/lc-web20

Page 1

SNEON en SNEIN

LEEUWARDER COURANT

In 2000 klapte de zeepbel. De lyrische verhalen over internet - geld verdienen als water zonder dat je er iets voor hoeft te doen - werden ruw de kop ingedrukt. De opgeklopte beursgang van internetprovider World Online werd een faliekante mislukking. Ruim vijf jaar later is het web terug en is een nieuw leven begonnen onder de naam Web 2.0. Er heerst opnieuw optimisme. Internet is weer leuk.

zaterdag 23 september 2006

19

Meppen in de wereld van bling bling

Het web is een wirwar aan verbindingen, zoals verbeeld in het kunstwerk ‘Autonomic nervous system’ van de Zwitserse kunstenaars Gerda Steiner en Joerg Lenzlinger. Foto EPA/Roland Weihrauch

Het tweede leven van het web eb 2.0. Voor de een de definitieve doorbraak van internet, voor een ander een hoop gebakken lucht. Feit is dat Web 2.0 ‘buzzt’: in de internetwereld heeft iedereen het erover. Onder ict-professionals zij er twee groepen: de gelovers en de niet-gelovers. De bezoekers van websites die onder het begrip Web 2.0 vallen, zal het een zorg zijn. Zij wisselen foto’s, filmpjes, documenten en favoriete websites met elkaar uit en geven er beoordelingen aan. Dagelijks en per site met duizenden of nog veel meer gebruikers. Internet is weer leuk en de internetbedrijven varen er wel bij. Yahoo! kocht vorig jaar de fotosite Flickr en Google legde de hand op Blogger, de grootste weblog-site. Het is moeilijk te zeggen wat Web 2.0 nu precies is. Aanvankelijk zou het fenomeen te boek komen te staan als ‘semantisch web’ om aan te geven dat zaken betrekking hebben op elkaar, met elkaar verbonden zijn. De internationale uitgever O’Reilly ging de term Web 2.0 gebruiken en sindsdien is het woord niet meer weggeweest. Web 2.0 is de tweede fase van het web. De fase waarin vrijwel iedereen op internet zit, meestal met een snelle verbinding en een periode waarin steeds meer mensen actief meedoen. Ze vertellen over hun leven op een pagina via Weblog.nl, zetten hun foto’s op Flickr.com, maken vrienden of onderhouden contacten via Hyves.nl en leggen hun favoriete websites vast via Del.icio.us. Al deze sites hebben gemeen dat de gebruikers

W

informatie en materiaal aandragen, er labels aan hangen (zogenoemde ‘tags’, zie elders op deze pagina) om dit alles vervolgens met alle andere gebruikers te delen. De makers van Web 2.0-sites hoeven zelf na het online zetten van een idee weinig meer te doen, de gebruikers maken de site. De initiatiefnemers moeten er natuurlijk wel voor zorgen dat hij blijft werken en meegaat met trends en ontwikkelingen. Dat kan nog een hele opgave zijn. De Nederlandse ‘social networking’-site Hyves klapte bijna uit elkaar door zijn ongekende populariteit. Op 28 mei meldde de tweemiljoenste ‘Hyver’ zich aan. De makers van de site schreven in reactie daarop: ,,Wij verbazen ons er ook dagelijks over hoe snel Hyves zo bekend is geworden. Horen jullie ook vaak mensen over Hyves praten? In winkels, wc’s in kroegen, de trein... Het mooiste vind ik de vanzelfsprekendheid waarmee Hyves genoemd wordt. Het is nauwelijks voor te stellen, maar ruim anderhalf jaar geleden bestond het nog niet eens en nu lijkt het een begrip. Ook voor steeds meer 30-plussers, en zelfs ouder.’’ Waarop gebruikster Annemieke reageert: ,,Ik kan me een leven zonder Hyves ook al niet meer voorstellen. Het hoort gewoon bij mij.’’ Oprichters van Web 2.0-projecten lieten vorige maand op Techcrunch.com hun licht over het fenomeen schijnen. Op de vraag of Web 2.0 (in het Engels uitgesproken als ‘two-point-oh’) een ‘bubble’ is, zegt een van hen met een glimlach op zijn gezicht: ,,Het is waarschijnlijk een grote

