04 110 interview schilderen is bevrijden (4 dec 1982)(print aant)

Page 1

PHILIPPE

VANDENBERGHE :

SCHILDEREN

IS

BEVRIJDEN.

INTERVIEW OP 4 DECEMBER I982

Andr6 Gordts

- l,laar staat het werk van Philippe Vandenbergtre nu? ne& schrijft dat nijn werk aansluit bij de grote schilderkunstige' traditie. Ik zou eraan toevoegen: bij de Vlaams-Nederlandse schil-derkunstige traditie, zoweL qua vorm als qua inhoud. Het heeft niets te make4,Ieg^feqglfe ontwikkelingen in de kunst, noch met perioden uit de voo?fffi1trihffi""hiedenis rr( schilderkunst. Ik nieuwe scnllcerKunsE. van de nleuwe critici Van zoals dat zoalS dat gepropageerd wordt door de Cr].tlc]. vaP$ggbrt"q:,(Goy{--ep-Rubens over tcomend vanFselllDranoErl In de ketting t(ettlng kornend voel mij een schakel in "!r,-""tt"fel Permeke, Gust De Smet, Cox en andJret.sb "r^,rd'G-hutS&- -4 ,e sbapql s8-!.{

- Duidt die schakel op de thematiek of ZoveL naar vorm gedrevenheid van de epicuristische y

inhoud.

4 e---r.1"^[G

op de Eechniek?

f,men. De meer dramatische

Bei

lkunst t.o.v. het .l-u4icke, het rse schilderkunst, {

Waar

zLt

di-e

inhoudelijke

s

lat-i+=#-n4 dat z

n,^,1

-

meer

'6.twtul

I

overeenkomst?

fiel-len dat er tvtee soorten schilders bestaan' Inhoudelijk die-^heq i4t^gllect prikkelen en schilderijer Schilderijen ectril-tlerijen. twee soor prikkelen it ln ffir t* deze Laatsterttt i het zenuwsreliel d1 ffir ,

&s@iE,

ische

.B-

iguur of portret. -Andere--nens'en €i-e+-ef ik nu4, vertrek van

als beginneling, a@

elernent? Nu begin ik het schilderij leeg, zonder bepaalde bedoeling, en in veel gevallen kom ik na een tijdje terug tot bepaalde fragmenten van dat naakt of van die kruisiging. De figuratie die in het begin een springplank was, ervaarde ik op den duur a1.9.-een wurgende veiligheidsgordel tijdens het proces. Er zLjn ,.ut *ldfilffflffinten die een ro1 spelen bij het maken van een schilderij . Ik denk dat het toeval een &ed, grote rol speel-t in rnijn werk, maar dan wel een gedirigeerd, gecontro|leerd en geprovoceerd toeval. Een toeval dat nieuwe perspectieven opent.

-

Geen

toeval E la surrealisme, peinture automatique?

Hoegenaamd niet. Je kunt dat toeval aanvaarden of niet. Daafr, ligt het samen-.i_ gaan tussen luciditeit en discipline. Tk zi&:A dus voor een @€€+-l#'g: tr4 l. doek en begin daarop te werken. Een soort primaire.-im.pqle ' ag€rrs,.sf6, een bui tens chil-derkuns t i ge impuls is nodig. r , f*Wht7\7e4tt t!"^\ou24o

Dan ze| je dus een punt of een lijnfop het doek. Is het belangrijk yf dat *.t' -Itabstract" of t'figuratiefrt is? aJt'1^-'"teHet komt erop aan dat je een compositie krijgt die een zekere kracht uitop zijn poten staat. Dan komfuttc* A straalt. Je moet erop ptoeteren tot het 'i;;d';--

, riguratieve^@ e!t^,"fh N";,,!-('^

u ^'llt-

dh"ry-7L

'

' of I

,J {l"na"!.qt

c^*aei*Jqa


-

Maar wat

of hoe je ook schildert, het stramien moet er staan.

