ineke Kootstra, Maarten Kroese, Emanuel Overbeeke, Katja Reichenfeld, Rob Smetsers, Désirée Staverman, Stephen Westra, Jos van der Zanden en Jan Zekveld Fotografie Marc Bolsius, Marco Borggreve, Simon van Boxtel, Maurice Boyer | NRC Handelsblad, Nicolas Buisson, Fernando Colaco, Bertrand Desprez, Loes van Dijck, Divulgação, Sacha Gusov, J. Henry-Fair, Maarten Kroese, Nicolas Lieber, Ramon Mangold, Jan Swinkels, Bas Stoffelsen, Ari Versluis - SP Afbeelding voorzijde Ronald Brautigam (foto Marco Borggreve) Van alle beeldmateriaal in dit tijdschrift is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid getracht de bron te achterhalen. Vormgeving Ineke Kootstra en Philip Leussink Druk Koninklijke drukkerij Broese & Peereboom BV Breda Advertentieacquisitie Brabant Sport en Media, Nuenen Marcel de Leeuw telefoon 040 290 79 79 info@brabantsportenmedia.nl Oplage 3.000 exemplaren Uitgave 32ste jaargang nr. 4 januari / nr.5 februari 2010 Frequentie Van deKlank verschijnen acht edities per concertseizoen ISSN 1569-9420 Prijs losse verkoop € 4 | dubbelnummer € 5 abonnement € 28,50 (incl. verzendkosten) | abonnement Vrienden/ donateurs € 8 (alleen verzendkosten). Bij een abonnement krijgt u alle edities voorafgaand aan het eerste concert thuisgestuurd. Voor aanmelding zie de bonnen op pagina 15. Wijzigingen voorbehouden Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de redactie. Het Brabants Orkest Jan van Lieshoutstraat 5 postbus 230, 5600 AE Eindhoven telefoon 040 265 56 99 telefax 040 246 34 59 info@brabantsorkest.nl www.brabantsorkest.nl St. Vrienden van Het Brabants Orkest telefoon 040 265 56 98 info@brabantsorkest.nl BCM Esp 101 Postbus 1392, 5602 BJ Eindhoven bcm@bcm.nl • www.bcm.nl Hoe kunt u kaarten bestellen? Losse kaarten voor de concerten van Het Brabants Orkest kunt u bestellen bij het bespreekbureau van de zaal van uw keuze. Zie voor uitgebreide informatie en openingstijden pagina 66.
Feest! Wanneer deze Klank op uw deurmat valt, is het jubileumjaar van Het Brabants Orkest begonnen. Zestig jaar geleden besloot een aantal liefhebbers dat ook de provincie Noord-Brabant recht had op een symfonieorkest. Het unieke verschijnsel deed zich voor dat er een orkest werd opgericht door zijn Vrienden, in plaats van andersom. Het orkest en de provincie Noord-Brabant zijn sinds 1950 onherkenbaar veranderd. Economisch gezien is Brabant de tweede regio van het land en Het Brabants Orkest draagt op het hoogste niveau mede zorg voor de culturele voedingsbodem die daarbij hoort.
Arthur van Dijk © Simon van Boxtel
Maar een ding is in die zestig jaar niet veranderd: Het Brabants Orkest wordt nog steeds gedragen door de Brabantse bevolking. Concertbezoekers, Vrienden, Partners en Sponsoren zorgen ervoor dat het orkest zich verder kan ontwikkelen, ook in moeilijke tijden. We weten dat we ook in de toekomst een beroep op u kunnen doen als dat nodig is. We vieren het zestigjarig jubileum onder leiding van onze chef-dirigent Alan Buribayev in april, met een serie concerten in alle vier de grote speelsteden. Bewust kiezen we voor openbare concerten, waarvoor u allen van harte bent uitgenodigd. De consequentie is dat de concerten snel uitverkocht zullen zijn, dus als u het jubileum met ons wilt vieren, moet u snel zijn. Mede namens bestuur en medewerkers van het orkest wens ik u een feestelijk en muzikaal lustrumjaar toe. ARTHUR VAN DIJK, ALGEMEEN DIRECTEUR
januari / februari 2010 • deKlank 3
Antoine Fodor en het Nederllandse muziekleven
Jan n Ma arijnisssen fellicitee ert He et Braba ants Natha aliie Stutzmann zingt Brahms en Mendelsssohn
Ork kest
58
ARTIKELEN
6
Portret: Nathalie Stutzmann heeft veel te geven • Ineke Kootstra
TEKST
Beethoven, Mendelssohn, Brahms, Verdi
9
6
Fodor, Nederlands tijdgenoot van Beethoven • Jos van der Zanden
12
REDACTIONELEN
deDagboeken (III/III): Huwelijksreis in A-majeur • Stephen Westra
18
Mijmeringen achter de lessenaar | column • Wolf Eekhof
21
Interview met Ralph van Raat • Erik Fokke
22
Het kleine oude huis | deColumn • Stephen Westra
37
Portret: Giel Vleggaars bekoring van discomuziek • Michel Khalifa
28
Jans Journaal | column • Jan Zekveld
57
Romantiek en religie • Emanuel Overbeeke
46
deVernieuwers IV/VI: Theo Verbey • Paul Janssen
48
RUBRIEKEN
Amateurs in de ware zin van het woord • Désirée Staverman
52
deVrienden • Nieuwe bestuurleden II/II |
De ontwikkeling v.h. Nederlandse muziekleven • Maartje van Houtert 62 Fortepiano • Ineke Kootstra
65
Vriendenaanbieding: met korting naar het jubileumconcerten
14
deOntmoeting • Pijnenburg muzikale kunst | Agenda educatie
26
hetOrkest • Evelien de Vries | Jubilea | Samenstelling orkest & staf
54
JUBILEUM SERVICE
Traditie & Vernieuwing (IV/VI) Van Oetelkonzert tot Brood op de planken • Paul Janssen
33
Jan Marijnissen feliciteert Het Brabants Orkest (IV/VI) • Rob Smetsers 4
58
Colofon
3
deBon • Aanmelden als Vriend of als abonnee op deKlank
15
Stichters, Beschermers, Partners, nieuwe Vrienden
16
Subsidiënten en Sponsors | Kaartverkoop | Vooruitblik
66
Gelukkig nieuwjaar! Nieuw jaar, nieuwe voornemens, nieuwe kansen, nieuwe manieren. Ook bij Het Brabants Orkest. Nieuwe muziek van composer in residence Theo Verbey, van Amerikaan John Adams en van jong Nederlands compositietalent Giel Vleggaar. Voor sommigen van u klinkt Britten, Stravinsky of zelfs Debussy nog als nieuwe muziek in de oren. Ook nieuw repertoire van een oude meester staat op het programma: een symfonie van Limburger Antoine Fodor, tijdgenoot van Beethoven en Von Weber. Fodor was een van de grootste componisten van ons lage land. Wij ontvangen deze maanden nieuwe artiesten, voor het eerst bij ons te gast zijn dirigent Christoph Poppen en de zeer vermaarde Franse alt Nathalie Stutzmann. In deKlank debuteren nieuwe auteurs.
Da agboek van de hu uweliijksreis van Fellix en Cécile Mendelssohn
Maar naast het leven met nieuwe voornemens – gestopt met roken, gezonder etend, vaker sportend – is er voor velen ook de vertrouwde en mooie levensstijl die wordt hooggehouden en gretig wordt omarmd. Zo ook bij Het Brabants Orkest. We waarderen goede bestaande relaties. Bijvoorbeeld met Jan Willem de Vriend, Jan Stulen, Roger Muraro en
18
met Ronald Brautigam met zijn wel héél oude instrument. En wát graag willen we steeds opnieuw Beethoven interpreteren, Mozart, Brahms, Verdi en
CONCERTEN
14, 15, 16 en 17 januari 2010 • Beethoven, Mendelssohn, Brahms, Verdi Christoph Poppen · dirigent, Nathalie Stutzmann · alt, Brabant Koor
38
22 januari 2010 • Verbey, Adams, Vleggaar Hans Leenders · dirigent, Ralph van Raat · piano, Anton Sie · harp, Huib Ramaer · presentatie
40
28, 29, 30 en 31 januari 2010 • Fodor, Weber, Beethoven Jan Willem de Vriend · dirigent, Ronald Brautigam · fortepiano
van ‘cracks’ als Stephen Westra, Michel Khalifa of bijvoorbeeld Paul Janssen.
42
Zoals altijd in het leven draait het, in januari, februari en de tien maanden die volgen, om balans. Om
33
harmonie. En laat dat nou, als orkest, onze core business zijn, harmonie…
44
INEKE KOOTSTRA
9 en 12 februari 2010 • Carnavalsconcerten 2010 Jan Stulen · dirigent, Karin Bloemen · zang
Mendelssohn koesteren en zelfs de vijfenveertig jaar oude traditie van het Carnavalsconcert in ere houden. En ik mag u wijzen op prachtige teksten
25, 26, 27 en 28 februari 2010 • Mozart, Stravinsky, Britten Alan Buribayev · dirigent, Roger Muraro · piano
januari / februari 2010 • deKlank 5
In nek eke Ko Koot otst stra
‘Met volle inzet van al mijn middelen’ Nathalie Stutzmann heeft veel te geven
Z
e is een zeldzame ‘echte’ alt met een grote carrière. Talentvol musicus – opgeleid als pianist en fagottist alvorens ze zich ging concentreren op zang – met een uitgebreid repertoire van Barok tot hedendaagse muziek.
Bovendien staat ze bekend als een buitengewoon vriendelijke vrouw met hart voor hobby’s als golfen en koken en met een missie om zich tegen vivisectie in te zetten. In thuisland Frankrijk heeft Nathalie Stutzmann (1965) de reputatie van een kunstenaar die niet algemeen gekend is en bescheiden opereert. ‘Er is een waanzinnige trend gaande de laatste jaren: de kunst- en muziekwereld zijn weerspiegelingen van de samenleving. Alles wat virtuoos is, briljant, explosief of effusief heeft een groot publiek. Een carrière op basis van het lied, of intiemer, minder spectaculair repertoire, en dan ook nog voor een altstem, raakt een ander publiek dan de grote massa. Maar ook speelt mee dat ik veel in het buitenland verkeer.’ Wordt een profeet in eigen land dan nooit geëerd? Want dáár, in dat buitenland, soleert ze in prestigieuze concerten en projecten zoals bijvoorbeeld de uitvoering van alle symfonieën van Mahler met de Berliner
Philharmoniker onder leiding van Sir Simon Rattle, producties met Seiji Ozawa, Christoph von Dohnanyi of Riccardo Chailly en opera’s van Parijs tot Tokio.
’Tegenwoordig wordt de fysiek van de zanger ingezet’ Het lied – zowel met piano als het orkestlied – wordt door Stutzmann tot haar favoriete repertoire gerekend. ‘Mahler is de man van het lied aan de piano, maar met kleuren van orkest. Zijn werk verraadt dat hij, als dirigent aan de opera, van de stem houdt. Ik houd ervan dat in het lied teksten en melodie er werkelijk toe doen. Maar mijn eerste liefde in dit repertoire gold de muzikale vorm. Voor mij komt de tekst daarna. Ik verkies mooie muziek met een slechte tekst boven een mooie tekst op slechte muziek. Dat geldt niet voor alle vocalisten. Velen vonden de weg naar het lied door liefde voor de dichtkunst. Ik niet, ik vond de tekst pas in tweede instantie. Toen ik de rijkdom van de combinatie van tekst en muziek eenmaal ontdekte, werd het lied nog intrigerender. De emoties van het lied staan zo veel dichter bij de werkelijkheid en zijn daarom veel interessanter dan die van een stereotype hoofdrolspeelster in de opera.’ 6
t
Nathalie Stutzmann © Nicolas Lieber
‘De emoties van het lied staan zo veel dichter bij de werkelijkheid.’
januari / februari 2010 • deKlank 7
Toch brak Stutzmann in de jaren tachtig door vanwege haar vertolkingen van rollen in opera’s van Händel en Vivaldi. Daar ligt de basis van haar internationale carrière. ‘Het barokke repertoire is essentieel voor een alt. Het heeft me op de kaart gezet, maar kort daarna ontwikkelde zich in de opera-scene de voorkeur om countertenors in te zetten. Ik wilde daartegen niet vechten, want een man in een mannenrol casten doet, in tegenstelling tot vroeger tijden, nu veel meer recht aan de moderne
Nathalie Stutzmann vindt goed eten ‘een van de betere zonden’ ‘Ik moet toegeven dat ik natuurlijk argwaan koester tegen mensen die geen fijnproevers zijn of niet weten hoe ze een goed maal, de vriendelijkheid van een mooie tafel of de smaak van een grote wijn moeten waarderen. Zodra ik een paar
regieën en interpretaties. De ensceneringen zijn tegenwoordig veel realistischer,
dagen thuis kan doorbrengen, geniet ik ervan in stapels
kernachtiger, ook – letterlijk – in aankleding. In opera wordt tegenwoordig veel
kookboeken en op internet naar goede recepten te zoeken
meer getypecast en wordt de fysiek van de zanger ingezet.’
en daarmee te experimenteren in gezelschap van een aantal van mijn beste vrienden. Een lekker diner bereiden en een
Teamwork
paar uur besteden om te koken, is echt een daad van ware
Stutzmann is ook te horen in zelden uitgevoerde werken zoals op de Erato-cd
liefde en vrijgevigheid, omdat we het meest kostbare wat
Béatitudes van César Franck. ‘Inderdaad doe ik veel verschillende dingen. Als het
een mens bezit spenderen: tijd!’
maar mooi is en het me raakt, sta ik er altijd voor open. Ik wil me niet specialiseren. Evenzeer in het belang van mijn stem als in het belang van mijn ‘geestelijke gezondheid’. Het houdt haar levendig en alert om verschillende stijlen te interpreteren of onbekende paden te bewandelen. ‘Maar vooral houd ik gewoon van álles, ik ben heel erg gretig! Niet alleen als ‘alleseter’, maar ik ben ook gretig in zo véél mogelijk willen zingen. Bijvoorbeeld in de rol van Geneviève in Pelléas et Mélisande, lees ik een brief voor aan het begin van de opera, moet dan twee uur wachten en
Stutzmann amuseert zich erover dat haar bijzondere timbre steeds opnieuw met culinaire kwalificaties wordt beschreven: ‘Een stem in donkere zacht-bittere koffiemelange, onmiskenbaar te herkennen aan het bladgouden strooisel op de zwarte chocolade, een volle mokka-room, donker als de nacht en bitterzoet...’ Stutzmanns favoriete recepten vind u op haar website www.nathaliestutzmann.com
maak ten slotte de opera af. Of er zijn grote oratoria waarin je als solist maar af en toe zingt, hier een aria, daar drie zinnen, misschien nog een duet of gezamenlijke finale. Ik vind dat verschrikkelijk. De andere kant van het verhaal is dat ik het erg leuk vind om in een team van zangers te werken, in plaats van steeds alleen op de bühne te staan. Maar uiteindelijk bestaat mijn agenda toch wel voor ongeveer 95% uit recitals of solowerken met orkest. De Rückertlieder, Kindertotenlieder, de Altrapsodie, allemaal werken die mij niet aflatend boeien en die het mogelijk maken met bijzondere orkesten en dirigenten te werken.’
‘Ik heb veel te geven, ik hoop dat het, als in het verleden, ook in de toekomst steeds met vreugde zal worden aangenomen.’ Weinig beroemde alten Stutzmann is internationaal gezien een van de weinige ‘echte’ alten, een contra-alt. Over het feit dat ze ‘als kind al bariton was’ kan ze nu hartelijk lachen. Om als dochter van de beroemde sopraan Christiane Stutzmann, die haar bovendien haar eerste zangonderricht gaf, te moeten vaststellen dat ze niet eens mezzopartijen als Tosca of Carmen zou kunnen zingen, vond Stutzmmann jr. aanvankelijk niet makkelijk. Intussen heeft ze haar eigen weg gevonden: ‘Nathalie Stutzmann, meer dan ooit zichzelf’, kopte Luister dan ook een paar jaar geleden al. Ze heeft de speciale mogelijkheden van haar zeer diepe, typische stemgeluid leren kennen. Zo zingt ze, naast het reguliere altrepertoire, composities die voor de beroemde Italiaanse castraten werden geschreven, waaronder Händels Alcina en Rodelinda en ook werken in tenorligging. Toch heeft haar stem niets mannelijks. Het is de combinatie van haar androgyne stem en Franse elegantie die haar tot een fenomeen maakt. ‘Mijn laryx is heel groot, heeft een abnormale omvang terwijl mijn stembanden normaal zijn. Zulke stemmen ontwikkelen zich heel langzaam. Ik zing al vijfentwintig jaar en kon aanvankelijk de mogelijkheden van mijn stem maar moeilijk inschatten. Het was Hans Hotter die me, toen ik twintig was en met hem werkte zei: “Winterreise zul je zingen én jij zult Wagner zingen. Maar in beide gevallen neemt het twintig jaar in beslag”. ’ Stemomvang alleen maakt iemand niet alleen tot een contra-alt, het gaat ook om kleur. Kleur van het middenregister. Veel mezzo’s beheersen hun lage tonen fenomenaal maar mogen geen alt genoemd worden. Het heeft te maken met waar de stem zijn registerwisselingen maakt. ‘Echte alten moet je met een kaarsje zoeken, ook het verleden levert veel bekende sopranen, maar weinig beroemde alten op. Kathleen Ferrier en Helen Watts zijn Nathalie Stutzmann © Nicolas Buisson
8
grote, uitzonderlijke voorbeelden.’
Kleine dromen die uitkomen Maar Stutzmann staat niet alleen stil bij het verleden. Gretig als zij is, blikt zij verlangend naar de toekomst en al wat daar in het verschiet ligt. ‘Doordat mijn stem zich zo bleef ontwikkelen waren er in de afgelopen decennia steeds weer nieuwe dingen die binnen mijn mogelijkheden kwamen te liggen of op mijn pad kwamen. Ik zing vaak Sofia Goebaidoelina’s Stunde der Seele. Zij belde me vorig jaar met het aanbod voor me te willen componeren en is bezig een werk voor koor, cello-octet en alt samen te stellen. Je moet niets willen plannen, maar afwachten welke gelegenheid er op je pad komt. Het zijn steeds net kleine dromen die uitkomen. Vorig jaar zong ik voor het eerst Das Lied von der Erde en ik zong dit seizoen Erda, de Godin van de aarde in Wagners Ring, die partijen mag ik blijvend toevoegen aan mijn repertoirelijst.’ Stutzmann schrijft ook stukken om en zingt bijvoorbeeld Die Winterreise die Hans Hotter voorspelde. En Die schöne Müllerin. Teleurstellingen in de liefde overstijgen tenslotte de sexen. Lovende recensies waren het gevolg: ‘Stutzmann raakt een dieper laag dan menig mannelijk collega’, juichte bijvoorbeeld Klassieke Zaken. Zijn er nog wensen? ‘Ja, ik zou graag meer barokmuziek willen maken. Ik werk regelmatig met Minkowski en met Gardiner, maar niet genoeg naar mijn zin. In juni 2008 zong ik Vivaldi en Pergolesi, Händel en opnieuw Vivaldi staan pas weer gepland voor 2010.’ In november 2009 vond daarom de eerste tournee van Stutzmanns eigen barokensemble plaats. In 2008 richtte ze het ensemble Orfeo 55 op, dat ze bovendien zelf muzikaal leidt. ‘Ik heb altijd uiting willen geven aan mijn eigen muzikale gedachte. Niemand zou het hebben geaccepteerd als ik een Mahler had opgevat om te dirigeren. Ik vond het buitengewoon spannend, maar in dit repertoire is die stap goed ontvangen. Ik zie het nadrukkelijk als een verbreding van mijn muzikale mogelijkheden. Helaas wordt er vaak gedacht dat zangers die gaan dirigeren in hun nadagen zijn of van carrière switchen. Dat vind ik jammer. Toen Christian Zacharias of Daniel Barenboim gingen dirigeren dacht niemand dat zij de piano vaarwel zouden zeggen. Ik doe het juist uit een soort groeigedachte. Met volle inzet van al mijn middelen.’ Nathalie Stutzmann zin zingt Mendelssohn en Brahms m · 14, 15, 116 6 en 17 januari 2010 · zie pagina 38
TEKSTEN LUDWIG VAN BEETHOVEN
II. Choral
JOHANNES BRAHMS
Elegischer Gesang
Deines Kind’s Gebet erhöre, Vater,
Altrapsodie
schau auf mich herab; Sanft, wie du lebtest,
meinen Augen Licht gewähre,
Aber abseits, wer ist’s?
hast du vollendet,
rette mich aus dunkelm Grab.
In’s Gebüsch verliert sich sein Pfad,
zu heilig für den Schmerz!
hinter ihm schlagen die Sträuche zusammen,
Kein Auge wein’ ob
Sonst verlacht der Feind mich Armen,
das Gras steht wieder auf,
des himmlischen Geistes Heimkehr.
triumphiert in stolzer Pracht,
die Öde verschlingt ihn.
tekst · Ignaz Franz Castelli (1781-1862)
sonst verfolgt er ohn’ Erbarmen und verspottet deine Macht.
Ach wer heilet die Schmerzen dess, dem Balsam zu Gift ward?
FELIX MENDELSSOHN III.
der sich Menschenhass
Herr, wir trau’n auf deine Güte,
aus der Fülle der Liebe trank!
I. Hymne
die uns rettet wunderbar,
Erst verachtet, nun ein Verächter
Laß, o Herr mich Hilfe finden,
singen dir mit frommem Liede,
zehrt er heimlich auf seinen eignen Werth
neig’ dich gnädig meinem Fleh’n,
danken freudig immer dar.
in ung’nügender Selbstsucht,
nimmermehr kann ich besteh’n.
IV. Fuge
Ist auf deinem Psalter, Vater der Liebe,
Soll mein Sorgen ewig dauern?
Laßt sein heilig Lob uns singen,
ein Ton seinem Ohre vernehmlich,
Sollen Feinde spotten mein?
laßt uns seiner Liebe freu’n.
so erquicke sein Herz!
Hymne / Drei geistliche Lieder und Fuge
will’s gedenken du der Sünden,
Schwach und hilflos soll ich trauern
Öffne den umwölkten Blick
und von dir vergessen sein?
über die tausend Quellen Neben dem Durstenden in der Wüste. tekst · Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) januari / februari 2010 • deKlank 9
t
GIUSEPPE VERDI · Quattro pezzi sacri
Tui nati vulnerati,
I
tam dignati pro me pati, Ave Maria, gratia plena,
Wees gegroet Maria, vol van genade.
poenas mecum divide.
Dominus tecum.
De Heer is met u.
Benedicta tu in mulieribus,
Gij zijt de gezegende onder de vrouwen.
Fac me vere tecum flere,
et benedictus fructus
En gezegend is Jezus,
crucifixo condolere,
ventris tui, Iesus.
de vrucht van uw schoot.
donec ego vixero.
Sancta Maria, Mater Dei,
Heilige Maria, Moeder van God,
ora pro nobis peccatoribus,
bid voor ons, zondaars,
nunc et in hora mortis nostrae. Amen.
nu en in het uur van onze dood. Amen.
II
Stabat Mater dolorosa
Naast het kruis, met wenende ogen,
Iuxta crucem tecum stare, et me tibi sociare in planctu desidero. Virgo virginum praeclara, mihi iam non sis amara,
iuxta crucem lacrimosa,
stond de Moeder droefgebogen,
dum pendebat filius.
waar haar zoon te lijden hing.
Cuius animam gementem
Ach, hoe haar door ’t zuchtend harte,
contristatam et dolentem,
passionis, fac consortem,
medelijdend met zijn smarte,
pertransivit gladius.
et plagas recolere.
’t zwaard van droefheid henenging.
O quam tristis et afflicta
O, hoe weende in pijn en rouwe,
cruce hac inebriari,
fuit illa benedicta
die gebenedijde vrouwe,
ob amorem filii.
mater unigeniti
Moeder van Gods enige Zoon
fac me tecum plangere. Fac ut portem Christi mortem,
Fac me plagis vulnerari,
Inflammatus et accensus Quae moerebat, et dolebat,
Ach hoe treurde en hoe streed zij,
Per Te, Virgo, sim defensus
et tremebat, dum videbat
Ach wat moederangsten leed zij,
In die iudicii.
nati poenas inclyti.
ziende hem ten spot en hoon Fac me cruce custodiri
Quis est homo qui non fleret,
Wie, die zonder mederouwen
Morte Christi praemuniri
Christi matrem si videret
Christus’ moeder kan aanschouwen
Confoveri gratia
in tanto supplicio?
in zo wrede foltering?
Quando corpus morietur, Fac, ut animae donetur
Quis non posset contristari
Wie wil niet in droevig wenen
Christi Matrem contemplari
met Maria zich verenen,
dolentem cum filio?
lijdend met haar lieveling?
Pro peccatis suae gentis,
Voor de zonden van de zijnen
vidit Iesum in tormentis
zag zij Jesus zo in pijnen
et flagellis subditum.
en door gesels wreed gewond
Vidit suum dulcem natum
Gans alleen zag zij hem lijden,
moriendo desolatum,
troosteloos de doodsstrijd strijden
dum emisit spiritum.
in zijn laatste stervensstond.
Eia mater, fons amoris,
Geef, o Moeder, bron van liefde,
me sentire vim doloris
Nel ventre tuo si raccese l’amore,
dat ik voele wat U griefde,
fac, ut tecum lugeam.
Per lo cui caldo nell’eterna pace
dat ik met U medeklaag.
Così è germinato questo fiore.
Fac ut ardeat cor meum
Dat mijn hart ontgloei van binnen,
Qui se’ a noi meridiana face
in amando Christum Deum,
in mijn Heer en God te minnen,
Di caritate, e giuso, in tra i mortali,
ut sibi complaceam.
dat ik Hem alleen behaag.
Se’ di speranza fontana vivace.
Sancta mater, istud agas
Heilige Moeder, ach verhoor mij,
Donna, se’ tanto grande, e tanto vali,
Crucifixi fige plagas
des gekruistes wonden boor mij
Che qual vuol grazia ed a te non ricorre,
cordi meo valide.
diep en krachtig in het hart.
Sua disianza vuol volar senz’ali.
10
Paradisi gloria. Amen.
III
Laudi alla Vergine Maria
Vergine madre, figlia del tuo Figlio, Umile ed alta più che creatura, Termine fisso d’eterno consiglio. Tu se’ colei che l’umana natura Nobilitasti sì, che‘l suo Fattore Non disdegnò di farsi sua fattura.
’k Zie Uw Zoon bedekt met wonden
La tua benignità non pur soccorre
U laat geen smekeling Uw hulp ontberen
talloos om mijn vele zonden,
A chi dimanda, ma molte fiate
En zult daarnaast ook menigmaal gewis
laat mij delen in Zijn smart.
Liberamente al dimandar precorre.
Weldadig op de vraag anticiperen.
Doe mij in liefde met U wenen
In te misericordia, in te pietate,
In U mocht meegevoel, bekommernis
en met Jezus mij verenen
In te magnificenza, in te s’aduna
En mildheid, al het goede samenstromen
tot mijn stervensuur zal slaan.
Quantunque in creatura è di bontate. Ave, Ave.
Dat in Gods schepselen te vinden is. Ave, Ave.
tekst · Dante Allighieri (1265-1321)
Diep bedroefd kom ik U vragen met U Jezus leed te dragen en met U bij ’t kruis te staan.
vertaling · Ike Cialona en Peter Verstegen Amsterdam 2000
IV
Te Deum laudamus,
Wij prijzen U, o God,
Te Dominum confitemur,
wij loven U,
Te aeternum Patrem
U bent onze eeuwige Vader,
omnis terra veneratur.
die door de gehele aarde aanbeden wordt.
Tibi omnes Angeli,
Alle engelen juichen U toe,
Tibi coeli et universae Potestates,
U de hemel en alle Machten:
Tibi cherubim et seraphim
cherubijnen en serafijnen
incessabili voce proclamant:
juichen onophoudelijk:
Sanctus, sanctus, sanctus Dominus
Heilig, Heilig, Heilig, de Heer,
Met Hem aan het kruis geklonken,
Deus Sabaoth.
de God der hemelse machten.
maak mij van de smarte dronken
Pleni sunt coeli et terra
De hemel en de aarde, vervuld
om de liefde voor Uw Zoon.
majestatis gloriae tuae.
van de majesteit van Uw heerlijkheid.
Te gloriosus Apostolorum chorus,
De apostelen loven U in koor;
Te Prophetarum laudabilis numerus,
U, de gezegende gemeenschap der profeten;
neem o Maagd mijn zaak in handen
Te Martyrum candidatus laudat exercitus.
het stralende leger der martelaren bezingen U.
in het oordeel voor Gods troon.
Te per orbem terrarum sancta confitetur Ecclesia:
Overal ter wereld, aanbidt de Heilige Kerk U,
Maagd der Maagden, uitverkoren, wil mij in uw goedheid horen, laat mij wenend bij U zijn. Laat mij al de wrede plagen en de dood van Christus dragen, laat mij sterven zoals Hij.
Moge ik in ’t vuur niet branden,
Patrem immensae majestatis,
U de Vader, van onmetelijke majesteit;
Met Hem aan het kruis geklonken,
Venerandum tuum verum et unicum Filium,
Uw ware en enige Zoon, verering waardig;
maak mij van de smarte dronken
Sanctum quoque Paraclitum Spiritum.
