de kredietcrisis doorgelicht 50 actuele vragen over sparen en beleggen
Thierry Debels
De kredietcrisis doorgelicht 50 actuele vragen over sparen en beleggen
Houtekiet Antwerpen / Amsterdam
Copyright Š Thierry Debels / Uitgeverij Houtekiet, 2009 Uitgeverij Houtekiet, Vrijheidstraat 33, b-2000 Antwerpen info@houtekiet.com www.houtekiet.com
Omslag Isabelle Van Laerhoven Foto auteur Koenraad Merens Zetwerk Intertext, Antwerpen isbn 978 90 8924 060 6 d 2009 4765 5 nur 793 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission of the publisher.
Inhoud
Voorwoord door Etienne Verhelle 9 Inleiding 13 1 Is paniek goed? 15 2 Wat betekent het als ik meer rendement op een financieel product krijg? 18 3 Welke informatie mag ik geloven als het over sparen en beleggen gaat? 20 4 Welke informatie mag ik geloven als het over sparen en beleggen gaat (bis)? 22 5 Brengen aandelen gemiddeld 7% per jaar op? 25 6 Wat is de beurs eigenlijk? 27 7 Is de beurs er wel voor de particuliere belegger? 29 8 Waarom kiezen overheden voor spaarders en tegen beleggers? 31 9 Wat zijn de voorwaarden om te genieten van de depositogarantie? 34 10 Zijn beursintroducties interessant? 37 11 Waarom mag ik geen rekening houden met (externe) koersdoelen 39 12 Waarom mogen beleggers geen gestructureerde fondsen kopen? 43
5
13 Waarom zijn geldmarktfondsen geen alternatief voor spaarrekeningen? 46 14 Waarom is Ethias eigenlijk in de problemen gekomen? 48 15 Zijn de economische modellen nog betrouwbaar? 52 16 Wat is de invloed van ‘carry trades’ op de kredietcrisis? 54 17 Is de regeling in verband met de ‘Fortis-coupon’ wel wettelijk? 57 18 Waarom zijn mensen eigenlijk niet geschikt om te beleggen 59 19 Wat is het belangrijkste wat ik moet weten over aandelen? 62 20 Is het ‘beursspel’ eigenlijk wel eerlijk? 64 21 Wanneer moet je in de aandelenbeurs stappen? 66 22 Waarom staan particuliere beleggers zo huiverachtig om hun portefeuille te beschermen met putopties? 69 23 Waarom is een sectorgebonden beleggingsstrategie gevaarlijk? 71 24 Welke strategie is de beste om te beleggen? 73 25 Waarom biedt actief beheer bij fondsen geen toegevoegde waarde? 75 26 Waarom is het beter om niet online te beleggen? 78 27 Kan je als belegger iets met de intrinsieke waarde van een aandeel? 81 28 Zijn holdings geen uitweg in een berenmarkt? 83
6
29 Wat kan de theorie van fractalen me leren over beleggen? 86 30 In welke berenmarkt zitten we eigenlijk? 89 31 Heeft Warren Buffett de waarheid in pacht? 91 32 Wat is de waarde van adviezen van goeroes? 93 33 Wat is de waarde van de adviezen van analisten? 96 34 Zijn scheepscertificaten een goed alternatief? 99 35 Moet ik de insiders volgens? 103 36 Waarom moeten beleggers voorzichtig zijn met acroniemen? 105 37 Waarom mogen we geen al te hoge dunk hebben van de ratings van de kredietagentschappen? 108 38 Wie mag ik wel geloven als het over beleggen gaat? 110 39 Wat is de toegevoegde waarde van hefboomfondsen? 112 40 Waarom houden beleggers de verkeerde parameters in de gaten? 114 41 Waarom lijken alle ongelukkige beleggers op elkaar? 116 42 Waarom is het goud geen echte veilige haven gebleken? 119 43 Waarom vind je op beleggersfora vaak uiterst relevante informatie? 121 44 Wat is het meest misbruikte argument om beleggers naar aandelen te loodsen? 124 45 Waarom vormen fondsen met kapitaalgarantie geen alternatief voor vastrentende producten? 127
7
46 Waarom moeten beleggers zich verre houden van gestructureerde producten 129 47 Waarom zijn ‘reverse exchangeables’ geen interessante financiële producten? 131 48 Hoe komt het dat een product dat meer dan 4% biedt risicovol is? 133 49 Hoe groot is het systeemrisico? 136 50 Hoe zien de komende jaren eruit voor spaarders en beleggers? 138 Besluit 140 Bibliografie 144
8
Voorwoord
