Dood in december

Page 1

dood in december



Jo Claes

Dood in december

Houtekiet Antwerpen / Amsterdam


Graag uw reacties op www.jo-claes.be

Š Jo Claes / Houtekiet / Linkeroever Uitgevers nv 2010 Houtekiet, Katwilgweg 2, b-2050 Antwerpen info@houtekiet.com www.houtekiet.com Omslag Wil Immink naar Fiere Margriet van Willy Meysmans Foto omslag Uschi Claes Foto auteur Sara Engels Zetwerk Intertext, Antwerpen isbn 978 90 8924 076 7 d 2010 4765 2 nur 330 Eerste druk maart 2010 Tweede druk juli 2010 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission of the publisher.


Voor Philippe, vanaf de eerste dag een gedroomde vriend


De meest uitgesproken van al onze hartstochten is de begeerte. luc de claviersÂ


Vrijdag 26 december 2008 18.02 uur

G

eeuwend, met de handen gevouwen in de nek, rekte Joke Bielen zich uit. Ze voelde zich geradbraakt. Haar schouders deden pijn, haar benen tintelden alsof ze urenlang gewinkeld had en haar schoenen leken twee maten te klein geworden. Eigenlijk was ze veel te moe om vanavond nog uit te gaan, maar ze had Ingrid beloofd om te komen en haar vriendin zou het haar beslist kwalijk nemen als ze niet opdaagde. De digitale klok tegen de muur gaf 18.02 aan. Buiten was het al meer dan een uur donker. Ze keek naar zichzelf in het glas van het raam dat het interieur van haar kantoor reflecteerde. Afgepeigerd, zo zag ze eruit. Urenlang had ze met zware boeken gezeuld voor de tentoonstelling die volgende week maandag van start ging en bij het verzamelen van de geselecteerde banden was ze zo vaak een trapladdertje op en neer gemoeten dat haar kuiten aanvoelden als beton. Ze duwde haar bureaustoel achteruit, boog zich voorover en wreef met beide handen over de spieren van haar onderbenen. Een massage, dat had ze nodig. Een heerlijke, deugddoende massage van minstens een uur. Ze kreunde bij de gedachte. Nu ja, het ergste was achter de rug. De meeste werken lagen netjes in de vitrinekasten uitgestald; de rest zou hooguit nog een paar uur in beslag nemen.

7


Ze reikte naar haar handtas op de hoek van het bureau. Met haar hoofd naar links geknikt haalde ze een borstel door haar steile, blonde haar. Vóór maandagavond moest ze absoluut bij de kapper zijn geweest. De vraag was wanneer. Door de drukte van de afgelopen dagen was ze vergeten om een afspraak te maken en met oudejaarsavond in het vooruitzicht was Arturo waarschijnlijk volgeboekt tot ver voorbij het normale sluitingsuur. Ze liet de borstel zakken en aarzelde even. Toen nam ze een besluit en greep naar de telefoon. Nee had ze, ja kon ze krijgen. ‘Hallo!’ riep een hoge mannenstem over het lawaai van een aria heen. Arturo knipte uitsluitend op Italiaanse operamuziek. ‘Dag, Arturo. Joke Bielen hier.’ ‘Ciao, bella! Come vai?’ ‘Goed. Druk. Zeg, heb je morgen nog iets vrij?’ ‘Nee, liefje. Volgeboekt tot tien uur ’s avonds.’ ‘En maandag is de zaak waarschijnlijk gesloten?’ ‘Normaal gesproken wel, maar met de feestdagen werken we.’ ‘Is er…’ ‘Nee, liefje. Ook vol. Propvol. Scusi.’ ‘Toe, Arturo,’ fleemde Joke. ‘Alleen knippen, meer niet. Ik heb maandagavond een opening van een belangrijke tentoonstelling. Zoals ik er nu uitzie, kan ik onmogelijk onder de mensen komen.’ Er weerklonk een langgerekte zucht, gevolgd door het omslaan van bladzijden. ‘Hoe laat is die opening?’ ‘Om zeven uur.’ Opnieuw een zucht. Joke wachtte gespannen af. ‘Kom dan maar tijdens de lunchpauze. Om halfeen.’ ‘Je bent een schat!’ Joke zoende in het toestel. ‘Tot maandag.’ 8


‘Jullie vrouwen kosten me nog eens mijn gezondheid,’ steunde Arturo. Joke legde tevreden de hoorn neer. Bijna gelijktijdig werd er op de deur geklopt. ‘Binnen!’ In het deurgat verscheen het hoofd van Alex De Keyser. ‘Iets drinken?’ vroeg hij. ‘Om de dag af te sluiten?’ ‘Sorry, ik heb al een afspraak.’ ‘O… jammer.’ Alex talmde even tussen kantoor en gang, maar kwam toen toch naar binnen. Hij was een lange, slanke man van begin veertig met een smal, bijna scherp te noemen gezicht dat niet paste bij de ouderwetse bril met hoornen montuur. De eerste keer dat ze samen naar bed waren geweest, had Joke hem gevraagd om zijn bril af te zetten, maar toen ze merkte dat hij zonder zo blind was als een mol, had ze hem eigenhandig weer op zijn neus gezet. Als mannen niet zagen waar ze met hun handen bleven, brachten ze er in bed niets van terecht. Alex drentelde naar het boekenrek met repertoria en naslagwerken. Hij liet afwezig zijn wijsvinger over de ruggen van de boeken glijden. ‘En morgenavond? Ben je dan vrij? We zouden iets kunnen gaan eten.’ ‘Alex…’ Joke stond op. Ze zag dat zijn das scheef zat en trok de knoop vaster aan terwijl ze bedacht dat je al met Alex De Keyser naar bed moest om hem ooit zonder pak en das te zien te krijgen. ‘Je weet wat we hebben afgesproken.’ ‘Ik mis je.’ ‘Je ziet me vijf dagen per week.’ ‘Dat bedoel ik niet.’ ‘Nee, natuurlijk niet.’ Joke glimlachte. Ze kon het niet helpen, ze had met hem te doen. Alex was een lieve, intelligente