De Heilige Geest ook, onze trooster.
om de liefde voor Uw Zoon.
Tu Rex gloriae, Christe.
U bent de Koning der glorie, Christus.
Tu Patris sempiternus es Filius.
U bent de eeuwige Zoon van de Vader.
Als mijn lichaam weg zal sterven,
Tu ad liberandum suscepturus hominem
U schuwt de schoot niet van de Maagd,
doe mijn ziele dan verwerven
non horruisti Virginis uterum.
om de mensheid te redden.
’t glorievolle Paradijs. Amen.
Tu, devicto mortis aculeo,
U hebt de angel van de dood overwonnen
aperuisti credentibus regna coelorum.
en voor allen die geloven, het hemelse rijk geopend.
Tu ad dexteram Dei sedes
Gij die zit aan de rechterhand van God,
in gloria Patris.
in de glorie van de Vader.
Judex crederis esse venturus.
Wij geloven dat U zult komen als onze rechter.
Te ergo quaesumus tuis famulis subveni,
Wij bidden U, help Uw dienaren,
quos pretioso Sanguine redemisti.
die door U zijn gered met Uw kostbaar bloed.
Aeterna fac cum Sanctis tuis
Neem ons op onder de talrijke heiligen,
in gloria numerari.
in het rijk van de Eeuwige Heerlijkheid.
Salvum fac populum tuum, Domine,
Red, o Heer, Uw volk,
et benedic haereditate tuae.
en zegen Uw eigendommen;
Et rege eos, et extolle illos in aeternum.
Leid Uw kinderen en laat hen toe tot de eeuwigheid.
Per singulos dies benedicimus te,
Dag in dag uit prijzen wij U;
Et laudamus nomen tuum in saeculum seculi.
en loven Uw naam tot in de eeuwen der eeuwen.
U bent voor ons een toorts van liefde, Vrouwe,
Dignare, Domine, die isto,
Bescherm ons Heer,
Terwijl de stervelingen U althoos
sine peccatos nos custodire.
nu genadig tegen iedere zonde.
Als sprankelende bron van hoop beschouwen.
Miserere nostri, Domine.
Heb meelij met ons, o Heer.
Fiat misericordia tua, Domine, super nos,
Laat Uw mededogen, Heer, over ons gaan,
U bent zo machtig en zo grandioos:
quemadmodum speravimus in te;
zoals wij onze hoop op U gevestigd hebben.
Wie zich niet om genade tot U keren,
In te speravi,
In U heb ik vertrouwen; laat me niet
Willen wel vliegen, maar zijn vleugelloos.
non confundar in aeternum.
in verwarring geraken, tot in eeuwigheid.
vertaling · Hélène Nolthenius
O maagdelijke Moeder, dochter van Uw Zoon, zo nederig en zo verheven, Vanouds het einddoel van Gods eeuwig plan, U hebt de mensheid adeldom gegeven: De Schepper koos U uit, toen Hij besloot Te midden van Zijn schepselen te leven. De Liefde ging weer bloeien in Uw schoot En deed de bloem haar bladeren ontvouwen Die door Zijn licht en warmte hier ontsproot.
januari / februari 2010 • deKlank 11
Jo os va van n de derr Za Zand nden e
Fodor, Nederlands tijdgenoot van Beethoven
‘W
ij Hollanders hebben geene eigene muzijk. Zoo hard mij deze bekentenis valt, zoo zeer is zij echter op de waarheid gegrond.’ Het minderwaardigheidscomplex zat diep. Aan het begin van de negen-
tiende eeuw had Nederland op muziekgebied maar weinig te bieden. Componisten van eigen bodem waren op één hand te tellen en de concertprogramma’s moesten
steevast met composities van Duitse, Franse of Italiaanse origine worden samengesteld. Beethoven en Spohr werden veel gespeeld, ook Mozart en Haydn; uit Frankrijk waren Méhul, Gossec en Cherubini populair. Met name in Amsterdam was het niveau van de muziekbeoefening lager dan wat van een grote stad verwacht mocht worden. ‘Voor de meeste toonkunstenaars geen paradijs’, zo meldde de Nederlandse correspondent van de Duitse Allgemeine Musikalische Zeitung. ‘Wie in concerten en schouwburgen geëngageerd is en van
Carolus Antonius Fodor
’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat lesgeeft, kan wel een behoorlijk inkomen hebben, maar het komt mij voor
Carolus Antonius (Antoine) Fodor werd op 12 april 1768 geboren te
dat een kunstenaar hier lang niet zo gezien is als op andere plaatsen.’ Tegenwoordig worden verwoede pogingen ondernomen om aannemelijk te maken dat het wel meeviel met die muzikale armoede in ons land, in weerwil van het citaat. Bibliotheken en archieven worden doorgespit en inderdaad worden daarbij soms verrassende ontdekkingen gedaan, in de vorm van degelijke, kwalitatief hoogstaande muziekwerken die een tweede leven verdienen. Ook schijnt het muziekleven destijds aanzienlijk intensiever en rijker te zijn geweest dan altijd is aangenomen. Met name amateurgezelschappen waren bijzonder actief.
Venlo, huwde in 1798 Geertruida Tersteeg en overleed op 22 februari 1846 in Amsterdam. Fodor was de jongste broer van de vioolvirtuoos en componist Josephus Andreas
dat het aan een eigen, ‘vaderlandse’ stijl ontbrak, niet zozeer aan een levendig muziekleven. Italië had een
Fodor. Hij studeerde in Mannheim, Parijs en vermoedelijk in Rusland. Hij ontwikkelde zich als pianovir-
Rossini voortgebracht, wiens opzwepende opera’s ons land veroverden. Franse revolutionaire componisten
tuoos, organiseerde en dirigeerde
hadden de hymne en de lofzang ontwikkeld, en de gepassioneerde reddingsopera. In Oostenrijk was de Weense
talrijke concerten en componeerde
klassieke stijl normerend geworden, als tegenwicht tegen al die mediterrane lichtvoetigheid. Wat had Nederland
symfonieën, pianoconcerten en -sonates, kamermuziek, liederen en een aantal cantates. Een opera
We moeten het citaat dan ook voorzichtig interpreteren. Met ‘geene eigene muzijk’ werd kennelijk bedoeld
te bieden? Tja, niet veel authentieks. We moesten steeds leentjebuur spelen over de grens, nu eens hier dan weer daar. Zelfs de leidende dirigenten en componisten kwamen van buiten. Johann Wilhelm Wilms was zo’n voorbeeld: van origine Duitser. 12
ging verloren.
cd-tips Dutch Symphonies, incl. Fodors Symfonieën nrs.2 en 3 (in c op.19) Radio Kamerorkest o.l.v. Anthony Halstead NM CLASSICS NM92085
Kolenhandelaar Daarom mag het niet verbazen dat een talentvol componist van eigen bodem door het publiek in de armen werd gesloten. Carel Anton Fodor, telg van een rijk muzikantengeslacht, viel met zijn neus in de boter. Hij had de tijdgeest mee, daarnaast ook afkomst, vrienden, maar natuurlijk bovenal zijn talent. Nauwelijks dertien werd hij vanuit zijn geboorteplaats Venlo door zijn eveneens muzikale broers meegenomen naar Parijs, in die dagen een muzikale duiventil. Over zijn contacten en activiteiten daar weten we niets, maar dat hij al in 1790 als vroege twintiger een aanstelling vond in Amsterdam was ongetwijfeld het resultaat van goed lobbywerk.
Fortepiano music from the Netherlands
Het werd een glansrijke carrière en Fodor werd een van de meest toonaangevende figuren van het Neder-
Arthur Schoonderwoerd, fortepiano NM CLASSICS NM92103
meus Ruloffs de scepter zwaaide. Een vetpot zal het allemaal niet zijn geweest voor de jonge musicus en
Concertos néerlandais pour piano Arthur Schoonderwoerd en Ensemble Cristofori 2004 ALPHA 052
landse muziekleven. Hij gaf concerten in gebouw Felix Meritis aan de Keizersgracht, waar dirigent Bartholocomponist, en het schijnt dat hij een bijverdienste had als kolenhandelaar, je moet toch wat als eenvoudige dagloner. Maar het tij keerde. Na het overlijden van Ruloffs in 1801 mocht Fodor het stokje overnemen. Een jaar later werd hij ook dirigent van Eruditio Musica, een ander Amsterdams orkest. Dat hij zijn taken met verve vervulde, blijkt uit diverse eerbewijzen. Zo kreeg hij een diploma van het Instituut voor Wetenschappen, Literatuur en Schoone Kunsten en werd hij meerdere keren uitgenodigd naar Den Haag te komen om op te treden aan het hof.
o.a. Symfonie in c opus 19 (ingekorte versie) Residentie Orkest o.l.v. Antal Dorati
Fodor componeerde een aanzienlijke hoeveelheid muziek, zoals pianoconcerten, kamermuziek en een reeks
1978 OLYMPIA OCD 501
Fodor is inmiddels ook op cd verkrijgbaar. Wie ze hoort, zal de uitspraak over de ‘eigene muzijk’ wel beamen:
(alleen antiquarisch verkrijgbaar) Heruitgegeven op 400 Years of Dutch music. Vol. 2. www.residentieorkest.nl > webwinkel
nationalistisch getinte gelegenheidswerken. Tot de echte parels van zijn oeuvre behoren drie symfonieën, waarvan de Tweede en Derde tegenwoordig geregeld op het concertprogramma staan. Een handvol werken van Fodor componeerde namelijk in de volgroeide stijl van de Weense Klassieken. Het is dan ook veelzeggend dat hij een cantate schreef met de titel Hulde aan Joseph Haydn. Fodor moet de partituren van deze grootheid intensief bestudeerd en als voorbeeld genomen hebben.
Symfonie nr.3 of 4 ?
bladmuziek
Hoewel gecomponeerd in 1801 werd Fodors Derde Symfonie in c opus 19 omstreeks 1805 in druk uitgebracht,
downloadable muziek voor piano op www.henseltlibrary.org/ scores2.html
vorige eeuw werd het werk herontdekt en in 1987 werd er bij Donemus in Amsterdam een moderne uitgave
internet-tip www.youtube.com/ watch?v=eDmzm3XDmEs
zonder nummering. Het titelblad luidde Simphonie à grand orchestre oeuvre XIX. In de jaren zeventig van de van verzorgd. Daarbij werd deze symfonie de ‘Vierde’ genoemd. Dit leidde tot protest onder kenners, zoals de Nederlandse musicoloog Dick van Heuvel: deze symfonie moest in zijn optiek de ‘Derde’ heten, want het werk sluit aan op Fodors Tweede Symfonie opus 13. Van Heuvel besloot in 1998 tot een nieuwe uitgave, gepubliceerd door de organisatie Musica Neerlandica in Den Haag. Hij persisteerde erin dat het om de Derde Symfonie van Fodor ging, maar zoals zo vaak moest musicologische correctheid het afleggen tegen wat ingeburgerd was geraakt bij bibliotheken en cd-labels. Iets dergelijks deed zich ook voor bij Schuberts Achtste Symfonie, die in de muziekwetenschap hardnekkig voor de Zevende doorgaat. De Symfonie in c van Fodor zal wel voor altijd behept blijven met een nummer dat feitelijk onjuist is.
Achttiende eeuw voorbij Deze Derde – we brengen de inmiddels overleden Dick van Heuvel graag een postuum eerbetoon – is een opmerkelijk stuk. Toen Fodor deze symfonie schreef, kan hij namelijk nog geen invloed hebben ondergaan van Ludwig van Beethoven in Wenen, van wie immers nog geen symfonie in druk was uitgekomen. Toch zal menig muziekliefhebber bij het horen van Fodors werk aan deze muziekreus worden herinnerd. De langzame inleiding bijvoorbeeld opent met een pathetisch c-klein dat het idioom van Mozart en Haydn al ontgroeid is – al kon Haydn zijn late symfonieën ook heel duister laten beginnen. Ongewoon felle accenten en spannende unisoni bij Fodor maken duidelijk dat de achttiende eeuw voorbij is. Met de inzet van het eerste en vooral het lieflijke tweede thema worden echter gebaander wegen betreden. Vol verbeeldingskracht is de doorwerking van dit openingsdeel, met akkoordverbindingen à la Schubert. In het tweede deel kijkt Haydn om de hoek. Ook Mozart overigens, in de wijze waarop de houtblazers elkaar afwisselen (deze symfonie kent twee hobo’s, fagotten en klarinetten en slechts één fluit). In dit deel heeft Fodor wat moeite om lange spanningsbogen te maken, soms klinkt het wat blokkendoosachtig. Dat geldt niet voor het speelse Menuet, dat in een pittig tempo uitgevoerd de allure heeft van een echt Beethoveniaans scherzo. In de sprankelende finale trakteert Fodor zijn publiek opnieuw op verrassingen in de stijl van Haydn, Symfon Symf onie i in c va v n Fo odo dor 28, 29, 30 0 en 31 jan anua uari ri 2201 010 0 zie pagina 42
zoals pizzicati en de imitatie van een koekkoek. Al was er dan geen ‘vaderlandse’ stijl, dit was een symfonie waarop het vroeg-negentiende-eeuwse Nederland trots kon zijn, hoewel het werk buiten onze landgrenzen niet veel interesse schijnt te hebben afgedwongen. januari / februari 2010 • deKlank 13
Wim Kuypers’ maatschappelijke interesses zijn breed en af te lezen aan
deVrienden
de diversiteit van de nevenfuncties die hij als bestuurder bekleedde.
nieuws voor en over de Vrienden van Het Brabants Orkest
Sportverenigingen, werkgeversverenigingen en harmonieën profiteerden van zijn betrokkenheid en stuurmanschap, maar vooral valt zijn enga-
Oude Vrienden, nieuwe bestuurders… II/II
gement voor technologie op, gezien het feit dat hij betrokken was of is bij vele aan Brainport gerelateerde instanties. Kuypers is lid van de Raad van Advies van Brainport, lid van de klankbordgroepen van de denktanken Energie in Brainport en Werken in Brainport en voorzitter van de klankbordgroep Energie Neutraal Wonen (Brainportproject). Maar ook voelt hij
Op 8 september 2009 nam het orkest afscheid van drie gewaardeerde
zich verantwoordelijk voor de kwaliteit van de samenleving, getuige zijn
bestuursleden van Stichting Vrienden van Het Brabants Orkest. De heren
voorzitterschap van het Opleidingsbedrijf Installatiewerk Brabant Zeeland,
Esper van Heesewijk, Henk van Noije en Herman Verhoeven konden al
het feit dat hij zetelt in het comité van aanbeveling van de Stichting
sinds mei jongstleden hun kennis van zaken overdragen, omdat toen maar
Leergeld Helmond en ook bestuurslid is van het Regionaal Platform
liefst vier nieuwe bestuursleden aantraden. Alhoewel: nieuw... ze heb-
Criminaliteitsbeheersing Oost-Brabant (RPC).
ben allen al hun eigen historie met het orkest als Vriend of Partner. Maar
‘Persoonlijk hecht ik veel waarde aan een coherente en zorgzame samen-
met hun nieuwe functie begint voor hen en ons nog een gezamenlijke
leving. Bijdragen aan ontwikkelingsinitiatieven van mens en bedrijf of
nieuwe weg. In de deKlank nr.1 werden de heren Joep Chappin en Henk
maatschappelijke voorzieningen passen daar prima in. Desgevraagd zeg
Dekkers geïntroduceerd. Onderstaand stel ik Wim Kuypers en Joost de
ik nogal eens mijn bijdrage daarin toe, als ik me de tijd kan veroorloven
Roij graag aan u voor.
en het thema of doel me aanspreekt. Het Brabants Orkest spreekt me aan ‘Het orkest is belangrijk
als een belangrijk onderdeel van de Brabantse samenleving, vandaar het
in de Brabantse samenleving’
jarenlange lidmaatschap als Stichter van het orkest en nu het aanvaarden
Wim Kuypers (1944) uit Bakel was
van een functie in het Vriendenbestuur.
tot zo’n twee jaar geleden directeur van het Helmondse familiebedrijf Kuijpers Installaties. In januari 2008 trad hij terug en werd hij benoemd tot Commissaris van het bedrijf. De onderneming met vestigingen
‘Persoonlijk hecht ik veel waarde aan een coherente en zorgzame samenleving.’ Wim Kuypers
in Helmond, Utrecht, Roosendaal, Wim Kuypers
Arnhem, Tilburg, ’s-Hertogenbosch
‘Ik draag het orkest al jaren een warm hart toe’
en Den Haag, is gespecialiseerd in
Tilburger Joost de Roij (1959) kreeg zijn eerste klarinetlessen van zijn
klimaatinstallaties en elektrotechniek voor gebouwen. Verder staan be-
opa toen hij zes jaar oud was. Na zijn middelbare schoolopleiding MTS
veiliging en de aanleg van sprinklerinstallaties op het programma.
elektrotechniek werd hij toegelaten aan het Brabants Conservatorium en
Vriendenaanbieding MET KORTING NAAR JUBILEUMCONCERTEN N
Jean-Efflam Bavouzet © J. Henry-Fair
14
Het Brabants Orkest bestaat in 2010 zestig jaar en dat wordt gevierd met een viertal feestelijke jubileumconcerten onder leiding van chef-dirigent Alan Buribayev. De concerten worden gegeven van 22 t/m 25 april 2010 in Tilburg, Breda, ’s-Hertogenbosch en Eindhoven. Het concertprogramma vormt een mooie versmelting van traditie en vernieuwing, de twee pijlers waarop het orkest in zijn lange geschiedenis steunt. Van Ravel staan La Valse en het Pianoconcert voor de linkerhand op het programma, met solist Jean-Efflam Bavouzet. Van Richard Strauss speelt het orkest de Suite uit Der Rosenkavalier. Bovendien componeert onze composer in residence Theo Verbey op dit moment een nieuw orkestwerk waarvan u bij deze concerten de wereldpremière kunt beleven. De Vrienden hebben aan de wieg gestaan van Het Brabants Orkest. Daarom bieden wij de Vrienden 20% korting op de entreeprijs van de bijzondere jubileumconcerten van het jarige orkest. Medio januari ontvangen alle Vrienden een apart schrijven waarmee plaatskaarten kunnen worden gereserveerd.
Alan Buribayev © Simon van Boxtel
studeerde bij Piet Jeegers hoofdvak klarinet, Uitvoerend Musicus. Na drie jaar wint toch de passie voor
deBon naam
voorletters
techniek en stapte hij over naar de
bedrijfsnaam (indien relevant)
HTS informatietechniek. Beroeps-
adres
matig bereikte Joost de Roij daarna, via werkzaamheden als entrepeneur, plant manager en directeur voor Philips, Tulip Computers, Maas
postcode
m/v
woonplaats
telefoon
relatienummer (indien u al Vriend bent)
Automaten en NAM, zijn huidige Joost de Roij
functie sinds elf jaar: die van direc-
De muziek blijft altijd een rode draad in Joost de Roij’s leven. teur en mede-eigenaar van installatiebedrijf Elektrotechniek Van Hees in Tilburg, actief in woningbouw, utiliteitsbouw, datanetwerken, inbraak- en brandmeldsystemen. Daarnaast is Joost de Roij onder meer voorzitter van de Vereniging van Elektrotechnische Ondernemingen Regio Tilburg, oprichter/voorzitter van de stichting Skilz@Work, een organisatie voor het collegiaal in- en uitlenen van personeel, en secretaris van de Kiwanis Club Tilburg, een service club met als thema ‘Serving the Children of the
Ik meld mij aan als Vriend van Het Brabants Orkest Noteert u mij als
∏ Stichter (vanaf E 285) ∏ Beschermer (van E 130 tot E 285) ∏ Donateur (van E 45 tot E 130)
Door opgave als Stichter, Beschermer of Donateur krijg ik recht op de bijbehorende voordelen via de PrivilegePas. ∏ Stuur mij informatie over de mogelijkheid van schenking van lijfrente via notariële akte.
∏ Stuur mij informatie over het Partnerprogramma. Als Beschermer of Stichter krijgt u het tijdschrift deKlank maandelijks gratis thuisgestuurd. Ook als donateur ontvangt u gratis deKlank. Deze wordt u overhandigd bij de Informatiebalie van Het Brabants Orkest op vertoon van uw PrivilegePas. Indien u deKlank liever krijgt thuisgestuurd, kunt u zich aanmelden voor een postabonnement voor i 8 per seizoen (zie onder).
World’. Maar muziek blijft altijd een rode draad in Joost de Roij’s leven. ‘Op het moment speel ik nog in een kleine jazzformatie met onder an-
Ik meld mij aan als abonnee op deKlank
deren mijn zoon aan de piano en mijn broer op drums.’ Maar van de PTT-Harmonie in Tilburg, waarvan de klarinettist in de dop op zijn tiende lid werd, jazzcombo’s, bigbands, klassieke kamermuziek en (amateur) symfonieorkesten leidde zijn pad ook naar Het Brabants Orkest: ‘Ik draag het orkest al jaren een warm hart toe en heb daaraan uiting gegeven
Ik neem
∏ een abonnement à E 8 (alleen voor vrienden-donateurs) ∏ een abonnement à E 28,50
Een abonnement loopt een seizoen, van september tot juli. Bij abonnering in de loop van een seizoen vindt afschrijving naar rato plaats. Ik verleen Het Brabants Orkest een doorlopende machtiging om, tot weder-
door het veelvuldig te bezoeken en door het als Partner financieel te ondersteunen. Door mijn zakelijk netwerk aan te wenden denk ik dat ik nog meer kan betekenen voor het orkest.’ INEKE KOOTSTRA
opzegging, het bedrag van E
per seizoen af te schrijven van
(post)bankrekening
.
plaats en datum
handtekening
Stuur of fax naar Het Brabants Orkest, Postbus 230, 5600 AE Eindhoven · F 040 246 34 59
zie vervolg deVrienden op pagina 17
Wie wil cello spelen? Anne Mieke Hardenbol • cellodocente
MAZAS vioolschool Individuele lessen voor beginners en gevorderden, kinderen en volwassenen Leslocaties Eindhoven en ’s-Hertogenbosch Informatie/aanmelden Anne Mieke Hardenbol • 06 13255656 • annemiekehardenbol@gmail.com
voor alle leeftijden en elk niveau Leslocaties ’s-Hertogenbosch Boxmeer Eindhoven Contact 06 10111445 Hoogstraat 300 5654 NH Eindhoven mazas.vioolschool@gmail.com www.mazas.nl januari / februari 2010 • deKlank 15
✁
Stichting Vrienden van Het Brabants Orkest Door de financiële bijdrage van de Stichting Vrienden wordt Het Brabants Orkest in staat gesteld extra activiteiten in Noord-Brabant te ontplooien. De Vriendenstichting kent Stichters, Beschermers en Donateurs. Hieronder volgt een overzicht van particulieren, bedrijven en instellingen die zich als Vriend aan Het Brabants Orkest hebben willen verbinden.
NIEUWE VRIENDEN november 2009
DONATEURS Breda Dhr. of mevr. B. van Spaandonk Teteringen Dhr. J. Boot STICHTERS Breda Dhr.J.W. Rotte Oosterhout Dhr. en mevr. Stalper-Pluums
DONATEURS · jaarlijkse bijdrage van E 45 tot E 130 Het Brabants Orkest weet zich gesteund door bijdragen van een groot aantal donateurs.
BESCHERMERS · jaarlijkse bijdrage van E 130 tot E 285 Asten Dhr. G.H. Sanders Bavel Dhr. ir. J. Blok Berghem Dhr. G.M. Stapper v.d. Velden Berkel-Enschot W.J. Kuipers beheer B.V. | Dhr., mevr. P.F.J.C. Liebregts Berlicum (NB) Dhr. R.J.M. Haffmans | Dhr., mevr. I.C. van de Maesen en F.L. Slinkers Bladel De heer C.C.L Lathouwers Breda Dhr I. Baljeu | Dhr. H.J. van der Beek | Mevr. N. van der Meulen | Mevr. A.A.T. Naaijkens | Nauta Engineering Breda | Dhr. W.J. Poessé | Mevr. Vergeer-van der Hout | Dhr. Rouppe van der Voort Deurne Dhr. en mevr. Ph. de Groot Drunen Dhr. H.J.L. Mimpen Eersel Dhr. en mevr. H.W. Honold Eindhoven Mevr. T.W.W. Attema-van Baarn | Dhr. dr. G.W.B. Borrie | Mevr. Calon | Mevr. A. Crijnen-Wijn | Dellebeke Interieurarchitecten | Accountantskantoor Foederer B.V. | Mevr. A.E.M.Th. van der Harten-Scheuler | Dhr. J.J.P. van Keulen | Mevr. Th.M. Lambregts-Brautigam | Mevr. J.R.H. Maij-Weggen | Mevr. A.G. Otten-Nypels | Philips’ Philharmonisch Koor | Dhr. drs. J. Post | Dhr. en mevr. Ruigrok-van Veghel | Dhr. H. Rotman | Dhr. P.P.M. Slaats | Dhr. J.M.M. Widlak | Mevr. M.Th.C.J.J. Verhagen-Teulings Eksel (B) Mevr. M.J.C.J. Staatsen-Hettema Ell Dhr., mevr. J.M.R. Snel-Ebberink Elsendorp Dhr., mevr. J.A.M. Hoevenaars Esch Henket Beheer Geldrop Bureau ERASMUS cultuur & communicatie | Ir. H. Mooijweer | P.M. van de Poel Gemonde Dhr. en mevr. Meijer Grubbenvorst Mevr. R. Weersink Heeswijk-Dinther Abdij van Berne Heeze H.J.F. van Ettro Helmond Mevr. M.W. Zick-Pruim Helvoirt Mr. A.J.Th.M. Gudde, oud-notaris | Ir. L.A.S. Hageman | Holding C.G. Peters B.V. | Notariskantoor Witlox | Dhr. C.J. van Haaren ’s-Hertogenbosch Belind Den Bosch B.V. | Prof. mr. J.P.A. Coopmans | Drs. M.M.J.H.L. Gudde | Dhr. F.M.J.A. Jacobs | Mevr. P.M. Langenberg-Eerebout | Stichting Activiteiten Lions Club | Dhr. J. Onvlee | Pijnburg Vastgoedadviezen | Dhr. A.J.M.M. Stalpers | Dhr. F. Stumpf | Beheer en Beleggingsmaatschappij Vepu B.V. | Mevr. Sweens-Schute | Mevr. J.H.C. Zwitser-Schouten Leende Dhr. A.J.M. van Lieshout | Dr. F.C. Romeijn Maarheeze J.G.M. Verrest, r.a. | Mevr. M. Goeverne-Roeffen Mierlo Dhr. H.J.G.M. van Daelen | Dhr. H.P.M. Nooijen Nuenen Brabant Sport en Media BV Oirschot De Meeuw Holding B.V. Oisterwijk Mevr. J.M.Th. Sindorff-van Loon Oosterhout (NB) Dhr J.A. van Lint | Dhr. G.F. de Vries Oss Dhr. C.J.M. Hazenberg | Dhr. en mevr. Y.M.Th.L. Verheggen-de Loo en P.M.A.J. Verheggen Prinsenbeek Dhr. G.M.P Brogtrop Rosmalen Mevr. E.P. Clerkx Schijndel Mevr. P.M.H. Romkens-van Hamond Sint-Michielsgestel Mr. J. Ten Berge | Dhr. en mevr. de Wilde-Beekhuizen Son Dhr. en mevr. A. Hensen-van Kroonenburg | Dhr. C.A.L. van Rhienen | Dhr. en mevr. Ruigrok-Lettinga Steensel Dhr. M. van Weerelt Strijbeek J.J.M. van Eck Teteringen Dhr. J.W.C. Jansen | Mevr. C.A.M. van Lieshout | Dhr. H.P. Lelieveld Tilburg Mevr. Y.F. Logghe-Lijster | Mevr. I. van Logtestijn-Driessen | Mannaerts & Appels, Advocaten en Notarissen | Dhr. P. van der Pasch | Dhr. G. Verhaak | Termeer Schoenen B.V. Uden Van Aspert Beheer B.V. Raadgevend Ingenieursbureau | F. Brouwers | M.J.J.M. van Grootel B.V. Udenhout Klapburg B.V. Ulvenhout Dhr. en mevr. Kammeraat-Bakema | Mevr. Melchers-Leygraaf | Dhr. M.J.D. Tigchelaar Utrecht Dhr. drs. R.C.G. Bouman Valkenswaard Daan’s flexibele dienstverlening | Dhr. F.F. Otten Veldhoven Dhr. W.C.M. Aarts Vught Dhr. J.A.A.M. Langenhoff | Th. F.J.C. van Lotringen | Mevr. Sengers-van Gijn | v. Weel BV | Mr. H.J.M. Stieger Waalre Dhr. Broese van Groenou | Dhr. en mevr. J. Otten | Dhr. J.D. Otten Weert Dhr. J.M.M. Houben Zevenbergen Accountantskantoor de Jager | Dhr. en mevr. B.H. van den Bout
STICHTERS · jaarlijkse bijdrage van E 285 of meer Amsterdam Dhr. mr. S.P.F.M. Paardekooper Bakel Mevr. H.J.M. van de Wijgert Berghem Dhr. en mevr. van Herpen Bergeijk Dhr. W.J.A. Raaphorst BerkelEnschot VRE Tilburg B.V. Bladel Kempencare Boxtel Dhr. A.C. van Rooij, arts Breda Dhondt: architecten en stedebouwkundigen | Mr. J.J.M. Hertoghs | Dhr. en mevr. Kramers-Gijsbrechts | Dhr. en mevr. Schipper-van Otterlo | Dhr J.W. Rotte Breugel Bartelds Technical Software Dussen Dhr. en mevr. Biezen-Hunfeld Eindhoven Drs. J.F.M. de Bont | Dhr. en mevr van Rooij | Dhr. en mevr. De Goede-van der Sande Geldrop Drs. H.H.A. Appelo Heesbeen Gem. Heusden Stichting N. van Ballegooijen Fonds Heeze Mevr. Casimir | Dhr. dr.ir. Hazewindus Helmond Gamma Holding N.V. | Mevr. mr. C.B. Mol-Bronkhorst | Dhr. en mevr. Zijlstra-van Mierlo Helvoirt Ir. K. Hubée ’s-Hertogenbosch Uitgeversmaatschappij De Bossche Omroep De Waalwijker BV | Huijbregts Notarissen |
16
Mevr. C.J.G.W. Looijen | Mevr. Th. Ubink-Ebeling Hoeven Dhr.,mevr. J.T. Verschuren Kaatsheuvel Bruning Maaseik Dhr. A.P.M. Kasbergen Nuenen Dhr. ir. Troost Oosterhout (NB) B.V. Bouwtechnisch
Orgelconcerten op instrument van Stichting Vrienden
Adviesburo ir. W.A. van Boxsel c.i. Dhr G.F. de Vries | Dhr. en mevr. Stalpers Oss Drs. C.P.H.Th.