bel’’. Een ander noemt het een marketingterm en voor weer een ander betekent Web 2.0 dat alles twee keer beter is geworden. Of de ict’ers zien er een grote democratiseringsbeweging in. ,,De kleine jongens concurreren met de grote.’’ En: ,,Gebruikers maken de site.’’ Inmiddels telt het web een niet te tellen aantal sites die onder Web 2.0 vallen met duizenden geregistreerde gebruikers. Een onderscheid tussen het oude en het nieuwe internet is dat de nieuwe sites om een actieve bijdrage van de bezoeker vragen, terwijl in de 1.0-periode het web passief was. Toen bezocht je een pagina en klikte je door, nu hoor je bij clubjes en krijg je reacties op de foto’s die je online zet of het weblog dat je bijhoudt. Ook het zoeken op internet is drastisch veranderd. Als je mensen een aantal jaren geleden voor een scherm zette, wisten ze niet hoe en waarop ze moesten zoeken. Nu is het zoeken op zich al een manier om te internetten. ,,Even googelen’’, is een staande uitdrukking geworden. Gebruikten surfers vroeger gemiddeld 1,1 woord in hun zoekopdracht, nu zijn dat er 2,8. De toekomst moet uitwijzen of er net als tijdens Web 1.0 op dit moment sprake is van ongebreideld, op drijfzand gebaseerd optimisme waarna de onvermijdelijke klap volgt. Voor hetzelfde geld is Web 2.0 daadwerkelijk het begin van een nieuw wereldwijd web, een nieuwe manier van communiceren en consumeren van informatie en media. Niemand die het zeker kan weten. LINDA ZEGGELAAR

web 2.0-woorden tags, tagging: trefwoorden, toegekend door de gebruikers van een site raten, rating: beoordelingen door gebruikers van een site folksonomy: de weergave van tags (trefwoorden) naar populariteit: hoe populairder hoe groter het woord wordt weergegeven ajax: Asynchronous Javascript And XML, programmeertaal voor interactieve webpagina’s, een voorwaarde voor de constant veranderende web 2.0-sites rss: speciale weergave van de inhoud van een webpagina waardoor teksten en afbeeldingen gemakkelijk door anderen en op andere sites overgenomen kunnen worden social networking: websites waarop mensen met elkaar contact leggen en bestanden (foto’s, video’s, maar ook documenten) uitwisselen

web 2.0-websites Last.fm: muziekvoorkeuren delen Flickr: foto’s publiceren en delen, groepen maken Del.icio.us: favoriete websites bewaren en delen YouTube: video’s publiceren, delen en beoordelen Hyves.nl: vrienden maken en met elkaar communiceren en gegevens uitwisselen Wikipedia: internetencyclopedie waaraan iedereen kan meewerken. Overzicht van Web 2.0-sites op: www.frankwatching.com/archive/2006/01/24/web_20_in_kaart_gebracht

Koopwaar

H

De zwarte, plaatstalen verliezer.

Of het werkelijk de beste zijn kan ik niet beweren zonder hulp van TNO of de afdeling Huishoudkunde van Wageningen Universiteit, misschien ga ik het vragen. Wel kan ik al vast Demeyere uitdagen. Een wedstrijd pannenkoekenbakken.

Een dikke laag aluminium geeft de warmte goed door. Foto’s GPD

Het zijn mogelijk de beste pannen ter wereld. Want ze koken en bakken geweldig, in keukens van particulieren en van eethuiskoks in wel dertig landen in de wereld.