9


man, goedlachs van karakter en gezegend met een uitzonderlijk gevoel voor humor, maar de laatste weken liep hij er opvallend triest bij en dat, wist ze, was haar schuld. Op de keper beschouwd was Alex De Keyser haar baas, maar hij had haar nooit als dusdanig behandeld. Drie jaar geleden, bij zijn benoeming tot academisch bibliothecaris, had hij haar aangesteld als hoofd van de afdeling oude boeken en dat zeer tegen de zin van Jos Overstijns, de feitelijke bibliothecaris die instond voor de dagelijkse gang van zaken in de faculteitsbibliotheek. Overstijns werkte al twintig jaar in het gebouw, maar Alex’ taakomschrijving stipuleerde dat hij verantwoordelijk was voor begroting, algemeen beleid en personeelszaken, zodat Overstijns zich bij zijn beslissing had moeten neerleggen. Dat dat niet van harte was gebeurd, liet hij nog geregeld merken. ‘Je hebt iemand anders, is het niet?’ Joke keek hem verwijtend aan. ‘Alex, dit heeft toch geen zin.’ Hij vermeed haar blik en ging bij het raam staan. Aan de overkant van de Charles Deberiotstraat lag het Donatuspark er verlaten bij, slechts hier en daar verlicht door het gelige schijnsel van een straatlantaarn. Een week geleden was een studente beroofd toen ze het stadspark doorstak naar de Vlamingenstraat aan de overkant. Het meisje was er met enkele klappen en een gestolen handtas vanaf gekomen, maar sindsdien meden de meeste studenten het park na het invallen van de duisternis. ‘Ik ben jaloers,’ zei Alex met zijn rug naar haar toe. ‘Ik ben niet meer jaloers geweest sinds de middelbare school.’ Joke wist niet wat ze moest zeggen. Ze begon zich ongemakkelijk te voelen. ‘Toen ging het om een bromfiets. Mijn vriend kreeg voor Kerstmis een bromfiets, ik een paar rolschaatsen.’ 10


Het duurde enkele tellen eer ze besefte dat hij een grapje maakte. Ze herademde. Dit was Alex ten voeten uit. Ernstige onderwerpen onderuithalen met een geintje. Zijn gevoelens verbergen achter humor. Gortdroge humor. Hij draaide zich om en knipoogde. Joke knipoogde terug. Iets meer dan een jaar waren ze minnaars geweest, maar Alex slaagde er nog altijd in om haar op het verkeerde been te zetten. Misschien was het juist dat wat haar ooit in zijn armen had gedreven. Zijn vermogen om haar te blijven verrassen. Het hoge humorgehalte in hun gesprekken. Zijn encyclopedische kennis die hij als geen ander wist aan te wenden om haar te boeien. Als causeur had Alex zijns gelijke niet en Joke moest eerlijk toegeven dat ze nooit eerder een eloquenter man had ontmoet. Ze zuchtte. Als hij ook maar half zo virtuoos was geweest als het op seks aankwam, was hun relatie waarschijnlijk heel anders afgelopen. ‘Is de catalogus er al?’ constateerde Alex verbaasd toen zijn blik op de glanzende cover in vierkleurendruk viel die naast het toetsenbord van de computer lag. ‘Ik dacht dat die pas maandag zou klaar zijn.’ ‘God ja, dat heb ik je nog niet verteld. De drukker belde daarstraks. Evy is er vanmiddag naartoe gereden.’ Alex nam de catalogus van het bureau en bestudeerde het resultaat. Tegen de achtergrond van een boekenrek vol oude, leren ruggen stond in sierlijke letters: leuvense incunabelen: 1475-1500. De foto was in de kelder genomen waar de waardevolle boeken van de bibliotheek achter slot en grendel bewaard werden. De plaats heette officieel Preciosaruimte, maar werd door iedereen De Kluis genoemd. ‘Mooi,’ besliste Alex. Joke sloeg hem gade terwijl hij door de catalogus bladerde. Precies vijfendertig jaar geleden, in 1973, was de faculteitsbi-

11


bliotheek van Godgeleerdheid naar het toen gloednieuwe gebouw aan het Donatuspark verhuisd en Alex was van mening geweest dat ze die verjaardag niet onopgemerkt mochten laten voorbijgaan. Na heel wat heen en weer gepraat waren ze overeengekomen om een tentoonstelling te houden, gekoppeld aan een colloquium waarop enkele gerenommeerde sprekers zouden worden uitgenodigd. De bibliotheek bezat een uitgebreide verzameling vijftiende- en zestiende-eeuwse werken, maar de tentoonstelling zou uitsluitend incunabelen bevatten die tussen 1475 en 1500 in Leuven waren gedrukt. Enerzijds verleende dat aan de expositie een heel specifiek karakter, anderzijds zou het onderwerp worden verbreed en uitgediept door het colloquium dat handelde over de recentste wetenschappelijke bevindingen op vlak van wiegendrukken. Dankzij de universiteit, die in 1425 was gesticht, behoorde Leuven tot de belangrijkste steden in de Nederlanden waar de prille boekdrukkunst een vruchtbare voedingsbodem had gevonden. Bekende figuren als Johannes Veldener, Rutgerus Rescius, Dirk Martens en Johannes van Westfalen waren in het laatste kwart van de vijftiende eeuw in de universiteitsstad neergestreken en hadden er gedurende langere of kortere tijd gewerkt. Er waren vanzelfsprekend verschillende andere steden die op dat vlak een pioniersrol hadden vervuld, maar toch kon zonder overdrijven worden gezegd dat Leuven als geen andere stad in de toenmalige Nederlanden aan de wieg van de boekdrukkunst had gestaan. Het voorstel van de tentoonstelling was van Joke gekomen. Haar vader, Andreas Bielen, was een bekende verzamelaar van incunabelen geweest met een uitzonderlijke collectie van meer dan honderd stuks, allemaal topwerken waarvoor bibliotheken in binnen- en buitenland meermaals interesse hadden getoond. Als kind al was Joke gefascineerd geweest door de oude

