Coming out

Page 1

Nine Cornelissen Miriam Van Damme

COMINGOUT Verhalen over vertellen wie je echt bent


10

TOM 28 jaar deed zijn coming-out toen hij 16 jaar was bij zijn beste vriend

Het was the summer of love, die zomer van 2000. We waren zestien. Het was een magische zomer, zoals iedereen er een in zijn leven zou moeten hebben. Alles gebeurde tegelijk. Mijn eerste kus, de eerste keer seks, een hittegolf, met m’n brommer rondsjezen, gevaarlijke dingen doen, in pasgebouwde spoorwegbruggen kruipen, je voor het eerst zat zuipen, een joint roken. Het gebeurde allemaal toen. En ik was verliefd op mijn beste vriend. Heel erg. Ik verwachtte dat het nu, deze zomer, zou gebeuren. Dat het nu tot uiting zou komen. We zouden een koppel worden en samenzijn voor de rest van ons leven. Dan zou iedereen het mogen weten. Ik was nogal een speciale puber, die altijd maar bezig was met boeken, taal en toneel. De typische nerdtoestanden, zeg maar. Daar kwam nog eens bij dat ik altijd een behoorlijk – naar de buitenwereld toe toch – zelfzeker persoon ben geweest, dus ik had best wel een grote mond. Hoewel ik in de klas vaak het meest gepeste kereltje was en dus niet echt een reden had om een grote mond te hebben. Het gevolg was dat ik op mijn vijftiende niet veel vrienden had, en al helemaal geen goede hartsvrienden, afgezien van de typische ‘beste vriendjes’ die waren overgebleven van de lagere school. COMING-OUT


11

TO M


12

Maar plotseling kwam daar verandering in. Ik snap nog altijd niet goed waar ik dat aan te danken had. Dat jaar had ik een boekenclub opgericht op school. Ik was op het lumineuze idee gekomen om aan alle leerlingen een brief te laten meegeven, waarin stond: We hebben vanaf heden een boekenclub en je kunt je inschrijven, want we gaan samen boeken lezen en de bibliotheek uitbaten. En God weet wat ik nog allemaal voor ambitieuze plannen in mijn hoofd had. De lerares Nederlands vond het natuurlijk fantastisch en die steunde het initiatief volledig. Toen ik op een dag in de bibliotheek bezig was, stond opeens een van de populairste jongens van de school voor mijn neus. Het was regelrecht een scène uit Glee. Hij stond er een beetje lullig bij. ‘Ja eh... ik kom mee de bibliotheek eh... organiseren’. Hij moest van zijn moeder. Dat moment was de start van een volstrekt gewone vriendschap tussen jongens. Gaandeweg werd het zelfs een heel hechte vriendschap. Nog nooit had ik zo’n goede vriend gehad. We deden alles samen, we waren speciaal, we waren de beste vrienden. Ik wilde bij hem zijn, alles voor hem doen en ik werd ziekelijk jaloers als er ook maar iemand anders in zijn buurt kwam. Niet echt ‘gewoon’ meer. Eigenlijk dacht ik dat het behoorlijk normaal was dat je zulke dingen voelde voor je beste maat. Maar achteraf werd een hoop duidelijk. Er waren gevoelens in het spel en ik was stapelverliefd op hem. En dat had ik totaal niet door. In mijn ervaring was er niks bijzonders aan de hand. En tja, het werd op den duur een beetje problematisch. Hij was volwassener dan ik en voelde na een tijdje ook wel dat er soms rare dingen aan de hand waren. We zaten juist in die fase waarin jongens van zestien wat experimenteerden, de een al iets meer dan de ander. De signalen waren daardoor ook wat onduidelijk. Een van de belangrijkste dingen was dat het fysiek begon te worden. Achteraf bekeken zie ik dat, maar toen had ik nog geen idee. Er kwamen steeds meer kantelmomenten. Het was nog wel oké om te zeggen: COMING-OUT


