Paul Jacobs
De laatste grap
Houtekiet Antwerpen / Amsterdam
© Paul Jacobs / Houtekiet / Linkeroever Uitgevers nv 2010 Houtekiet, Katwilgweg 2, b-2050 Antwerpen info@houtekiet.com www.houtekiet.com Omslag Wil Immink Foto omslag © Sara Engels Foto auteur © Sara Engels Zetwerk Intertext, Antwerpen isbn 978 90 8924 100 9 d 2010 4765 19 nur 330 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission of the publisher.
Opgedragen aan de échte Potentaten
‘The secret source of humour is not joy but sorrow. There is no humour in heaven.’ (Mark Twain)
1
D
e uitnodiging bereikte Ellen via haar moeder. Ze woonde nu zes jaar in Frankrijk en nog altijd waren er mensen die niet wisten dat ze haar geboorteland voorgoed de rug had toegekeerd. De Auberge Lion in Arques-la-Bataille was een goedlopend hotelletje geworden. Ze hield van het onstuimige Normandische klimaat en ze hield van Thomas. Nog iedere keer voelde ze een blije páng in haar hart als ze samen met hem over het brede strand tussen Veules-les-Roses en Pourville kon wandelen, met uitzicht op de bemoste kliffen, in plaats van op de tot beton geworden middenstandsdromen aan de Vlaamse kust. Hoe riep Tom het altijd ook weer? ‘De journalistiek is prima, op voorwaarde dat je er op tijd uitstapt.’ Volgens haar kon je hetzelfde van België zeggen. Maar nu was er die brief uit Antwerpen en ze was er blij mee als met een onverwacht cadeau. ‘Lieverd, kunnen we dit doen? Alsjeblieft?’ Ze zwaaide met de enveloppe met het meisjesachtige handschrift en een opgeplakte cartoon van Kamagurka (‘Hahaha!! Wat een belachelijk tafelblad!’ ‘Oh Rik, waarom moet je toch met alles de spot drijven?’). Thomas nam de brief van haar over. Ze hadden die week maar één echtpaar te gast in de auberge. Ze hadden alle tijd. ‘Van Myriam Molnar. Mijn maatje van de middelbare school. Ik heb altijd wel gedacht dat ze het zou maken. Wat denk je? Kunnen we er naartoe?’ 7
Thomas kwam naast haar op de uitgesleten sofa zitten en zette zijn leesbrilletje op. In zijn hemd met opgerolde mouwen, zijn oude docksides en zijn jeans zag hij er nog altijd overrompelend aantrekkelijk uit, vond Ellen, knapper zelfs dan toen ze hem had gered van een ongeregeld vrijgezellenleven met te veel drank en te weinig verse groenten.(*) Met haar wijsvinger streelde ze de rimpels in zijn voorhoofd. Hij keek haar aan als een dankbare labrador die niet meer op een wandeling had gerekend. ‘Stand-up? Een vrouwelijke stand-upcomedian? Mijn god, wat gaan ze allemaal nog meer verzinnen?’ Ze griste het velletje uit zijn handen. ‘Myriam is de grappigste vrouw die ik ken. In de klas zaten we altijd te gieren. “Rademakers, Molnar, op de gang!” Hoe dikwijls hebben we dat niet moeten horen? Ze is naar Studio Herman Teirlinck vertrokken en vanaf dat moment zijn we elkaar uit het oog verloren. Ik heb altijd gezegd dat ze Joan Rivers moest worden, een jonge editie van Joan Rivers. Ken je haar niet, die Amerikaanse bitch? Hoe ging haar grap ook weer…? Ze vertelde dat ze bang was dat ze niet van de straat zou geraken. She used to stand by the side of the road with a sign: last girl before freeway. En nu doet ze het eindelijk: die onewomanshow, waar we het zo vaak over hebben gehad. Try-outs van 18 tot 22 januari… Dan zijn onze Hollandse gasten hier al lang weer weg. Kom op, Tom, we sluiten de boel voor een week en we gaan in België oude vrienden bezoeken.’ ‘Ik heb alleen oude kennissen. Mediamensen.’ Hij sprak het woord uit alsof hij het over een venerische ziekte had. ‘En die drukte… En die regen…’
(*)
Zie De Rode Badkuip en Een ijskoud gerecht, Houtekiet, 2008 en 2009
8