12


banden met hun kalfsleren ruggen of gladde perkamenten omslagen en in de loop der jaren had haar vader haar stapsgewijs ingewijd in de geheimen van de Incunabula Typographica zoals hij het placht te noemen. De vreemde term had haar eerst weinig gezegd, tot haar vader haar uitlegde wat hij betekende: tussen 1450 en 1500 bevond de boekdrukkunst zich bij wijze van spreken nog in de wieg van haar bestaan of, zoals men in het Latijn zei: in cunabula. Vandaar de Nederlandse benaming ‘wiegendruk’. Joke herinnerde zich nog dat ze het een prachtig woord had gevonden en vanaf dat ogenblik was haar interesse gewekt voor de hobby van haar vader. Nu, twintig jaar later, mocht ze zich een expert noemen op vlak van vijftiende- en zestiende-eeuwse boekwerken. Mark, haar drie jaar oudere broer, had nooit de minste interesse getoond voor de verzameling, maar sinds de dood van hun vader, nog geen vijf maanden geleden, was zijn houding omgeslagen en eiste hij de helft van de collectie op als erfdeel. Joke probeerde de gedachte aan de nog steeds aanslepende ruzie van zich af te zetten. Na maandenlang gekibbel over wie welke boeken kreeg, had Vero Jakobs, de advocate van haar broer, voorgesteld om de collectie gewoon in tweeën te splitsen: voor haar cliënt de even nummers, voor Joke de oneven. Het was een ronduit barbaarse manier om de verzameling op te delen, maar Mark had elk ander voorstel afgewezen, omdat hij haar ervan verdacht de kostbaarste boeken voor zichzelf te houden. Voor sommige mensen was achterdocht nu eenmaal een tweede natuur. Joke had lang getwijfeld om het aanbod aan te nemen. De regeling deed haar denken aan wat er begin jaren zeventig met de collectie van de universiteitsbibliotheek was gebeurd. Bij de splitsing in een Vlaamse en Waalse afdeling had men er

13


niets beters op gevonden dan het hele boekenbestand van de universiteit volgens even en oneven nummers op te delen. De ene helft bleef in Leuven, de andere verhuisde naar LouvainLa-Neuve. Een rampzaligere regeling was ondenkbaar en tot op de dag van vandaag sprak men in academische kringen schande over wat er toen was gebeurd. Uiteindelijk had Joke met tegenzin toegegeven. De knoop moest worden doorgehakt, het conflict sleepte al veel te lang aan. Haar broer was in eerste instantie tevreden geweest, tot bleek dat Jokes deel een werk bevatte waar sinds enkele weken zoveel om te doen was dat het zelfs de nationale pers had gehaald. De bewuste incunabel had als titel: Die leghende van Fiere Margriet, de maegd van Loven. Het boek was in 1477 in Leuven gedrukt door Johannes Veldener en bleek om allerlei redenen bijzonder waardevol te zijn. Ten eerste waren er van Veldener maar een veertigtal incunabelen bekend en aangezien dit werk daar niet bij hoorde, had de vondst heel wat opschudding veroorzaakt in kringen van bibliofielen en verzamelaars. Ten tweede bleek de inhoud sterk af te wijken van wat tot nu toe bekend was over het leven van Margareta van Leuven, een plaatselijke heilige uit de dertiende eeuw die in de volksmond Fiere Margrietje werd genoemd. Omdat het boek handelde over een figuur uit de stad en de legende daarenboven een andere versie gaf van de omstandigheden waarin het meisje was vermoord, eisten verschillende belangengroepen, waarvan de geschied- en heemkundige kring lovania de belangrijkste was, dat het werk in Leuven bleef en niet verkocht zou worden aan ĂŠĂŠn of andere bibliotheek of, erger nog, zou verdwijnen naar Nederland. Dat zoiets niet ondenkbaar was, bewees de reactie van de Koninklijke Bibliotheek van Den Haag, enkele weken na de bekendmaking van de ontdekking. Bij monde van Hendrik Van