De kredietcrisis, ontstaan in 2007, werd veroorzaakt door een daling van de Amerikaanse huizenprijzen, nadat in de jaren v贸贸r 2007 op grote schaal te hoge hypotheken waren verstrekt aan financieel te zwakke huizenkopers. Aanvankelijk hadden deze hypotheken meestal een lage rente, die rente werd enkele jaren later herzien en verhoogd. Huiseigenaren hoopten echter dat zij het huis met winst zouden kunnen verkopen, voordat de renteherziening zou plaatsvinden. Toen de huizenmarkt stagneerde, slaagden zij er niet in tijdig hun huis te verkopen, zodat ze geconfronteerd werden met hogere maandlasten. Door de betalingsachterstanden die hierop volgden, steeg het aantal gedwongen verkopen van huizen sterk. Dit leidde tot problemen op de markt van beleggingsinstrumenten in dergelijke leningen (zogenaamd collateralized debt obligations). Het gevolg was een crisis op de interbancaire geldmarkt in de zomer 2007. Vanaf dan moesten banken en andere financi毛le instellingen voor zeer grote bedragen aan verliezen op dergelijke beleggingen rapporteren. De centrale banken achtten zich verplicht op grote schaal liquiditeitssteun te verlenen, om een verstoring van het financi毛le systeem te voorkomen. Vanaf het begin van 2008 leidden deze problemen ook tot sterk dalende koersen op de aandelenmarkten.
9
Beleggen is hard werken, maar je krijgt er meestal ook heel wat voor terug. Iedere belegger of investeerder moet uitgaan van zijn eigen draagkracht en moet beseffen dat aandelen vaak stijgen, maar ook flinke klappen kunnen krijgen. Wie risico neemt, moet weten wat hij doet. Zin voor risico is de basis van onze welvaart. Elke dag nemen honderdduizenden ondernemers risico. De wereld van beursgenoteerde bedrijven is enorm boeiend en is ook de motor van onze welvaart. Als je bijna 30 jaar lang op de beurs opereert, maak je uiteraard periodes mee waarin financiële markten onder druk staan. De voor mij meest tot de verbeelding sprekende financiële storm was de crash van 19 oktober 1987. Toen klapten de beurskoersen in geen tijd in elkaar. Ook oktober 2008 zal me bijblijven. Wat ik over die lange periode geleerd heb, is dat de markten vaak overdrijven, zowel naar beneden als naar boven. Zaak is om steeds het hoofd koel te houden en zeker niet mee te lopen met de massa. Als iedereen over de beurs praat, is het tijd om aan verkopen te denken. Als echter de beleggers depressief zijn, moet je aan aankopen beginnen denken. In theorie volstaat het dus om op het juiste moment net het tegendeel te doen van wat de massa doet. De kunst is veeleer om de kudde voor te blijven. Toch zal elke ervaren belegger toegeven dat hij er zelfs met de meest grondige analyses al meermaals heeft naast gezeten. Daarom is het ook belangrijk om niet al je eieren in dezelfde mand te leggen. Met beleggen in aandelen verrijk je ook je maatschappelijke visie. Wie naar de beurs gaat in de hoop daar snel en risicoloos rijk te worden, kan evengoed op de lotto spelen. Beleggen op lange termijn vergt verder koelbloedigheid en soms lef om zich tegendraads op te stellen indien de technische indicatoren dit aangeven. In 2008 hebben we met zijn allen geld verloren. De één al meer dan de ander. Aan banken, grondstoffen, China, enz… Moeten
10
wij daarom de beurzen de rug toe keren? Neen. Elke belegger moet zijn keuzes maken. Deze markt (december 2008) is dermate oververkocht dat ze zal opveren. Langzaam maar zeker krijgen we uitzicht op een enorme kans. Een bodem vinden is heel moeilijk en aan bodemkoersen wordt vaak enkel aan de toog gekocht. Maar zo ver zijn we nog niet. We hebben tijd, misschien veel tijd. Hoe gaan we hier mee om? Ik kan onmogelijk het antwoord hierop formuleren, alleen kan ik enkele suggesties doen. De belangrijkste idee is: verdeel en heers. Verdeel uw horizon in lang, middellang en kort. Verdeel uw te besteden geld in algemene beleggingsvormen zoals trackers (etf’s) en een beperkte korf individuele aandelen die je kent. Verdeel uw aandacht over diverse sectoren. Werk met limieten. Wees bereid tot het nemen van (kleine) verliezen, werk dus met stop losses. De grootste beleggersfout is nooit toegeven dat men