Stichting Vrienden van Het Brabants Orkest is
Gudde Rosmalen Dhr. en mevr van den Akker Sint-Michielsgestel W. Bergsma B.V. Tilburg J. Gimbrère
eigenaar van een fraai kabinetorgel. Tot 2005 was
Dekkers-v.d. Vliet beheersmij b.v. Klundert J. den Hollander Verhuur B.V. Knegsel Mevr. T.H.J.M.
Service B.V. | Holla Poelman Advocaten Uden Scena akoestisch adviseurs B.V. | Dhr. P.T.A. van der Voort Ulvenhout Dhr. Kenter Veldhoven Monica van den Broek, de uitvaartzorg | De heren A. van Soest en S.A.G. Duffhues Vught Antiquariaat Dhr. F.D. Sonnenberg | G.A.J.M. van Spaandonk, arts | Dr. G.A. Vermeer, arts Waalwijk Maiburg Schuurtechniek B.V. Weert Mevr. E. van Rijn-Schmitz Zaltbommel Mevr. J. Hoorn-Dits | J. H. van Overdam
het instrumentenfonds Stichting Karel Bouman aan Het Brabants Orkest verbonden. Dit fonds hielp getalenteerde (Brabantse) musici aan een instrument waarop zij zich verder konden ontplooien. Zij kocht onder meer een zeldzaam Vool
PARTNERS · Sinds 2006 ondersteunen diverse Brabantse bedrijven en particulieren Het
kabinetorgel, van buitengewoon historische waar-
Brabants Orkest als Partner. Bedrijven verbinden zich voor een periode van minimaal 3 jaar aan het orkest met een jaarlijkse bijdrage van E 2.500. Particulieren voldoen hun jaarlijkse bijdrage van E 1.500 in de vorm van een lijfrenteregeling en verbinden zich voor een periode van minimaal vijf jaar.
de aan. Toen het fonds ophield te bestaan vervielen haar bezittingen, waaronder dit orgel, aan de Stichting Vrienden van Het Brabants Orkest. Het instrument staat, sinds de in bruikleenstelling aan de provincie in 1978, in de Bois le Duc-zaal
Beek en Donk Grapharma B.V. Boxtel Bosch Rexroth B.V. Breda ABN Amro Private Banking | Bakker
van het Provinciehuis in ’s-Hertogenbosch.
& Verkuijl B.V. | Deloitte Accountants B.V. | Ernst & Young | Kamer van Koophandel Zuidwest-
De Provincie Noord-Brabant en de Stichting
Nederland | PUUR Advocaten | Rabobank Breda | Rouws & Ceulen | Rüttchen Holding B.V. ’s-Hertogenbosch Banning Advocaten | DONG Energy | Enexis B.V. | Dhr. en mevr. drs. A.L.M. Nelissen | Quaestus Senior Management Search | Rabobank ’s-Hertogenbosch e.o. | Dhr. en mevr. drs. J.G.I.M. Reijrink | Dhr. en mevr. J.H. Scheepers-Nagelkerke | WesterToren Innovation Center BV | Dhr. en mevr. W.K. Wiechers-de Vries Eindhoven ABN-AMRO Private Banking | Tangena & Van kan | Brainport Development | Complan B.V. | Huddles Hoogsteder bv | ING Bank | Insinger de Beaufort | PricewaterhouseCoopers | Van Straten Bouw en Vastgoed Etten-Leur Van Tilburg-Bastianen Groep Goirle C+M de Kort van Strijp Halsteren GGZ Westelijk Noord-Brabant Helmond Handelsonderneming van Felix Clercx, hardhoutspecialist | P.G. Kuijpers & Zn. | Dhr. mr. E.C.J.M. Hettema | Dhr. drs. P.B. Rooijackers | Restaurant De Steenoven | Stichting HTF | Rabobank Helmond Helvoirt Dhr. en mevr. drs. W.N. van den Dries Nuenen Jacques van Leuken, Gardens, Parks & Estates Rijen Kin Machinebouw Rijen b.v. Roosendaal BVR-Groep N.V. | Interflon Beheer B.V. | Rabobank Roosendaal - Woensdrecht Rosmalen Dhr. en mevr. J. Chappin | Dhr. en mevr. dr. W.M. van den Goorbergh-Tonnaer | Heijmans N.V. | Dhr. J. Stienstra Rotterdam TBI Holdings B.V. Sint-Michielsgestel Dhr. en mevr. G.J. Moonen Tilburg NV Brabantse Ontwikkelings Maatschappij | Interpolis | Dhr. J. Melis | Roschpro B.V. | ZLTO Uden Heven Group b.v Utrecht mw. drs. A.C. van Huffelen en dhr. H.L.A.M. Lohman Veghel Jumbo Supermarkten | Sligro Food Group Nederland B.V. Veldhoven SIMAC Techniek N.V. Vught Gijsbert & Bernadette van den Brink | Dhr. en mevr. Cooymans-Merkus
Vrienden van Het Brabants Orkest nodigen ieder van harte uit voor de jaarlijkse concertreeks: maandag 11 januari 2010 Jan van de Laar orgel Elin Eriksson barokviool maandag 22 februari 2010 Tineke Steenbrink orgel Merel Kriegsman sopraan maandag 15 maart 2010 Istvan Eperjazy orgel Marjon Randeraat cello Aanvang 20.00 uur, zaal open om 19.30 uur. De concerten zijn gratis toegankelijk.
| Drs. O.P.M.Haffmans BV | J.M.A. Koster | Stichting VanderLinden Fonds | Dhr. en mevr. M. Weckvan den Assem Waalwijk Daelmans Bakkerijen B.V.
Vriendenbestuur voorzitter W.N. van den Dries secretaris mevr. I.E. Koster-Burbidge penningmeester P. van der Werf leden J. Blok | J. Chappin | H.Th.G. Dekkers | W.A.M. Kuypers | mevr. E.P.J. Lemkes-Straver | J. de Roij
Kabinetorgel (Jan Jakob Vool, 1804) Provinciehuis
Over het orgel Het kabinetorgel werd gebouwd door Jan Jacob Vool (1748/49-1819, vanaf 1775 orgelbouwer in Amsterdam). In het boek Het Nederlandse huisorgel in de 17de en 18de eeuw wordt het orgel beschreven: ‘Een van de mooiste kabinetorgels is het instrument dat Vool in 1804 gebouwd heeft. Alleen al door dit instrument moet Jan Jacob Vool gerekend worden tot de beste huisorgelbouwers van ons land; […] een instrument van uitzonderlijke schoonheid.’
januari / februari 2010 • deKlank 17
Step St ephe hen n We West stra
Huwelijksreis in A-majeur Uit het dagboek van Felix en Cécile Mendelssohn
M
endelssohn is een lievelingscomponist van mij. Ik hoef de muziek niet eens te horen, de gedachte alleen al aan de finale van de Sommernachttraum ontroert me. De stad Freiburg, in het Zwarte Woud in Zuid-
Duitsland, is een van mijn lievelingsplekken: de herinnering aan café Auditorium in de Universitätsstraße of aan het uitzicht vanaf de spoorbrug over de Bertoldstraße – het hart wordt me week. Toen ik ontdekte dat ‘mijn’ Mendelssohn in 1837 juist in ‘mijn’ Freiburg zijn huwelijksreis heeft doorgebracht en er een dagboek bijhield, was ik natuurlijk benieuwd. Ik moest dit lezen. ‘Wij zijn nog steeds in deze plaats, kunnen maar niet besluiten hem te verlaten…’ las ik prompt. Ach, het leven is mooi, of in ieder geval sommige coïncidenties.
De zevenentwintigjarige Mendelssohn en zijn zeven jaar jongere bruid Cécile waren er van 13 april tot 6 mei 1837. Ze schreven het dagboek samen; Cécile schreef het meeste, Felix vulde aan en maakte er tekeningen en zelfs enkele aquarellen bij. In de fraai verzorgde uitgave staan ook de brieven die ze naar het thuisfront in Berlijn stuurden. De reis ging niet alleen naar Freiburg, maar ik heb me wel tot deze passages beperkt: het biedt je genoeg.
‘Wij zijn nog steeds in deze plaats, kunnen maar niet besluiten hem te verlaten…’ Felix Mendelssohn Wat ken ik, wat de Mendelssohns daar toen ook hebben gezien? Vlak om de hoek van m’n cafeetje, in de Löwenstraße, in huis nr.392 (de huizen in de oude stad zijn doorgenummerd), blijkt ooit een niet zo fortuinlijke instrumentenmaker te hebben gewoond, zo weet ik sinds het dagboek. Tegenwoordig zitten er een paar eettenten, zo’n succes, zo hip. Paarse en groene spots lichten er de hoofden van talloze studenten zo griezelig uit, dat ik er nog nooit naar binnen heb gedurfd. Maar Mendelssohn bezocht er op 21 april 1837 ‘een terneergeslagen, stille man, die het niet goed lijkt te gaan. Hij heeft drie klavieren en een vleugel te koop, en biedt ze aan voor een spotprijs.’ De componist kan hem niet helpen; een piano heeft hij al, zelfs hier in Freiburg – die heeft het hotelpersoneel braaf voor hem de trap opgedragen. 18
Gasthaus am Höllsteig nabij Freiburg aquarel door Mendelssohn uit 1837
Dat hotel, met zulk prachtig personeel, daar ben ik nu wel benieuwd naar geworden. Ik blader door het dagboek en ja, het wordt genoemd. Zähringer Hof. Gelegen aan wat toen Kaiserstraße, maar tegenwoordig meer expliciet Kaiser-Joseph-Straße heet. Dat is de drukste winkelstraat van de stad, waar trams en met inkopen overbelaste mensen elkaar flink in de weg zitten. Toen was het er ook druk, hoewel natuurlijk minder dan nu. Mendelssohn sloeg een fraaie balkonkamer aan de straatkant af en nam een stillere, met geel behang en een tapijt aan de muur dat het verhaal van Cupido en Psyche afbeeldde. Dat vertrek zul je niet gemakkelijk terugvinden; het pand is grondig omgebouwd tot Kaufhaus en maakt een vervelende betonnen indruk. Felix Mendelssohn Bartholdy portret uit 1839 door James Warren Child rechts Cécile Mendelssohn-Jeanrenaud
‘Gestopte kousen hebben meer blijvende waarde dan contrapuntische kunstgrepen.’ Felix Mendelssohn Faust en kousen Maar, mooi gelegen op een steenworp afstand van Freiburgs bekendste toeristische attractie, de Münster, kan ik me er het jonge echtpaar toch heel goed voorstellen. Hij en Cécile hebben het er goed gehad; het dagboek geeft levendige tafereeltjes van hoe ze brieven zitten te schrijven, tekenen, over Faust discussiëren en Felix Cécile Engelse les geeft (‘dat doet hij zo geweldig serieus dat hij verstoord raakt wanneer ik een kus van hem wil stelen’). Fraai beeld van hun verhouding: ‘In de namiddag componeerde Felix. Hij is daarmee zo druk bezig, dat ik ook maar wat moet doen, maar dat is […] de moeite van het vertellen niet waard.’ Waaronder Felix noteert: ‘In zoverre wel, dat kousen werden gestopt en […] op deze wijze de uiterlijke existentie van de man flink wordt verbeterd. Heeft meer blijvende waarde dan al die contrapuntische kunstgrepen.’ Die mooie stijle Münster, ook daarover schrijven ze. Felix kon zich de spitse, zestiende-eeuwse Domkerk ‘met zijn prachtige donkere [glas in lood]ramen’ nog herinneren uit zijn jeugd, op reis naar Zwitserland. ‘Eigenlijk is hij evenwichtiger dan de Dom van Straatsburg’, noteren ze nu. ‘De vensters zijn over het algemeen nieuw, maar erg mooi beschilderd, vooral die in de twee kleine kapellen.’ Helaas is de lucht er ‘te bedompt en te koud om lang te blijven.’ Op de Münsterplatz – de twee moeten er vaak gelopen hebben – is het tegenwoordig op woensdag en zaterdag markt. Tussen de bloempotkleurige arcaden staat dan altijd trouw een man met drie grote tafels vol tweedehands boeken, waar ik meestal wel wat vind – misschien duikel ik er de volgende keer een exemplaar van het dagboek op?
Himmelreich en Hölletal Het echtpaar moet in die drie weken veel van Freiburg zijn gaan houden. Terugkerend van vermoeiende dagtochten bijvoorbeeld, lieten ze zich soms nog in hun rijtuig ‘de hele stad doorrijden’ om die nog beter te leren kennen. Maar ook de omgeving bekoorde hen. Een dag na aankomst beklommen ze de Schloßberg, direct buiten de stad (Freiburg is gebouwd aan de voet van een gebergte): ‘Schitterend uitzicht op alle bergketens’ – wat hen inspireerde tot een vierdaagse tocht de bergen in, richting het Bodenmeer. Een wild en romantisch gebied, de naam Zwarte Woud waardig. Grillig, gevaarlijk, het ideale Freischütz-decor. Op 30 april reizen ze eerst naar Himmelreich, zo’n twintig kilometer ten oosten van Freiburg, het beginpunt van het beruchte Hölletal. ‘Heel groot, […] erg Zwitsers, met galerijen en een vooruitspringend dak’, meldt het dagboek over herberg Himmelreich. Hij ligt er nog precies zo, laatste behaaglijke plek voor je de nauwe kloof in moet. Je wordt er nu bediend door licht verstandelijk gehandicapten (onder begeleiding natuurlijk). Ze hebben zo hun eigen charmes en sommigen werken ook achter het loket in het kleine stationnetje vijftig meter verderop. Dan: het Hölletal… ‘De dennen worden nu steeds talrijker en zwarter. Al snel dringen de rotsen zich op elkaar, er is nauwelijks nog een weg tussendoor. Hier begint de hel pas echt. En hij is prachtig...’ Over hobbelige wegen, Cécile vreest voor de kwaliteit van de remmen van hun ‘Schwarzwald’-koets, reizen ze naar Titisee, Lenzkirch, St. Blasien, Todtnau, Schönau, Lörrach. Bij de Schluchsee wordt Cécile bevangen door angst voor januari / februari 2010 • deKlank 19
t
48ste INTERNATIONAAL VOCALISTEN CONCOURS ’s-Hertogenbosch Herdenkingsconcert 4 mei 2010 • Provinciehuis (toegang gratis)
Internationale Voorronden 12 t/m 15 september 2010 • Muziekcentrum De Toonzaal
Internationaal Vocalisten Concours 2010 17 t/m 26 september 2010 • Theater aan de Parade
Elly Ameling Liedcursus 28 29 september 2010 • Muziekcentrum De Toonzaal Alle activiteiten toegankelijk voor publiek Raadpleeg de website van het IVC voor de meest actuele informatie
Kom kijken naar de sterren van de toekomst! IVC ’s-Hertogenbosch
www.internationalvocalcompetition.com 073 6900999
Stichting Het Leye Fonds Stichting Bosch Vocaal
20
een ‘eenzame herberg, die naar moordgeschiedenissen riekt’. Ik ken die als een tamelijk mondain hotel, waar een moord erg in het oog zou lopen, want meestal is het druk. Vooral in de zomer als het rode treintje er wagons vol (bad)gasten aflevert. De beroemde Todtnauer watervallen – één stort zich indrukwekkend roekeloos 97 meter de diepte in – komen in het dagboek nauwelijks voor, helaas, maar elders uit Felix wel zijn bewondering voor het landschap: ‘Iets mooiers heb ik nooit gezien; zo vredig en rijk […], aan alle kanten bergen, dichtbij en ver; ruisende bergwateren […], in de dalen het eerste groen, op de bergen de laatste sneeuw…’
Viooltjes
‘Hier begint de hel pas echt. En hij is prachtig…’ Felix Mendelssohn over het Zwarte Woud
Eén lieve kleine geschiedenis heeft me in dit dagboek het meest getroffen. Zondag 22 april 1837 maken Felix en Cécile bij Freiburg een wandeling langs de Dreisam. Een idyl-
Papiermolen aan de Dreisam nabij Freiburg, tekening door Mendelssohn uit 1837
lisch tochtje naar de beroemde papiermolens (nu verdwenen) dat ze nog vaker zullen maken. Even buiten de stad bloeien in een wei een heleboel paarse viooltjes. Cécile ziet ze het eerst, steekt haar hand onder het hek door en plukt er een paar, die ze in Felix’ knoopsgat steekt. Waarop Felix over het hek springt en haar hele bosjes aanreikt. Twee jonge minnaars, ten voeten uit. Maar het gaat nog verder, want zo noteert Cécile, ‘dit was nog lang niet zo aardig als het kleine lied dat hij er ’s avonds over schreef.’ Het is een postuum uitgegeven Allegretto in A voor piano. Een juweel van een werkje, lieflijk én onstuimig, in Mendelssohns ‘voorjaarstoonsoort’. Ik heb het een paar keer doorgespeeld. En meer nog dan ik had verwacht, werden lievelingscomponist en favoriete stad één.
Mendelssohns Hym mne n voor alt, koor en orkest · 14 14,, 15 15,, 16 en en 17 januari 2010 · zie pagina 38
Mijmeringen achter de lessenaar Vorige maand verscheen de biografie van Willem van Otterloo, precies zestig jaar na zijn benoeming tot chef-dirigent van het Residentie Orkest. Nog net voor zijn vertrek in 1972 heb ik het genoegen mogen smaken te musiceren onder leiding van de dirigent die zijn orkest heeft gemaakt tot het onmiskenbaar tweede Nederlandse orkest van die dagen. Met zijn zeer speciale dirigeerslag – waar de meeste dirigenten dirigeren als slaan zij een druppel van hun stokje, wiekte Van Otterloo behoedzaam tegen een denkbeeldig koord even boven zijn hoofd – kregen zijn uitvoeringen welhaast letterlijk vleugels. Daarmee werden vooral zijn interpretaties van de Bruckner-symfonieën geroemd. De Mahlertraditie liet men graag aan Amsterdam, maar voor een innige Bruckner moest men volgens de overtuiging van de Haagse muziekliefhebber naar het Kurhaus in Scheveningen.
Ik genoot vooral van zijn Franse impressionisten. Wat uit Berlijn kwam was mij te zwaar en de Amsterdamse versie net te geparfumeerd. Naar mijn smaak overtrof niets de spirituele transparantie van bijvoorbeeld Ravels Daphnis et Chloé onder leiding van Van Otterloo. Maar vooral herinner ik me zijn ingespannen wijze van werken, dat een zeer grote concentratie bij de orkestleden opriep. Dat wisselde hij af met een uniek soort humor. Tijdens de eerste repetitie die ik meemaakte, tikte hij na enige minuten af en zei tot de vermaarde solohoornist: ‘Tja, veel hoornisten spelen deze passage te zacht, u dacht zeker: dat zal mij niet overkomen’. Dat was zijn manier om de musicus erop te wijzen dat hij te luid speelde. Het moge duidelijk zijn dat hij bijzonder adrem kon reageren. Van Otterloo was een fervent en sportief automobilist. Toen hij dan ook in zijn favoriete automerk weer eens werd aangehouden en de agent tegen hem zie: ‘Mijnheer, weet u dat u 220 km reed’, was zijn nonchalante antwoord: ‘Ach ja, wij Porcherijders!’ Een van de zeldzame keren dat hij niet zelf reed is hem noodlottig geworden. In 1978 verongelukte hij bij een tragisch ongeval in Melbourne. WOLF EEKHOF
Wilt u reageren op de mijmeringen van Wolf Eekhof ? Dat kan op mijmeringen@brabantsorkest.nl dr. Niek Nelissen, Willem van Otterloo (1907-1978), Een dirigentenloopbaan. Uitgeverij Van Gruting ISBN 978 90 75879 407 E 39,90 januari / februari 2010 • deKlank 21
INTERVIEW
Erik Fokke
Ralph van Raat ‘Muziek die me goed ligt is ook een deel van mijn eigen
M
uziekpublicist Erik Fokke bevraagt pianist en musicoloog Ralph van Raat over zijn passie voor moderne muziek en het pianorepertoire van onder anderen John Adams.
Ralph, je speelt zowel Beethoven als Boulez. Waar komen die brede interesse én jouw weigering vandaan om je aan één stijl te onderwerpen? ‘Er was bij ons thuis altijd muziek. Mijn moeder speelde klassiek piano en mijn vader speelde in een jazzband. Hij was een tijdje zanger en gitarist. Als kind hoorde ik dus veel verschillende muziek. Op mijn zesde begon ik op de piano zelf een beetje te spelen en te improviseren. Op een dag zei mijn moeder: “Waarom zou je niet op les gaan?”. Vanaf les één greep het me. Voor mijn lerares was soms wel vervelend, dat ik naast de opgegeven muziek zelf van alles uitzocht. Ik snapte nooit precies waarom mensen zo hoog opgaven van de genialiteit van de opeenvolging van harmonische functies bij Mozart, althans zo kwam die muziek lange tijd bij mij over. Ik ben toen allerlei boeken gaan lezen over harmonieleer. Bij toeval kwam ik achter het twaalftoonsysteem van Schönberg. Zijn ideeën fascineerden me direct enorm. Ik was begeistert. Uit de bibliotheek haalde ik bladmuziek van Schönberg en van Webern. Maar toen ik thuis kwam en Webern ging spelen, klopte er iets helemaal niet. ‘Webern’ stelde me tegen alle verwachtingen in erg teleur. Hoe was dat nou mogelijk? Ik bleek een foutje gemaakt te hebben en had per ongeluk bladmuziek van Carl Maria von Weber meegenomen... (lacht). Maar die dag heeft mijn leven beslist een andere richting gegeven. Voortaan wilde ik me aan Schönberg en andere nieuwe muziek wijden, pianist wilde ik toen absoluut nog niet worden. Ik was eigenlijk van plan medische biologie te gaan studeren. Maar toen ik een keer samen met mijn vader bij Ypma [toenmalige Amsterdamse firma voor piano’s en vleugels, red.] was en daar op een mooie Steinway Sechs Kleine Klavierstücke speelde, hoorde een kennis van Ton Hartsuiker mij toevallig. Die dag heeft mijn leven echt bepaald. Ik was toen vijftien en Hartsuiker werd mijn pianoleraar. Via hem heb ik niet alleen echt piano leren spelen, maar ben ook heel veel verschillende componisten gaan waarderen. Ik kwam er achter dat er ook mildere nieuwe muziek bestond dan die van Schönberg, zoals die van Milhaud en Poulenc. Het gevolg was dat ik alsnog besloot naar het conservatorium te gaan om me echt als pianist verder te bekwamen. Daarnaast ben ik ook muziekwetenschappen gaan studeren.’ 22
t
Ralph van Raat © Marco Borggreve
boodschap’
januari / februari 2010 • deKlank 23
Tijdens de concerten met Het Brabants Orkest in januari speel je werk van John Adams. In 2006 wijdde je een integrale cd aan de pianomuziek van deze componist, een cd die is opgenomen in de mei jongstleden uitgekomen cd-box met moderne pianomuziek. Wat heb jij met de muziek van Adams? ‘Je hoort in zijn muziek een enorme openheid van geest. Daar kan ik mij goed mee identificeren. Hij heeft als mens geen enkele pretentie, terwijl zijn muziek ontzettend goed is. De muziek van Adams legt je niks op. Je houdt alle ruimte voor je eigen beleving en je eigen onderzoek. Het element om zelf op zoek te kunnen gaan om zelf van alles te kunnen ontdekken, vind ik belangrijk en erg interessant. Kijken we bijvoorbeeld naar het stuk Phrygian Gates dat op die betreffende cd staat. Ik vind het een van de allerbeste stukken die er in de twintigste eeuw voor piano is geschreven. Het is muziek die niet uitgaat van melodie en ook niet van ritme; al heeft het stuk een sterke puls. Deze gaat non-stop door, zonder dat er een ritmische onderverdeling is. Het is ongelooflijk objectieve muziek en toch kan die mij enorm emotioneren. Adams maakt hierin gebruik van phrygische en lydische ladders, die elkaar constant afwisselen. De phrygische ladder heeft sinds de oudheid de connotatie van bloeddorstig, oorlogszuchtig en alles wat met onheil te maken heeft. Anderzijds is de lydische ladder een consonante ladder, een ladder die juist vredelievend is en die volgens Plato een goede invloed had op mensen. Jonge mannen konden beter niet naar phrygische muziek luisteren, omdat die tot oorlogszucht zou oproepen en opvoedkundig een verkeerde invloed had. Jongens konden beter naar lydische muziek luisteren. Die werkte eraan mee dat ze zich tot gehoorzame staatsburgers zouden ontwikkelen. De muziek van Adams sprak mij direct heel sterk aan. Adams is iemand die ik al jaren in mijn top vijf lijstje heb staan van favoriete componisten. Ik heb overigens sowieso veel met Amerikaanse componisten. Veel Amerikaanse componisten, net zoals Poulenc trouwens, hebben een grote openheid van geest. Hun muziek sluit niets uit. Zij maken gebruik van allerlei invloeden. Die worden tot een eigen stijl gesmeed. Die openheid van geest hoor je ook in de muziek van Charles Ives, die honderd jaar geleden werd geschreven. Het is vaak sterk eclectische muziek. Wat ik ook in die muziek hoor is het alledaagse, het voortgaan van de tijd, de snelheid van het leven, het bezetene, het obsessieve. Daarnaast zijn er dikwijls ook niet-westerse invloeden aanwezig en een enorme behoefte aan spiritualiteit en toewijding. Ook in de muziek van Adams komen al die dingen samen. Daar kan ik mij heel goed mee identificeren.’ Je recente cd-box bevat pianomuziek van Magnus Lindberg. In het vorige concert van het orkest in de serie deVernieuwing klonk muziek van hem. Wat betekent voor jou de muziek van Magnus Lindberg? ‘Ik vind de muziek van Lindberg interessant en een uitdaging om te spelen. Voor de cd-opname van zijn complete pianomuziek was een interessante uitdaging het enorme verschil dat er bestaat tussen zijn vroege werk en zijn huidige composities. Jubilees uit 2000 en de twee Etudes uit 2001 en 2004 zijn sterk beïnvloed door het werk van Debussy, Skrjabin en Rachmaninov. Zijn werk uit de jaren zeventig en tachtig zijn strikt modernistisch en staan dicht bij de composities van Pierre Boulez en Brian Ferneyhough.
‘De muziek van Adams legt je niks op. Het element om zelf op zoek te kunnen gaan om zelf van alles te kunnen ontdekken, vind ik belangrijk en erg interessant.’ Ralph van Raat In Tanglewood heb ik met Lindberg gewerkt. Ik wilde graag zijn muziek op cd opnemen. Door onze samenwerking kon ik mijn vragen over zijn muziek goed kwijt. Dat helpt als je die goed wilt uitvoeren. Ik had echt tientallen vragen. Zijn partituren zijn niet zo eenvoudig te lezen en te begrijpen. Daarnaast ben je heel vrij in wat je ermee kunt doen.’ Hoe benader je dit soort ingewikkelde en ongewone partituren, zoals die van Lindberg? Emotioneel of met je verstand? ‘Visueel zou ik bijna zeggen. Ik vergelijk het altijd met sterrenhemels. Het is een soort universum met stiltes en al die noten die zie ik als sterren met een verschillende lichtsterkte. De ene staat dichtbij, de andere staat ver weg. De een is intenser dan de andere. Soms vergelijk ik een partituur met moderne kunst, bijvoorbeeld 24
de auteur Erik Fokke (1950) werkt sinds 1987 als arts in Amsterdam en volgde daarnaast een muziekopleiding aan de Schumann Akademie. Voor VPRO Radio schreef hij tussen 1996 en 2006 tientallen muziekdocumentaires en componistenportretten. Van Fokke verscheen, naast medische publicaties, De broze muze (Uitgeverij Boom, 1996) een bundel essay’s over creativiteit en ziekte. Op muziekgebied verscheen in 2006 bij uitgeverij Rubinstein het 2-cd luisterboek Mozart en de Lage Landen, gebaseerd op een serie radioprogramma’s over de band tussen het wonderkind Mozart en Nederland. In 2007 werd bij uitgeverij Boom Francis Poulenc, Monnik en kwajongen uitgebracht. Voor het Hexagon Ensemble (waarin klarinettist Arno van Houtert optreedt) en acteur Carol Linssen, schreef Fokke, samen met Linssen, het scenario en de teksten van het theaterstuk Entretiens avec Francis Poulenc, waarin de wereld van deze componist tot leven wordt gewekt. Het stuk werd tussen 2007 en 2009 in een groot aantal zalen meer dan vijfentwintig keer uitgevoerd. Voor Pianowereld schrijft Erik Fokke regelmatig recensies, interviews en artikelen.
een werk van Kandinsky. Ik zie allemaal verhoudingen van ‘dichtheden’, van kleuren. De emotie in die stukken is voor mij de ‘dichtheid’. Het is een flow van energieën die ik voel, van licht. Anderzijds is het een energieverloop dat je voelt. Het gaat niet om emoties zoals ontroering, maar het gaat om veranderingen in energieniveau die je voelt in je lichaam. De componist zet je als het ware in verschillende versnellingen. Dat wisselt steeds.’