14


Biervliet, hoofd acquisitie van genoemde bibliotheek, werd een bod gedaan op het boek van Johannes Veldener. De som was bijzonder hoog, veel hoger dan iemand had verwacht, maar de interesse uit Nederland was verklaarbaar door het feit dat Veldener na zijn Leuvense periode een tijdlang in Utrecht en Culemborg had gedrukt, waardoor zijn werk ook in het Noorden in trek was. Piet Toonders, professor geschiedenis en expert inzake Leuvens verleden, kreeg evenwel lucht van de zaak en tijdens een regionaal teeveeprogramma had hij luidkeels uiting gegeven aan zijn verontwaardiging over een eventuele verkoop aan Nederland. Het verhaal werd gretig overgenomen door enkele kranten die de gelegenheid te baat namen om de minister van Cultuur op zijn verantwoordelijkheid te wijzen. Nog maar een jaar geleden was het vermaarde veertiende-eeuwse Gruuthusehandschrift uit Brugge aangekocht door de Koninklijke Bibliotheek van Den Haag, wat eerder ook al was gebeurd met diverse werken van Jacob van Maerlant en met het beroemde Beatrijs-handschrift uit de dertiende eeuw. De zeldzame Leuvense incunabel dreigde een zoveelste voorbeeld te worden van literair erfgoed dat naar het buitenland verdween. Joke was totaal verrast geweest door de heisa rond het boek. Hoe haar vader aan het werk was geraakt, wist ze niet en om de één of andere reden had hij haar het kleinood ook nooit getoond. Dat de incunabel tot haar erfdeel behoorde, was louter toeval geweest, maar toen eenmaal duidelijk werd hoe waardevol het werk was, dreigde haar broer hun pas tot stand gekomen overeenkomst op te zeggen en eiste hij dat het boek werd verkocht en de opbrengst verdeeld. Joke was eerst niet van plan geweest om ook maar één enkel werk van de hand te doen, maar als ze het bewuste boek hield, zou het haar handenvol geld kosten om haar broer uit te betalen en dat was haar het bezit van de incunabel nu ook weer niet waard. 15


Omdat het werk in aanmerking kwam om door de faculteitsbibliotheek te worden aangekocht, was ze met Alex een redelijke prijs overeenkomen. Daarmee leek de hele geschiedenis van de baan te zijn, ware het niet dat op dat ogenblik het bod uit Nederland de gemoederen opnieuw in beroering bracht. Tot vreugde van de ene en tot spijt van de andere bood Van Biervliet bijna het dubbele van wat men in Leuven bereid was te betalen. ‘Heb je al een beslissing genomen?’ vroeg Alex terwijl hij de catalogus dichtklapte. Joke schudde haar hoofd. Na heel wat aandringen had ze van haar broer gedaan gekregen dat de bewuste incunabel aan de faculteitsbibliotheek werd uitgeleend voor de duur van de tentoonstelling. Als die eenmaal voorbij was, zou ze de knoop moeten doorhakken. ‘Ik heb het probleem vanmorgen nog eens besproken met de voorzitter van de Vrienden van de Bibliotheek,’ zei Alex. ‘We kunnen ons bod verhogen met 5.000 euro, maar dat is echt het uiterste.’ Joke knikte. Ze wist dat hun middelen beperkt waren. ‘Zou je broer akkoord kunnen gaan met 40.000 euro, denk je?’ ‘Ik vrees van niet.’ Joke voelde zich bijna schuldig in Marks plaats. Ze besefte dat Alex tussen twee vuren zat. Enerzijds werd er van alle kanten druk op hem uitgeoefend om de incunabel aan te kopen, anderzijds slaagde hij er niet in om hetzelfde bedrag bij elkaar te krijgen als Van Biervliet. De Nederlander had de ronde som van 60.000 euro geboden, nog altijd de helft meer dan het Leuvense bod. Alex tuitte nadenkend de lippen. De afgelopen weken was hij overal gaan aankloppen: bij de universiteit, de Rotary Club,

16


de stad, het Vlaams Gewest… Het had hem alles bij elkaar 40.000 euro opgeleverd. Als de inzet een belangrijk schilderij was geweest van één of andere middeleeuwse kunstenaar met internationale faam, dan had hij waarschijnlijk meer succes gehad, maar nu het om de aankoop van een boek ging, bleek geen enkele instantie bereid om voldoende geld op tafel te leggen. ‘De hypocrieten!’ had Alex zich vorige week ontgoocheld laten ontvallen. ‘Iedereen wil dat de incunabel in Leuven blijft, maar iets kosten mag het niet. Daaruit blijkt nog maar eens hoeveel waarde er in dit land wordt gehecht aan literair erfgoed.’ Geheel van waarheid gespeend was zijn reactie niet, al was het anderzijds ook niet verwonderlijk dat hij onvoldoende kapitaal bij elkaar kreeg om de incunabel aan te kopen. Per slot van rekening waren de Leuvense faculteitsbibliotheken geen bewaar- maar onderzoeksbibliotheken. Dat hield in dat de hun verstrekte middelen tot doel hadden hun boekenbestand jaarlijks te actualiseren met de recentste literatuur uit hun vakgebied, zodat studenten aan wetenschappelijk onderzoek konden doen. Verder ging hun taak echter niet. De enige bibliotheek die op dit principe een uitzondering vormde, was die van Godgeleerdheid en wel om de simpele reden dat in het verleden verschillende kloosters hun boekenbezit aan de faculteit hadden afgestaan. Op die manier werd de bibliotheek van Godgeleerdheid ongewild een bewaarbibliotheek met nauwelijks voldoende middelen om het kostbare boekenbestand in optimale condities te bewaren. Voor uitbreiding van de collectie was er geen geld en het kwam dan ook zelden voor dat er een bod werd gedaan op handschriften of incunabelen die op de markt werden aangeboden. Gebeurde dat bij hoge uitzondering toch eens, dan was men volledig afhankelijk van spon-

