11 minute read

MIJN PRAKTIJKSTART Anne van Houwelingen nam samen met een

Hoe kijken huisartsen terug op de start van hun eigen praktijk? Welke plannen zijn er voor de toekomst? En welk advies hebben zij voor andere starters? Anne van Houwelingen over haar praktijkstart.

TEKST: CORIEN LAMBREGTSE

Advertisement

‘Laat zien hoe belangrijk de rol van assistentes is’

Altijd al een eigen praktijk willen hebben?

‘Ik ben vijf jaar waarnemer geweest en was er wel aan toe. Toen deze kans zich voordeed, heb ik die gegrepen, al was het qua timing enigszins ongelukkig, vlak na de geboorte van ons derde kind. Ik ben heel blij dat ik het heb gedaan. Het grote verschil is dat ik als praktijkhouder mijn eigen patiënten heb. Ik vind het ontzettend leuk om een langdurige relatie met patiënten op te bouwen. Het is nog leuker dan ik dacht. Dit is waarom ik huisarts wilde worden.’

Waarom op deze plek?

‘Ik werkte al een tijd als waarnemer in deze praktijk, samen met Niels, die inmiddels mijn medepraktijkhouder is. Wij vervingen opvolgend twee praktijkhoudende stellen tijdens hun sabbatical, onder wie onze voorgangers. Na terugkomst vroeg het laatste stel ons om de praktijk over te nemen. De vraag overviel me eerst een beetje, maar toen ik erover nadacht, werd ik enthousiast. De samenwerking met Niels beviel heel goed, ik kende de praktijk, de collega’s in de HOED en het ondersteunende praktijkteam. Ik vond het een fijne plek om te werken. Precies wat ik ooit zelf zou willen. Toen dacht ik: deze kans moet ik niet laten gaan. En Niels dacht dat gelukkig ook.’

Een duopraktijk is net zoiets als een huwelijk…

‘Haha, een beetje wel. Ik zeg ook altijd: Niels en ik zijn gematcht. Wij hebben het geluk gehad dat we een half jaar konden oefenen in de periode waarin we die sabbaticals waarnamen. We hebben dezelfde visie op het huisartsenvak, zitten er op dezelfde manier in en vullen elkaar mooi aan. De ene patiënt zal eerder voor Niels kiezen, de andere patiënt voor mij. Dat is helemaal prima.’

En ook nog tijd voor je gezin?

‘We hebben als HOED een geweldige samenwerkingsconstructie. De vier praktijken hebben allemaal hun eigen patiënten, samen hebben we één ondersteunend team dat fantastisch werk doet. En verder hebben we alle taken verdeeld. Ik ben zelf bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de accreditering, een ander voor de huisvesting en nog weer iemand anders voor het personeel. Ik moet er niet aan denken dat ik als solist al die taken zou hebben. Drie dagen per week doe ik patiëntenzorg, daarnaast nog de diensten en administratieve en organisatorische taken. De rest van de tijd is voor mijn gezin. Oh ja, wat ook een voordeel is van de samenwerking in een HOED: we hebben allemaal 7 weken vakantie. Heerlijk is dat.’

Een praktijk draaien is teamwork.

‘Absoluut. En daarbij gaat het niet alleen om huisartsen, maar ook om het ondersteunend personeel. Alle assistentes en praktijkondersteuners verdienen het om in het zonnetje te worden gezet. Ze nemen ons zoveel werk en zorgen uit handen. In Covid-tijd kregen de assistentes alle patiënten aan de lijn. Hoe hadden we het zonder hen moeten redden? Het is belangrijk om te laten zien hoe belangrijk de rol van assistentes is en hoe leuk hun vak is, juist nu er een tekort aan ondersteunend personeel dreigt. Hoe meer we laten zien hoe interessant en leuk de huisartsenzorg is, hoe meer mensen ervoor zullen kiezen. Dat geldt ook voor huisartsen. We kunnen wel klagen over waarnemers die maar geen praktijkhouder willen worden, maar daar win je niemand mee. Wat helpt, is laten zien hoe leuk het is om praktijkhouder te zijn.’