‘Die dag heeft mijn leven echt bepaald. Ik was toen vijftien en Ton Hartsuiker werd mijn pianoleraar.’ Ralph van Raat Ben je wel eens écht tevreden na een concert? ‘Ik heb het misschien één keer per jaar. Tevredenheid is voor mij iets vreemds in de muziek, dat komt bij mij niet zo vaak voor. Wel met elementen. Je probeert in de communicatie naar het publiek toe zo goed mogelijk je boodschap van het stuk naar voren te brengen. Die wil ik zo goed mogelijk uitdragen. Als het muziek is die je ligt of die je graag speelt, dan is het ook een deel van je eigen boodschap. Ik probeer de muziek zo objectief en zo goed mogelijk over te dragen. En goed is natuurlijk deels subjectief bepaald. Muziek is niet een voor honderd procent vastgelegde taal met een syntax en vaste regels. Gelukkig niet. Ik snapte nooit en snap nog Ralph h va van n Raat at spe peel eltt John Adams · 22 ja j nu nuar arii 2010 · zie pagina 40
steeds niet hoe mensen wel op die manier met muziek kunnen omgaan.’ Dit interview werd eerder gepubliceerd in Pianowereld jaargang 25 nr.3 (2009), bewerking Ineke Kootstra.
Ralph van Raat
januari / februari 2010 • deKlank 25
deOntmoeting informatie over educatie
Kunstverzamelaar Henk Pijnenburg: ‘Hoe kinderen geïnspireerd door klassieke muziek tekenen en schrijven is ontroerend en overweldigend!’ Vanaf 2006 zijn de ogen van kunstminnenden ineens gericht op de Helmondse galeriehouder Henk Pijnenburg. Toen bemiddelde hij in de aankoop van werk van de jonge Eindhovense schilder Aaron van Erp door de prestigieuze Londense Saatchi Gallery. Niet alleen de jonge kunstenaar stond daarmee in één klap op de kaart, maar ook zijn ‘ontdekker en coach’, Pijnenburg zelf. Echter, wereldberoemd of niet, de grootste passie van Pijnenburg gold de afgelopen maanden de apotheose van een project met kinderkunst. Een queeste die ruim veertig jaar geleden begon. Op 8 oktober jongstleden nam Wim Kuypers, bestuurslid van de Stichting Vrienden van Het Brabants Orkest, in de grote zaal van het Muziekcentrum Frits Philips, afscheid van zijn werkzame leven voor Kuijpers Installaties Helmond BV. En daar stond, tussen alle sprekers uit kringen van de politiek, vakverenigingen en werkgevers én naast ensembles uit Het
Op huwelijksreis naar Zwitserland naar aanleiding van de Vijfde Symfonie van Beethoven Silvesterschool, monotype in één kleur (1968/1969)
Brabants Orkest, óók Henk Pijnenburg op het podium. Als persoonlijke
potlood, kleurkrijt of penseel aan de slag als ze zich tien minuten hadden
relatie van de pensioengerechtigde mocht Pijnenburg een aantal zaken
ingeleefd in een bepaald onderwerp. Dat kon via een goed verhaal, klas-
die Kuypers belangrijk vindt met elkaar verbinden: vriendschap, muziek,
sieke muziek, de natuur of beeldende kunst. ‘Waarnemen, ervaren, voelen
beeldende kunst én liefdadigheid. De directe aanleiding daarvoor was
en het dan met hartstocht verwerken’ was het credo van Pijnenburg. Als
het uitkomen van een boek met daarin een verslag van de ‘methode
een explosie: een half uur voor een gedicht of een verhaal, een uur voor
Pijnenburg’.
een tekening. ‘De meeste kinderen moesten er hard aan werken, maar dat was ook de bedoeling. Het ging mij om de passie en de overgave.
Met hartstocht verwerken
Dan floepte hun ziel zomaar naar buiten en kreeg je de beste resultaten.’
Henk Pijnenburg studeerde onderwijskunde en kunstgeschiedenis en begon zijn loopbaan als docent. Op het hoogtepunt van de flower power-
Werken met ziel en lichaam
periode schreef hij een tekenmethode voor basisschoolleerlingen die
Dat de methode werkte, blijkt uit de bewaard gebleven resultaten. Ze doen
enorm aansloeg. In die periode, van 1964 tot 1973, gaf Henk Pijnenburg
denken aan de explosieve uitingen van de Cobra-groep. De Helmondse
tekenles aan de St. Jozefschool en de Sylvesterschool in Helmond. On-
kinderen sleepten veel prijzen in de wacht met hun tekeningen, schilde-
tevreden over de werkwijze en resultaten van de gangbare lesmethodes
rijen, verhalen en gedichten, Henk Pijnenburg kreeg alom lof voor zijn
binnen zijn vakgebied werd hij een pionier op het gebied van ervarings-
methode. Experimenten met klassieke muziek waren de reden dat Willem
onderwijs. Hoofdonderwijzer van de St. Jozefschool Theo Driessen vond
Duys en Joop Stokkermans op 30 september 1968 naar Helmond kwamen
het als cultuurminaar prachtig en liet zijn tekenleraar graag zijn gang
voor een grootscheepse sessie met Pijnenburg in de gymzaal van de
gaan. Pijnenburg leerde kinderen vanuit hun gevoel waar te nemen, te
Sylvesterschool. Een uur lang werden in Duys’ tv-programma Muziek-
tekenen, te dichten en verhalen te vertellen. Ze mochten pas met pen,
mozaïek van de AVRO gedichten en verhalen uitgebeeld en geïmproviseerd in muziek omgezet. ‘En ik werd overal in het land uitgenodigd’, bevestigt Pijnenburg. ‘De methode omvatte spel, muziek en aanschouwelijkheid. Een methode voor mensen die met ziel en lichaam willen werken, om mensen ‘vrij te maken’.’ Pijnenburgs opvattingen staan voor basaliteit en waarachtigheid, waarden die ook van pas kwamen in zijn latere functies, zoals kunstadviseur van de gemeente Helmond, onder meer met betrekking tot de collectie van het Museum voor Moderne Kunst, docent aan kunstacademie in Tilburg, zelfstandig galeriehouder of voorzitter Beeldende Kunst in het Meyhuis in Helmond. ‘We maakten de meest wilde tentoonstellingen. Als je veel geld hebt is het makkelijk
Het veroveren van een vlak kleurlijnen en kleurvlakken n.a.v. het luisteren naar Stravinsky’s Petroesjka, wascokrijt op wit tekenpapier, 23x32cm, stage klas 6 jongens St. Jozefschool (1964)
26
om een tentoonstelling te maken, maar als je geen geld hebt wordt het veel interessanter.’
Klassieke muziek Onder die noemer zijn recent negentig Helmondse kinderwerken van pakweg veertig jaar oud, tekeningen, schilderijen en gedichten, gebundeld in een fraai 200 pagina’s tellend boekwerk. Het boek is ter gelegenheid van Wim Kuypers’ pensionering gesponsord door Kuijpers Installaties b.v. en de baten komen volledig ten goede aan liefdadige doelen.
Aaron van Erp In 2001 ontdekte Henk Pijnenburg de Eindhovense kunstenaar Aaron van Erp in ‘De Nederlandsche Cacaofabriek’ in Helmond. In 2006 werd van Erps werk door Pijnenburgs bemiddeling aangekocht door The Saatchie Gallery, Londen en door het Gemeentemuseum Den Haag, dat met een indrukwekkende catalogus in 2007 de eerste grote solotentoonstelling
je weten te waarderen. Ze zijn de basis van het kunstvak. Herbert Read
organiseerde. Daarna volgde onder andere het MARTa museum, gebouwd door Frank Gehry, in Herford, Duitsland. Aaron van Erp wordt momenteel
schreef het al in 1958 in zijn boek Education through Art, waarin hij het
vertegenwoordigd door verschillende internationale galerieën.
‘Mooie kindertekeningen, gedichten of verhalen van jonge kinderen moet
belang hiervan benadrukte en Cobra wilde helemaal terug naar de eerlijkheid van de kindertekening. Deze tijd ligt al weer ver achter ons. Tegenwoordig zijn kinderen kleine volwassenen geworden, er worden enorme eisen aan ze gesteld en ze groeien op in veelal verscheurde gezinnen. Wie is er tegenwoordig geen ADHD kind?’ Pijnenburg vindt het belang van zijn methode alleen maar toenemen. ‘Om ze vrij en los te maken liet ik de kinderen in mijn tekenlessen naar klassieke muziek luisteren – ongeveer tien minuten met gesloten ogen – stilte creëren – de muziek ondergaan – laten doorsijpelen in lichaam en geest. Daarna liet ik ze in de lucht tekenen wat ze hadden ervaren, waarbij schouders en armen los werden geweekt. Pas daarna kregen ze papier.’ Zo integreerde hij alle zintuigen en leerde kinderen spelenderwijs auditieve ervaringen om te zetten in beelden en woorden of om visuele waarnemingen te verwoorden of te verbeelden. Beethoven, Dvorˇák,
Bewegend zoeken naar spel van kleurlijnen en vlakken op muziek van Debussy (Vioolsonate in g: Allegro vivo) onbedrukt krantenpapier, 23x32cm, klas 6 meisjes St. Jozefschool (1964)
Debussy, Stravinsky, het heeft allemaal voor de Helmondse kinderoortjes geklonken! ‘Ik maakte een feest van tekenonderwijs!’ INEKE KOOTSTRA
Agenda educatie Componeren in de klas
Henk Pijnenburg www.artpijnenburg.com h.pijnenburg@hetnet.nl • 0493 320497 • 0493 314416 • 06 21537406
11 januari - 9 maart 2010 De Klimboom Best workshops voor de groepen 5, 6, 7 en 8 15 januari - 5 februari 2010 Basisschool De Ranonkel Someren een workshop in het kader van de ateliermiddagen 28 januari 2010 Mytylschool Eindhoven, rondleiding, bezoek aan het lunchpauzeconcert en een korte workshop 12-24 februari 2010 Heerbeeckcollege Best, workshop voor leerlingen Atheneum-5 met examenvak muziek, presentatie 24 februari voorafgaand aan concert Het Brabants Orkest in Eindhoven
Storm, schilderij om vrij te maken, n.a.v. Symphonie fantastique van Berlioz; op onbedrukt krantenpapier met vier kleuren plakaatverf. 32x24 cm. Silvesterschool klas 3/4 (1968)
Koperdag 7 februari 2010 Koperdag CKE Eindhoven m.m.v. het Brabants Koperkwintet bestaande uit leden van Het Brabants Orkest. Een dag met ensemble-lessen, masterclasses en optredens
kindertekeningen- en verhalenboek Leven Beleven Ontdekken
Cursus
hardcover, 200 pagina’s, 130 kleurenafbeeldingen en 90 verhalen/
4-18 januari 2010 Cursus ‘Een Nederlandse Beethoven’
gedichten • prijs E 40 • opbrengst geheel ten bate van goede doelen
Eersel - Volksuniversiteit de Muzenval 4-25 januari 2010 Cursus ‘De Romantiek in zicht’ ’s-Hertogenbosch - Volksuniversiteit
Te bestellen bij • De Nederlandsche Cacaofabriek www.cacaofabriek.nl, Engelseweg 1b Helmond 0492 599 055 of 0636304129 • cacao@cacaofabriek.nl
zie ook www.treskebruning.nl en pagina 55 8-15 februari 2010 Cursus ‘Van serenade tot symfonie’ Tilburg - Cursushuis Midden-Brabant
• Theo Driessen Instituut, Instituut voor muzische vorming Willem Prinzenstraat 43, Helmond | 06 132 417 76 • Stichting Vriendenkring Deurne Batouri - project AIDS-preventie 0493 310490
zie ook www.brabantsorkest.nl > maak kennis met het orkest > educatie 040 265 56 81 · avcampen@brabantsorkest.nl
januari / februari 2010 • deKlank 27
Mich Mi c el K Kha halilifa
Giel Vleggaar en de bekoring van discomuziek
K
an een klassiek orkest uit de voeten met discoklanken? Het Brabants Orkest
neemt de proef op de som met Dead as Disco, een vrolijk stuk uit 2006 van de Amsterdamse componist Giel Vleggaar waarin muzikale knipogen naar de
goeie ouwe tijden een belangrijke rol spelen. Een gesprek met een jonge, gedreven, en succesvolle componist: ‘Als je je in discoland begeeft, moet je de taal spreken.’ Voor alle duidelijkheid: Giel Vleggaar (1974) schrijft muziek voor de klassieke concertzaal, niet voor de nachtclub. In Dead as Disco hanteert hij een traditionele orkestbezetting, met als enige toevoeging een Fender
Rhodes, het elektrische toetsinstrument dat decennia lang de sound van funk, soul en later disco mede bepaalde. Op gezette tijden moeten orkestleden wel ritmisch in hun handen klappen. Bij de eerste uitvoering door de Radio Kamer Filharmonie drie jaar geleden liet Vleggaar aan het plafond van Vredenburg Utrecht een discobal ophangen, die aan het eind naar beneden zou moeten storten. Dat laatste ging de concertorganisatoren een tikkeltje te ver. ‘Dead as Disco is een spel zonder pretenties’, benadrukt Giel Vleggaar. ‘Ik wilde gewoon kijken hoe ver ik met discogebaren kon gaan. Maar als je je in discoland begeeft, moet je wel de taal spreken. Daarom heb ik eerst twee weken lang intensief naar opnames uit de oude doos geluisterd. Ik ontdekte toen dat er veel verschillende stromingen in de discomuziek van de jaren zeventig zijn geweest. De Bee Gees-klank die veel mensen wellicht met disco associëren is slechts een blanke afgeleide van een groot en complex zwart gebeuren.’ ‘De liefhebber zal horen dat ik in Dead as Disco naar verschillende nummers van toen verwijs. Stevie Wonder zit erin, Earth, Wind and Fire ook. Naast deze blijde, optimistische klanken uit de jaren zeventig sta ik ook met Let’s Get Physical van Jane Fonda stil bij het grimmige vervolg begin jaren tachtig, toen het orkest uit de dansmuziek verdween.’
Lofzang en requiem Behalve een lofzang is Dead as Disco – de titel zegt het al – ook een requiem voor een muzieksoort die vrij abrupt verdween. Maatschappelijke kritiek op discosterren, de opkomst van punk en veranderende smaken worden meestal als redenen genoemd. Volgens Giel Vleggaar gaven financiële afwegingen de doorslag: ‘Rond 1980 deed de drumcomputer zijn intrede in de studiowereld. Deze moderne synthesizer werd veel goedkoper dan de hele stoet orkestmusici die tot dan toe voor de opnamesessies nodig was. Producenten trokken al snel hun conclusies.’ 28
t
‘Zolang er film is, zal het orkest als instituut overleven.’
januari / februari 2010 • deKlank 29
30
Een parallel met de huidige orkestperikelen in Nederland dringt zich op, aldus Vleggaar, die zich druk maakt over de flinke subsidiekortingen waarmee orkesten en ensembles te kampen hebben. Toch blijft hij positief gestemd over de toekomst van het symfonieorkest. Filmmuziek is volgens hem de redding. ‘Zolang film er is, zal het orkest als instituut overleven. Soundtracks worden nog steeds in symfonische bezetting opgenomen. Kaskrakers van Steven Spielberg of George Lucas hebben bij veel mensen een ‘onbewust bewustzijn’ tot stand gebracht over het bestaan van zoiets als een orkestklank. Neem een leek mee naar een orkestconcert Giel Vleggaar © NRC Handelsblad | Maurice Boyer
en de kans is groot dat hij roept: ‘Dit klinkt als de Raiders of the Lost Ark!’ ’ Zelf wil Vleggaar in principe geen filmmuziek schrijven, omdat hij niet ondergeschikt wil zijn aan een regisseur. Hoewel, dromen mag altijd. Lachend: ‘Als men mij volledige onafhankelijkheid en een flinke zak met geld garandeert, dan doe ik het wel!’ Belangstellende filmproducenten zullen even geduld moeten hebben, want Vleggaars agenda voor de komende drie jaar zit al vol. De laatste tijd weten prestigieuze opdrachtgevers als de ZaterdagMatinee en het Holland Festival hem te vinden. Sinds het succes van Dead as Disco heeft hij al zes nieuwe werken geschreven waarvan het meest recente, Fünf, in februari 2010 door het Nederlands Studenten Orkest ten doop wordt gehouden. Als uitgangspunt bij elke nieuwe compositie bedenkt Vleggaar een obstakel dat als uitdaging én als beperking
‘Crumb is een volkomen vrije geest, die mij uitgedaagd heeft buiten mijn grenzen te treden.’ Giel Vleggaar
moet dienen. Dat deed hij voor het eerst in 2004 met Appalachia, een werk voor akoestische gitaar en ensemble waarin bluegrass, een subgenre binnen de countrymuziek, als inspiratiebron diende. Vorig jaar richtte Vleggaar zich in Ayre of Solace op de delicate muziek van de zeventiende-eeuwse componist John Dowland.
‘Aha-ervaring’ Nadat hij het referentiekader bepaald heeft, gaat hij op een intuïtieve manier te werk. Dat leerde hij onder meer tijdens een masterclass met de inmiddels tachtigjarige componist George Crumb. Vleggaar: ‘Crumb is een volkomen vrije geest, die mij uitgedaagd heeft buiten mijn grenzen te treden. “I am a stumbler”, zei hij altijd: “ik bots tegen dingen aan”. Dat spreekt me erg aan. Nog belangrijker voor mij is de invloed van Tom Robbins, schrijver van boeken als Even Cowgirls Get the Blues: hij maakt geen vooropgezet plan, begint gewoon bij bladzijde één en houdt op bij de laatste pagina.’ ‘Op deze manier komen de leukste invallen. Dat heb ik ervaren in Dead as Disco. Ik wist vaag dat ik met een grote klap wilde eindigen. Pas toen ik met het eind bezig was, viel het kwartje: de drie zware akkoorden waarmee ik op dat moment aan het experimenteren was, leidden mij tot de de ritmische cel waarop We Will Rock You van Queen gebaseerd is. Het was een 'aha-ervaring' waarvan ik zelf in de lach schoot. Voor de zekerheid ben ik hiermee bij twee ervaren collega’s te rade gegaan.’ Een van die collega’s was Theo Verbey, zijn voormalige compositiedocent op het Conservatorium van Amsterdam, en dit seizoen composer in residence bij Het Brabants Orkest. Vleggaar is blij dat Dead as Disco met twee werken van zijn voormalige leermeester geprogrammeerd staat. ‘Theo heeft mij veel geleerd: techniek uiteraard, maar ook discipline, een goede werkmethode en inzicht in het orkest. Maar componeren is net als autorijden: je leert het pas echt al doende, nadat je examen hebt gedaan.’
Dead De ad a ass Di D sc sco van Giel Vleggaarr 22 januari 2010 · zie p.40 januari / februari 2010 • deKlank 31
In de 225 jaar dat Koninklijke Broese en Peereboom ondertussen bestaat blijven wij zoeken naar verbetering. Die vinden wij op alle gebied, of het nu gaat om ISO-keurmerken of om de optimalisatie van onze bedrijfsprocessen. Maar dat is voor ons niet genoeg. Wij staan al jaren voor kennis, doeltreffendheid en kleurrijk in onze producten en dat doen wij op een dynamische, vooruitstrevende en toonaangevende manier. Dat doen we omdat we Broese zijn! Wij zijn ook u graag van dienst!
;ilbb\i`a
;`^`kXXc
ontdek het grafisch landschap
32
Paull JJan Pa anss ssen e
Van Oetelkonzert tot Brood op de planken
H
et is een belangrijke cesuur in het Brabantse kalenderjaar: carnaval. Sinds 1965 draagt Het Brabants Orkest bij aan deze feestvreugde. Eerst aarzelend, maar inmiddels vol overtuiging. Ook de Proms en de cross-overconcerten
golden jarenlang als een ‘ideale afwisseling op de reguliere concertpraktijk’. Het moest er van komen, en het kwam er van. Als ’s-Hertogenbosch Oeteldonk wordt en de macht voor even in handen is van carnavalsvereniging De Oetels en Prins Carnaval kunnen er vreemde dingen gebeuren. Zo was het verzoek dat Het Brabants Orkest in 1964 kreeg goed voor menig gefronste wenkbrauw. De carnavalsvereniging wilde net als in Limburg met het Limburgs Symfonie Orkest een carnavalsconcert organiseren met Het Brabants Orkest. Het was natuurlijk een vorm van vloeken in de kerk, want de artistieke drijfveren van de klassieke musici waren niet werkelijk te rijmen met de jolijt die de carnavalsvierders het liefste wilde horen, maar op dinsdag 23 februari 1965 was het eerste Oetelkonzert in het Bossche Casino een feit. ‘As d’n diregènt d’raon komt (hij is groot zat en nie van de maogerste, dus ge kèkt um nie over ut hoofd), moete heel hard klappe’, zo meldde het eerste programmaboekje, om maar te onderstrepen dat Het Brabants Orkest vooral had toegestemd omdat het bestuur mogelijkheden zag om nieuw publiek aan te boren.
Een moeilijk proces De vormgeving van het Oetelkonzert lag op het bord van ‘carnavalsdirigent’ Sef Pijpers, hoornist van het orkest en een ervaren harmonie- en fanfaredirigent. De man die jarenlang de vaste dirigent voor de carnavalsconcerten zou blijven, zette de toon met concerten waar genoeg te beleven was voor de musici, maar waar ook de carnavalsvereniging en de feestvierende massa uitstekend mee leven kon. ‘Een moeilijk proces’, noemde Pijpers zijn werk in het jubileumboek Een bevlogen orkest uitgelicht. ‘Een hels karwei om het repertoire nieuw en levendig te houden. Zowel het publiek als het orkest zijn veeleisend en kwalitatief goede carnavaleske stukken zijn dun gezaaid.’ Pijpers wist de grootste gemene deler te vinden tussen grap en goede muziek en scoorde met uitstekende bewerkingen en intrigerende opHet orkest repeteert onder leiding van Sef Pijpers met Jasperina de Jong 1974
drachten aan Brabantse componisten. Zo schreef Louis Toebosch het t januari / februari 2010 • deKlank 33
selectie van artiesten bij carnavalsconcerten 1967 Toon Hermans 1969 Marie-Cécile Moerdijk 1977 Ad Brockino, zingende zaag 1979 Toots Tielemans 1981, 1993 Mini & Maxi 1982 Louis van Dijk, Daniël Wayenberg en Tobi Rix 1983 Paul van Vliet 1987, 1992 Marco Bakker 1988 Caroline Kaart en Karin Bloemen 1989 Seth Gaaikema 1996 Henk Poort 1997 Anneke Grönloh 1998, 1999, 2000, 2002, 2004 Erik Brey (Purper) 2005 Joop Braakhekke 2009 Geert Chartrou, kunstfluiter en Ernst Daniël Smid
André Rieu sr. en Prins Amadeiro XXI
Concert voor tuba en piccolo en ging het carnavalsconcert vaak om 20.11 uur van start met de Openingsfanfare van Johannes Sebestioan Gètjesmoaker, de schuilnaam die Jo van den Booren aannam om zijn bijdrage aan de feestvreugde te leveren.
Knoerissenconcert Naast het programma waren het vanaf 1967 ook de gastsolisten die het Oetelkonzert tot een groot succes maakten. Meteen in 1967 zorgde Toon Hermans voor een onvergetelijk concert en ook in latere jaren wisten artiesten als Marie-Cécile Moerdijk, Daniël Wayenberg, Mini & Maxi, Paul van Vliet, Joop Braakhekke en Karin Bloemen, die samen met Caroline Kaart de zaal veroverde met een hilarische vertolking van Rossini’s Kattenduet, het carnavalsconcert steviger op de kaart te zetten. Ook het concert met Toots Tielemans groeide uit tot een memorabele gebeurtenis. ‘Toots zat vrolijk te improviseren tijdens de repetitie en de dirigent wist niet waar we waren’, herinnert eerste klarinettist Arno van Houtert zich. ‘Hij vroeg het aan de mondharmonicaspecialist. Toots antwoordde: “Daar moet je mij niets over vragen; ik kan geen noot lezen”. Het werd uiteindelijk een geweldig concert.’ Al in 1967 kwam er een carnavalsconcert bij. Het Knoerissenconcert in de Udense Markthal. Dit concert werd door de musici van het orkest al snel gezien als een opwarmertje voor het Oetelkonzert de dag erna. Al kon het er ook erg gezellig toegaan. Zo gaat het gerucht dat verschillende musici de nacht doorhaalden en nog steeds in hetzelfde rokkostuum op de repetitie kwamen na het concert in Uden. In de jaren tachtig groeide het aantal carnavalsconcerten met het Concert carnavalesk in Eindhoven, het Kruikenconcert in Tilburg en Concordia’s Carnaval Concert in Breda uit tot vijf. Een Marie-Cécile Moerdijk 1969
34
volle week feestgedruis.
Caroline Kaart en Karin Bloemen 1988
Toon Hermans dirigeert Het Brabants Orkest tijdens het Carnavalsconcert in 1967
Carnavalsconcert in Eindhoven, 2003 © Jan Swinkels
Verkleedtraditie Sef Pijpers had toen al afscheid genomen van het orkest. In 1976 legde de artistieke grondlegger van de carnavalsconcerten het dirigeerstokje neer. In eerste instantie vond men een goede vervanger in de Limburger André Rieu sr. [inderdaad ‘de vader van…’], die veel carnavalservaring had met het Limburgs Symfonie Orkest. Vanaf 1981 trok de ‘Brabantse Amsterdammer’ Jan Stulen de kar. Stulen nam het concert zeer serieus en wist het uit te bouwen tot een thematisch geheel. Het publiek schikte zich met de mooiste uitdossingen naar het heersende thema. Alleen het orkest bleef jarenlang achter. Het verscheen keurig in rokkostuum om toch maar het onderscheid te maken tussen het feest en de ernst. Tot een paar jaar geleden. Toenmalig orkestdirecteur Stan Paardekooper loofde in een vrolijke bui een prijs uit voor de best verklede orkestgroep. ‘Ik weet niet of de prijs ooit is uitgereikt, maar de verkleedtraditie is gebleven’, zegt Van Houtert. ‘Nu zien we er tenminste niet meer uit als obers.’ De verkleedpartij staat ook voor de acceptatie van het carnavalsconcert onder de musici. ‘Een ideale afwisseling op de reguliere concertpraktijk’, zo noemde fagottist Alessandro Bravin rond de millenniumwisseling de carnavalsconcerten.
proms 1970 Trio Louis van Dijk 1971 Trio Louis van Dijk en Ekseption 1972 Trio Louis van Dijk, Focus en Emmy Verhey 1973 Trio Louis van Dijk, Farce Majeur en The Chris Hinze Band 1974 Trio Louis van Dijk en Jasperina de Jong 1975 Trio Louis van Dijk en Conny Stuart 1976 Trio Louis van Dijk en Gerard Cox & Frans Halsema 1977 Trio Louis van Dijk, Conny Stuart, Jules de Corte en Thijs van Leer 1978 Dutch Swing College Band, Roemeens Orkest Andreï Sarbán 1979 Pieter van Vollenhoven en Frida Boccara 1980 Trio Louis van Dijk en Daniël Wayenberg 1981 Trio Louis van Dijk en Flairck 1982 Lori Spee 1983 Flairck 1984 Trio Louis van Dijk, Berdien Stenberg en Maria Orán 1985 Louis van Dijk & Pim Jacobs en Jos Brink 1985 Louis van Dijk & Pim Jacobs en Albert West 1986 Demis Roussos
Wodka Die ‘ideale afwisseling’ geldt ook voor de Promsconcerten die tussen 1970 en 1986 vooral in samenwerking met het Trio Louis van Dijk in de Brabanthallen plaatsvonden en voor de cross-overconcerten die in de jaren negentig en ook de laatste jaren weer met een zekere onregelmatigheid in Eindhoven plaatsvonden. In 2008 zongen René Froger, Rob de Nijs en Glennis Grace nog de sterren van de hemel, maar het meest spraakmakende cross-overconcert vond ongetwijfeld in 1998 plaats met de t
Rob de Nijs © Marc Bolsius
© Freddie2.nl
januari / februari 2010 • deKlank 35
hoogtepunten cross-overconcerten 1995 Thijs van Leer 1997 Huub van der Lubbe (Buitenboel openluchtconcert Eindhoven) 1998 Herman Brood (Buitenboel openluchtconcert Eindhoven Vera Mann (’s-Bosch) 1998 Vera Mann 2007 Glennis Grace en Do 2007 Pia Douwes 2008 René Froger, Rob de Nijs en Glennis Grace (Würth openluchtconcert ’s-Hertogenbosch)
Jaap van Zweden en Herman Brood in 1998
Nederlandse rocklegende Herman Brood. ‘Herman was heel zenuwachtig’, herinnert Van Houtert zich. ‘Hij kwam te laat op de repetitie en hij vroeg de orkestinspecteur meteen om een fles wodka.’ Jaap van Zweden dirigeerde en langzaam brak de spanning. ‘Geef het orkestje ook maar wat te drinken’, sprak Brood toen de drank arriveerde. ‘Hij zweette als een otter, maar hij kreeg er duidelijk plezier in. Al snel stond hij met ontbloot bovenlijf en vol overgave te zingen.’