Het lijkt

mij niet rnogelijk een zuiver abstract schilderij te maken. of Mondriaan zijn wel zeer ver gegaanr {!aaT ik weet niet of het mogelijk is een schil-deri tf,zFu*{rebben met .het Rothko

figuratieve.

gekn,i ni gde;

eerfi€g'+.{€€kt.

j.dat-gsse€t<-i-k--ni"e€-+{riit . Uli}jboe*-trieT. tijdje geleden begon ik riptiek en na een tijdje stonden er drie figureri op: een centrale gekruisigde, een linker- en een reehterfiguur. Verwijzingen naar Griinewald of naar triptieken met wenep{e vrguwen. Ce{4een .'.,*k*{ Wftt l.-i \oo(q,{ . - Die figuren kom'je wel regelmatig tegen in de westerse kunst: de Griekse pothnia theroon (heerseres over de dieren) bijv., in de iraanse kunst en in de Europese volkskunst. Is dat religieus notief bij jou ook nog religieus? ,6/L Het motief van.d: fiXl"igt6^,H.,ogat van de. kultuur waarin it.opge*roei-d ben, maar dat motier i8'8eri6affitrJ"ffirorden, het heeft zijn religi"""" Een

ge1-adenheidver1oren./Jekunterpnorglvee1meedoen.1@1. ') q"^ e"^/i;o'*l: lcih

L r/*'l I u ts P

- Is het ook niet een teken, een krabbel? Inderdaad.Hettreer8?Eemakenmetdenaaktfiguur.ffictt,,,otlul,l*,

-+e-in--onze-kriftuur met.--bnl--naakt hpbbexjs--een krui.s,i,ei+E.y'De eersEe

": ff f l:-jtrs f"effii;*- i *tur itdffi'tr zeer geLaden erotiseh element. n

Ongetwi j f eld

erotiek blijft zelf , ,,!e d.

.

.De

-Mi

66n van de voornaamst-6-van rdat ik doe".DTet schilderen zijn piet bedoeld als erotische schilderi i en\_.- k b*L^:( fien ""iita"t ,r'^yrv. 4^.u1 - Een volgend belbngrijk aspect vaft je schilderijen lijkt mij he- fo"rmaat te zijn: de afmetingen en het gebruik van dyptiek en triptiek.

,ffi

t^dr.:.;N"

sc.\iiairij.F

,TY'\, ,.fl_411Y:

_

Ik kies steeds een doek dat ik fvsisch voJ-ledie.aankan. Het, schilderii ik als iets waarregen ik noer ftft"faffiGroot al! ik.

beschouw

14 Y.6,Y l/1. ^tuae!'I - Schaal"

"""f&ir?\Ett

Daar kom ik nu toe. Als ze te groot zijn, komen er veel elernenten aan te pas die nij storen, ladders bijv., stellingen. Elementen die de directheid i+gvan het schilderen verstoren. Als ik een probleem tegenkom, test ik dat uit op een kleiner formaat.

- IIet

el-ement

inprovisatie wordt dus in toon

gehouden.

maar wat ik op het kleine formaat geschilderd heb, breng ik niet klakkeloos over op het grote; Ik zoek naar een oplossing, een 61an, maar ik copi6er nieE. Ik kan niet werken naar voorstudies. V6dr ik aan,een schilderij6begin, werk ik qr via tekeningen, die echter niet zoveel te maken hebben met het schilderij dat ik daarna maak. Kwestie van op dreef komen. Het werkschema omvat meestal drie delen: een deel aanloop, een deel met goede werken en een deel waarin alles verzwakt. Dan ben je uitgeschilderd

Ja,

)


3

pypai"t"r, zijn tot stand gekomen als ik paren ben beginnen schilderen: het man-vrouw-motief . De dyptiek is-dan.to,pvallig aan bod gekomen. Je begint onbewust. Een een schilderij en je zet er effic$fffarast. Jkragebeurt -dat van het dualistisch motief , maar eenzeLfde draad doorhefr--6-e1ftil6--de1en schilderij .

- In zijn

deze dyptiek of triptiek zit er dus geen chronologisch verloop, het geen prentjes die een verhaal iLLustreren?

Zij vornen

66n geheel en

zijn ondeelbaarsr vt,o*twtss"f-Laturr

$Ctl4^^^' - Er zitten ook geen hedendaagse invloeden in, lâ‚Źln een Beeon bijv?

Ik denk het niet. Het p.aaq. meer naar de dyptieken en triptieken in de kerken.Hetkanook""nWeop1ossingzijnvoordeenormeformaten. d, bij het zoeken naar een opening, een van.dg verygling: altijd bezig zijn met hetoplossing voor het probleem {'ru^ L'v zeLfd"e sctritaerij. ;fl:ft}S Een andere grote drijfveer voor mi-i-is'hel zoeken naaroggn bevrijding, een zucht naar vrijheid in het schilderen zeLf. Dat is ookVlieiantwoordelijk voor de evolutie in nijri werk: nc'ar-een-rrri

@.

- Het schilderen kan dus het resultaat zijn van een zoeken naar

anthToorden

op bepaaLde vragen.