‘Jij bent mijn beste maat en ik zou alles voor je doen en ik zie je graag en ik zal je missen als je op vakantie bent’. Dat leek nog vrij normaal. Maar vanaf het moment dat mijn verlangens ook fysiek werden, merkte ik de verschillen tussen ons. Dat ging dan bijvoorbeeld over samen in de tent kamperen in de tuin en elkaar voor het slapen gaan een massage geven. Wat voor mij echt wel iets betekende en heel spannend was. Voor hem was het gewoon spelen en vrienden onder elkaar. Een beetje onnozel doen zoals voetballers die onder de douche elkaars piemel staan te vergelijken. Maar voor mij was het heel indrukwekkend. Voor mij werd het langzaam duidelijk. Dit was niet meer wat andere beste maten met elkaar deden. We hadden allebei weleens vriendinnetjes. Als dat bij hem gebeurde, waren het nooit mijn favoriete meisjes. Het nam soms zelfs wel erge vormen aan. Ik bedoel: ik probeerde dan zo’n meisje van hem af te pakken. Zulke dingen zijn echt wel gebeurd. Maar ik wist gewoon niet wat ik voelde. Dat kon ik niet benoemen, ik was daar onhandig in. Ik begreep niet wat er met me gebeurde en was heel erg naïef. Dat heel de situatie langzaam als een zweer ging etteren en uiteindelijk openbarstte, komt eigenlijk vooral door mijn traagheid van begrip. Anders had zich dat al veel sneller opgelost. Heel langzaam drong het tot me door dat het om verliefdheid ging. Vanaf toen wilde ik maar één ding: handjes vasthouden en elkaar een innige kus geven en zeggen: ‘Ik zie je graag en ik blijf de rest van mijn leven bij je.’ Vroeg of laat zouden we wel een manier vinden om dit te regelen. Maar ik noemde het zeker niet ‘homo’. Ik zag het niet alsof ik nu ook op andere jongens verliefd zou worden. Absoluut niet. Nee, ik was gewoon verliefd op mijn beste vriend. Klaar. Seksualiteit kwam bij ons niet echt ter sprake. Zoals in veel Vlaamse gezinnen was het eigenlijk iets wat niet bestond. Niet dat het een probleem was, maar er werd niet echt over gepraat. Je zult dat vanzelf wel TO M

13


14

een keer ontdekken. Tot overmaat van ramp zat ik ook nog eens op een vrij streng katholiek college en daarvoor had ik op een heel beschermde, typisch Vlaamse plattelandsschool gezeten. Ik had nog niks meegemaakt in mijn leven, en dat soort dingen al helemaal niet. Al mijn gevoelens stapelden zich dus op. Het leidde tot pijnlijke situaties omdat ik niks kon plaatsen. Mijn beste vriend zei dan iets wat ik helemaal anders interpreteerde, zodat ik dacht: zie je nu wel, je bent toch verliefd op mij, maar je durft het niet te zeggen! En ik bleef allerlei situaties voortdurend fout interpreteren. Ik was kwaad omdat hij bijvoorbeeld niet met mij op vakantie wilde of omdat hij een vriendin had. Het werd altijd maar erger en de druk werd alsmaar groter. Ik was totaal in de war en zag overal spoken. Die ellendige tijd duurde zowat het hele schooljaar. Tot in de zomer de zweer barstte. En die summer of love, 2000, dat was het jaar dat Krezip op Marktrock optrad. I would stay was een heel grote hit. Net zoals Freestyler van de Bomfunk MC’s. Het was de allereerste keer dat we van onze ouders alleen op vakantie mochten. Wij twee, en helaas nog een derde vriend die meeging. Een week in Oostende in een louche achterafhotel stond gelijk met een week lang feesten en ons geld opmaken aan drank en pizza’s. Ik had me er op voorhand van alles bij voorgesteld. Maar voor mijn beste maat en die ander waren we gewoon drie vrienden op feestvakantie. De fantastische week eindigde met een feestje bij kennissen aan de kust. Het was een behoorlijk dronken feestje. Om half zes ’s morgens belandde ik met mijn vriend buiten op een bankje. Allebei stomdronken. Een heel jaar lang wist ik niet goed wat er gebeurde en had ik van alles voor hem gevoeld. Ik was voortdurend heen en weer geslingerd door signalen van hem die onschuldig waren, ofwel wat experimenteel uitdagend bedoeld, maar die voor de rest niks betekenden. Ik was op van de emoties en de zomer was ten einde. Er was niks gebeurd. Ik zat daar vol verlangen op dat bankje, en er gebeurde nog COMING-OUT


