Brief aan Jos Thévelin 16 oktober 1994
Genoteerd van originele brief
Beste Jos Het moet rond mijn twaalfde levensjaar geweest zijn dat ik voor het eerst een schilderij zag, een echt schilderij. Vrij toevallig. De schok die ik toen ervaarde heeft mijn verdere leven bepaald. Sindsdien is er geen moment, geen seconde meer geweest dat ik niet aan een schilderij dacht, werkte, er naar keek of ervan droomde. Maar daarentegen, eb ook: Op dat moment hield ik op een vrij mens te zijn (of althans te worden). Nog lang heb ik geloofd in de mythe van de kunstenaar als vrije mens – een geslaagde ontsnapping via de kunst – kortom in de ijdelheid van de keuze. Lang heb ik gedacht dat ik het schilderij koos. Niets bleek minder waar; het schilderij heeft mij gekozen. Niet alleen het schilderij dat ik maak, voel, bedenk, maar elk schilderij dat ik bekijk, kiest mij. Mijn lot is – al bij al – vrij eenvoudig. Maar geen grotere verschrikking én pracht dan de eenvoud. Ik bedoel: de eenvoud van het lot in de ogen te kijken terwijl een leger demonen je ziel tot een bordeelkeuken herscheppen. Van harte Je Philippe Vandenberg 16 oktober 1994