Je zoekt naar antwoorden op vragen die je gnso,ee niet kent' De enige zin van SchiLderen ligt in het schilderen zeLf.

x

- 0.K., daarmee

je zit toch ook weer niet irrlgftart pour 1'art"-sfeer, bedoel ik het schilderen als toegepaste decoratieve kunst. maar

4,$r^(

en

g van

Er-il" een soort plas tische ik de lirnied van het plastisch aanvaa dead-line. Uiteraard schuift d,eze dead-line altijd op. Ze wordt rnoeilijker, gevaarlijker. Dat is voor mij de enig mogelijke evolutie van het werk en van nijn eigen luciditeit. A1 mijn schilderijen hangen aan elkaar, sinds, het ogenblik waarop ik besefi*dat schilderen iets meer betekent dan het gewoon copidren van de realiieit. Bij elk schilderij poog ik de moer een iik verder te draaien. Ik weet niet waarheen dat leidt. Ik tracht die schilderijen van langsom meer riskanq te maken, van lapgsom meer de rand othtu\t-v1' *nt van de af grond te naderen l* I+ ** tr - Ben je bang om in een doodlopend" straatje terephl-tp komen? ilL?u;eJ<. .irt $t tr-t91-.\:foU^A Dat ben ik. In af.te cre-tieve p"ericde"y' geraak je ln zorn straatje. Dan moet je alles laten rusten en de hreg een beetje verLeggen. Anders wordt het afschuwelijk. Dan pas kun je die schilderijen uitkieien die de beste zLjn. Het is onrnogelijk een reeks van twintig goede, gelukte schilderijen te maken. 0n 66n goed schilderij te maken heb je misschien tien andere nodig.

schilderij voor jou van goede kwaLiteit? Heeft het te maken met het schilderen zelf, met de herinnering aan het creatieproces? nrl",*l;lt ,"tlHet heeft te maken met het schilderi j zeIf. Je voelt op h6t moment zelf dat je een goed schilderij aan het maken bent, Je bent dan geintegreerd in het schilderij dat je maakt, je bent c.ompleet 66n rnet verf en doek. p k"r.df 5r9^)0AL{/1/u -

Wanneer

is

een

\J


-

Momenten

est/etiek? van zuivere =rE eDvELlsA'

Nee, momenten van Een goed

schilderij

,r.rraJ''" -\ ,)r| u^ un)anf's^

eenheidfn$.r.o esthetiek. Het blijft een uitdrukking. schilder uitdrukken in zijn totaliteit, compleet.

zaL de

ry

Een goed

agg-essie, zeals rl..h€ *.an *t.*' In die zin moeten slechte schilderijen _ .-r"*U"effien. le,kunnen b;, u" een aanloop zijn tot een of het goede schilderij. her laatste schilderij reden tot bestaan. Ik weet heeftuitfb?fi Eigenlijk Quc^'t ' niet waarheen ik ga bij het echilderen, alLeen maar r'itat, ik niet wil., omdat

ik het niet

meer ben.

- In Afrikaanse skulptuur is een beeld esthetiseh mooi als het kwalitatief goed is, het dus magisch goed functioneert en een beeld dat slecht gemaakt is is een slecht beeld, een lelijk beeld, dat rnagisch slecht functioneert. Daar kan ik helenaal inkomen. Ik zou het zelfs willen doortrekk"rr$''-0" westerse kunst. Ik geloof dat de nragie ook in onze kunst zit al heeft ze een minder goddelijk" oi b""rerende betekenis. Magie is het feit dat een schilderij goed is en die nagie kunnen wij misschien vertalen in: in hoeverre een ichilderij ons raikt in ons onderbewustzijn. Hoe sterker het schilderij ons daar raakt, hoe beter, hoe aangrijpender het is, hoe echter het is. Neem bijv. Bram Van Velde: een schilder die enorm consequent is geweest in zijn r"ik, well-icht ook in zijn leven. Ik geloof niet dat je kunt schilderen zoals je niet bent. Dan maak je kitsch. - Het is

dus perfect

nogelijk dat te

doen.

vrucht in. Je kunt dat dus wel doen, maar sragen er met II schil-ders slagen Diverse u].verse scnlrcers (lcltl maak U44N dan

je usuvloLlsvt IF. JE decoratieveffis

-

nu juist bij jou dat lyrische, ^dat dyonisische 'L"*p"""n-aspeerT ;jJ,-i'J.!"q

tk

n He't"i-s, een goede

w

schilder ""hil,Ce+t uit verveling! moqivatie om een goed schilderij te. maken, want V€*'{.JLL j* nog U/L{ tJ^t4 rP r-li" je nos meer vervelenp* g"rl5. verveleng^,," *, rran Velde is het 1y-:eeh"asieeE. @iri