17


soring of eenmalige dotaties van privépersonen of verenigingen zoals de Vrienden van de Bibliotheek. De organisatie bestond uit oud-studenten en professoren met emeritaat, maar ook hun middelen waren beperkt, zoals nog maar eens was gebleken. Persoonlijk vond Joke het niet erg om het boek tegen een lagere prijs van de hand te doen. De incunabel hoorde volgens haar in Leuven thuis en bovendien zou het werk een waardevolle aanwinst betekenen voor de collectie van de faculteitsbibliotheek. Maar ze wist dat haar broer het maximale uit de verkoop wilde halen. Voor Mark kwam geld altijd op de eerste plaats. Ze keek naar de klok tegen de muur. Het was intussen bijna halfzeven. Hoog tijd om te vertrekken. ‘Alex, ik moet er nu echt vandoor. Sluit jij af ?’ ‘Oké.’ Hij wierp haar een onderzoekende blik toe. ‘Veel plezier vanavond.’ ‘Dat staat nog te bezien.’ Joke trok haar mantel aan, griste haar handtas van het bureau en haastte zich het kantoor uit. Ze kon met moeite haar lach bedwingen. Alex moest eens weten wat ze vanavond van plan was te doen… Aan het eind van de gang klopte ze op Evy’s deur. Er kwam onmiddellijk antwoord. Ze drukte de klink naar beneden en ging naar binnen. Evy stond op vanachter haar bureau. Ze was een slanke brunette van begin dertig, moeder van een zoontje van vijf en sinds iets meer dan een jaar gescheiden. Joke had zich over haar ontfermd toen ze anderhalf jaar geleden door Alex in dienst was genomen als administratief medewerkster. Op dat ogenblik was Evy volop in een pijnlijke scheiding verwikkeld en Joke had voor haar meteen een soort moederlijke bezorgdheid gevoeld, hoewel ze zelf maar een paar jaar ouder

18


was. De rechtszaak had maanden aangesleept en gedurende die periode waren ze goede vriendinnen geworden, ook al hadden ze totaal andere karakters. Joke had er zich dikwijls over verbaasd dat het zo goed tussen hen klikte. Wat maakte dat je met de ene mens kon opschieten en met de andere niet? Dat was iets waar ze zich al vaker het hoofd over had gebroken. Hoewel zij en haar vader dezelfde interesse deelden en ze het vroeger urenlang konden hebben over watermerken, boekbanden of lettersoorten, waren ze er nooit in geslaagd om een echt persoonlijk gesprek te voeren. Altijd was er tussen hen een barrière geweest die ervoor zorgde dat ze op een zekere afstand bleven. Joke had die gereserveerde houding aanvankelijk toegeschreven aan hun vader-dochterrelatie, tot ze ontdekte dat verschillende van haar vriendinnen wel op vertrouwelijke voet met hun vader omgingen terwijl ze niet eens het voordeel hadden van een gezamenlijke hobby. Trouwens, ook in de omgang met collega’s, buren of kennissen had ze ondervonden dat je mensen in twee groepen kon opdelen: diegenen met wie het zonder moeite klikte en diegenen met wie het simpelweg niet lukte. Wat het precies was dat die kortuitsluiting veroorzaakte, ontsnapte haar. In elk geval ging het niet om een verschil in leeftijd, geslacht of opleiding. Er was iets anders in het spel. Iets ondefinieerbaars, iets waarop je onmogelijk je vinger kon leggen. Ten slotte had ze zich erbij neergelegd dat de wereld blijkbaar zo in elkaar zat dat je met sommige mensen nooit contact kreeg terwijl dat met anderen moeiteloos lukte, zelfs al had je met hen weinig of niets gemeen. Evy was zo’n voorbeeld. Op het eerste gezicht was er nagenoeg niets wat hen bond. Evy was een stuk bedachtzamer en introverter dan zij. Ze kleedde zich anders, was veel rustiger van aard en hield er heel andere voorkeuren op na wat muziek, film of literatuur

19


betrof. Bovendien leek ze op professioneel vlak niet de minste ambitie te hebben en ging ze zelden of nooit uit, al had dat vooral te maken met het feit dat ze als alleenstaande moeder de grootste moeite had om elke maand de eindjes aan elkaar te knopen. Joke van haar kant leidde een druk sociaal leven en haar carrière nam in haar leven een belangrijke plaats in. Haar huwelijk met Filip ging zijn elfde jaar in en hoewel het door omstandigheden veel van zijn vroegere glans was kwijtgeraakt, had ze nooit de aandrang gevoeld om te scheiden. Filip liet haar de nodige vrijheid en daar maakte ze dankbaar gebruik van, wat Evy maar met de grootste moeite kon begrijpen, want ook op seksueel vlak hield haar vriendin er heel andere maatstaven op na dan zij. Sinds haar scheiding had Evy nog geen enkele relatie gehad en hoewel Joke wist dat ze zich vaak eenzaam voelde, ondernam ze geen enkele poging om een man te leren kennen. Dat laatste ging Jokes bevattingsvermogen te boven. Seks was misschien niet het belangrijkste in het leven, maar een leven zonder seks kon ze zich evenmin voorstellen. Bovendien zou het Evy geen enkele moeite kosten om zich een minnaar aan te schaffen. Ze was weliswaar geen uitgesproken schoonheid, maar ze had een goed figuur, een mooi gezicht en dik, golvend haar waar de meeste vrouwen hun ziel voor zouden verkopen. Sinds kort had Joke zich daarom voorgenomen om Evy onder haar vleugels te nemen. Zo vaak ze kon, nodigde ze haar uit op feestjes, stelde ze haar voor aan interessante mensen uit haar kennissenkring en sleurde ze haar mee naar allerlei manifestaties en happenings, bij voorkeur naar die evenementen waar Evy uit zichzelf nooit naartoe zou gaan. Wat dat betrof, was vanavond ongetwijfeld een schot in de roos. Het had haar dan ook de grootste moeite gekost om haar vriendin zover te krijgen mee te gaan. 20