Waar staan jullie over tien jaar?

‘Het zal allemaal digitaler gaan, maar ik denk niet dat we het helemaal anders gaan doen. Eerlijk gezegd ben ik niet zo met de toekomst bezig. Praktijkhouder worden was mijn stip op de horizon. Daar ben ik nu net aangekomen. Ik ben druk bezig om deze rol goed in te vullen. Ik ben gepromoveerd op het zoeken naar een proactieve aanpak van complexe problematiek bij kwetsbare ouderen in de huisartsenpraktijk. Daar ga ik mee aan de slag.’

Wat geeft je energie?

‘Het gebeurt geregeld dat een patiënt bij een specialist is geweest en dan bij mij terugkomt om te bespreken wat de specialist heeft gezegd of voorgesteld. Patiënten willen weten wat ik ervan vind, want ik ben ‘hun’ huisarts. Het vertrouwen dat je van patiënten krijgt, dat vind ik heel erg bijzonder. Als waarnemer heb ik dat nooit zo ervaren; toen was ik meer bezig met brandjes te blussen.’

Tips voor startende collega’s?

‘Kijk of een duo- of groepspraktijk wat voor jou is. Zeker als je een jong gezin hebt. En als je de kans krijgt, probeer de samenwerking dan uit voor je daadwerkelijk aan een duopraktijk begint. Zo’n proefperiode kan ik iedereen aanraden.’ ¶

WIE

Anne van Houwelingen (38 jaar) nam in januari 2021 samen met collega Niels Ravensbergen de duopraktijk over van Folkert van Oostveen en Stefanie van Saarloos.

WAAR

De praktijk is onderdeel van huisartsenpraktijk Celsius in Noordwijkerhout: een HOED bestaande uit vier duo-praktijken, 11.000 patiënten en één ondersteunend team.

THUISFRONT

‘Mijn man heeft net als ik een drukke baan. Onze kinderen zijn 1, 4 en 5 jaar. Dat vraagt thuis ook teamwork. Er blijft niet veel tijd over voor hobby’s, maar voor deze levensfase is dat prima. Het wordt vast wel weer anders.’

JOUW START IN DEZE RUBRIEK?

Heb je de afgelopen twee jaar een praktijk overgenomen, maat geworden of ben je zelf een praktijk gestart? En wil je jouw ervaring delen in De Dokter? De redactie komt graag met je in contact. Mail naar dedokter@lhv.nl o.v.v. 'mijn praktijkstart'.

LHV-regiotoer 2021 belicht beleid, plannen en ontwikkelingen in de huisartsenzorg

De LHV is weer op regiotoer. Het kán gelukkig weer. Tijd voor ontmoetingen en een toelichting op nieuwe LHV-plannen en ontwikkelingen in de zorg. En natuurlijk ook: aandacht voor de bekostiging van de huisartsenzorg. Welke veranderingen staan er de komende jaren op stapel?

Iedereen wil naar een simpeler bekostiging

TEKST: CORIEN LAMBREGTSE / FOTOGRAFIE: DAVID JAGERSMA ‘Er komen veranderingen aan, maar nog niet volgend jaar.’ Ad Vermaas is senior beleidsmedewerker financiën en een van de vaste presentatoren van de LHV-regiobijeenkomsten.

‘We zitten midden in de evaluatie van het huidige 3-segmentenmodel: basiszorg, ketenzorg en innovatie. Dit systeem is in 2015 ingevoerd en dat was voor de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aanleiding voor de evaluatie.