In de kantine van de pannenfabriek bakten we met hetzelfde beslag op dezelfde kookplaat ieder in zijn pan de koeken. Ik zelfverzekerd, omdat ik in mijn niet te tillen zo zwaar kreng waar menig ouderwetse Franse sterrenchef dagelijks mee werkt, in de loop der jaren al zeker duizend pannenkoeken bakte. Zij, vader en zoon Demeyere gingen aarzelend te werk en ernstig alsof ze voor het eerst een koek bakten. Maar dat was schijn. Mijn pan kon op geen stukken na op tegen de roestvrijstalen glimmer van de Belgen. Het zat hem onder meer in

vechten, maar ook uiterlijk vertoon is belangrijk. Hoe meer kettingen, tatoeages en stoere zonnebrillen, hoe beter. En die kun je aanschaffen door straatgevechten te winnen. Gelukkig is er voldoende ruimte om je vaardigheden te trainen, want dat is wel nodig om alle 180 moves onder de knie te krijgen. Stort je zonder training in een gevecht, ram wat ongecontroleerd op de knoppen en je weet zeker dat je verliest. Goed verdedigen en nadenken over je aanvalstechnieken is belangrijk. Je kunt in ‘Def Jam’ je eigen karakter creëren en een vechtstijl kiezen die het beste bij je past: straatvechten, kickboksen, oosterse vechtstijl of worstelen bijvoorbeeld. En daarna de straat op om in grafisch gelikte interactieve omgevingen te vechten. Dat interactieve is handig, want je kunt overal gebruik van maken. Lig je op de grond, dan gooi je bijvoorbeeld even met zand om weer in het voordeel te komen. En zelfs de toeschouwers helpen mee. Wanneer je een tegenstander in het publiek slaat, houden anderen hem even vast, zodat je nog enkele tikken kunt uitdelen. Dat alles onder de klanken van bijpassende muziek. ‘Def Jam’ ademt in alles hiphop en bling bling. JOHAN STOBBE Def Jam, fight for NY: The Takeover: PSP.

Win Def Jam In samenwerking met Electronic Arts mogen we vijf exemplaren van Def Jam voor de PSP weggeven. Het enige wat je hiervoor moet doen is de onderstaande vraag goed te beantwoorden en het antwoord vergezeld van je naam, adres en leeftijd te mailen naar play@leeuwardercourant.nl. Onder de juiste inzendingen met alle gevraagde gegevens worden de games verloot. In welk jaar verscheen Def Jam op de consoles?

Minigames het leukst in Gangs of London

Roestvrije Belgen uwelijksplannen en kunt u nog niet koken? Advies: doe het niet. Een twaalfdelige set pannen aanschaffen. Koop er eerst eens twee. Maar dan de beste. Het zou niet gek zijn als eens degelijk wordt onderzocht wat goede pannen zijn, maar een indicatie: een Belgisch pannenmerk geeft dertig jaar garantie. Een wedstrijd was het. België -Nederland. En ik gaf het na afloop toe. U hebt met 3-1 gewonnen. Maar moest je die grijns op hun gezichten zien. ,,Waarmee heeft u dan dat ene punt verdiend?’’, vroegen vader en zoon Demeyere vilein. We hadden pannenkoeken gebakken. Ik had de wedstrijd zelf gewild. Tussen mijn twintig jaar oude zwartgeblakerde plaatstalen koekenpan en een roestvrije van Demeyere. België heeft een pannenfabriek. We hadden ze in Nederland, fabrieken van goede pannen die een leven meegingen. De namen duiken nog op maar het zijn de echte pannen niet meer van weleer. Het is goedkope waar uit China met een beroemde merknaam er op. Het Belgische familiebedrijf Demeyere maakt ze nog zelf, op wat bijzondere pannen na die naar kwaliteitseisen van de Belgen in Indonesië worden gemaakt. Er is nogal wat geheim aan de fabricage van de pannen, maar ik mocht vrij door de fabriek zwerven in Herentals, omdat ik toch niet begrijp wat er typisch Demeyere aan is en dus niets aan China door kan geven. Het is een opvallend rustige fabriek. Niemand heeft er haast. Wel goed oog voor details, al het personeel op elke plek doet aan kwaliteitscontrole.