altijd niks. Toen sprak hij de verlossende woorden. ‘Zeg nu eens wat er is? Ik denk dat er een probleem is.’ Ik begon te huilen als een baby. De zweer barstte en alles kwam eruit, heel verward en van de hak op de tak. Ik durfde niet te zeggen dat ik verliefd op hem was, maar ik ratelde aan één stuk door, een aaneenschakeling van de gebeurtenissen en verlangens van het afgelopen jaar die niet waren ingelost. Ik zei dingen als: ‘Ik wil graag bij je zijn. Ik snap niet meer waarom jij niet meer bij mij wil zijn.’ Dat soort dingen, maar nooit is het woord verliefd gevallen. Wel twee uur lang heb ik met hem gepraat, heel af en toe zei hij iets terug. Maar hij luisterde voornamelijk – als een man van weinig woorden – tot ik uitgerateld was. ‘Dat is niet wat ik wil. Maar als het goed is, dan blijven we wel gewoon vrienden?’ Wat moest ik daar nu op zeggen? Ik kon niks meer uitbrengen. ‘Wil je een trekje van mijn sigaret?’ Ik nam zijn sigaret aan, mijn eerste sigaret ooit. Bijna elke keer als ik een sigaret opsteek, denk ik nog aan dat moment die nacht. Wat een ongelofelijke opluchting was er daarna, ondanks de teleurstelling van de afwijzing. Die opluchting gaf me zoveel ruimte. Ik weet nog heel duidelijk dat ik me daarover verbaasde. Het feit dat het eruit was en dat het min of meer uitgesproken was, voelde heerlijk. Volgens mij wist hij al heel lang wat er aan de hand was. Hij was slimmer en vroeger volwassen dan ik. Voor hem was het ook een spannende tijd, want hij zat voor het eerst serieus achter een meisje aan. En dit ding dat tussen ons in stond, dat was voor hem ook wel een issue. Het moest opgelost worden. Het meisje dat hij daarna veroverde, is nog steeds zijn lief. En zij is ondertussen een heel goede vriendin van me geworden.

TO M

15


16

Daarna heb ik lang gedaan alsof die hele coming-out een behoorlijk non-event was. Niet belangrijk, het is nu zo, klaar. Maar nu ik er goed bij stilsta, klopt dat niet. Eigenlijk is het een enorm belangrijk deel van mijn leven. Het is een soort wedergeboorte geweest. Daar ben ik geworden wie ik eigenlijk altijd moest zijn. En dat is niet alleen ‘homo’. Als ik het bijvoorbeeld nu op een fiche zou moeten invullen, zou ik mezelf nooit omschrijven als ‘homo’. Ik ben getrouwd met een man waar ik keiverliefd op ben. Ik zie hem doodgraag en ik wil de rest van mijn leven bij hem blijven, maar ik weet niet zeker of ik mijzelf wel een homo vind. Maar ook niet biseksueel. Ik weet het niet, ik vind het nogal een vreemde indeling. Het cliché zegt: ik word niet verliefd op het geslacht, ik word verliefd op mensen. Ergens is dat voor mij ook wel een beetje zo. Ik vind het moeilijk, maar ik houd niet zo van dat label ‘homo’, voor jezelf als persoon. Homoseksualiteit is maar een heel klein stukje van mijn persoonlijkheid. Ik ben zo, maar ik ben ook nog vijftien andere dingen waar ik trots op ben, en die worden dan ondergesneeuwd door dat ene. Na de nacht op het bankje was de rest makkelijk zat. Ik vertelde aan een paar vriendinnen dat ik verliefd was op mijn beste maat. Waarop er eentje antwoordde: ‘Oh, je bent dus homo.’ ‘Pff, ik weet dat eigenlijk niet’. Die vriendin is erin geslaagd om het op de volgende editie van Rock Werchter aan zowat al mijn vrienden te vertellen. Zo was die outing ook meteen gebeurd. Er is overigens geen enkele reactie op gekomen. Het was gewoon wat het was. Toch heeft het nog wel een jaar geduurd voor ik openstond voor andere jongens dan mijn beste vriend. Dat gebeurde via een vriendin van de toneelvereniging. ‘Ik heb ook een vriend die homo is.’ Die jongen werd dan op een fuif aan mij voorgesteld en met hem ben ik voor de eerste keer in bed beland. Waar overigens nog niet zo heel COMING-OUT