Het is een heel traject waar we vorig jaar mee zijn begonnen. We zitten als LHV aan tafel met de NZa, VWS, zorgverzekeraars, Patiëntenfederatie

Nederland, InEen en VPHuisartsen, en hebben flinke discussies over wat er beter kan.’ ◼ WAT ZOU DE LHV ANDERS WILLEN? ‘Wij willen vooral dat het systeem simpeler en beter uitlegbaar wordt. Het 3-segmentenmodel roept heel veel vragen op. Al geven we doorlopend cursussen en leggen we de regels in de LHV-declareerwijzer zo goed mogelijk uit, we blijven er veel vragen over krijgen. De bekostiging is te ingewikkeld geworden. Er komt telkens maar weer iets bij. Wij zijn natuurlijk niet de enigen die hier last van hebben. Eigenlijk willen alle partijen dat de bekostiging eenvoudiger wordt, maar hoe? Moet het segmentenmodel op de kop? Komt er meer of juist minder zorg in het segment basiszorg? Gaan we naar hogere inschrijftarieven en minder declara-

ties of juist andersom? Daarover verschillen de meningen. Niet alleen tussen de betrokken partijen aan de tafel, maar ook tussen huisartsen. Daarom bespreken wij dit onderwerp tijdens de regiobijeenkomsten en houden we ook geregeld ledenpeilingen om een idee te krijgen van de richting die we uit moeten.’

◼ WAAR GAAT DE DISCUSSIE HEEN? ‘De discussie is heel breed; van de hoofdlijnen tot het kleinste detail van de tariefberekeningen. Je kunt al die onderwerpen onderverdelen in drie niveaus. Vergelijk het met Google Maps. Als je helemaal uitzoomt, zie je de werelddelen. Als je inzoomt op een werelddeel, zie je de verschillende landen. Zoom je nog verder in, dan zie je hoe het land is opgebouwd. Voor de bekostigingsdiscussie geldt hetzelfde. Uitgezoomd zie je de ‘werelddelen’ van het segmentenmodel. Zoom je in, dan zie je de diverse betalingswijzen binnen een segment. Nog verder ingezoomd kom je bij de beschrijving en onderbouwing van tarieven. De discussie aan tafel gaat niet alleen over het hoe, oftewel de manier van bekostigen, maar ook over de vraag die daaraan voorafgaat: wat wil je bekostigen? Wat is het basisaanbod van de huisartsenzorg, hoe willen we die zorg leveren en wat heb je daarvoor nodig aan mensen, middelen en ondersteuning? Die vragen moeten eerst worden beantwoord. Als dat duidelijk is, volgt de bekostiging.’

◼ WAT ZIJN DE CENTRALE VRAGEN? ‘De eerste vraag is: welke zorg zit in welk segment? De basiszorg bijvoorbeeld, is nu verdeeld over alle segmenten. Houden we dat zo of brengen we meer zorg onder in segment 1, het segment voor basiszorg? Houden we de ketenzorg in het tweede segment, met de zorggroep als hoofdaannemer? En wat doen we met segment 3? Daar vallen nu wel 350 tarieven onder, waaronder de POH-somatiek en de praktijkmanager. Veel van de onderdelen in segment 3 zijn al zo ingeburgerd dat je ze ook in segment 1 zou kunnen onderbrengen. Maar

‘We willen dat een aantal urgente knelpunten, zoals huisvestingskosten, eerder wordt opgelost’

willen we dat? Voor alle zorg in segment 1 legt de NZa de beschrijvingen en tarieven vast. Daar hoeven huisartsen dus niet over te onderhandelen en er is geen contract voor nodig. Dat geeft zekerheid, maar ook minder flexibiliteit. Segment 3 geeft veel meer flexibiliteit, maar je bent afhankelijk van een (onzeker) contract met de zorgverzekeraar. Segment 1 vertegenwoordigt nu zo’n driekwart van de omzet van een huisartsenpraktijk, segment 2 en 3 elk 10 tot 15 procent. De tweede vraag is: hoe wordt de zorg in een segment betaald? Er is nu een gemixt systeem van inschrijf-, consult-, module- en verrichtingentarieven.