Vrolijke cesuur Het zijn de momenten dat het orkest even over het muurtje kijkt, momenten die een andere instelling vragen van de klassiek geschoolde musici, en momenten die daarom even leerzaam als kostbaar kunnen zijn. De Proms behoren tot het
‘Geef het orkestje ook maar wat te drinken’, sprak Brood toen de drank arriveerde.
verleden, maar het Carnavalsconcert – vanwege de werkdruk tegenwoordig alleen nog in ’s-Hertogenbosch en Eindhoven en in 2010 weer samen met Karin Bloemen en onder leiding van Jan Stulen – blijft een vrolijke en inmiddels onmisbare cesuur in de jaarkalender van de orkestmusicus.
In polonaise met Het Brabants Orkest · 9 februari 2010 ((’ss-H -Her erto toge genb nbos osch ch) en 12 februari 2010 (Eindhoven)
Carnavalsconcert 2005 © Ramon Mangold
36
deColumn S t e p h e n We s t r a
Het kleine oude huis Ik vind oude auto’s mooier. Ik vind oude huizen mooier. Ik vind een in leer gebonden boek, goud op snee, met dik papier dat niet vergaat maar zachtjes meebruint met de tijd, mooier. Ik heb liever een stevige lp, een bakelieten 78-toeren liefst, dan zo’n iel-glimmende cd, liever een ingelijst schilderij dan een compositie uit plexiglas. En ik weet wel zeker dat ik Europa mooier had gevonden toen het nog helemaal met bos was bedekt, dan nu, opengebroken door steden, snelwegen, vuilstortplaatsen, wintersportoorden, Maasvlaktes en Ikea’s. En toch denk ik, desondanks: het mag allemaal waar zijn, vroeger was alles minder… Het zit zo. Ik kwam er op toen ik onlangs in de trein van Utrecht naar
had ongetwijfeld een hoop plezier toen hij hoorde hoe, in zíjn opdracht,
Leiden reisde. Bij station Woerden zag ik iets bijzonders. Vlak naast
deze Mozart een perfect werkje had afgeleverd; toch denk ik niet dat
het station, een beetje alleen, vergeten, verlegen en misschien toch
die muziek, de grandioze dubbele octaafsprongen aan het begin, de
stiekem bewonderd stel ik me voor, viel me daar opeens een oud klein huis op. Eind negentiende eeuw ongeveer. Het was
intreurige hobo-bes die in de romance van het tweede deel een paar keer tussenbeide komt, het quasi plechtstatige
eigenlijk niet zo heel klein, maar de verhoudingen
menuet, de feeërieke achtervolging van de finale hem beter heeft gesmaakt dan een gemiddelde
waren net iets bescheidener dan bij bouwsels van nu. De deuren donker klimop-groen
marsepeinbonbon, een spannende jachtpar-
geverfd. Keurige, ja haast gesteven witte
tij of een glimp van de spartelende blote
kozijnen. Een zadeldak. Bleke kiezelstenen
benen van zijn maitresse. Ik echter hoor
in het smalle tuintje ervoor. En een bankje.
deze symfonie aangeraakt door het patina
Ik vond het heel lief en schattig, het was of
der nostalgie. Het is een vergezicht in de
de wereld van Schoolidyllen en Dik Trom
tijd. Het sleept me weg uit de bezorgdhe-
herleefde, je had er een strik om willen doen.
den van hier en nu. Die muziek maakt je verliefd, o stapelverliefd, al heb ik geen idee op wie of wat
Ervan vergeven
– hetgeen logisch is, want de Haffner verwijst
Ik vond het zo mooi. Ik, anno 2010. En misschien ook wel een paar andere reizigers die op dat
naar iets beters, iets ‘anders’, een betere, andere
moment uit het coupéraam keken. Wij zijn bevoorrecht! Want, dacht ik, is dat huisje nou altijd zo mooi gevonden?
wereld, de Elyzeese velden en maak je daar maar eens een concrete voorstelling van.
Heeft men er altijd van opgekeken? Het is toch ook weer niet zo héél bijzonder. In de tijd dat het werd gebouwd, was Nederland vergeven
Het oog van nu
van dit soort huisjes, tot vervelens toe. Het is dat het nu naast het futu-
Ik ben blij dat ik nu leef. En niet in 1782, toen Mozart deze symfonie
ristische station van Woerden staat, dat de indruk wekt elk moment
schreef. Het was me waarschijnlijk niet als iets bijzonders opgevallen.
als ruimteschip naar Mars te kunnen afreizen. Wat heb ik een geluk!
Vroeger was alles beter, zegt men, maar daar moet je wel oog voor
Dus ziet u, vroeger was alles minder, want toen kon je zulke huisjes
hebben. Het oog van nu. Op 22 januari speelt Het Brabants Orkest
nog nauwelijks bewonderen en nu is het bevallige ding in staat iemands
muziek van Theo Verbey, Giel Vleggaar en John Adams. Wat ik van die
dag te verheffen.
muziek vind? Geen idee. Het is muziek zoals die nu geschreven wordt. Dus liever kom ik er over een eeuw of twee nog eens naar luisteren.
Vergezicht Iets vergelijkbaars geldt denk ik ook wanneer je nu klassieke muziek hoort. Zal de schoonheid van, om iets te noemen, Mozarts Haffnersymfonie indertijd ook zo zijn opgevallen? Stamitz, Cimarosa, Cannabich, Hummel, Kozeluch, Michael Haydn, en talloze anderen – ze maken de encyclopedieën dik – spraken dezelfde muzikale taal als Mozart. Het was heel gewoon om zo te componeren. De heer Haffner
Nieuwe muziek van Verbey, Adams en Vleggaar, oude muziek van onder anderen Brahms, Mendelssohn, Fodor, Beethoven en Mozart · zie pagina’s 38, 40, 42 en 44
januari / februari 2010 • deKlank 37
P R O G R A M M A
T O E L I C H T I N G
14, 15, 16 en 17 januari 2010 De echtelijke staat
Het Brabants Orkest Christoph Poppen dirigent Nathalie Stutzmann alt Brabant Koor
Beethoven trouwde nooit. Dat was geen principiële keuze maar een noodlottig gegeven. Hij had best gewild, graag zelfs – lees er de brieven aan de ‘Unsterbliche Geliebte’ maar op na – maar hij was nu eenmaal niet de gemakkelijkste. Een man die mogelijk alleen toch beter af was, want cholerisch, opvliegend, chaotisch, achterdochtig, ongemanierd. Een en ander mag deels worden verklaard uit zijn tragische doofheid, en zijn inborst was doodgoed, maar uiteindelijk was doofheid
Ludwig van Beethoven 1770-1827 Elegischer Gesang opus 118 1814
óók al geen pre als je een geschikte echtgenoot wilde zijn. Zijn idealistische gedachten over het huwelijk leefde hij uit in zijn opera Fidelio, een lofzang op het huwelijk. In de tijd dat Beethoven die z’n definitieve gedaante gaf, in 1814, com-
Felix Mendelssohn Bartholdy 1809-1847 Hymne / Drei geistliche Lieder und Fuge voor alt, koor en orkest opus 96 1840/1843
poneerde hij ook het Elegischer Gesang. Alweer een loflied op de echtelijke staat. Het was een geschenk voor zijn vriend baron Johann Baptist Pasqualati. Diens vrouw Eleonora was op haar 24ste overleden
Hymne: ‘Laß, o Herr, mich Hilfe finden
(waarschijnlijk in het kraambed). Beethoven
Choral: Deines Kind’s Gebet erhöre
probeerde hem met dit aangrijpende werk
Herr, wir trau’n auf deine Güte
troost te bieden. Er zijn nog enkele andere
Fuge: Laßt sein heilig Lob uns singen
opmerkelijke associaties met Fidelio: de heldin daarin heet Leonora, bijna zoals
Johannes Brahms 1833-1897 Altrapsodie opus 53 1869 pauze
Giuseppe Verdi 1813-1901 Quattro pezzi sacri 1889/1897
Pasqualati’s vrouw dus. En het Elegischer Gesang staat in E-groot, een tamelijk ongebruikelijke toonsoort, maar
Ludwig van Beethoven litho naar Anton Dietrich, 1821/1822
wel de hoofdtoonsoort van Fidelio.
Uitersten
Ave Maria
Het oeuvre van Mendelssohn slingert tussen wereldlijk en geestelijk. De componist
Stabat Mater
van symfonieën als de joyeuze Italiaanse en de pittoreske Schotse, schreef ook
Lauda alla Vergine Maria
strenge oratoria als Paulus en Elias – en als het even had meegezeten was er ook
Te Deum
nog een Christus gekomen (Mendelssohn was er mee bezig toen hij stierf). In de winter van 1840 schommelden zijn plannen ook weer eens tussen de twee uiter-
Eindhoven donderdag 14 januari 2010 Muziekcentrum Frits Philips, 20.15 uur Inleiding: Michel Khalifa, 19.15 uur
sten. Zou het een opera worden over het Nibelungenlied? Boeiende stof, maar wat te doen met die overdaad aan stervende Teutoonse helden (Wagner zou er later vier opera’s voor nodig hebben). Dus koos hij maar voor een compact religieus Christoph Poppen · dirigent • opgeleid als violist en dirigent
Breda vrijdag 15 januari 2010
• meervoudig prijswinnaar als vioolsolist
Chassé Theater, 20.30 uur
• 1978 Cherubini Quartett opgericht, tevens primarius
Inleiding: Michel Khalifa, 19.45 uur
• 1988-1995 docent viool en kamermuziek aan Hochschule für Musik in Detmold • 1995-2000 docent en rector ‘Hanns Eisler’ Hochschule
Tilburg zaterdag 16 januari 2010 Concertzaal, 20.30 uur Inleiding: Nico Dezaire, 19.45 uur
Christoph Poppen © Sasha Gusov
für Musik in Berlijn • 1995-2006 artistiek leider Münchener Kammerorchester
• 2001-2005 artistiek directeur van International Musikwettbewerb ARD • 2003 docent viool en kamermuziek Hochschule für Musik und Theater, München
’s-Hertogenbosch zondag 17 januari 2010 Theater aan de Parade, 14.15 uur Inleiding: Nico Dezaire, 13.30 uur
38
• 2006 chef-dirigent Deutsche Radio Philharmonie Saarbrücken Kaiserslautern • vermaard om innovatieve programmering, voorvechter hedendaagse muziek • omvangrijke discografie bij onder meer EMI, ECM, Aktivraum en Berlin Classics • www.christophpoppen.com
im Winter) ‘voor wie balsem tot vergif werd? Die mensenhaat dronk uit de volheid van de liefde? Eerst veracht, nu zelf verachtend, verteert hij al wat hem waardevol maakt in vruchteloos zelfonderzoek.’ Het gaat over een eenzame en afgewezen man die door een winterlandschap reist. Zo voelde Brahms zich zonder Julie. Een erg persoonlijk werk; Brahms sliep met de partituur ervan onder zijn kussen, en verbood een jaar lang uitvoering. Gewijd gekrabbel Na Falstaff, 1893, wilde Verdi niet meer. Zijn briljante librettist Boito trachtte hem nog met allerlei Shakespeare-verhalen te verleiden – Klooster Engelberg in Zwitserland aquarel door Felix Mendelssohn
Anthony & Cleopatra bijvoorbeeld, en King Lear, een levenslange obsessie van Verdi –
Johannes Brahms
werk, Psalm XIII, ook bekend als de Hymne voor alt, koor en orkest. Het
maar nee. Wel krabbelde hij uit gewoonte elke dag nog wat op papier en zo
werk werd postuum gepubliceerd, vandaar het idioot hoge opusnum-
ontstonden op zijn oude dag de Quattro pezzi sacri (Vier gewijde stukken)
mer 96. En onder een wat misleidende titel, Drei geistliche Lieder (het
– so nebenbei ontstaan en nooit als eenheid bedoeld, hoewel nog tijdens
stuk heeft vier delen).
zijn leven in 1898 in Parijs zo uitgevoerd (uitgezonderd het Ave Maria). Het Ave Maria (1889) was een soort technische uitdaging; een muziek-
Een bruidslied
tijdschrift had een bijzondere toonladder ontworpen en Verdi besloot
Zijn muziek klinkt warm. Maar hij kon zich stekelig en sarcastisch uiten.
met dit c-des-e-fis-gis-ais-b iets te doen. Omstreeks die tijd ontstond ook
Brahms was geen makkelijk mens; en misschien ook werd het hem niet
de lieflijke Lauda alla Vergine Maria op een tekst uit Dante’s Paradiso. In
gemakkelijk gemaakt. Dan reageer je wel eens vreemd. Bekend is zijn
1895-1897 kwamen nog het Stabat Mater en het Te Deum. Voor laatstge-
grote tragische liefde voor Clara Schumann, iets minder bekend is zijn
noemd stuk bestudeerde Verdi talloze Te Deums van andere componisten;
affectie voor haar dochter Julie. Ook bij haar was hij aan het verkeerde
niettemin eindigt het in tastende onzekerheid – natuurlijk ook om andere
adres. ‘Johannes is geheel veranderd’, schreef Clara in 1869 op een dag
redenen, Verdi was a-religieus. Het waren zijn laatste gepubliceerde noten.
in haar dagboek. ‘Hij komt zelden op bezoek en als hij dat doet spreekt hij alleen maar éénlettergrepige woorden. Ook Julie behandelt hij zo,
STEPHEN WESTRA
hoewel hij vroeger juist erg aardig tegen haar was. Zou hij echt van haar hebben gehouden?’ Wis en drie – Brahms’ éénlettergrepigheid was te wijten aan het feit dat Julie juist had besloten te trouwen: met een ander natuurlijk. Op haar huwelijksdag maakte Brahms bij moeder Clara zijn opwachting. In optima forma: met een gitzwarte partituur, de Altrapsodie, onder de arm die hij somber grijnzend zijn ‘bruidslied’ noemde. Pijnlijke situatie. ‘Wie verzacht de pijn’, zo luidt de tekst (uit Goethes Harzreise Nathalie Stutzmann · alt
Artikelen bij dit programma Portret: Nathalie Stutzmann heeft veel te geven · pagina 6 Teksten van Beethoven, Mendelssohn, Brahms en Verdi · pagina 9 deDagboeken III/III: Huwelijksreis in A-majeur · pagina 18 deColumn van Stephen Westra · pagina 37 Romantiek en religie · pagina 46
Brabant Koor
• studie bij moeder, sopraan Christiane Stutzmann
• opgericht in 1981
• vervolgstudie aan de Ecole d’art lyrique de
• samengesteld uit geschoolde amateurs en
l’Opéra de Paris bij Hans Hotter
professionele zangers uit Noord-Brabant
• 1994 duo met Zweedse pianiste Inger Södergren
• dirigent is Louis Buskens, hoofdvakdocent
• won onder meer Preis der deutschen Schall-
koordirectie aan conservatoria van Groningen
plattenkritik, Diapason d’Or en Grammy Award Nathalie Stutzmann © Divulgação
en Tilburg
• 2008 oprichting en dirigent kamerorkest Orfeo 55 • november 2009, eerste tournees met Orfeo 55
• 2011 t.g.v. 100ste sterfdag Mahler uitnodiging door Sir Simon Rattle voor Derde en Achtste Symfonie in Berlijn, Londen en Amsterdam • werkt met onder anderen Sir John Eliot Gardiner, Sir Simon Rattle, Marc Minkowski, Riccardo Chailly, Christoph von Dohnanyi en Seiji Ozawa
• vaste muzikale partner van Het Brabant Orkest Brabant Koor
• werkt samen met gerenommeerde orkesten
uit binnen- en buitenland • voert de grote koorwerken uit, ook hedendaagse composities • verleent geregeld medewerking aan scenische en concertante opera-uitvoeringen
• meer dan 75 cd-opnamen bij RCA, Philips, EMI, DG en Sony
• wordt gesubsidieerd door de provincie Noord-Brabant
• ontving Chevalier des Arts et Lettres | www.nathaliestutzmann.com
• www.brabantkoor.nl januari / februari 2010 • deKlank 39
P R O G R A M M A
T O E L I C H T I N G
22 januari 2010 Het programma van dit concert is een mooie illustratie van een van de ontwik-
Het Brabants Orkest Hans Leenders dirigent Ralph van Raat piano Anton Sie harp Huib Ramaer presentatie
kelingen in de klassieke muziek van de laatste pakweg twintig jaar: de synthese van klassieke muziek met andere genres. Met name jonge componisten verrijken de klassieke muziek met een zeer dominante ritmische kracht en een sterke behoefte aan fysieke energie. Dit concert toont diverse vormen van beïnvloeding. Bijna vergeten liedje… Theo Verbey’s Pavane oubliée valt enigszins buiten dit beeld. Het is een kort werk
Theo Verbey 1959 Pavane oubliée voor harp en strijkers 1995
voor harp en orkest, antivirtuoos en meeslepend door de consequent volgehouden toon van innerlijke rust. De titel verwijst weliswaar naar een zestiende-eeuwse Italiaanse dansvorm, maar het ritme is eerder regelmatig dan dansant. De term
John Adams 1947 Century Rolls voor piano en orkest 1996
oubliée verwijst aldus de componist naar ‘het idee van het improviseren op een motief uit een liedje dat bijna uit de herinnering verdwenen is’.
I. II. Manny’s Gym
Explosie van energie
III. Hail Bop
De Amerikaan John Adams werd muzikaal gevormd in de sfeer van de minimal music, maar gaf hieraan al
pauze
snel een eigen draai. Minimaal aan minimal music is het geringe aantal motieven die vele malen worden
Theo Verbey Triade 1991/1994
herhaald. In de jaren tachtig nam hij de melodiestijl van de motieven over, maar werden zijn vormen ge-
I.
varieerder en lardeerde hij zijn muziek met elementen
II. III.
uit de Amerikaanse populaire muziek. Die ingrediën-
John Adams
ten vormen de basis voor zijn pianoconcert Century Rolls waarvan het meest klassieke
Giel Vleggaar 1974 Dead as disco 2006
is de aanwezigheid van een symfonieorkest. De pianopartij, vooral van het eerste deel, heeft een drive waarbij vergeleken de meest jazzy passages in de concerten van Gershwin en Ravel toonbeelden lijken van zeer ingehouden hartstocht. Na deze explosie van energie, die in zijn soort net zo compromisloos is als de Pavane van
Eindhoven vrijdag 22 januari 2010 Muziekcentrum Frits Philips, 20.15 uur
Verbey, lijken in de overige delen de klassieke en niet-klassieke ingrediënten meer met elkaar in evenwicht en is de instrumentatie meer dan alleen een versterking van de swingende kracht van de pianopartij. Maar de toon is gezet, niet alleen voor de overige delen, maar ook voor de composities die Adams later zou schrijven.
Theo Verbey · composer in residence
Hans Leenders · dirigent
• studie theorie der muziek en compositie aan
• studie directie en slagwerk Rotterdams Conservatorium
Koninklijk Conservatorium Den Haag
• meervoudig prijswinnaar als slagwerker
• 1984 docent compositie aan Koninklijk
• 1995-2000 slagwerker Rotterdams Philharmonisch Orkest
Conservatorium
• 1997 docent orkestdirectie en klassiek slagwerk aan
• 1993 en 1997 jurylid internationale compositie-
Rotterdams Conservatorium
wedstrijd Koningin Elisabeth Brussel
• 2001 verving Valery Gergiev bij Rotterdams Philharmo-
• 1995 docent compositie aan Conservatorium van Amsterdam • 1999 en 2007 compositieopdrachten Koninklijk Concertgebouworkest
nisch Orkest t.g.v. opening van het Gergiev Festival Hans Leenders
• 2004 debuut bij het Koninklijk Concertgebouworkest
• 2009 tournee New York/Washington kopersectie Kon. Concertgebouworkest • regelmatige samenwerking met Asko Ensemble
• ca.40 werken op zijn naam en ca.400 uitvoeringen
• bijzondere belangstelling projecten met intercultureel of intermuzikaal karakter
• www.facebook.com/pages/Theo-Verbey/108418338723
• cd-opname van onder meer Loevendie’s Nachtegaal met Kees van Kooten en
• www.donemus.nl/componist.php?id=24
Noord Nederlands Orkest • www.hansleenders.com
40
Ook al is het werk verre van tonaal in de klassieke zin van het woord, er is duidelijk sprake van harmonische zwaartepunten waarvan de werking nog wordt versterkt door de frasering. Naast Mozarts Praagse Symfonie mag als voorbeeld worden genoemd Stravinsky’s orkestmuziek uit de jaren veertig, waarin de Rus strijkinstrumenten behandelt als slaginstrumenten en binnen een herkenbaar patroon vele subtiele accenten aanbrengt, waarvan de sporen bij Verbey hoorbaar zijn in met name het derde deel. Vleggaar Wat Adams op ongegeneerd Amerikaanse wijze doet en Verbey op gegeneerd Hollandse wijze, doet de jonge Nederlander Giel Vleggaar op ongegeneerd Hollandse wijze: klasVerbey
sieke muziek vermengen met popu-
Triade van Theo Verbey is inmiddels bijna twintig jaar oud en in die periode
laire muziek. De titel Dead as disco
vele malen uitgevoerd. Hij schreef het voor Nieuw Sinfonietta Amsterdam
dekt de lading vrijwel volledig: dit is
(tegenwoordig Amsterdam Sinfonietta) en liet zich inspireren door de
discomuziek met een bijna volkomen
lengteverhoudingen van Mozarts ‘Praagse’ Symfonie KV504. Wie naar Triade
voorspelbare voortgang. Net als bij
luistert met in het achterhoofd de symfonie van Mozart hoort een duide-
Adams versterkt het orkest de doorgaande puls in de motieven en net als
Giel Vleggaar
lijke structurele verwantschap. Wie deze verwantschap echter niet kent,
bij minimal music zit de werking van de muziek vooral in de eindeloze
zal die niet horen. Verbey drijft sterk op de variatie in klankkleur; ontwik-
herhaling van het materiaal. Onvoorspelbaar is de orkestratie waarvan de
keling in de muziek is grotendeels een kwestie van ritme en melodie.
afwisseling het werk structuur verleent. Ook in een ander opzicht is de muziek minder doods dan de titel veronderstelt: vlak voor het einde neemt de muziek een adempauze. EMANUEL VAN OVERBEEKE
Artikelen bij dit programma
Theo Verbey © Simon van Boxtel
Ralph van Raat · piano
Anton Sie · harp • geboren 1978
• geboren 1982
• 2002 cum laude studie piano Conservatorium
• 1997-2006 cum laude Koninklijk Conservatorium bij Ernestine Stoop
Amsterdam bij Ton Hartsuiker en Willem Brons
• 2002 finalist Vera Dulova Harpconcours Moskou
• 2003 cum laude studie muziekwetenschappen
• 2004 winnaar ARD Musikwettbewerb • 2005 eerste solo-cd
• vervolgstudie piano bij Claude Helffer, Parijs,
• 2007 aangesteld als solo-harpist bij Het Brabants Orkest
Ursula Oppens (Chicago), Liisa Pohjola (F) en Ralph van Raat © Marco Borggreve
Interview met Ralph van Raat · pagina 22 Portret: Giel Vleggaar en de bekoring van discomuziek · pagina 28 deColumn van Stephen Westra · pagina 37 deVernieuwers IV/VI: Theo Verbey · pagina 48 De ontwikkeling van het Nederlandse muziekleven · pagina 62
• www.antonsie.nl
Pierre-Laurent Aimard, Musikhochschule Köln • meervoudig prijswinnaar pianoconcoursen
Huib Ramaer · presentatie
• 2006 zesdelige radioserie voor NPS Radio 4 over moderne muziek
• werkzaam als presentator, concertinleider en schrijver over muziek
• 2008 eigen concertserie in Concertgebouw Amsterdam
• verteller of acteur in muziekproducties met theatrale omlijsting
• zeer ruime discografie voor onder meer Attaca, Naxos, NM-classics
• 2002-2005 columnist bij KRO Radio4
• cd’s met Adams, Rzewski en Tavener in Top 20 wereldwijd
• 2004-2006 muziekrecensent bij de Volkskrant
• 2009 wereldwijde release cd-box met integrale Naxos-opnamen
• producent van cd’s en concerten (Stichting de Muziekmijn)
• www.ralphvanraat.com
• parttime docent muziekgeschiedenis Hogeschool voor de Kunsten ArtEZ januari / februari 2010 • deKlank 41
P R O G R A M M A
T O E L I C H T I N G
28, 29, 30 en 31 januari 2010 ‘Geen paradijs’
Het Brabants Orkest Jan Willem de Vriend dirigent Ronald Brautigam fortepiano * Wolf Eekhof presentatie
Rond het midden van de achttiende eeuw belandde een Hongaarse ritmeester met de naam Fodor via Hannover in Venlo. Daar trouwde hij met een Hollands meisje en onder de kinderen die zij kregen waren drie zoons die later naam maakten in het muziekbedrijf. De jongste, Carolus Antonius (Antoine), speelde als dirigent een centrale rol in het muziekleven van Amsterdam en leidde daar bijvoorbeeld al in 1803 de eerste Nederlandse uitvoering van Haydns Jahreszeiten.
Antoine Fodor 1768-1846 Symfonie nr.3 in c opus 19 1804
Zijn composities echter zijn ook nu nog springlevend en verrassen door de individualiteit die uit de noten spreekt. Het is de taal van Haydn en Mozart die
Largo - Allegro assai
Fodor spreekt, maar met zijn frisse onbevangenheid, zijn grote overtuigingskracht
Adagio non tanto
en inventiviteit zou hij een volwaardige gesprekspartner van de twee grote Weners
Menuetto (vivace) - Trio Majore
zijn geweest. Al meteen bij de inzet van het eerste deel geeft hij Mozart een dikke
Vivace agitato - Maggiore
knipoog en samen denken zij aan de Jupiter-Symfonie. Maar dan komen de Schubertachtige wendingen: geen onderonsjes met de jonge romanticus, maar volstrekt
Carl Maria von Weber 1786-1826 ‘Konzertstück’ voor piano en orkest in f opus 79 1821 Larghetto affettuoso - Allegro passionato - Adagio Tempo di marcia - Più mosso - Presto giojoso pauze
eigen ingevingen van Fodor. Schubert was toen immers nog maar zeven jaar oud en zíjn eerste symfonische pogingen dateren uit 1811. Alles in deze symfonie van Fodor is sprankelend en origineel, en men moet het betreuren dat deze componist in Amsterdam terechtgekomen is, ‘juist geen paradijs voor de meeste toonkunstenaars’, aldus zijn collega en vriend Johann Wilhelm Wilms.