Geregeld duiken er berichten op dat hiphop-sterren elkaar het leven zuur maken. Zelfs voor moord deinzen ze in die wereld niet terug. Tupac kan het bijvoorbeeld niet meer navertellen. Moord gaat de meeste sterren echter te ver, maar het ruige imago wordt gekoesterd. Hoe kan het anders dat meer dan veertig sterren uit de hiphop-scene in ‘Def Jam, fight for New York: the takeover’ voor de PSP opduiken? Lil’ Kim, Snoop Dog, Xzibit en Busta Rhymes zijn maar een paar van de beroemdheden die voorbij komen. En allemaal kunnen ze een aardig potje meppen. Want daar draait het om in ‘Def Jam’. De game verscheen een paar jaar terug al op de consoles en de PSP-versie verschilt er niet veel van. Wie de game al op een console heeft, moet hem deze keer laten liggen. Wie echter van virtueel vechten houdt en nog geen Def Jam in zijn collectie heeft staan, moet hem juist kopen. Want een kopie van een goede game is ook een goede game. En dat is ‘The Takeover’. Het doel is simpel. In het ruige straatleven in New York wil je je opwerken naar de top. Respect afdwingen dus. Dat kan met

betere en vooral gelijkmatige warmteoverdracht. In de bodem en de schuin oplopende rand van de Belg zit een dikke laag aluminium verborgen die warmte goed doorgeeft maar ook het fijnregelen van de warmte makkelijker maakt. Demeyere leverde precisiewerk en won overtuigend met 3-1. Ik ga nu sparen voor ook zo’n koekenpan want heb je het eenmaal mogen beleven dan wil je niet meer minder. Mijn oude zwarte hangt aan de muur en huilt. Maar is zo’n Belg duur? Ja. Die van mijn droom moet €160 kosten. Er zijn er voor wat minder, er zijn ook duurdere. Maar moest ik trouwen en een uitzet kopen, zou ik toch eerst gaan rekenen. Een antiklevertje uit de supermarkt kost tussen de €8 en €25. Na een jaar is dat ding versleten. Ook de teflonlaag in duurdere anti aanbakkers slijt sneller dan een autoband. Een Demeyere die voor alle warmtebronnen geschikt is, houdt het zeker dertig jaar vol. Dus de goedkope antiklevers zijn verschrikkelijk duur. Je jaagt er in 30 jaar wel 25 door. Bovendien zijn pannenkoeken uit een teflonpan niet zo lekker. Zitten we meteen met een technisch culinair probleem. Wat doet de pan met het eten wat er in bereid wordt? Daar hoop ik later eens op terug te komen. Met wellicht een wedstrijd langzaam biefstuk bakken zonder spatje vet. Kunnen ze ook, de Belgen. WOUTER KLOOTWIJK De pannen van Demeyere worden geı¨mporteerd door Van Leeuwen in Bergen op Zoom: www.vanleeuwenagenturen.nl

Ook London heeft zijn eigen straatleven met in elk deel van de stad een eigen bende. Russen, Engelsen of Chinezen, kies een ‘gang’ en probeer daarmee de stad te veroveren. In ‘Gangs of London’ voor de PSP krijg je missies voor de kiezen die je tot een succesvol einde moet brengen om meer respect af te dwingen. Dat kan het beschermen van een markt zijn, het neerschieten van een horde Chinezen of het begeleiden van de auto van een hoerenmadam. Dat alles gebeurt in een tekenfilmisch decor en in een fraai nagebouwd London. Alleen de actie valt wat tegen. Zeker het

schieten geeft een onnatuurlijk gevoel. In deze game wreekt zich op schietmomenten het ontbreken van tweede analoge controller op de PSP. Wel zitten er een aantal leuke extra’s op het schijfje. Zo kun je als dikke toerist met fototoestel op de buik alle bezienswaardigheden in de Engelse hoofdstad bezoeken. En er zijn een aantal prima minigames. In de kroeg kun je darten, poolen of een kegelspel beoefenen. Jammer dat de hoofdgame het niveau van de minigames niet haalt. J.S. Gangs of London: PSP.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.