mis is of was. Mijn conclusie na het doornemen van dit boek is dat iedere belegger of investeerder dit werk zou moeten lezen. Het is voor mij ÊÊn van de meest praktisch gerichte boeken die ik onder ogen kreeg. De auteur deinst er niet voor terug om gevoelige items aan te kaarten waarbij hij de kool noch de geit spaart. Rechtdoor rechtaan zou ik zeggen. De overdreven drang naar commissies en winstbejag in deze sector wordt hier terecht met de vinger gewezen. Waarom de analisten inderdaad niet verantwoordelijk stellen voor de adviezen die ze uitbrengen? lijkt me geen onterechte vraag. In dit boek legt de auteur de vinger op de wonde in de uitgebreide antwoorden op 50 diverse vragen die beleggers zich stellen tijdens een periode van crisis. Vooral de vragen 21 (wanneer in aandelen stappen), 24 (eenvoudige strategie aanhouden), 33 (advieswaarde van analis-
11
ten en beursgoeroes) en 25 (voorkeur voor indexfondsen ipv actief beheer) genoten mijn bijzondere aandacht. Persoonlijk ben ik eveneens voorstander van het beleggen via indexfondsen (trackers genoemd of etf’s) in combinatie met een technisch uitgewerkt markttimingmodel. Op vlak van analysestrategie gaan technische en fundamentele analyse hand in hand. Ze vullen elkaar aan. Het zijn de twee benen waarmee een belegger vaste voet aan de grond heeft. De cruciale vraag is altijd: wanneer is het geschikte moment van aankoop of verkoop op korte termijn aangebroken? En hier biedt de technische analyse een helpende hand. Technische indicatoren geven meestal signalen wanneer de beurs een (voorlopige) top of bodem bereikt. In een beurscrisis als deze is de vraag naar een komende uitbodeming des te belangrijker. Een van de vragen die de auteur van dit boek, Thierry Debels, beantwoordt is dan ook ‘Moet ik panikeren?’, maar ook, ‘Welke informatie mag ik geloven?’ tot ‘Heeft Warren Buffet de waarheid in pacht?’ Veel leesgenot (leergenot).
Etienne Verhelle Technisch analist
12
Inleiding
Toen ik op 1 november 2008 op de Boekenbeurs mijn laatste boek signeerde, kwam er een man naar me toe. Hij wilde me persoonlijk bedanken, vertelde hij me. Ik vroeg waarom. “Omdat u me veel geld heeft doen besparen,” zei hij fluisterend. Meestal worden ‘experts’, ‘analisten’ of ‘beursspecialisten’ in het zonnetje gezet omdat ze aandelen hebben aangeraden die het nadien goed deden. Ik heb altijd een andere benadering gevolgd. Sinds mijn eerste boek (Emotionele intelligentie op de beurs) wil ik lezers iets bijbrengen. Vooral over zichzelf. Een schrijver is een leraar zonder krijtje. Ondertussen waren ook de vrouw en de twee kinderen van de man bij me komen staan. Hij vertelde me dat hij mijn vorige boek had gekocht en gelezen. “Net op tijd,” glunderde hij. Hij verwees naar Wat de belegger zeker moet weten, dat in het najaar van 2007 verschenen was. “In het eerste hoofdstuk heeft u een overzicht gegeven van de ergste beurscrashes van de laatste decennia,” vertelde de man, “en dat heeft me aan het denken gezet.” Ik vertelde hem dat dit inderdaad mijn bedoeling was. Hij had besloten om op dat moment geen aandelen te kopen. “Welke aandelen had u toen in gedachte?” vroeg ik de man. Hij antwoordde dat alle analisten toen positief waren over de financiële aandelen: Dexia, Fortis en kbc. “Dus, mijnheer Debels, nogmaals bedankt. En is dat uw
13
nieuwste boek?” Hij nam een exemplaar van 50 praktische vragen over beleggen op en bestudeerde het. “Kan u onmiddellijk drie exemplaren signeren?” Uiteraard kon dat. Ik merkte tijdens het signeren, het leukste moment van het schrijfproces, dat de vrouw van mijn lezer er gelukkig bijliep. Of dat iets met de wijze beleggingsbeslissing van haar man te maken had, is moeilijk uit te maken. “Ja,” vertelde mijn lezer. “Eén boek is voor mij. En de andere twee geef ik aan goede vrienden cadeau. Ik wil dat ze uw ideeën leren kennen.” De Boekenbeurs editie 2008 was voor mij alvast geslaagd. Een mooier compliment voor een auteur bestaat niet.