Ludwig van Beethoven 1770-1827 Pianoconcert nr.3 in c opus 37 1800/1803
Onder de zakelijke en nuchtere Amsterdammers miste hij de artistieke
Allegro con brio
bevlogenheid waarvan Schubert in
Largo
zijn vriendenkring optimaal heeft
Rondo: Allegro
geprofiteerd. Miniatuuropera
Eindhoven donderdag 28 januari 2010 Muziekcentrum Frits Philips, 20.15 uur
Breda vrijdag 29 januari 2010 Chassé Theater, 20.30 uur
Webers Konzertstück is in feite zijn derde pianoconcert, geschreven voor zichzelf in de rol van pianist. Uit de virtuoze pianopartij blijkt
Carl Maria von Weber door Caroline Bardua, ca.1820
Jan Willem de Vriend · dirigent • vioolstudie Conservatorium Amsterdam en Koninklijk Conservatorium Den Haag
Tilburg
• 1982 oprichting Combattimento Consort Amsterdam
zaterdag 30 januari 2010
waarvan hij dirigent en artistiek leider is
Concertzaal, 20.30 uur
• gastconcertmeester bij Camerata Bern en Ensemble Oriol Berlin
’s-Hertogenbosch zondag 31 januari 2010 Theater aan de Parade, 14.15 uur
Jan Willem de Vriend © Ramon Mangold
• sinds 2006 chef-dirigent en artistiek leider van het Orkest van het Oosten
• gastdirecties bij onder meer Radio Kamer Filharmonie, Het Brabants Orkest, * Ronald Brautigam bespeelt een fortepiano uit 1815 van de bouwer Salvatore Lagrassa.
de Deutsche Kammerphilharmonie, het Zweedse ensemble Musica Vitae, het NDR Sinfonieorchester en de Wiener Concert-Verein • dirigeert geregeld operaproducties van Monteverdi, Händel en Mozart tot Johann Strauss • www.janwillemdevriend.com
42
rusting glinsterend in de zon. Een opwaarts glissando leidt de vreugde in van het slotdeel in rondovorm: Presto giojoso. Voor de eerste keer in de geschiedenis lijkt hier, bij Weber, sprake van programmamuziek. Echter het is bíjna de eerste keer, want Beethoven was hem vóór. Onleesbare krabbels Beethovens Zesde Symfonie uit 1808, de ‘Pastorale’, geldt als het eerste belangrijke voorbeeld van muziek die verwijst naar buitenmuzikale gebeurtenissen. Maar al eerder liet de componist zich door een literair onderwerp inspireren: het langzame deel van zijn Strijkkwartet opus 18 nr.1 uit 1800 schreef hij met de sterfscène van Shakespeare’s Romeo and Julia in gedachten, zoals blijkt uit een brief aan zijn vriend Amenda. Het schijnt zelfs dat hij heeft overwogen om programmatische teksten te schrijven bij zijn pianosonates, maar uitgezonderd sporadische notities zag hij hiervan af. Vast staat echter dat hij bij het schrijven van het tweede deel Een middeleeuwse voorstelling van een kruisridder
van zijn Vierde Pianoconcert (1806) dacht aan Orpheus-mythe, en wel aan
duidelijk wat een briljante pianist hij moet zijn geweest. Het werk is
de scène in de onderwereld.
vooral uniek in Webers instrumentale oeuvre vanwege het verhaal achter
Beethovens Derde Pianoconcert lijkt echter niet te verwijzen naar een
de noten. Men zou het een miniatuuropera kunnen noemen met de piano
‘programma’. Het stuk is verwant aan Mozarts Pianoconcert KV491, even-
in de hoofdrol. ‘Zonder dat ik dit van plan was ontstond er een verhaal
eens in c-klein, en heeft een
in verband met dit stuk, en zo kregen de delen van het concert elk een
dramatisch karakter dat ver
specifiek karakter’, schreef de componist aan een vriend. De delen gaan
verwijderd is van het zon-
in elkaar over zoals de vertelling ook doorloopt, maar in de verschillende
nige eerste concert, zijn
hoofdstukken van het verhaal herkent men in grote lijnen de delen van het
directe voorganger. Het
klassieke pianoconcert. Aan zijn zeventienjarige leerling Julius Benedict
soortelijk gewicht van dit
vertelde Weber waar de delen over gingen: Larghetto affettuoso (inleiding):
concert is hoog: een drama-
een adellijke dame zit in de toren van haar middeleeuwse kasteel en
tisch eerste en derde deel
denkt vol weemoed aan haar geliefde die met de kruistocht meegegaan is
dat contrasteert met de
naar het Heilige Land. Allegro passionato (de expositie van een sonate-
haast religieuze innigheid
vorm): zij ziet haar geliefde voor zich, gewond en stervende op het slagveld.
van het Largo. In alle delen
Adagio (overgangspassage die de plaats inneemt van een doorwerking):
etaleert Beethoven de sym-
de dame bezwijmt, maar dan hoort zij geruis in de verte (een opgaande lijn
fonische kwaliteiten van het
van de fagot leidt naar een nieuwe episode). Tempo di marcia (begin van
orkest, en na drie jaar scha-
de finale): aan de bosrand verschijnen de kruisridders met hun wapen-
ven aan de partituur was bij
Ludwig van Beethoven door August von Klöber (1818)
de première de orkestpartij volledig uitgewerkt. Maar de pianopartij was Ronald Brautigam · fortepiano
hier en daar slechts schetsmatig genoteerd en dit bracht Beethovens
• studie pianoa Conservatorium van A’dam
blaadjesomslaander, Ignaz Seyfried, in grote verlegenheid: tot zijn schrik
• vervolgstudie Londen en VS bij Rudolf Serkin
waren er op sommige pagina’s slechts een paar onleesbare krabbels te
• 1984 Toekenning Nederlandse Muziekprijs
zien.
• treedt op met o.a. Koninklijk Concertgebouworkest, London Philharmonic Orchestra,
KATJA REICHENFELD
Gewandhausorchester Leipzig en Orchestre Ronald Brautigam © Marco Borggreve
National de France • ontwikkelde zich tot toonaagevend fortpianist
en was onder meer te horen met Orkest van de Achttiende Eeuw, Freiburger Barockorchester en The Orchestra of the Age of Enlightenment • bijna 20 jaar een duo met violiste Isabelle van Keulen • Benjamin Meaker Visiting Professor aan de Universiteit van Bristol • www.ronaldbrautigam.com
Artikelen bij dit programma Fodor, Nederlands tijdgenoot van Beethoven · pagina 12 Luistercursussen door Treske Bruning · pagina’s 27 en 55 deColumn van Stephen Westra · pagina 37 De ontwikkeling van het Nederlandse muziekleven · pagina 62 Fortepiano · pagina 65 januari / februari 2010 • deKlank 43
P R O G R A M M A
T O E L I C H T I N G
25, 26, 27 en 28 februari 2010 Arme sloebers
Het Brabants Orkest Alan Buribayev dirigent Roger Muraro piano
In een brief aan zijn vader verontschuldigt Mozart zich dat hij niet eerder heeft geschreven. Hij wilde net aan een brief beginnen, toen hij werd bestormd door een groep vrienden die hem feliciteerden met zijn naamdag – in veel landen is die dag veel belangrijker dan de verjaardag. Hij vierde de dag daarna buitenshuis en
Wolfgang Amadeus Mozart 1756-1791 Serenade in Es voor blazers KV375 1781/1782
toen hij om elf uur thuiskwam en op het punt stond doodmoe zijn bed in te rollen, hoorde hij plotseling vanaf de binnenplaats muziek. En ook nog eens van
Allegro maestoso
eigen hand. Twee klarinettisten, twee hoornisten en twee fagottisten trakteerden
Menuetto
hem op zijn Serenade in Es. Mozart was aangenaam verrast, maar beschreef de
Adagio
musici als arme sloebers. Muzikanten stonden in die tijd sowieso niet hoog op
Menuetto
de sociale ladder, maar blazers stonden echt op de onderste sport. In de finale
Finale: Allegro
van de Serenade kunnen we horen dat deze arme sloebers heel wat techniek in huis moesten hebben. Een paar maanden later richtte Vorst Liechtenstein een
Igor Stravinsky 1882-1971 Concert voor piano en blazers 1924/1950 Largo - Allegro - Più mosso - Maestoso Largo - Più mosso - Tempo Primo
blazersensemble op en bestelde daarvoor muziek bij Mozart. Toen voegde hij aan de oorspronkelijke partituur voor zes blazers twee hobo’s toe. En in deze versie wordt de Serenade meestal gespeeld.
Allegro - Agitato - Lento - Stringendo pauze
Benjamin Britten 1913-1976 Simple Symphony opus 4 1933/1934 Boisterous Bourée Playful Pizzicato Sentimental Sarabande Frolicsome Finale
Wolfgang Amadeus Mozart Symfonie nr.40 in g KV550 1788 Molto allegro Andante Menuetto - Trio
Igor Stravinsky
Allegro assai
Alan Buribayev · dirigent • Kazachstan, 1979
Eindhoven · donderdag 25 februari 2010 Muziekcentrum Frits Philips, 20.15 uur
• viool en orkestdirectie Staatsconservatorium Kazachstan
Inleiding: József Auer, 19.15 uur
• orkestdirectie Hochschule für Musik Wenen • prijswinnaar concoursen Kopenhagen, Zagreb en Trento • 2002-2009 chef-dirigent Astana Symfonieorkest,
Breda · vrijdag 26 februari 2010
Kazachstan
Chassé Theater, 20.30 uur Inleiding: József Auer, 19.45 uur
Tilburg · zaterdag 27 februari 2010 Concertzaal, 20.30 uur Inleiding: József Auer, 19.45 uur
’s-Hertogenbosch · zondag 28 februari 2010 Theater aan de Parade, 14.15 uur Inleiding: József Auer, 13.30 uur 44
Alan Buribayev © Simon van Boxtel
• 2004-2007 GMD Meiningen Musiktheater, Duitsland • 2007 chef-dirigent Norrköping Symfonieorkest, Zweden
• 2007 debuut Het Brabants Orkest in Vierde van Mahler • gastdirecties Dresdner Philharmonie, Oregon Symphony Orchestra, Orchestra Sinfonica di Milano Giuseppe Verdi en City of Birmingham Orchestra • 2008 chef-dirigent Het Brabants Orkest • 2009 cd-debuut met Het Brabants Orkest in Prokofjevs Romeo & Julia • 2010 chef-dirigent RTE National Symphony Orchestra Dublin
Pianoles Stravinsky’s Concert voor piano en blazers ontstond in 1924. Hij was in die tijd gefascineerd door blaasinstrumenten en hij bevond zich in zijn neoklassieke periode. Dat kunnen we bijvoorbeeld horen in het openingsdeel dat begint als een suite van Bach. Verder is het duidelijk dat de jazz Stravinsky niet onberoerd heeft gelaten. Omdat hij bang was dat andere pianisten het concert te romantisch zouden spelen, liet hij vastleggen dat hij vijf jaar lang het alleenrecht had op uitvoering. Vanzelf ging dat niet. Hij nam speciaal daarvoor weer pianoles en studeerde als een bezetene etudes van Czerny. Flarden daaruit horen we dan ook in de humoristische finale. Tijdens één uitvoering was Stravinsky zo nerveus dat hij het begin van het middendeel niet meer wist. Hulpeloos keek hij naar de dirigent, die hem uit de nood hielp door de eerste maten voor te neuriën. Wonderkind Britten Britten was een echt wonderkind. Vijf jaar oud begon hij te componeren, op zijn veertiende had hij al zes strijkkwartetten, een symfonie, een oratorium en veel pianomuziek geschreven. In 1934 haalde hij al die jeugdwerken weer eens boven water en stuitte toen op zo veel waardevol materiaal dat hij besloot een deel daarvan te verwerken in een symfonie voor strijkers. Hij droeg hem op aan zijn vroegere altvioollerares, dankbaar omdat zij hem in contact had gebracht met Frank Bridge, zijn leraar compositie, mentor en vaderfiguur. ‘Zwarte gedachten’ Mozarts Veertigste Symfonie – we zien het al aan de toonsoort g-klein – zit vol tragiek. Lees je iets over de omstandigheden waaronder hij hem schreef, dan is het erg verleidelijk om leven en werk te koppelen. Zijn dochtertje Theresa was net gestorven, zes maanden oud. Zijn financiële positie was hopeloos, getuige alle wanhopige bedelbrieven die hij stuurde
Symfonie, zijn laatste, bijgenaamd ‘Jupiter’, waarin geen spoor van tragiek
aan een mede-vrijmetselaar. Toch vraag je je af hoe het mogelijk is dat
te bekennen valt. Hij componeerde deze drie symfonieën niet op bestel-
diezelfde Mozart een maand eerder zijn zonnige 39ste Symfonie kon
ling, maar uit innerlijke drang. Tijdens het scheppingsproces lukte het
schrijven. En twee weken na het voltooien van zijn Veertigste de 41ste
hem waarschijnlijk te ontsnappen aan ‘mijn zwarte gedachten’, zoals hij zelf schreef. We weten niet of hij de 39ste en de 41ste Symfonie ooit heeft horen uitvoeren. De 40ste waarschijnlijk wel, omdat er twee versies van bestaan, een met, en een zonder klarinetten.
Roger Muraro · piano • geboren 1959 uit Venetiaanse ouders • studeerde anvankelijk saxofoon aan
THIJS BONGER
Conservatorium van Lyon • 1977 studie piano aan Conservatoire National Supérieur de Musique in Parijs bij Yvonne Loriod Roger Muraro © Bertrand Desprez
Op www.concertzender.nl (klik op ‘zoeken’ en typ naam componist) kunt u radioportretten beluisteren van Thijs Bonger over Russische componisten als Skrjabin, Borodin, Balakirev, Glinka, Ljadov, Cui en Ljapoenov.
• prijswinnaar van diverse pianoconcoursen • wordt beschouwd als ene van de grootste
uitvoerders van het repertoire van Olivier Messiaen • Messiaen droeg meerdere werken aan hem op • 2001 ontving hij de Victoire de la Musique • werkte met vooraanstaande dirigenten als Zubin Mehta, Valery Gergiev, Kent Nagano en Sylvain Cambreling • http://rogermuraro.artistes.universalmusic.fr
Artikelen bij dit programma deColumn van Stephen Westra · pagina 37 Amateurs in de ware zin van het woord · pagina 52 januari / februari 2010 • deKlank 45
Em man nue uell Ov Over erbe beek eke
Romantiek en religie
R
eligie en kunst zijn van alle tijden en in elke periode met hun tijd meegegaan. De verandering van muzikale taal in Europa aan het begin van de negentiende eeuw en de nieuwe wijze waarop componisten uiting gaven
aan religieuze onderwerpen en gevoelens, is niet los te denken van de veranderingen binnen het christendom. Het is onmogelijk te zeggen wat hier kip en wat ei is, maar de relatie tussen de twee is evident. Ook al is romantiek een veelzijdig en innerlijk tegenstrijdig fenomeen, de globale verschillen tussen de Romantiek en de voorafgaande Klassieke periode waren groot. De Romantiek had wezenlijk andere ideeĂŤn over expressie en geloof dan de Klassieke periode. Voor de klassieken, en zeker de katholieken onder hen, was geloof bovenal een collectieve ervaring waarin weliswaar ruimte bestond voor individuele emoties, maar waarin het persoonlijke ondergeschikt was aan het algemene. In navolging van zijn katholieke tijdgenoten en directe voorgangers, zag Joseph Haydn zijn muziek als een verklanking van universele waarden. Daarbinnen was gelegenheid voor persoonlijke accenten, maar muziek was een verklanking van algemene waarheden, niet de expressie van hoogst individuele gevoelens. Ook de vroege missen van Mozart zijn geschreven vanuit deze ideeĂŤn. Veelzeggend is ook dat componisten zich destijds wendden tot standaardteksten, niet tot unieke,
individuele uitingen.
Individuele relatie met God En zoals de kunstenaar zijn plaats kende binnen de heersende stijl, zo kende de mens zijn plaats in de kosmos ten opzichte van God. Geloof betekende onderdanigheid van de mens aan God en bovenal verticale verantwoording jegens een wezen dat niets ontziend was en zich niet liet vermurwen door wie of wat ook. Die verticale band had uiteraard gevolgen voor de horizontale band met de medemens, maar het horizontale was altijd een afgeleide, nooit een hoofdzaak. Het eerste teken van verandering was voor 1800 zichtbaar bij de protestanten, die de individuele relatie met God voorop stelden; het tweede teken kwam van de wetenschappers die bijbelse inzichten als wetenschappelijk onverdedigbaar terzijde schoven. 46
De hemelse heerscharen door Fra Angelico, ca.1430
Geloofszekerheden Die twee veranderingen versterkten na 1800 de belangrijkste twee vernieuwingen van de Romantiek. De eerste is de behoefte zich te bevrijden van het collectieve ten gunste van primair persoonlijke uiting, zowel in de kunst als in de religie. De grote revolutionair op beide fronten was Beethoven, die in zijn muzikale taal vergaand brak met wat destijds gangbaar was en in zijn zetting van de standaardtekst in zijn beide missen een duidelijk onderscheid maakte tussen wel en niet rationaliseerbare geloofszekerheden. God was voor hem nog wel een bepalend element in zijn denken en handelen, maar dit moest vooral blijken uit zijn horizontale gerichtheid, niet zozeer uit de verticale. Het slotkoor van Beethovens Negende is daarom wel opgevat als de seculiere versie van zijn Missa solemnis.
Het klassieke drama heeft plaats gemaakt voor een soms kitscherige Duits boven Latijn uitbeelding. De volgende stap werd na 1830 gezet door de Duitse romantici. Het geloof werd bovenal een horizontale manifestatie van een persoonlijk metafysisch besef en daarmee grotendeels ontdaan van de dramatische confrontatie tussen de oppermachtige God en de machteloze mens. In combinatie met de artistieke behoefte aan een individuele expressie resulteerde dit in onder meer de beide oratoria van Mendelssohn en Ein deutsches Requiem van Brahms. Wat diverse conservatieve theologen stoorde in dit laatste werk, was niet zo zeer de keuze voor het Duits boven het Latijn, maar het primaat van het menselijk mededogen boven de rol van de metafysica. Was deze nieuwe theologische opvatting weliswaar nog grotendeels het domein van sommige denkers en artiesten en nog maar in beperkte mate doorgedrongen tot brede lagen van de bevolking, het feit dat onder meer theologen onderling over deze kwestie van mening verschilden, betekende een enorme breuk met de cultuur van voor de Romantiek.
Walm en wierook Is deze protestantse religieuze muziek van Mendelssohn en Brahms qua idioom gedeeltelijk een geromantiseerde voortzetting van de muziek van Bach (Mendelssohn was jood en werd protestant, Brahms was protestant en werd agnost), ook de katholieke religieuze muziek gaf een eigentijdse draai aan oude kenmerken. Wat bleef was de affiniteit met het theater en daarmee de behoefte aan uiterlijk drama, maar wat veel sterker werd, was de inbreng van de wereldlijke muziek, met name van de opera en de sentimentelere vormen van seculiere muziek, vooral salonmuziek. Vergelijk de kerkmuziek van Haydn en Mozart met die van Donizetti en Saint-Saëns en het klassieke drama heeft plaats gemaakt voor een soms kitscherige uitbeelding. Het Requiem van Fauré werd door componist en muziekpublicist Elmer Schönberger zelfs ooit aangeduid als een roze prentbriefkaartjesparadijs. Fauré’s Requiem verdient, vind ik, een beter oordeel, maar veel katholieke kerkmuziek lijdt inderdaad onder een overdosis aan walm en wierook. Geen wonder dat de katholieke kerk de negentiende eeuw een dieptepunt noemde in de katholieke muziekgeschiedenis. Geen wonder ook dat de katholieke kerk, diep ontevreden als ze was over de intellectuele ontwikkelingen sedert de Verlichting en de Franse Revolutie, zich na 1815 sterk begon in te zetten voor het ancien régime, muziek bij uitstek, het gregoriaans. Katholieke componisten verwerkten dit in hun composities, maar verruimden de eenvoudige oude melodieën tot extatische en geëxalteerde bouwwerken met een uiterlijke grootsheid die voor het begin van de Romantiek nauwelijks bestond.
Mondige burger In zekere zin leven wij nog steeds in de Romantiek. De muzikale taal is na 1900 weliswaar enorm veranderd, maar er is sindsdien veel religieuze muziek geschreven door vele componisten die bepaald geen grote vernieuwers waren, bijvoorbeeld Francis Poulenc, Hendrik Andriessen, Hugo Distler en Arvo Pärt. Deze componisten hadden of hebben geen boodschap aan het sentimentele, maar hechtten wel zeer aan een individuele expressie als kunstenaar, ook wanneer zij collectieve overtuigingen wilden verklanken. Het godsbeeld is echter minder veranderd. Eerder hebben de verschrikkingen van de voorbije eeuw velen nog sterker doen twijfelen aan de almacht van God en is in het geloof de rol van het horizontale nog belangrijker geworden. De burger, ook die met gevoel voor metafysica, is bovendien mondiger geworden en worstelt met een spanning die voor 1800 niet leek te bestaan: hoe geven we vorm, ook in muziek, aan iets dat ons bevattingsvermogen te boven gaat? Het ancien régime lijkt verder weg dan ooit, maar de macht van het geloof en van de kunst zijn nog onverminderd sterk. Religieuze ze muziek van Verdi · 14, 15, 16 6 een n 17 jan janua uari ri 2010 · zie pagina 38 januari / februari 2010 • deKlank 47
d e V E R N I E U W E R S IV/VI
Paul Janssen
Theo Verbey
T
heo Verbey is dit seizoen composer in residence bij Het Brabants Orkest. Terechte aandacht voor een van de meest opvallende Nederlandse componisten van de tweede naoorlogse generatie. Verbey wist al vroeg een geheel
eigen stijl naar buiten te brengen en hij verfijnt zijn taal nog altijd met elk nieuw werk dat hij schrijft. Op 22 april staat er zo’n, speciaal voor Het Brabants Orkest geschreven, nieuw werk op het programma. ‘Het klopt niet meer met het systeem, maar zo klinkt het veel beter.’ Theo Verbey was heel stellig. Zonder enige schroom vertelde hij dat hij zijn zelfontworpen compositiesysteem niet als zaligmakend beschouwde. Het was maar een hulpmiddel en hij kon er van afwijken wanneer hij wilde. Ik geloof dat het over de Sechs Rilke Lieder uit 1998 ging. Verbey had het werk net voltooid en ik sprak hem daags voor de première. Enthousiast legde hij het idee achter de noten uit en speelde hij stukken voor. Op een gegeven moment, midden in een frase, stopte hij en verklaarde hij zijn afwijking van zijn eigen regels. Toen wist ik dat ik met een echte componist te maken had, met iemand die zijn oren als laatste rechter gebruikt en die er in elke noot op uit is zijn boodschap aan het publiek over te brengen. En eigenlijk wist ik dat al. Mijn eerste kennismaking met het werk van Theo Verbey zal ergens begin jaren negentig geweest zijn. Het werk waar ik als een blok voor viel heette Inversie en was in 1987 geschreven voor het Nieuw Ensemble. Meteen vanaf het begin was het raak. Een overrompelende snarenexplosie als openingsakkoord. Niet alleen stond er direct een klank die weer eens liet horen waarom het Nieuw Ensemble zo’n bijzonder ensemble is, ook leek alles zich organisch vanuit die ene sprankeling te ontvouwen. Het werk was modern, ja, en er zaten niet direct melodietjes in die je vrolijk op straat nafluit, maar de klank, de lijn, het geheel sprak meteen aan en leek gevoelsmatig een onmiskenbare logica te bevatten. Dat klopte. 48 48
t
Theo Verbey © Simon van Boxtel
‘Mijn stukken van tien jaar geleden zijn als oude liefdesbrieven: ik meende het oprecht, maar ik denk er nu heel anders over.’
januar jan januari uarii / februari febru fe bruari ari 20 2010 10 • de d deKlank eeK Klaankk 49 49
WINKEL IN STIJL De Heuvel Galerie is hét overdekte winkelcentrum in de binnenstad van Eindhoven, met bijzondere winkels, een stijlvol aanbod én Muziekcentrum Frits Philips. Elke eerste zondag van de maand is het KOOPZONDAG.
50
www.heuvelgalerie.nl
belangrijke werken Orkestratie van de Sonate op. 1 van Alban Berg (1984)
Fractaltheorie Inversie was het eerste deel van een drieluik dat verder bestaat uit Contractie uit 1987, geschreven voor Het Trio, en Expulsie uit 1988-1990, gecomponeerd voor het twintigjarig bestaan van het Asko Ensemble. In dit
Inversie (1987) Contractie (1987) Expulsie (1988-1990)
drieluik onderzocht Verbey uitgebreid zijn eigen en hoogst persoonlijke compositiesysteem, een systeem dat
De Peryton (1990) Triade (1991, rev. 1994) Pavane Oublié (1995)
zelfs schijnbaar ongeordende patronen zich onderwerpen aan een orde waarin de grote vorm zich ook in de
Conciso (1996) Sechs Rilke Lieder (1998) Schaduw (2002)
zijn laars lapt en op zijn oren vertrouwd.
Fractal Symphony (2004) Klarinetconcert (2005) Pianoconcert (2006) Lied (2007) Tractus (2009)
er vooral toe dient om de vorm en de innerlijke beweging, de ritmiek van een werk te proportioneren. Hij ontleende dit systeem aan de fractaltheorie van de wiskundige Benoît Mandelbrot. Mandelbrot ontdekte dat kleinste deeltjes weerspiegelt. Het klinkt misschien ingewikkeld, maar dat is precies de reden waarom de werken van Verbey altijd zo logisch, zo vanzelfsprekend klinken, zelfs als hij hier en daar zijn eigen regels aan Natuurlijk is dit maar een deel van het verhaal. Stukken als De Peryton (1990), Triade (1991, 1994), Conciso (1996), de Sechs Rilke Lieder, de Fractal Symphony (2004), het Klarinetconcert (2005) en het recente Tractus (2009) overtuigen ook door de prachtige klankkleuren, de verrassende melodielijnen en de immer aansprekende en diep in de muziekhistorie gewortelde harmonie. Het heeft hem gemaakt tot een veel gespeeld componist in binnen- en buitenland. ‘Ik ben er de laatste jaren achter gekomen dat de moderne klassieke muziek overal ter wereld op dezelfde manier wordt opgevat’, zei hij al eens over zijn houding ten opzichte van de muziekgeschiedenis en de grond-
cd-tips
slagen van zijn eigen muzikale taal. ‘Het gaat uiteindelijk allemaal terug op Anton Webern, maar de laatste
Inversie, Contractie, Expulsie COMPOSERS’ VOICE HIGHLIGHTS CV 31 (niet meer leverbaar)
tijd denk ik steeds meer dat het serialisme van de jaren vijftig helemaal geen avant-garde was, maar een voltooiing van de Tweede Weense School van Schönberg en Webern. En dat bijvoorbeeld de uitvinding van de bebop met Miles Davis en Charlie Parker veel avant-gardistischer was, omdat er een nieuw genre werd gecreëerd.’
o.a. Triade DONEMUS COMPOSERS’VOICE
66 (niet meer leverbaar) HIGHLIGHTS CV
Eenmalige gebeurtenis Hij haakte in op de naweeën van datzelfde serialisme, maar vergat uiteindelijk de voorafgaande geschiedenis niet. ‘Ik probeer een soort muziek te componeren die bijna tot op het verzadigingspunt beïnvloed is: niet
Lied Royal Concertgebouw Orchestra 1 RCO LIVE 08003 HORIZON LIVE
Klarinetconcert, Pianoconcert, Fractal Symphony ETCETERA KTC
1344
door vijftig jaar traditie, maar door honderden jaren’, zo luidt een veel geciteerde uitspraak van hem. Het heeft bij Verbey geleid tot een taal waarin zowel het modernisme van de twintigste eeuw als de rust van zo’n duizend jaar historie weerklinkt, want Verbey is ondanks zijn vaak strikt geordende werken niet bang om zaken als intuïtie en tonaliteit toe te laten. Het afzweren van tonale verbanden was volgens hem een van de grote misvattingen van het seriële denken. ‘Atonale componisten zijn vooral druk met het vermijden van dingen. Dat leidt tot een soort negatieve kunst.’ Vandaar dat Verbey elke keer opnieuw zoekt naar manieren om tonale verbanden in zijn werk toe te laten, zoekt naar wegen om het publiek houvast te geven bij het luisteren, zonder de geschiedenis nog eens dunnetjes over te doen. ‘Elke compositie is voor mij een eenmalige gebeurtenis’, zei hij al eens over zijn werk. ‘Ik ben niet iemand van negen symfonieën. Ik neem Beethoven, Mahler en Bruckner niets kwalijk, maar ik zou het erg vervelend vinden als iemand over mijn werk zou zeggen dat ik precies hetzelfde heb gedaan als in eerdere stukken, alleen iets beter. Mijn stukken van tien jaar geleden zijn als oude liefdesbrieven: ik meende het oprecht, maar ik denk er nu heel anders over.’
Mozart en Piazzolla Ondertussen verwijst hij in zijn werk openlijk naar monumenten uit de muziekgeschiedenis en kunnen componisten als Mozart (Triade), Ravel en Perotinus (Fractal Symphony) en zelfs Piazzolla (Schaduw voor strijkkwartet, strijkorkest en slagwerk uit 2002) een belangrijke inspiratiebron vormen. Het maakt Verbey niet alleen tot ‘een van de eksters’ van de muziekgeschiedenis, zoals Volkskrantrecensent Frits van der Waa al eens treffend omschreef, maar ook tot een componist die de luisteraar weet te bereiken met een actuele taal die alles in zich heeft om de tand des tijds te doorstaan. ‘Ik heb een moeizame verhouding met alle commerciële muziek’, antwoordde Verbey jaren geleden op een vraag wat hij van veel popmuziek vond. ‘Het zijn zulke strijdige uitgangspunten: of je iets maakt omdat je denkt dat je wat te vertellen hebt, of omdat je denkt dat je er geld mee kunt verdienen.’ Theo Verbey componeert omdat hij iets te vertellen heeft. En dat doet hij zo, dat het altijd weer een overrompelende ervaring is om naar zijn werk te luisteren.