‘Klaar?’ vroeg ze bij de deur. ‘Nee,’ zei Evy. ‘Ach kom, het wordt vast leuk.’ ‘Ik schaam me dood. Nu al.’ Evy trok haar jas aan en knipte het licht uit. ‘Gaan we met jouw auto of met de mijne?’ ‘Waar sta je geparkeerd?’ ‘Een eindje verderop in de Naamsestraat.’ ‘Dan rij ik wel. Mijn voeten doen zo’n pijn dat elke meter er één te veel is.’ Ze liepen de gang uit en kwamen in de grote, vierkante hal terecht die voor de gelegenheid was omgevormd tot tentoonstellingsruimte. De geselecteerde incunabelen lagen uitgestald in een twintigtal verlichte vitrinekasten. Op een centrale plaats, als pronkstuk van de expositie, prijkte in het licht van een spotje het inmiddels beruchte werk uit haar vaders collectie: Die leghende van Fiere Margriet, de maegd van Loven. Ze passeerden de balie die verlaten was. De bibliotheek sloot om zes uur, Jozefien was waarschijnlijk al naar huis. ‘Moeten we het alarm niet aanzetten?’ vroeg Evy. ‘Dat doet Alex wel.’ Joke duwde de buitendeur open. Een golf van koude lucht sloeg haar in het gezicht. Ze rilde. De laatste dagen was de temperatuur gevoelig gedaald. Het liep dicht tegen het vriespunt aan. De bordeauxrode Alfa Romeo stond tegenover aula De Somer geparkeerd. Joke startte de wagen, volgde de Charles Deberiotstraat tot aan de Tiensestraat en draaide naar rechts. Bij de lichten van de ringweg moesten ze bijna een kwartier aanschuiven, maar toen ze eenmaal de Tiensepoort waren gepasseerd, verliep het verkeer een stuk vlotter. Ingrid woonde met haar man en kinderen in de deelgemeente Kessel-Lo en hoewel Joke er meermaals op visite was geweest, reed ze twee keer

21


verkeerd eer ze het huis vond. Dit deel van Kessel-Lo was een regelrecht doolhof waar je overdag al goed op je tellen moest passen om niet hopeloos te verdwalen en waar je in het donker helemaal geen verschil meer zag tussen de straten en wijken die allemaal op elkaar leken. Zelfs een kat vond er ’s nachts haar eigen jongen niet terug. Ze slaagden erin om de wagen in de buurt geparkeerd te krijgen en haastten zich in de kou naar nummer 28. De wind sneed als een mes door hun kleren. Ze waren bijna een kwartier te laat. ‘Hoi, Joke!’ zei Ingrid zodra ze de deur opende. ‘Ik was al bang dat je niet meer zou komen. Kom vlug binnen, het is ijskoud.’ ‘Sorry dat we wat later zijn.’ Joke kuste haar vriendin op de wang. ‘Dit is Evy.’ ‘Dag, Evy.’ Ingrid gaf haar een hand. Ze was een struise vrouw van halverwege de dertig die Joke al sinds de middelbare school kende. Vroeger waren ze onafscheidelijk geweest, maar de laatste jaren zagen ze elkaar nog één keer per week in de fitnessclub. Het was daar dat Ingrid haar enkele weken geleden had uitgenodigd voor haar erotische homeparty. Joke, die al eerder van upperware-avonden had gehoord maar nog nooit aan één had deelgenomen, was meteen geïnteresseerd geweest. Hoewel de datum net voor de geplande tentoonstelling viel, had ze toegestemd om te komen en zelfs beloofd om nog iemand mee te brengen toen Ingrid haar beklag deed dat ze niet aan genoeg deelneemsters kwam. Het minimum aantal vrouwen voor dit soort bijeenkomsten bedroeg tien. Mannen waren niet welkom. Joke en Evy trokken hun jassen uit en volgden Ingrid naar de woonkamer waar een halve cirkel was gevormd met stoe-

22


len en fauteuils. Voor de open haard stond een beukenhouten keukentafel. Een jonge, geblondeerde vrouw van eind twintig was druk bezig met het uitstallen van allerlei spullen: dildo’s en vibrators in de meest schreeuwerige kleuren, erotische lingerie in kant of satijn, flesjes en potjes met oliën, zalfjes en crèmes… De tafel was niet groot genoeg om alles kwijt te raken. In de halve cirkel zaten een achttal vrouwen. Hun leeftijd varieerde van dertig tot vijftig. Joke nam met Evy plaats op de laatste twee vrije stoelen en keek om zich heen. Ze kende niemand van de aanwezigen. De meeste vrouwen waren druk in gesprek en merkten de nieuwkomers nauwelijks op. Er werd opgewonden gefluisterd, nerveus gegiecheld en af en toe te luid gelachen. Terwijl de verkoopster haar laatste doos uitpakte, ging Ingrid rond met witte wijn. Niemand weigerde of vroeg om water of frisdrank. De alcohol was duidelijk een welkom middel om over de onwennigheid heen te geraken die bijna tastbaar in de kamer hing. Zodra iedereen was bediend, ging Ingrid voor de tafel staan en klapte in haar handen tot het stil werd. Ze heette iedereen welkom en stelde vervolgens de demonstratrice voor die Linda bleek te heten en als consulente werkte voor Euphoria and Passion, de organisatie die via dit soort avonden hun producten aan de man, of in dit geval – knipoogde Ingrid – aan de vrouw probeerde te brengen. Tot slot wenste ze iedereen een boeiende avond, gaf het woord aan de verkoopster en ging zelf ook zitten. De jonge vrouw heette op haar beurt iedereen welkom. Ze gaf een korte inleiding over het verloop van de demonstratie, drukte de aanwezigen op het hart dat er absoluut geen aankoopverplichting bestond en zei dat iedereen haar op elk moment van de avond mocht onderbreken als er vragen waren.