veel gebeurde, zo naïef was ik ook wel weer. Maar opeens had ik mijn allereerste vriendje. Bij mijn ouders zei ik het tussen de soep en de patatten. Letterlijk. Ik zie het moment nog voor mij. Mijn pa die zijn lepel in zijn mond steekt. ‘Pa, ma, straks komt mijn lief. En eh, hij heet Jelle.’ In een film zou hij zich verslikken in de soep en beginnen te roepen. Maar voor mijn ouders was het heel oké. Er was groot wederzijds respect. ‘En wat doen zijn ouders?’ zei mijn vader doodleuk. Verder is het enige wat hij ooit, in die weken erna, tegen me gezegd heeft: ‘Ik vind het wel jammer dat ik van jou nooit kleinkinderen zal hebben’. Dat is iets wat me de rest van mijn leven zal blijven achtervolgen. Ik wil zelf ook heel graag kinderen. En mijn ouders zaten er bij wijze van spreken echt op te wachten tot hun zoon een vrouw zou tegenkomen en daar kindjes mee zou maken. Het voordeel van een beetje bekend zijn als radiopresentator – want zo enorm bekend ben ik nu ook weer niet – is dat ik me niet elke keer opnieuw moet outen. Heel veel gesprekspartners, mensen die ik tegenkom, journalisten, luisteraars, weten ervan. Ik ben daar ook ongelofelijk open over. De meesten weten dat ik met een man getrouwd ben. Het heeft in de bladen gestaan. Anderzijds word ik ook vaker dan gemiddeld geconfronteerd met mensen die dat niet zo leuk vinden. Dat gebeurt dagelijks. Iemand die mij een sms’je stuurt of een twitterbericht. Berichten die in het beste geval als onbeleefd gezien kunnen worden, en in het slechtste geval als ronduit beledigend. Maar daar tegenover staan ook de zowat honderd mails die ik in een jaar krijg van jongens en meisjes die schrijven: dankzij jou heb ik het thuis durven zeggen. Ik herinner me dat een jongen een keer zei: ‘Mijn moeder vond het toch een beetje raar. Maar toen zei ik: ‘Ja maar, Tom De Cock van de radio is ook homo.’ En ze antwoordde: ‘Oh, maar als je zo wordt, dan is er geen enkel probleem.’ TO M

17


18

Nooit, op wat voor manier dan ook, is er door iemand een poging ondernomen om mijn geaardheid te onderdrukken. Sinds mijn comingout lijkt het of ik een soort supermanpak aangetrokken heb, dat van mij een tamelijk harmonieus volwassen mens heeft gemaakt. Eerlijk gezegd, ik heb ook veel om me voor te schamen – als ik mijn kleren uittrek ben ik ook geen adonis en ik rook en ik drink en ik doe ook wel eens domme dingen – maar in tegenstelling tot veel andere mensen heb ik absoluut niet meer de behoefte om nog iets van mezelf te verbergen. Je mag mij op de radio – en dat wordt me door de luisteraars vaak ook in dank afgenomen – eender welke vraag stellen, ik zal daar direct op antwoorden. Voor niemand heb ik iets te verbergen, sinds mijn zestiende ken ik geen geheimen meer. Ik heb nooit begrepen wat er problematisch zou kunnen zijn aan homo zijn, behalve dan dat het moeilijk was om een lief te vinden, en dat het vervelend was dat mijn drie beste kameraden alle drie al jaren een vriendin hadden, terwijl ik er maar bijliep als Tom-de-homo-die-maar-geenlief-vindt. Want ja, waar ga je die dan zoeken? Over die dingen heb ik mij wel vaak wat ongelukkig gevoeld, maar het feit dat ik anders was dan anderen, voelde eigenlijk bijna juist aan, dat zette eigenlijk alles wat ik daarvoor had gevoeld in perspectief. Iedereen wist het vanaf toen, maar iedereen bleef op dezelfde manier met mij omgaan. Ik snap heel veel dingen die met vooroordelen te maken hebben niet, dat is een soort gen dat ik mis. Ik snap niet dat je erover kunt piekeren dat homo zijn fout is, zolang je daar geen last van hebt. Als je nu verkracht zou zijn in een of ander park door vier kerels met zo’n grote piemel, dan snap ik dat je ‘homo’s toch maar vies’ zou kunnen vinden. Dan kun je discussiëren en dan zijn er voorbeelden. Maar anders... Mensen, doe eens normaal, doe eens wat relaxed over al die dingen, wat is het probleem nu? Ik zou willen dat iedereen zich bij zijn geaardheid voelt zoals ik mij daarbij voel, want ik heb er nog nooit problemen mee gehad. Nooit. De eerste keer dat ik een klap op mijn oog krijg omdat ik een homo ben, COMING-OUT


zal ik heel hard schrikken. Iets als: ‘Wow, is dat nu een reden? Ik snap dat niet.’ Ik wil gewoon een leuk en goed mens zijn, een lieve echtgenoot, een fijne vriend, een toffe collega, een goede vakman, een voorbeeld voor anderen. Dat is belangrijk.

Toms advies •

Je moet er gewoon door, er is niemand die dat in jouw plaats kan doen. Zowel je innerlijke coming-out naar jezelf toe, als de uiterlijke kant naar je familie.

Als het begint met een eerste verliefdheid, is er vaak de angst voor afwijzing door de persoon op wie je verliefd bent. Daar kun je echt niks aan veranderen. Die afwijzing komt er in 99% van de gevallen toch. En de pijn die daarbij komt kijken, is natuurlijk een onderdeel van het leerproces.

‘Wat moet je dus doen?’ Daarop is mijn antwoord meestal: laat het gewoon gebeuren, panikeer zeker niet. Houd altijd in je achterhoofd: het is nu hard, het is nu erg, het is nu vervelend, maar het is wel een zoektocht naar jezelf, en er is een eindpunt waar je jezelf zult vinden. Over tien jaar kijk je terug – al kun je je dat moeilijk voorstellen als je zestien bent en vol hormonen zit – en vind je het eigenlijk allemaal behoorlijk schattig, wat je nu gedaan en beleefd hebt.

TO M

19


44

VÉRONIQUE 34 jaar deed haar coming-out toen ze 20 jaar was bij haar moeder

Mijn ouders stonden zeker niet negatief tegenover homoseksualiteit, maar het onderwerp werd thuis niet echt besproken. Ik groeide op in Brussel. Mijn moeder was verpleegster, en er heerste bij ons in het algemeen een sfeer waarbij we mensen niet makkelijk beoordeelden op wie of wat ze waren. Omdat ze op haar werk veel miserie zag, gaf ze me mee dat het belangrijke in het leven ergens anders ligt dan aan de buitenkant. Ik heb thuis nooit uitspraken gehoord zoals ‘zo moet je niet thuiskomen’ of ‘homo’s zijn ziek’ of andere nare dingen. Nooit. Maar dat wil niet zeggen dat het makkelijk voor me was. Het is veertien jaar geleden dat ik voor mijn geaardheid uitkwam, maar lesbisch zijn was toen veel minder bekend dan nu. Het beeld dat ik van homoseksuele vrouwen had, kreeg ik van een lesbische collega van mijn moeder die vrij mannelijk was en altijd van die afschuwelijke mannenkostuums droeg. Op mijn achttiende had ik een vriendje, een heel lieve jongen, maar ik had bij hem niet dat intens verliefde gevoel waar ik over las of vriendinnen over hoorde vertellen. Anderzijds groeide er wel een aantrekking en nieuwsgierigheid voor vrouwen. Over die twijfels heb ik toen met mijn vriend gepraat. Frappant genoeg zei hij gewoon, probeer het eens, dan weet je het zeker. COMING-OUT


45

VERONIQUE


46

Nu herinner ik me zelfs haar naam niet meer, maar het was een toenmalig klasgenootje met wie ik het ‘probeerde’. Het was de eerste keer dat ik fysiek contact met een meisje had. We kusten elkaar. En ja, toen wist ik dat er iets anders bestond. Bij haar had ik wél die gevoelens. Ik werd verliefd. Maar toch was ik er nog niet meteen uit. Eerst dacht ik een korte periode dat ik biseksueel was. Ik herinner me goed dat ik mijn best deed om mijn geaardheid te quoteren. Dat ging dan zo: ik zal ongeveer 30% voor vrouwen zijn en 70% voor mannen. Maar al vrij snel kantelde dat percentage meer en meer naar de vrouwen. Ik was 100 % lesbisch. Ik wist het. Ik voelde het in alles. Maar ik had moeite om er direct achter te staan. Ik verzette me, puur omdat ik geen doorsnee of normale lesbienne kende. Zo’n vrouw in een mannenkostuum wilde ik niet zijn, dat klopte niet en hoorde in mijn ogen niet. Ik wilde een vrouw zijn. Ergens voelde ik, ondanks het feit dat het nooit uitgesproken was, dat mijn ouders bepaalde verwachtingen tegenover me hadden. Er werd altijd gepraat in termen van ‘als je later trouwt’ of ‘als je later kinderen krijgt’. Ik had geen problemen met dat toekomstbeeld gehad, maar de ontdekking dat ik lesbisch was, gooide natuurlijk flink wat roet in het eten. Ik voldeed nu niet meer aan de eisen. Trouwen en kinderen krijgen was voor homoseksuelen in die tijd nog niet zo ingeburgerd als nu. Het kon gewoon niet. Als je homoseksueel was, dan sprong je van de ene relatie naar de andere, dat was niet standvastig. Dat is tenminste het beeld dat ik had. De ontdekking dat ik lesbisch was, gaf me het gevoel dat ik daarmee ook kinderen en een levenslange gelukkige relatie moest schrappen. Het moest even rijpen voor ik klaar was om het te vertellen. Om het zelf te aanvaarden en me voor te bereiden. Ik wilde absoluut zeker weten dat dit – de relatie die ik inmiddels was begonnen met dat klasgenootje – me echt wel een beter gevoel gaf dan al de rest. Maar elke dag werd me duidelijker dat ik me moest outen, dat ik het gewoon móest zeggen. Ik wachtte alleen nog op het juiste, rustige moment.

COMING-OUT


Dat moment brak sneller aan dan verwacht. Zomaar. Niet dat ik op een dag opstond en de drang voelde dat het eruit moest, of dat ik de keuken binnengestapt ben met in mijn hoofd een plan van de manier waarop ik het zou vertellen. Ik was er gewoon klaar voor en ik wilde het aan mijn moeder zeggen, want het was niet fijn om het verborgen te houden. Mijn moeder en ik hebben een heel close open relatie, altijd gehad, dus vond ik het niet eerlijk om zelf ergens mee te zitten dat ik niet met haar kon delen. Het was een gewone lentedag. Mijn moeder ruimde de keuken op. Ze stond voor het aanrecht bij de gootsteen. Ik hielp haar. Opeens was dit het juiste moment, het ging als vanzelf. ‘Mama, ik moet je iets zeggen...’ fezelde ik met een heel klein stemmetje. Onmiddellijk voelde ik stress opkomen. Zenuwen. Nietsvermoedend antwoordde ze. ‘Ja?’ Ik herinner me dat ik op dat moment als dochter – als kind van mijn moeder – het van binnen uitschreeuwde: ‘Mama, ik wil je iets zeggen en ik hoop dat je daarna nog van me houdt en ik nog steeds je kindje ben’. Ze had me geleerd dat ik altijd met alles mocht thuiskomen. Dat alles bespreekbaar was, en toch... toch was die angst er. ‘Het is meer dan alleen vriendschap.’ Zo. Zonder te zeggen waar het op sloeg. Het ging natuurlijk over dat ene klasgenootje, maar dat vergat ik er door de spanning bij te zeggen. Mijn moeder snapte wel meteen over wie het ging. ‘Dat is niet abnormaal tussen meisjes. Meisjes kunnen heel close zijn en hand in hand over straat lopen als vriendinnen.’ Maar ik legde haar uit hoe het echt zat. ‘Ik voel me daar veel beter bij dan bij jongens.’ Ze knikte. Ze dacht na over haar woorden. ‘Laat me dat even plaatsen.’ Dat was het. Dat was wat ze erop zei. Maar het was niet negatief. Ik begreep de boodschap, want ik kende haar reacties maar al te goed. Het was: ‘Ik heb het gehoord, we zullen er nu een paar dagen over zwijgen zodat ik het even kan laten bezinken’. VERONIQUE