Theo Verbey © Simon van Boxtel
Muziek van Theo Verbey · 22 ja Mu janu uar arii 20 2010 10 · zie pagina 40 januari / februari 2010 • deKlank 51
Désiiré Dé réee Sttav aver erma man
Amateurs in de ware zin van het woord
W
aarom werd en wordt er in het Verenigd Koninkrijk zo veel meer voor amateurs gecomponeerd dan elders? Vrijwel alle Britse componisten van naam, van Purcell tot Britten, hebben één of meerdere werken voor
amateurorkest of -koor op hun naam staan. Betekent dit dat de niet-professionele musicus in Engeland serieuzer genomen wordt dan in andere landen? Gustav Holst, zelf een groot docent, zei eens: ‘We all begin our education by being amateurs, and in the real sense of the word, we must remain amateurs’. Een belangrijke rol hierin speelt de fameuze Britse koortraditie: neem de internationaal bekende jongenskoren
en het jaarlijkse ‘Three Choir Festival’, dat sinds Händels dagen verantwoordelijk is voor veel grote premières. Maar laten we ook de vele prestigieuze ‘Colleges’ niet vergeten, waar muziek bepaald geen vak achter de streep is. Gustav Holst
In 1895 werd de tweehonderdste sterfdag van Henry Purcell herdacht. Niet alleen componeerde Hubert Parry voor die herdenking zijn Invocation to Music, ook vond de eerste revival plaats van Purcells vergeten meesterwerk Dido and Aeneas. Charles Villiers Stanford leidde de uitvoering door leerlingen van het Londense Henry Irving Lyceum. Dat was in zoverre ‘authentiek’ dat Purcell zijn miniatuuropera in 1689 voor een meisjeskostschool, voor dilettanten dus, had ontworpen. Tot de medewerkenden aan die eerste heropvoering behoorde Ralph Vaughan Williams, later een van de vertegenwoordigers van de zogenoemde Tweede Engelse Renaissance. Met de hernieuwde interesse voor de tijd van Elisabeth I groeide ook de bewustwording van de eigen rijke muziektraditie met polyfoniecomponisten als Thomas Tallis en William Byrd. Iemand die zich zijn levenlang wijdde aan de idealen van die Elisabethaanse tijd, toen musiceren wijd verspreid was in vrijwel alle maatschappelijke lagen, was Gustav Holst. Holst, nu vooral nog bekend als componist van The Planets, was een studievriend van Vaughan Williams aan het Royal College of Music waar Parry en Stanford de scepter zwaaiden. Met Vaughan Williams deelde Holst ook de interesse in het Engelse volkslied. 52
‘Working Men and Women’ Hoewel niet als docent opgeleid, zag Holst het, sociaal voelend als hij was, al snel als zijn levenswerk om het amateurmuziekleven op een hoger plan te brengen. Zijn, alleen door enkele grote reizen onderbroken, verbondenheid met de St. Paul’s Girls’ school in Londen is daarvan een sprekend voorbeeld. Holst was er in 1905 als jong muziekdocent begonnen, maar nog in 1934 componeerde hij voor deze leerlingen de Brook Green Suite. Hij lag toen al in het ziekenhuis en stierf kort daarna. Zijn andere belangrijke werkterrein was het met een ideële doelstelling opgerichte Morley College, dat avondcursussen organiseerde ‘for Working Men and Women’. Hoewel het met het koor en het orkest bij het aantreden van Holst slecht gesteld was, bracht hij het koor weer op niveau, zodat hij er werk van Palestrina, Vittoria, oude Engelse meesters en ook Bach mee kon uitvoeren. Veel werken van Holst voor de meisjesschool van St. Paul’s (opgericht als filiaal van de oude kathedrale jongensschool) ontstonden uit praktische behoefte, bij gebrek aan goed oefenmateriaal bij het zangonderwijs. Naast allerlei stukken voor vrouwenkoor, schreef hij voor het schoolorkest in 1913 ook de korte, maar effectieve St. Paul’s Suite. De finale hiervan bevat een knappe verwerking van twee volksliedjes, The Dargason and het bekende Greensleeves. Holst vond overigens dat zijn leerlingen, van wie hij ook composities uitvoerde, hun eigen smaak Benjamin Britten
moesten ontwikkelen: ‘I have three feelings about Works of art: interest, romance and love. I’d never say that the Works I love most are necessarily the best.’ En nog een voor die periode opvallend moderne uitspraak van deze pedagoog was ‘The ideal of a teacher should be to make oneself unnecessary’.
boek Britten’s Children: geschreven naar aanleiding van John Bridcuts prijswinnende documentaire met dezelfde titel uit 2004. Over Brittens speciale vriendschappen met kinderen en de voorkeur voor jongensstemmen in zijn composities. FABER & FABER ISBN 9780571228409
cd-tips Janine Jansen: Vioolconcerten van Beethoven en Britten. Op deze nieuwe dubbel-cd houdt Janine Jansen een pleidooi voor Brittens weinig bekende vioolconcert; inclusief interview. Op Decca (september 2009).
Noodzaak tot inkomsten Toen Holst in 1934 overleed, een maand na Edward Elgar, was een jongere generatie met componisten als Tippett en Britten aan zet. Michel Tippett werd Holsts opvolger aan het Morley College. Benjamin Britten was op dat moment ondanks zijn eenentwintig jaar geen onbekende meer. Zijn toen ontstane Simple Symphony (voor strijkorkest) is ook nu nog een veel gespeeld werk. Het klonk in maart 1934 voor het eerst, waarbij de componist een strijkorkest van plaatselijke amateurs dirigeerde. Nog hetzelfde jaar werd de Simple Symphony gepubliceerd. De aanleiding voor het stuk was pragmatisch: de noodzaak tot inkomsten. Toen Britten in de kerstvakantie oude compositieaantekeningen uit zijn jeugd doorkeek, kwam hij op het idee om een leerlingenstuk te schrijven, wetende dat er een markt was voor schoolmuziek. Hoewel hij zelf klaagde over gebrek aan inspiratie, was het resultaat een speelse symfonie met een kunstige vermenging van sonate en suite.
‘For edification and entertainment’ Benjamin Britten schreef graag en veel voor amateurs en met name voor kinderen. Opvallend is zijn gebruik van kinder- en/of jongensstemmen, onder meer in de Friday Afternoons (1935), de bekende Ceremony of Carols (1942, voor altstemmen en harp) en de cantate St. Nicolas (1948, voor het honderdjarig bestaan van een College). Ook al heeft Britten geen carrière gemaakt als muziekdocent, hij voelde wel degelijk behoefte om jonge mensen met klassieke muziek te confronteren. In 1946 ontstond zijn overbekende Young Person’s Guide to the Orchestra, oorspronkelijk bedoeld voor een documentaire over de instrumenten van het orkest, waarin het London Symphony Orchestra onder leiding van Malcolm Sargent optrad. Britten droeg het stuk op aan de kinderen van een bevriend paar ‘For their edification and entertainment’. De ondertitel van de Young Person’s Guide luidt ‘Variations and Fugue on a Theme of Purcell’, met als thema een rondeau uit Purcells Abdelazar. De partituur bevat ook de uitleg, die de dirigent ter introductie van elke nieuwe groep instrumenten, moet spreken.
Welkomstode aan ‘The Queen’ Zoals meer Engelse componisten van zijn tijd had Britten een speciale band met de muziek van Purcell. Niet alleen voerde hij die, samen met zijn partner de tenor Peter Pears, geregeld uit, ook diverse composities van Britten zijn door Purcell beïnvloed. In 1951 maakte hij een bewerking van Dido and Aeneas. Ook de Welcome Ode, Brittens laatste officiële werk, kan gezien worden in de traditie van Purcells gelijknamige werken. Bovendien Brittenss Sim Simpl plee Sy Symp mpho hony ny 25, 26, 27 en 28 feb bruar arii 20 2010 zie pagina 44
zijn het teksten uit de Elisabethaanse periode. Hij componeerde de ode in 1976 voor het bezoek van Koningin Elisabeth II aan Ipswich, in het kader van haar zilveren jubileum. Het vijfdelige stuk is geschreven voor een jongerenkoor en -orkest en verwijst, met delen als March, Jig en Round naar eerdere werken van Britten. januari / februari 2010 • deKlank 53
Master
hetOrkest
Tot haar achttiende jaar speelde Evelien alleen viool. Maar vanaf dat moment kwam de altviool in haar leven. ‘Ik heb altijd een beetje moeite
de mensen achter het bedrijf
gehad die snerpende tonen op de hoge e-snaar. Niet mijn ding. Haal
‘Ik hou van die lage weemoedige tonen’
die snaar eraf en een prachtig instrument blijft over. Zo kwam ik bij de altviool. Ik hou van die lage weemoedige tonen. Dat past beter bij mij.
Sinds september heeft ons orkest weer een nieuwe altvioliste. Ons vaste
Ik deed de vooropleiding altviool bij Gisella Bergman op het Koninklijk
publiek zal haar ongetwijfeld kennen, want Evelien de Vries speelt al een
Conservatorium in Den Haag. Maar de sfeer daar beviel me niet. Hard
aantal jaren bij onze altvioolgroep als remplaçante.
en competitief. Alles draaide om studeren. Hoeveel uur en vooral wat voor stukken. Het bleek dat Gisella ook aan het Brabants Conservatorium
Evelien werd geboren als derde in een muzikaal
in Tilburg les gaf. Bij haar deed ik mijn ba-
gezin met vier meisjes. Evelien: ‘In onze gezin
chelor en combineerde die met een bachelor
was muziek heel belangrijk. Op mijn vierde zag
vioolstudie bij Chris Duindam. Deze twee
ik de vioolklas van Koosje Wijzenbeek op televisie.
docenten samen vormden een gouden
Sinds dat moment wilde ik ook viool spelen. Op
combinatie. Ik ben dus vaardig op beide
mijn zesde mocht ik dan eindelijk op vioolles.
instrumenten, maar de viool gebruik ik
In de gemeente Noordoostpolder waar ik ben
alleen nog als ik les geef. Tilburg beviel me
opgegroeid was een kleine muziekschool, waar
prima. Ik heb er ook mijn Master altviool
ik zes jaar les heb gehad. Daarna kreeg ik privé-
gedaan en heb dit met een goed resultaat
les van Sylvia van der Grinten in Hattem. Daar-
afgesloten.’
naast deed ik veel orkestervaring op in het Flevolands Symfonieorkest. Op mijn twaalfde kwam
Onvergetelijk
ik op het idee om de muziek in te gaan. Na een
Intussen was Evelien actief in diverse en-
paar jaar vooropleiding aan het conservatorium
sembles, als aanvoerder bij het Jeugd Orkest
in Zwolle, was ik toe aan meer uitdaging. Ik wilde naar Den Haag.’
Nederland, bij het professionele Camerata Evelien de Vries © Maarten Kroese
Het Brabants Orkest Chef-dirigent Alan Buribayev Eredirigent Marc Soustrot Eerste Viool Wouter Vossen Adelina Hasani Jan Homa Jacek Wasowicz Joan Haimes Stephen Calder Annet van Deinse Vladimir Horvat Monique van der Pijl-Pellens Machiel Swillens Caecilia van Peursem Serge Willem Daniel Held David Ernst Tijmen Wehlburg Tweede Viool Mia Knippenberg-Vandewiele Marleen de Bruin Lykle Lykles Ans Pellemans-van der Woude Martin Hak Priscilla Lazar-Post Leo Silvius Elitza Nikolova Heidi Poessé Julia van Eck-Jegorova Marleen Matser 54
Chiara Astore Orsolya Horváth Altviool Marc Tooten Tine Janssens Pieta Maring Paula Galavazi Linda Calder-Mueller Peter Mascher Manfred Kloens Elena Belozerova Evelien de Vries Cello Paul Uyterlinde Caroline Kerpestein Sanne de Graaf Marc Knippenberg Joep Willems Anton Ivanov Anneloes de Hooge Saskia Plagge Rares Mihailescu Contrabas Eva Vavrinecz Wolf Eekhof Maarten Kroese Gildas Delaporte Pia Pirtinaho Fluit José Antonio Cabedo Cervera Angela Schneidt-Stone Hanneke Zwart Frans van de Wiel
Hobo Herman Vincken Harry van Veldhoven Klarinet Arno van Houtert Céleste Zewald Karel Plessers Clement van den Bulck Fagot József Auer Lucas Bos Danny D’haene Hoorn Peter Hoeben Jaap van Wershoven Steven Minken Cleo Simons Trompet Raymond Vievermanns Ruud Visser Trombone Quirijn van den Bijlaard Henri Aarts Mark Boonstra Tuba Piet Joris Pauken en slagwerk Han Vogel Mari van der Putten Albert Straten Harp Anton Sie Directie Arthur van Dijk Artistiek management Jan Zekveld
Antonio Lucia van Emmy Verhey. Maar het
Directiesecretariaat Martje Smulders Planning & Concertzaken Paula van Meyl Jan De Wit Educatie Adeline van Campen Marketing & Communicatie Martijn Versteeg Annemieke Claessens-Vergeer Anita Goedhart Ineke Kootstra (deKlank) Relatiebeheer Partners & Sponsors Jolanda Neggers Financiële administratie Maurice van Dijck Miren Maite Aarts-Jense Marga Schepers Vriendenadministratie Inge van Ham Femke Heijmans Orkestinspectie & Muziekbibliotheek Marieke Bakker Marcel Biemans (Muziekbibliotheek) Ans van de Burgt Rob ter Plegt Patrick Rinzema Bestuur J.F. Sistermans - voorzitter P.F.A.M. van Boekel - penningmeester J.M.J. Verbeeten - secretaris W.M.M. van Fessem Mevr. A.C. van Huffelen Mevr. I.E. Koster-Burbidge Mevr. M. Nas
hoogtepunt van haar conservatoriumperiode was haar deelname als
Wouter Vossen en zijn Storioni Festival
aanvoerder in het festivalorkest van het PaciďŹ c Music Festival Sapporo in Japan. ‘Die weken vergeet ik nooit meer. Met vooral Aziatische maar
De streken van Tijl Uilenspiegel. Een viool
ook Amerikaanse en Europese jonge musici werkten we onder leiding
spelende soldaat die zijn ziel verkoopt. De
van Bernard Haitink aan de Negende Symfonie van Mahler. Een onver-
sprookjes van Robert Schumann‌ in
getelijke ervaring.
veel muziek schuilt een verhaal. Het Storioni Trio (Bart van de Roer, Marc
Remplaceren
en Wouter Vossen) besloot dat Verteld en
In de Nederlandse symfonieorkesten is ze al een kleine tien jaar actief.
verzwegen in 2010 het thema van hun jaar-
Dat begon in 2000. ‘Het Orkest van het Oosten belde of ik wilde komen
lijks terugkerende festival moest worden.
remplaçeren. Ik viel er met mijn neus in de boter. We gingen op tournee naar New York onder leiding van Jaap van Zweden. Zoiets vergeet je niet
15 t/m 24 januari 2010 Storioni Trio Š Marco Borggreve
Eindhoven ¡ www.storionifestival.nl
snel.’ Ook Het Brabants Orkest vroeg haar geregeld om te komen remplaçeren als altiste. ‘Ik had het hier direct naar mijn zin. Een leuke sfeer en veel jonge enthousiaste mensen. Én ik kreeg een relatie met Steven
Jubileum voor Controller Maurice van Dijck
Minken, hoornist uit Het Brabants Orkest.’ Op 1 januari 2010 is Maurice van Dijck
Aanwinst
vijfentwintig jaar in dienst van Het Brabants
‘De altvioolgroep is in de loop der jaren steeds beter geworden. Dat is
Orkest. In de functie van controller is
vooral te danken aan Marc Tooten, onze Belgische soloaltist. Ik heb het
Maurice verantwoordelijk voor de ďŹ nanciĂŤle
orkest van een afstandje zien groeien. En ik vind onze nieuwe chef-dirigent
administratie. Wij feliciteren Maurice graag
Alan Buribayev ook een absolute aanwinst voor het orkest. Ik ben dan
met zijn zilveren jubileum en danken hem
ook heel blij dat ik hier ben aangenomen en deel uit mag maken van
voor zijn inzet gedurende de afgelopen
de altvioolgroep van Het Brabants Orkest.’
vijfentwintig jaar.
MAARTEN KROESE Maurice van Dijck Š Loes van Dijck
&RQFHUWYRRUEHUHLGLQJ HQ MDQXDUL &RQFHUW %UDEDQWV 2UNHVW MDQXDUL 0HW ZHUNHQ YDQ )RGRU :HEHU HQ %HHWKRYHQ /XLVWHUELMHHQNRPVWHQ DSULO ‡ ,QVWUXPHQWHQJDOHULM DSULO ‡ 9RONVPX]LHN DOV LQVSLUDWLH DSULO
hendrik zick vioolbouwer Gedipl. Mittenwald Nieuwbouw Meesterinstrumenten, Restauratie, Reparatie, Taxatie, Accessoires, Verhuur
(HQ OXLVWHUELMHHQNRPVW RS PDDW NDQ +HHIW X ]HOI HHQ WKHPD YRRU HHQ OXLVWHUELMHHQNRPVW" 0HW XZ HLJHQ JURHS RS HLJHQ ORFDWLH GHHOQHPHQ" 9UDJHQ" .LMN RS GH ZHEVLWH ZZZ WUHVNHPX]LHN QO 6WXXU HHQ HPDLO QDDU LQIR#WUHVNHPX]LHN QO
Picushof 272 • 5613 SG Eindhoven Telefoon: (040) 212 34 77 januari / februari 2010 • deKlank 55
Henri Aarts jubileert en maakt carrièreswitch
Van stedelijk naar provinciaal orkest In 1984 ben ik overgestapt naar Het Brabants Orkest. Ik was inmiddels vanaf 1980 hoofdvakdocent trombone aan het Brabants Conservatorium.
Op 1 september 2009 was trombonist Henri Aarts vijfentwintig jaar in
Met twee dochters die op het punt stonden naar de basisschool te gaan
dienst van het orkest. Die respectabele periode ‘blazen’ vergde veel,
een uitstekend moment om naar Brabant te verhuizen. In orkestenland
zodat Henri moest besluiten van het werk op het podium afscheid te
rommelde er veel. Het was een tijd, net als nu, van economische crisis en
nemen. Hij treedt in de voetsporen van Wim Burggraaff, als Projectleider
het Utrechts Symfonie Orkest werd samengevoegd met het Amsterdams
digitalisering archief.
Philharmonisch Orkest, het huidige Nederlands Philharmonisch Orkest, dus de aanstelling in Brabant kwam als geroepen. Opnieuw maakte ik
‘Ik ben afkomstig uit een muzikale arbeidersfamilie: vader, moeder, twee
een grote ontwikkeling door. Ik kwam van een stedelijk orkest met een
zussen en ik, de oudste. Vader speelde bugel in de fanfare, was tweede
relatief kleine achterban en verhuisde naar een provinciaal orkest met
dirigent en verdienstelijk drumband-instructeur, moeder speelde mond-
een breed speelgebied, groot publiek en een grote bezetting.
harmonika en accordeon, hoewel ze geen noot kon lezen. Zelf begon ik met een jaar of negen op bugel, maar door de volgroeing van mijn gebit
Memorable dirigenten
werd het spelen op een kleinkoperinstrument voor mij steeds moeilijker.
Veel dirigenten maakten onvergetelijke indrukken. André Vandernoot
Rond mijn vijftiende bezocht ik een concert van Harrie Ries, voormalig
verbaasde mij tijdens een uitvoering met het Brabant Koor, door de grote
eerste trombonist van het Limburgs Symfonie Orkest. Ik was zo onder
fuga voor koor en orkest in de Mis in As van Schubert, helemaal van
de indruk van die machtige trombone, dat ik meteen wist dat dát mijn
buiten te dirigeren, daarbij alles en iedereen aangevend. Dat terwijl hij
instrument moest worden. Eén jaar later al zat ik op het Maastrichts
op de repetities nauwelijks aandacht aan dit deel had geschonken.
Conservatorium en kreeg les van Hans Maassen, solotrombonist van het
Arpad Joó vond ik een geniale man, die bij gebrek aan nuchterheid ten
Koninklijk Concertgebouworkest. Daarnaast studeerde ik harmonie- en
onder ging aan zijn eigen talent. Hij was, zeker in zijn begintijd bij ons,
fanfaredirectie. Ik dirigeerde al op mijn zestiende, leidde vanaf mijn
in staat het orkest tot grote prestaties aan te zetten. Michel Tabachnik,
negentiende een eigen koor en korte tijd later mijn ook mijn eerste eigen
nog steeds geregeld te gast, presteerde het om Also sprach Zarathustra
harmonieorkest.
al op de eerste repetitie zonder te stoppen door te spelen. Wat een dirigeeroverdracht! Dan ‘onze eigen’ Jan Stulen. Reuze betrouwbaar en
Eerste ervaringen
adequaat. De juiste man om het orkest door bijzondere concerten te
Tijdens mijn laatste jaar conservatorium werd ik in september 1972
leiden. Verschrikkelijk knap ook hoe hij in de chaos van nog niet eerder
aangenomen als eerste trombonist van het Utrechts Symfonie Orkest
door symfonieorkest uitgevoerd gearrangeerd stuk lichte muziek of
onder leiding van vaste dirigent Paul Hup-
popmuziek, in een mum van tijd de fouten
perts. Twaalf jaar indrukwekkende ervaringen
signaleert en alles onder elkaar weet te
zouden volgen. Vaste gastdirigent David
zetten. En natuurlijk denk ik graag terug aan
Zinman, zelf een uitstekend violist, wist een
onze huidige ere-dirigent Marc Soustrot, die
orkestklank te ontwikkelen waarvoor ik
met bijzondere verfijning vooral de Franse
helemaal viel. Ik vergeet nooit meer hoe hij
orkestliteratuur laat schitteren. Bij hem
de Vierde Brahms liet beginnen: ‘Hemels’.
hoorde ik, na de vele jaren die ik in orkesten
Zo was er ook een vioolsolist die ik nooit ben
mocht spelen, ineens dingen bij Debussy
vergeten. Ik zeg het wat oneerbiedig, maar hij
die ik nooit eerder had gehoord. Als je dat
was een klein, wat nietszeggend mannetje, dat
kunt bewerkstelligen behoor je bij de groten!
Respighi speelde. Het deed mij niet zo veel.
Met de zeer getalenteerde Alan Burabayev
Maar van zijn toegift, een stuk van Paganini
heb ik niet zo lang kunnen spelen, maar zijn
met veel pizzicato in de linkerhand, was ik
enthousiasme en natuurlijke gevoel voor
ineens helemaal ondersteboven. Zó geweldig
muziek zullen hem doen groeien tot een
vond ik het.
groot dirigent.
En dirigent Van Otterloo, met een enorm gevoel voor balans, kon een orkest verschrikkelijk
Nu voor mij aan meer dan zevenendertig
mooi laten spelen. Ik denk wel eens ‘als hij
jaar professioneel trombonespelen een
niet was verongelukt was het Utrechtse orkest
einde is gekomen, zet ik mij gemotiveerd
nooit wegbezuinigd…’ Ook als solist kon ik
op de stoel die Wim Burggraaff leeg liet.
mij ontplooien. Zo trad ik onder meer op in
Ik kijk met veel plezier en dankbaarheid
de Promenos, een serie concerten van het
terug. Met waardering voor collega’s die
Radio Filharmonisch Orkest en het Utrechts
achter het orkest en achter mij staan en
Symfonie Orkest samen en werd er zelfs
voor het publiek voor wie ik mocht
speciaal voor mij een Concerto voor trombone
musiceren.
en orkest gecomponeerd door Benjamin Ashkenasy. 56
HENRI AARTS
Incidenteel geef ik les aan musicologiestudenten over wat het artistiek leiderschap inhoudt bij een orkest, ensemble of operahuis. Je komt dan vanzelf terecht op vragen over hoe een concertprogramma tot stand komt, waarom je bepaalde dirigenten of solisten uitnodigt, compositieopdrachten verstrekt, en meer in het algemeen hoe het artistieke beleid van een kunstinstelling wordt vormgegeven. Wat die programmering betreft, om het daar bij te houden, is algemene repertoirekennis het begin van alles. Als je na de studie muziekwetenschap weliswaar alles weet van de stemvoering bij Dufay, of van de maatschappelijke relevantie van het werk van Eisler in onze eigen tijd, maar daarnaast onvoldoende in de breedte geëquipeerd bent, kom je niet ver in dit vak. Ik herinner me nog heel goed de dag dat ik zelf, na een pianistenloopbaan en conservatoriumdocentschap van zo’n tien jaar, in 1979 bij de omroep solliciteerde, als adjuncthoofd bij de muziekafdeling van de Vara. Ik had daar interesse voor omdat ik me altijd al met programmering had beziggehouden voor de ensembles waarin ik speelde. Maar bovenal was de bijzondere aantrekkingskracht van die functie dat ik betrokken kon raken bij die ook toen al fameuze Matinee op de vrije zaterdag (later ZaterdagMatinee) in het Amsterdamse Concertgebouw. Op een middag moest ik me in Hilversum melden en zat ik in een studio met zeker nog vijfentwintig kandidaten en kregen we tal van muziekvoorbeelden en vragen voorgeschoteld. In de luistertest werden kris en kras fragmenten gedraaid uit vier eeuwen muziek- en operaliteratuur, uit gangbaar en minder gangbaar repertoire en je moest dan de componist vermelden. Aan de hand van lijsten met bekende en onbekende uitvoerenden werd je praktische kennis op dat terrein gepeild. Daarnaast waren er vragen die meer op de praktijk ingingen. Stel je hebt een afspraak met de vooraanstaande Franse dirigent Jean Fournet (die toen veel bij het Radio Filharmonisch Orkest en in de Matinee dirigeerde) Jan Zekveld © Simon van Boxtel en je wil een programma met hem brengen waarop in ieder geval een nieuw orkestwerk van Marius Flothuis (Frans geörienteerd Nederlands componist, maar kent Fournet diens muziek?) en het Pianoconcert in G van Ravel. O ja, je wil hem liever geen Brahms of Beethoven laten doen (daar heb je al anderen voor, daarin gespecialiseerd, maar je hebt al wel gehoord dat hij absoluut juist die nu eens aan je wil slijten). Dan nog een praktisch probleempje: de Maestro spreekt alleen Frans en kijkt erg vies als je het in het Nederlands of andere taal zou proberen, dat zou al helemaal niets opleveren. Hoe ga je met dit alles om, en wie stel je als solist voor? De impresario van Fournet komt met pianocoryfeeën uit eigen stal, maar jij wilt per se die veelbelovende jonge Nederlandse pianist x, die echt fantastisch is, onlangs groot succes had bij Het Brabants Orkest, maar van wie de Maestro natuurlijk nog nooit heeft gehoord. Deze opsomming lijkt misschien enigszins ridicuul, maar het is realiteit. Het programma met Fournet is alleen op een goede manier op poten te zetten met grondige kennis, in de eerste plaats van de man zelf, van repertoire en uitvoerenden, ook van wensen van het orkest, met heel veel alternatieven in je achterzak, én sociale vaardigheden. Het laatste viel toen niet te testen. In een daaropvolgend gesprek met de Vara-leiding kwamen die zeker aan de orde en werd me na nogal een verhitte discussie – die absoluut niet over muziek ging – voor de voeten geworpen dat mijn lidmaatschap van de (toen nog bestaande) Pacifistische Socialistische Partij toch echt niet strookte met de Vara-bedrijfsopvattingen (immers sterk gedomineerd door de PvdA). Ik hield voet bij stuk en het is toch nog goed gekomen. JAN ZEKVELD
januari / februari 2010 • deKlank 57
Rob Ro b Sm Smet etse sers
Jan Marijnissen
1968.
Om de maan cirkelt de bemande ruimtevlucht Apollo 8. In de Verenigde Staten worden presidentskandidaat Robert Kennedy en voorvechter voor de
rassengelijkheid Martin Luther King het slachtoffer van een moordaanslag. De Hongkonggriep eist wereldwijd 750.000 doden. Frankrijk is het toneel van een escalerende studentenrevolte en Sovjettanks maken een eind aan de ‘Praagse Lente’. De anticonceptiepil komt beschikbaar als voorbehoedsmiddel en een van de mondiale
marktleiders wordt fabrikant Organon uit Oss. Negen kilometer verderop, in een boerderijtje in Megen aan de Maas, ontdekt de zestienjarige Jan Marijnissen klassieke muziek. De partijvoorzitter en het kamerlid van de SP was op bezoek bij zijn vriend Leon van Liebergen, nu directeur van het Museum voor Religieuze Kunst in Uden. ‘We dronken onze eerste fles rode wijn en Leon zette de Zesde Symfonie van Beethoven op, de Pastorale’, schetst Marijnissen het tafereel. ‘Ik vond het betoverend! Het paste ook perfect bij dat pastorale landschap.’ Zijn interesse in klassieke muziek was gewekt. ‘Eerst luisterde ik vooral naar Beethoven: het Vioolconcert, de Negende Symfonie, de Vijfde Symfonie en daarna de Derde Symfonie. Niet veel later deed mijn zwager een stapel bakkelieten platen weg. Daar zaten onder meer Air van Bach en de Mariavespers van Monteverdi bij. Toen dacht ik: “dit ligt mij wel heel erg”. En zo is mijn zoektocht verder gegaan via Vivaldi, Mozart, je kunt het zo gek niet bedenken. Behalve moderne klassieke muziek. Daar kan ik geen chocola van maken. Ik doe er ook geen moeite voor, moet ik eerlijk zeggen.’ Pas nog raakte hij geboeid door de documentaire Ballade voor Edvard Grieg van de Noorse pianist Leif Ove Andsnes, die in de voetsporen van de componist door Europa reisde. Zijn doel: de ultieme vertolking van Griegs complexe Ballade in g: ‘Dat was zo’n mooi verhaal. Dus wat heb ik gedaan? Ik ben naar 't Kruidvat gegaan en heb een box met 21 cd’s van Grieg gekocht. Spotgoedkoop. Mijn vrouw had zijn biografie voor me gekocht en toen ben ik me een week lang in Grieg gaan verdiepen.’