23


Ze laste een kunstmatige pauze in en keek de kring rond. Toen niemand reageerde, begon ze met de eerste set producten: allerlei massageoliën waarmee je je partner kon verwennen en die als bijkomend voordeel hadden dat ze na gebruik van de huid konden worden gelikt, wat de erotische sensatie nog versterkte. De oliën werden in diverse smaken aangeboden: chocolade, kiwi, aardbei, vanille… Linda reikte de vrouw rechts van haar de potjes aan die ter sprake kwamen en moedigde iedereen aan om het product op hand of arm uit te proberen. In het begin werd er wat verlegen gegiecheld terwijl er hooguit even aan de staaltjes geroken werd, maar na verloop van tijd gingen de moedigsten aan het smeren en proeven. Er werd gelachen, commentaar gegeven, voorkeuren uitgesproken. De sfeer werd stilaan losser, zeker toen Ingrid een tweede keer met de wijn rondging. Joke probeerde elk potje uit en ook Evy raakte geleidelijk aan in de stemming, zelfs toen de producten wat gewaagder werden. Het begon met een zalfje dat op de eikel van de man moest worden gesmeerd en tot doel had zijn orgasme uit te stellen. De uitleg werd op goedkeurend gemompel onthaald. Linda vroeg om een vrijwilligster en toen er zich niemand meldde, gaf Ingrid als gastvrouw het voorbeeld. De consulente deed een beetje van de zalf op Ingrids wijsvinger en vroeg haar om ermee over haar tandvlees te wrijven. Iedereen keek afwachtend toe. ‘En?’ informeerde de verkoopster na een tijdje. ‘Het is net als bij de tandarts,’ constateerde Ingrid verbaasd. ‘De plek wordt een beetje koud en gevoelloos.’ ‘Dat is de bedoeling,’ antwoordde Linda. ‘Het is daardoor dat het orgasme bij de man wordt afgeremd.’ Terwijl het bewuste potje van hand tot hand ging, boog Jokes linkerbuurvrouw zich naar haar toe. Ze was een zwaarlij-

24


vige dame van rond de veertig met kort, donker haar en een enorme boezem. ‘Dat moet je niet kopen,’ fluisterde ze vanachter haar hand. ‘Ik heb het ooit geprobeerd. Mijn man verloor er zijn erectie door.’ Joke knikte ernstig terwijl ze de grootste moeite had om haar gezicht in de plooi te houden. Ze liet het potje ongebruikt passeren en luisterde naar de uitleg over het volgende product: een groene crème die op de clitoris moest worden aangebracht en een heerlijk tintelend gevoel veroorzaakte waardoor je zin kreeg om te vrijen. Opnieuw vroeg Linda of iemand het product wilde uitproberen. ‘Ik wil wel,’ zei de zware vrouw naast Joke. Ze stond op, nam het potje over van de consulente en verdween ermee naar het toilet. Iedereen wachtte gespannen af terwijl Ingrid de glazen nog eens volschonk. Op dat ogenblik ging de deur open. De vrouw, die een loszittende zwartfluwelen broek droeg, kwam de kamer binnengestapt met de voeten ver uit elkaar. Haar mollige gezicht was vuurrood. Ze blies met bolle wangen en schommelde met de benen wijd in de richting van haar stoel. ‘Warm,’ zei ze. ‘Heel warm.’ De aanblik was zo grappig dat iedereen het uitgierde. ‘Maar is het fijn?’ vroeg iemand. ‘Het is vooral warm,’ herhaalde de vrouw. Ze wuifde met haar hand ter hoogte van haar onderlichaam. De consulente nam opnieuw de zaak in handen en presenteerde in het uur dat volgde allerlei sexy lingerie, gaande van slipjes, bh’s, jarretelles, strings, negligés, babydolls… tot hele verpleegsteroutfits, schoolmeisjesuniformen en sm-pakjes in zwarte of rode latex. Vervolgens kwamen erotische douche- en badartikelen aan

25


de beurt, eetbare gadgets, penisringen, glijmiddelen, anale kralen, geishaballen, eitjes, handboeien, zweepjes, dildo’s en vibrators. Elk artikel ging de kring rond. Vooral de buitenmaatse dildo’s wekten algemene hilariteit op. ‘Ik weet,’ zei de verkoopster op een gegeven ogenblik, ‘dat sommige vrouwen denken dat hun seksleven bevredigend genoeg is en ze geen vibrator nodig hebben. Maar een vibrator is zoiets als een vaatwasser. Wie er geen heeft, mist hem niet. Wie er ooit één heeft gehad, kan niet meer zonder.’ ‘Juist!’ zei de vrouw naast Joke. Ze scheen intussen bekomen te zijn van het experiment met de clitoriszalf en inspecteerde geïnteresseerd een paarskleurig exemplaar uit de collectie. Nadat alle artikelen de revue waren gepasseerd, kregen de aanwezigen een bestelformulier waarop meer dan honderd producten vermeld stonden. Sommige ervan konden meteen worden aangekocht, voor andere gold een wachttijd van ongeveer een week. Joke en Evy liepen samen de lijst door. ‘Wat neem jij?’ vroeg Joke. ‘Ik?’ deed Evy verbaasd. ‘Heb je gezien wat die spullen kosten? Daar heb ik geen geld voor.’ ‘Kom nou, je moet toch iets kiezen.’ ‘Waarom?’ ‘Gewoon. Is toch leuk.’ ‘Mijn ding niet.’ Joke concentreerde zich opnieuw op de lijst. Er waren verschillende artikelen die haar interesseerden. ‘Ik neem dit,’ besliste ze tenslotte en wees naar nummer 78. Evy boog zich nieuwsgierig over het papier. ‘Dat?’ vroeg ze. ‘Waarom uitgerekend dat?’ ‘Geheimpje.’ Joke glimlachte mysterieus, stond op en