Webinar Beleid en bekostiging 2022

Adviseurs van de Landelijke Huisartsen Vereniging kwamen ook dit jaar naar uw regio om u bij te praten op de ontwikkelingen het komende jaar in de huisartsenzorg. Welke grote en kleinere veranderingen kunt u verwachten? Wat verandert er in de bekostiging? Welke voortgang is er geboekt op de afspraken uit het hoofdlijnenakkoord? Welke ondersteuning kunt u van uw beroepsvereniging krijgen? De bijna 500 bezoekers van in totaal 11 bijeenkomsten zijn weer helemaal bij, zowel op de landelijke als de regionale ontwikkelingen. Een indruk van de presentaties en gesprekken vindt u op de praatplaat.

BEKIJK HET WEBINAR

Kon u de bijeenkomst niet bijwonen en wilt u graag alsnog bijgepraat worden? Vanaf 18 november 2021 (19.30 uur) kunt u het webinar Beleid en bekostiging 2022 bekijken.

Meer informatie vindt u op www.lhv.nl/lhvacademie.

Willen we dat zo houden? Wat valt er onder het inschrijftarief en voor welke werkzaamheden mag aanvullend worden gedeclareerd? Hoe declareren de verschillende medewerkers in de praktijk? Is het een idee om te declareren in tijdsblokken van 5 minuten of liever in andere tijdsblokken? Daar peilen we de meningen van leden over. Het is al wel duidelijk dat huisartsen met name ook langere consulten willen kunnen declareren, bijvoorbeeld voor een gesprek over de wensen van een patiënt in de laatste levensfase. De derde vraag is: hoe worden de tarieven onderbouwd? Op dit moment zijn de tarieven gebaseerd op basis van een historische gemiddelde. Eens in de vijf jaar voert de NZa een kostenonderzoek uit waarbij onder meer alle kosten van een praktijk op een rijtje worden gezet. Op basis daarvan worden de nieuwe tarieven bepaald. Dit terugkijken leidt niet alleen tot een vertraging in de tariefonderbouwing, maar betekent ook dat wordt uitgegaan van de bestaande praktijk en dat die wordt bevestigd. Zou het niet beter zijn om te kijken hoe we willen dat een huisartsenpraktijk er de komende jaren uit ziet en daar vervolgens de tarieven op aanpassen? Hoeveel medewerkers, hoeveel vierkante meters en welke ict-voorzieningen hebben praktijken nodig? Met een normatieve vergoeding, als opslag op het standaardtarief, zou je de gewenste ontwikkelingen kunnen stimuleren.’

◼ WANNEER MOET HET EENVOUDIGER BEKOSTIGINGSSYSTEEM KLAAR ZIJN?

ILLUSTRATIES: VERSLAGVANDEDAG.NL

‘In 2024. Dat is waar de NZa naar streeft. Om de wijzigingen tijdig door te kunnen voeren in systemen en contracten, moeten die voor 1 juli 2023 helder zijn. Dat betekent dat alle achterbannen voor die tijd de kans moeten hebben gekregen om hun inbreng te leveren. Wij zijn als LHV al begonnen om de mening van onze leden te peilen en gaan dit de komende tijd vaker doen. Maar wat wij zelf nog dringender vinden, is het nieuwe kostenonderzoek. Het vorige kostenonderzoek is al van 2015, de wereld is inmiddels flink veranderd en de huisartsenpraktijken ook. Het probleem is alleen dat de jaren 2020 en 2021 vanwege corona niet representatief zijn. 2022 wordt hopelijk wel weer een normaal jaar. Dit betekent dat het kostenonderzoek pas in 2023 kan worden uitgevoerd over 2022, en dat de nieuwe tarieven pas in 2025 kunnen ingaan. Dat duurt ons veel te lang. Daarom proberen we nu met de NZa tot een tussenoplossing te komen. We willen dat een aantal urgente knelpunten, zoals huisvestingskosten, eerder wordt opgelost.’

Zal het zo simpel worden dat de LHVDeclareerwijzer de prullenbak in kan? ‘Daar hoop ik op, maar ik zie het nog niet zo snel gebeuren.’ ¶

Meer weten over de bekostiging van de huisartsenzorg van morgen en de wijzigingen in de tarieven voor volgend jaar? Kijk op lhv.nl en zoek op Bekostiging

This article is from: