Will Tura

Page 1

Sandy Blanckaert

Will Tura

Houtekiet Antwerpen / Amsterdam


Voor David en Sandy

© Sandy Blanckaert / Houtekiet / Linkeroever Uitgevers nv 2009 Houtekiet, Katwilgweg 2 bus 3, b-2050 Antwerpen info@houtekiet.com www.houtekiet.com

Omslag Jan Hendrickx Foto omslag © Kris Van Exel Zetwerk Peter De Greef, Intertext, Antwerpen isbn 978 90 8924 079 8 d 2009 4765 40 nur 671 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission of the publisher. De uitgever heeft alles in het werk gesteld om alle rechthebbenden van de afgedrukte foto’s op te sporen. Wie meent aanspraak te maken op rechten wordt verzocht contact met de uitgeverij op te nemen.


inhoud

Inleiding 7 Woord vooraf 9 1 | Bachten de Kupe 11 2 | Naar het leger 69 3 | Eenzaam zonder jou 87 4 | Het verlies van mijn muzikale vader 99 5 | Eindelijk mijn eigen orkest 113 6 | Snel, sneller, snelst 123 7 | Altijd tijdgebrek 131 8 | De grote liefde 157 9 | Tura wordt papa 185 10 | Hoop doet leven 261 11 | Mijn verjaar-jaar 283 12 | De dood van Staf 307 13 | Wat vliegt de tijd 321 Nawoord 363 Dankwoord 365 Fotoverantwoording 368


Vader en dochter, onderwerp en auteur.


inleiding

D

it is de biografie van mijn vader. Dit is zijn verhaal, dit zijn zijn herinneringen. Het is dus geen boek over hoe ik, zijn dochter, mijn vader zie. Het is zijn leven zoals hij het ziet. Daarom heb ik het ook in de ik-vorm opgetekend. Het was zeker niet de eerste keer dat mijn pa de vraag kreeg om zijn memoires tot een boek te bundelen. Keer op keer schoof hij het op de lange baan. Ik vermoed omdat hij een biografie altijd geassocieerd heeft met iets wat je doet wanneer je een punt zet achter je carrière. En het woord ‘stoppen’ staat niet echt in zijn woordenboek. Sinds enkele jaren schrijf ik geregeld de bindteksten voor de shows van mijn pa en die samenwerking bleek al snel heel goed te werken. We kennen elkaar door en door en bijgevolg voel ik meteen aan hoe en wat hij wil zeggen. Ik weet van bepaalde journalisten dat mijn vader gecatalogiseerd staat onder de moeilijk te interviewen artiesten. ‘Hij is zo voorzichtig, houdt er voortdurend rekening mee dat zijn woorden niemand bruuskeren. Tura is een versterkte burcht!’ Ik begrijp hen wel, ik weet hoe voorzichtig en hoezeer hij op zijn qui-vive kan zijn tijdens interviews. Maar ik ben zijn dochter en ken dus het onderscheid tussen Tura en Arthur. Toen hij opnieuw de vraag voor een biografie kreeg, wilde hij dit met mij bespreken. ‘Ik wil dat jij die schrijft, jij moet mijn ghostwriter worden, niemand kent me zo goed als jij en ik vertrouw je als geen ander. Zie je dat zitten?’ Ik zeg meteen ja, maar daarna slaat de twij-


fel toe. Of je nu van Tura’s muziek houdt of niet, muzikaal heeft hij naar perfectie gestreefd. Hij heeft recht op een biografie die ook dat niveau haalt. Ik heb helaas zelf nog nooit een boek geschreven en ineens moet ik – of beter mag ik – nu zijn memoires schrijven. Kan ik dat wel? En veel belangrijker: zal ik hem niet ontgoochelen? Ik geef toe dat ik deze opdracht onderschat heb, ondanks de voordelen waar ik over beschik: ik heb een groot deel van zijn carrière van op de eerste rij meegemaakt, we kennen elkaar door en door en het vertrouwen is onvoorwaardelijk. Wat is er dan nog zo moeilijk, zou je denken? Wel, eerst en vooral is er zijn passie voor muziek die altijd weer de bovenhand haalt. Vraag hem iets over muziek en hij kan je honderduit vertellen hoe ze die ene gitaarsolo in de studio hebben aangepast maar vraag hem wat hij aan het doen was toen hij te horen kreeg dat hij zijn eerste hit te pakken had, waar en hoe hij zijn eerste gouden plaat in ontvangst nam of wanneer hij exact zijn eerste Porsche kocht en hij moet je meestal het antwoord schuldig blijven. In het beste geval roept hij mama erbij, vaak weet die het antwoord wel. Mama is een soort wandelende encyclopedie, zij weet soms meer over papa dan papa over zichzelf, zeker wat de pure feiten betreft. In het slechtste geval moet je bij derden te rade gaan. Dat heb ik ook gedaan. Ik heb met familieleden gepraat, met zijn muzikanten, zijn medewerkers en wie al niet. Telkens als ik mijn pa met hun anekdotes confronteerde, zag ik zijn oogjes oplichten wanneer hij ze herkende. Maar soms waren het ook verhalen die hij zelf nooit zou vertellen. Ze klopten wel, maar hij zag er de relevantie niet van in. Dan drong ik altijd aan: ‘Pa, dit verhaal vertelt net veel over jou, over hoe jij in elkaar zit, dit moet er in!’ Tegen alle literaire regels in heb ik dan ook besloten om af en toe een vriend, familielid, collega of mezelf aan het woord te laten wanneer het net dat stukje meer van de artiest of de mens liet zien. Want dat was mijn uiteindelijke doel van deze biografie. Het boek moest duidelijk maken dat Will Tura en Arthur Blanckaert twee aspecten zijn van één en dezelfde persoon: de eerste bestaat voor honderd procent uit passie voor muziek, de tweede is een formidabele familyman. Breng die twee samen en je hebt: mijn vader.

Sandy Blanckaert


woord vooraf

M

uziek is mijn leven en mijn leven is muziek. Dat is eigenlijk de oneliner die mijn leven omschrijft. Zonder muziek zou ik nooit zijn wie ik ben, zonder muziek was ik nooit zo gelukkig geworden. Muziek en mijn passie voor muziek hebben mij gelukkig gemaakt, gaven mij tonnen adrenaline en een ongelooflijke energie om platen te maken, op te treden en vooral om door te gaan. In dit boek beschrijf ik mijn leven. Of beter: probeer ik mijn leven te beschrijven, want heel wat verhalen ben ik intussen vergeten. Deze biografie beschrijft mijn leven zoals ik het mij herinner. Vrienden van mij zeggen vaak: Hé, Will, weet je nog: in 1963, na een optreden werden we met een loeiende politie-escorte weggeleid. Of Will, in 1985 zijn we tot zes uur ’s ochtends uitgegaan, wat hebben we toen gelachen. Ik moet dan heel diep in mijn geheugen graven, en soms herinner ik mij die gekke, speelse anekdotes of sterke verhalen totaal niet meer. Alles is zo ontzettend snel gegaan, die decennia zijn voorbijgevlogen. Ik heb nog steeds het gevoel dat ik met 300 kilometer per uur door het leven raas en daardoor verlies ik weleens het overzicht. Fans vragen me al jaren om een biografie te schrijven. Nu vind ik mijn leven nog altijd niet de moeite om er een boek over te schrijven. Ik ben François Mitterrand of Frank Sinatra niet, zeg ik dan. Maar na lang aandringen hebben ze mij kunnen overtuigen. Ik zie de relevantie wel in van zo’n boek. Cijfers liegen niet. Intussen sta ik al bijna 55 jaar op het podium, ik heb meer dan 500 nummers opge-


10

will tura

nomen en gaf meer dan 10.000 concerten. Maar ik ben en blijf een West-Vlaming, iemand die graag en hard werkt, van zijn familie houdt, soms het overzicht verliest en vooral zichzelf en zijn werk blijft relativeren. Een biografie schrijven betekent ook dat je je hart moet openen en heel wat verhalen moet loslaten. Verhalen die ik graag voor mij houd. In interviews bleef ik altijd op de vlakte, deels omdat er altijd vragen over muziek werden gesteld, deels omdat ik de vraagstelling wat afblokte. Maar Sandy bleef graven, en haar vragen waren vaak confronterend en verrijkend, soms beangstigend. Door deze biografie ben ik dieper gaan nadenken over mijn leven. Ik heb in interviews altijd meegegeven dat muziek al van kindsbeen af een passie was, iets wat aangeboren leek. Maar het was ook een dankbare vlucht uit het leven. Als ik alles overloop en ver terugga in de tijd, tussen 1940 en 2009, besef ik pas hoezeer muziek mijn leven bepaald heeft. Ik zie nu in dat ik niet ten volle van mijn kinderjaren heb genoten omdat muziek een verslaving was. Maar die passie en die verbetenheid waren sterker dan mezelf. Ook in een ander leven zou ik dezelfde keuzes hebben gemaakt. Muziek is nu eenmaal mijn zuurstof. Mijn biografie ligt nu in de winkel. U, beste lezer, hebt dit boek gekocht. Geniet ervan! Toen ik deze biografie voor de eerste keer las, heb ik mezelf een glaasje champagne ingeschonken en de plaat Let’s face the Music! uit 1964 van Nat King Cole opgelegd. En ik heb snel een tweede glas ingeschonken.


hoofdstuk 1

Bachten de Kupe

W

at ook beweerd wordt, ik heb geen Siciliaanse roots, ik ben een West-Vlaming pur sang. Eentje van Bachten de Kupe, een mooi groen gebied dat gekneld ligt tussen de Franse grens, de IJzer en de Noordzee. Het is een streek die zijn oorlogsverleden nooit heeft verwerkt. Gek genoeg werd mijn familie vaak omschreven als de Siciliaanse familie van Veurne. Niet dat de Blanckaerts connecties hadden met criminele organisaties, of dat we stiekem Italiaans spraken, maar we zijn altijd een hechte familie geweest, en vooral: we zouden ons leven voor elkaar geven. Mijn ouders hebben hun kinderen heel mooie en warme waarden meegegeven. Pa en ma waren extremen, maar ze vulden elkaar goed aan. Mijn pa was iemand die nooit opgaf en tot het uiterste ging om zijn gezin te beschermen. En ma was een vrouw die haar kroost beschermde en omarmde als een leeuwin. Allebei waren ze heel schone mensen, ze stonden altijd klaar, hadden het hart op de juiste plaats, waren meelevend, geïnteresseerd en warm. Ik heb het niet altijd gemakkelijk als ik over pa en ma spreek. De herinneringen zijn te mooi en ik mis ze elke dag. Mijn vader wordt geboren als Desiderius-Leopoldus Blanckaert, in 1908. Iedereen noemt hem Désiré. Als kind maakt hij de gruwel


12

will tura

van de Eerste Wereldoorlog mee. Tussen 1914 en 1918 is Veurne honderd dagen lang de hoofdstad van België. Koning Albert i regeert vanuit het stadhuis. Daar ontvangt hij de Franse president en de Engelse koning. Heel Veurne en de hele Westhoek zijn oorlogsgebied. De oorlog heeft een diepe indruk op hem gemaakt, maar nooit heeft pa zijn levenslust verloren. Hij loopt graag school en doet een beetje tegen zijn zin zijn legerdienst. Tijdens zijn militaire dienst vindt Désiré de vrouw van zijn leven. Helemaal toevallig komt Madeleine Boomgaert uit de Sint-Laurentiuskerk van Steenkerke, een deelgemeente van Veurne. Pa staat voor de kerk met zijn vriend. Als hij de mooie Madeleine opmerkt, fluistert hij de intussen legendarische woorden: ‘Die daar, daar ga ik mee trouwen!’ Maar Désiré weet niet dat Madeleine pas haar plechtige communie doet en op weg is naar een feest. De coup de foudre is enigszins ongepast. Madeleine is met haar twaalf lentes immers te jong. Toch blijft Désiré zijn verliefdheid trouw. Zoals het in die tijd vaak voorkwam, besluit pa op haar te wachten. Maar helaas voor hem wordt zijn vlam enkele jaren later verliefd op een andere jongen uit het dorp. En dan komt het karakter van de Blanckaerts naar boven. Pa geeft zich niet zo maar gewonnen. Hij ontwikkelt een masterplan: langzaam, discreet maar vastberaden begint hij zich op alle mogelijke – en onmogelijke – manieren verdienstelijk te maken bij de ouders van Madeleine Boomgaert. Hij werkt zich uit de naad en helpt op het land, schildert en knapt klusjes op. Zo wordt hij, zoals gepland, de onmisbare duivel-doet-al. Het blijkt een goede strategie om dicht bij zijn Madeleine te komen. Pa wil haar namelijk elke dag zien, haar haren door de wind zien spelen, en hij wil Madeleine natuurlijk ook proberen te versieren. Langzaam werkt pa zich in de gunst van zijn droomvrouw. Maar het blijft bij korte gesprekjes en alleen maar kijken naar de mooie Madeleine. Tot er zich ten huize Boomgaert een drama afspeelt. Madeleines jeugdliefde komt bij een ongeval om het leven. Désiré vangt zijn prinses op, steunt en troost haar en biedt haar een luisterend oor. Pa weet niet wat hem overkomt, hij wordt plots de toeverlaat en vertrouwenspersoon van Madeleine. De twee groeien stilaan naar elkaar toe en na enkele maanden wordt Madeleine zijn verloofde.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.