-1^

Waarom

l.mn$*

d* v'-l"W

q",!":i'rl"u3"Llff:il'li:"idffi96"#tl

"Ut^ " is voor nij re vlak, te weinig -tr36ip€E€nt| .le kunt het vergelijken met de parabel v.tr h.t gevecht met de engel , JZ;iJlp;jJE een-geveclt -d#,*je niet kunE

'

winnen,maardatjesterkermaaktvoorand€r,egevechten.c€ffin' vJt -Y^et"-Y ;dier;'::Da' 6-'%*Gk ,^t,x'ot*-l b4,,. e dJcd--- u, rh'A;-Q4il' , - zi.8"tl we daar n?et bii d" eroS-thanatos thematiek? Het is de uitdrukking van een verterijfeling over de stand der dingen, de verveLing. Fysisch is het tevens een bron van kracht. Als ik niet schilder voel ik nij zwak, - Kun je in zofn niet-creatieve periode b1-ijven stilstaan of zoek je verder?

t

a,

Het kont er niet op aan altijd nieuwe dingen te vinden; het komt erop aan echt. te blijven. Je moet je kunnen verversen.

- Dit is voor nij ook een kenmerk van je schilderijen: ze zijn

dynamisch.

Vroeger heb ik statisch geschilderd. Grote composities met ludieke figuren. Eerst en vooraL ben ik niet ludiek en ten tweede vond ik ze na een tijdje . Dat geldt ook-voor de schilders die rk wasf Z!?.niet

d"?=fiqgLb


niet' DaL nij beinvloed hebben. Bepaalde schilders laten je vrij, andere genie laat je Een groot schilder. getie en een een is het verschil tussen vrij. Velasquez, daar kun je krachten uit putten voor je eigen werk' Dat gaat niel op voor een Bacon. Wie aan Bacon komt is verl-oren. uitge- Is dit ook geen kwestie van stijl? Je heb$ kunstenaars die een zeer in a1 doortrekken systematisch sproken stij.l hebben, maar die deze stijl stijl eigen een w61 hebben wat ze maken. Velasquez of Picasso daarlntegen maar de facetten va; de schilder zljn zo groot dat je binnen die schilders verschillende kanten op kunt. Soms wordt er een formele vergelijking gemaakt tussen iouw werk en da.t va4 follock. 'J"=O.,ffiJf J.t""'..il do ro,,^Wsl'r^r*^ c^,eu^ 1 te maken *E; Igemakkelijk ' aanknopirlgspqnt,-n?3I let heef t er +i€+€ lmee

'^;";:[-

K1assie[qqees.teisboeien'iiffiq#:il:l.#".i:i*]n,.' -'ria'6t o'ot

:aT"?"frdt:t,i ;i; "1i\Velasquez gevoel dat

oor.

-

' ttt'l' "u^(4'-

nffi

s?en..!die binnen en regels - Komt het niet omdat Velasquez gebonden was aan bepaalde maken? te gebondenheid toch ruimte vond om iets persoonlijks

"p

Zeker. Bovendien zien we dat vroeger in de geschiedenis een bepaalde stijl ;ij; rninst een eeuw neeging. Oe laatste honderd jaar zijn we overspoeld

si:: ;11""i::::"$":T::fi"fi:t"::'::

;:'i::l

3f€%!"3:"i"u+hry'l"lli"

nemen'

expressionisme

E*!) 4^,

- Ik heb de indruk dat de kleur j" op dit ogenblik niet direct bezi'g houdt? to,t'goL t Ik ben meer een schilder /van tonal iteitenl. ge++ent-as*o*ne^Eiseh . J:ffita& jk eeqn-,FchiJderij heel fris en kleurrijkl aan. Na een Paar weken +r€ltDen zetlK

o zA#hfte en bloedl

-

\&rr.a"

, aarde

Hoe bedindig

je een schilderij?

Als ik een schilderij maak, moet het in 66n keer gebeuren. Het moet in 66n ij ."x.ad meekomen. Dan is het goed of slecht. i&-.b.e"+taak. Schort er iets aan, dan denk ik in termen van "herbeginnen"l kom er niet op terug. Het schilderij leidt een eigen leven tijdens het werkproces, met hoogte- en dieptepunten. Het komt erop aan dit werkproces te stoppen op een toppunt van intensiteit, van eenheid tussen rnijzelf en het schilderij, dus wanneer het schilderij nij in rnijn ganse totaliteit van dat moment uitdrukt. Het is nooit gelukt om een schilderij achteraf bij te werken. . Terwijl ik schilder komt het -feweL voor dat het aangezet wordt als een kruisiging, dan een naakt wordt, dan rdeer een paar om te eindigen al-s een naakt.