47


48

Ik voelde alleen maar opluchting. Het was eruit. Ik was eruit. Ze begon meteen over iets anders te praten. Iets onbelangrijks, dagelijkse beslommeringen. Maar daarmee gaf ze me het gevoel dat ik haar kind nog was en dat we gewoon verder gingen zoals altijd. Ik denk dat ze nog niet wist wat ze erop moest zeggen en dat ze daarom gewoon verder niks zei. De tijd waar ze om vroeg, zo heeft ze me achteraf gezegd, had ze nodig om het toekomstbeeld dat ze van mij had, in haar hoofd te herschrijven. Om afstand te nemen van een beeld dat ze tot dan toe had gehad. Ik heb haar die tijd gegeven. Ik had ook niet verwacht dat ze meteen zou zeggen ‘Hé, het is oké! We kennen nog meer zulke mensen,’ want dat was niet het geval. De enige lesbo die zij kende was die mannelijke collega over wie ik als moeder ook niet zo enthousiast zou zijn. Uiteraard zijn we er niet veel later wel over gaan praten. De ene keer begon zij erover, dan weer ik. Het ging heel natuurlijk. Doordat mijn moeder het aanvaard had, voelde ik dat ik er niet meer alleen voorstond. Tegenover de familie en de buitenwereld zou ze me altijd steunen. Daardoor werd het makkelijker om het aan anderen te vertellen. Ik had mijn steun en toeverlaat toch al aan mijn kant. Bijvoorbeeld aan mijn vader – mijn ouders zijn gescheiden. Dat was op vijf minuten geklaard. We reden in de auto op weg naar mijn grootouders, toen ik het op dezelfde manier zei als bij mijn moeder. ‘Papa, ik moet je iets zeggen... Er is een meisje bij me in de klas...’ – ik noemde de naam van de vriendin waarover hij me al zoveel had horen vertellen – ‘...en dat is meer dan een gewone vriendschap.’ Even was het stil. Kuch. ‘Ah ja, da’s goed, hè.’ Mijn vader vond het goed. Daarna kwam er nog wat onhandig uit: ‘Mijn beste vriend vroeger was ook homo’. Ik denk dat het voor hem de manier was om te zeggen dat hij er eigenlijk geen problemen mee had. Het was zoiets als ‘Ik aanvaard je’ of ‘Ik heb niks tegen homoseksuelen.’ COMING-OUT


Mijn coming-out is het punt waarop alles veranderde. Het leven dat ik nu heb, heb ik daaraan te danken. Ik kan het niet anders zeggen. Vandaag ben ik negen jaar samen met mijn vriendin, en we hebben twee prachtige dochtertjes. Ik heb wat mijn moeder altijd voor me wou, een gezin. Alleen met een vrouw in plaats van een man.

Véroniques advies •

In ieder geval moet je het zeggen, dat vind ik. Je ontzegt jezelf te veel door te beweren dat het niet zo is. Uiteindelijk gaat je leven toch barsten en dat maakt nog meer kapot.

Mensen die er tegenop zien om uit de kast te komen, denken vaak dat de andere persoon een bepaald oordeel over homoseksualiteit heeft, maar dat weet je pas écht op het moment dat je het op tafel gooit. Ik denk dat je een beetje egoïstisch moet zijn en vooral vanuit jezelf moet spreken. Je eigen gevoel, je eigen geluk opzoeken, en geen verwachtingen van anderen willen inlossen. Laat dat los en kies voor jezelf.

Als mensen een beeld van jou hebben, of een plan voor je hebben, mogen ze niet verwachten dat jij die weg zomaar volgt. Dat is iets wat je zelf moet kiezen.

Ik heb tijdens mijn coming-out mijn hart blootgelegd tegenover de belangrijkste persoon in mijn leven, om eerlijk te vertellen wie ik echt ben. Maar het was zo’n relatief kort moment. Als ik zie wat er allemaal uit voortgekomen is, dan loop ik met een stralende glimlach op mijn gezicht. Het was het kruispunt in mijn leven, waarop ik koos welke straat ik inging. Ik koos voor geluk.

VERONIQUE

49


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.