14
1 Is paniek goed?
Je leest vaak dat paniek in financiële zaken niet goed is. De beurzen zakken en experts raden aan om het hoofd koel te houden. Terecht? Eigenlijk niet. Eigenlijk is een beetje paniek goed en is de eerste die in paniek raakt vaak de slimste. Noem het maar ‘rationele paniek’. Laten we even de chronologie schetsen van de slopende beursval van de laatste tijd. Toen de beurs in mei 2007 op zijn hoogste punt stond, was er uiteraard niemand die panikeerde. Integendeel. De eerste echte paniek brak uit in het weekend van 13 september 2008 toen de Amerikaanse regering besliste om Lehman Brothers niet te redden. Diegenen die toen als eersten terecht panikeerden, konden nog een deel van de al gehavende meubelen redden. Een gelijkaardig verhaal zien we bij Fortis. De grootste paniek brak uit toen het aandeel geschorst werd in de week na 4 oktober. Beleggers die eerder panikeerden konden verkopen voor 5 euro. De anderen, zij die ‘het hoofd koel hielden’ op aanraden van de analisten, voor 1 euro. De beste illustratie van mijn stelling dat paniek goed is, op voorwaarde dat je als eerste panikeert, zie je bij een bank run. Spaarders die als eersten hun geld afhalen van de bank zijn
15
de slimsten. Dat is overigens ook de stelling van Henriëtte Prast. “Spaarders die geld van hun rekening halen zodra het gerucht gaat dat de bank in de problemen is, zijn niet in paniek. Zij zijn juist heel rationeel bezig.” Prast bouwt verder op de ideeën van socioloog Bob Merton: “Mertons conclusie was dan ook dat mensen die het hoofd koel houden en niet geloven in geruchten over de vermeende ziekte van een bank, volledig rationeel handelen als ze hun geld er zo snel mogelijk weg halen. Want hier geldt ‘wie eerst komt, wie eerst maalt’”. “Hoezo blinde paniek, hoezo massapsychose?” vraagt Prast zich terecht af. “Wie zijn geld niet weghaalt in zo’n situatie, die is pas blind.” Rationele paniek dus. De reden wordt gegeven door docent Koen Schoors, een van de weinige wijze stemmen tijdens de kredietcrisis. In een interview met Het Laatste Nieuws geeft hij aan dat “elk banksysteem inherent onstabiel is. Als je alle bankdeposito’s optelt, heb je meer geld dan er biljetten voorradig zijn. Geld is niet ophaalbaar. Nergens. Als er dus meer dan een derde van de klanten naar de bank loopt, omdat ze vrezen dat de bank failliet gaat, dan gaat ze ook failliet. Geen enkele bank is volledig veilig.” Een paar maanden voor dit interview met Schoors, meer bepaald op 15 mei 2008, schreef Cash over Kaupthing Bank: “Geen paniek.” Cash schreef het stuk nadat het in de maanden daarvoor veel vragen kreeg over de financiële toestand van de bank. “We denken echter dat de kans op een faillissement en het verlies van spaargeld heel klein is.” Enkele maanden later was Kaupthing de facto failliet. Cash vindt dat de markt de toestand bij Kaupthing op dat ogenblik “veel te negatief en met te weinig kennis van zaken heeft ingeschat”. De analisten van Cash zijn dus veel slimmer dan de markt? Meer zelfs: de analisten van Cash verdedigden de bank met vuur. Als ze de kosten-inkomstenratio bekijken, concluderen
16
ze dat Kaupthing een zilveren plak verdient. Enkel Santander doet beter in heel Europa. Zelfs de fameuze tier one ratio (kernkapitaal dus) ligt volgens Cash met 9,6% op een “prima niveau”. Meer nog: “Kaupthing kan met de netto-opbrengsten alle kosten dekken en de deposito’s zorgen voor de helft van haar financiering.” Kortom, geen paniek. Centjes bij de bank laten. Bij Kaupthing welteverstaan.
17