-

De

titel van

een

\

I

i

I

I i I

I I

I i !

I I I

I

schiLderij is dus niet belangrijk.

f+'-ir

ir,. \,"t" UI

l*k

qinserj de 'qeocen er iets in qpeLfn' Nu geefE ik zelf Fen ttaam,' 11 t L Q,t sqtMl, ) aJ4 lul lotk 0/14. /wbv 5 Low l'- lLo'w "''vt 4W t*5 ev'.,r^*d^tr-t - Hoe begin je een schilderij? ql

Ik weet meestal- niet wanneer /K een schilderij beginf. Ik ben bezig met een schilderij en ondertussen heb ik al enige toetsen aangebracht aan een volgend, Terwijl ik bezig ben met 66n ren. dat ik. rnet twee of a*. Ilet kan r iiento!drie schilderijen tegelijkertijd bezig benJ tet+ii+eien doeken. Ik sta ertussen. ,9lca-

|t" durtr*vu.o*'

I


!€.^trl

b

1J\P.5

Bepaalie tazer{zijn heel kort: de laatste faze waarin je het schilderij . Dan val je terug op een ander schilderij. e Op die manier kun je de schilderijen met elkaar vergelijken.

maakt

-

Een

schilderij dat "af" is ga je niet laten

hangen?

is niet correct. Het isttgo.edtt of ttslechttt. Vo,oa:al @+e.A1sdefiguratieernietmeeris,zijndeLermen ttaftt en ttonaftt onecht geworden. De schil-der moet zelf bepalen,, voelen waar^ hij moer ophouden.^ I.4 het crearieproces komr nier alleen^heromqb.Il#W ooi h"t opironadfilt#ffi"t is het belangrijkste voor heel het creatilroces. Ik heb er heel lang over gedaan om dat te begrijpen, dat dat het luciedste punt is. Dat boeit mij enorn bij Van Velde, De Kooning, Hals of Rembrandt. - Dat is ook het interessantste bij Velasquez: je staat voor een zeer klassiek schilderij, maar in detail bekeken zie je heel andere, op het eerste zieht onafgewerkte dingen. Toch stopte hij op dAt ogenblik en vond het resultaat goed. Nee. ttAftt en ttonaftt

-

Van zijn eerste staatsieportretten evolueerde hij naar schilderijen Itaarvan het motief nog het portret is, maar de bedoeling absoluut niet meer een portret was. Op het einde gaat het. niet meer om een koning: de kleren worden nodder. Abstract-expressionisme.

- Aan dit interview mag ten slotte de kLassieke vraag niet ontbreken: zit het met de sociale bet,ekenis van jouw kunst? Soecrft

hoe

De sociale draagwijdte van de kunst is een sprookje. Het werk van een schilder is altijd gericht naar een bepaalde elite. Daarom nier noodzakelijk een se*ed3ite elite. Ik geloof niet dat het volk of de massa er iets aan heeft. Sociaal- gezien is schilderkunst volkomen zinloos. Ik geloof helemaal

nietingedngageerdekunst,@.Hetenige"*".',,"omeen "geiingageerd" sehilderij te maken is er een meesterwerk van te maar in die gevallen een "geilngageerd" schilderij .

- Akkoord' Nee,

motief.

het is het motief,

maar

maken.

is het schilderij niet primair bedoeld als het schilderij overtroeft in grote mate het

- Je zou misschien kunnen zeggen dat een kunstwerk in die mate is dat het een bepaaLde levenshouding impliceert.

'rgeelngageerd"

Ik denk dat eLk goed schiLderij getlngageerd is ondat het goed is. Dar is de ll enige vorm van engagement. +

J r,^-^",. ;utl' Mijn vertrekpunt vodr schilderen is niet:

geluk.

Ilc- ben verErel€'r

Ik blijf schilderen, en keer aLtijd terug naar het arelier, zelfs is een levenshouding, een visie om door het leven te geraken. Je denkt plastisch. Schilderen is aftasten, een zoektocht waarbij je poogt de goede oplossing te vinden, de waarheid, die gewoon niet te bereiken is. s.cbiJJ€f,en.

in

zwakke perioden. Schilderen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.