‘Ik bewonder muzikanten grenzeloos’ ‘Ik heb in mijn leven het meeste geld uitgegeven aan boeken en muziek. Maar de liefde voor muziek heb ik niet van huis uit meegekregen’, vertelt Marijnissen. ‘Mijn vader had maar één plaatje: De Parelvissers van Bizet. Mijn zussen waren in de ban van Françoise Hardy en Gigliola Cinquetti, maar verder… Wij hadden ook maar een lullig pickupje, dus muziek speelde bij ons helemaal geen rol. Popmuziek begon bij mij pas te leven op kostschool. Een jongen had een lp van The Kinks, daar begon het mee. Hierna leerde ik andere Britse bands kennen als The Who en The Rolling Stones en via hen kwam ik op het spoor van de blues.’ Zelf bespeelt hij geen instrument. ‘Dat is een hiaat in mijn opvoeding. Anderzijds maakt het voor mij de magie van muziek alleen maar groter. Ik bewonder muzikanten grenzeloos. Het maakt niet uit of ik een wereldberoemde violist 58
t
Jan Marijnissen © Ari Versluis / SP
‘Ik zou graag eens een dag aan de zijde van een dirigent willen staan.’ januari / februari 2010 • deKlank 59
hoor of een jongetje dat een mooie pianosonate speelt. Dat is voor mij al snel sacraal.’ Als hij het talent had, zou Marijnissen een begenadigd pianist of zanger willen zijn, maar ook de rol van dirigenten intrigeert hem. ‘Zij zijn de intermediair tussen de componist en de uitvoerenden. Zij bepalen hoe het gaat klinken. Ik vind het fascinerend hoe ze een partituur bewerken en een muziekstuk interpreteren. En hoe ze van al die musici één orkest weten te smeden en al die instrumenten laten samensmelten tot één mooie samenklank. Ik zou niet zelf voor een orkest willen staan, want ik zou het alleen maar in verwarring brengen met mijn nietwetendheid. Maar ik zou graag eens een dag aan de zijde van een dirigent willen staan.’
recept voor een geweldige avond ‘De samenleving heeft explicateurs nodig, die mensen liefde kunnen bijbrengen voor kunst, architectuur, literatuur of muziek. Zoals Pierre Janssen vroeger. Die kon aan de gewone mensen uitleggen waarom de Guernica van Picasso de moeite waard is. Dat missen we wel, ook op tv. Je kunt dat natuurlijk ook zelf organiseren. Ik zeg wel eens: nodig een paar vrienden uit, whisky op tafel en laat iedereen een half uur muziek verzorgen. Met beeld en geluid. En dan moet je niet door de muziek heen gaan zitten kleppen, maar achteraf je commentaar geven. Als je de achtergrond van een artiest of een muziekstijl kent, kun je je muzikale horizon verbreden. Dan gaat er een wereld voor je open. En je hebt ook nog eens een geweldige avond!’
Muziek en politiek Marijnissen is al door verschillende radiomakers uitgenodigd om zijn favoriete muziek te delen met de luisteraars. Hoe het met de muzikale interesse van andere parlementariërs is gesteld weet hij niet. ‘Kamerleden hebben allemaal hun eigen besognes en eigen fracties en daar trekken ze zich in terug zodra ze de politieke arena verlaten hebben. Als je elkaar al spreekt gaat het meestal over de actualiteit of een debat. Ik heb nog nooit iemand horen vragen: “Wat vind jij nou van het Miserere van Allegri?” Zo gaat dat niet.’ Wat vindt Marijnissen van politiek engagement in muziek? Een jaar geleden werd de door hem gewaardeerde Barack Obama de eerste zwarte president van de Verenigde Staten. Heeft de muziek uit de jaren zestig en zeventig waarin de Afro-Amerikaanse emancipatiestrijd werd gereflecteerd daaraan bijgedragen? ‘Ik geloof het niet. Die is veel te expliciet. En het is muziek óm iets en dat trekt mij niet. De eenvoud van de blues en de traditionals, waarin de dagelijkse struggle for life bezongen wordt, spreekt mij meer aan dan muziek voor een politiek ideaal. Beethoven heeft ook enkele politieke statements gemaakt. Hij wilde zijn Derde Symfonie, de Eroica, opdragen aan Napoleon, omdat die voor hem de idealen van de Franse Revolutie belichaamde. Totdat hij zich tot keizer kroonde. Toen dacht Beethoven: “hier sta ik niet achter!” En hij streepte Napoleons naam van het titelblad. Politiek engagement is voor mij echter geen voorwaarde om van muziek te kunnen genieten.’ Zijn partij heeft in Bob Fosko wel een huiscomponist in de gelederen: ‘Wij vinden muziek een originele manier om onze boodschap te versterken. Maar die nummers moet je zien als STER-spotjes. Je zet ze niet op voor je plezier.’
‘Ik weet zeker dat je jongeren voor klassieke muziek kunt interesseren’ In 2004 beklom de SP de barricaden voor het Radio Symfonie Orkest, dat in haar voortbestaan werd bedreigd. Marijnissen betitelde de bezuinigingsmaatregel van de toenmalige staatssecretaris van Cultuur als barbarij: ‘Ik vond het schandálig hoe het RSO met één pennenstreek van tafel geveegd werd. Dat had ook met mijn bewondering voor muzikanten te maken. Hun kunde en toewijding. In Nederland hadden we al driekwart van onze orkesten opgeheven, dus ik vond dat daar een eind aan moest komen.’ In de ogen van Marijnissen verdient de orkestwereld juist meer subsidiegeld, zodat ze haar educatieve functie kan vormgeven. ‘Ik vind muziek het ‘zout der aarde’ en de overheid moet het mogelijk maken dat jonge mensen kennismaken met muziek. Hoe menselijker die kennismaking is, hoe beter. Professionele musici hebben allemaal een persoonlijk verhaal over hun vak en daarmee kun je jongeren al boeien. Als je een violist in de klas uitnodigt, weet ik zeker dat je de klas stil krijgt. En dat vergeten die leerlingen nooit meer. Op dit vlak vind ik dat ook de musici van Het Brabants Orkest een opdracht hebben.’ Marijnissen is er een voorstander van om muziekeducatie thematisch in te richten: ‘Je kunt dat vanuit allerlei invalshoeken doen. Wat is geluid? En wanneer wordt geluid muziek? Dat is voor elke jongere interessant. 60
Jan Marijnissen tijdens ‘De SP in alle Staten’, feest waarmee de activisten van de partij werden bedankt voor hun inzet en de slotfase werd ingeluid van de campagne voor de provinciale verkiezingen van 7 maart 2007. © Bas Stoffelsen
En waarom vinden we de ene muziek mooi en de andere niet? Wat is de overeenkomst tussen een gitaar en een viool? Dat zijn allemaal vragen waarmee je bij jongeren de belangstelling voor klassieke muziek kunt stimuleren. Als je daarbij samenwerkt met deskundige pedagogen weet ik zeker dat je ze voor klassieke muziek kunt interesseren.’
Betonfabriek Hoewel Marijnissen een geboren en getogen Brabander is en van klassieke muziek houdt, leeft Het Brabants Orkest niet bij hem: ‘Ik hoor of zie het nooit, maar misschien heb ik er geen antenne voor. Ik vind wel dat het orkest de plicht heeft om haar naamsbekendheid in de provincie te vergroten. Het zou helpen als het vaak te zien was op Omroep Brabant en bij alle grote Brabantse manifestaties acte de presence gaf. Daar krijg ik een goed Jan Marijnissen protesteert in het Amsterdams Concertgebouw tegen opheffing van het Radio Symfonie Orkest
gevoel bij. Het zou ook elk jaar in de grote steden van Brabant een openluchtconcert moeten geven. En blijven investeren in haar educatieve missie. Dat is niet alleen onderwijskundig, maar ook marketingtechnisch heel effectief. Dáárin zit de meerwaarde van Het Brabants Orkest. Niet in het repertoire. Hoewel dat wel de sleutel is om het publiek te veroveren. Als je de mensen geeft wat ze willen horen én iets waarvan ze nog niet weten dat ze het willen horen, wordt het leuk. Dan ontstaat er een band, waardoor je ook donateurs krijgt.’
‘Ik vind muziek het ‘zout der aarde’ en de overheid moet het mogelijk maken dat jonge mensen kennismaken met muziek.’ Het staat voor Marijnissen buiten kijf dat Het Brabants Orkest in de toekomst nog veel mensen voor klassieke muziek kan winnen: ‘Toen ik nog bij een betonfabriek werkte, had ik drie collega’s die álles wisten van opera. Terwijl ik dacht: “Opera? Dat hoort bij de ‘blote ruggencultuur’ in de schouwburg. Niet bij het ‘gewone volk’.” Maar die mensen waren via de VARA-radio in aanraking gekomen met klassieke muziek en die waren daar helemaal weg van. Mensen vinden het ook altijd geweldig om een symfonisch orkest te zien optreden. Zelfs mensen die niet van klassieke muziek houden. Als het live is? Dan is iedereen verkocht!’
Boek een fantastische Muziekreis Boek snel of vraag de brochure aan: www.muziekreizen.org / 013-5363921
Muziek- & Cultuurreis in Riga, Letland 5-daagse Muziekreis
• Bezoek orgelconcert in de Dom van Riga • Bezoek concert Mozart Requiem
• Stadstour Riga o.l.v. gids • Vier 3-gangenmaaltijden • Authentieke Letse lunch
• Ticket Staatsopera van Riga
• ****Hotel in Centrum van Riga
• Boottocht over de Daugava
• Vliegticket Amsterdam-Riga v.v.
• Jugendstilwandeling
• Transfers
• Bezoek musea
€ 895,-
Van 21 t/m 25 maart 2010 met vier concerten een 5-daagse koorreis naar Riga (Letland)
Muziek- & Cultuurreis in Valencia, Spanje 5-daagse Muziekreis
p.p. inclusief • Concert in het Palau de la Musica met het orkest Tafelmusik
• Bezoek botanische tuin • Stadswandeling o.l.v. gids
• Bezoek orgelconcert
• Drie 3-gangen maaltijden
• Concert door pianist Alexei Volodin
• Verblijf in **** Hotel in het centrum
• Concert door het Orquestra de Valencia o.l.v. Walter Weller
van Valencia • Vliegticket Amsterdam – Valencia
• Bezoek museum voor schone kunsten en museum voor moderne kunst
van 18 t/m 23 mei 2010 met vier concerten en een prachtig cultureel programma
• Rondleiding in het Palau de les Arts
IC Productions, Postbus 655 5000 AR Tilburg, tel 013 - 536 39 21
€ 985,p.p. inclusief
Kijk voor de dagprogramma’s en meer info op www.muziekreizen.org
IC Productions is aangesloten bij de Stichting Garantiefonds Reisgelden waardoor u geen financiële risico’s loopt.
januari / februari 2010 • deKlank 61
Maartj Ma tjee va van n Ho Hout uter et
De ontwikkeling van het Nederlandse muziekleven
D
e Nederlandse componist Antoine Fodor leefde in een tijd waarin de fundamenten zijn gelegd voor de huidige Nederlandse samenleving en het tegenwoordige cultuurbeleid. Hoe zag het Nederlandse muziekleven
er omstreeks 1800 eigenlijk uit?
In januari 1795 rukte de Franse generaal Pichegru over de bevroren grote rivieren op naar het centrum van de Republiek der Verenigde Nederlanden, om de patriotten in hun strijd tegen ‘tiran’ Willem V te hulp te schieten. Met succes, want met zijn komst verliet de stadhouder het land en overal dansten de Bataven. ‘Vrijheid, gelijkheid en broederschap’ werd de leus van de nieuwe bestuurders. In de verlichte opvattingen van deze nieuwe bestuurders was een belangrijke plaats weggelegd voor opvoeding en in dit pedagogische streven speelde kunst en cultuur een duidelijke rol. In 1806 ging de Bataafse republiek over in het Koninkrijk Holland en in 1810 werd het gebied ingelijfd bij Frankrijk. Nadat Napoleon in oktober 1813 in de volkerenslag bij Leipzig was verslagen, trokken de Fransen zich terug. In datzelfde jaar werd erfprins Willem Frederik als soeverein vorst geïnstalleerd. Volgens verlichte opvattingen zouden ‘de kunsten’ een belangrijke rol moeten spelen bij het verwezenlijken van de Groot-Nederlandse idealen van Koning Willem I.
Vrij van kerk en hof Rond 1750 gaat de ontwikkeling van cultuur in de Nederlandse Republiek gelijk op met West-Europa, behalve het muziekleven. In de Nederlandse Republiek had het openbare muziekleven tot ver in de achttiende eeuw maar een beperkte betekenis. Er is geen bloeiend muzikaal verenigingsleven en voor het eerste muziektijdschrift moeten we wachten tot het tweede decennium van de negentiende eeuw. Twee belangrijke redenen voor deze matige muziekcultuur waren het ontbreken van vorstenhoven met eigen orkesten en het ontbreken van een kerkmuzikale traditie. Dit had echter ook voordelen. Het achttiende-eeuwse Amsterdam werd overspoeld door musici en componisten uit alle windstreken. De stad was beroemd om de muziekdrukkunst en vioolbouw én om de mogelijkheid vrij te werken, niet gebonden aan hof of kerk.
‘Nationaal muziekbeleid’ Tijdens de Republiek der Verenigde Nederlanden was het culturele leven dus vrijwel uitsluitend een zaak van particulieren. In de laatste decennia voor 1795 trokken vooral de initiatieven vanuit de verlichte burgerij de aandacht. De in 1784 gestichte Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen was hiervan een sprekend voorbeeld. Dit hervormingsgezinde genootschap richtte zich niet alleen op de ontwikkeling van de eigen leden, maar 62
ook op de vorming en beschaving van individu en staatsburger. Het wierp zich op als volksverlichter bij uitstek. Onder het ‘volk’ werden vooral de arme en verpauperde sociaal-economische lagere standen verstaan. Deze
‘De directeuren laten slechte dilettanten, ook veel kinderen meespelen… waaraan alleen de familieleden enige plezier beleven.’
moesten worden opgevoed tot nuttige en deugdzame leden van de als nationale eenheid beschouwde samenleving. De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen was de enige instelling die onder andere door de uitgave van bundels met volksliedjes een beleid voerde dat men als een ‘nationaal muziekbeleid’ zou kunnen typeren.
De helft professioneel Felix Meritis was een van de vele genootschappen die in de tweede helft van de achttiende eeuw in de Republiek werden opgericht. De oprichting van Felix Meritis was voor Amsterdam van grote betekenis. Met de opening van het prestigieuze genootschapsgebouw aan de Keizersgracht kreeg de Republiek voor het eerst een groot orkest dat nieuwe symfonische muziek voor publiek uitvoerde. De concertzaal van Felix Meritis, die in heel Europa bekend kwam te staan als een architectonisch en akoestisch wonder, was tot zeker 1830 de belangrijkste muziekzaal van Amsterdam. Het Felixorkest telde gemiddeld zeventig musici, van wie ongeveer de helft professioneel was. In 1801 werd de in Venlo geboren pianist, componist én kolenhandelaar Antoine Fodor benoemd tot dirigent van het orkest van Felix Meritis. In 1802 nam hij bovendien de leiding op zich over het andere belangrijke stedelijke orkest, Eruditio Musica. Al snel werd Eruditio Musica beschouwd als het beste ensemble van de hoofdstad. Dit had twee redenen. Ten eerste bestond dat orkest vrijwel uitsluitend uit beroepsmusici, hetgeen garant stond voor een hoger niveau van uitvoering. Ten tweede repeteerde dat orkest vaker en kritischer. Bij Felix Meritis hechtte men hier minder waarde aan. Zo staat gedocumenteerd dat men in Felix Meritis ‘menig liefhebber die bijna uitsluitend een viool kan vasthouden laat meespelen’. Uit de partituren en uitgeschreven partijen van Felix Meritis blijkt dat na 1788, ten tijde van Haydn, Mozart en Beethoven, hoofdzakelijk muziek van tijdgenoten op het programma stond. Daarnaast stonden werken op het programma van de eigen dirigent, zo ook van Fodor: deze moest jaarlijks minimaal één compositie schrijven die werd opgevoerd in en intellectueel eigendom bleef van Felix Meritis.
Streven naar kwaliteit Antoine Fodor heeft niet alleen als dirigent en componist bijgedragen aan de bloei en ontwikkeling van de Amsterdamse instrumentale muziek in de periode van 1790 tot 1830. Hij zette zich ervoor in om de kwaliteit van de muziekuitvoeringen te verbeteren. En dit was hard nodig. In de Muzikale Berigten van de Vaderlandsche Letteroefeningen besprak een anonieme criticus in 1815/1816 enkele Amsterdamse orkesten: Eruditio had de Tekenzaal van Felix Meritis geschilderd door Adriaan de Lelie (1755-1820)
beste ‘goede meester’, Harmonica de beste amateurs. Het peil van Felix Meritis was laag en dat ‘terwijl het op vrijdag speelt, wanneer er geen schouwburg is en er dus genoeg meesters te krijgen zijn. Maar de directeuren laten slechte dilettanten, ook veel kinderen meespelen… waaraan alleen de familieleden enig plezier beleven.’ Er vond landelijk een discussie plaats over hoe het muzikale peil te verhogen en te professionaliseren. De instantie die zich hiervoor inzette was het Koninklijk Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten, waaraan Fodor in 1808 door Louis Napoleon als hoofd was aangesteld. Het instituut fungeerde als adviescollege voor instellingen als de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen en de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst. Het doel was: structurele aandacht voor de kunst en verbetering van het zangonderwijs. t januari / februari 2010 • deKlank 63
De invloed van het instituut moet groot
Ronald Brautigam © Marco Borggreve
geweest zijn. De Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen zette zich steeds meer in voor het zangonderwijs en in Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam kwamen koninklijke muziekscholen, zodat Nederlandse musici niet hoefden uit te wijken naar Leipzig of Parijs. Er kwamen meer muziekensembles en gespecialiseerde muziektijdschriften. Een ander uitvloeisel was de oprichting in 1829 van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst, speciaal voor amateurmusici Felix Meritis
van goede huize.
Na 1830 veranderde het kunstenklimaat ten goede. Toen Johannes Bernardus van Bree in 1830 Fodor als dirigent opvolgde, namen de concerten in Felix een hoge vlucht. Van Bree stelde strenge reglementen op voor musici en publiek. Afgelopen was het met gelach, geklets, het serveren van drank en spijs en andere ordeverstoringen in de zaal. Hij moderniseerde vervolgens het repertoire en haalde meer buitenlandse musici naar Nederland.
De fundamenten voor ons cultuurbeleid Aldus werden tweehonderd jaar geleden de fundamenten gelegd voor de huidige concertgewoontes en het tegenwoordige cultuurbeleid. Een beleid waarin ook veel aandacht is voor cultuureducatie om ervoor te zorgen dat iedereen de kans krijgt om te genieten van muziek, ongeacht sociale klasse, en gerenommeerde opleidingen voor beroepsmusici garandeert. We kunnen ons niet meer voorstellen dat u, als amateur, tussen de musici van het Brabants Orkest gaat zitten, om mee te spelen in een symfonie van Fodor, Verbey, Vleggaar óf van Beethoven. Of dat er hardop gelachen, gedronken en gelopen wordt tijdens een concert. De muziek die u zult horen zal beduidend beter klinken dan tweehonderd jaar geleden, nu deze wordt uitgevoerd door de professionele musici van Het Brabants Orkest. En u kunt er in stilte van genieten.
Werken en van van Ned ederlandse se componisten Fo F do dor, Ver Verbe beyy en Vleggaar · 22, 28, 29, 30 en 31 janu uar arii 20 2010 · zie p.40 en 42
Al jaren dé specialist in: Digitale Piano’s & Keyboards Wij leveren ook • accordeons • mondharmonica’s • gitaren • geluid • diverse accessoires De beste service en voorlichting Eigen technische dienst Na aankoop GRATIS hulp bij al uw vragen en
Heezerweg 93, Eindhoven - Tel. 040-21121777 www.keyboard-centrum.nl 64
Ook v oo bekroond met YAMAHA BEST DEALER AWARD
r al uw bladmuziek!
benoemd tot YAMAHA CLAVINOVA LIFESTYLE CENTER
Technology Center
Fortepiano
De Engelse pianoschool maakte gebruik van piano’s met het zwaardere Stossmechaniek en werd daarom gekenmerkt door een krachtiger touché, aandacht voor legato-spel en door een gematigde virtuositeit. Na de grondleggers Clementi en Dussek waren pianisten als Cramer (1771-1858), Berger (1777-1839) en Field (1782-1837) belangrijke vertegenwoordigers.
Omstreeks 1700 ontwikkelde de Italiaanse hofclavecimbelbouwer
Ook Beethoven wordt op basis van zijn speelstijl en instrumentvoorkeur
Barteolomeo Cristofori zijn ‘Gravicembalo col piano e forte’ (clavecimbel
wel tot de Engelse school gerekend. Bekende bouwer van fortepiano’s
met zacht en hard). Cristofori ontwierp een nieuwe soort mechaniek
met een Engels mechaniek is John Broadwood. In zijn vleugels werd de
waarbij de snaren niet langer door een plectrum geplukt werden, maar door
zogenoemde English Grand Action gebruikt.
hamertjes werden aangeslagen, waarmee een geheel nieuwe dimensie
De Weense pianoschool, die gebruik maakte van de lichte Weense piano’s,
werd geschapen: dynamiek. Dát instrument werd de grondlegger van
werd in speelstijl gekenmerkt door lichtheid, helderheid en (soms extreme)
de fortepiano.
virtuositeit. Mozart wordt gezien als de gondlegger van deze school, waarna Haydn (1732-1809), Steibelt (1765-1823), Hummel (1778-1837) en Czerny
In die vroege achttiende eeuw werd vervolgens, vooral in Duitsland, druk
(1791-1857) in zijn voetsporen traden. Bekende fortepiano-bouwers volgens
geëxperimenteerd met diverse zogenaamde Prell- of Stossmechanieken
de Weense school zijn onder anderen Michael Rosenberger, de Italiaan
of combinaties daarvan, door bouwers als Silbermann, Schröter en Stein.
Salvatore Lagrassa, Johann Fritz, Conrad Graf, Carl Stein, Nannette Streicher
In Frankrijk heeft later de bouwer Jean Henri Pape (1789-1875) in de ont-
en Anton Walter.
wikkeling van de fortepiano een grote rol gespeeld. Uiteindelijk ontstonden
Negentiende-eeuwse Parijse firma’s als Érard en Pleyel ontwikkelden de
twee grote stromingen, zowel in uitvoeringspraktijk, pianomethodiek als
instrumenten verder door tot de Grand Piano’s (vleugels) zoals wij die
in instrumentbouw.
vandaag kennen.
Ronald Brautigam speelt Beethoven op een Salvatore Lagrassa piano uit 1815 · 28, 29, 30 en 31 januari 2010 · zie pagina 42
Voor wie zich nader wil informeren over historie of restauratie: • www.duopasels.be/SCRIPTIE.pdf • www.fortepiano.nl • www.muziekindex.nl/p/frame/klavecimbel_forte.html • http://users.skynet.be/fb357447/Methoden_voor_het_hamerklavier.htm En voor wie de moed heeft onderstaande link over te typen treft een boeiende Masterscriptie uit 2008 (Letterenfaculteit Universiteit Utrecht): http://igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2008-1114-201220/pianoforte_icoon%20van%20de%2019e%20eeuwse%20burgerij.pdf januari / februari 2010 • deKlank 65
VOORUITBLIK Violiste Faust laat Beethoven zweven Isabelle Faust is een bijzondere violiste met een bijzonder instrument, een Stradivarius uit 1704 met als bijnaam ‘De schone slaapster’. En zoals Doornroosje in haar slaap overbrugt Isabelle Faust de eeuwen. Ze verdiept
VOLGENDE MAAND IN DEKLANK Stefan Solyom dirigent Jacques Zoon fluit
zich in de Barok, maar ook in de moderne muziek. En alles er tussenin. Van het Vioolconcert van Beethoven Haydn Symfonie nr.39
maakte ze al een mooie opname. ‘Haar noten zweven met een ijle,
Mozart Fluitconcert nr.2 Saariaho Aile du songe voor fluit en orkest
bijna fluitachtige toon’, schreef een
Schubert Symfonie nr.5
recensent. Beethovens tijdgenoten vonden het Vioolconcert te lang en
Breda · donderdag 4 maart 2010 Chassé Theater, 20.30 uur
te moeilijk. Dat gold zelfs voor de
Tilburg · vrijdag 5 maart 2010 Concertzaal, 20.30 uur
violist op de première, die ter on-
’s-Hertogenbosch · zaterdag 6 maart 2010
derbreking een eigen werk speelde
Theater aan de Parade, 20.00 uur
op één snaar, met de viool onder-
Eindhoven · zondag 7 maart 2010 Muziekcentrum Frits Philips, 14.15 uur
steboven. Aan zo’n duivelskunstje zal Isabelle Faust zich waarschijnlijk niet wagen.
Marc Soustrot dirigent Isabelle Faust viool
Marc Soustrot dirigent
Isabelle Faust © Marco Borggreve
Isabelle Faust viool Gabrieli Sonata pian’e forte Dutilleux Symfonie nr.2 ‘Le double’ Beethoven Vioolconcert
Gabrieli Sonata pian’e forte Dutilleux Symfonie nr.2, ‘Le double’ Beethoven Vioolconcert Eindhoven · zaterdag 13 maart 2010 Muziekcentrum Frits Philips, 20.15 uur ’s-Hertogenbosch · zondag 14 maart 2010
Eindhoven Muziekcentrum Frits Philips • zaterdag 13 maart 2010, 20.15 uur
Theater aan de Parade, 14.15 uur
’s-Hertogenbosch Theater aan de Parade • zondag 14 maart 2010, 14.15 uur David Atherton dirigent
Subsidiënten
Sponsors Wilt u ook Sponsor worden en u bij deze muziekminnende bedrijven aansluiten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Arthur van Dijk, algemeen directeur van Het Brabants Orkest, telefoon 040 265 56 92, of per e-mail via arthur.vandijk@brabantsorkest.nl In een persoonlijk gesprek legt hij graag de verschillende sponsormogelijkheden aan u voor. KAARTEN BESTELLEN • Muziekcentrum Frits Philips Eindhoven 040 244 20 20 • bespreekbureau@philipshall.nl • openingstijden: ma t/m za 12-17 uur en 5 kwartier voor aanvang tot 1 kwartier na aanvang | telefonisch: ma t/m vr 11-17, za 12-17 uur. Tijdens concertavonden ook van 17-19 uur. Op koopavonden en koopzondagen is het bespreekbureau gesloten. • Theater aan de Parade ’s-Hertogenbosch 0900 33 72 72 33 • info@theateraandeparade.nl • openingstijden: ma t/m do 13-20.30 uur | vr en za 13-21.30 | zo 13-14.30 en 18-20.30 uur | telefonisch: ma t/m za 13-20 uur | zo 18-20 uur. • Concertzaal Tilburg 013 543 22 20 • theatershop@theaterstilburg.nl • openingstijden: ma 10-18 uur (alleen telefonisch) | di t/m za 10-21 uur. • Chassé Theater Breda 076 530 31 32 • bespreekbureau@chasse.nl • openingstijden: ma t/m za 11-18 uur en 1 uur voor de voorstelling.
66
Joshua Ellicott tenor Paul Uyterlinde cello Brabant Koor Nystedt Stabat Mater Howells Stabat Mater Oirschot · vrijdag 19 maart 2010 St. Petruskerk, 20.30 uur Oirschot · zaterdag 20 maart 2010 St. Petruskerk, 20.30 uur Oirschot · zondag 21 maart 2010 St. Petruskerk, 14.30 uur
Yuri Simonov dirigent Yossif Ivanov viool Moesorgski Ouverture Chovansjtsjina Sjostakovitsj Vioolconcert nr.1 Moesorgski Schilderijen van een tentoonstelling Eindhoven · vrijdag 26 maart 2010 Muziekcentrum Frits Philips, 20.15 uur Amsterdam · zaterdag 27 maart 2010 Concertgebouw, 20.15 uur Eindhoven · zondag 28 maart 2010 Muziekcentrum Frits Philips, 14.15 uur
deKlank editie nr.6 maart 2010 verschijnt op 25 februari 2010
!A H=QSA (=IAN OP==P RKKN AT?HQOEARA EJPANEAQNO IAP CARKAH RKKN I=PANE==H OPEFH AJ GHAQN %AP O=IAJOLAH PQOOAJ EJPANEAQN=N?DEPA?P AJ @A?KN=PAQN HAE@P PKP AAJ EJPANEAQN @=P PKP EJ DAP GHAEJOPA @AP=EH CASKCAJ EO "HG EJPANEAQN EO I==PSANG AJ SAANOLEACAHP @A VEAH R=J D==N >ASKJANO 3KKN IAAN CAJEAPAJ XXX EFCMBVXFLBNFS DPN (FPQFOE PQ BGTQSBBL ,BTUFFM $SPZ ] $SPZMBBO ] 1$ "BSMF 3JYUFM /- ] 5 ] & JOGP!EFCMBVXFLBNFS DPN
januari / februari 2010 • deKlank 67
Tuinen waar muziek in zit. Van natuurlijk tot strak gecomponeerd. Elk ontwerp is uniek.
Jacques van Leuken uit Nuenen heeft als tuinarchitect ruim 25 jaar ervaring. Hij ontwerpt tuinen in diverse stijlen: modern, parkachtig en landschappelijk. Met het gemeenschappelijke kenmerk dat ze direct na aanleg een volwassen resultaat hebben en dat opdrachtgevers de bereidheid hebben te investeren in mooie materialen. De foto’s zijn genomen binnen één jaar na aanleg. Door het planten van volwassen bomen en grote struiken lijkt het binnen een jaar na aanleg alsof het nooit anders is geweest. Ook sluiten nieuwe delen van een tuin daardoor goed aan bij bestaande delen van een park of bos. 68
www.jacquesvanleuken.nl T 040 – 284 60 64