26


schoof aan in de rij voor de keuken waar de consulente zich had teruggetrokken, zodat de aanwezigen discreet hun bestelling konden doen. Het was iets over tien toen ze van Ingrid afscheid namen. Sommige vrouwen waren al naar huis, enkele stonden nog bij de keukendeur te wachten. ‘Hebben jullie je een beetje geamuseerd?’ vroeg Ingrid toen ze in de hal hun jassen aantrokken. Ze wierp een steelse blik op Jokes pakje dat opgeborgen zat in een plastic zak zonder naam of logo. ‘Het was heel leuk,’ antwoordde Evy. ‘En leerrijk,’ voegde Joke eraan toe. Ze gaf haar vriendin een zoen op de wang. ‘Tot donderdag op de fitness?’ ‘Zeker weten!’ Ingrid trok een gepijnigd gezicht en kneep in haar lenden. ‘Ik ben de afgelopen dagen drie kilo aangekomen. Al die feestjes en etentjes zijn een regelrechte ramp voor mensen die op hun lijn moeten letten.’ ‘Ach wat,’ zei Joke. ‘Je wordt niet dik tussen Kerstmis en Nieuwjaar, maar tussen Nieuwjaar en Kerstmis.’ ‘Jij hebt makkelijk praten met jouw figuur,’ meesmuilde Ingrid. Ze trok de deur open. ‘Pas onderweg op, volgens het weerbericht zou het glad worden.’ Op de terugweg naar Leuven inspecteerde Evy de inhoud van Jokes pakje. Ze schudde ongelovig haar hoofd. ‘Dat je dat spul echt gekocht hebt. Hoeveel heb je ervoor betaald?’ ‘Dertig euro.’ ‘En je hebt er eentje genomen met afstandsbediening. Waar is dat goed voor?’ ‘Het is bedoeld als cadeautje.’ ‘Als cadeautje? Voor wie?’

27


‘Zeg ik niet,’ plaagde Joke. ‘Doe niet zo flauw. Is het voor Filip?’ Joke reageerde niet. ‘Toch niet voor Alex? Ik dacht dat jullie…’ ‘Gaan we nog iets drinken?’ onderbrak Joke haar. Ze keek naar de autoklok. ‘Tot hoe laat heb je een babysit?’ ‘Jens is bij mijn moeder.’ ‘Dan gaan we nog iets drinken. Is de Wentelsteen goed?’ ‘Vertel je me dan voor wie die afstandsbediening is?’ Joke keek haar vriendin van terzijde aan. ‘Heeft iemand je ooit verteld dat je verschrikkelijk nieuwsgierig bent?’ ‘Ik ben niet nieuwsgierig, ik ben bekommerd.’ ‘Ach, heet dat tegenwoordig zo?’ ‘Dit is niet iets wat je aan de eerste de beste man geeft,’ zei Evy terwijl ze het pakje demonstratief omhoog hield. ‘Wie zegt dat het om de eerste de beste man gaat?’ ‘Je zegt helemaal niets, dat is het ’m nou net.’ Joke perste haar lippen op elkaar. Ze was wel degelijk van plan om Evy straks het hele relaas te doen, maar voorlopig genoot ze ervan om haar vriendin in het ongewisse te laten. Een verhaal sorteerde altijd meer effect als je de spanning wat rekte. ‘En weet je zeker dat het veilig is?’ vervolgde Evy. ‘Wat als er iets misgaat?’ ‘Wat zou er misgaan?’ ‘Weet ik veel. Een kortsluiting of zoiets.’ ‘Auw!’ deed Joke. ‘Ja, lach er maar om.’ Evy stak het spul terug in de plastic zak. Ze leek nog iets te willen zeggen, maar bedacht zich en deed er verder het zwijgen toe. Bij de ringweg sloeg Joke rechtsaf en reed de stationstunnel in. Toen ze de gebouwen van InBev passeerden, begon het te

28


miezeren. Ze zette de ruitenwissers aan en nam wat gas terug. Tegen de donkere lucht tekenden zich grijze rookslierten af die opstegen uit de brouwerij. Een doordringende geur van mout drong de auto binnen. Ze nam de Vaartstraat, draaide de Karel Van Lotharingenstraat in en reed de Vismarkt op. Normalerwijs raakte je op vrijdagavond in deze buurt onmogelijk je wagen kwijt, maar dit keer hadden ze geluk. Net toen ze op het plein aankwamen, stapte een man in zijn auto en reed weg. ‘Yes!’ riep Joke en parkeerde de Alfa Romeo op de vrijgekomen plaats. Ze voelde zich in een uitgelaten stemming. Kwam dat door de wijn of door het vooruitzicht dat ze dit weekend Peter zag? Ze vroeg zich af hoe hij op het cadeautje zou reageren.

29


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.